Voorjaar/zomer 2010
De Bossewaardkrant Nieuws en achtergrondinformatie over Abrona boerderij De Bossewaard in Cothen
Heel veel jong volk in de wei
Julian is een van de vele trouwe Ajax-fans
Kijk & Lees Van ’t (woon)erf Jelma aan het woord
3
Mensen & Mutaties Wie ging en wie kwam?
3
Het teeltplan Hoe het groeit en bloeit op ons land
4 en 5
Frans en Voetbal De hobby’s van Julian
6
Onze Herefordossen Deel 2 van ons ossenras
7
Q-koorts perikelen Over besmetting en voorkómen daarvan
8 en 9
Fris & Fruitig Maak zelf vlierbloesemthee
10
Mei voor mij Een gedicht van Leonie
11
Tuffe Tante En verder... verjaardagen en colofon
12
Dorena YuYanShyang (l) en Pilar Duave-Romero (vrijwilligster uit Cothen) houden allebei veel van koken en braden. De oven is een favoriete werkplek. Ze houden er óók van om hun baksels eerst even te proeven. 2
Van ‘t (woon)erf Mijn eerste maanden zitten er alweer op, de tijd gaat snel. Ik begin nu ook redelijk mijn draai te vinden en geniet er ook van. Al snel kreeg ik te maken met een vacature voor EVB’er, doordat Kirsten besloten had, om gezondheidsredenen, terug te gaan naar de functie van medewerker/ begeleidster. Doordat Koos Wildenberg niet meer terugkomt op De Bossewaard, was dit nu ook mogelijk. Per 1 april is Astrid Haans begonnen als EVB’er op De Bossewaard wonen. Barbara van Loenen is half februari verhuisd naar Morgenster op Sterrenberg. Wat we horen heeft ze het er goed naar haar zin. Dat is fijn voor haar. Tot nu hebben we nog geen geschikte kandidaat voor de open plaats, maar we hopen toch snel weer een goede kandidaat te hebben. Het is wel leuk om te merken dat wanneer iemand zich komt oriënteren op De Bossewaard, men direct enthousiast is over de locatie. Maar ja, wat wil je ook. Dit wil echter nog niet zeggen dat De Bossewaard dan ook automatisch een geschikte woon- en werkplek is. Ik heb ook kennisgemaakt met de medezeggenschapsraad en een deel van hun vergadering meegemaakt. Het is goed om te merken dat medezeggenschap serieus wordt opgepakt. Ze hebben mij beloofd om zelf ook nog een stukje te schrijven voor De Bossewaard krant. Op De Bossewaard worden ook diverse activiteiten georganiseerd voor cliënten van de onder meer De Bossewaard, De Loever en de woonvoorziening Langbroek. Dit zijn de creatieve avonden, de disco en het eetcafé. Voor deze activiteiten wordt gebruik gemaakt van de kantine van De Bossewaard. Marianne van Kaam, die de organisatie van deze activiteiten op zich heeft genomen, zal in de volgende Bossewaardkrant wat meer vertellen over deze activiteiten. Verder wens ik u een mooie en warme zomer toe. Jelma Kosters
Mensen & Mutaties Al enige tijd zijn er twee nieuwe vrijwilligers aan het werk op De Bossewaard: Hans Kramer en Leo Winter. Ook de keuken heeft vrijwillige versterking gerkegen, in de persoon van Pilar (zie pagina 2). Barbara is definitief verhuisd naar Sterrenberg en werkt op de zeep- en kaarsen makerij. Astrid Haas is de nieuwe EVB voor wonen. Monique Meijer is op 5 mei bevallen van een kerngezonde dochter. Ze heet Hebe. 3
Het teeltplan
Zo aan het eind van het akkerseizoen begint Gérard met het maken van het teeltplan. Een teeltplan is een werkschema waarin staat geschreven hoe het akkerseizoen zal verlopen. Zo’n plan staat ingedeeld in weken. Op die manier kan de begeleiding zien of al het telen, kweken, oogsten en dergelijke goed verloopt. Als we dat namelijk niet zouden hebben, zou het hele seizoen in de war komen te zitten. Dat is natuurlijk niet wat we willen, want anders zou de winkel niet vol met lekkere en verse etenswaren komen te liggen! We konden dit jaar niet op tijd met het teeltplan beginnen vanwege de schapen. Op het moment dat ze gingen bevallen konden we de stal niet gebruiken en moesten ze in de tunnelkas geplaatst worden. Tijdens het lammeren gingen we natuurlijk wel met de teelt beginnen. Datgene dat we dan deden was het voorzaaien van de peulvruchten. Onder die soort groentes hebben we het over peultjes, doperwten, kapucijners en tuinbonen. Deze zaden plaatsen we dan in bladen waar we dan losse potgrond in stoppen. En na het zaaien strooien we nog wat as over de grond als mest. Hierna verzorgen we de zaden door middel van water geven en ook soms nog wat as er over strooien. Ook doen we op deze zelfde manier, maar dan in potten, kruiden, sierplanten en dergelijke. Goed aan het werk Nadat alle ooien zijn bevallen en de lammetjes al wat zijn gegroeid, dat is nu een week of zes later, staan de peulvruchten op het land en zijn de andere kruiden en planten ook al wat gegroeid. Na dit hele gebeuren is de tunnelkas leeg en kunnen we met het teeltplan goed aan het werk. In de tunnelkas zelf worden waterleidingen geplaatst voor de tomaten- en komkommerplanten die dus m.b.v. die slangen hun water krijgen.wat dan door een pomp vanuit de sloot wordt aangevoerd. Diezelfde pomp wordt dan ook gebruikt voor het water geven aan de gewassen op het land. Als we groentes op het land gaan poten, worden sommigen eerst voorgezaaid. Dan heb ik het over sla, koolsoorten, peulvruchten, courgettes en nog meer groentes waarbij dat moet. Als de groentes dan groot genoeg zijn worden ze op het land geplaatst. Dat doen we natuurlijk niet overal in het rond want je moet het land goed gebruiken. 4
Eerst bemesten en frezen Daarom bemesten we het land van te voren waarna we het frezen. Die mest zorgt ervoor dat de grond vruchtbaarder wordt. En als we frezen spit je als het ware de grond om en zo krijgt de grond wat meer lucht en komt de mest wat in de grond. Nadat dit is gebeurd gaan we bedden maken met behulp van touw. Dat touw spannen we dan in rijen waarlangs we planten in de grond poten. Op die manier komen de groentes niet door elkaar te staan en hebben we een goed overzicht. Als deze gewassen water nodig hebben kunnen we door het aanleggen van slangen aan een pomp het water verplaatsten naar het land. Op het land plaatsen we dan sproeiers die het water dan over het verspreiden. Als we terug gaan naar de kas dan daar de tomaten- en komkommerplanten geplant. Aan deze planten hebben we dan touwen gespannen waarlangs ze naar boven kunnen groeien. Voor de onderhoud van deze groentes moeten ze wat opgesnoeid worden. Dat doen we aan de onderkant, zodat die plant denkt: ‘ Ik moet klimmen en niet klein blijven.’ Zo wordt die plant dus groter en gaat hij naderhand meer vruchten maken. Na verloop van tijd moet er ook geoogst worden. Daarvoor heben we soms wel of geen gereedschappen, zoals snoeischaren en messen. Voor de transport gebruiken we kisten en kratten. Na het oogsten moeten we sommige groentes schoonmaken, want er kan bijvoorbeeld wat klei op zitten. Dat komt vooral voor bij wortels, courgettes en pompoenen. En na de schoonmaak worden al die groentes naar onze eigen winkel gebracht. Kom eens een groente kopen in de winkel en eet smakelijk! Wouter Jaspers
5
Julian en zijn hobby’s
Frans & Voetbal
Hoe lang ben je al fan van Frans Bauer? Julian: Ongeveer 7 jaar lang fan, door oma ben ik fan geworden. Luister je elk dag naar muziek? Julian: Bijna elke dag, alleen maar Nederlandstalig. Zoals BZN, Jan Smit, Jannes, Frans Duyts, Marianne Weber, Rob van Daal. Wie is je favoriete voetbalclub? Julian: Ajax en Brederodes. Kijk je veel sport op tv? Julian: Altijd veel voetbal, en af en toe andere sporten. Heb je nog andere hobby’s? Julian: Schilderen, dat komt van school af en vond ik altijd leuk. Daarnaast computer en Playstation: autosport, hardlopen, Harry Potter, boerderij maken, dierentuin maken. Tekst en foto’s: Wouter Jaspers
6
Onze Herefordossen (2)
In het eerste artikel over onze ossen hebben we gelezen hoe het ras Hereford tot stand kwam en de kenmerken van het ras werden vastgesteld. Er werd een stamboek ingesteld. Een stamboek is een boek (tegenwoordig op de computer) waarin wordt vastgelegd wie de vader en de moeder is van een kalf en wanneer een kalf is geboren. Je krijgt dus de hele familiestambomen van ingeschreven koeien en stieren. Alleen raszuivere dieren kunnen worden ingeschreven. Nadat het stamboek was ingesteld, veranderde er nog wel het een en ander aan het ras. In 1839 woog een kampioenstier nog 1.960 kilo, in 1889 woog zo’n prijsstier nog maar 1.300 kilo en in onze tijd weegt een stier nog maar 800 tot 850 kilo. Het ras is duidelijk wat kleiner geworden van gestalte. Dit komt voor een belangrijk deel omdat er minder op vet en meer op mager vlees werd gefokt. Vanaf 1972 in Nederland Aanvankelijk werd er alleen vleesvee voor de Engelse – lees Londense – markt gefokt, maar halverwege de negentiende eeuw ging men de Herefords ook exporteren, vooral naar Noord-Amerika en Australië. Daar werd het een van de belangrijkste vleesrassen. In de Verenigde Staten ontstond ook een typisch veeslag dat de naam Polled Hereford kreeg, een hoornloos dier. Zo kwam de Hereford in Europa, Latijns Amerika en Afrika terecht. Het werd rond 1900 een erg populair ras, maar in de zestiger jaren van de twintigste eeuw begon de populariteit van de soort af te nemen, door de opkomst van Limousins en Charolais uit Frankrijk. Toen de Hereford al op zijn retour was, en niet meer in de mode, kwam de Hereford naar Nederland. Dat was in 1972. Een paar fokkers waagden zich toen aan het avontuur en er kwamen wat fokkers bij. En in 1992 werd er een Nederlands stamboek opgericht. Ook werd de Dutch Hereford Society opgericht, een club van boeren. Deze had veertien leden die gezamenlijk 150 runderen bezaten, zowel gehoornd als ongehoornd. Van stierkalf naar os Van een van de leden van de Dutch Hereford Society betrekken wij onze stierkalfjes. De stierkalfjes blijven tot op de leeftijd van een half jaar bij hun moeder. Daarna worden ze gecastreerd. Dat gebeurt op een niet zo prettige wijze: met elastiekjes knijpt men de testikels van de stiertjes af, zodat de balzak afsterft en verschrompelt. Soms gaat het daarbij mis. Dat hebben we op de Bossewaard ook een paar keer meegemaakt. Doordat de balzak niet helemaal goed afgeknepen was, kon er nog bloed naar de testikels stromen. Deze gingen ontsteken; de osjes werden ziek en stierven. Eigenlijk is het castreren door middel van elastiekjes niet meer toegestaan. Daar zijn tegenwoordig elegantere methoden voor. Maar ja, die kosten wat meer, zoals de prijs voor de dierenarts. Bij ons op de boerderij worden de osjes in 21 maanden afgemest, zoals dat heet. Ze wegen dan circa 550 kilo, als ze rijp voor de slager zijn.We mesten af met kuilgras, vers weidegras en als bijvoer wat krachtvoer (soja) in de winter. Daarmee is de Hereford een snelle groeier. Als de ossen twee en een half jaar oud zijn, gaan ze naar de slager. Die maakt er allerlei soorten vlees van die wij exclusief op de Bossewaard verkopen. Paul Schröer
7
Q-koorts perikelen
Q-koorts is een aloude veeziekte die bij schapen en vooral geiten voorkomt. Vroeger wist men wel dat er wat aan de hand was, maar men wist niet wat en hoe; vandaar de naam Question-koorts: vraagtekenkoorts. De laatste jaren zijn we veel meer te weten gekomen over deze ziekte. Daardoor is ze erg in de belangstelling komen te staan en wordt ze beter herkend. Door uitbreiding van het aantal geiten en schapen, meer en grotere geiten- en schapenboerderijen, meer hobbyboeren die geiten en schapen houden, meer kinderboerderijen en zorgboerderijen is de Q-koorts ook in ons land een probleem geworden. Lastig te bestrijden De ziekte verspreidt zich voornamelijk door de lucht, door verstuiving van de Q-koorts bacteriën, zodat de ziekte willekeurig toeslaat, hoewel de boeren het grootste risico blijven lopen, omdat ze het dichtst in de buurt van de besmettingsbron leven. Een nietsvermoedend persoon kan in de stad of waar dan ook de ziekte oplopen, zonder dat hij of zij direct in de buurt van de schapen of geiten is geweest. Een ritje over de autosnelweg kan bij wijze van spreken al fataal zijn. Dat maakt het bestrijden erg lastig, want je weet vaak niet waar de bacteriën precies vandaan komen. Dweilen met de kraan open En zoals altijd zeggen de mensen: ‘Overheid, regering, doe er wat aan!’ En wat moet de overheid dan doen? In het wilde weg worden er dan maatregelen getroffen, zoals het ruimen (doden) van geiten en schapen waarbij de ziekte vermoed of vastgesteld wordt. Er wordt een vaccinatie(inentings)-programma opgesteld voor de grote boeren en voor boerderijen met een publieksfunctie, maar gek genoeg niet voor alle (besmette) schapen en geiten, zodat het dweilen met de kraan open blijft. Er zullen nog steeds besmettingen met de Q-koorts blijven vóórkomen, want de bestrijding is niet compleet en houdt bij de grens op. Er blijft nog steeds met de schapen en geiten rondgereden worden (transport). Iedereen kan ermee besmet blijven worden. 8
Verplicht maatregelen nemen De Bossewaard is als zorgboerderij met een publieksfunctie (winkel, camping, dagbesteding e.d.) verplicht maatregelen te nemen tegen de Q-koorts. Dat hebben we dan ook gedaan. Vaccinatie (inenting) is een belangrijk deel van de bestrijding. Alle moederschapen van de Bossewaard zijn vorig jaar twee keer ingeënt tegen de Qkoorts. Dit jaar worden ze één keer ingeënt. De drachtige moederschapen hebben we vanaf vier maanden dracht apart gezet en die laten we aflammeren in de boogkas, waar niemand verder in mag dan de daartoe aangewezen directe verzorgers van de schapen. Dezen moeten aparte kleren (overall) aan, en aparte laarzen en aparte handschoenen dragen. En na afloop van de verzorging goed hun handen wassen. Ze moeten zo min mogelijk in de buurt van de drachtige schapen komen en de lammeren moeten tot veertien dagen na hun geboorte in de boogkas blijven. Daarna mogen de moederschapen met hun lammeren de wei in. De nageboorte (de placenta) van de moederschapen dient verwijderd te worden uit de boogkas en ter destructie aangeboden worden aan een speciaal destructiebedrijf. Dit is praktisch onmogelijk als de moederschapen de placenta opeten of vertrappen. In de praktijk komt daar dus weinig van terecht. De Q-koorts bacterie kan worden verspreid door mest en strooisel en via stof dat wordt geproduceerd in de boogkas. Daarom moeten we daar ook allerlei maatregelen voor nemen, want de meeste besmettingen van de Q-koorts komen van verwaaiing of verstuiving van de bacteriën. Daarom dient men strooisel en mest vochtig te houden, zodat het niet verstuift, als men gaat uitmesten. De besmette mest moet bij het uitrijden afgedekt worden en ook afgedekt worden opgeslagen. Dit voor een periode van 90 dagen. Daarna is de mest ‘veilig’ genoeg om uit te rijden over het land. Als men de mest eerder ter beschikking wil hebben, moet men het met vochtig weer uitrijden en direct onderwerken. Er mag dan ook niet te veel wind staan. Dat betekent dat men de lammetjes dit jaar van een afstand heeft moeten bekijken. Maar al die maatregelen kunnen niet voorkomen dat de Q-koorts langs andere wegen toeslaat. Als we met de ziekte te maken krijgen, hoeft dat niet te betekenen dat hij ook van onze schapen komt. Over onze geiten hoeven we ons geen zorgen te maken: die zijn al oud en worden niet meer drachtig. Paul Schröer
9
Fris & Fruitig
Recept van Didi: Zet een pot vlierbloesemthee. Laat een kwartiertje trekken. Zeef de thee. Voeg honing naar smaak toe. Laat in een fles afkoelen, in de ijskast. Daarna lekker opdrinken met een paar ijsblokjes erin.
10
Mei voor mij
Mei gaat over mij Hoe ik groei, opwas, uitbot En over hoe ik sta – Rechtop, fier, gegrond Mei is hoe ik ben Zacht, onverwacht toch fris En altijd rond het midden van het jaar ben ik er – is zij er, Mei Hoe vogels aan hun nesten komen Mei staat het, veren, gefladder Eerste stapjes in mei En het leek zo gewoon voor mij Kort gezegd is mei wat ik niet ben Maar wel zou willen zijn Hoe ik zou willen staan – Rechtop, fier, gegrond Zoveel mei in mij als een kwart eeuw En nog steeds niet mij Het weer in mei is hoe ik mij ben Onstuimig, maar met verrassend Zachte dagen Leonie 11
Tuffe tante Verjaardagen Mei 10 Monique Meijer 16 Ric Pieters 29 Kirsten Burger Juni 3 Jeroen Hiep 16 Jerry Wagensveld Juli 12 Emanuel van Slooten 17 Lex Zeilmaker 24 Chantana v.d. Wal
Colofon De Bossewaardkrant Deze editie werd gemaakt door: Wouter Jaspers Paul Schröer Erik Timmer (vrijw.) Ric Pieters
Deze geit werd even apart aan de pin gezet, omdat ze mededieren wat ál te graag op de horens nam...
Abrona Boerderij De Bossewaard Ossenwaard 9 • 3945 PG Cothen T (0343) 56 12 47 • E
[email protected] • I www.bossewaard.nl 12