Zondag 28 december 2014 Feest van de H. Familie Jezus, Maria en Jozef Aanstelling van Ingrid Espeel tot ziekenhuispastor in het AZ St. Jan te Brugge
Intredelied: Komt allen te zamen (ZJ 218) Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu de vorst der eng’len hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, die Koning. De hemelse eng’len riepen eens de herders weg van de kudde naar ‘t schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbied’ge schreden. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, die Koning. O kind, ons geboren, liggend in de kribbe, neem onze liefd’in genade aan! U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, die Koning. Welkom en kruisteken Welkom aan allen in deze kapel, welkom aan allen die meeluisteren via de ziekenhuisradio. Welkom aan het koor Welkom aan de familie en vrienden van Ingrid. Vandaag wordt zij aangesteld tot ziekenhuispastor in ons ziekenhuis. Laten we dit samenzijn beginnen in de naam van + de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen. Openingswoord Hopelijk hebben jullie allemaal een mooi, vreugdevol kerstfeest mogen vieren. Een gelegenheid om te ervaren wat het betekent een goede familie, een ‘thuis’ te hebben. Juist in deze tijd waarin we onze familiebanden aanhalen, en soms herstellen, zet ook de Kerk de familie centraal. 2
Daarvoor grijpt ze terug naar het gezin waarin Jezus als kind mocht opgroeien. Laten wij op dit feest van de heilige familie eensgezind samen eucharistie vieren en Ingrid verwelkomen als nieuwe ziekenhuispastor. Verzoeningsmoment Omdat wij zo vaak tekortschieten in geloof en in Godsliefde, in ouderliefde en in kinderliefde, vragen wij vergeving aan de Heer en aan de moeder van onze Heer. -Omdat wij te weinig bereid zijn onze persoonlijke belangen opzij te zetten voor het geluk van hen met wie we dagelijks samenleven. Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. -Omdat wij zo gemakkelijk vergeten dat ons leven en onze kwaliteiten ons gegeven zijn als een geschenk, en dat wij daarom, zoals Maria, onszelf tot een geschenk moeten maken voor anderen. Christus, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons. -Omdat de grondhouding van ons leven zo heel anders is dan die welke Maria bezielde tot een leven van echte trouw in dienende liefde. Heer, ontferm u over ons. Heer, ontferm U over ons. Lofprijzing: Eer zij God in onze dagen (ZJ 221) Eer zij God in onze dagen, Eer zij God in deze tijd. 3
Mensen van het welbehagen, roept op aarde vrede uit. Gloria in excelcis Deo Gloria in excelcis Deo Eer zij God die onze Vader en die onze Koning is. Eer zij God die op de aarde naar ons toe gekomen is. Gloria in excelcis Deo Gloria in excelcis Deo Lam van God, Gij hebt gedragen alle schuld tot elke prijs, geef in onze levensdagen peis en vrêe, kyrieleis. Gloria in excelcis Deo Gloria in excelcis Deo Openingsgebed God, Schepper van alle leven, wees hier aanwezig, in ieder Woord dat we in uw Naam uitspreken, in elk gebaar dat naar U verwijst, in ieder van ons die zich verbonden weet met U in Ingrid die we vandaag in uw Naam een nieuwe taak opleggen. We vragen het U, samen met Jezus, uw mensgeworden Woord. Eerste lezing: Sir., 3, 2-6. 12-14 Tussenzang: Komt ons in diepe nacht ter ore (ZJ 206) Komt ons in diepe nacht ter ore: “De morgenster is opgestaan, een mensenkind voor ons geboren, ‘God zal ons redden’ is zijn naam”. Opent uw hart, gelooft uw ogen: vertrouwt u toe aan wat gij ziet: hoe ‘t woord van God van alzo hoge hier menselijk aan ons geschiedt. Geen ander teken ons gegeven, geen licht in onze duisternis, 4
dan deze mens om mee te leven, een God die onze broeder is. Zingt voor uw God, Hij openbaarde in Jezus zijn menslievendheid. Zo wordt de wereld nieuwe aarde en alle vlees aanschouwt het heil. Zoals de zon komt met zijn zegen, een bruidegom van licht en vuur, zo komt de Koning van de vrede, voorgoed gekomen is zijn uur. Hij huwt de mensen aan elkander, zijn liefde gaat van mond tot mond. Hij geeft zijn lichaam ons in handen, zo leven wij zijn nieuw verbond. Hij zal de armen niet verstoten, Hij is met onze nood bekleed. Voor allen die zijn vastgelopen heeft Hij een naam, een nieuwe geest. Hij spreekt de taal van alle landen en overal ontkiemt zijn Rijk. Waar wij maar gaan is Hij voorhanden en achter elke mens staat Hij. Zijt Gij het eerst van ons geboren, zijt Gij de welbeminde Zoon, blijf ons dan trouw, wij zijn verloren als Gij niet met ons samen woont. Dat wij met U gelukkig leven en spelen voor Gods aangezicht, dat wij elkaar de vrede geven die Gij voor ons hebt aangericht. Evangelie: Lc. 2,22-40 22
23
24
5
Toen de tijd gekomen was dat zij zich volgens de wet van Mozes moesten reinigen, brachten ze Hem naar Jeruzalem om Hem aan te bieden aan de Heer, zoals in de wet van de Heer geschreven staat: Al het mannelijke dat de moederschoot opent, zal de Heer worden toegewijd, en om een offer te brengen, volgens de wet van de Heer:
25
26
27
28 29
30 31 32 33 34
35 36
37
38
39 40
6
een koppel tortels of twee jonge duiven. Daar in Jeruzalem woonde een zekere Simeon; het was een rechtvaardige en vrome man; hij verwachtte de vertroosting van Israël en op hem rustte heilige Geest. Door de heilige Geest was hem geopenbaard dat hij de dood niet zou zien voordat hij de Messias van de Heer had gezien. Door de Geest geleid ging hij naar de tempel. Toen de ouders het kind Jezus binnenbrachten om met Hem te doen wat volgens de wet gebruikelijk is, nam hij Hem in zijn armen en loofde God met de woorden: `Nu, Meester, laat U, zoals U gezegd hebt, uw knecht in vrede gaan; want mijn ogen hebben uw heil gezien, dat U ten aanschouwen van alle volken hebt toebereid, een licht dat een openbaring zal zijn voor de heidenen en een glorie voor uw volk Israël.' Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat er van Hem gezegd werd. Simeon zegende hen en zei tegen zijn moeder Maria: `Deze jongen zal velen in Israël ten val brengen of laten opstaan. Hij zal een omstreden teken zijn - ook door uw ziel zal een zwaard gaan – en zo zal onthuld worden wat er in veler harten omgaat.' Ook was daar de profetes Hanna, een dochter van Penuël, uit de stam Aser. Ze was hoogbejaard; na haar meisjesjaren was ze zeven jaar getrouwd geweest en daarna weduwe gebleven; nu was ze vierentachtig. Ze was altijd in de tempel en diende God dag en nacht met vasten en bidden. Juist op dit moment voegde ze zich bij hen; ze loofde God en sprak over de jongen tegen allen die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten. Toen zij alles hadden gedaan wat de wet van de Heer bepaalt, keerden ze terug naar Galilea, naar hun woonplaats Nazaret. De jongen groeide op en werd steeds sterker, omdat Hij vervuld werd van wijsheid
en door God rijkelijk werd begunstigd.
KBS Willibrord 1995
Acclamatie: U komt de lof toe Homilie De aanstelling tot ziekenhuispastor 1. Woord van Piet 2. Engagement en gebed van Ingrid Ik wil hier graag voor God en voor de gemeenschap uitspreken dat ik bereid ben de pastorale zorg in dit ziekenhuis op mij te nemen Daartoe bid ik: Help mij, God, om de mens te blijven zien in deze wereld van kunnen maar ook van niet kunnen. Help mij, God, de zieke te blijven zien en niet slechts de ziekte. Help mij, God, mij niet te verschuilen achter drukte, gewichtigheid, opgeroepen worden en nodig zijn. Help mij, God, stil te kunnen zijn en te kunnen zwijgen, aanwezig te kunnen zijn van mens tot mens. Help mij, God, mijn kracht niet te zoeken in mooie woorden, maar te geloven dat in kwetsbaarheid Uw kracht zich openbaart. Help mij, God, om in dit huis van en voor zieken zo te zijn dat de mens er zich verstaan weet in zijn diepste nood en dat zijn ziel gehoord en gezien wordt. Dat er van mij milde genegenheid mag uitgaan zoals die straalde toen Jezus nog onder ons was. Amen. 7
3. Zegeningsgebed door het team Eeuwige, Enige, Vader van alle leven, Blaas Ingrid Uw levensadem in. Wees er wanneer Ingrid zich uw woorden herinnert: wees niet bang, ik zal er zijn. Geest van God, Schepper en Inspiratie, beziel Ingrid met de gaven die Gij hebt beloofd, dat zij steeds meer mag worden, wie zij voor U wil zijn … Jezus, zoon van God, mensgeworden Woord, beziel en confronteer Ingrid telkens weer met uw oproep tot meewerken aan een Rijk van vrede en gerechtigheid Zegen, God, Ingrid, met Uw aanwezigheid, opdat zij onder ons mag zijn: teken van uw aanwezigheid! Wij vragen het in uw Naam: Vader, Zoon en H. Geest! Voorbeden Aan onze God mogen wij onze hoop en onze zorgen voorleggen: - Bidden we voor elk kind dat geboren wordt. Dat het lieve en zorgzame ouders mag treffen die het een thuis bieden, geborgenheid schenken en het ook de diepere waarden van het leven doorgeven. Laat ons bidden… - Bidden we voor zieken en hun familie. Dat zij elkaar niet uit de weg gaan, maar elkaar vinden als medemens. Dat zij bereid mogen zijn naar elkaar te luisteren, met elkaar om te gaan en van elkaar te leren. Laat ons bidden… - Bidden we voor gezinnen waarin de onderlinge verbondenheid definitief gebroken is. Dat zij begrip ondervinden voor hun onmacht, zodat hun pijn wordt verzacht. Laat ons bidden... 8
God van leven, vervul ons met zorg en eerbied voor elkaar, zodat wij elkaar nooit laten vallen, maar mekaar samenbrengen tot één gezin, als kinderen van eenzelfde Vader. Amen. Gebed over de gaven God, Schepper van alle leven, Water en wijn laten wij één worden, Gij deelt ons mens-zijn en neemt ons op in uw goddelijk leven. Mag het ons vandaag gebeuren: uw aanwezigheid en verbondenheid in deze gaven. Wij vragen het U door Jezus, uw Zoon, het levend Brood. Amen. Groot dankgebed Onze Vader Vredewens Jezus is mens geworden om ons hart te vervullen met vrede, om deze wereld te verzoenen met God. Laten wij elkaar groeten met de vrede van de Heer. Communie Communielied: Vanwaar zijt Gij gekomen? (ZJ 214) Vanwaar zijt Gij gekomen, wij wisten niets van U. In onze stoutste dromen was God nooit hier en nu. Een nieuwe God zijt Gij, die onder ons wil wonen, zover weg, zo dichtbij. Gij zijt ons doorgegeven, een naam, een oud verhaal, 9
uw woorden uitgeschreven in ied’re mensentaal. Ons eigen levenslot met uw geluk verweven, zo zijt Gij onze God. Gij zijt in ons verloren, wij durven U niet aan, uw stem in onze oren, uw komst in ons bestaan. Een mens van vlees en bloed, een kind voor ons geboren, een naam die sterven moet Slotgebed God, Schepper van alle leven, dankbaar zijn we om Uw aanwezigheid, in ieder Woord dat we in uw Naam mochten uitspreken, in elk gebaar dat naar U verwijzen mocht; In het Brood en de Wijn die U intens nabij bracht, in Ingrid die zich geven wil om Uw Woord gestalte te geven in dit ziekenhuis. Blijf ons vergezellen in het leven van elke dag, we vragen het U, samen met Jezus, uw mensgeworden Woord. Slotlied: Uit uw hemel zonder grenzen (ZJ 212) Uit uw hemel zonder grenzen komt Gij tastend aan het licht, met een naam en een gezicht, even weerloos als wij mensen. Als een kind zijt Gij gekomen, als een schaduw die verblindt, onnaspeurbaar als de wind, die voorbijgaat in de bomen. Als een vuur zijt Gij verschenen, als een ster gaat Gij ons voor, in den vreemde wijst uw spoor, in de dood zijt Gij verdwenen. Als een bron zijt Gij begraven, als een mens in de woestijn. 10
Zal er ooit een ander zijn, ooit nog vrede hier op aarde? Als een woord zijt Gij gegeven, als een nacht van hoop en vrees, als een pijn die ons geneest, als een nieuw begin van leven. Uitnodiging tot de receptie + bedanking koor Zending en zegen God, onze Vader, wij danken U voor dit samenzijn. Laat ons meer en meer leven als kinderen van dat ene grote gezin, waarvan Gij de Vader zijt. Geef ons hiervoor de kracht in het nieuwe jaar, want Gij hebt ons geroepen om van elkaar te houden en om elkaar tot vreugde te zijn. Zegen ons in de naam van + de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.
11
Mijn Heer en mijn God, wil me gebruiken om Uw vrede te brengen aan de mensen. Waar haat is, laat me liefde brengen. Waar schuld is, laat me vergiffenis brengen. Waar onenigheid is, laat me eendracht brengen. Waar dwaling is, laat me de waarheid brengen. Waar twijfel is, laat me het geloof brengen. Waar wanhoop is, laat me hoop brengen. Waar droefheid is, laat me vreugde brengen. Goede Meester, geef me de genade liever te troosten, dat getroost te worden, liever te begrijpen, dan begrepen te worden, liever te beminnen, dan bemind te worden. Want: wie geeft, zal ontvangen wie zichtzelf vergeet, zal vinden wie vergeeft, zal vergiffenis bekomen wie sterft, zal verrijzen om eeuwig te leven. Franciscus van Assisi
12