Zondag 27 januari 2013 Viering Heilig Avondmaal Orgelspel Aansteken van de tafelkaarsen Terwijl de kaarsen aangestoken worden, zingen we: Zo vriendelijk en veilig als het licht t. H. Oosterhuis; m. B. Huijbers
1
2. Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd waakt over mij en over al mijn gangen. Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om, als ik val, mij telkens op te vangen. Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt. Ik moet in lief en leed naar U verlangen. 3. Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft, dat mij bevrijdt, en opneemt in uw vrede. Ontsteek die vreugde die geen einde heeft, wil alle liefde aan uw mens besteden. Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
Stilte Welkom Bemoediging Drempelgebed Psalm 96: 1 en 6
2
6. In 't lied dat klinkt als Hij zal komen zijn aard' en hemel opgenomen, de zee herhaalt het duizendvoud en door de stilte van het woud weerklinkt het loflied van de bomen. Groet: De Heer zij met u Ook met u zij de Heer Kyriegebed Afgewisseld met het refrein van Tussentijds 100
Glorialied: Tussentijds 19 Zingt van de Vader
2. Zingt van de Zoon, licht voor onze ogen, bron van geluk voor wie Hem wil geloven, luistert naar Hem het woord van alzo hoge: houdt Hem in ere! 3
3. Zingt van de Geest, adem van het leven, duurzame kracht die mensen wordt gegeven, waar wij ook gaan, wij hebben niets te vrezen: houdt Hem in ere! Moment voor de kinderen: Kinderlied: no. 40, Jezus is de Goede Herder
Gebed van de zondag Lucas 4: 14-21 (uit de Naardense Bijbel) 14 In de kracht van de Geest keert Jezus terug naar Galilea; tijding gaat uit over heel het gebied aangaande hem. 15 Hij is onderricht gaan geven in hun synagoge,– door allen geëerd.
4
16 Zo komt hij aan in Nazaret, waar hij is grootgebracht, en gaat, naar de gewoonte hem eigen, op de dag van de sabbat naar de synagoge. Hij staat op om voor te lezen; 17 gegeven wordt hem de boekrol van de profeet Jesaja; hij opent de boekrol en vindt de plaats waar staat geschreven: ‘de Geest des Heren is over mij, want hij heeft mij gezalfd 18 om goede tijding aan te kondigen aan armen, hij heeft mij uitgezonden om te prediken aan gevangenen vrijlating en aan blinden nieuw gezicht,– om verdrukten uit te zenden in vrijlating, 19 om te prediken een welkom jaar des Heren!’. 20 Hij sluit de boekrol, geeft hem terug aan de dienaar en gaat zitten; aller ogen in de synagoge zijn gericht op hem. 21 Hij begint en zegt tot hen: heden is dit schriftwoord voor uw oren in vervulling gegaan! Gezang 162
5
2. Overal nabij is Hij menslijk allerwegen. Maar geen mens herkent Hem, Hij wordt gewoon verzwegen. Midden onder u staat Hij die gij niet kent. Midden onder u staat Hij die gij niet kent. 3. God van God en licht van licht aller dingen hoeder heeft een menselijk gezicht aller mensen broeder. Midden onder u staat Hij die gij niet kent. Midden onder u staat Hij die gij niet kent. 4. Wilt daarom elkander doen alle goeds geduldig. Weest elkaar om zijnentwil niets dan liefde schuldig. Midden onder u staat Hij die gij niet kent. Midden onder u staat Hij die gij niet kent. 5. Weest verheugd, van zorgen vrij: God die wij aanbidden is ons rakelings nabij, wonend in ons midden. Midden onder u staat Hij die gij niet kent. Midden onder u staat Hij die gij niet kent. Verkondiging Zingen: Tussentijds 106
6
refrein
2. Meer dan de spijs waar gij van leeft, ben Ik het die u sterkte geeft. Voor alle mensen, recht en slecht, ben Ik het brood, heeft Hij gezegd. Refrein 3. Hij nam het brood. En wat Hij deed? Dit is mijn lichaam, neemt en eet. Doet dit tot mijn gedachtenis en leeft zo lang er leven is. Refrein 4. Hij nam de beker met de wijn: Mijn bloed zal tot vergeving zijn van al uw kwaad en uw tekort, opdat gij nieuwe mensen wordt. Refrein 5. Brengen wij dank van harte zeer aan God door Jezus, onze Heer, die doden opwekt om voortaan met Hem een nieuwe weg te gaan. Refrein Collecte Tafelgebed
7
zingen: Iona 41: 1 en 2 Brood, hier gedeeld
2 Beker - gereikt vanuit vreugde, wijn ingekleurd door de pijn, teken dat het Hem verheugde kwetsbaar te zijn om in Gods naam de weg ten leven te gaan. V.: A.: V.: A.:
De Eeuwige is bij ons. Hij zal ons bewaren. Laten wij Hem danken. Het past ons hem dankbaar te zijn.
V.: Wij danken U, eeuwige God. U die voor mensen kiest in uw grote barmhartigheid en in uw eeuwige liefde, U die ons niet laat aan het donker van ons zoeken en verdwalen, U die het licht hebt geschapen om te heersen over het donker, U die ons ziet in het licht van uw goedheid en liefde, wij zegenen U. Allen zingen:
8
V.: Wij danken U, eeuwige God, voor wat U ons hebt gegeven in Jezus Messias, die ons mensen uit de volken heeft gezegend met uw heil. Hij is het licht der wereld. In Hem vinden wij ons levenslicht. Hij opent ons de ogen. Nooit louter donker zullen onze wegen zijn. Door Hem horen en vieren wij dat voor ons mensen nieuw leven mogelijk is: uw vrede als een band, een nieuw verbond tussen ons allen. Allen zingen : God, Uw verbond is bron van eeuwig leven. Wij zegenen U. V.: Wij prijzen U met Abraham, Isaac en Jacob, met Sara, Rebekka en Rachel, met profeten en apostelen en de getuigen de eeuwen door: allen die uw licht ontdekten als hun levenslicht. U bent de Heilige die was, die is en er altijd zult zijn. Allen zingen : Heilig is Hij de God van alle tijden, voor mensen dichtbij. V.: U hebt uw Zoon gezonden om voor ons de weg naar U te banen, om mensen te bevrijden van de kwade machten die hen gevangen houden. Zijn strijd heeft ons vrede gebracht. Allen zingen: God, zuiver licht en bron van eeuwig leven, wij zegenen U.
9
V.: Gezegend is Hij, uw Zoon, die in de nacht waarin Hij werd verraden en gemarteld, een brood heeft genomen, het zegende en met zijn leerlingen deelde terwijl Hij zei: 'Neemt en eet, dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt; doe dit om Mij te gedenken' . Allen zingen: Jezus, het brood dat wij hier mogen delen: zijn liefde voor ons. V.: Na de maaltijd nam Hij een beker wijn, sprak een dankgebed uit, gaf de beker aan zijn leerlingen en zei: ‘Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, dat vergoten wordt tot vergeving van zonden; drinkt allen hieruit, om Mij te gedenken'. Allen zingen : Jezus, zijn bloed, de beker die hier rondgaat: zijn geestkracht voor ons. V.: Nu wij hier bijeen zijn om zijn dood te gedenken en zijn opstanding te belijden, bidden wij U, God: zend uw Geest in ons midden en versterk in ons allen de liefde en de hoop zodat wij licht kunnen brengen waar duisternis heerst en getuige van U kunnen zijn onder de mensen. Allen zingen: Kom, geest van God, herschep in ons een leven van liefde vervuld.
10
Het gebed des Heren De gemeenschap van brood en wijn V.: Het brood dat wij breken is gemeenschap met het lichaam van Christus. De beker der dankzegging waarover wij de dankzegging uitspreken is gemeenschap met het bloed van Christus. Tijdens het delen van brood en wijn zingen we: Iona 41:1
Afsluitend: Zingen: Iona 41:1 en 2 Brood, hier gedeeld
11
2 Beker - gereikt vanuit vreugde, wijn ingekleurd door de pijn, teken dat het Hem verheugde kwetsbaar te zijn om in Gods naam de weg ten leven te gaan. Gebed na de gemeenschap van brood en wijn Slotlied: gezang 361
2. Wij brengen het brood naar de schare, de Heer geeft het ons in de hand. Het is er niet om te bewaren. Het brood gaat van hand tot hand. WEGZENDING en ZEGEN Predikant: Ouderling:
Ds Harry Juch Joost van Buuren Evelyn v.d. Peppel Hans Stockschen Diaken/collectant: Matthijs Sierink Jan Kunst Koster: Johan van Gaalen Organist: Mieke van Dommelen Beamer/liturgie: Hannie van Eck / Sietse ten Hoeve
12