N°6 juni 2011 http://www.istockphoto.com/AntClausen
zoektocht naar de perfecte baan | externe stage china | razende bits | van onderzoek naar organisatie | fysisch falen - rampenfilms 1 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 1
1-6-2011 13:09:19
Become part of a learning adventure
SHAPING leading-edge technology
THALES NEDERLAND Toonaangevend in de sectoren Defence en Security. Met ca. 2.000 gedreven medewerkers de topaanbieder van hightechbanen. Onze primaire focus is het innoveren van onze producten en het ontwikkelen van nieuwe technologieën. Spraakmakende voorbeelden hiervan zijn radar-, communicatie- en command & controlsystemen voor marineschepen en communicatie-, beveiligings- en betaalsystemen voor het bedrijfsleven. Naast onze betrokkenheid in het OV-chipkaartprogramma zijn wij bekend door onze uiterst betrouwbare dataswitches. Qua omvang van onze R&D investeringen staan wij in Nederland op de negende plaats. Thales Nederland, met vestigingen in Hengelo, Huizen, Houten, Eindhoven, Delft en Enschede, is onderdeel van de internationale Thales Group.
OUR CAREER FEATURES
By courtesy of Royal Schelde Group
5 000 METER TRACK 150 000 KOFFERS PER DAG 1 BAS BIJKERK
HIGHTECH Je werkt aan unieke en zeer complexe producten. MULTIDISCIPLINAIR Je werkt als specialist in gevarieerde, multidisciplinaire teams. INTERNATIONAAL Je werkt voor opdrachtgevers over de hele wereld door systemen te ontwikkelen, te verkopen, te installeren, te testen en te onderhouden. DYNAMISCH Je werkt in de dynamiek van de multinational Thales. Onze vestigingen vind je overal ter wereld. Je internationale doorgroeikansen dus ook. UITDAGEND “Als Software Engineer bij Thales in binnen- en buitenland Jewerken werkt aan persoonlijke ontwikkeling in een omgeving aanjeuiteenlopende projecten op softwareen harddieware je constant uitdaagt. gebied. In multidisciplinaire teams ontwikkel je
applicaties radar-, ADVENTURE communicatieEMBARK ONvoor A THALES INen command & controlsystemen voor marineschepen. Uiterst geavanceerde THE NETHERLANDS producten waarvan bij je deafgeronde allernieuwste technieken toepast.” Ben jij in het bezit een opleiding Informatica, Erik Schepers, Software Natuurkunde Engineer. of vergelijkbaar dan Elektrotechniek, Technische kan jouw loopbaan zich in verschillende richtingen ontwikkelen. Meer weten over naar eenuiteindelijk functieArchitect, binnen Project Software Bijvoorbeeld van Engineer Engineering bij Thales? Manager of Lijn Management.
Tactical Display Area (TDA) Onderdeel van de user interface. Geeft een grafische weergave Worldwide: with 68.000 (in 2D of 3D) van de omgeving. Toont met iconen schepen, employees, a waar presence in vliegtuigen, onderzeeërs et 50 countries, Thales is a cetera zich bevinden.
Inderdaad, het zijn imposante systemen die Vanderlande Industries realiseert. Material handling systemen voor tal van nationale en internationale distributiecentra, luchthavens en sorteercentra. De ene keer betrekkelijk compact en overzichtelijk. De andere keer zeer uitgebreid, behorend tot ‘s werelds grootste installaties. Complex en opgebouwd uit de meest innovatieve en creatieve oplossingen op het gebied van elektronica, mechanica en besturingstechnologie.
global leader in aerospace, defence and security.
Mail dan naar
[email protected] of kijk op www.thalesgroup.com/netherlands. Daar tref je tevens meer dan 100 stage- en afstudeeropdrachten. Direct solliciteren kan ook door je brief en cv te zenden Apply away naarstraight Thales Nederland t.a.v. Recruitment, Postbus 42, Thales komt in contact met jou@om samen jouw mogelijk7550 GD graag Hengelo of e-mail: jobs nl.thalesgroup.com
Unieke systemen, die altijd weer anders zijn. Gerealiseerd door bijzondere mensen. Bas Bijkerk bijvoorbeeld. Een van onze collega’s die niet uitgesproken raakt over de projecten waarbij hij van begin tot einde betrokken is. Internationale miljoenenprojecten, waar hij in multidisciplinair teamverband aan werkt. En waar hij trots op is! Net als zijn 2 000 collega’s op onze verschillende kantoren in de wereld.
De boeiendste technische en logistieke uitdagingen. Een creatieve omgeving met gedreven collega’s die van aanpakken weten. De afwisseling van projectenwerk. Met internationale carrièremogelijkheden. Unieke systemen. Bijzondere mensen. Je vindt het bij Vanderlande Industries. Kijk op www.vanderlande.com. WWW.VANDERLANDE.COM
heden te bekijken en je carrièrepad uit te stippelen. Ook bieden wij studenten met een technische achtergrond meer dan 100 uitdagende stage- en afstudeeropdrachten. Vraag onze gids aan of bezoek onze website. Je kunt daar ook solliciteren. UNIEKE SYSTEMEN, BIJZONDERE MENSEN
www.thalesgroup.com/netherlands N! 6 1-6 drukker.indd 2-3
24957.1-THALES-011-11-Adv-A4-Studentadv.indd 1
1-6-2011 13:09:22
25-02-11 09:24
redactioneel
Inhoud
Het is een tijd van vele veranderingen. Dit is al meteen te merken als je deze pagina omslaat. Waar de nieuwspagina normaal gesproken altijd gevuld werd met, hoe kan het ook anders, nieuws, hebben we in deze editie gekozen om hem op te leuken met een wetenschappelijk stripje.
xx 17
38
Maar dat is natuurlijk niet de grootste verandering. Nee, nog een ingrijpendere verandering is ook terug te lezen op de nieuwspagina. Het bestuur, zoals Van der Waals het al jaren kent zal volgend jaar een iets andere vorm aannemen. Wat en hoe kun je verder lezen op de nieuwspagina. Andere veranderingen zijn te vinden in het beleid voor kerncentrales. Zo gaan ze in Duitsland bijvoorbeeld alle centrales sluiten naar aanleiding van de gebeurtenissen in Japan. Een van onze redactieleden, Arjen, heeft over de ramp en hoe het nu verder zal moeten, een artikel geschreven. Meer hierover op pagina 44. Maar natuurlijk is niet alles veranderd. In deze N! zijn ook een hoop ‘vertrouwde’ artikelen terug te vinden. Zo wordt op pagina 14 het fysisch falen van een aantal films weer onder de loep genomen. Deze editie gaat over rampenfilms. Dit is natuurlijk een enorme bron van natuurkundige blunders. Ook hebben we deze keer weer een afgestudeerde zijn verhaal laten doen. Op pagina 22 is alles te lezen over het afstudeerproject van Ramon van Voornveld. Na het afstuderen kan er worden gekozen voor een wetenschappelijke carrière. Een interessant verhaal over een tweeling die na hun studie ieder hun eigen pad heeft gekozen kun je lezen op pagina 10. Als je op zoek bent naar iets luchtigs om te lezen kun je doorbladeren naar pagina 30. Hier staat een leuk verslag over de liftwedstrijd naar München die Van der Waals heeft georganiseerd. Jessica, redactielid en winnares van het liften, heeft haar ervaringen op papier gezet. Al met al is het weer een N! geworden die voor iedereen wel iets te bieden heeft. Enjoy!
11 22 6 8 10 14 17
— Door: Jori van Osch (Hoofdredacteur N!, Van der Waals)
22 40
26
Nieuws
22
afstuderen
36
stoor
26
fotopagina
38
één tweeling, één studie, twee carrières
28
de zoektocht naar de perfecte baan
40
fysisch falen
30
liftwedstrijd
44
notulen
34
razende bits
46
Nieuwe master curriculum
Rampenfilms
VENI-ALV
Ramon van Voornveld
Batavierenrace & Trialrijden
Wie is het eerst in München?
puzzel en quotes externe stage
China
van onderzoek naar organisatie angst voor kerncentrales
(On)terecht?
agenda
N! juni 2011 | 5
N! 6 1-6 drukker.indd 4-5
1-6-2011 13:09:55
Nieuw bachelor curriculum Al jaren ligt de instroom van nieuwe student van op ongeveer 1000 nieuwe studenten per jaar. Hiervan valt ook nog eens een groot deel af en de rendementen zijn erg laag. Ze vertelde rector Hans van Duijn 25 mei in een debat met studenten en medewerkers. Hij sprak van een ‘vastgelopen onderwijssysteem’. Hierom is er een nieuw plan ontwikkeld. De essentie hiervan is dat er meer keuzemogelijkheden worden aangeboden. Hierdoor zouden meer studenten zich aangetrokken moet voelen die wel geïnteresseerd zijn in techniek, maar die meer generalist zijn of die er direct een carrière mee willen opbouwen. Bron: http://web.tue.nl/cursor/internet/jaargang53/cursor28/nieuws/index. php?page=n2
Spinal Tap
Op vrijdag 27 april vond: ‘Fysica 2011’ plaats in het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit van Amsterdam. Dit keer was Fysica speciaal, want de Nederlandse Natuurkundvereniging (NNV) vierde ook haar negentigste verjaardag. Vanuit Van der Waals gingen er zes leden naar deze dag. Nadat we wat koffie hadden gedronken was het tijd voor de eerste lezingen. Na het openingspraatje was het tijd om meteen in het diepe te duiken. De eerste lezing ging namelijk over het ATLAS project in CERN. Na dit was er een lezing over de vormen van waterstralen. Het is verbazingwekkend hoeveel natuurkunde er bij komt kijken wanneer je een steen in het water gooit. Na de lezingen was er de mogelijkheid voor promovendi om hun onderzoek te presenteren. De aanwezigen zouden dan bepalen wie van hen het beste onderzoek heeft gedaan. De onderzoeken en presentaties waren van een hoog niveau en het was dus ook lastig om een winnaar te kiezen. Na dit alles was het tijd voor een lunch. Tijdens de lunch kon je informatie inwinnen over verschillende bedrijven. Ook was er nog een ledenvergadering van de NNV. In de middag kon er voor verschillende lezingen gekozen worden. Zo was er een lezing van de oud-minister van onderwijs: Ronald Plasterk. Hij vertelde over zijn carrière en gaf tips voor je eigen carrière. Er waren ook lezingen over supergeleiding, energie en klimaat, interactie tussen moleculen , zwaartekracht en donkere energie. Na deze ‘focus sessions’ was er nog even tijd om wat te drinken, daarna kwamen er weer lezingen.
Overgangsbestuur bij Van der Waals Volgend jaar zal het bestuur van Van der Waals er anders uit zien als gebruikelijk. Normaal gesproken zoekt het huidige bestuur een aantal kandidaten, die doorgaans 2e jaars zijn en dus in hun derde jaar bestuur gaan doen. Echter, door de kabinetsplannen over de langstudeerders zijn er geen 2e jaars bereid om een jaar studie op te geven om zich in te zetten voor hun vereniging. Even in het kort: de langstudeerregeling houdt in dat als je meer dan 1 jaar studievertraging oploopt, dat je dan 3000 euro boete krijgt. Hierbij wordt geen rekening gehouden met eventuele bestuursjaren. Daarom moest er een oplossing gevonden worden. Dit is gedaan door niet 2e jaars, maar 3e jaars in het vervolg bestuur te laten doen. Een probleem hierbij is dat er geen 2 besturen uit het huidige 3e jaar te halen zijn, dus zou er volgend jaar geen bestuur zijn. Daarom is ervoor gekozen om met een aantal oud-bestuursleden een part-time bestuur te gaan vormen. Dit bestuur zal enkel de hoogst noodzakelijke taken uitvoeren om de vereniging overeind te houden. We hopen dat we het jaar daarop een groep enthousiaste 3e jaars kunnen vinden om weer een ‘normaal’ bestuur te vormen.
Uitreiking Academische Jaarprijzen De TU/e heeft 30 mei de Academische Jaarprijzen uitgereikt voor het beste onderzoek dat in 2010 is uitgevoerd door afstudeerders, ontwerpers en promovendi van de universiteit. De prijzen bestaan uit geldbedragen van € 2.500 voor de afstudeerprijs en van € 5.000 voor de twee andere prijzen. De jury heeft drie prijswinnaars gekozen uit 26 genomineerden. De onderzoeksprojecten geven een mooi overzicht van de diversiteit, creativiteit en kwaliteit van wat de TU/e het afgelopen jaar heeft afgeleverd aan innovatief onderzoek met toekomstperspectief voor mens en maatschappij. De drie winnaars van de Academische Jaarprijzen TU/e zijn: ir. Maartje van Roosmalen (beste ingenieur), ir. Fred van Nijnatten (beste ontwerper) en dr.ir. Wiebe Wagemans (beste doctor). De promotieprijs is gewonnen door dr.ir. Wiebe Wagemans van de faculteit Technische Natuurkunde voor zijn proefschrift Plastic Spintronics. In zijn proefschrift beschrijft Wiebe Wagemans de ontwikkeling van een nieuwe vorm van elektronica, die twee technologiegebieden samenbrengt.
Geslaagd! Op 23 maart 2011 zijn de volgende studenten geslaagd:
foto: iStockphoto.com/DNY59
Fysica 2011
Master Applied Physics: Martijn Adams, Fiere Janssen, Matthijs Cox, Joris Kanters, Elmer Doggen, Gerrit Sitters, Timothy Ellis, Joost Verburg, Michel van Hinsberg, Ramon van Voornveld
Bachelor Technische Natuurkunde: Geert van den Burg, Taco Vader, Peter Verhoeven, Paul Vugts
Bron: www.xkcd.com
6 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 6-7
N! juni 2011 | 7
1-6-2011 13:10:05
STOOR
STOOR nieuwe master curriculum Het kan je inmiddels niet zijn ontgaan dat er veel gaat veranderen in het onderwijs op onze faculteit. Een belangrijke verandering die veel studenten in september 2011 al zullen gaan ondervinden, is de invoering van een nieuw master curriculum. Waar voorheen er bijna onbeperkte vrijheid was in het volgen van vakken, verschijnen er nu ook verplichte vakken in het rooster. Een grote omslag, daarom even een aantal zaken op een rijtje.
Algemeen Tijdens de master is het de bedoeling dat de student zich gaat specialiseren. Waar je in je bachelor vakken volgde die een breed scala aan fysica omvatten, zul je in je master je gaan verdiepen op het gebied van een track. In de vrije keuzeruimte kun je uiteraard vakken buiten je track of zelfs buiten de faculteit volgen. De verschillende tracks op onze faculteit met bijbehorende onderzoeksgroepen zijn: - Functional (nano-)materials o Fysica van nanostructuren (FNA) o Fotonica en Halfgeleider Nanofysica (PSN) o Moleculaire Materialen en Nanosystemen (M2N) o Theory of Polymers and Soft matter (TPS) Moleculaire Biosensoren voor o medische diagnostiek (MBx) - Transportfysica o Mesoscopic Transport Phenomena (MTP) o Turbulentie en Werveldynamica (WDY) o Transport in Permeabele Media (TPM) - Plasmafysica en Stralingstechnologie Coherentie en Quantum Technologie (CQT) o o Elementaire processen in gasontladingen (EPG) o Plasma and Materials Processing (P&MP) o Science and Technology of Nuclear Fusion (FUSION)
Vakken: in de nieuwe master zijn drie typen vakken: - Algemeen verplichte vakken: noodzakelijke bagage voor een Eindhoven natuurkundig ingenieur. De algemeen verplichte vakken zijn Electrodynamica (3 ECTS), Computational Physics (4 ECTS) en Complexe Functietheorie (3 ECTS) – samen 10 ECTS. - Track verplichte vakken: representatieve en substantiële basis van een master track. Voor de meeste tracks binnen de studie zal dit 8 ECTS omvatten. Hiernaast moet dan nog 9 ECTS aan track keuze vakken worden gevolgd. - Keuzevakken: door de student (binnen zekere grenzen en in overleg met coach/afstudeerdocent) zelf te kiezen. Dit onderdeel omvat 14 ECTS waarvan minimaal 5 ECTS technische vakken moet omvatten.
Figuur 1: verdeling studielast in ECTS over verschillende onderdelen van de masteropleiding AP.
8 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 8-9
Stage en afstuderen De stage heeft net als voorheen een omvang van 19 ECTS. De stage wordt nu echter opgedeeld in twee afzonderlijke delen: 15 ECTS voor het praktische werk en 4 ECTS voor de verslaglegging. De verslaglegging kan hierdoor ook bij terugkeer worden gemaakt, hetgeen de studeerbaarheid van het curriculum bevordert. Voor studenten uit de eigen bachelor opleiding is de stage extern, dat wil zeggen buiten de TU/e en niet op een Nederlandse universiteit. Er is geen vast tijdslot voor de stage, maar hij dient afgerond te zijn voor begonnen wordt met het afstudeer onderzoek. Tot slot is het afstuderen een afsluitende proeve van bekwaamheid van de student en het beslaat dan ook het gehele tweede jaar van de master, zijnde 60 ECTS.
Aantekening Theoretische Natuurkunde
Verdeling studielast Zoals voorheen, bestaat de masteropleiding Applied Physics nog steeds uit twee jaar met een totale studielast van 2x60ECTS. In figuur 1 zie je de verdeling van deze studielast over verschillende onderdelen. Deze worden in figuur 1 verder toegelicht.
Alle vakken worden eenmaal per jaar gegeven. Als dit voor de student niet goed uitkomt, bijvoorbeeld i.v.m. een externe stage, kan voor de algemeen en track verplichte vakken gebruik gemaakt worden van videocolleges. Schriftelijke tentamens vinden tweemaal per jaar plaats, in niet-opeenvolgende tentamenperiodes.
Ben jij een echte theoreet? Dan kun je in je masteropleiding in aanmerking komen voor een aantekening theoretische natuurkunde. De eisen: - 10 ECTS aan colleges die geoormerkt zijn als hebbende een voldoende theoretisch karakter (niet noodzakelijk volledig harde theorie, in ieder geval ook computational), waarvan 7 ECTS binnen de gekozen track. - 5 ECTS aan nieuw in te voeren keuzevakken Capita Selecta Theoretische Natuurkunde, telkens van omvang 2 of 1 ECTS, en jaarlijks wisselend. - 3 ECTS voor actieve en passieve deelname aan een
theoretisch seminarium/werkgroep van alle ‘theorie’-studenten. 60 ECTS voor een als ‘theoretisch’ erkende afstudeer- stage (ook computational).Dit betekent dat je 70-75% van je studielast in je master aan theoretische onderwerpen besteedt.
Jaarindeling Het verplichte deel van het curriculum (dus algemeen en track verplichte vakken) worden geconcentreerd in kwartiel 1 en kwartiel 3. Hierdoor ontstaat maximale flexibiliteit in het plannen van een externe stage en het samenstellen van een keuzepakket. Voor men begint met het afstudeeronderzoek mag met nog 9 ECTS aan vakken hebben openstaan waarvan maximaal 1 algemeen of track verplicht vak.
Begeleiding en Coaching Wanneer je instroomt in de nieuwe master, krijg je een staflid als coach toegewezen. Deze is gekoppeld aan de beoogde afstudeergroep en heeft een adviesfunctie. Denk hierbij aan het vaststellen van het keuzeprogramma, het vinden van een stageplek maar ook het vaststellen en bewaken van planning en deadlines. De coach kan je aanspreken op achterblijvende studieresultaten en overlegt eventuele vervolgacties. Als je tijdens je master wisselt van capaciteitsgroep c.q. afstudeerdocent, wisselt de coach ook in het tweede jaar van de masteropleiding.
Meer weten? Heb je nog vragen of opmerking over het nieuwe mastercurriculum (of over andere zaken)? Kom dan in de pauze langs bij STOOR (nlaag g0.04). Wij kunnen je helpen of doorsturen naar de juiste persoon. Je kan ons ook mailen (
[email protected]). — Door: Marloes van der Heijden (STOOR medewerker)
N! juni 2011 | 9
1-6-2011 13:10:07
carrière
Eén tweeling, één studie, twee carrières… De vraag was om een artikel te schrijven over onze carrière na onze studie Technische Natuurkunde en de invloed van het tweeling-zijn op onze keuzes. Nou, om te beginnen, het was best bijzonder om als tweeling af te studeren aan de faculteit Technische Natuurkunde. Zeker als vrouwelijke tweeling… Het werd dan ook gemeld in de Cursor van oktober 2000.
Studie Technische Natuurkunde Op de middelbare school ging onze voorkeur al snel uit naar de vakken wiskunde en natuurkunde. We kozen voor de studie Technische Natuurkunde. We hebben de universiteit in Twente en Delft bezocht maar de sfeer in Eindhoven beviel ons het beste. Waarom we voor dezelfde studie kozen? Tja, we kunnen ons niet eens herinneren dat we er over gedacht hebben dat niet te doen. We waren zo gewend om alles samen te doen dat dit gewoon logisch was voor ons. Onze fascinatie voor de ‘zware’ natuurkunde onderdelen als kwantummechanica, thermodynamica of kernfysica is nooit erg groot geweest. De interesse ging tijdens het kiezen van de keuzevakken al snel richting de (bio)medische kant. Het keuzevak ‘Fysiologische Systemen’, toentertijd gegeven door professor Luc Snoeckx, heeft eigenlijk onze verdere wetenschappelijke toekomst richting gegeven. Via professor Snoeckx hebben we (ja samen) stage gelopen bij het Bakken Research Center (Medtronic) in Maastricht. We hebben onderzoek gedaan met de Atomic Force Microscoop naar biomaterialen en cellen. Vervolgens hebben wij ons afstudeerproject uitgevoerd binnen de faculteit Biomedische Technologie. Maria heeft onderzoek gedaan naar mechanische eigenschappen van cellen. Anke’s onderzoek richtte zich op de invloed van afschuifspanning op endotheelcellen. Anke: “Het belangrijkste wat ik geleerd heb tijdens m’n studie is de manier van denken, het ontwikkelen van een goed analytisch vermogen, weten hoe je vraagstukken moet oplossen, dit is namelijk op zoveel gebieden bruikbaar. Wat dat betreft heb je met de studie Natuurkunde een prachtige basis voor heel veel verschillende richtingen.” Na onze studie wisten we eigenlijk nog niet precies wat we verder wilden. We hadden nog niet het gevoel dat we ‘klaar’ waren voor het bedrijfsleven en we wilden eigenlijk onze
10 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 10-11
onderzoekskwaliteiten nog verder ontwikkelen. De faculteit Biomedische Technologie was destijds volop in ontwikkeling en we werden allebei gevraagd voor een promotieplek. Bij dezelfde groep maar wel op verschillend onderzoeksgebieden.
Promotie onderzoek bij Biomedische Technologie Maria: “Mijn promotieonderzoek heb ik verricht in de groep van Frank Baaijens met als onderwerp vasculaire tissue engineering, oftewel het kweken van bloedvaten in een laboratorium. Er was al wat ervaring met het kweken van hartkleppen maar bloedvaten was nieuw in het BMT lab. Er volgden velen experimenten, met - tja het blijft onderzoek - vele tegenslagen en teleurstellingen. Maar uiteindelijk lukte het om sterke bloedvaten te kweken in slechts enkele weken kweektijd, terwijl andere onderzoeksgroepen daar veel langer over deden. De liefde voor het laboratoriumwerk en het werken met cellen was, ondanks alle tegenslagen, alleen maar gegroeid.”
"Waarom we voor dezelfde studie kozen? Tja, we kunnen ons niet eens herinneren dat we er over gedacht hebben dat niet te doen." Anke: “Mijn promotieonderzoek heb ik gedaan in de groep van Cees Oomens in samenwerking met de MRI groep van Klaas Nicolay en Gustav Strijkers. Het onderzoek ging over de oorzaken van decubitus (ook doorliggen of drukwonden genoemd). We hebben een MR-compatibel belastingsapparaat gebouwd waarin we een drukbelasting konden opleggen op een spier van een rat. Met behulp van MR-metingen
konden we de schade, doorbloeding en de vervorming meten voor, tijdens en na drukbelasting. Daarmee hebben we aangetoond dat grote lokale vervormingen een belangrijke factor zijn in het ontstaan van decubitus in spierweefsel.”
"Bij Euflex hebben we allebei een Career Consult gedaan om inzicht te krijgen in wat we nu echt wilden. En dat was dus verschillend…" We waren allebei druk met ons eigen onderzoek maar zagen elkaar gelukkig ook veel. Als tweeling ben je gewend om alles samen te overleggen, dat bleven we dan ook doen tijdens ons onderzoek. Anke weet daardoor het nodige van tissue engineering en Maria is op de hoogte van de oorzaken van decubitus. Na onze promotie hebben we ons werk nog een tijdje voortgezet als postdoc. Anke werkte toen op een project met als doel het vinden van een vroege detectiemethode voor decubitus. Het onderzoek van Maria richtte zich op het testen van de gekweekte bloedvaten in een varkensmodel. Na nog een paar jaar onderzoek was het echter tijd voor iets anders. Inmiddels hadden we ook onze eigen interesses en kwaliteiten ontwikkeld in de jaren van onderzoek bij BMT. Maria bleef het onderzoek in het lab erg leuk vinden en met name het doelgerichte werken naar oplossingen voor medische problemen. Anke vond, naast het onderzoek zelf, het organisatorische deel van het werk een leuk onderdeel.
Tweeling studeert tegelijk af. “Technische Natuurkunde reikt tweeduizendste diploma uit. Ze zaten samen op de kleuterschool, de basisschool en de middelbare school. Daarna gingen Anke en Maria Stekelenburg studeren in Eindhoven. Ze kozen allebei voor Technische Natuurkunde. Ze liepen stage bij hetzelfde bedrijf en studeerden tegelijk af. Vorige week kregen ze hun diploma. Er was een klein verschil, Maria bleek de tweeduizendste afstudeerder van de faculteit Technische Natuurkunde te zijn.”
We wisten dat het tijd was om de TUe te verlaten… na 14 jaar was het mooi geweest. Bij Euflex hebben we allebei een Career Consult gedaan om inzicht te krijgen in wat we nu echt wilden. En dat was dus verschillend… Maria vond een onderzoeksbaan bij een bedrijf. Anke kwam op de BioCareerEvent in contact met TMC die een vacature hadden voor Projectmanager Life Sciences.
Anke: Program Officer bij STW De vacature voor project manager in de Life Science divisie bij TMC sprak me erg aan. TMC Technology is dienstverlener in verschillende technologische disciplines. Life Sciences is één van de jongste specialismen binnen TMC Technology en toegespitst op advies en projectrealisatie binnen de biotechnologische-, farmaceutische- en voedingsmiddelen industrie. Na 2 gesprekken kon ik direct aan de slag bij TMC, ze hadden een project voor me bij Technologiestichting STW. Het ging om een zwangerschapsvervanging van een program officer voor 6 maanden. Ik had jaren op een STW project gewerkt tijdens mijn postdoc periode en wat ik van STW wist sprak me erg aan.
N! juni 2011 | 11
1-6-2011 13:10:09
De missie van STW is het realiseren van kennisoverdracht tussen technische wetenschappen en gebruikers. Om dit te bereiken brengt STW onderzoekers en potentiële gebruikers bij elkaar en financiert ze technisch-wetenschappelijk onderzoek. Een program officer (PO) heeft als taak die kennisoverdracht te bevorderen en onderzoeksprojecten en programma’s te begeleiden. Daarnaast neem je als PO onderzoeksaanvragen in behandeling en leid je deze aanvragen door de selectieprocedure. Verder ondersteun je gehonoreerde onderzoeksprojecten op administratief gebied en neem je deel aan de projectvergaderingen.
"...soms is de reden dat er gewoon niet wordt nagedacht over de vraag of het wel kan werken in de praktijk."
de onderzoekers wat ze in de afgelopen 6 maanden gedaan hebben, en kunnen de artsen, in het geval van een medisch project, en bedrijven die interesse hebben in de technologie hun vragen stellen, en hun input en adviezen geven. Het werk bij STW is heel afwisselend. Een deel van je tijd ben je bezig met nieuwe aanvragen in behandeling nemen en het zorgen voor een goede beoordelingsprocedure. Daarnaast ben je bezig met het bevorderen van de kennisoverdracht door afspraken te maken met geïnteresseerde gebruikers en werk je samen met een jurist om overeenkomsten te sluiten met bedrijven over overname van kennis of patenten. Naast deze werkzaamheden kom je op bijna alle universiteiten in Nederland om vergaderingen van gebruikerscommissies bij te wonen, en adviezen te geven over de toepassing van de resultaten. Al met al een hele leuke baan die heel goed bij me past. Daarnaast heb ik ook nog eens ontzettend leuke collega’s, wat wil je nog meer?! Dus toen de 6 maanden voorbij waren was ik erg blij dat STW me een contract aanbood en inmiddels werk ik al bijna 2 jaar met heel veel plezier voor STW.
12 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 12-13
Het onderzoekswerk als AIO en postdoc beviel mij heel goed. Wat voor mij echter steeds duidelijker werd was dat mijn productgerichte houding niet echt paste binnen de universiteit. Het schrijven van een publicatie had zeker niet mijn prioriteit. Voor mijzelf had ik het doel gesteld om de gekweekte bloedvaten (ontwikkeld tijdens mijn AIO onderzoek) te testen in een varkensmodel. Door doelgericht door te werken is het me gelukt om de eerste in-vivo experimenten uit te voeren. Mijn eigen doel was gehaald. De publicaties echter niet. Ik was dus op zoek naar een baan die qua werk op mijn postdoc onderzoek leek maar met een ander doel. Die baan vond ik bij Lead Pharma. Een farmaceutisch bedrijf, gevestigd in ’s Hertogenbosch en Nijmegen. Lead Pharma is een vrij jong bedrijf, opgericht in 2005. Er werken nu 25 onderzoekers en analisten. Het feit dat het bedrijf nog relatief jong is en snel groeit, maakt het extra leuk om er te werken. Je hebt niet alleen te maken met ‘je eigen stukje onderzoek’ maar je denkt ook mee over algemene zaken die het bedrijf aangaan. Er heerst een sterke teamspirit met het doel om er samen een succes van te maken. Lead Pharma doet onderzoek naar nieuwe medicijnen voor ouderdomsgerelateerde ziekten met een focus op hartfalen. Chronisch hartfalen is een progressieve ziekte waarbij het hart langzaam stopt met het pompen van bloed door het lichaam. De ziekte treft meer dan 25 miljoen patiënten. In de toekomst lopen naar schatting 1.2 biljoen mensen risico om hartfalen te ontwikkelen. Medicijnen zijn nauwelijks beschikbaar. Lead Pharma doet daarom onderzoek naar nieuwe medicijnen voor deze ziekte.
STW ontvangt haar onderzoeksbudget van NWO en het Ministerie van EL&I. NWO heeft tot taak het wetenschappelijk onderzoek in Nederland te laten excelleren via nationale competitie. Jaarlijks geeft NWO ruim 700 miljoen euro uit aan subsidies voor toponderzoek en toponderzoekers, vernieuwende instrumenten en apparaten, en aan onderzoeksinstituten. Het onderzoek dat STW financiert is qua onderwerp zeer uiteenlopend: de aanleg van wegen, medische voorzieningen, verbetering van software, productie van kunststoffen, kweken van vegetarische vissen. De verbindende factor is dat het toegepast technologisch onderzoek is. Voor alle aanvragen die bij STW ingediend worden geldt dat er sprake moet zijn van samenwerking tussen kennisinstellingen en geïnteresseerde derden, om de kans op toepassing en verzilvering van de resultaten zo groot mogelijk te maken. Die aanpak spreekt me erg aan. Er wordt namelijk veel wetenschappelijk onderzoek gedaan waarvan de resultaten nooit echt gebruikt zullen worden in de praktijk. Dat is natuurlijk ook niet voor ieder onderzoek haalbaar, maar soms is de reden dat er gewoon niet wordt nagedacht over de vraag of het wel kan werken in de praktijk. Als voorbeeld een onderzoek op het gebied van de medische technologie: een ingenieur verzint een technologisch topproduct, maar de arts kan het om praktische redenen niet gebruiken (STW brochure “Komt een dokter bij de ingenieur” dec 2010). Zeker in deze tijd van bezuinigingen is het op de juiste manier besteden van onderzoeksgeld essentieel. STW stelt daarom bij ieder project een gebruikerscommissie in. In zo’n commissie zitten bijvoorbeeld ingenieurs die een nieuwe technologie gaan ontwikkelen, een bedrijf dat het product moet gaan maken en een arts die het uiteindelijk moet gaan gebruiken. Als PO bezoek je de halfjaarlijkse vergaderingen van deze commissie. In deze vergaderingen vertellen
Maria: Scientist Cell Biology bij Lead Pharma
Curriculum Vitea Anke Stekelenburg Geboren 26 februari 1976 te Raamsdonk Functies 2010-heden: Program Officer STW 2009-2010: Project manager Life Sciences TMC, detacheerd bij STW 2006-2009: Postdoc Biomedische Technologie, TU/e Opleiding 2000-2005: PhD, Biomedische Technologie, TU/e 1994-2000: Technische natuurkunde, TU/e
Medicijn onderzoek bestaat uit een preklinische en vier klinische fasen. Het onderzoek binnen Lead Pharma behoort tot de preklinische fase waarin wordt gezocht naar moleculen die de werking van bepaalde eiwitten in de gewenste zin beïnvloedt. Bij zo’n screening wordt gestart met een grote ‘bibliotheek’ van kleine moleculen (orde 10.000-100.000 stoffen), zonder specifieke eigenschappen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van computer modellen van eiwitten. Daarnaast worden de stoffen getest in eiwit assays en celmodellen. Kleine moleculen die gunstig uit de verschillende screeningsfasen komen, worden genomen als 'lead compounds'. De chemische structuur van deze lead compounds wordt geoptimaliseerd oa door middel van computer modelling. De werking van de compounds wordt opnieuw getest in de verschillende assays. Binnen Lead Pharma werk ik als scientist cel biologie en ben ik verantwoordelijk voor cellulaire ziektemodellen. Voor hartfalen betreft dit modellen met hartspiercellen. Met zowel menselijke als dierlijke cellen ben ik modellen aan het opzetten om nieuwe medicijnen te testen. Hiervoor moet ik eerst de situatie van hartfalen nabootsen in de celkweken, dit is mogelijk door behandeling met bepaalde hormonen. Vervolgens worden nieuwe stoffen toegevoegd en kijken we of het ‘hartfalen’ in de cellen minder is geworden. Het is
uitdagend onderzoek en gaat gepaard met ‘pieken en dalen’. Maar het is inmiddels gelukt om met verschillende cellen ‘hartfaalmodellen’ op te zetten en dat geeft veel voldoening. Het mooie van het onderzoekswerk binnen Lead Pharma is dat het sterk doelgericht en multidisciplinair is. Je werkt samen met scheikundigen, wiskundigen en celbiologen, en je hebt allemaal hetzelfde doel; stoffen vinden die als medicijn kunnen dienen. Doordat het bedrijf relatief klein is is er veel interactie. De bedrijfscultuur is er één met zo weinig mogelijk hiërarchie en geen glazen plafonds. Ieders ervaring en ideeën worden gebruikt om het onderzoek zo goed mogelijk op te zetten. Kwaliteit en snelheid staan daarbij centraal. Een onderzoeksomgeving waar ik mij goed bij voel.
Concluderend …. Lange tijd hebben we hetzelfde gedaan, dezelfde route gevolgd… toch hebben we nu allebei onze eigen weg gevonden. We doen heel verschillend werk, maar gebruiken wel dezelfde kwaliteiten die we ontwikkeld hebben tijdens onze studie Natuurkunde. Na onze lange gezamenlijk weg zijn we nu blij dat we allebei onze eigen plek hebben gevonden!
Curriculum Vitea Maria Stekelenburg Geboren 26 februari 1976 te Raamsdonk Functies 2009-heden: Scientist Cel Biologie, Lead Pharma 2006-2009: Postdoc Biomedische Technologie, TU/e Opleiding 2000-2005: PhD, Biomedische Technologie, TU/e 1994-2000: Technische natuurkunde, TU/e
N! juni 2011 | 13
1-6-2011 13:10:12
http://www.istockphoto.com/da-kuk
varia
Fysisch Falen Rampenfilms De laatste aantal jaren heeft de natuur laten zien dat ze niet altijd even vriendelijk is voor de mensheid. Aardbevingen, tsunami’s, epidemieën en orkanen zorgen voor dodenaantallen die op kunnen lopen tot dat van kleine oorlogen. Het is dan ook niet buiten te sluiten dat er ooit een natuurramp kan ontstaan welke verantwoordelijk is voor het uitroeien van de mensheid. Ja ok, het gaat dan wel om een opschaling van duizend, maar wie weet. Het is moeder natuur (soms met hulp van buiten) gelukt om meer dan 99% van alle diersoorten die ooit hebben bestaan volledig uit te moorden. Dus waarom niet de mens? Met de natuur als potentiële tegenstander van de mens, is ze helemaal geschikt om de vijand te spelen in films. Want wat is nou beter dan een vijand die niet zomaar kan neerschieten om een goed afloop van de film te krijgen? Maar wat blijkt, in Hollywood volgt de natuur niet altijd de wetten van natuurkunde. In deze editie van Fysisch Falen, rampenfilms.
Om maar te beginnen met een bekend voorbeeld, in 1998 kwamen er twee films uit welke het gevaar van invallende asteroïden hadden belicht, namelijk Armageddon en Deep Impact. Op zich een semi-terechte waarschuwing, want de mogelijkheid bestaat wel dat er een grote asteroïde de aarde raakt met dergelijke heftige gevolgen. Ze houden bijvoorbeeld de reputatie van het laten uitsterven van dinosauriërs. Het verschil met de mensheid is echter dat wij vooruitzicht bezitten. Dit is dan ook het eerste subtiele fout dat er in de films wordt gemaakt: met de huidige telescopen, wiskunde, en kennis van de sterrenhemel, zouden fysici tegenwoordig minstens een jaar van te voren weten dat er een kans van inslag is, niet 18 dagen van te voren. Sterker nog, een asteroïde “the size of Texas,” zoals gezegd in Armageddon, zou rond 2 maanden van te voren al zonder telescoop vanaf aarde te zien zijn. Trouwens, de grootste bekende asteroïde in ons zonnestelsel, Ceres, heeft een diameter van bijna 1000 km, 2/3 van de diameter van Texas. Dus vrij absurd dat NASA dat ding zo laat zag aankomen.
14 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 14-15
Nu ben ik er met een beetje internet zoekwerk achter gekomen dat er vrij veel niet klopt aan Armageddon. Bijna elk feitje of getal dat genoemd wordt hangt iets discutabels aan. Er zijn ook wat zwaartekrachtsfoutjes hier en daar. Maar dat zijn maar details. Waar ik me aan erger is de hele clou van de film: de manier om de wereld te redden van de asteroïde is door deze in tweeën te blazen door middel van een nucleaire bom, welke middenin de asteroïde geplaatst word. De twee helften zouden dan aan beide kanten de aarde passeren. Slim plan; ik had niet gauw iets beters kunnen bedenken. Maar dan even een paar rekensommetjes op een bierviltje uitwerken: één van de meest explosieve bommen heeft 8,4 x 1015 J aan energie. Stel dat deze bom wordt gebruikt, en al het energie gaat naar over naar bewegingsenergie van de twee asteroïde delen, dus niks gaat verloren aan hitte en het losbreken. Verder is dat ding groter dan Ceres en, volgens de film, vooral ijzer, dus minstens 1021 kg. Als beide helften ongeveer even groot zijn zullen ze dan met een snelheid van 0,7 mm/s van het oorspronkelijke traject af bewegen. Om dan nog de aarde te kunnen missen moet de asteroïde
dan minstens 290 jaar, niet 4 uur, voor inslag gebombardeerd worden. Om hetzelfde effect 4 uur van te voren te kunnen bereiken zou er 4 x 1026 J nodig zijn, oftewel, meer dan 10 biljoen van de grootste nucleaire bommen zouden moeten gebruikt worden. Die knullen bij NASA kunnen dus wel een opfriscursus in mechanica gebruiken. “It’s not exactly rocketscience.” Een tweede rampenfilm welke vol zit met totale onzin is The Core. Voor de lezers die het niet kennen, na wat rare onverklaarbare rampen ontdekt een geofysicus dat het vloeibaar ijzer in de kern van de aarde gestopt is met draaien, waardoor het aardmagnetisch veld uitgeschakeld is en de aarde opeens blootgesteld is aan alle zooi uit de ruimte, zoals zonnewind en microgolven. Om dit probleem op te lossen wordt een onwaarschijnlijke team samengesteld om de kern van de aarde in te gaan en met een gigantische bom de draaiing weer op gang te krijgen. Fysici, brand los! Er klopt zo veel niet aan die film dat ik niet goed weet waar ik
moet beginnen en wat ik moet weglaten. Ergens halverwege de film komt er opeens wordt half San Francisco verbrand door microgolf straling vanuit de ruimte. Waar een zo gefocusseerde straal vandaan komt weet niemand, maar gezien het een EM-golf is, zou het ontbrekende aardmagnetisch veld daar geen verschil in moeten maken. Maar er gebeuren meer rare dingen: het noordenlicht, Aurora Borealis, is verschoven, wat eerder zou moeten betekenen dat de kern op een andere as is gaan draaien, in plaats van dat het gestopt is. Mensen met pacemakers gaan opeens dood, wat suggereert dat er of een intens hoog magnetisch veld is, of de fluctuaties in het magnetisch veld zijn zo groot dat de opgewekte elektromagnetische velden de pacemakers uitschakelen. Maar goed, allemaal domme details, laat ik weer kijken naar de clou van het verhaal. De rotatie van de kern is gestopt, en moet met bommen weer in beweging gebracht worden. Ten eerste heeft de geofysicus in de film het concept van het aardmagnetisch veld verkeerd. Dit veld komt niet direct door een megastroming van de vloeibare buitenkern, maar door een som van convectieve
N! juni 2011 | 15
1-6-2011 13:10:26
stromingen. Als deze allemaal gestopt zijn, heb je iets meer complex nodig dan een stootje om het weer op gang te krijgen. Daarnaast is de totale energie dat in de draaiing zit zo’n 1028 J. Nogmaals gebruik makend van die bommen van Armageddon, hebben we een stuk of 1012 bommen nodig, in plaats van vijf. Hoe dat ding dan ooit plotseling is gestopt is een mysterie, maar ik zou toch adviseren om dit absurde idee af te schaffen en investeren in de zonnebrandcrème-industrie. Als laatst wil ik het hebben over een luchtigere categorie rampenfilms, namelijk dat van wereldwijde epidemie. Daar zijn er de laatste tijd ook genoeg van: Dawn of the Dead, I Am Legend, en Zombieland om er maar een paar te noemen. Ik heb het natuurlijk over de wereldramp zombie-invasie. Ik wil niet zeggen dat er per se sprake is van fysisch falen in dit soort films, maar ik wou de natuurkunde wel even analyseren. Ik had namelijk laatst bedacht dat zombie zijn helemaal niet gunstig is: om als ras te kunnen overleven heb je mensen nodig (als die gebeten worden, worden zij zombies). Zodra mensen op zijn, sterven zombies ook uit. Klinkt bekend? Juist, het Lotka-Volterra model, gebruikt voor het modeleren van de co-existentie van bijvoorbeeld wolven en konijnen. In het geval van zombies en mensen zou het model er zo uit zien: P'h=k1ph -kephpz P'z=-k 2pz+kephpz-ksphpz Met ph de mensenpopulatie, pz de zombiepopulatie, k1 en k 2 de natuurlijke groeisnelheid van mensen en zombies respectievelijk, ke de eetsnelheidscoëfficient (waar ik ervan uitga dat een gebeten mens een zombie wordt), en ks de schietsnelheidscoëfficient. Alle variabelen en constanten zijn hier positief. Niet dat ik het hen kwalijk neem, maar zombies zouden hun eetsnelheidscoëfficient eigenlijk wat nauwkeuriger moeten kiezen. Ze
hebben namelijk het probleem dat als ze te veel mensen opeten, dan ph naar 0 gaat, en p’z < 0, waarna ze zullen uitsterven. Aan de andere kant, als ze niet genoeg eten, dan ke << ks en er geld . Dus wat is de beste overlevingsstrategie voor een zombie? Bekijk eerst de evenwichtsituatie: ph = k 2 / (ke – ks) en pz = k1 / ke. Dit is een cyclisch evenwicht, dus niet stabiel of instabiel. Helaas gaat het een zombie niet lukken om tegelijkertijd aan beide eisen te voldoen. De Jacobiaan met eigenwaarden uitrekenen heeft ook niet direct nut, gezien dat vooral gebaseerd is op een vaste evenwichtspunt, terwijl het systeem voor een veel grotere set meta-stabiliel is. Nee, de zombies horen het theorema van Poincaré-Lyapunov, of stabiliteitstheorie van periodieke differentiaalvergelijkingen toe te passen. Maar gezien ik daar weinig van snap, geef ik zombies minder kans. Een iets simpelere benadering is te kijken naar de differentiaalvergelijkingen; hoe zorgt en zombie ervoor dat ph niet naar oneindig kan gaan? In de eerste instantie is het duidelijk dat ke > ks een eis is, anders wordt p’z nooit positief. De bovengrens is een beetje lastig omdat het model suggereert dat de bevolking het nog kan overleven als er fracties van mensen over zijn. Slimme zombies zoeken een oplossing waarbij er altijd minstens een paar mensen overblijven. De beste manier om dit te doen is om eerst gewoon zo veel mogelijk mensen eten, totdat er nog net genoeg over zijn, en op dat moment, T, een vaste dieet van ke = k1 / pz(T) aan te nemen. Het enige wat ik hier eigenlijk mee wil zeggen is dat het domein voor een meta-stabiele samenleving tussen mensen en zombies beperkt is. Evolutionair gezien is zombie zijn dan ook niet de beste optie. — Door: Martin van Mourik (Redactielid van der Waals)
Risk is the possibility that an undesirable event will occur The demand for skilled actuarial professionals is still growing. Actuaries are the leading professionals in finding ways to manage risk and managing risk requires knowledge of several disciplines. Understanding how businesses operate, how legislation may impact and how financial economics can affect values are all vital skills for an actuary.
EXECUTIVE MASTER OF ACTUARIAL SCIENCE
E M A S
NIEUWS
Notulen VENI ALV d.d. 16 maart 2011 Woensdagavond 16 maart heeft de jaarlijkse algemene ledenvergadering van VENI plaatsgevonden in de Trafalger Pub in Eindhoven. De ALV werd vooraf gegaan door een maaltijd en afgesloten met een inspirerende lezing door Paul van der Schoot gevolgd door een gezellige borrel.
Aanwezig Jos van Erum (lid), Hans van Leuven (lid), Fulgencio Arjona Gomez (lid), Kees Spoor (lid), Marijn Kemper (lid), Sonja Knols (lid), Jarno Riegman (Van der Waals), Jori van Osch (Van der Waals), Jessica Burger (Van der Waals), Paul Janssen (lid), Maarten van Drunen (lid), Patrick van Aarle (lid), Peter Vaessen (lid), Joep Roijers (lid), Corine Fabrie (bestuur, activiteitencommissaris), Peter van Kruisbergen (bestuur, penningmeester, vice-voorzitter), Loes van Zijp (bestuur, redactie N!), Guido Quax (bestuur, secretaris)
Opening De vergadering wordt om 19.36 uur geopend. Peter van Kruisbergen leidt in afwezigheid van Thijs Knaapen de vergadering en heet alle aanwezigen welkom.
Goedkeuring agenda De agenda wordt ongewijzigd goedgekeurd.
Post in / Post uit
MANAGING FINANCIAL RISKS: A NEW GENERATION OF ACTUARIES Distinguish yourself from other risk professionals
2 4 to 5-semester, part-time programme in English
2 State-of-the-art training towards full actuarial qualification (actuary AG)
2 Central training location in Utrecht
2 Developed in collaboration between the Dutch Actuarial Institute (AI) and
2 International recognition
TiasNimbas
2 Directly applicable in your working environment
2 Shortest route becoming actuary AG (AAG) after completing BSc
2 Exchange of experience and ideas amongst fellow students
2 Lecturers and tutorials are mixed with case-based learning
2 A major contribution to your network
More information can be obtained from the websites of the two partner organisations, the Dutch Actuarial Institute (www.ag-ai.nl) and TiasNimbas Business School (www.TiasNimbas.edu).
N! 6 1-6 drukker.indd 16-17
Guido Quax heeft 11 afmeldingen binnengekregen: Michiel Schok, Ruud Gelissen, Jan-Jaap Koning, Pieter Nuiten, Peter van der Donk, Jacques van de Ven, Roeland Huyink, Ronald Aarts, Erik Kieft, Daniël Willems
Mededelingen Paul Janssen wordt bedankt door Peter van Kruisbergen voor zijn inzet voor de N! van het afgelopen jaar. Peter meldt dat dit jaar een lustrumjaar is voor de TU/e. Op 2 september 2011 wordt de ‘alumnidag’ georganiseerd. Hiervoor wordt een deel van de organisatie bij de faculteiten en de alumniverenigingen gelegd. Loes van Zijp vertelt dat de oplage van de N! verhoogd is van 900 naar 1200. Een van de redenen is de populariteit van de N!
onder medewerkers van de faculteit. Joep Roijers zou graag zien dat er nog meer interactie tussen VENI-leden plaatsvindt. Hans van Leuven stelt voor om de activiteit van VENI op LinkedIn te verhogen; daar wordt op dit moment te weinig mee gedaan.
Jaarverslag Guido Quax doorloopt de belangrijkste punten van het jaarverslag 2010. De belangrijkste punten zijn het opzetten van een generatie-specifieke activiteit en het plaatsvinden van het lustrum van de faculteit in oktober 2010. Verder is het ledenaantal met 27 toegenomen tot een aantal van 572.
Financieel jaarverslag Peter van Kruisbergen bespreekt het financieel jaarverslag van 2010. Over het algemeen zijn er weinig debiteuren en crediteuren, daarom kan het bestuur tevreden zijn. Peter behandelt de winst & verliesrekening. Hans van Leuven vraagt waarom er van provider wordt veranderd. Paul Janssen legt uit dat de website wordt geschreven in php, wat niet door de huidige provider wordt ondersteund. Joep Roijen wil graag dat de (aanwezige) leden beamen dat ze erg blij moeten zijn met de barbecue. Joep Roijers stelt voor dat leden die na 2 jaar (niet betalen) geen lid meer zijn, en toch weer lid willen worden, hun verleden kwijt te schelden. Omdat het bestuur denkt dat de hoogte van de contributie nauwelijks een rol speelt bij een betalingsachterstand, gaat het bestuur hier niet in mee. Peter legt uit dat er nog een extra doos visitekaarthouders is gevonden, en dat er daarom in het afgelopen jaar geen kosten daarvoor zijn gemaakt, terwijl hiervoor wel begroot was. Verder is de ALV goedkoper in de Trafalgar Pub (afgelopen jaar), dan toen deze werd gehouden op de TU/e. Er is 440 euro winst gemaakt, met name door de goedkopere ALV en het niet-bestellen van visitekaarthouders.
N! juni 2011 | 17
1-6-2011 13:10:27
Verslag kascontrolecommissie Patrick van Aarle meldt de afwezigheid van Daniël Willems. Patrick vertelt dat de kascontrolecommissie begin januari bijeen is gekomen om de boeken te controleren. Deze bleken in orde. De kascontrolecommissie adviseert de ALV om de financiële boekhouding over 2010 goed te keuren. De ALV neemt dit voorstel bij acclamatie over.
(Her)verkiezing van bestuursleden Peter van Kruisbergen introduceert Frank Jehoel en Matthijs Cox. Naast Paul Jansen worden Frank en Matthijs voorgedragen als nieuwe bestuursleden. Patrick van Aarle vraagt hoe de functieverdeling zal zijn in het nieuwe bestuur. Peter van Kruisbergen antwoordt dat dit na de stemming bekend wordt gemaakt. Joep Roijers vraagt of het bestuur blij is met deze kandidaten. Peter van Kruisbergen antwoordt dat het bestuur daar heel erg blij mee is. Joep vraagt zich af of er misschien een senior aan het bestuur toegevoegd moet worden, en stelt ook een constructie met een senior als adviseur/coach voor het bestuur voor. Paul Janssen, Frank Jehoel en Matthijs Cox worden voorgedragen als nieuwe bestuursleden. Thijs Knaapen en Loes van Zijp zijn niet herkiesbaar. Bij acclamatie wordt deze voorgestelde bestuursverandering aangenomen. Corine Fabrie bedankt vertrekkend voorzitter Thijs Knaapen: Thijs begon als redacteur bij het toenmalig VENI-blad en is daarna twee jaar voorzitter geweest. Thijs krijgt als dank een natuurkundeboek aangeboden. Over vertrekkend N!-redacteur Loes van Zijp: Loes heeft vele uren in het opzetten van de N! gestoken en heeft de N! daarmee tot grote hoogte gebracht. Paul Jansen neemt plaats aan de bestuurstafel. De functieverdeling zal als volgt zijn: Corine Fabrie wordt voorzitter. Paul Janssen en Matthijs Cox doen de N! en de website. Frank Jehoel wordt penningmeester. Guido Quax blijft secretaris en Peter van Kruisbergen wordt activiteitencommissaris.
Decharge en benoeming KCC 18 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 18-19
Daniël Willems gaat het tweede jaar van zijn benoeming in en heeft aangegeven nog een jaar met plezier in de KCC te blijven. Patrick van Aarle stelt zich kandidaat voor een nieuwe termijn van 2 jaar. De ALV waardeert dit zeer en benoemt Patrick bij acclamatie.
Activiteiten 2011 Peter van Kruisbergen neemt als nieuwe activiteitencommissaris het woord. Er zal nogmaals een poging worden gedaan om generatie- of locatie-specifieke activiteiten op te zetten. De lezingenavond zal dit jaar in het academisch genootschap worden gehouden. Joep Roijers zegt dat een generatie-specifieke activiteit de voorkeur heeft boven een locatie-specifieke activiteit (de meeste mensen zitten toch in Eindhoven). Bij voorkeur een oudere generatie, maar dit zal moeilijker zijn dan een jongere generatie. Sonja Knols merkt op dat het dan verstandig is een generatie te kiezen met een groot aantal VENI-leden, om de slagingskans te vergroten.
Begroting en voorstel contributie 2011 In afwezigheid van Frank Jehoel, die helaas door ziekte afwezig is, neemt Peter van Kruisbergen het woord. De internetkosten zullen wat stijgen door de keus voor een andere provider. De kosten voor de lezingen-avond zullen gelijk blijven. Jarno Riegman vraagt hoe de promotie voor VENI-leden voor het Van der Waals symposium vergroot kan worden. Peter van Kruisbergen antwoordt dat de aankondigen voor het symposium er zijn, maar dat het bestuur niet meer VENI-deelnemers verwacht bij een actievere promotie omdat het symposium op een doordeweekse dag is waarop VENI-leden over het algemeen werken. Het bestuur stelt voor de contributie op 10 euro per jaar te houden. De begroting wordt bij acclamatie aangenomen.
WVTTK
Peter Vaesen vraagt zich af hoe (beter) contact met het (oud-) personeel van de faculteit kan worden onderhouden, bijvoorbeeld d.m.v. de barbecue. Peter van Kruisbergen antwoordt dat er voor de medewerkers van de faculteit een grote jaarlijkse ‘faculteitsbarbecue’ is. Bij een eventuele samenvoeging van de VENI-barbecue en de faculteitsbarbecue, zal het aantal VENI-deelnemers relatief weinig zijn en zal bovendien de interactie tussen de VENI-leden onderling veel minder zijn. Hans van Leuven vraagt zich af of er contact wordt gezocht met andere alumniverenigingen, bijvoorbeeld van de universiteit Twente. Sonja Knols stelt dat een gezamenlijke activiteit voordelen kan hebben maar dat VENI niet te veel op de Nederlandse Natuurkunde Vereniging (NNV) moet gaan lijken.
Naam:
Matthijs Cox Functie binnen VENI:
Redactie N! Werkzaam als:
Promovendus bij FNA Naam:
Jarno Riegman van Van der Waals legt uit dat de geplande nieuwbouw voor de faculteit het einde kan betekenen voor de Borrel zoals die op dit moment is en ook door veel alumni regelmatig bezocht wordt. Zijn vraag is wat de mening van VENI hierover is. Peter van Kruisbergen stelt namens het bestuur voor om Van der Waals zo veel mogelijk te steunen in hun acties voor het behoud van de Borrel. Dit vanwege de grote meerwaarde die de Borrel ook heeft voor Alumni die hier regelmatig oud-studiegenoten en docenten ontmoeten. De ALV sluit zich hierbij aan. Van der Waals zal nagaan hoe de steun van VENI hiervoor het beste kan worden ingezet.
Frank Jehoel Functie binnen VENI:
Penningmeester Werkzaam als:
System Test Engineer bij ASML
Naam: Loes van Zijp vraagt of het contract met de grafisch vormgever voor de grafische controle van de N! zal worden voortgezet. Corine Fabrie meldt dat dit reeds besloten is vanwege de meerwaarde voor de professionele uitstraling van de N!.
Paul Janssen
Sluiting
Werkzaam als:
Corine Fabrie bedankt de aanwezigen en sluit de vergadering om 20:51.
Er is niets ter tafel gekomen.
—
Rondvraag
Door: Guido Quax (Bestuurslid VENI)
Functie binnen VENI:
Redactie N!
Promovendus bij FNA
N! juni 2011 | 19
1-6-2011 13:10:33
Stel je voor: een bedrijf dat zó geavanceerd is, dat het lijkt alsof je in de toekomst kijkt. Het is dichterbij dan je denkt. Want morgen is vandaag en dat vraagt om nieuwe ideeën. Bijvoorbeeld over de duurzame inzet van energie, efficiënte processen of veiligheid. Enrichment Technology heeft de wereldwijde standaard ontwikkeld waarmee onze klanten op optimale wijze uranium verrijken. Onze gascentrifugetechnologie wordt toegepast in verrijkingsfabrieken in de hele westerse wereld. Alles draait om het beantwoorden van de vragen van de toekomst.
jouw toekomst is nu. Net als de onze. We hebben een ongelooflijke orderportefeuille waarmee we ijzersterk staan. De internationale wereld van nucleaire energie is een wereld van morgen, waarin Enrichment Technology marktleider is op het gebied van gascentrifugetechnologie. Hier houd je je bezig met de oplossingen voor morgen. Hier werk je aan jouw toekomst.
perfectie is jouw standaard. Enrichment Technology heeft de kracht om blijvend te verbeteren. Die kracht zit in jouw initiatief, jouw creativiteit en jouw ideeën. Wij geven je de ruimte om jezelf te perfectioneren en je expertise te verrijken door middel van opleiding, training en internationale samenwerking op het hoogste niveau.
jouw werk is van wereldklasse. Bij Enrichment Technology heb je een carrière met internationale allure. We zijn operationeel in de UK, Duitsland, Nederland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Het operationele hoofdkantoor is gevestigd in Almelo. Binnen de wereldwijde nucleaire energie-industrie zijn wij de leverancier van uraniumverrijkingstechnologie. Het werk is divers; er zijn productielijnen die aangestuurd moeten worden en verrijkingsfabrieken die ontworpen en gebouwd moeten worden.
wat wordt jouw realiteit? Enrichment Technology brengt morgen naar vandaag. Hier passen mensen bij met de energie om ideeën om te zetten naar realiteit. Die onze ambitie benutten om er ook zelf beter van te worden. Nu, niet morgen.
solliciteren. Na een cv screening volgen twee gespreksronden en eventueel een assessment. Voordat we je een definitief aanbod kunnen doen, wordt er door de AIVD een veiligheidsonderzoek gedaan.
stage. Wij bieden uitstekende mogelijkheden voor stages en afstudeerprojecten. Houd er rekening mee dat je door de AIVD gescreend wordt voordat je kunt beginnen en dat dit acht weken kan duren. Mail naar
[email protected] of bel (0546) 54 57 99. Talenten met een passie voor complexe technologie kijken op thefuturehasarrived.nl. Nu, niet morgen.
N! 6 1-6 drukker.indd 20-21
1-6-2011 13:10:34
carriere
Afstuderen Ramon van Voornveld Tegenwoordig is een wereld zonder halfgeleider devices ondenkbaar. LED verlichting, mobiele telefoons en zonnecellen zijn enkele voorbeelden van de bijna oneindige lijst met toepassingen waarin halfgeleider materialen gebruikt worden. In de ICT wordt data elektronisch verwerkt (door transistoren), optisch verstuurd (via glasvezel) en magnetisch opgeslagen (op hard disk solid state disk drives). Het implementeren van deze functionaliteiten in een enkel materiaal kan leiden tot energiezuinigere en kleinere devices. Halfgeleiders zijn het enige bekende materiaal dat deze eigenschappen kan combineren. De vakgroep Photonics and Semiconductor Nanophysics, oftewel PSN, richt zich op het (fundamenteel) onderzoek naar de eigenschappen van halfgeleidermateriaal op de nanoschaal.
STM Voor de bestudering van (half)geleidende materialen op de nanoschaal is een scanning tunneling microscoop (STM) een erg nuttig apparaat. Een STM gebruikt een atomair scherpe naald (de tip) die vlakbij een (half)geleidend oppervlak (het sample) wordt gebracht, zie figuur 1 op de derde pagina. Als een spanning aangelegd wordt tussen de tip en het sample kunnen daartussen elektronen tunnelen, resulterend in een nettostroom. De grootte van deze tunnelstroom is sterk afhankelijk van de afstand tussen het sample en de tip. Door de tunnelstroom constant te houden met behulp van een piëzo-elektrisch element en een feedback loop, kan een hoogteprofiel met atomaire resolutie van het sample verkregen worden, zie figuur 1. Naast deze topografische informatie kan elektronische informatie met dezelfde atomaire resolutie verkregen worden uit een spectroscopie meting (dI/dV).
Spin polarized STM Naast de topografische en elektronische informatie kan ook magnetische informatie verkregen worden tijdens een STM meting. Hiervoor gebruikt men een magnetische tip en een magnetisch sample. In dat geval bevat een spectroscopie meting
22 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 22-23
(dI/dV) een magnetische bijdrage die evenredig is met het (in) product van de magnetisaties van de tip en het sample. Het doel van mijn afstuderen was om dit zogenaamde spin polarized STM te observeren met de lage temperaturen STM (LT-STM) van de vakgroep PSN. Het ultieme doel van dit onderzoek is het meten van enkele spins in magnetisch gedoteerd halfgeleider materiaal.
Spin gepolariseerd tunnelen Voordat dit zover is, moet eerst worden aangetoond dat spin gepolariseerd tunnelen mogelijk is met de LT-STM. Hiervoor hebben we gekozen voor een sample-type dat intensief is bestudeerd door andere groepen, en waarvan de magnetische eigenschappen goed bekend zijn. Daarnaast kan dit sample in de toekomst gebruikt worden voor de karakterisatie van magnetische tips. Het sample oppervlak is een gestapt wolfraam (110) oppervlak, waar typisch 1 of 2 monolagen ijzer opgedampt worden. Door het sampleoppervlak te verhitten na het opdampen van ijzer, ontstaan alternerend enkele en dubbele lagen ijzer op het wolfraam(110) oppervlak, zie figuur 2 op de derde pagina. De stappen in deze figuur zijn een enkel atoom hoog, een terras is typisch 5-10 nm breed.
Vanuit de literatuur is bekend dat de enkele lagen ijzer een in-plane magnetisatie bezitten, terwijl de dubbele lagen ijzer een out-of-plane magnetisatie hebben, ten opzicht van het
"LED verlichting, mobiele telefoons en zonnecellen zijn enkele voorbeelden van de bijna oneindige lijst met toepassingen waarin halfgeleider materialen gebruikt worden." sample oppervlak. Dit is met pijlen aangegeven in Figuur 2. Om de magnetisatie van dit oppervlak te meten met de LT-STM zijn, zoals eerder vermeld, magnetische tips nodig. Een magnetische tip met een in-plane magnetisatie kan verkregen worden
door een conventionele wolfraam tip rond te maken en te coaten met ijzer (typisch 7 of 9 monolagen). Door de tip rond te maken (typische kromtestraal 100 nm), is het uiteinde van de tip bij benadering vlak, wat zorgt voor een in-plane magnetisatie van de dunne ijzer film op de wolfraam tip. Een dergelijke tip is schematisch weergegeven in figuur 2. Door deze tip over het oppervlak te scannen is het mogelijk verschillen in de in-plane magnetisatie van het sample waar te nemen. Een spectroscopiemeting (dI/dV) zal in dit geval 3 contrasten bevatten: een contrast veroorzaakt door een parallelle oriëntatie van de tip en samplemagnetisatie van een enkele laag ijzer, een contrast veroorzaakt door een antiparallelle oriëntatie van de tip in een enkele laag ijzer van het sample, en een derde contrast veroorzaakt door de loodrechte oriëntatie tussen de tip en een dubbellaag ijzer.
Magnetische meting In figuur 3, op pagina 24, is een typisch resultaat van een (magnetische) meting weergegeven. De linker figuur is een topografiemeting van het sampleoppervlak, waarin de verschillende hoogtes van de terrassen goed zichtbaar zijn. De rechter bovenhoek ligt in dit geval hoger dan de linker benedenhoek.
N! juni 2011 | 23
1-6-2011 13:10:46
De stapranden op het oppervlak zijn aangegeven met de blauwe lijnen. De rechter figuur is een dI/dV meting van hetzelfde oppervlak. In deze figuur is duidelijk te zien dat er drie verschillende contrasten zichtbaar zijn. De lichte en donkere gebieden komen overeen met de enkellagen ijzer. De lichte enkellagen komen overeen met een parallelle oriëntatie van tip en sample magnetisatie, de donkere enkellagen met een antiparallelle oriëntatie van tip en sample magnetisatie. De dubbellagen (met een contrast tussen beide enkellagen in) komen overeen met de loodrechte oriëntatie van tip en sample. Naast de stapranden (aangegeven door de blauwe lijn) zijn rode lijnen gebruikt om een overgang tussen een enkele en een dubbele laag ijzer aan te geven, en groene lijnen om een verandering van de in-plane magnetisatie richting op een enkele laag ijzer aan te geven. De groene lijnen kunnen dus in zekere zin beschouwd worden als domeinmuren. Om een en ander wat inzichtelijker te maken, zijn de mogelijke magnetisatie richtingen in het vlak (op de enkellagen ijzer) aangegeven met de zwarte en witte pijlen.
Would you like to work in Europe for world’s leading companies? Do you have a physics background? Then Xelvin is the right place for you! Figuur 1
Xelvin is specialized in engineering and
Conclusie
research positions on academic level being a preferred supplier for most leading international organizations located throughout the Netherlands. We help you find the perfect job with the company that suits you and offer you the opportunity to try different working environments, the freedom to expand your existing skills and experience. You will enjoy the variety and flexibility of different projects and you will get the best help in finding the right permanent job for you.
De met ijzer gecoate wolfraam tips zijn gevoelig voor de in-plane magnetisatie richting. Naast de met ijzer gecoate wolfraam tips zijn ook magnetische tips van bulk chroom vervaardigd. Deze tips hebben een out-of-plane gevoeligheid en tijdens mijn afstuderen heb ik met behulp van deze chromen tips ook veranderingen in de out-of-plane magnetisatie richting waargenomen. De conclusie is dat tijdens mijn afstuderen is aangetoond dat de LT-STM geschikt is voor spin gepolariseerde metingen met een sub-nanometer resolutie. Met met ijzer gecoate wolfraam tips is het mogelijk de in-plane magnetisatie richting van een sample te meten, en chromen tips zijn gevoelig voor de out-ofplane magnetisatie van het sample. Het sample dat tijdens de meting gebruikt is, kan voor toekomstige metingen gebruikt worden voor tip karakterisatie. Met het sample kan de gevoeligheid van een magnetische tip (in-plane of out-of-plane) bepaald
"Tegenwoordig is een wereld zonder halfgeleider devices ondenkbaar."
Currently we have the following vacancies: Figuur 2
• Plasma expert • Optical engineer • Thermodynamical / Fluidics engineer
worden. Daarna kan een sample met een onbekende magnetisatie richting gemeten worden. Na deze meting kan het ijzer/ wolfraam systeem nogmaals gemeten worden, om te zien of de magnetisatie van de tip veranderd is tijdens de meting. Afsluitend wil ik graag mijn directe begeleider Joris Keizer bedanken voor zijn uitstekende begeleiding tijdens mijn afstuderen. Verder mijn hartelijke dank aan Erwin Smakman, die zijn promotie in dit vakgebied gestart is toen ik drie maanden met mijn afstuderen bezig was en mij voortreffelijk heeft geholpen tijdens de experimenten.
• Materials engineer • Research engineer • Software / mathematical engineer • Experimental physicist
Figuur 3
— Door: Ramon van Voornveld (Van-der-Waalslid)
Hoevenweg 19 5652 AW Eindhoven T: +31(0)40-2910056 F: +31(0)40-2910238
24 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 24-25
www.xelvin.com
1-6-2011 13:10:58
sse
ne Trialrijden met Fi
Foto's
& e c a r n e r e i v a t Ba Trialrijden
seert elk Als traditie organi ee tw bestuur ieder jaar amde na ge zo n, ite ite activ n. ite bestuursactivite naar de top" "Finesse: subtiel ar al een heeft eerder dit ja geld. De schermclinic gere ditioneel tra tweede activiteit, t jaar di as w , er ot gr iets vertrokken an trialrijden. 19 m d richting vroeg in de ochten ar op een Enschede, om da in de fijne rre bergachtig zandte trialrijden t he n va es kneepj ijgen. Aan kr in de vingers te g kon da de het einde van e ronde lijk de re n iedereen ee stoer uitziet, rijden, wat er erg is te zien! zoals op de foto's
Batavierenrace Van der Ook dit jaar deed aan de Waals weer mee race. 25 en er vi jaarlijkse Bata n af de is re n ge sportievelin aarna ze in naar Enschede, w tafetteloop 3 ploegen een es t Enschede e van Nijmegen to is dit jaar 109 liepen. Het team meer dan 300 geworden van de pe prestatie! teams, een knap
26 | N! juni 2011 2010 september
N! 6 1-6 drukker.indd 26-27
N! juni 2011 | 27
1-6-2011 13:12:41
CARRIÈRE
De zoektocht naar de perfecte baan Afgelopen maand is het een half jaar geleden dat ik bij DSM in Geleen ben begonnen met mijn baan als Associate Scientist of Polymer Rheology, een mooi moment dus om terug te blikken hoe ik hier via heel wat omzwervingen terecht ben gekomen.
Afgestudeerd... en dan? Na het doorlopen van de middelbare school, waarbij ik ‘natuurlijk’ voor een bèta pakket had gekozen, heb ik op 15 december 2008, na eerst vier jaar HTS te hebben gedaan, dan eindelijk mijn felbegeerde papiertje gehaald. Tijd voor vakantie dacht ik zo. Na die drie maanden vakantie werd het dan eens tijd om na te denken wat ik wilde gaan doen: doorstuderen of toch gaan werken? Het is het laatste geworden, om de doodeenvoudige reden dat ik klaar was voor een volgende fase in mijn leven. Maar dan, waar zou ik graag willen werken? Dat was niet zo triviaal als dat het lijkt. Daarom heb ik een tijdelijk baantje aangenomen bij Medtronic om eens goed uit te zoeken wat ik wil en wat ik belangrijk vindt in een baan. Nou dit is ieder geval goed gelukt! Kort samengevat hield ik me vooral bezig met het invoeren van klachten en de verdere afhandeling daarvan. Hieruit kwam duidelijk naar voren dat ik geen baan wil waarbij je zelf niet hoeft na te denken en waarbij alles voor je geregeld wordt. Mijn werk moest dus duidelijk een uitdaging voor me zijn. Meer dan ik had verwacht mistte ik daarnaast het uitvoeren en analyseren van experimenten. Verder blijken al mijn stekels recht op te gaan staan van een hiërarchische structuur, iets wat mij hiervoor nog niet bekend was. Na mijn afstudeerproject, dacht ik wel genoeg te hebben gehad van de natuurkunde, maar door de tijd bij Medtronic bleek ik toch steeds meer natuurkundige trekjes te hebben….meer dan ik zelf had gedacht. Ik had al een beter zicht op wat ik in ieder geval niet zocht in een baan. Het werd tijd om eens serieus op zoek te gaan naar een baan. Na wat bedrijven gescreend te hebben kwam ik uit bij een interessante vacature van DSM. DSM? dat is toch die vervuilende fabriek ergens in Zuid-Limburg? Nee natuurlijk niet. Dat is het al lang niet meer. Maar het is toch ook een chemisch bedrijf, dus wat moet je daar dan als natuurkundige? Een heleboel, lees maar verder. (Goed) terug naar de vacature, kort samengevat: werk waar praktijk en theorie samenkomen en je wordt uitgedaagd om het maximale uit jezelf te halen. Hmm interessant, zou dit dan mijn droombaan kunnen zijn?
28 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 28-29
Tijdens de selectie periode heb ik met diverse mensen gesproken, van mijn directe collega’s tot de centermanager. Het eerste wat mij opviel was dat er een zeer vriendelijke sfeer hing. Op mijn vraag om mijn toekomstige lab te zien werd meteen positief gereageerd. Al met al had ik meteen een goed gevoel over deze werkomgeving.
te noemen. Om op deze vragen een antwoord te krijgen is het belangrijk om het reologische gedrag van de polymeren te doorgronden. Van belang zijn bijvoorbeeld de viscositeit en stijfheid van het materiaal, de morfologie, de ligging van de glasovergang, enzovoorts. Deze zaken kunnen via diverse technieken zoals onder andere Differential Scanning Calorimetry (DSC), Near Infrared Spectroscopy (NIR) , Dynamic Measurement Spectroscopy (DMS) en de diëlectrische spectrometer gemeten worden.
"... je wordt uitgedaagd om het maximale uit jezelf te halen. "
Een apparaat dat veel wordt gebruikt is DMS. Bij DMS wordt een kunststof opgesmolten waarop een sinusvormige mechanische spanning wordt aangelegd en de resulterende deformatie wordt gemeten. Vervolgens kan de viscositeit en stijfheid van het materiaal bij een bepaalde temperatuur en frequentie bepaald worden, waaruit je bijvoorbeeld weer iets over de verwerkbaarheid en stabiliteit van het materiaal kunt zeggen.
We zijn nu een half jaar verder en ja, het komt zeer dicht in de buurt van mijn droombaan: Het werk is uitdagend, er is genoeg ruimte om je verder te ontwikkelen (via cursussen), ieder project is weer anders waardoor je je nooit verveeld en – last but not least – er is een heel platte organisatie structuur met een vriendelijke atmosfeer waar je zo bij iedereen binnen kunt lopen om je vragen af te vuren.
Associate Scientist @ DSM Zoals als al eerder geschreven ben ik Associate Scientist of Polymer Rheology, maar wat betekent dit nu eigenlijk en waarom wordt een natuurkundige aangenomen als polymeer reoloog? Kort samengevat onderzoek je het gedrag van polymeren zowel in vaste fase als in smelt. Zozo en waarom is dit dan zo interessant om te weten? Nou voor van alles en nog wat, kijk op dit moment maar eens om je heen, grote kans dat je ergens iets van kunststof ziet staan. Het zit op de muren in de vorm van verf, je melkproducten zijn verpakt in karton met een kunststof laag erin, je auto zit er vol mee en ga zo maar door. Afhankelijk van de applicatie worden verschillende eisen gesteld aan een kunststof. Dit begint al bij de verwerking: "is het te verwerken?", "heeft de juiste eigenschappen om een dunne film van te maken?", "‘plakt’ het goed aan andere kunststoffen?", "hoe zijn de thermische en elektrische eigenschappen van het materiaal?", om maar iets
Een ander heel interessante meetmethode waar ik veel mee werk is de dielectrische spectrometer. Hiermee kan onder andere de diëlectrische constante, geleiding en weerstand van het materiaal bepaald worden, ook de glasovergang kan hier vaak mee bepaald worden, daarnaast kun je met dit soort metingen iets meer over de morfologie van het materiaal te weten komen. Het principe van deze methode is gebaseerd op het feit dat je als je het te meten materiaal tussen twee electrodes zet je een condensator creëert. Als je er een wisselspanning met variërende frequenties overheen zet, zal er een stroom gaan lopen die gemeten wordt en waaruit de complexe diëlectrische constante kan worden berekend. Hieruit kan weer de diëlectrische constante ε’, die we allemaal van de middelbare school kennen, en de verliesfactor ε’’ van het materiaal berekend worden. De diëlectrische constante ε’ is een maat voor de polariseerbaarheid van het materiaal onder invloed van een opgelegd electrisch veld en de verliesfactor staat voor alle energie verliezen die in het materiaal optreden bv. door het omklappen van ketendelen. Deze metingen zijn belangrijk voor onder andere GSM industrie waarbij met hoge frequenties gewerkt wordt.
Dit zijn maar twee voorbeelden waaraan ik gewerkt heb, er is een wereld van mogelijkheden binnen DSM voor natuurkundigen. Terugkijkend op mijn laatste paar jaar kan ik het iedereen aanbevelen om goed na te denken over de zaken die jij belangrijk vindt in een baan. Het heeft even geduurd voordat ik mijn perfecte baan heb gevonden, maar het is me gelukt! — Door: Kim van Buuren
Curriculum Vitae Kim van Buuren Geboren 1981 te Geleen
Opleidingen 2004-2008: Technische Natuurkunde, TU/e 2000-2004: Technische Natuurkunde, Hogeschool Zuyd in Heerlen 1998-2000: Atheneum, Albert Schweitzer in Geleen 1993-1997: MAVO, Albert Schweitzer in Geleen Functies 2010-heden: Associate Scientist, DSM in Geleen 2010: Complaint Handling Administrator, Medtronic in Heerlen 2009-2010: Medwerkster Customer Service, Medtronic in Heerlen Nevenactiviteiten 2008: Begeleidster Master Class "Human Body Signals" 2007: Begeleidster Interfacultair project
N! juni 2011 | 29
1-6-2011 13:12:43
activiteit
Liften naar München Het is 6.30 uur in de ochtend van 10 maart. De eerste koppels die de uitdaging aan durven naar München te liften, groeperen zich op het station in Eindhoven. De liftcommissie, de LiXi, heeft dit jaar in München een hostel geregeld voor de deelnemers. Degenen die het liften overleven en op tijd aankomen in München kunnen dan gebruik maken van dit hostel. Gelukkig werd er dit jaar meer gebruik gemaakt van het hostel dan vorig jaar.
De deelnemers Laat ik alle liftkoppels even voorstellen (willekeurige volgorde): Robert Hommes en Jelle Goertz: het eerstejaars team wat het geflikt heeft als tweede team heelhuids en op tijd voor het eten aan te komen in München; Thomas Reijnaerts (LiXi) en Paul de Brouwer (LiXi): Maarten van Drunen en Jori van Osch: dit keer wel op de dag van vertrek ook aangekomen op de eindlocatie; Jarno Riegman en Koen Deuss: in Eindhoven nog uitgezwaaid door Joris en Jessica die ze passeerden in een eerste liftauto; Joris Radermacher en Jessica Burger: hebben meer vertrouwen in liften dan in de NS. Ook zal ik diegene die met de auto zijn gegaan om mensen in het hostel in München op te vangen even voorstellen: Arjen Monden (LiXi), Dennis Loeffen (LiXi), Remco Poulus en Teun Minkels.
Vertrek uit Eindhoven Vanuit station Eindhoven zullen de liftkoppels vertrekken met de bus naar een gunstige liftlocatie in Eindhoven, om
30 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 30-31
vervolgens de reis liftend voort te zetten naar München. Bezwete, naar rook stinkende vrachtwagenchauffeurs noch vrouwen die er uit zien alsof ze niet kunnen rijden kunnen de koppels stoppen. Ze zullen hoe dan ook vanavond nog aan een heerlijk Münchner biertje zitten! Mijn partner was Joris. Ook bij ons was het de bedoeling van start te gaan om 6.30 uur. Tot Joris belde naar de LiXi om te vragen waar zij waren, omdat hij zelf bij Van der Waals stond. De commissie zei toen dat we niet moesten starten vanaf Van der Waals, maar vanaf station Eindhoven! Een goed begin is het halve werk, dus ik zag het al helemaal in het water vallen. Maar gelukkig is een goed begin maar de helft. De tweede helft ging een stuk beter. Natuurlijk hadden we vantevoren veel technieken bedacht om zo snel mogelijk een lift te krijgen. Het ging zelfs zo ver dat we hadden bedacht om bij verschillende automerken de politiek correcte krant omhoog te houden. Uiteindelijk hebben we bedacht dat de Duitsers bekend staan als zeer beleefd in de omgang, dus besloten wij een extra bordje te maken met ‘Bitte?!’ erop. Zelfs bij Nederlanders werkte het, want in Eindhoven zijn Joris en ik twee andere liftkoppels die langs de kant van de weg stonden met een bordje ‘Venlo’ gepasseerd
in een auto! Dat was de mooie start van de tweede helft.
Het liftavontuur Het vervolg wordt alleen nog maar mooier. Onze tweede lift was die bezwete, naar rook stinkende vrachtwagenchauffeur die ik al eerder noemde. En, zoals ook eerder genoemd, kon deze ons niet stoppen. We zijn bij hem ingestapt, met de waarschuwing dat als er politie in zicht zou zijn, dat Joris zich moest verstoppen. Het is namelijk verboden om met meer dan twee man in de cabine van een vrachtwagen te zitten, als daar maar twee stoelen in staan. Gelukkig kwamen we geen politie tegen. Wel zijn we flink omgereden. Onze smerige – doch aardige – chauffeur wilde in eerste instantie ergens stoppen, vanuit waar het voor ons echt onmogelijk zou zijn om een goede lift te kunnen scoren. Hij is toen speciaal voor ons voor ons Dortmund voorbijgereden om ons op een tankstation langs de snelweg af te kunnen zetten. Supah! De reis hebben we vervolgd in een dikke BMW, die ruim 200 kilometerper uur reed. Daarna zijn we bij een vrouwtje in haar bedrijfsauto gestapt. Ze moest wel onze paspoortnummers doorgeven aan haar bedrijf, alvorens ze ons mee mocht nemen. En als laatste was er nog een raar stel wat een super klein, schattig hondje, Ramses genaamd, op de achterbank had zitten.
Ons dieptepunt tijdens dit alles was een half uur zoeken naar een lift, wat voor andere groepjes – zo hoorden wij later – een toppunt geweest zou zijn. Maarten en Jori hebben het voor elkaar gekregen vijfeneenhalf uur op een lift te wachten. Dit laatste stel met hondje zou ons wel naar München rijden, dus ons geluk kon niet meer op! We gingen goed en hoopten als eerste aan te komen, maar zagen deze droom langzaam in duigen vallen toen we de borden München op de snelweg niet aanhielden. Nagelbijtend zijn we vervolgens nog het voetbalstadium van München voorbijgereden, bang dat we heel München voorbijgereden waren. De eerste afslag die daarop volgde, zijn we gedumpt in een woonwijk. Gelukkig konden we hier een trein nemen die ons naar de juiste halte aan de Mozartstraße bracht. Hier lag het hostel. Wat een opluchting, we hebben het gehaald!.
Aankomst in het hostel Joris en ik liepen het hostel binnen en belden de LiXi op om te vertellen dat we in de lobby stonden. Arjen en Remco ontvingen ons met de vreugdige mededeling dat wij het eerste liftkoppel waren dat was gearriveerd. Dit vroeg om een prijsje: een typische Duitse worst en een fles graanjenever. Na dit geweldige cadeau in ontvangst te hebben genomen, zijn we - uitgehongerd van het grote avontuur - gaan eten. Eenmaal terug duurde
N! juni 2011 | 31
1-6-2011 13:12:58
Een sterk netwerk 100% WERKONDERNEMERS CHAP > LANGDURIGE ARBEIDSRELATIE > INDIVIDUELE WINSTDELING > 1-op-1 CARRIÈRE COACHING > WERKZAAM IN EEN GESPECIALISEERDE, ONDERNEMENDE BUSINESSCEL > ENTREPRENEURIAL LAB
Figuur 2: De groep dappere mensen die het aandurfden een retrourtje München bij elkaar te liften!
A r j a n t e n C a t e 10 0% TMC werkonder nemer het niet lang meer voordat alle koppels gearriveerd waren. Wat een vreugde! Als tweede kwam het eerstejaarsteam bestaande uit Robert en Jelle aan. Hulde hiervoor! Zelfs Maarten en Jori hebben hun achterstand uiteindelijk goed gemaakt: ze hebben in een Porsche gezeten die met een snelheid van 240 km/u over de snelweg vloog en zodoende zijn ze– tegen ieders verwachting in – diezelfde avond nog aangekomen. Die avond hebben we met z’n allen in het hostel de mooie verhalen van de lange dag besproken onder het genot van een biertje. Hierna ging iedereen, vermoeid van het grote liftavontuur, naar bed. De volgende dag zijn we München gaan bekijken, want daar kwamen we toch uiteindelijk voor!
München Het is nog geen 12.00 uur op vrijdagochtend, wanneer in het centrum van München alle Duitsers al met pullen van minstens een halve liter gevuld met bier in de Biergartens zitten. Mooi gezicht is dat. Wij konden natuurlijk niet achter blijven en besloten te luisteren naar de kennis van de Duitsers die ons naar München gereden hadden. Meerdere liftkoppels hadden gehoord dat we ‘Russen’ moesten proberen: een soort Erdinger met een frisse nasmaak. Heerlijk! Ook hebben we wat cultuur meegepikt. Een kleine greep hieruit is een bezoek aan de Frauenkirche, het nieuwe stadhuis waar een klokkenspel klonk en last, but certainly not least, een bezoek aan BMW Welt! Hier ben ik verliefd geworden
op de BMW Individual. Zo’n mooie auto! Ook was er binnen BWM Welt nog een showtje te zien van een trialrijder. Hij reed met slechts z’n voorwiel de trap af; skills! Wat in München ook onder cultuur valt is de Augustiner Biergarten, waar we aan literpullen Augustiner bier hebben gezeten. De tweede dag hebben Maarten, Paul en Jelle de wedstrijd München – HSV gezien, waarvan de eindstand een prachtige 6-0 was. Hun dag kon dus niet meer stuk! Zelf ben ik met een paar anderen naar Dachau geweest: een concentratiekamp wat in 1933 door de Naziregering is opgezet. Dit was echt heel indrukwekkend. We hebben de barre omstandigheden waarin de mensen zich bevonden gezien, we hebben de slaapplekken gezien waar ze met 40 man op 10 bedden sliepen en we hebben zelfs in een gaskamer gestaan. Beangstigend. Om het goede verloop van dit lange weekend een mooie afsluiting te geven zijn we met z’n allen gaan eten bij een Italiaan. Dit was geregeld door de LiXi, die ik bij deze nog wil bedanken voor de organisatie van het mooie weekendje. Voor het eten is er nog geproost op een goede terugweg. Deze verliep niet bij iedereen even vlekkeloos, maar uiteindelijk lag toch iedereen zondagavond weer heerlijk in z’n eigen bedje! Zo hebben wij over het stukje Venlo – Eindhoven net zo lang gedaan als over het stuk München – Venlo. Onze dank gaat uit naar de NS… — Door: Jessica Burger (redactielid Van der Waals)
TMC Phys ics , het enige fysicahuis in Nederland, is gespecialiseerd in het inzetten van werkondernemers binnen de fysica competentie. Hiermee heeft TMC Physics een pionierspositie verworven in haar type dienstverlening met het inzetten van fysici op flexibele basis bij opdrachtgevers op locatie. Onze fysica werkondernemers zijn actief in research, development en engineering op onder andere de volgende gebieden: product & process modellering, vloeistof- en gasstroming, lasers & optica, materiaalkunde, dunne film technologie en nano technologie. Zij worden daarbij ondersteund door een team van account managers die zelf ook een opleiding in de natuurkunde hebben genoten.
Na mijn studie Technische Natuurkunde ben ik 14 jaar werkzaam geweest in de halfgeleiderindustrie (ASML, NXP). Een interessante en enerverende bedrijfstak. Als engineering manager van een waferfab had ik als ‘klant’ TMC al leren kennen als een prima organisatie, waar gemotiveerde en deskundige mensen werken. Toen ik zelf op zoek was naar ander werk was TMC voor mij een interessante optie. Een van de sterkste punten van TMC vind ik het netwerk; op twee manieren. Enerzijds is TMC succesvol geweest in het aangaan en onderhouden van relaties met een veelheid aan bedrijven en organisaties. Dit netwerk biedt nieuwe en interessante mogelijkheden. Daarnaast is er ook het interne netwerk. Bij TMC werken veel deskundige mensen met een grote diversiteit aan ervaring. Er is altijd wel iemand van je collega’s die je op een bepaald terrein verder kan helpen.
Onze klantenkring kenmerkt zich door diversiteit en varieert van (contracted) research tot systeemen productontwikkeling in verschillende sectoren waaronder: halfgeleiders, zonnecellen, medische systemen, defensie, olie & gas. TMC Physics heeft een bijzonder hoog opgeleid en internationaal karakter. Van onze werkondernemers is 90% academisch opgeleid, waarvan het merendeel een promotie succesvol heeft afgerond en ongeveer de helft van onze mensen heeft een buitenlandse nationaliteit. Een kleurrijke groep mensen verbonden door een gezamenlijke passie: fysica.
TMC Physics is een businesscel van TMC Technology, een member company van TMC Group N.V.. Sinds november 2006 heeft TMC Group N.V. een notering aan Alternext Amsterdam.
32 | N! juni 2011 TMC Phys ics B.V. Flight Forum 107 – Pos tbus 700 – 5600 AS Eindhoven – Tel. 040 239 2260 – Fax 040 239 2270 – info@ tmc.nl – www.tmc.nl N! 6 1-6 drukker.indd 32-33
1-6-2011 13:13:07
(Figuur 2). Dit doen we door met een zeer sterk gefocuste ionenbundel (van ongeveer een nanometer breed) een mild ionen-bombardement uit te voeren. Je blijkt hiermee zelfs zo veel grip op de relevante magnetische eigenschappen te krijgen, dat je geheel naar wens het energielandschap dat een domeinwand ‘voelt’ kunt aanpassen. Dit biedt ook zeer vele mogelijkheden voor nieuwe devices ‘beyond’ racetrack memory, en een aantal nieuwe ideeën zijn wij momenteel aan het uitzoeken.
WETENSCHAP
Razende bits Hoewel de harde schijf in je PC een schitterend staaltje van toegepast fundamenteel onderzoek is, heeft hij toch echt zijn langste tijd gehad. De snelheid van menig monstrueuze game machine wordt dramatisch beperkt door dit roterende magnetische schijfje. Onderzoek in de capaciteitsgroep Fysica van Nanostructuren (FNA) hoopt hier verandering in te brengen, door niet het opslagmedium maar de informatie zélf rond te laten draaien. Spintronica De uitvinding van een extreem gevoelige magnetische sensor, nu volop toegepast in alle harddisks, markeerde eind jaren 80 de geboorte van een heel nieuw vakgebied: dat van de spintronica. Normale elektronica maakt alleen gebruik van de lading van een elektron om informatie te transporteren (bijvoorbeeld: geen lading = 0, wel lading = 1). Het elektron heeft echter nog een handige eigenschap: spin. Simpel gezegd tolt een elektron om zijn eigen as en kan dit linksom (up) of rechtsom (down) doen. Twee toestanden dus: ideaal voor binaire informatie! Je kunt spins echter moeilijk individueel meten, en in de meeste materialen bevat een stroom van elektronen evenveel spin up als down elektronen. Dit is anders in ferromagnetische materialen zoals kobalt, ijzer en nikkel, waar er een ongelijke verdeling tussen up en down elektronen is: de stroom is ‘spin-gepolariseerd’. Dit vormt de grondslag voor veel interessant onderzoek én nieuwe toepassingen. Zoals hierboven beschreven is een magnetisch materiaal in staat een elektrische stroom te polariseren. Het omgekeerde effect blijkt echter ook te bestaan: een gepolariseerde stroom kan de magnetische toestand van een materiaal beïnvloeden! Om dit te illustreren gaan we even terug naar de data op een harde schijf: dit platte (ongeveer 10 nm dikke) magnetische schijfje is opgedeeld in hele dunne ringetjes (‘tracks’), een stukje van zo’n track is geschetst in Figuur 1(a). De magnetische track is opgedeeld in vele kleine gebieden, domeinen geheten. In ieder domein kan de magnetisatie twee richtingen op wijzen: ieder domein bevat dus 1 bit informatie. Deze domeintjes zijn ontzettend klein: typisch 10 nm (50 atomen!) breed. Veel kleiner is zelfs in theorie niet mogelijk! In een ronddraaiende harde schijf wordt deze track onder die supergevoelige sensor bewogen om de informatie uit te lezen. De afstand tussen de kop en de schijf is overigens ook maar zo’n 10 nm en de twee mogen elkaar nooit raken; het mag een wonder heten dat dit überhaupt werkt! Dit gaat dan ook nogal eens fout: kaboem, weg zijn je foto’s, films en stageverslag! Dat mechanische getol maakt alles er ook niet sneller op, dus
34 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 34-35
dat moet beter kunnen. Laten we daarom de leeskop vastlijmen op een vaste plek: niks beweegt fysiek, alleen moeten we de informatie zelf nu zien te verplaatsen. Nu blijk je dit te kunnen doen, simpelweg door een elektrische stroom door de track te sturen! Deze stroom raakt gepolariseerd in het magnetische materiaal, maar de polarisatie keert om bij elke overgang tussen twee bits. Op de overgangsgebieden tussen de bits, de zogeheten domeinwanden, verandert dus plotseling de netto spin van de stroom, en waar-oh-waar gaat die spin heen? Juist! Wegens behoudt van impulsmoment worden alle domeinwanden in de richting van de elektronenstroom geduwd, en dus wordt het informatiepatroon als geheel verschoven! (Figuur 1(b))
Racetrack Memory Op basis van dit principe wil IBM een geheugen gaan maken, met de pakkende naam Magnetic Racetrack Memory. Behalve de afwezigheid van roterende onderdelen en de in potentie veel hogere datasnelheden, heeft dit concept nog een heel groot voordeel: er is geen fundamentele reden om de racetrack op een plat vlak te leggen, zoals bij een harde schijf. In plaats daarvan kan de racetrack de hoogte in gebouwd worden, als een soort supersteile achtbaan. Je krijgt dus een extra dimensie waar je je informatie kwijt kunt, en dus een immens veel grotere opslagcapaciteit. Klinkt te mooi om waar te zijn, maar werkt het ook in de praktijk? Vooralsnog is alleen serieus met platte racetracks geëxperimenteerd, en ook daar zitten nog de nodige haken en ogen aan. Werk aan de winkel dus! Eén aspect waar ik, Jeroen Franken, de laatste tijd leuke resultaten heb geboekt, is controle verkrijgen over de precieze positie van een domeinwand. Als een domeinwand wordt voortbewogen door een elektrische stroompuls, is er een bepaalde willekeurigheid in de verplaatsing: je weet nooit precies waar hij uitkomt, en na een paar pulsen heb je dus werkelijk geen idee meer. Door zeer plaatselijk de magnetische eigenschappen van de racebaan te veranderen, kun je voorkeursposities creëren waar de domeinwand graag blijft hangen
Nanomagneten Een alternatieve manier om een domeinwand te laten hangen op de plek die jij wil, is door er een minuscuul magneetje bij te houden waar de domeinwand aan blijft vastplakken. De onlangs afgestudeerde Tim Ellis heeft laten zien dat dit te realiseren is, door een heel dun (~50 nm) magnetisch pilaartje bovenop een racetrack te planten (Figuur 3). Dit is niet alleen een vriendelijker alternatief ten opzichte van een ionenbombardement, maar ook het feit dat je zulke kleine magneetjes in elke vorm kunt groeien is uniek in de wereld en biedt vele nieuwe mogelijkheden. Stagiairs Christian Geurts en Mark van de Heijden zijn momenteel bezig dit ten volle uit te buiten.
Figuur 1: (a) bits in een magnetische track. Gebieden met verschillende magnetisatie worden gescheiden door domeinwanden. (b) De domeinwanden kunnen allemaal tegelijk verplaatst worden door een elektrische stroompuls.
"Dit vormt de grondslag voor veel interessant onderzoek én nieuwe toepassingen." Behalve onderzoek gericht op devices, is er ook een hoop spannende natuurkunde te ontdekken! De theorie die men aanvankelijk voor ogen had blijkt namelijk niet afdoende om experimentele resultaten te verklaren: naast behoud van impulsmoment blijken er andere, mysterieuzere, effecten te zijn van stroom op domeinwanden. De grootte van deze effecten lijken immens te variëren afhankelijk van wat voor materialen je gebruikt. Dit biedt leuke kansen voor onze onderzoeksgroep, omdat wij allerlei soorten materialen naar wens kunnen groeien. Collega Reinoud Lavrijsen (onlangs gepromoveerd) heeft laten zien dat, afhankelijk van de precieze laagdiktes van je materiaal, de richting van domeinwandverplaatsing zelfs kan omdraaien, dus tegen de elektronenstroom in! Afstudeerders Mark Hoeijmakers en Pascal Haazen werken momenteel aan verschillende experimenten om meer inzicht te krijgen in deze fenomenen.
Figuur 2: Magneto-optische plaatje van domeinen in 1 micrometer brede magnetische draden. Licht (donker) contrast stelt magnetisatie omhoog (omlaag) voor. Het informatiepatroon is stabiel dankzij lokale tuning van de magnetische eigenschappen door middel van een gefocuste ionenbundel. (door Mark Hoeijmakers)
Tot slot Promovendus zijn bij FNA heeft iets weg van een kind in een pretpark: je kunt doen wat je leuk vind, the sky is the limit. Je krijgt enorm veel vrijheid om eigen ideeën op te doen, en door de goede faciliteiten op ons eigen N-laag kun je ze ook meteen in de praktijk brengen. Als zo’n idee dan ook daadwerkelijk werkt, geeft dat een enorme kick.
Figuur 3: Magnetische nano-pillar van 50 nm doorsnede (boven). Wanneer deze op een racetrack gezet wordt, zorgt het door de pilaar opgewekte magneetveld ervoor dat de domeinwand blijft hangen (onder). (door Tim Ellis)
— Door: Jeroen Franken (Promovendus bij de vakgroep Fysica van Nanostructuren)
N! juni 2011 | 35
1-6-2011 13:13:11
Paul tegen Joris: “Zit je nou weer een spelletje te spelen?” Joris: “Niet weer, nog steeds!”
Koen met een literpul bier: "Je hebt veel, je hebt meer en je hebt dit."
Dames en Heren lezers,
Joris tegen Jessica die onder de tafel een bal pakt: "Ja, een secretaresse moet onder de tafel, goed zo!
Anneke tegen Anouk: "Wat voor kleur is je hond?" Anouk: "Zwart met wit en bruin." Anneke: "Wooow, dat zijn bijna alle kleuren!’"
Joep krijgt een Croy Dubbel met twee etiketten waarop Luuk zegt: "Het is niet voor niks een dubbel."
Mark H.: "Homofilie is de manier van de heer om overbevolking tegen te gaan." Erik: "Oh, ik dacht die tsunami’s."
Arjen over de nieuwe Superstring activiteit: “Koen wilde gaan forel vissen” Jessica: “Zeg je nu niet twee keer hetzelfde?“
Oplossing puzzel vorige N! In de N! nummer 5 ging het raadsel over de cipier die zijn gevangenen een kans geeft hun executie om te zetten in vrijlating, het analytisch vermogen van de veroordeelden onderschattend. De gevangenen worden op rij gezet en een blauwe of rode hoed opgezet, waardoor elke gevangene dus alleen de hoeden voor zich ziet. Van achter naar voren vraagt de cipier elke gevangene naar de kleur van de hoed op zijn hoofd, waar het lot correspondeert met de juistheid van zijn antwoord. Welke strategie bedenken de gevangenen in de tijd die ze vooraf is gegund zodat zo veel mogelijk de bijl ontlopen? De achterste in de rij heeft pech – hij kan slechts gokken, maar daarmee heeft hij wel de kans om informatie door te geven. Hij telt het aantal rode hoeden voor zich en als dat aantal even is roept hij “rood”, anders bij een oneven aantal
Kim: "Best jammer als een diersoort uitsterft, want dan kun je hem niet meer eten!"
rode hoeden “blauw”. De tweede van achteren kan dan door eveneens alle rode hoeden voor zich te tellen achterhalen of hij zelf een blauwe of rode hoed op heeft om het even/oneven aantal kloppend te maken en het juiste antwoord geven. De derde van achteren telt ook alle rode hoeden voor zich en beredeneert samen met het antwoord van #2 welke hoed hij op heeft. Zo kunnen 99 gevangenen hun vrijheid winnen. Dirk van den Bekerom, Luuk Heijmans, Taco Vader, Michel van Hinsbergen en Maarten Segregts zijn op deze oplossing gekomen, en uit eerlijke loting blijkt Dirk van den Bekerom de winnaar van een op afstand bestuurbare helikopter!
Puzzel Het is donderdagmiddag, dus tijd voor de Borrel! Het grote assortiment, voor velen een paradijs voor bierproeven, zorgt
Teun: "Ik heb hem net in de spiegel gezien en hij is niet meer zo sexy als hij vroeger was."
Jori: “Maarten, had je vanmorgen een kater?” Maarten: “Nee, maar ik werd wel wakker en dat was echt bizar!”
Paul Vugts op de Borrel: "Ik zie daar zo van die Chinezen zitten, en ik vraag me af: waar komen ze vandaan?"
bij anderen juist voor hersenbrekens teneinde het selecteren van een bier adequaat voor het momentele verlangen. Het rad biedt uitkomst door de keuze aan kans over te laten, maar wat als niet alle bieren in aanmerking komen? Stel iemand heeft zijn keuze beperkt tot n bieren, zij het een biersoort of een top-n lijstje, en wil de selectie hieruit op kans laten berusten. Bij gebrek aan een munt om op te gooien vindt hij een bierdopje, waarvan de kans op “kop” dan wel “munt” niet a priori bekend is. Hoe kan hij met het opgooien van het bierdopje een bier kiezen, waarbij elk van de n bieren met gelijke kans in aanmerking komt? Stuur je oplossing naar
[email protected]. Onder de goede inzendingen wordt 1 keer 3 Borrelbonnen verloot.
namens Brunel Engineering B.V. mogen ondergetekenden jullie de komende edities van N! voorzien van stof tot nadenken. Of in ieder geval een poging daartoe doen. Bij zowel het lezen als het schrijven van een column is het vaak balanceren op een zeer dunne lijn. De aandacht van de lezer is als een fragiel glazen beeld, het kan in no time versplinteren. De schrijver daarentegen moet waken voor overmoed in het geschrevene en het zoeken van de te makkelijke weg naar behaging van de lezer. De parallel met een ander soort tekst is snel gezocht en gevonden. Wanneer je als ambitieuze starter de schier oneindige mogelijkheden van de wereld die fulltime werken heet gaat verkennen, heb je vaak maar één mogelijkheid en kans om de keuzes en ervaringen die je hebt opgedaan te rechtvaardigen; je CV. Met dit curriculum vitae, letterlijk: ‘levensloopbeschrijving’, dat vaak ergens middenin een stapel concurrerende en qua inhoud identieke soortgenoten terechtkomt, dien je de interesse van je toekomstige superieur te wekken én belangrijker nog, te behouden. Om je te onderscheiden van je studiegenoten, met een (zeer) overeenkomend profiel en achtergrond, die tegelijkertijd met jou de arbeidsmarkt bestormen, dien je je eerste indruk te optimaliseren. Omdat het ons werk is om dagelijks allerhande CV’s in te zien en te beoordelen zijn we door schade en schande wijs geworden en kunnen concluderen dat een geschikte kandidaat verloren kan gaan in een eindeloze stapel. Dit met als oorzaak dat de schrijver zich niet heeft kunnen onderscheiden. Vaak wordt geprobeerd de lezer van (veel) te veel informatie te voorzien, waardoor door de bomen het bos niet meer gezien kan worden. Dit gaat vaak ook nog eens gepaard met een aantal andere doodzondes, zoals het niet optimaal inpassen van de chronologische volgorde van je activiteiten, fouten in de spelling, een slordige lay-out en ellenlange epistels over niet-relevante ervaringen. En voordat je het weet ligt je halfgelezen CV verfrommeld in een hoekje, niet genoeg indruk gemaakt om het einde te halen. Aan ons de taak om je de komende episodes van dit schrijven van tips te voorzien om dat te voorkomen. Als we je aandacht vast kunnen houden……. — Door: Tom Wessels (Accountmanager Brunel) & Daan van Hal (Recruiter Brunel)
36 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 36-37
1-6-2011 13:13:12
carriere
Externe stage China Twee maanden geleden vertrok ik naar Beijing om mijn externe stage te verrichten aan Tsinghua University, de beste (of een na beste) universiteit van China. Ik werk met een zeer nauwkeurige atomic force microscope, kortweg AFM, waarvan we de resolutie nog verder proberen te verbeteren.
De universiteit is in 1911 gebouwd op de grond van de voormalige keizerlijke tuinen. De rekenwonders onder jullie hebben nu natuurlijk al bedacht dat men dit jaar het honderdjarig bestaan viert. Dat klopt, het feest is morgen. Reden genoeg om de prachtige campus nog iets verder op te pimpen, China-style. Wat wil dat zeggen? Dat betekent dat er binnen een klein jaar enorme gebouwen uit de grond gestampt worden, dat de halve campus bedekt wordt met grasmatten en dat ieder bloemetje afgestoft wordt.
Beijing Na een geweldige BuEx Zuid-Korea wist ik dat ik terug naar Oost-Azië zou gaan. Omdat ik hoopte dat China de grootste cultuurshock zou opleveren, heb ik hier naar een stageplek gezocht. Hoewel na twee maanden wonen en werken in Beijing de cultuurshock nog steeds uitblijft, zijn me wel een paar verschillen tussen Beijing en Eindhoven opgevallen. Zo is het lastiger dan ik dacht om met mensen te communiceren. Met de promovendi in mijn lab lukt dat nog wel een beetje in het Engels, maar daarbuiten daalt de beheersing van die taal toch echt naar nul. Het feit dat de meeste restaurants een menu met foto’s hebben is dan tot nog toe ook mijn redding geweest. Afgezien van de smog (die vóór de Olympische Spelen nog veel erger was) en het overschot aan mensen, is Beijing een prachtige stad. Waar je in Eindhoven om twee uur ’s nachts uur rustig van Stratumseind naar huis fietst, struikel je in Beijing over de eetkraampjes en mensen. Ook is duidelijk dat de overheid haar best doet om het authentieke Beijing te bewaren (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Shanghai) door hoogbouw in sommige gebieden van de stad te verbieden.
38 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 38-39
De qPlus sensor Het werk dat ik hier doe draait allemaal om de AFM/STM opstelling in mijn lab. Deze opstelling, die zich in ultra high vacuüm (<10-13 bar) bevindt en gekoeld kan worden tot 2 K, kan opereren onder een magneetveld van 8 Tesla. Wat deze microscoop uniek maakt, is het gebruik van een zogenaamde qPlus sensor.Conventionele AFM’s hebben een cantilever (een wipje, meestal gemaakt van silicium) dat een tip met een amplitude van zo’n tien nanometer op en neer beweegt boven een sample. Aangezien de meeste informatie uit de ‘short-range’ krachten van het oppervlak gehaald kan worden moet het sample tot enkele Ångström benaderd worden. Je voelt ‘m al aankomen,
"Het feit dat de meeste restaurants een menu met foto’s hebben is dan ook tot nog toe mijn redding geweest." zwaaien met tien nm en dan details van enkele Ångström interpreteren is niet ideaal. Toch is deze grote amplitude nodig, onder meer om te voorkomen dat de tip door de aantrekkende krachten naar het oppervlak springt en daar blijft zitten. Franz Giessibl (Universiteit van Regensburg) heeft daar een tijdje terug iets op gevonden, namelijk het gebruik van een quartz cantilever, vergelijkbaar met het het quartz kristal dat je in veel polshorloges vindt, om de zogenaamde qPlus sensor te
fabriceren. Omdat quartz veel stijver is dan silicium kan het met veel kleinere amplitudes (enkele Ångström) oscilleren zonder naar het oppervlak te springen. Quartz heeft ook nog enkele andere voordelen, zo is het piëzoelektrisch en heeft het een zeer kleine thermische uitzettingscoëfficiënt. Naast de verbeterde AFM-resoluties zorgt de kleinere amplitude er ook voor dat het gelijktijdig uitvoeren van STM-metingen mogelijk is. De tip is namelijk gedurende een langere tijd dicht genoeg bij het oppervlak, waardoor er gedurende een langere tijd tunnelstromen kunnen lopen. Omdat ze hier in China ook graag zo’n gave nauwkeurige AFM/STM willen hebben heeft men deze opstelling hier ook gebouwd. Hoewel er al enkele zeer indrukwekkende resultaten behaald zijn (dit was de eerste AFM in China die het Si(111)(7x7) oppervlak op atomische resolutie in beeld wist te brengen) zijn er nog een aantal dingen te verbeteren, en daarin speel ik een rol. Zo heb ik de laatste tijd gewerkt aan een methode om de qPlus sensor te karakteriseren, en probeer ik de interpretatie van de meetgegevens te verbeteren.
De vakgroep De vakgroep waarin ik werkzaam ben is niet echt gewend buitenlandse studenten te gast te hebben. Toevallig ben ik hier gelijktijdig met een Deense promovendus (waarmee ik een appartement deel), maar samen zijn we sinds vijf jaar de eerste buitenlanders die deze groep bezoeken. De studenten in mijn lab waren volkomen verrast door mijn komst (iets wat met een mailtje van de professor verholpen had kunnen worden, maargoed). Ze hadden dan ook geen idee wat de bedoeling was en wat ze met me aan moesten. Het heeft dan ook even geduurd voordat ik een concrete opdracht los kreeg. Ik ben er
ook nog steeds niet in geslaagd om een pasje te krijgen om in het lab te komen, dus gebruik ik mijn Van-der-Waalsledenpasje op een heel onconventionele manier om de deur te openen. De werkcultuur in deze vakgroep is anders dan ik gewend was, want hoewel er in China doorgaans niet zo gek hard gewerkt wordt is dat hier wel anders. Met het begin van de dag (rond half elf het lab binnendruppelen) heb ik niet zo veel problemen, het feit dat er vervolgens tot ten minste 2 uur ’s nachts doorgewerkt wordt vind ik wat minder. Als dat dan ook nog eens zeven dagen per week gebeurt en de vakanties worden overgeslagen, is dat toch een stukje cultuur wat we wat mij betreft in Eindhoven niet hoeven over te nemen. Gelukkig realiseren ze zich wel dat ik in mijn vier maanden Beijing nog graag iets anders zie dan de binnenkant van een lab, dus ik neem lekker de weekenden vrij om iets van deze prachtige stad te zien. Buiten de werkuren kleven er nog wel wat nadelen aan een stage in Beijing, de begeleiding laat nogal wat te wensen over (lees: is afwezig), er wordt erg inefficiënt gewerkt, Beijing stinkt en er wonen ongeveer drie keer teveel mensen. Toch ben ik erg blij met mijn keuze. Ik heb de kans gekregen in een opkomend land als China te leven en met mijn eigen ogen te zien hoe China er nou echt uitziet. Eind juni zal ik mijn stage in China afronden en gedurende de maand juli ga ik de toerist uithangen in de rest van China. Begin augustus zal ik dan bruin gebronsd van de Chinese zon terugkeren om al die verhalen met jullie te delen die te pikant waren voor de N!.
— Door: Jan Cortenbach (Van-der-Waalslid)
N! juni 2011 | 39
1-6-2011 13:13:21
INTERVIEW
Van onderzoek naar organisatie Carrière maken. Voor sommige een vieze uitdrukking, voor andere het ultieme doel. Meer verantwoordelijkheden, een hoger salaris, meer status, leidinggeven, zomaar wat antwoorden op de vraag waarom iemand carrière wil maken. Maar geldt dit ook voor een carrière in de wetenschap? En hoe ziet deze loopbaan er eigenlijk uit? Vijf wetenschappers, allemaal op een ander punt in hun wetenschappelijke carrière, komen aan het woord.
Promovendus Na afronding van de masteropleiding start de wetenschappelijke loopbaan als promovendus (zie kader). We vroegen Michel van Hinsberg naar zijn voornaamste reden om te gaan promoveren: “Diepgang. Het onderzoek van mijn afstuderen is te fundamenteel voor het bedrijfsleven. Ik zou binnen het bedrijfsleven niet verder kunnen gaan met het soort onderzoek wat ik nu aan het verrichten ben.”
"Diepgang. Het onderzoek van mijn afstuderen is te fundamenteel voor het bedrijfsleven." Michel is momenteel promovendus binnen de vakgroep Turbulentie en werveldynamica (WDY), waar hij ook zijn afstudeeronderzoek heeft verricht. “Het onderzoek gaat over deeltjes in turbulentie, bijvoorbeeld: regendruppels in wolken. Specifiek zijn we geïnteresseerd in botsingen tussen deeltjes en hoe gravitatie en afschuiving hier effect op hebben. Om dit te onderzoeken gebruiken we uitgebreide computersi-
40 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 40-41
mulaties.Deze uitgebreide simulaties zijn nodig om de grote range van verschillende schalen in turbulentie te kunnen beschrijven. Zelfs op de grootste supercomputers kan maar een klein deel van de schalen worden opgelost die typisch van belang zijn in dit soort problemen. Dit is slechts één van de vele complicaties.” Hoe zou jij carrière maken in de wetenschap willen omschrijven? “Uitdagend, omdat je van te voren niet weet hoe je onderzoek zal verlopen en of het succesvol zal zijn.” En wat zijn je ambities in de wetenschap? “Om met behulp van mijn wiskunde achtergrond tot nieuwe inzichten te komen in de fysische problemen waaraan ik werk.”
Postdoc Na het promotietraject kan de kersverse doctor de wetenschappelijke loopbaan vervolgen door post-doctoral (postdoc) onderzoeker te worden. Het aantal beschikbare posities is echter beperkt, getuige ook de cijfers van onze eigen faculteit. Op dit moment zijn er 33 postdocs werkzaam ten opzichte van 156 promovendi. Meestal vind de eerste postdocpositie niet plaats op dezelfde universiteit als waar men is gepromoveerd. Harm Knoops heeft echter besloten een postdoc te gaan doen bij de groep waar hij ook promoveert, namelijk Plasma & Materials Processing (PMP). We vroegen
hem wat zijn voornaamste keuze was om in de wetenschap te blijven. “Ik wil graag iets met onderzoek doen en in de regio blijven werken. Nou wordt er veel geld gestoken in zonnecelonderzoek in de regio en kreeg ik de mogelijkheid een postdoc te doen in deze richting. Ik hoef niet perse in de wetenschap te blijven, maar vind het vooral belangrijk dat ik in een leuke en uitdagende omgeving werk." "Het doel van mijn promotieonderzoek is uit te zoeken of je met ALD (Atomic Layer Deposition, een techniek om dunne films te maken) een vaste stof batterij op een chip kunt maken. Daartoe hebben we ALD processen ontwikkeld voor de materialen die in een normale batterij zitten zoals metalen en Li-houdende materialen. Met in-situ diagnostieken hebben we ook de reactiemechanismes van deze processen onderzocht. Verder hebben we met simulaties en experimenten aangetoond dat we de lagen in de vereiste 3D-structuren kunnen maken.” Ook aan Harm de vraag hoe hij een carrière in de wetenschap wil omschrijven en wat zijn ambities zijn. “Publiceren en presenteren. Ik denk dat je carrière maakt in de wetenschap als mensen je kennen en je respecteren. Dit doe je door relevant werk te doen, dit helder op te schrijven (zodat het ook gelezen wordt), en het ook op internationale conferen-
ties te presenteren. Je moet weten wie de belangrijke mensen zijn in je gebied. Verder wil je natuurlijk zorgen dat je een goede staat van dienst hebt, een waardevol lid van je groep bent en zorg dat mensen het prettig vinden om met je om te gaan. Mijn postdoc project duurt zes maanden en ik weet nog niet precies wat ik daarna ga doen, maar ik ben graag de beste. Verder vind ik het leuk om iets te doen wat de maatschappij helpt, dus bijvoorbeeld iets met groene energie.”
Universitair docent Na enkele jaren ervaring opgedaan te hebben als postdoc is de volgende stap in de wetenschappelijke ladder de positie als universitair docent (UD). Aanstelling vindt plaats in een zogenaamde UD-Tenure Track (zie kader). Het is hierbij de bedoeling dat jong talent zich binnen een aantal jaar ontwikkelt tot een breed ontwikkelde UD, met de potentie en de wil om UHD te worden. Een van de zaken die in dit stadium steeds belangrijker worden is het zorgen voor (externe) geldstromen. De overheid helpt jonge onderzoekers met het programma Vernieuwingsimpuls. Dit biedt jonge excellente onderzoekers de kans naar eigen inzicht vernieuwend onderzoek te doen. Er zijn drie subsidievormen: de Veni-subsidie (voor jonge gepromoveerde wetenschappers), de Vidi-subsidie (voor
ervaren postdocs) en de Vici-subsidie (voor zeer ervaren onderzoekers). Peter Bruggeman, UD bij de vakgroep Elementaire processen in gasontladingen (EPG), heeft recentelijk een Veni-beurs toegewezen gekregen voor zijn onderzoek.
"Een carrière in de wetenschap geeft je de mogelijkheid om steeds nieuwe horizonten op te zoeken." “Ik bestudeer plasma`s (geïoniseerde gassen) op atmosfeerdruk die kunnen ingezet worden voor sterilisatie, wondgenezing, chemische conversie en gas- en waterreiniging met een focus op de fysica en chemie van deze plasma`s. De toepassingen, die steeds een multidisciplinair karakter hebben, worden in samenwerking met collega`s uit andere vakgebieden en uit de industrie uitgewerkt en onderzocht. We werken bijvoorbeeld samen met onder andere het brandwondencentrum voor plasma wondgenezing en de faculteit scheikundige technologie”. Ook Peter omschrijft
een carrière binnen de wetenschap als uitdagend. “Een carrière in de wetenschap geeft je de mogelijkheid om steeds nieuwe horizonten op te zoeken. Het onbekende verklaren en daarmee een bijdrage leveren aan de maatschappij door de toepassingen die voortvloeien uit je onderzoek. Dit is waarom een carrière in de wetenschap me zo aanspreekt.” Wat ervaar je als het grootste verschil tussen je werkzaamheden als postdoc en UD? “Als postdoc kon ik niet alleen zelf in grote mate mijn onderzoekslijn bepalen maar ook nog tot in alle detail uitvoeren. Als UD ontwikkel je natuurlijk nog sterker je eigen onderzoekslijn maar voor de gedetailleerde uitvoering vervul je meer een tweederangsrol daar de promovendus of promovenda op dit vlak in de meeste gevallen de hoofdrol speelt.Een verschuiving van onderzoek naar organiseren. Het grote voordeel als UD echter is dat je op meer onderwerpen tegelijk kan werken wat tot een ruimere en bredere kennis van je vakgebied leidt. Daarbij komt natuurlijk als UD ook je grotere betrokkenheid in het onderwijsgebeuren.” Als laatste vroegen we Peter wat zijn ambities in de wetenschap zijn. “Een bijdrage leveren aan nieuwe wetenschappelijk inzichten in de plasmafysica/ chemie en daarmee ook een impuls geven aan plasmatoepassingen.”
N! juni 2011 | 41
1-6-2011 13:13:22
Universitair hoofddocent Als je meerdere jaren ervaring hebt als postdoc of universitair docent kun je worden aangesteld als universitair hoofddocent (UHD). In deze functie zal de focus zich nog meer verschuiven van onderzoek naar organiseren. We vroegen Martijn Kemerink, UHD bij de vakgroep Moleculaire Materialen en Nanosystemen (M2N), zijn visie op carrière maken in de wetenschap. “Talent en toeval. Talent behoeft geen toelichting; dit is – uitzonderingen daargelaten – een conditio sine qua non. Toeval omdat het aantal vaste aanstellingen dat per jaar te vergeven is, veel kleiner is dan het aantal geschikte kandidaten. Elke to-bemember-of-staff (behalve een enkel evident genie) moet dus op het juiste moment op de juiste plek zijn. Enige durf om het toeval een kans te geven helpt.” Zou je in een paar zinnen je huidige onderzoek willen omschrijven? “We proberen het gedrag van organische halfgeleiders, en dat van devices die daarop gebaseerd zijn, te doorgronden en te sturen. Omdat in deze materialen en devices typisch meerdere lengteschalen van belang zijn bestuderen we ze met een combinatie van ‘globale’ technieken, waarmee we het ‘bulkmateriaal’ dan wel het gehele device proben, en locale technieken, waarmee we inzoomen tot op nanometerniveau.”
"Elke to-be-memberof-staff (behalve een enkel evident genie) moet dus op het juiste moment op de juiste plek zijn." Wat vind je het leukste en het minst leuke aan je werk als UHD? “Leuk: (in willekeurige volgorde) hard bevochten mooie resultaten en nieuwe inzichten, college geven (ook al is de onderwijsvorm ‘college’ achterhaald) en werken met gemotiveerde, creatieve en slimme studenten/collega’s. Niet leuk: proposals schrijven, onvoldoende tijd voor
42 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 42-43
promovendi tijdens onderwijsperiodes, tentamens maken en nakijken. Wat zijn je ambities in de wetenschap? “Mooi onderzoek doen, me daarin blijven vernieuwen. Dat geldt ook voor het geven van onderwijs. Combineren van intellectuele bevrediging en relevantie voor samenleving/toepassingen. Ik ben overigens ook niet ongevoelig voor erkenning.”
Hoogleraar De laatste stap in de wetenschappelijke carrière is de benoeming tot hoogleraar. Een hoogleraar, ook wel professor genoemd, is gepromoveerd, heeft wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan en heeft het nodige gepresteerd op het gebied van onderzoek. Een hoogleraar geeft meestal ook les en hij geeft leiding aan een vakgroep. Het verschil met een U(H)D is de bewezen capaciteit om een onderzoekslijn (van proposal via financiering, opbouw, en uitvoering tot afronding via publicaties en conferentiebijdragen) op te zetten. “Ontdekken en overdragen”. Zo omschrijft Bert Koopmans, hoogleraar van de vakgroep Fysica van Nanostructuren (FNA), een carrière in de wetenschap. “Eerst in eigen kring op creatieve wijze tot nieuwe inzichten komen en vervolgens de resultaten op allerlei niveaus uitdragen. Aan vakgenoten wereldwijd en studenten, maar ook aan onderzoeksfinanciers, de politiek én aan het brede publiek. Dat schept weer de inspiratie en financiële middelen om je in nieuw onderzoek te kunnen verdiepen.” “Ons onderzoek is gericht op onderzoek aan nieuwe concepten op het gebied van ‘spintronica’ en magnetische nanostructuren. Spintronica is een nieuwe vorm van elektronica waarbij de ‘spin’ van het elektron (het magnetische moment t.g.v. de tollende beweging) een essentiële rol speelt. Een gebied met een breed toepassingsgebied, variërend van harde schijven en revolutionaire geheugen chips, tot sensoren voor biomedische en automotive toepassingen. Alles gebaseerd op erg spannende fysica!” Ook Bert Koopmans de vraag wat het leukste en het minst leuke aan zijn werk als hoogleraar is? “Het leukste zijn
het gevoel van euforie als een nieuwe vinding is gedaan en de weg erheen; bij een universiteit is de opleiding van de studenten en onderzoekers een essentieel ingrediënt van zowel het succes als van de bevrediging die het oplevert. Dit samen geeft mijn functie een enorme breedte, waarin het helpen van een eerstejaars met een instructieopgave in de agenda moet (mag!) concurreren met de lobby voor een miljoenenproject. Keerzijde is de tijdsdruk die daardoor soms ontstaat. Op basis van ervaring iets met wat minder voorbereiding doen kan leuk zijn, maar soms ook frustrerend, en uiteindelijk beland je in een situatie dat je door de drukte je studenten en medewerkers niet altijd de feedback en betrokkenheid kunt bieden die je eigenlijk zou willen. Dat kan vervelend zijn.”
"Alles gebaseerd op erg spannende fysica!" Als laatste vraag; wat zijn je ambities in de wetenschap? ”Een op internationaal topniveau florerende onderzoeksgroep in combinatie met (en dankzij!) een sociaal aangenaam klimaat erbinnen. In mijn intreerede verwoordde ik dat ooit als: Soms hoor ik een student: ‘Ik koos voor jullie groep om het uitdagende onderzoek – maar ook om de goede sfeer’. Dan ben ik even gelukkig – in Wonderland.”
Tot slot Ontdekken en overdragen, talent en toeval, publiceren en presenteren, maar vooral uitdagend. Samenvattend zouden we zo een carrière in de wetenschap dus kunnen omschrijven. En ondanks dat het zwaartepunt gedurende de loopbaan verschuift van onderzoek naar organisatie, lijkt de passie voor de natuurkunde te blijven. — Door: Paul Janssen (Bestuurslid VENI) i.s.m. Michel van Hinsberg, Harm Knoops, Peter Bruggeman, Martijn Kemerink en Bert Koopmans
Promovendus
Universitair docent (UD)
De belangrijkste taak van de promovendus is het verrichten van en publiceren over wetenschappelijk onderzoek, om zo een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis en inzichten op een bepaald onderzoeksgebied. De promotie wordt na vier jaar afgerond met het schrijven van een proefschrift en het behalen van de doctorstitel. Binnen de wetenschappelijke loopbaan vormt de functie van promovendus de basisopleiding tot wetenschappelijk onderzoeker.
De universitair docent vormt, samen met de universitair hoofddocent en de hoogleraar, de kern van de wetenschappelijke functie. Een universitair docent is een zelfstandig functionerende wetenschapper binnen een capaciteitsgroep, met een eigen onderzoeks- en onderwijsopdracht. Binnen de wetenschappelijke loopbaan is de UD-functie de functie, waarin een wetenschapper zich ontwikkelt van een beginnend wetenschapper tot een ervaren en allround wetenschapper.
Postdoc
Universitair hoofddocent (UHD)
Net als bij een promovendus is het doel van de postdocfunctie het verrichten van en publiceren over wetenschappelijk onderzoek. De wetenschapper verbreedt en verdiept zijn onderzoeksvaardigheden en onderzoeksterrein. Van de postdoc wordt echter veel meer zelfstandig verwacht. Deze functie beslaat meestal een periode van enkele jaren en kan daarna leiden tot aanstelling in een Tenure Track, waarbinnen doorgegroeid kan worden naar universitair (hoofd)docent.
Een UHD heeft, meer dan de universitair docent, een initiërende rol bij onderzoek en onderwijs, op een eigen breed of specialistisch onderzoeksgebied. Bij het wetenschappelijk onderzoek heeft de universitair hoofddocent als doel het initiëren, verwerven en verrichten van wetenschappelijk onderzoek op het eigen brede of specialistische onderzoeksgebied.
Tenure Track
Een hoogleraar excelleert in een bepaald vakgebied en is meestal belast met de leiding van een vakgroep. Hij of zij is de drager van een strategisch gebied, met een leeropdracht in onderwijs en onderzoek en wordt aangesteld voor onbepaalde tijd. Het verschil met een U(H)D is de bewezen capaciteit om een onderzoekslijn (van proposal via financiering, opbouw, en uitvoering tot afronding via publicaties en conferentiebijdragen) op te zetten.
Bij de TU/e wordt een beginnend universitair (hoofd)docent aangesteld in een zogenaamd Tenure Track systeem. Doel van het Tenure Track systeem is het aantrekken en ontwikkelen van wetenschappelijk talent, door wetenschappelijk talent een duidelijk perspectief te bieden. Uitgangspunt is dat elke universitair docent in de Tenure Track wordt aangesteld met het doel om uiteindelijk UHD te worden.
Hoogleraar
N! juni 2011 | 43
1-6-2011 13:13:26
wetenschap
Angst voor kernenergie (on)terecht? 11 Maart 2011 werd Japan getroffen door een aardbeving met een kracht 9.0 op de schaal van Richter. Deze beving had een tsunami tot gevolg. De kernsplijtingsreactoren van Fukushima waren hier onvoldoende op voorbereid. De angst voor kernenergie is vijfentwintig jaar na Tjernobyl weer aangewakkerd bij veel mensen, terwijl kernenergie door anderen wordt gezien als een ‘groene’ vorm van energieproductie,en een ideale brug tussen nu en het moment dat kernfusiecentrales het levenslicht zien. Dit zou de toekomst moeten worden van energieproductie, maar is dit het risico wel waard? Figuur 1: Schematische weergave van BWR, onderdelen worden in de tekst verklaard.
Hoe werkt een kerncentrale? Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst kijken naar de werking van het type centrale dat werd getroffen. Fukushima maakte gebruik van ‘kokend water reactoren’ (BWR), dit type reactor is in de jaren vijftig ontwikkeld. Een BWR werkt vrij simpel, zoals schematisch te zien is in figuur 1. De in deze figuur gebruikte nummering komt overeen met de nummering in deze alinea. In de reactorkern zitten brandstofstaven van een materiaal dat geschikt is voor kernsplijting (bijvoorbeeld Uranium). Als een langzaam neutron een uraniumkern binnendringt, zorgt dit ervoor dat de kern uiteenvalt, waarbij er lichtere elementen en langzame neutronen ontstaan. Een deel van deze langzame neutronen zal weer een Uraniumkern treffen, de rest wordt afgevangen door neutronenabsorberende controlestaven 3 zodat de boel niet explodeert. Door de controlestaven3 hoger of lager tussen de brandstofstaven2 te schuiven (aandrijving5 vindt buiten het reactorvat plaats) wordt bepaald hoeveel warmte er vrij komt. Deze warmte zorgt ervoor dat het water van het bad waarin de brandstofstaven2 liggen gaat koken (het water wordt geroerd4 om gelijkmatige verwarming te garanderen). De hete stoom6 gaat vervolgens door een tweetal turbines8,9 die een generator10,11 aandrijven om elektriciteit aan het net18 te leveren. Als de stoom uit de generator komt wordt deze in een warmtewisselaar12,13 gecondenseerd om vervolgens (voorverwarmd14) weer terug te stromen7 in het reactorvat1. Omdat de brandstofstaven warmte blijven genereren is het van groot belang dat zelfs als de neutronen maximaal worden afgevangen zowel de koelwaterpomp16 van de warmtewisselaar als de pomp15 die het water terug in de reactor pompt, continu blijven werken. Zo, nu weten we hoe een centrale, laten we nu eens kijken wat er misging in Fukushima.Wat gebeurde er in Fukushima?
44 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 44-45
De centrales van Fukushima leken aanvankelijk bestand tegen de aardbeving en de daaropvolgende tsunami. De reactorkernen waren veilig afgeschermd en de mantel van de centrale had het natuurgeweld overleefd. De pompen waren echter wel beschadigd en door het gemis aan koelvermogen is de druk in de reactor te hoog geworden. Hierdoor hebben er explosies plaatsgevonden en is er radioactief materiaal in het milieu terecht gekomen. Bovendien was het niet mogelijk het radioactief bluswater op te slaan. Uiteindelijk is de ramp in Japan opgeschaald tot niveau 7, even zwaar als het ongeluk bij Tjernobyl vijfentwintig jaar geleden.
Nadelen aan energieopwekking Sinds Tjernobyl, en zeker sinds Fukushima gaan bij het grote publiek stemmen op om kernenergie helemaal af te schaffen. Duitsland heeft vele kerncentrales gesloten en in Nederland zijn er weerdemonstraties tegen kernenergie geweest. Wat er in Japan is gebeurd, is verschrikkelijk. Maar elke vorm van energieopwekking heeft nadelen. Centrales die fossiele brandstoffen verstoken, stoten veel CO2 uit en de fossiele brandstoffen raken op. Kolen zitten nog wel in de grond, maar een kolencentrale is erg vervuilend. Bovendien gebeuren in mijnen veel ongelukken. Maar ook aan veel vormen van groene energie kleven nadelen. Zo sterven er vele vissen wanneer ze door een stuwdam zwemmen. Bovendien is de bevolking van een gebied dat onder water wordt gezet meestal niet zo’n voorstander van een stuwdam. Om nog maar te zwijgen over dierenrechtenactivisten als er toevallig een zeldzame hamster rondloopt. Zelfs windmolens zorgen voor slachtoffers. In 2010 viel er in Canada een windturbine op het hoofd van een driejarig jongetje en tien jaar eerder verloor een Duitse parachutist het leven
toen hij in de wieken terecht kwam. Hierdoor ligt het dodental per gigawattjaar zo’n 200 keer hoger dan bij kernenergie. De organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO) heeft onderzoek verricht naar het aantal doden per gigawattjaar bij verschillende opwekkingsmethoden. Bij kernenergie
"Sinds Tjernobyl, en zeker sinds Fukushima gaan bij het grote publiek stemmen op om kernenergie helemaal af te schaffen." zijn dit er 0,048 volgens de officiële cijfers. Kolencentrales kosten 0,743 levens per gigawattjaar, en energie uit aardgas kost 0,195 levens per gigawattjaar. Verder heeft ExternE onderzoek verricht naar de totale kosten van de energie, waarbij rekening is gehouden met de maatschappelijke kosten door ongelukken. De kosten voor kernenergie bedragen 0,19 cent per kWh. Beduidend lager dan de kosten van energiewinning uit kolen (11,7 cent) of de zon (0,41 cent). Maar ja, als we als mensheid energie blijven consumeren zullen we nadelen voor lief moeten nemen. Het probleem blijft natuurlijk dat de nasleep van een ongeluk met een kerncentrale veel ingrijpender is dan met een andere centrale. Een gebied waar veel radioactief materiaal is neergekomen blijft jarenlang onbewoonbaar, verder worden radioactieve deeltjes door de wind verspreid waardoor vele oogsten
kunnen mislukken. Dit maakt kerncentrales een potentieel doelwit voor. De beveiliging van een kerncentrale moet dan ook optimaal zijn, zowel tegen natuurgeweld als tegen terrorisme.. In Nederland is er weinig kans op een aardbeving die voor grote problemen bij de centrale in Borssele kan zorgen, ook tegen een hoge waterstand zou Borssele beschermd moeten zijn. Toch is het nooit helemaal uit te sluiten dat er iets zal gebeuren waardoor de centrale van Borssele in de problemen zal komen. Een ander probleem van kernenergie is de productie van radioactief afval. Dit afval moet opgeslagen worden in vaten, die vervolgens veilig opgeslagen moeten worden. Dit maakt dat de huidige vorm van kernenergie geen oplossing heeft voor de lange termijn, maar tegen de tijd dat de kerncentrales die we nu gaan bouwen afgeschreven zijn is de tijd voor kernfusiecentrales aangebroken.
Een brug naar de toekomst Wat mij betreft is kernenergie in de huidige vorm een goede brug om het gat tussen nu en de komst van kernfusiecentrales op te vullen, het kabinet Rutte lijkt het hier mee eens te zijn. De vervuiling van andere vormen van energie is groter en bovendien kun je wel betere dingen met olie doen dan het te verbranden. Het is dan wel belangrijk dat zowel de media als de energiebedrijven eerlijke informatie naar buiten brengen, leven naast een kerncentrale is niet eng. Vraag maar aan de mensen die in Borssele wonen, die hebben meer last van een windmolen dan van de kerncentrale.
— Door: Arjen Monden (redactielid Van der Waals)
N! juni 2011 | 45
1-6-2011 13:13:28
colofon De N! is een periodiek, uitgebracht door de Studievereniging voor Technische Natuurkunde “Johannes Diderik van der Waals”, STOOR en de Alumnivereniging VENI. Alle drie de organisaties zijn verbonden aan de faculteit Technische Natuurkunde van de Technische Universiteit Eindhoven. Redactie Hoofdredactie: Paul Janssen (VENI) en Jori van Osch (VdW) Overige redactieleden: Jessica Burger, Don van der Drift, Paul Janssen, René Joosten, Thomas Lemmens, Joep van Lieshout, Arjen Monden, Martin van Mourik, Reinier van Mourik (allen Van der Waals), Marloes van der Heijden (STOOR), Loes van Zijp (VENI). Redactieadres: Redactie N! SVTN "J.D. van der Waals" Technische Universiteit Eindhoven kamer N-laag G0.01 Postbus 513 5600 MB Eindhoven Tel: 040-2474379 Fax: 040-2447035 E-mail:
[email protected]
ma 13 jun Tweede Pinksterdag Geniet van deze collegevrije dag!
di 14 jun
wo 15 jun
Excursie EPZ Deze dag gaan we een kijkje nemen bij EPZ
Eerstejaarsexcursie Een excursie speciaal voor eerstejaars naar Vanderlande
za 9 jul ma 20 jun
Adverteerders: Thales (pag. 2), Vanderlande (pag. 3), AG&AI (pag. 16), Enrichment Technology (pag. 20 en 21), Xelvin (pag. 25), TMC Physics (pag. 33), Brunel (pag. 37), TOPdesk (achterzijde) Ook adverteren? Neem contact op met
[email protected].
Tentamenweken Het begin van de vierde tentamenweken van het jaar.
Grote BuEx Deze dag vertrekken 19 dappere leden 3 weken naar Rusland en Oekraïne.
Oplage en verschijningsfrequentie De N! verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 1200 stuks. Grafisch ontwerp: Linda van Zijp, StudioLIN Graphic Design Drukkerij: Snep
Deze N! is mede tot stand gekomen dankzij de faculteit Technische Natuurkunde.
di 13 sep
ma 4 jul
ma 22 aug
Zomervakantie De start van de zomervakantie. Geniet ervan!
Introductieweek Deze week maken de nuldejaars kennis met het leven als student in Eindhoven.
Wisselings-ALV Tijdens deze ALV zal bestuur Finesse het stokje doorgeven aan hun opvolgers.
vr 16 sep Eerstejaarskamp Op dit kamp kunnen de eerstejaars kennis maken met elkaar en het nieuwe bestuur.
kijk voor een actueel overzicht op: www.vdwaals.nl/agenda.php of op www.veni.nl
46 | N! juni 2011
N! 6 1-6 drukker.indd 46-47
N! juni 2011 | 47
1-6-2011 13:13:29
Je kunt je werk zo uitdagend maken als je zelf wilt
Frank
Frank Ypma, TN’er, werkt bij TOPdesk op de afdeling Maatwerk. “Ik ben in 2003 begonnen aan de studie Technische Natuurkunde en in mijn bestuursjaar ben ik langs geweest bij TOPdesk. Een oud-lid van de studentenvereniging die bij TOPdesk werkte had monitors voor ons geregeld. Toen we die gingen ophalen dacht ik meteen ‘hier ga ik volgend jaar solliciteren voor een bijbaan’. De sfeer was zo los en open dat het direct klikte.” En hoe ervaar je die sfeer nu? “Het is een erg gezellige club, en je werkt met een diverse groep mensen aan hetzelfde product dat je ook nog eens zelf gebruikt. Er is wel een hiërarchie, maar dan zonder drempels: je zit allemaal in dezelfde ruimte, dus ook met je teamleider, en je gaat informeel met elkaar om. Verder is het een erg flexibele baan, ik werkte ongeveer 2 dagen in de week, maar als ik meer wilde werken kon dat ook. Nu ik net ben afgestudeerd kon ik fulltime gaan werken om wat geld te sparen.” Van bijbaan naar fulltimer, blijft het werk wel leuk? “Als je fulltime werkt bij TOPdesk kun je zelf meer inhoud aan jouw functie geven. Bij TOPdesk is namelijk veel ruimte voor initiatief. Als ik iets opmerk dat verbeterd kan worden, dan mag ik daar gewoon mijn project van maken. Zo leer je snel en kun je je werk zo uitdagend maken als je maar wilt.” Programmeren, uitdagend? “Ja, het klinkt zo suf: ‘Ik programmeer’, maar ik heb het erg naar mijn zin. En ook als je niet zo van programmeren houdt is er bij TOPdesk nog genoeg te doen! Ik kon al een beetje programmeren en ik ben daarom bij de afdeling Maatwerk aan de slag gegaan. Daar werk je aan afwisselende projecten voor klanten. Het is erg leuk om een tooltje dat jij maakt in de software terug te zien, dat stukje TOPdesk is dan echt van jou.” Is TOPdesk dé plek voor studenten Technische Natuurkunde? “TOPdesk is zelfs gestart door een TN’er en het heeft veel te bieden: flexibele bijbanen en startersfuncties waar je snel kunt groeien. Een baan bij TOPdesk en mijn studie vullen elkaar perfect aan. Aan de ene kant heb ik het analytische van de studie goed kunnen gebruiken bij het oplossen van problemen van klanten. Tegelijkertijd heeft de ervaring, zowel in het bedrijfsleven als met programmeren, me enorm geholpen bij m’n Masteronderzoek.” Zoek jij een leuke bijbaan of een uitdagende startersfunctie? Kom gerust op de koffie, want wij zijn altijd op zoek naar nieuwe collega’s!
Martinus Nijhofflaan 2, 2624 ES Delft t +31 (0)15 - 270 09 00 e
[email protected]
N! 6 1-6 drukker.indd 48
1-6-2011 13:13:31