DAGELIJKS LEVEN Welk een gevoel van volkomen tevredenheid en vreugde. Dot zou de komende dinsdag arriveren. Zij zou de nieuwe vriend van Sal kunnen ontmoeten, met wit haar, een sikje, en prachtige bruine ogen. Alle franjes die een man aantrekkelijk maken. Hij was geen golfspeler; je zou hem een verknochte wandelaar kunnen noemen. Sal had er vaak moeite mee om hem bij te houden. Soms bleef hij even staan om te luisteren naar een kwakende kikker of om het verleden van een omvangrijke boom na te gaan. Prijs de Heer, zou Sal dan bij zichzelf zeggen. Prijs de almachtige; nu kan ik even op adem komen en kijken of mijn voeten nog steeds hun gebruikelijke afmeting hebben. Een pepermuntje in mijn mond stoppen en luisteren naar het wonderbaarlijke geruis dat wordt voortgebracht door de verrukkelijke oude eikeboom. Het deed haar denken aan een beekje met stromend water. Het deed haar denken aan water dat in een theepot wordt gegoten. Sal was altijd de meest veeleisende van de twee. Ze wist altijd de kortste weg naar huis, en waarom ook niet? Na het wonderbaarlijke geruis uit het verleden en de denkbeeldige beekjes, wat was er, of is er eigenlijk, tot op heden, fijner dan een goed ouderwets kopje Engelse thee? Sal had dat altijd in huis. Een speciale Engelse theepot met roze bloemetjes, en geen weerzinwekkende theezakjes. De pot moest altijd worden opgewarmd. Nauwkeurig de tijd afmeten voor het trekken, en porseleinen kopjes, die nooit in de afwasmachine gingen, waren van het grootste belang, evenals heerlijke volle romige melk. Niets van die
1
zogenaamde afgeroomde troep. Bovendien moest ze haar favoriete choco biscuitjes hebben om het haar omgeving naar de zin te maken. “Zullen we linksaf gaan lieveling, of zullen we doorgaan tot de volgende eik? Ik heb een beetje trek gekregen en jij zult vast wel een opkikkertje kunnen gebruiken inmiddels. Het zou misschien geen gek idee zijn als we morgen enkele flesjes water in onze tassen stoppen; we drinken geen van beiden voldoende; we zouden meer aan onze nieren moeten denken. Wil je prikwater of het heilige gemeentepils? Bij nader inzien zou ik het heilige maar nemen. Van prik krijg je de hik en op jouw leeftijd zou dat buitengewoon gevaarlijk kunnen zijn! Je zult het enig vinden Dot te ontmoeten. Dot is mijn jeugdvriendin, de enige vrouw in de wereld die al mijn geheimen en uitspattingen kent. Ik weet zeker dat ze hals over kop verliefd op je zal worden. Ze heeft iets met grote bruine ogen en atleten. Jullie tweeën zullen vast en zeker bij het krieken van de dag opstaan en op pad gaan. Kaart en verrekijker mee, samen met de nodige technische apparaatjes, die de natuur op een koude, vochtige dag zullen doen lijken op een paradijs.” Mister Darling, zoals zijn wederhelft hem vaak noemde, was verheugd met de liefde en aandacht waarmee Sal hem overlaadde. Nee, hij bestuurde haar auto niet; zijn rij-ervaring reikte niet verder dan opletten dat er geen auto aankwam wanneer hij de straat overstak. Hij blonk uit door de zitting naast de hare te bezetten. Zijn trouwe en liefhebbende Sal was een goede chaufeur. Hij vond het genoeglijk en veilig naast haar. Het enige wat hij had te doen was zich ontspannen en kijken naar de wereld die voorbijgleed. De eikebomen, als altijd zijn favorieten, trokken het eerste zijn aandacht. Wie weet? Hij zou er een nodig kunnen hebben op weg terug naar huis!
2
Sal's kleine, voornaamste vriend – de liefde van haar leven – was een schattig hondje – een Cavalier King Charles Spaniel. Het meest verrukkelijke levende schepsel ooit voortgebracht. Mogen we opperen dat u voor één plechtig ogenblik uw ogen sluit alvorens te worden bekendgemaakt met zijn naam? Het is zo spectaculair, zo romantisch dat alleen een hondje met karakter het mogelijk zou kunnen uithouden twintig tot dertig keer per dag Vivaldi te worden genoemd. De slimme Alecs zou vragen of hij kon zingen. Zingen? zou Sal herhalen, zingen? Natuurlijk kan Vivaldi zingen. Hij knort wel acht uur achtereen. Een echte bariton hoeft niet begeleid te worden. Nog een jaartje of twee en we hebben hem in The Carnegie Hall. Tot op de huidige dag is niemand er ooit achter gekomen of Sal hen op de hak nam. Niemand betwijfelde haar beoordeling van het muzikale talent van de kleine schattebout. Misschien wist niemand waar Carnegie Hall was? Eén aspect is duidelijk. Vivaldi had de schijnwerpers voor zich opgeëist; hij was zo intens gelukkig met zijn eigen hondehokje, klerenkast, zijn eigen privézuster Rosemary, en zijn eigen speeltjes. Maar, hij werd soms met wanhoop vervuld door het geluid, afkomstig van die armzalige, afschuwelijke speelgoedbotten, die werkelijk een beetje te burgerlijk waren voor een heer van zijn stand. Dat lelijk ogende kameraadje aan het eind van de straat, die zijn dagelijkse plasje voor ons huis doet, die zou er wel plezier in hebben naar zulke circusdeuntjes te moeten luisteren. Die afgrijselijke botjes zouden in zijn nest moeten zijn en niet in de verfijnde omgeving die werd genoten door H.R.H Vivaldi!
3
Hij, Vivaldi, gaf de voorkeur aan de klassieke tonen. Hij wist niet hoe, of wanneer, maar misschien zou zijn Sal die gewone burger kunnen vragen mee te doen met hun namiddag thee. Vivaldi genoot van zijn namiddagthee met melk en suiker. Van biscuitjes kon natuurlijk geen sprake zijn. Hij moest aan zijn lijn denken. Hij was zich terdege bewust van zijn sexuele aantrekkelijkheid, maar waarom Sal om de achtenveertig uur die ellendige vlooienkam gebruikte was een volkomen raadsel? Hij had geen vlooien! Muzikale honden trekken dergelijk ongedierte niet aan, hield hij zichzelf voor, en vlooien zijn alleen voor zulke lieden als die gewone burger, die schurk, aan het eind van de straat. George, dat is het, gromde Vivaldi tegen zichzelf terwijl hij de omgeving bekeek vanuit zijn persoonlijke zitje in de auto. De naam van de gewone burger moet George zijn. Mijn muzikale signalen zullen, vast en zeker, zijn eenvoudige geest bereiken. Zijn oude heer is niet slecht maar die kon wel een nieuwe broek gebruiken. De vrouw des huizes is uitermate elegant. Ik veronderstel, besloot Vivaldi, dat ik medelijden zou moeten hebben met George. Hij kan het niet helpen dat hij zo geboren is. Dergelijke dingen gebeuren spontaan. De volgende keer dat ik de bastaard hoor pissen voor ons huis zal ik een manier vinden om mijzelf aan hem voor te stellen. Sal laat me altijd zitten op de vensterbank van het keukenraam. Ik zal tweemaal blaffen, één hoge en één lage toon, en dan zien we wel verder. Ik moet gewoon, verkondigde Vivi tegen zich zelf, een manier vinden om van die gruwelijke goedkope toverbotjes af te komen. In het uiterste geval zou ik ze altijd nog kunnen begraven; ze een feestelijke bottenbegrafenis bezorgen. De auto was gestopt. Vivaldi was moe van al dat denken. Hij had het nodig even zijn oogjes te sluiten. Hij was gelukkig. Hij was tevreden
4
met zichzelf. Hij had de vastbeslotenheid om te organiseren al overgenomen van zijn Sally en onder geen beding zou George doorgaan met zijn plasje doen voor hun huis. George moest gewoon een doel hebben in het leven en Vivaldi was er zeker van precies de juiste bezigheid te hebben geschapen. Iets dat helemaal in het straatje van George paste.
Vivi in zijn hangmat
5
Vivaldi verdwijnt, in zichzelf gniffelend, naar zijn gezellige kleine boudoir, neemt alle tijd in de wereld om zichzelf uitgestrekt in zijn hangmat te installeren, wiegt zichzelf zachtjes in slaap, zonder snurken, zonder grommen, gewoon bescheiden en goedaardige vrede in zijn eigen fleurige wereldje. De wereld waar wij mensen nooit mogen binnengaan, een wereld vol van aanhankelijkheid en liefde. Een wereld die zo vaak wordt verwoest door de hebzucht en gulzigheid van de mensen om hen heen. Getweeën wachtten zij geduldig op het vliegveld. Vivaldi, die zoals gewoonlijk aller aandacht trok en Sal, die haar best deed om te aanvaarden dat zij het onderspit moest delven; en daar was zij dan, de ster uit Sally’s eerste boek, het vrouwtje dat de harten stal van de lezers vanwege haar oplettendheid en natuurlijke oordeel. Ach, die goeie Dot, kijkend alsof ze de juiste gemoedstoestand had om elke excentriciteit van haar dierbare vriendin aan te kunnen. Het was haar bedoeling om vier weken te blijven. Sal hield altijd iets achter de hand, en zo te zien aan haar manier van staan samen met Vivaldi, die pronkte met zijn verworven kunst van een echte galante heer, wist onze Engelse bezoekster, zonder verdere aarzeling, dat haar komende vakantie precies zou uitpakken zoals verwacht. Cadeautjes uitgepakt, Vivaldi een nieuwe bal, Sal haar favoriete zoetigheid, Bassett’s Liquorice Allsorts, Tate & Lyles Syrup en de enige echte grote pot Marmite. Allemaal producten waar niets mee mis kon gaan, vooral de marmite. Vivaldi kon zijn dag niet beginnen zonder zijn marmite soldaatjes. Misschien was het de marmite die invloed had op Vivaldi’s verbeelding en hem zo de vreugdevolle gedachte gaf dat hij het hele hondenwereldje in zijn bek en onder zijn bereik had; dat gaf hem tijd
6
om te spelen, tijd om te dagdromen en vooral de tijd om, met al zijn charme, de toekijkende menigte om hem heen te manipuleren. HET BEGIN VAN EEN NIEUWE VRIENDSCHAP George had vanachter hun tuinschutting Vivaldi al in de gaten gekregen. De bekoorlijkheid van de bontjas van zijn kleine buurman intrigeerde hem. Zijn fraaie witte staart altijd zo mooi geborsteld. Hij had een houding van arrogantie over zich. Hij gaf de indruk dat, als iemand zijn best probeerde te doen, hij, Vivaldi, genegen zou kunnen zijn je te woord te staan. Het waren zonder twijfel zijn verrukkelijke bruinfluwelen ogen die het spelletje verrieden. Het baasje George wist dat zulke fluwelen ogen niet alleen sexy waren, maar achter hun waas van vreugde en droefheid ging een boekje vol persoonlijke geschiedenis schuil. Het was daarom onvermijdelijk dat beide hondjes elkaar zouden vinden. George werd geïntrigeerd door Vivaldi en visa-versa. Vivaldi, hooghartig op zijn qui-vive en good old George, nederig en vriendelijk. Het perfecte stel voor een ideale vriendschap. Hondjes zijn gewoonlijk nauwgezet op tijd voor wat betreft hun sanitaire wandelingen. Ze hebben de gewoonte altijd dezelfde route te willen nemen. De hondjes noemen het bloemlezen; elke dag valt er ofwel een volgende bladzijde te lezen, of bladzij nummer één van een nieuw avontuur. George nam altijd de route langs Vivaldi’s verblijfplaats, en verder naar het minibos waar zijn grootste genoegen bestond uit het verzamelen van vogelveren, daaraan te zuigen en ze dan achter te laten voor de volgende nieuwslezer. Vivaldi gaf de voorkeur aan heggen en paden langs de drukke wegen. Hij schiep er genoegen in te kijken naar de chauffeurs die langzamer gingen rijden om even naar
7
hem te kijken. Met opgeheven hoofd, mooi pronkend, placht die verrukkelijke kleine cavalier opzettelijk de aandacht te trekken van de liefhebbende zielen om hem heen. Hij had een neus voor aandacht. Hij genoot van applaus. Alleen het beste, daar hield hij van. Vivaldi hoefde niet te blaffen, te zingen of te grommen om de aandacht van George te trekken. Beiden trippelden terug naar huis nadat ze hun schoonheidswandelingetje hadden voltooid, toen Vivaldi, de kleine valsaard, volkomen per ongeluk stuitte op George. Per óngeluk? M’n zolen! Meneer de Charmeur wist precies wat hij deed. Ze fluisterden hallo tegen elkaar, sprongen op om elkaar een klopje op de schouder te geven en ze besloten allebei dat de eerste intieme ontmoeting was volbracht. George, die zo overmand was door de after shave van Vivaldi en zo ondersteboven dat Vivaldi daadwerkelijk tegen hem had gesproken, plus het schouderklopje, dat hij, arme kerel, de rest van de dag niet in staat was te eten. George was in feite een straathond. Helaas niet altijd aan de lijn. maar zijn woonlokatie was wel op de juiste plaats voor een hond, om zijn weg te vinden naar de voordeur van Vivaldi’s huis. Hij had al lang besloten dat elk toekomstig plasje gepleegd voor de deur van Sally desastreus zou zijn voor wat voor hem de beste hondjesrelatie zou worden ooit. Vivaldi hoefde alleen maar zijn ogen te sluiten en te snuiven om te ontdekken wanneer vriend George de geboende voordeurdrempel bedierf met zijn modderige oude voeten
en
tegelijkertijd
een
gehuil
liet
horen
van
pure
hondeneenzaamheid en honger. De tijd was rijp voor kwaliteitsverbetering. George wilde een klein aandeel hebben in datgene waarover zijn nieuwe vriend kwebbelde. Hij wilde de aandacht van Rosemary. Het speciale zitje in de auto, het heerlijke Franse eten. Geen aardappels met jus meer, of sneetjes bruin
8
brood en worstjes. Al die dingen die hem windjes deden laten en stinkende hoopjes deden produceren! Hij hoorde Vivaldi nooit ongepaste geluiden maken. In de toekomst wilde hij er net zo netjes uitzien als zijn kleine buurman. Hij was er zeker van dat Mevrouw Sally nooit nee tegen hem zou zeggen. Nee kwam niet voor in haar vocabulaire. Vivaldi werd immers ook met de grootst mogelijke zorg omringd. Hij was ervan overtuigd dat, als hij zijn plasjes en hoopjes maar in de gaten hield en fluisterde om hulp wanneer hij zich niet veilig voelde, hij, de kleine Georgie, dezelfde erkenning en het respect van de omgeving zou krijgen als Vivaldi. Rosemary had snel in de gaten dat de beide eigenaars van George nooit thuis waren overdag. “Zie nooit iemand,” vermeldde Rosemary terwijl ze Vivaldi zijn dagelijkse borstelbeurt gaf, “geen sterveling te bekennen, arme peuter. Geen wonder dat hij altijd blaft en tegen de vensterruit krabt wanneer hij mij langs het huis ziet lopen. Nou, hij zal nu tenminste wel zijn eten op tijd krijgen, en echt Sal, ik heb er geen bezwaar tegen om hem uit te laten, samen met zijne koninklijke hoogheid. Het is gezelschap voor Vivi en het zal Vivi een paar toontjes lager laten zingen. O, en Sal, voordat jouw hersenen op hol slaan, het antwoord is nee! Geen fiets met een bakje voorop, net groot genoeg voor twee honden, één picknickmandje, drie flesjes water en één honden mobieltje, en niet te vergeten de paraplu’s om te voorkomen dat de regen de kleine lievelingen plaagt terwijl ze slapen. Sorry Sal, dat gaat me te ver.” “Ik zal het regelen met de jonge buren,” zei Sally. “Ik zal ze zeggen dat George overdag bij ons kan komen. Maar niet hier slapen. Als we niet oppassen zullen we nog hondenbelasting voor twee in plaats van voor één moeten betalen.
9
Jonge mensen zijn zo gemakzuchtig tegenwoordig. Hoe kunnen mensen met enig respect voor zichzelf honden alleen laten, dag in dag uit? Waarom zo egoïstisch zijn en eerst en vooral zo’n gedachtegang hebben? Als ze meer aandacht schonken aan wat ze doen, van tevoren iets over het onderwerp lazen, zouden de fokkers niet meer de ruimte en de vrijheid hebben van vandaag de dag om dieren te behandelen alsof het om een paksnoepjes gaat. Het enige verschil is dat snoepjes worden gefabriceerd onder de warenwet en hondjes afhankelijk zijn van de oncontroleerbare conditie van de kennels.” “Sal, hou toch op.” zei Rosemary, “jij en ik kunnen er niets tegen doen. De mensen doen het zelf. Hun emoties hebben de overhand. Ze willen gewoon het dier, ongeacht wat voor toestanden ze ermee krijgen. Als iedereen zou ophouden huisdieren te kopen totdat de kennels werden onderworpen aan een jaarlijkse inspectie, zoals een restaurant of een auto, dan zou zoveel verdriet aan zowel de eigenaars als de huisdieren kunnen worden bespaard. MUZIKALE BOTJES “Kijk eens naar ze, Sal,” zei Rosemary, “je moet toch toegeven dat ze een plaatje zijn voor vermoeide ogen. Vooruit, maak een foto van ze. Het enige wat George nou nodig heeft is een pijp in zijn mond, en Vivaldi een glas champie.” De twee vriendjes lagen op hun favoriete ontmoetingsplek, onder de apenboom; ze wisten allebei dat niemand ervan hield in de buurt van de apenboom te komen. Je zou je kunnen verwonden aan zijn takken. Ze konden kwebbelen; de hondjesversie spelen van ‘zwart-wit’ met de steentjes onder de boom; de toekomst voorspellen en laten we niet hun lievelingsverhaal vergeten – de kookkunst van gisteren. George was, zonder enige twijfel, de ster op het
10
gebied van verhaaltjes vertellen, waarin hij steevast de held speelde. Hoe vaak had hij al niet zijn tanden laten zien aan een bulldog die op het punt stond een of ander schepsel aan te vallen. Hoe vaak had hij al kleine hondjes gered van verdrinken? “Ik ben de tel kwijtgeraakt, Vivaldi. De vele malen dat ik dwalende honden heb geholpen hun weg terug naar huis te vinden; en als ze helemaal in de put zitten verhef ik mijn stem in gezang. Het is werkelijk een wonderbaarlijke gebeurtenis, Vivaldi; zou je willen dat ik je leer zingen? Ik weet dat je muzikale bottekluifjes hebt”, vervolgde George; ” niets weerhoudt ons ervan een paar hondenwoorden toe te voegen aan die belklanken. Niet die halfgare nonsens die volwassenen gebruiken als ze tegen ons praten, zoals – kom eens hier kleintje – stop – waar is Mammies’ baasje – ga zitten – pootje geven – lekker snoepje – lief baasje – brave jongen – wie is mijn jongen vandaag – daarentegen zouden wij bijvoorbeeld die nonsens kunnen gebruiken die zij achter onze rug herhalen, de melige leuterpraat waarvan ze denken dat wij die niet horen.” George begon zich een beetje beschaamd te voelen. Zijn luitjes waren goed voor hem en hier zat hij erg ondankbaar te zijn voor hun goede bedoelingen. Echter, intussen was zijn kleine bondgenoot in misdaad en hartstocht klaarwakker. “Ga door,” zei Vivaldi, “dat klinkt geweldig. Jij brengt de rommel op gang en ik help waar ik kan.” “Nou,” zei George, “wat dacht je van – is ze niet schattig – heeft onze kleine baas zijn hoopje al gedaan vandaag? Hij heeft tweemaal geplast toen we aan het wandelen waren – hij at niet zo goed vandaag – hij slaapt teveel en hij snurkt te hard – o, is hij niet lief – heb je gezien hoe hij in de auto springt? – heb je gezien hoe hij eruit springt? – hij weet het gewoon wanneer we naar de dierenarts gaan, niets is hem vreemd – hij vindt de receptioniste niet aardig. Hij weet wanneer Pappie naar huis komt. Hij
11
is verschrikkelijk slim, weet je; wij weten nog niet waar hij dat vandaan heeft. Vivaldi, realiseer jij je wel dat ze dag en nacht doorgaan, het is een niet aflatende vloed van geouwehoer, waardoor je je gaat afvragen, zijn wij gek of zijn zij dat? Waarom kunnen die mafkezen niet zingen: oh what a beautiful morning, oh what a wonderful day, I’ve got a wonderful feeling, my doggy is happy today”. Er was geen applaus. Alleen dodelijke stilte, gedurende minstens drie minuten. “Goeie genade George, ik had geen idee dat je dat kon, totaal geen idee” zei Vivaldi, terwijl hij zijn achterwerk dichter naar zijn makker schoof, een beweging die hij zich nu kon veroorloven, voornamelijk omdat Sal elke dag een greenie gaf aan George. Zijn adem rook tenminste niet meer naar een riool; hij kwijlde niet meer als hij meer dan tien woorden sprak en het af en toe een scheet laten was verminderd dankzij Rosemary’s realistische etenshapjes. In werkelijkheid wilde de arme Vivaldi dat George die ellendige muzikale botten mee naar huis nam; dat was het doel van de eerste stap op weg naar hun vriendschap. De muziek was afgrijselijk, verre van Vivaldi’s klasse en vriend Georgie was precies de juiste vriendelijke hond om de rechtmatige eigenaar te worden van die tweedehands muziekjes. “Laten we het op de agenda zetten voor volgende week George, ijs en weder dienende natuurlijk. Uitstekende bijeenkomst deze week, uitstekend. Ik zal zien of ik die twee oude kussens van de zolder kan bemachtigen; deze granieten stenen zijn een beetje te hard om er langer dan een uur op te zitten; en wat het idee over de muzikale botten betreft, dat zal elke avond mijn onverdeelde aandacht hebben.” De twee kameraadjes liepen naar de voortuin, ieder kijkend als de onschuld zelve, ieder bezig met het componeren van een toekomstig duet in hun
12
hersentjes. George om het vast te houden en Vivi om als afscheidslied te gebruiken. George om te ontvangen en Vivi om te geven, beiden volgaarne en met volslagen tevredenheid. Onze kleine helden waren er inmiddels volkomen van overtuigd dat ze verheven waren boven de wandelende menselijke robots om hen heen. Allemaal behalve één naaste vriendin. Zij had iets notoirs over zich, een houding die je aan het beven kon brengen. “Zorg dat je nooit in een slecht blaadje komt bij haar, Georgie, ik heb mijn lieve Sal nooit boos gezien maar onder ons gezegd en gezwegen denk ik dat geen van ons die ervaring zou overleven.” George was er o zo zeker van dat zijn Mevrouw Sally nooit nee zei tegen Vivaldi, en Vivaldi verloor op zijn beurt Sally nooit uit het oog. Er was een magische band tussen die twee. Het was bijna surreëel. Buitengewoon merkwaardig, maar interessant, hield George zichzelf voor. Wees verstandig, bleef hij zichzelf voorhouden, doe geen moeite jouw energie aan dat onderwerp te verspillen; het lost zich allemaal op, zoniet op de bijeenkomst van komende week dan op de volgende. Apenbomen zijn uitstekend om ideeën door onze hersenen te jagen, en als de apenboom niet helpt kan ik altijd nog een paar wenken geven in de goede richting, op de juiste plaats, zoals tijdens onze wandelingetjes in het bos. Of autoritjes met de familie in de buurt. Geduld is een schone zaak. Op een dag, zo beloofde George zichzelf, zal ik erachter komen waar ‘m het geheim in zit. Het is nooit wat je denkt dat het is. PRIMROSE Een nieuw speeltje voor Vivaldi betekende een nieuwe bedreiging voor George. Wat een leven! Hoe kon zo’n wereld van hondendromen zijn deuren openen voor een arme kleine lieverd als George? Het was
13
ongerijmd. Luie prinsen gaan niet om met hard werkende landarbeiders. Postbodes zijn te allen tijde uitgesloten van bals in het paleis. Niettegenstaande dat en ongeacht haar status had Primrose Lovelace, die tegenover George woonde in een typisch Charles Dickens bungalowtje, kans gezien het wereldje van Vivaldi binnen te komen. Primrose Lovelace kon niet zingen, maar in alle eerlijkheid moest worden gezegd dat ze noten kon lezen. Ze kon beslist niet zwart & wit spelen.
Primrose’s
grootste
pluspunt
was
haar
goddelijke,
wonderbaarlijke figuur. Ze kwam uit een Poedelgeslacht en zoals alle Poedels had ze een air van onderscheid verworven. Haar gevoel van stijl was de perfectie zelf. Nagels waren altijd keurig verzorgd. Ogen altijd glanzend. Haar zachte blafje was de meest verrukkelijke klokkenklank die Vivaldi ooit had gehoord. Primrose was zonder enige twijfel Vivaldi's eerste liefde. Hij kon niet eten. Hij kon niet drinken. Berichten van George’s mobieltje werden genegeerd. Wanneer was haar verjaardag? Kerstmis – wat zou ze lekker vinden? Zou Sal haar het gevoel geven welkom te zijn? Zouden de twee dames bereid zijn Vivaldi's aandacht te delen? Vivaldi besloot de gevolgen van dag tot dag te aanvaarden. Zijn engelachtige Primrose moest eerst haar weg naar de apenboom vinden. Luisteren naar al die drieste verhalen van George. Beleefd zijn tegen Sally. Geen plasjes doen in de tuin. Geen gekauw van bladeren van de exotische planten. Niet tegen Sal opspringen met vuile modderpoten en, wie weet, kon zijn lieve Primrose worden geaccepteerd in de o zo gezellige en warme omgeving. Vivaldi was zo verliefd, dat hij het verleden begon te vergeten. De afschuwelijke geheimen, die hij voor zich hield. Zijn vriend George 14
moest blijven denken dat hij een Cavalier was, afkomstig van koninklijken bloede en niet een reddingshondje wiens start in het leven de klauwen van de dierenwereld zou doen krullen van woede. Zou het als een verrassing komen? Nooit. De dierenwereld bevat zoveel geheimen; verrassingen behoren tot het verleden. Twee mannen in de familie, twee vrouwen om ze te verwennen! Vivaldi en George waren in de hemel op aarde. Er kon niets mis gaan. Het verleden was het verleden. De toekomst was de hunne om van te genieten. Primrose’s ouders waren beste mensen. Primrose werd altijd getrimd in een schoonheidssalon. Ze rook naar een geur van snoepgoed en ze kon er vaak op worden betrapt een roze fluwelen strik te dragen om haar staart. Je zou haar kunnen omschrijven als een buitengewoon modieuze jongedame. Er was echter een klein probleempje in de huiselijke waardigheid. George probeerde de dames te versieren en ongeacht de hevigheid van de liefde die Vivaldi voelde voor Primrose, voelde de Cavalier zich nooit op z’n gemak wanneer ze gezamenlijk het huis verlieten om terug te dwalen naar elkaars tehuizen. Het gebeurde maar al te vaak dat hij z’n hondenmobieltje wilde gebruiken, om na te gaan waar zijn vriendin uithing, een malle vraag stellen, kon niet schelen wat, als hij maar zijn verlangen kon bevredigen om voorgoed bij zichzelf vast te stellen dat zijn Primrose voor hem was, maar dan ook alleen voor hem. De wekelijkse vergaderingen werden verplaatst naar de bibliotheek. Het was herfst; de bomen lieten overal hun bladeren vallen. Er waren geen vlinders meer om na te jagen. Het grootste deel van de vogels had de tuin verlaten en de apenboom had al zijn vermogen verloren hen beschutting te geven tegen regen en wind. Rosemary zorgde altijd dat de
haard
voortdurend
bleef
branden.
15
Voldoende
water,
en
hondenkaakjes waren er in overvloed. Extra vriendjes werden uitgenodigd indien, natuurlijk, de agendapunten niet van geheime aard waren. Alle makkers wisten dat, zodra de klok sloeg, Rosemary zou binnenvallen en drie of meer hondjes zouden worden blootgesteld aan de dagelijkse weersomstandigheden om, zoals Rosemary dat noemde, ‘hun karweitjes’ te doen. Waren de ‘karweitjes’ voltooid dan kon de vergadering worden vervolgd. Deze speciale week voelde Primrose zich niet lekker. Ze had teveel kaakjes gegeten, had teveel televisie gekeken; in feite had ze van alles teveel gedaan. Haar zetel op de wekelijkse bijeenkomst was deze keer vacant, hetgeen betekende dat George en Vivaldi, zoals in het verleden, alle vrijheid hadden om mannenkwesties te bespreken. De smaak van kluifjes. De nieuwe dierenarts. Hondenreclame op hun eigen kleine TV. Hun mobiele telefoons die hen altijd veel te vroeg wakker maakten ‘s morgens en, lest best, de nieuwe jongedames in de stad. Vivaldi vond er nooit één van hen aantrekkelijk. De kleine Vivaldi had alleen ogen voor zijn Primrose. Zij was elegant. Zij had stijl. Of ze in haar omgang met Vivaldi werkelijk trouw was staat te bezien. Ontrouw, uitgezonderd vriend Georgie, kwam echter nooit op in de gedachte van het manneke. Hij, de kleine Cavalier beminde haar met al zijn kracht en al zijn vermogen. Primrose was nooit uit zijn gedachten. Hij deed zijn best een nieuwe kraag voor haar op de kop te tikken voor Kerstmis. Rood moest die zijn, rood, versierd met fonkelende rode of witte kristallen stenen over de volle lengte. Iets uiterst spectaculairs. Alleen het allerbeste zou goed genoeg zijn voor zijn Primrose. Hij was er zeker van dat Sal foto’s zou maken van hen alle drie, deze Kerstmis en Primrose hoefde dit jaar alleen maar te stralen als de toverfee aan hun mooie Kerstboom. “Word je niet jarig binnenkort, Vivaldi?” vroeg George. “Als we een
16
groot of een klein intiem jachtpartijtje houden, konden we misschien een paar wilde eenden vinden bij het meer van Blake.” George begon te gniffelen. “Je hebt er geen idée van wat er zoal gebeurt bij de boerderij van de oude Blake, geloof me, het zou zelfs een boer doen blozen, denk er eens over Vivi. Een ondeugend avondje eenmaal per jaar kan geen kwaad; beschouw het als een extra dosis vitaminen. Je moet af en toe een beetje stoom afblazen.”
17