Zondag 15 maart
’t Gebed zonder end Dienst op de zondag na biddag voor gewas en arbeid
Oosterlichtkerk Huizen
Medley We zingen voorafgaand aan de dienst enkele liederen Psalm 121 1 Ik sla mijn ogen op en zie de hoge bergen aan, waar komt mijn hulp vandaan? Mijn hulp is van mijn Here, die dit alles heeft geschapen. Mijn herder zal niet slapen. Veilig in Jezus’ armen 1 Veilig in Jezus' armen, veilig aan Jezus' hart; Daar in zijn teer erbarmen, daar rust mijn ziel van smart. Hoor, 't is het lied der eng'len, zingend van liefd' en vreê, Ruisend uit 's hemels zalen, over de glazen zee. Veilig in Jezus' armen, veilig aan Jezus' hart; Daar in zijn teer erbarmen, daar rust mijn ziel van smart. 3 Jezus, mijn dierb're toevlucht, Jezus, Gij stierft voor mij! Dat op die rots der eeuwen, eeuwig mijn hope zij. Heer, laat mij lijdzaam wachten, totdat het duister vliedt, En 't oog aan gindse kusten uw heillicht gloren ziet. Jezus, mijn dierb're toevlucht, Jezus, Gij stierft voor mij! Dat op die rots der eeuwen, eeuwig mijn hope zij. Ruwe stormen mogen woeden 3 Ruwe stormen mogen woeden, alles om mij heen zij nacht, God mijn God zal mij behoeden, God houdt voor mijn heil de wacht. Moet ik lang zijn hulp verbeiden, zijne liefde blijft mij leiden: door een nacht, hoe zwart, hoe dicht, voert Hij mij in ’t eeuwig licht.
2
Lichtstad met uw paar’len poorten 1 Lichtstad met uw paar’len poorten, 3 Schoon tehuis voor moede pelgrims Wond’re stad zo hoog gebouwd, komend uit de zandwoestijn, nimmer heeft men op deez’ aarde, waar zij rusten van hun werken ooit uw heerlijkheid aanschouwd. bij de springende fontein. Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, refrein Luist’ren naar zijn liefdestem. Daar geen rouw meer en geen tranen in het nieuw Jeruzalem.
Neem mijn leven, laat het Heer… 1 Neem mijn leven, laat het Heer, toegewijd zijn aan Uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd tot uw lof en dienst bereid.
5 Neem mijn wil en maak hem vrij, dat hij U geheiligd zij. Maak mijn hart tot uwe troon, dat, O Heer, uw Geest er woon’.
3 Neem mijn stem, opdat mijn lied U, mijn Koning, hulde bied’. Maak, o Heer, mijn lippen rein, dat zij Uw getuigen zijn.
Welkom en mededelingen Lied 103: 1 en 5 1 Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren, laat al wat binnen in mij is Hem eren, vergeet niet hoe zijn liefd’ u heeft geleid, gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven, die u geneest, die uit het graf uw leven verlost en kroont met goedertierenheid.
3
5 Zoals een vader liefdevol zijn armen slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen God onze Vader, want wij zijn van Hem. Hij die ons zelf uit aarde heeft genomen, Hij weet, dat wij, uit stof aan ’t licht gekomen, slechts leven op de adem van zijn stem.
Groet en bemoediging (lied 291a) Onze hulp is in de Naam van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft.
Gedicht gelezen door mw. Wil Bout
gebed om ontferming, bij de 10 geboden acclamatie: Lied 116: 1 God heb ik lief, want die getrouwe Heer nam, toen ik riep, met toegenegen oren mijn woorden aan. Hij zal mij blijven horen en levenslang ben ik niet eenzaam meer.
Woorden bij de liturgische schikking projectlied De kinderen gaan naar de kindernevendienst
Lezen: Prediker 3: 1 – 22 Alles heeft een bestemden tijd, en alle voornemen onder den hemel heeft zijn tijd. Er is een tijd om geboren te worden, en een tijd om te sterven; een tijd om te
planten, en een tijd om het geplante uit te roeien; Een tijd om te doden, en een tijd om te genezen; een tijd om af te breken, en een tijd om te bouwen; 4
Een tijd om te wenen, en een tijd om te lachen; een tijd om te kermen, en een tijd om op te springen; Een tijd om stenen weg te werpen, en een tijd om stenen te vergaderen; een tijd om te omhelzen, en een tijd om verre te zijn van omhelzen; Een tijd om te zoeken, en een tijd om verloren te laten gaan; een tijd om te bewaren, en een tijd om weg te werpen; Een tijd om te scheuren, en een tijd om toe te naaien; een tijd om te zwijgen, en een tijd om te spreken; Een tijd om lief te hebben, en een tijd om te haten; een tijd van oorlog, en een tijd van vrede.
Wat voordeel heeft hij, die werkt, van hetgeen hij bearbeidt? Ik heb gezien de bezigheid, die God den kinderen der mensen gegeven heeft, om zichzelven daarmede te bekommeren. Hij heeft ieder ding schoon gemaakt op zijn tijd; ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat een mens het werk, dat God gemaakt heeft, kan uitvinden, van het begin tot het einde toe. Ik heb gemerkt, dat er niets beters voor henlieden is, dan zich te verblijden, en goed te doen in zijn leven. Ja ook, dat ieder mens ete en drinke, en het goede geniete van al zijn arbeid, Dit is een gave Gods.
Lied 71: 1, 2 en 6 (oude berijming) 1 ‘k Betrouw op U, hoor mijn gebeden, 6 Verwerp mij niet in hoger jaren. dat mij geen schaam’, o Heer, Laat bij den ouderdom in eeuwigheid verne’er. dien ‘k in Uw gunst beklom, Red mij door Uw gerechtigheden, Uw voorzorg over mij niet varen. bevrijd mij, neig Uw oren, Laat met de kracht van ’t leven, Verlos mij, wil mij horen. Uw hulp mij niet begeven. 2 Wees mij een rots, om in te wonen, een schuilplaats, waar mijn hart steeds toevlucht vind’ in smart. Uw hoog bevel zal blijkbaar tonen dat Gij, o groot Ontfermer, mijn burcht zijn en beschermer.
5
Lezen: 1 Tessalonicenzen 5: 12 – 22 En wij bidden u, broeders, erkent degenen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen; En acht hen zeer veel in liefde, om huns werks wil. Zijt vreedzaam onder elkander. En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen. Ziet, dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergelde; maar jaagt allen tijd het
goede na, zo jegens elkander als jegens allen.
Verblijdt u te allen tijd. Bidt zonder ophouden. Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u. Blust den Geest niet uit. Veracht de profetieën niet. Beproeft alle dingen; behoudt het goede. Onthoudt u van allen schijn des kwaads.
Filmpje enkele gesprekken met gemeenteleden over het thema bidden
Preek Lied 67: 1 en 3 1 God zij ons gunstig en genadig. 3 De aarde heet de vrucht gegeven, Hij schenke ons ’t gezegend licht die door de hemel werd verwekt, dat overvloedig en gestadig en uit haar schoot ontspruit nieuw leven straalt van zijn heilig aangezicht: waar God zijn hand houdt uitgestrekt. opdat hier op aarde God is ons genegen, elk uw weg aanvaarde onze God geeft zegen, en tot U zich wend’, Hij die alles geeft. zo, dat allerwegen Hij zal zijn geprezen. ieder volk de zegen Hem zal alles vrezen van uw heil erkent. wat op aarde leeft.
collecte en Gebeden
6
Gedicht gelezen door mw. Ineke Bayle
Slotlied: Lied 416 1 Ga met God en Hij zal met je zijn, 3 Ga met God en Hij zal met je zijn: jou nabij op al je wegen in zijn liefde je bewaren, met zijn raad en troost en zegen. in de dood je leven sparen. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn. 2 Ga met God en Hij zal met je zijn: 4 Ga met God en Hij zal met je zijn, bij gevaar, in bange tijden, tot wij weer elkaar ontmoeten, over jou zijn vleugels spreiden. in zijn naam elkaar begroeten. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn.
Zending en zegen
Aan deze dienst werkten mee: Thea Durieux, Ineke Bayle, Jan Bartelse, Wil Bout, Gerda Rustenburg, Joke Lasterie, Jan-Willem Vink, Ben van Zuthem, Fred van Zijll Langhout, Marten Terwal, Willemien den Hollander, Rob Savert, Jan Glazema
7
8