2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
WINDESHEIMREEKS KENNIS EN ONDERZOEK
Zoeken naar woorden Praktijkgericht onderzoek naar levensbeschouwelijke communicatie in zorg en onderwijs
André Mulder
Lectoraat Theologie en Levensbeschouwing
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
Colofon Dr. A. (André) Mulder (2010)
Zoeken naar woorden. Praktijkgericht onderzoek naar levensbeschouwelijke communicatie in zorg en onderwijs
ISBN: 978-90-77901-31-1
Dit is een uitgave van Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090, 8000 GB Zwolle, Nederland Concept en vormgeving: WEDA, Leeuwarden Fotografie: Hollandse Hoogte Druk: NetzoDruk Zwolle
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
Zoeken naar woorden Praktijkgericht onderzoek naar levensbeschouwelijke communicatie in zorg en onderwijs
André Mulder
Lectoraat Theologie en Levensbeschouwing
29-09-2010
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
Zoeken naar woorden Praktijkgericht onderzoek naar levensbeschouwelijke communicatie in zorg en onderwijs
André Mulder
Lectorale rede, in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van het lectoraat Theologie en Levensbeschouwing aan de Christelijke Hogeschool Windesheim te Zwolle op dinsdag 5 oktober 2010.
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
Inhoudsopgave Inleiding: Zoeken naar woorden
7
1. Levensbeschouwelijke communicatie en hermeneutische competentie
13
2. Onalledaagse en alledaagse ervaringen: 21
3. Zoeken naar woorden in lopend onderzoek
29
4. Fenomenologie als uitdagend onderzoeksperspectief
35
5. Werk voor de toekomst
41
6. Woorden van dank
45
7. Literatuur
47
8. Curriculum Vitae
51
5 Inhoudsopgave
verwondering als vindplaats voor theologie
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
6
29-09-2010
12:27
Pagina
Zoeken naar woorden
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
Zoeken naar woorden… In 2007 ging dit lectoraat van start met de rede van Ruard Ganzevoort, De wijsheid op straat (Ganzevoort 2007). Hij onderstreept hierin dat levensbeschouwelijke communicatie geen activiteit is die uitsluitend is voorbehouden aan religieuze professionals zoals geestelijk verzorgers of predikanten, maar dat het vermogen tot levensbeschouwelijke communicatie onderdeel zou moeten zijn van de competentieset van vele professionals. Ook werkers in economie, zorg, politiek, media en onderwijs moeten kunnen reflecteren op waarden die in hun werk in het geding zijn in relatie tot de waarden die deel uitmaken van hun eigen levensbeschouwelijke identiteit. Ze moeten leren oog te hebben voor de levensbeschouwelijke tradities waarmee die waarden verbonden zijn. De professional zou in een plurale levensbeschouwelijke en religieuze context als de onze met betrokkenen in de werksituatie moeten kunnen communiceren over deze dragende waarden en overtuigingen.
Doel Doel van die communicatie is verheldering van de situatie in het licht van levensbe-
7
schouwelijke uitgangspunten - en dan gaat het om bewustwording van normatieve
ëren van respect voor de verschillende posities die betrokkenen kunnen innemen ten aanzien van levensbeschouwelijke elementen. In onze multireligieuze samenleving vervullen zo toegeruste professionals een belangrijke rol: ze zien pluraliteit niet zozeer alleen als een probleem, maar vooral als een kans waarin de eigenheid van de ander ook de mogelijkheidsvoorwaarde is voor de ontdekking en versterking van de persoonlijke identiteit. Levensbeschouwelijke communicatie gericht op de alteriteit van de ander draagt bij aan respectvol samenleven, aldus Ganzevoort.
Normatieve professionaliteit Windesheim maakt in zijn missie expliciet de keuze om in onderwijs en onderzoek normatieve professionaliteit (en burgerschap) te bevorderen. Via praktijkgericht onderzoek dat voldoet aan wetenschappelijke criteria, levert Windesheim een bijdrage aan normatieve professionalisering. De onderzoeksprogramma’s en onderzoekslijnen van de vijf kenniscentra van Windesheim (Zorg en Welzijn, Media, Technologie, Educatie en Ondernemerschap) worden mede in het licht van die kerndoelstelling vormgegeven. Binnen het kenniscentrum Educatie wordt normatieve professionaliteit omschreven als ‘het kunnen expliciteren, reflectief beschouwen en argumenta-
Zoeken naar woorden
elementen in beleving, denken en gedrag en het benoemen van de waarden - en het cre-
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
tief verantwoorden van een normatieve oriëntatie die als richtsnoer dient bij de uitoefening van een mensgericht beroep en die ook daadwerkelijk gestalte krijgt in de werksituatie’ (Smaling 2005). Normatieve professionaliteit vatten we op als een resultaat van permanent leren op basis van zelfreflectie. In dat proces stelt de professional steeds zijn eigen professionele handelen en zijn eigen normen kritisch ter discussie. Het lectoraat Theologie en Levensbeschouwing dat organisatorisch is ondergebracht bij het kenniscentrum Educatie, ziet het vermogen tot levensbeschouwelijke communicatie als een intrinsiek onderdeel van deze door Windesheim nagestreefde normatieve professionaliteit.
Inhoud van de rede In deze rede ga ik nader in op normatieve professionaliteit en levensbeschouwelijke communicatie die daarvan onderdeel uitmaakt. Ik zal laten zien op welke wijze normatieve professionaliteit samenhangt met levensbeschouwelijke communicatie en hermeneutische communicatie. Onderzoek verrichten naar hermeneutische communicatie is een continu proces van zoeken naar woorden. Pasklare concepten liggen niet
8
gereed. Dit heeft te maken met de eigen aard van de inhoud van die communicatie, omdat deze raakt aan existentiële vragen die onlosmakelijk verbonden zijn met zinge-
Zoeken naar woorden
vingsvragen en zingevingstradities (hoofdstuk 1). Het lectoraat Theologie en Levensbeschouwing ontwikkelt zich in zijn onderzoek naar levensbeschouwelijke communicatie in de richting van een religiehermeneutiek of cultuurtheologie als een variant van publieke theologie, waarin niet religieuze tradities het vertrekpunt zijn van de reflecties, maar de alledaagse ervaringen van mensen in de samenleving. Deze alledaagse ervaringen vormen een aangrijpingspunt voor zingevingsconstructie. Binnen het scala aan alledaagse ervaringen vraag ik in deze rede met name aandacht voor de ervaring van verwondering als mogelijke vindplaats voor theologie (hoofdstuk 2). Hoe het zoeken naar woorden op diverse terreinen doorwerkt in ons lopende lectoraatsonderzoek laat ik aansluitend zien (hoofdstuk 3). Levensbeschouwelijk onderzoek gebaseerd op ervaringen van alledag vraagt om passende onderzoeksmethoden. Methoden die aansluiten bij een fenomenologische benadering zijn in mijn ogen veelbelovend (hoofdstuk 4). Ik sluit af met enkele toekomstige projecten van ons lectoraat: een vooruitblik (hoofdstuk 5).
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
Stotteren De titel van deze rede komt voort uit een gesprek over stotteren en stottertherapie.1 Oppervlakkig gezien lijkt het zo dat stotteraars in hun pogen te spreken zoeken naar woorden. Het onvermogen tot spreken lijkt vooral een technisch vaardigheidsprobleem, en zo wordt het door reguliere therapieën ook vaak gezien. Spreken kun je leren door technische oefeningen, bijvoorbeeld op het gebied van ademhaling en van de stand van de mond. In de diagnose vanuit een alternatief paradigma, de Hausdörfertherapie, wordt er echter van uitgegaan dat stotteraars prima kunnen spreken. Het nastreven van dit goede spreken is voor Hausdörfer-therapeuten dan ook geen doel in de therapie: het gaat om het benaderen van andere, dieperliggende oorzaken die verbonden zijn met emoties en gedachten, met angst en spanning. Kernwoorden in deze therapie zijn ‘vertrouwen’, ‘cirkelen om een geheim’ (circumambulatio), ‘de sprong’, ‘overgave’, ‘het kwartje valt’, woorden die bij een theoloog al gauw allerlei religieuze associaties oproepen.2 De stotteraar kan gebruik maken van de spreekfunctie die volgens deze visie autonoom is en dus niet bewust hoeft te worden aangestuurd. De woorden zijn er al, je hoeft ze alleen nog maar uit spreken. Het gaat om het vertrouwen in iets wat nog niet zichtbaar of hoorbaar aanwezig is. Het gaat om overgave aan het onge-
9
kende, dat desondanks ervaarbaar is in de act van het loslaten, het toevertrouwen.
vloeiend hebt leren spreken ziet men als een bijproduct. Deze stottertherapie kan worden gezien als een vorm van existentiële therapie die mensen helpt mens te worden. In het alledaagse leren spreken licht zo een wijdere horizon op die te maken heeft met bestaansvragen en levensthema’s: durven leven, je durven geven in het bestaan vertrouwen hebben. De stottertherapeut als normatieve professional heeft inzicht nodig in deze diepere lagen van het werken met mensen en zou in staat moeten zijn deze te signaleren en te expliciteren. Daarvoor zijn in onze dynamische levensbeschouwelijke context woorden nodig die niet direct ontleend zijn aan vastomlijnde religieuze tradities, die inhaken op alledaagse ervaringen en verder reiken naar ruimere zingevingscontexten. Dit betekent dus vooral dat de therapeut moet zoeken naar woorden. Als mensen van vandaag rechtstreeks wordt gevraagd wat de basis is van hun levensvisie, wat ze onder geloven of onder het religieuze verstaan, wat ze bedoelen met God, is de ervaring er vaak een van zoeken naar woorden. Dat geldt ook voor theologen. In de christelijke traditie is God niet rechtstreeks toegankelijk. Hij heeft zich geopenbaard in
1) 2)
Kenniskringlid Dr. A. (Angela) Stoof verricht, naast haar werk voor het lectoraat, onderzoek naar de Hausdörfer-therapie in opdracht van het Hausdörfer instituut voor Natuurlijk Spreken. Vergelijk Faber (cirkelen om een geheim); Kierkegaard (sprong); Islam (overgave); Ramsey (‘the penny drops’). Vergelijk ook de titel die O. Hausdörfer grondlegger van deze therapie, aan het boek geeft waarin hij zijn opvattingen uiteenzet en die doet denken aan uitdrukkingen van mystici als Johannes van het Kruis: Durch Nacht zum Licht.
Zoeken naar woorden
Uitkomst van de therapie is dan het vrij zijn of vrij worden. Dat je daarnaast ook nog
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
een menselijke, tijdgebonden en particuliere gestalte, in Jezus van Nazareth. In hem is God weliswaar zeer nabij gekomen, maar tegelijkertijd en juist in die menselijke gestalte uit het verleden blijft hij voor mensen van vandaag ook grotendeels verborgen, een geheim. Dit geheim is ten diepste alleen in metaforen en symbolen uit te drukken. Spreken over God blijft vaak stamelen. Niet alleen mystici of heiligen hebben ervaringen van een ontmoeting met God. Ook mensen van vandaag getuigen van ervaringen die ze verbinden met iets wat of iemand die boven hen uitgaat, hen omgeeft en draagt. Het kan dan gaan om verschijningen, visioenen, engelervaringen, maar ook om het zich intens verbonden weten met de ander of een ervaring van samenvallen of eenwording met de natuur. Deze en andere ervaringen worden door de invloedrijke godsdienstwetenschapper en Luthers theoloog Rudolf Otto ondergebracht bij de categorie van het heilige. Hij probeert door te dringen tot het wezen van de religieuze ervaring en kan daar geen goed, dat wil zeggen passend woord voor vinden (Otto 1929). Hij creëert daarom het neologisme van het numineuze3. Het religieuze object onttrekt zich in zijn ogen aan objectief-rationele begrippelijkheid en wordt gekenmerkt door het onuitsprekelijke (ineffabile). Mensen
10
die over hun religieuze ervaring trachten te vertellen, getuigen hier ook van: ik kan geen woorden vinden om te beschrijven wat ik heb meegemaakt.
Zoeken naar woorden
Zoeken naar woorden geldt temeer voor die theologen die midden in de samenleving een publieke theologie willen ontwikkelen. Die publieke theologie richt zich niet slechts of niet voornamelijk op bijzondere of extatische ervaringen, maar op religieuze dimensies in het alledaagse persoonlijke en openbare leven. Onder opvattingen en ervaringen waarmee we het dagelijkse leven duiden en inrichten, gaan uiteindelijke visies schuil die religieuze kwaliteiten bezitten. Bij het bestuderen van die lagen in het alledaagse leven werken vertrouwde hermeneutische modellen niet meer en beginnen vertrouwde begrippen hun zeggingskracht te verliezen. Vertrouwde theologische onderzoeksmethoden dienen te worden aangevuld met nieuwe, als de theologie zich in andere contexten gaat bewegen en relevant wil worden voor zingevingsprocessen van mensen in hun alledaagse bestaanservaringen. Op allerlei niveaus is het dus zoeken naar woorden. Het lectoraat wil professionals helpen woorden te vinden.
3)
In latere drukken bekent hij dat voor hem Zinzendorf reeds sprak over de sensus numinus en dat ook Calvijn in zijn Institutio het heeft over divinitatis sensus, quaedam divini numinis intelligentia. Zie de toegevoegde noten in de Nederlandse vertaling van 1963.
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
11
Pagina
Zoeken naar woorden
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
12
29-09-2010
12:27
Pagina
Zoeken naar woorden
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
1. Levensbeschouwelijke communicatie en hermeneutische competentie Normatieve professionaliteit is zoals gezegd een kernwoord voor alle Windesheimonderzoek en mag zich als thema in een groeiende belangstelling verheugen. Hogescholen, bedrijven en beroepsgroepen denken in toenemende mate na over het realiseren van waarden en het gestalte geven aan identiteit in onderwijs, bedrijfsvoering en werkpraktijken. Thema’s als duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen en ethische bedrijfsvoering staan hoog op de agenda van managers en besturen. Instellingen op een confessionele grondslag in zorg en onderwijs bezinnen zich op de vraag hoe de christelijke grondslag van de instelling in een ontzuilde en multireligieuze, plurale samenleving kan worden weerspiegeld in organisatie en waardegebonden werkpraktijken. Wat betekent de christelijke identiteit voor het schoolklimaat of voor je visie op
13
zorg? Ook de Onderwijsraad pleit voor een verbindende en waardegebonden visie
Normatieve professionaliteit, of wellicht dynamischer geformuleerd: normatieve professionalisering is voorwerp van onderzoek in diverse lectoraten en universitaire onderzoeksgroepen.4
Doelgroepen Terwijl binnen alle lectoraten van Windesheim aandacht wordt geschonken aan normatieve professionalisering, als aspect of doel in het onderzoek naar beroepspraktijken, stelt het lectoraat Theologie en Levensbeschouwing het begrip levensbeschouwelijke communicatie centraal als onderzoeksobject. Daarbij hebben we allereerst de beroepen op het oog van levensbeschouwelijke specialisten: professionals die als primaire taak hebben mensen levensbeschouwelijk te begeleiden bij zingevingsvragen of mensen te onderwijzen in levensbeschouwelijke communicatie. We denken dan aan geestelijk verzorgers, kerkelijk werkers, missionair-diaconaal werkers en docenten godsdienstonderwijs/ levensbeschouwelijke vorming. Maar ook hebben we nieuwere
4)
Zie het onderzoeksthema Normatieve professionalisering van de Universiteit voor Humanistiek (www.uvh.nl), het lectoraat Dynamische identiteit (Marnix Academie, www.hsmarnix.nl), het lectoraat Onderwijs en identiteit (Driestar Hogeschool, www.driestar-hogeschool.nl), het lectoraat Ontwikkeling van veelvormig christelijk basisonderwijs, www.stenden.com), het lectoraat Mens en organisatie, www.stenden.com) en het lectoraat Professionele waarden in kritische dialoog, www.fontys.nl). Dit zijn overigens slechts enkele voorbeelden.
Levensbeschouwelijke communicatie en hermeneutische competentie
(Onderwijsraad 2007).
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
beroepen op het oog die ik maar even samenvat onder de term reli-ondernemers: ritueelbegeleiders, religieuze adviseurs, spirituele coaches en geestelijke begeleiders met een eigen bedrijf. Willen de opleidingen Theologie en Levensbeschouwing bijdetijds zijn, dan zullen ze zich ook in hun curricula moeten richten op deze emerging professions.5 Hiernaast wil het lectoraat ook voor een wijdere kring van niet-theologische professionals beschikbaar zijn bij de bezinning op levensbeschouwelijke communicatie, ook al is dat niet de kerntaak in hun beroep. We richten ons met name op professionals in zorgverlenende en educatieve beroepen. In deze mensgerichte sectoren van jeugdzorg, ouderen-en verpleeghuiszorg, uitvaartzorg en onderwijs is levensbeschouwelijke communicatie een belangrijke factor, meer dan bijvoorbeeld in technische beroepen. In die laatste sector kan normatieve professionaliteit gestalte krijgen in het nadenken en communiceren over waarden die verbonden zijn met bijvoorbeeld het al dan niet energiezuinige productieproces, het gebruik van duurzame en fair trade grondstoffen en met humane of minder humane toepassingen. Maar deze verschijningsvariant van normatieve reflectie is van een andere orde dan die in mensgerichte beroepen. Het
14
maken van een fiets vereist minder diepgaande en minder uitgebreide normatieve reflectie dan het verzorgen van een zieke die in een laatste levensfase verkeert. Daarin
Zoeken naar woorden
is immers ook de rechtstreekse interactie met de patiënt aan de orde rond existentiële vragen.
Overstijgende kaders Het begrip levensbeschouwelijke communicatie is enerzijds meeromvattend dan normatieve professionaliteit en anderzijds een toespitsing daarvan. Het is meeromvattend omdat het alle communicatieve uitingen betreft van levensbeschouwing, zowel binnen als buiten de werksituatie. Het geldt immers ook voor het gesprek met de buurman over de heg of de blog op internet waarin je je standpunt over gastvrijheid ten opzichte van asielzoekers bespreekt. Op welke wijze dit brede veld van levensbeschouwelijke en religieuze uitingen een rol speelt in ons onderzoek bespreek ik sub 3. Daarnaast is levensbeschouwelijke communicatie waarop het lectoraat zich richt, ook een toespitsing van normatieve professionaliteit. Die communicatie is gericht op de verheldering van normen en waarden vanuit overstijgende kaders. Ieder mens wordt in het leven geconfronteerd met de behoefte aan duiding van gebeurtenissen in het leven. Geen mens kan aan existentiële vragen ontkomen. Waarom ben ik hier? Hoe kan ik goed leven? Wie ben ik? Wat gebeurt er in de toekomst? Wat kan ik doen als mijn 5)
Binnen Windesheim wil ongeveer 5% van de afgestudeerde hbo-theologen zich voor deze beroepen kwalificeren (Schultz-Wijnsma 2010).
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
leven niet lukt? Wat is de betekenis van ziekte en lijden? In ieder mens schuilt het verlangen naar omvattende betekenisverlening, naar de beantwoording van deze vragen (Gräb 1998, 2006). Met name wordt de vraag naar zin geactualiseerd als de alledaagse routines en vanzelfsprekendheden worden doorbroken. Deze dagelijkse keuzes van mensen berusten impliciet of expliciet op overstijgende normen en waarden, die weer aan elkaar gerelateerd kunnen zijn in een netwerk van relaties. De antwoorden op die vragen en de gronden voor die keuzes vormen een min of meer samenhangend en consistent en logisch systeem. Zo’n overstijgend verhaal noem ik een levensbeschouwing, namelijk ‘het totale complex van normen, idealen en eschatologische verwachtingen in het licht waarvan iemand zijn levenshouding richt en beoordeelt’ (Brümmer 1995, 141). Mensen construeren deze levensbeschouwing zelf met normatieve elementen uit de verschillende milieus en contexten waarin ze zich dagelijks begeven (zie sub 2.). Deze levensbeschouwing (ook wel levensfilosofie of levensvisie genoemd) heeft in onze tijd zeer verschillende inhouden. Het communiceren vanuit en het communiceren over dit samenhangende patroon aan normen en waarden (maar ook verwachtingen over de toekomst), noem ik levensbeschouwelijke communicatie. Nu kan men de duiding van levensgebeurtenissen en
15
levensverhalen ook voltrekken met behulp van godsdienstige begrippen, afkomstig Levensbeschouwelijke communicatie en hermeneutische competentie
uit één traditie bijvoorbeeld de christelijke, of uit meerdere tradities (double belon-
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
ging/multiple belonging). We spreken dan over een vorm van religieuze communicatie. Men maakt dan als het ware gebruik van een objectief gereedliggend arsenaal aan antwoorden dat eeuwenlang gezagsvol is overgedragen en dat subjectief wordt toegeëigend. Ook binnen deze religieuze communicatie kunnen we onderscheiden tussen communicatie vanuit en communicatie over religie. Veel mensen kennen echter niet meer op die wijze autoriteit aan godsdiensten toe, wanneer zij betekenis verlenen aan hun leven. Ze sprokkelen hun levensbeschouwing bijeen uit diverse betekenissystemen en tradities (dat kunnen ook tradities en bronnen uit de wereld van film, muziek, literatuur en tv zijn) en maken zich daarbij niet druk over logische consistentie en coherentie. Niet iedereen heeft overigens een uitgewerkte levensbeschouwing. De professional die aandacht wil geven aan funderende principes, ethische uitgangspunten, rollen, verlangens en verwachtingen en zo meer moet daarom tevens leren omgaan met diverse waardesystemen en dus met diverse vormen van levensbeschouwelijke of religieuze communicatie. Pluraliteit is een gegeven in onze samenleving en vraagt om een hermeneutische benadering. We kunnen niet uitgaan van een dominant
16
paradigma, maar respecteren de autonomie van de ander. De professional heeft daarom een hermeneutische competentie nodig om op een zinvolle wijze de communica-
Zoeken naar woorden
tie over waarden, betekenissen en verwachtingen aan te gaan.
Hermeneutische competentie De hermeneutische competentie is gericht op het verstaan van de ander en zichzelf in het licht van levensbeschouwelijke tradities en/of bronnen met het oog op de versterking van het subject-zijn en op verbindingen tussen mensen. De hermeneutische competentie rust mensen toe tot levensbeschouwelijke communicatie en bestaat onder meer uit: • het kunnen signaleren van zingevingsvragen en waardegebonden uitspraken op diverse niveaus (bijvoorbeeld kosmologie/ontologie, ethiek, pragmatiek van regels en rollen) • het kunnen herleiden van uitspraken (oordelen, overtuigingen) tot levensbeschouwelijke bronnen en tradities • het ten dienste van de ander(en) kunnen verdiepen van het gesprek vanuit levensbeschouwelijke bronnen en tradities • op respectvolle wijze het levensbeschouwelijke gesprek kunnen aangaan in het licht van de professionele doelen • het kunnen inbrengen van de eigen positie ten dienste van de communicatie
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
• het kunnen onderscheiden van de verstrengeling van waardesystemen in de praktijk (professioneel, persoonlijk, contextueel)
Het moge duidelijk zijn dat voor deze competentie onder meer reflectiviteit, sensibiliteit voor en kennis van zingeving, levensbeschouwing en religie nodig is. Dit is te meer nodig om te kunnen opereren in een context waarin conflicterende visies en waarden aan het licht komen. De professional moet leren omgaan met verschillen, niet alleen binnen de groep professionals maar ook met verschillen tussen de professionele, de persoonlijke en de contextuele waarden. Met name in zorg en onderwijs zien we dat het met plezier werken wordt gefrustreerd door waardeconflicten tussen die domeinen die alle in de praktijk doorwerken.
17
systeem gehanteerd worden dat met name gebruik maakt van technisch-instrumentele doelen (beheersing van kosten, toename van productiviteit) terwijl de professionals die in de verzorging werken graag een cliëntgerichte en op zinbeleving gerichte zorg nastreven (De Jongh 2010; Blenkers, Groen 2008). Niet alleen de geestelijk verzorger als specialist, maar ook de overige professionals in de zorg zouden geëquipeerd moeten zijn om een debat over de inrichting van de organisatie en het primaire proces van
Levensbeschouwelijke communicatie en hermeneutische competentie
In de context van bijvoorbeeld zorginstellingen kan door managers een waarde-
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
zorgverlening te voeren waarin met de verschillende waarden uit de onderscheiden domeinen wordt gerekend. In dat debat hoeft het overigens niet altijd tot een consensus te komen. Een agreement to disagree is ook al zeer waardevol in een veld waarin conflicten gauw ontstaan.
Creativiteit Voor die hermeneutische competentie is ten slotte ook creativiteit nodig. Hoe leg je op een succesvolle manier een verbinding tussen de levensbeschouwelijke bronnen en het levensverhaal van de mensen? In de pastorale theorie, die het begeleiden van mensen in hun relatie tot God en elkaar beschrijft, is het leggen van die verbindingen vanuit verschillende benaderingen beschreven. Hierbij gaat het om inductieve, deductieve, reductieve en abductieve modellen (Ganzevoort & Visser 2007). Elk geeft de wijze weer waarop de theologie een betekenisverlenende functie heeft. Terwijl een deductieve aanpakt logische verbindingen zoekt vanuit gezagvolle bronnen en tradities (Bijbel, geloofsleer, rituelen) en het levensverhaal van de mens in dat theologische licht stelt, start een inductieve benadering bij het levensverhaal om daarin theologische elemen-
18
ten op te delven. In de eerste benadering is de Bijbel vooral vindplaats van theologie, in het tweede is het levensverhaal die vindplaats. Een hermeneutisch-abductieve bena-
Zoeken naar woorden
dering zoekt een middenpositie tussen deze perspectieven om te voorkomen dat de begeleiding verkondiging wordt zonder voldoende relatie met de mens en de situatie (kerugmatisch deductief), maar ook om te vermijden dat pastorale begeleiding napraten wordt van de gesprekspartner zonder het introduceren van en wijder zingevend verband (evenmenselijk inductief). Interessant is nu om na te gaan hoe de verbinding tussen geloofstraditie en het levensverhaal van mensen tot stand wordt gebracht in dat hermeneutische perspectief. Dit gaat namelijk niet langs de weg van de logische redenering vanuit overkoepelende begrippen en evenmin langs de weg van analyse van het individuele geval. Het gaat hier om een creatief moment van abductieve correlatie waarin traditie en levensverhaal met elkaar worden verbonden op een dusdanige wijze dat er een nieuw (hypothetisch) inzicht ontstaat (Dinter, Heimbrock & Söderblom 2007). Dit inzicht ontstaat vanuit de betrokkenheid van de gesprekspartner op God. De geleefde religie wordt verbonden met de kennis van de verhalen over God uit de traditie. Dit in gesprek brengen van God vindt eerder intuïtief aanvoelend plaats dan logisch redenerend. Inzichten - openbaringen - ontstaan als de begeleider empathisch is afgestemd op het levensverhaal van de ander en tegelijkertijd in contact staat met de geloofsverhalen uit de traditie. Die lichten op in het bewustzijn van de professional tijdens het gesprek. Al luisterend worden ze beproefd op hun bruikbaarheid in
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
de situatie van de pastorant/cliënt/klant. Sommige worden afgewezen, andere gekozen. Vanuit het verstaan van het verhaal van de mens kiest de begeleider uit het arsenaal van religieuze bronnen vanuit het gevoel een breder inzicht op het spoor te zijn dat dienstbaar is aan het levensverhaal van de ander. Dit intuïtieve gebeuren van abductieve correlatie heeft het karakter van een geschenk. Menig pastor kan verhalen van ‘genademomenten’, ‘heilige momenten’ in pastorale gesprekken waarin ongedachte inzichten werden ontvangen, juist in en door het abductieve handelen van de pastor. Het leren omgaan met een intuïtieve en creatieve aanpak zou in de opleidingen van religieus specialisten, de opleidingen Theologie en Levensbeschouwing, moeten worden geïntegreerd. Dit zie ik als een verrijkende aanvulling op een meer logischtechnische reflectieve benadering (Korthagen 2000). Mijn pleidooi is om sterk in te zetten op onderwijs rond intuïtie en symbolisering, rond creativiteit en verbeelding. In zo’n abductieve benadering is het zoeken naar woorden die passen in de situatie, hetzij alledaags hetzij onalledaags.
19
Pagina
Levensbeschouwelijke communicatie en hermeneutische competentie
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
20
29-09-2010
12:27
Pagina
Zoeken naar woorden
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
2. Onalledaagse en alledaagse ervaringen. Verwondering als vindplaats voor theologie Theologie die relevant wil zijn voor het leven van alledag, zal moeten aansluiten bij wat mensen in het leven van alledag meemaken. Dit inzicht is natuurlijk al heel oud, maar dient zich nu in alle scherpte opnieuw aan, omdat de maatschappelijke context waarin religie wordt beleefd de laatste decennia drastisch veranderd is. Woorden als secularisering en desecularisering, deïnstitutionalisering, religieuze individualisering, pluralisering en levensbeschouwelijk of religieus bricoleren, die de huidige religieuze situatie beschrijven, duiden daar op (Ganzevoort 2007). Theologie kan niet slechts kerkelijke theologie meer zijn als zij de aansluiting met het leven van mensen in de samenleving niet (definitief) wil verliezen. Kerken wijzen graag naar binnen, naar het eigen instituut, als het gaat om het ontdekken van de betekenis van God of het heilige. Met de meest creatieve reclamevormen wijzen ze naar zichzelf als vindplaats van God. Maar mensen zoeken het daar steeds minder.
21
De vraag voor ons lectoraat is waar we gaan zoeken naar sporen van God. Religie is voor
le uitingsvormen binnen afgebakende geloofsgemeenschappen. Er zijn vele bronnen van levensovertuigingen. Elk maatschappelijk subsysteem (politiek, onderwijs, zorg, economie, media) kent eigen waarden waarmee mensen worden geconfronteerd en die worden geïntegreerd in hun eigen zingevingssysteem. Mensen leven in meerdere subsystemen tegelijk, en de waarden uit die systemen dringen binnen in het privédomein. Mensen laten zich in de constructie van hun levensbeschouwing niet slechts meer leiden door opvattingen en gebruiken die aangereikt worden door één normatieve levensbeschouwelijke traditie. De plausibiliteitsstructuur voor dominantie van één traditie - in ons land het christendom - is afgebroken, ook al is er sprake van een enorme doorwerking van de christelijke traditie. Deze doorwerking is zichtbaar in de opvattingen en houdingen van mensen, in allerlei uitingen in media en kunst, het culturele christendom. Een eigen levensbeschouwing wordt bijeengesprokkeld uit diverse tradities, waarbij de invloed van de directe leefwereld (subcultuur) groot is. Mensen kiezen bewust voor een van de mogelijke zingevingsstijlen, of voor combinaties daarvan (Kronjee & Lampert 2006). Met name jongeren switchen nogal eens van stijl, wat wel stijlsurfen of Überbricolage wordt genoemd (De Bakker 2008). Onderzoek naar levensbeschouwelijke communicatie moet daarom uitgaan van deze pluralisering en
Onalledaagse en alledaagse ervaringen. Verwondering als vindplaats voor theologie
mensen onverminderd van betekenis maar niet meer per se verbonden met traditione-
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
deïnstitutionalisering, die positief gewaardeerd kunnen worden, maar die ook risico’s in zich dragen (Ganzevoort 2006). Religie wordt vaak als relevant benoemd bij de ervaringen van transcendentie op ingrijpende momenten van grote levensovergangen (geboorte, huwelijk, ziekte en dood). Veel mensen hebben de behoefte de sleutelmomenten in de levenscyclus religieus te beleven en te verankeren. Terwijl voor de religieuze vormgeving aan deze bijzondere levensmomenten veel aandacht is in de media, zijn hun schijnwerpers veel minder gericht op de verschijningsvormen en betekenissen van religie in alledaagse situaties. Een theologie die in de huidige dynamische religieuze context van maatschappelijke betekenis wil zijn, zal zich niet slechts op de onalledaagse verschijnselen of op de zondagse vormen van religie richten. Het dagelijks leven kent immers vele momenten, situaties en ervaringen die een diepere zin doen vermoeden, doen verlangen of zelfs verraden (Kors & Charbonnier 2008).6 Deze momenten van transcendentie kunnen, wanneer deze communicatief ontsloten worden, aangrijpingspunten voor of vindplaatsen van nieuwe theologie zijn.
22
Anders- dan- gewoon Het alledaagse bevat, voor wie het ziet, een overvloed aan betekenis, aan zin. Meestal
Zoeken naar woorden
zijn we daar niet mee bezig, omdat we ons beperken tot de volgende stap, het volgende moment, en daarin de zin van het nu zoeken. Naast de grote grenservaringen (geboorte, dood, plotselinge bekering) die vaak als vanzelf tot religieuze articulatie of althans tot bezinning op zin leiden, zijn er de alledaagse grenservaringen. Dat zijn ervaringen waarin het leven anders gaat dan anders, wanneer er sprake is van ontmoeting met het nieuwe, het niet verwachte (Kumlehn 2008). De automatische stroom van zinervaring wordt onderbroken door een ervaring van verschil. Mensen kunnen anders zijn, de tijd kan even stil staan, de ruimte waarin je verkeert kan nieuw zijn, een handeling verloopt op een andere manier dan je verwacht, de situatie waarin je terechtkomt is ongewoon. Het andere zet zo het gewone in een nieuw licht en zoekt naar betekenis. Via rituelen - hier ook bedoeld als de alledaagse rituelen van begroetingen bijvoorbeeld wordt zin geconstrueerd in de expressie van de symbolische handelingen om het anders- dan- gewone te hanteren. Religie is de wijdere en meestomvattende horizon van betekenisverlening in het alledaagse. Vele dagelijkse situaties verwijzen naar die wijdere betekenishorizon die uiteindelijk de dagelijkse zin fundeert. Hermeneutische communicatie is het vermogen
6)
Zij bespreken allerlei fenomenen tot op hun religieuze diepte, bijvoorbeeld het dagelijks opstaan, de betekenis van het mobieltje, het glimlachen, foutmeldingen, de natuurbeleving, het beledigd worden, het missen van een trein.
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
de relaties met die laatste, ultieme zin te leggen. Hermeneutische communicatie wordt dan duiding van het geleefde leven, van de geleefde religie. Het moment van verschil wordt vindplaats van zin, vindplaats van theologie. De ervaring van zin wordt vandaag de dag door mensen niet meer steeds in kerkelijke theologische taal verwoord. In ons onderzoek stellen we daarom het subject in zijn betekenisconstructie centraal, en niet de kerk of de christelijke theologie. Niet alleen profeten of theologen zijn producenten van theologie, maar mensen van alledag spreken op hun wijze over god/God. Ze doen dat wellicht in andere taal, in andere betekenismodellen, maar ze getuigen van god-in-de-wereld. Zoekend naar woorden om iets van de ervaring van het heilige uit te drukken gebruiken mensen vaak begrippen als liefde, verbondenheid, iets, schoonheid van de natuur, heelheid, energie, ruimte en verwondering. Ik ga hier op het laatste woord nader in. In verband met de beperkte ruimte kan ik ze niet allemaal behandelen en kies ik voor het woord verwondering omdat er nog weinig over is getheologiseerd. Voor de andere genoemde begrippen is dat veel meer het geval.
Verwondering bron van kennis
23
Wat is verwondering en op welke wijze verwijst de ervaring van verwondering naar het
Dat verwondering bron van kennis kan zijn, is een oude opvatting die vooral in de filosofie een belangrijke rol speelt. We weten allemaal dat Plato verwondering als de kenmerkende gemoedstoestand voor de filosoof aanduidt en dat verwondering voor hem het begin van ware filosofie is.7 Hij krijgt daarbij in latere eeuwen gezelschap van onder meer Aristoteles en Heidegger. Dit uitgangspunt vertakt zich echter in twee hoofdstromen in de filosofie als het gaat over verwondering. De vraag die hierbij beantwoord wordt, is op welke wijze verwondering een rol speelt in het wijzer worden over de werkelijkheid. Het eerste standpunt is dat we ons steeds weer moeten blijven verwonderen, opdat we wijs zullen worden. Verwondering brengt ons dichter bij de ware werkelijkheid. Het andere standpunt is dat verwondering ware kennis juist in de weg kan staan, en dat we net zo lang moeten zoeken naar verklaringen tot we de verwondering voorbij zijn en rationeel tot inzicht zijn gekomen. Verwondering valt volgens Aristoteles samen met onwetendheid. Verwondering maakt wel nieuwsgierig om te onderzoeken hoe de werkelijkheid in elkaar steekt, maar wordt pas werkelijk filosofisch als zij overwonnen wordt. 7)
Deze uitspraak is te vinden in Theaetetus 155 d.
Onalledaagse en alledaagse ervaringen. Verwondering als vindplaats voor theologie
religieuze en kan verwondering een vindplaats zijn voor theologie?
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
Denkend in het eerste spoor - verwondering leidt tot wijsheid - zien we dat de mens door de verwondering uit het onbewust verwikkeld zijn in de dagelijkse wereld wordt getild. Als alles vertrouwd en vanzelfsprekend is, worden er geen vragen gesteld en wordt geen nieuwe kennis opgedaan. Het affect, de emotie van verwondering, leidt tot vragen. Je zou dus kunnen zeggen dat niet het verwonderen tot kennis leidt, maar het stellen van vragen. Het vergaren van kennis begint daar waar verwondering ophoudt. En zo zitten we weer in het tweede spoor. Heidegger voert ons uit dit dilemma. Hij geeft aan dat Plato niet doelt op verwondering als een startpunt, waarop vervolgens kennisontwikkeling plaatsvindt, maar dat hij doelt op een grondhouding die het filosoferen altijd dient te bepalen. Verwondering doordesemt het filosoferen van begin tot eind (Matuschek 1991). Het is niet zozeer een begin, maar een beginsel (Verhoeven 1971). Daarmee voert Heidegger de discussie in een richting die zijn werk zo bepaalt, namelijk de reflectie op het wezen der dingen. Want als we ons afvragen wat bij Aristoteles verwondering opwekt, dan gaat het over de zonnewende of de incommensurabiliteit van de zijden en de diagonaal van een rechthoek. Bij Heidegger gaat het bij de verwondering juist niet in eerste instantie om zaken die onmiddellijk in het oog vallen door
24
hun anders zijn of om het buitengewone karakter ervan, maar om het alledaagse als het onalledaagse. Juist in de alledaagsheid schuilt het onalledaagse, aldus Heidegger
Zoeken naar woorden
(Prins 2007). Om dat te zien is een houding nodig van geduld, openheid, van het verwijlen bij de dingen als ding, van traagheid. Nemen we uit de natuur het verschijnsel van de bliksem tijdens een onweer. Om je te kunnen verwonderen betekent verwijlen bij dit fenomeen een uitstel van een technisch-rationele natuurwetenschappelijke duiding - de bliksem als vorm van stroomontlading - en evenzeer een uitstel van een metafysische duiding - de bliksem als ingrijpen van een straffende God. Terwijl bij Aristoteles het zijn zich in de verwondering verborgen houdt, toont volgens Heidegger het zijn zich juist in de verwondering. Verwondering is met andere woorden een bepaalde wijze van waarnemen.8 Wat voor wijze van waarnemen is dit? Ik volg in grote lijnen het spoor van Van Tongeren, een fenomenologisch spoor (Van Tongeren 2007). Bij verwondering gaat het niet om nieuwsgierigheid of om iets nieuws. Bij verwondering gaat het juist om iets bekends dat nieuw voor ons wordt. Als onze nieuwsgierigheid is bevredigd, is het nieuwe waar we ons naar uitstrekten weg. Bij verwondering worden we geraakt door het bekende, door het vanzelfsprekende. Echter: dat vanzelfsprekende, wat normaliter niet meer tot ons spreekt, wordt weer tot spreken gebracht. Voordat wij over de dingen
8)
Matuschek laat zien dat wanneer de dialogen tussen Thaeatetus en Socrates in dit werk van Plato dramaturgisch gelezen worden, zijn opvatting van het begrip verwondering in dezelfde lijn kan worden geïnterpreteerd (Matuschek 1991, 19 e.v.).
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
spreken, spreken ze tot ons. Wij worden aangesproken. Verwonderd zijn we als we de dingen horen spreken, zonder dat spreken zelf al te hebben geïnterpreteerd. We hebben het ding nog niet begrepen, alleen dat het is. En dit nog niet geduide zijn ontvangen we in verwondering. Die verwondering kan leiden tot bewondering en tot dankbaarheid. Dingen hebben betekenis, maar wat ze betekenen is afhankelijk van onze interpretatie. Die zin kan positief of negatief zijn en die zinduiding is altijd voorlopig van aard. De geboorte van een kind leidt bij velen tot verwondering. Deze wordt vaak gevolgd door bewondering en dankbaarheid. De duiding is positief. Toch kan de komst van dat kind een weg van tragiek inluiden die deze aanvankelijke interpretatie logenstraft. Dient zich altijd betekenis aan? Nee, soms wordt de afwezigheid van zin ervaren. Situaties kunnen leiden tot uitzichtloosheid, de werkelijkheid lijkt soms kleurloos, de dingen zwijgen. Deze ervaring, die we wellicht in een periode van depressiviteit ondergaan, onderstreept dat zin een gave is. Verwondering is ten slotte ook zelfconfrontatie. De mens ontdekt dat hij zich bevindt tussen het gewone en het ongewone. De mens ontdekt dat hij zelf niet slechts betekenis geeft, maar eerst ontvangt en dat de dingen er dus niet voor hem zijn maar hij er
25
voor de wereld is. De mens kan de wereld van betekenis dus ook niet eigenmachtig uit-
Wat is nodig om te kunnen verwonderen? Passiviteit- in de modus van actieve alertheid, luisteren, stil kunnen staan en het opschorten van betekenis. Verwonderen kan alleen met een open ontvankelijke houding waarin ruimte is voor het nieuwe.
Vijf kwaliteiten van verwondering Deze ervaring van verwondering kan in mijn ogen een theologische vindplaats zijn. Ik noem vijf momenten in die ervaring met een theologische lading of diepte. Van Tongeren noemt verwondering ‘gratuite genade’ en betreedt daarmee in mijn ogen een religieus taalveld.9 De filosoof stopt hier, ik ga als theoloog een stapje verder. De ervaring van geschonken betekenis genade noemen verwijst naar een schenker van die genade, een schenker van die betekenis. Het leven is een gave. Natuurlijk moeten we het leven vorm geven, er iets van maken. Maar er is niets dat niet al is. Het leven is een geschenk. Aan deze transcendentie-ervaring kunnen gelovigen de naam van God verbinden. Een tweede term is openbaring. De dingen openbaren zich. Het heilige openbaart zich. In de werkelijkheid (en ik behoor tot die werkelijkheid) licht iets op van ultieme bete-
9)
Van Tongeren (2007), 16.
Onalledaagse en alledaagse ervaringen. Verwondering als vindplaats voor theologie
putten, maar slechts belangeloos beschouwen (Verhoeven 1971).
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
kenis. Die betekenis die het alledaagse overstijgt omvat ook mijn bestaan en verwijst naar en dragende grond. Als iets een openbaring voor je is die zo diep reikt, kan een vermoeden van God oplichten. Een volgend aspect is het wonder. Wonder is de religieuze benaming van het onverwachte. Ver-wonder-ing kan worden teruggevoerd op ‘wonder’. Als over een wonder gesproken wordt, gaat het meestal over ingrijpende reddingen en onverklaarbare verschijnselen die in verband met het hogere, engelen of God gebracht worden.10 Mensen spreken echter ook over alledaagse zaken in termen van een wonder. Wereldwijd worden er per seconde vier kinderen geboren, in Nederland 22 kinderen per uur. Toch noemt menigeen die het mag meemaken, de geboorte een wonder. We kunnen het wonder van de regenboog verklaren en er ons desondanks over verwonderen. Irrationaliteit is geen wezenskenmerk van verwondering.11 Het gewone wordt als ongewoon ervaren, het alledaagse dat als onalledaags verschijnt heeft numineuze kwaliteit. Omdat, vervolgens, de verwondering het vanzelfsprekende doorboort en daardoor de mens in onzekerheid brengt is er vertrouwen nodig om te durven verwonderen. Dit zou je een vierde religieuze dimensie van verwondering kunnen noemen. De mens die zich kan verwonderen vertrouwt erop dat de verstoring van het alledaagse niet uitmondt in complete chaos en vernietiging, maar voelt zich geborgen in de wereld. De verwonderende mens heeft geloof.12 En dit brengt me tot een vijfde dimensie of kwaliteit van de ervaring van verwondering, de hoop. Het ervaren van zin geeft de mens hoop, hoop om de toekomst aan te gaan. In een betekenisloze wereld is het donker, in een wereld van verwondering komt er licht. De wereld is geen hopeloze zaak, ik ben geen hopeloos geval, want ik word aangesproken.13 Zo kom ik tot vijf kwaliteiten of dimensies in de ervaring van verwondering die kunnen leiden tot een spreken over God, tot theologie: het genadekarakter, het openbaringskarakter, het wonderkarakter, het element van vertrouwen en tenslotte de dimensie van de hoop.
10) Zie Stoffels (2002). Overigens legt niet iedereen die het woord wonder gebruikt een verbinding met het religieuze. 11) Ik laat hiermee de ervaring van wonder als het onbegrijpelijke of onvoorstelbare, het verbazingwekkende of ontzetting oproepende verder terzijde. Het spreekt voor zich dat in de geschiedenis van het christendom uitzonderlijke genezingen, dodenopwekkingen, geestenbezweringen en zo meer aan de hand van de nieuwtestamentische verhalen aan God werden toegeschreven. Het gaat hier dus om een ander gebruik van het begrip verwondering. Vgl. Luc 5:9, 26 en 43b.; Marc 5:42; Mt 12:23. Veelal is verwondering hier bedoeld als verbazing, het buiten zichzelf zijn, met ontzetting bevangen zijn. Er is een lange traditie in de christelijke filosofie waarin verwondering over het onbegrijpelijke dient te leiden tot onderwerping van het verstand aan God. Zie over deze onderwerpen Matuschek 1991. 12) Met geloof doel ik hier op wat in de relationele psychoanalyse wordt aangeduid met ‘faith’: een basisvertrouwen in het bestaan, zonder dat dit reeds een christelijke invulling heeft gekregen (Vergelijk Zock 1998). 13) Ook in Aristotelische zin wordt wel over het moment van hoop bij de ervaring van verwondering gesproken. Dan wordt het verbonden met de wil om tot inzicht te komen: de hoop zet aan tot het doorvorsen van de werkelijkheid om de verwondering achter zich te laten (Struik 1965).
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
Deze vijf kwaliteiten van verwondering bieden de mogelijkheid tot spreken over God. Ze worden niet noodzakelijkerwijs door mensen religieus benoemd. Een theoloog, en daar bedoel ik hier een christelijk theoloog mee, zal deze dimensies zien in het licht van God. God, de gans Andere, de Heilige wordt herkend in de act van de interpretatie van de ervaring (Bourgeois 1990). Die interpretatie is een zaak van subjectieve betekenistoekenning. De gelovige gebruikt de woorden die tot zijn beschikking staan om de ervaring van verwondering religieuze betekenis te verlenen. De professional, die beschikt over een hermeneutische competentie, kan waar dat nodig en nuttig is deze interpretatiemogelijkheid inzetten ten dienste van mensen.
Aangesproken worden Ten slotte toont de ervaring van verwondering een antropologisch structuurelement betreffende de aard van het mens-zijn, dat grote theologische relevantie heeft en tegelijk verder reikt dan de ervaring van verwondering alleen. De mens wordt aangesproken. De mens kan bewogen worden en heeft in dit aangesproken worden ook een opdracht. Dit uit zich het meest pregnant in het aangesproken worden in de ontmoeting met de behoeftige of lijdende medemens. Aangesproken worden vraagt om een antwoord. In dit aangesproken worden in het zien van de medemens in nood horen
27
christenen het woord van God. In Jezus zien zij de mens die zich steeds opnieuw aan-
daden vormt hij een gestalte die ons aanspreekt (Kuitert 2003).14 Aangesproken worden leidt tot verantwoordelijkheid.
14) Kuitert maakt die Anrede tot de kern van zijn religietheorie (2000) en antropologie (2003).
Onalledaagse en alledaagse ervaringen. Verwondering als vindplaats voor theologie
gesproken voelt door de kwetsbare en uitgestoten medemens. In zijn woorden en
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
3. Zoeken naar woorden in lopend onderzoek Op dit moment ben ik in de gelegenheid iets van het onderzoek van het lectoraat te kunnen presenteren. De kenniskring is immers per 1 januari 2008 met de werkzaamheden gestart. Het onderzoek kan als volgt in beeld gebracht worden:
29
communicatie in de praktijk van zorg en educatie. Centraal staan de vragen hoe deze communicatie in de huidige moderne context gestalte krijgt of kan krijgen, tegen welke problemen en dilemma’s professionals en instellingen aanlopen en hoe een uitweg kan worden gevonden uit die problemen en dilemma’s. Dit empirische onderzoek moet aanleiding geven tot de constructie van nieuwe werkmodellen, visies en handelingen, die vervolgens weer voorwerp van onderzoek zijn (evaluatieonderzoek).
Zorgpraktijken Uit de gezondheidszorg noem ik als voorbeeld het onderzoek van Hans Snoek naar de spanning tussen persoonlijke en professionele identiteit in het licht van verschillende
Zoeken naar woorden in lopend onderzoek
In het hart van het onderzoeksprogramma staat het onderzoek naar hermeneutische
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
modellen die door instellingen of overheid voor geestelijke verzorging worden gehanteerd, zoals het curemodel, caremodel, representatiemodel en servicemodel (Schilderman 2006). Hermeneutische communicatie krijgt binnen die modellen een verschillende kleur en dat heeft zijn weerslag op de wijze waarop de geestelijk verzorger zijn rol beleeft in het licht van zijn eigen geloofshouding. Terwijl de geestelijk verzorger persoonlijk vanuit zijn geloof of opvattingen over het beroep de voorkeur geeft aan het representatiemodel, kan de instelling juist kiezen voor een servicemodel. Dit levert de geestelijk verzorger spanning op. Hoe en vanuit welke visie kan met deze spanning worden omgegaan? Het onderzoek zal kennis opleveren over de vraag welk model het meest en welk model het minst bijdraagt aan spanningen in de rolbeleving van de geestelijk verzorger en welke omgangsstrategieën in de praktijk worden gehanteerd. In het werkveld van de uitvaartzorg voert Angela Stoof samen met de lector een onderzoek uit naar de wijze waarop ritueelbegeleiders omgaan met levensbeschouwing in hun werk bij afscheidsdiensten. Ritueelbegeleiders werken niet voor een religieuze organisatie of institutie maar als zelfstandig ondernemer. Ze helpen mensen die geen
30
beroep willen of kunnen doen op de bijstand van kerken bij het vormgeven aan en voorgaan in diensten rond belangrijke levensmomenten, met name rond de dood.
Zoeken naar woorden
Spannend is nu de vraag hoe hermeneutische communicatie gestalte krijgt als zij werken op het open veld van religie en zingeving zonder inbedding in een kerkelijk genootschap of religieuze traditie. Op welke wijze hanteren zij hun eigen spiritualiteit en welke visie hebben zij op hun levensbeschouwelijke rol? Als een woord als pastor voor deze rol niet gebruikt kan worden, welk rolaanduiding hebben zij zelf en met welke doelen en functies hangt die rol aanduiding samen? Uit dit onderzoek komt het gegeven naar voren dat het woord ‘priesteres’ buiten de kerkelijke context opnieuw betekenis krijgt. We zullen over dit interessante gegeven binnenkort publiceren. Ons onderzoek in de jeugdzorg, dat onder leiding van Ton Zondervan wordt uitgevoerd, heeft twee groepen professionals op het oog: geestelijk verzorgers en pedagogisch begeleiders. Aanleiding voor dit onderzoek is de vraag van professionals hoe zij bij jongeren woorden en daden rond betekenisgeving kunnen herkennen en hoe zij daarop kunnen inspelen. Vorming van jongeren is altijd ook impliciet levensbeschouwelijke vorming. Geestelijk verzorgers ontdekten dat de iPod bij jongeren een rol van betekenis vervult in hun alledaagse zinbeleving. Het afnemen van de iPod als strafmaatregel heeft directe impact op hun zich thuis voelen in het bestaan. Het gebruik van de iPod heeft dus een impliciete levensbeschouwelijke dimensie. Het eerste deel
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
van het onderzoek houdt zich bezig met het beschrijven van deze en andere vormen van impliciete levensbeschouwing in het leven van jongeren. In een volgende fase wordt een eigentijdse theorie over levensbeschouwelijke vorming in de jeugdzorg ontwikkeld met daarbij aansluitende handelingsmodellen. Een nieuw woord dat we in dit onderzoek beproeven is ‘ludieke narrativiteit’. Kun je het levensverhaal van jongeren en de wijze waarop zij komen tot betekenisconstructie aan het licht brengen met andere dan verbale methoden als het interview of analyse van geschreven egodocumenten? Jongeren leven immers in een wereld van clips, playlists en games, en geven daarmee vorm aan hun identiteit. We proberen methodisch aan te sluiten bij hun manier van zijn in de wereld en de speelse wijze waarop zij ook hun religieuze identiteit vormgeven. Als laatste voorbeeld van onderzoek in de zorgpraktijk noem ik het project Samen Verder van Hans Snoek en Suzan Doodeman. Zij beschrijven hoe in de praktijk van het diaconale werk in Amsterdam-Noord wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een methode van gezinsmentoraat. In deze methode wordt gezocht naar een balans tussen presentie en interventie in een meerjarig traject van begeleiding van gezinnen die om allerlei redenen zeer kwetsbaar zijn. De resultaten worden op het congres Not in my
31
backyard op 11 oktober 2010 gepresenteerd.
In het basisonderwijs zijn we eveneens op zoek naar nieuwe theorie over en adequate vormen van hermeneutische communicatie. Als participant in een project van de Hogeschool Zeeland en het lectoraat Dynamische Identiteitsontwikkeling van de Marnixacademie, getiteld Het kind en de grote verhalen, gaan we na hoe in een ontzuilde samenleving levensbeschouwelijke vorming gestalte kan krijgen, zowel in het openbaar als in het christelijk onderwijs. 49 Scholen werken mee aan dit onderzoek. We zoeken samen naar een nieuw godsdienstpedagogische visie die, anders dan visies die gericht zijn op geloofsoverdracht, bijdraagt aan het ontwikkelen van een levensbeschouwelijke competentie van het kind, in een plurale samenleving. We beproeven woorden als kritische correlatie en kritische interrelatie om de verhouding van het kind en de levensbeschouwelijke tradities te duiden. Waar kinderen niet meer vertrouwd zijn met een religieuze traditie hebben we nieuwe begrippen nodig om de relatie met de aanwezige levensbeschouwelijke tradities te verhelderen ten dienste van het godsdienstpedagogische proces. Dit is eveneens een project van Ton Zondervan.
Zoeken naar woorden in lopend onderzoek
Educatieve praktijken
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
Context als bron Tot zover het hart van ons onderzoek. Soms is echter nodig om, ten dienste van de kennisontwikkeling over de praktijk de context waarin die praktijk zich voltrekt, de huidige religieuze situatie in ons land, te onderzoeken om deze te leren verstaan. Deze context, die gekenmerkt wordt door pluraliteit, onderzoeken we op macro-, meso- en microniveau.15 Op macroniveau hebben we onderzocht hoe moslims in Nederland hun geloof op verschillende wijze gestalte geven in het leven van alledag. Er is in de media veel eenzijdige beeldvorming aanwezig over ‘de moslim’. Met dit onderzoek willen we een bijdrage leveren aan een beter begrip tussen moslims en christenen, en tussen de Arabische moslims en Nederlandse moslims. Resultaat van het onderzoek, uitgevoerd met de School of Media, was de DVD A Dutch Muslims Day. Understanding Islam in Holland, die op verschillende Egyptische tv stations en op een universiteit is vertoond. Op mesoniveau zijn we geïnteresseerd in de wijze waarop mensen in deze tijd religieuze gemeenschap beleven. Terwijl traditionele geloofsgemeenschappen als kerkelijke gemeenten en parochies steeds minder duurzaam en volledig op participatie van leden
32
kunnen rekenen, ontstaan nieuwe vormen van netwerken waarin mensen elkaar kunnen ontmoeten. Welke vorm, structuur en functie hebben deze nieuwe gemeenschap-
Zoeken naar woorden
pen en welke betekenis hebben deze voor de deelnemers? Concreet kan men denken aan momentane gemeenschappen die ontstaan bij religieuze festivals, herdenkingsbijeenkomsten op begraafplaatsen en crematoria, retraiteweken en dergelijke, of langduriger vormen van verbondenheid die je ziet bij nieuwe ordoïde woongemeenschappen en bijvoorbeeld communities in de zorg. Een onderzoek van Ton Zondervan is inmiddels afgerond. Hij onderzocht de gemeenschapsbeleving van jongeren op het christelijke Xnoizzmuziekfestival dat jaarlijks in Nederland plaatsvindt. De resultaten zullen binnenkort worden gepubliceerd. Het blijkt dat deze momentane gemeenschappen belangrijk zijn voor de religieuze identiteitsconstructie van jongeren. Een van de vragen die uit dit onderzoek naar voren komen is of het begrip communitas dat door de antropoloog Victor Turner is ontworpen en toegepast op dit soort fenomenen als festivals, niet moet worden herijkt of omgewerkt tot het begrip communitoid. Opnieuw zoeken naar woorden dus. Op microniveau ten slotte is onderzocht op welke wijze mensen vandaag engelen ervaren en welke rol die ervaring speelt in biografie. Het blijkt dat het begrip engel bij heel verschillende ervaringen wordt gebruikt. Er zijn enkele typen engelervaringen te benoemen, die onderscheiden functies vervullen in het leven van mensen. De resulta-
15) Vergelijk Ganzevoort (2007), 15-20.
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
ten van dit onderzoek zijn inmiddels beschikbaar (Mulder 2010).
Zo zien we een breed palet aan onderzoeken voor ons die laten zien hoe veelkleurig en allesdoordringend levensbeschouwing en religie in onze samenleving is. Voordat ik iets vertel over toekomstige uitdagingen voor onze onderzoeksgroep ga ik in op de manier waarop onderzoek naar wat voor mensen heilig is, zou moeten worden uitgevoerd.
33
Pagina
Zoeken naar woorden in lopend onderzoek
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
4. Fenomenologie als uitdagend onderzoeksperspectief In het voorgaande heb ik gesteld dat theologie moet aansluiten bij wat mensen in het leven van alledag meemaken. In het alledaagse gaan mensen om met wat voor hen heilig is, vertonen ze religieus gedrag, leven ze in verwondering.16 De discipline van de theologie die dit onderzoeksveld empirisch benadert, is de praktische theologie. De praxis die we bestuderen is de praktijk van de geleefde religie. Deze is te onderscheiden in het handelen van de professionals ten dienste van de bevordering van levensbeschouwelijke communicatie enerzijds, en de veel bredere praktijk van zingeving, levensbeschouwing en religie in onze samenleving op macro-, meso- en microniveau anderzijds. In het vorige hoofdstuk heb ik van beide praktijken onderzoeksvoorbeelden gegeven. Deze twee praktijken, die niet los van elkaar staan maar elkaar beïnvloeden, vragen om verschillende methoden van onderzoek. Hoewel het in beide gevallen gaat om hermeneutiek van de geleefde religie, is de eerste praxis het beroepsveld dat wordt onder-
35
zocht in strategisch perspectief. Het oogmerk van onderzoek is verandering, de verbe-
handelingswetenschappelijke benadering. Daarin worden empirisch gewonnen gegevens over het handelen van de professionals en de structuren waarin ze zijn ingebed, hermeneutisch verbonden met richtinggevende theologische inzichten uit de traditie met het oog op het ontwerpen van nieuwe praktijken van religieus-communicatief handelen. De tweede praktijk, religie zoals deze vandaag de dag geleefd wordt, bestuderen we niet om deze te veranderen, maar om eerst maar eens te begrijpen wat mensen geloven en welke betekenis en functie dat voor hen heeft, hoe gemeenschappen worden vormgegeven en hoe ritualisering buiten kerken gestalte krijgt et cetera. Deze praktijk geldt dus als bron van theologie en vraagt meer om een praktische theologie als theologie van de waarneming. De praxis levert ons het materiaal, de begrippen en categorieën om te theologiseren (Ganzevoort 2009).
16) De Protestantse Kerk in Nederland (2005) liet een visienota het licht zien die functioneert als een mission statement, met de titel Leren leven van de verwondering. Wat onder verwondering wordt verstaan en welke rol die speelt in geloven en werken, wordt helaas niet uitgelegd.
Fenomenologie als uitdagend onderzoeksperspectief
tering van de praktijk. Deze professionele praktijk leent zich met name voor een
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
Wereld vol betekenis De reflectie op de verwondering wijst ons, zoals gezegd, op een belangrijke structuur in het mens-zijn: de mens is niet gepositioneerd tegenover een wereld die hij betekenis moet verlenen, maar hij wordt geboren in een wereld die reeds vol van betekenis is. De mens is aanspreekbaar en wordt aangesproken door de wereld om hem heen. Wij zijn dus niet los van de wereld verkrijgbaar, maar we zijn van meet af aan verbonden met onze omgeving. Vanuit die verbondenheid proberen wij de zinsamenhang in de wereld te ontdekken en op eigen wijze toe te passen in ons leven. Het aangesproken worden vraagt om een antwoord. Voor dat antwoord is allereerst begrip nodig. Er volgt altijd duiding, interpretatie, betekenisconstructie. Juist het verwikkeld zijn in de concrete wereld van de dagelijkse context, gemeenschap, cultuur, traditie en zo meer leidt tot een eigen wijze van benoemen en beleven. Mensen gebruiken de taal van alledag, uit hun leefwereld, waarmee ze ook dat wat boven hen uitgaat trachten te benoemen. Met de taal die voorhanden is proberen ze de ervaring van het heilige te verbeelden. Hiervoor gebruiken ze het gereedschap van symbolen en metaforen. Door het verwikkeld zijn van de mens in de wereld zeggen de uitspraken ook steeds iets over henzelf.
36
Als mensen zich uiten over iets wat hen heilig is, over wat van absolute betekenis is, over God, dan spreken ze over het geheim van hun bestaan en drukken de diepte van
Zoeken naar woorden
hun subjectiviteit uit (Luijpen 1974).
Subjectief perspectief Theologen die de geleefde religie van mensen vandaag willen onderzoeken, zullen niet alleen die taal van verbeelding moeten leren verstaan, maar ook de subjectiviteit van de mensen als subjectiviteit moeten erkennen en bewaren. Wanneer we in ons empirische onderzoek ervaringen van mensen van vandaag willen leren kennen, dan is het nodig voor die onderzoeksperspectieven te kiezen die recht willen doen aan dat subjectieve perspectief van mensen op religie in de interdependentie van betekenis ontvangen en construeren. Wat we dan nodig hebben is een interpretatief onderzoeksparadigma, in de lijn van het symbolisch-interactionisme (Mead), sociaal-constructionisme (Berger & Luckmann), de ethnomethodologie (Garfinkel) en de fenomenologie (Schutz). Binnen dit paradigma is de aandacht gericht op hoe mensen in interactie met hun sociale omgeving betekenis construeren. Daarbij wordt aangesloten bij de eigen taal die mensen gebruiken (Holstein & Gubrium 2005). Recent is er naast aandacht voor het proces van zinconstructie ook steeds meer aandacht voor de inhoud van die betekenisgeving gekomen, die met name via narratieve methoden wordt onderzocht. Terwijl het symbolisch-interactionisme en het sociaal-constructionisme op allerlei
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
manieren zijn toegepast in de praktische theologie, is het fenomenologisch perspectief nog nauwelijks methodisch uitgewerkt. In Duitsland is een begin gemaakt met enkele empirische onderzoeksprojecten.17 Toepassingen in Nederland heb ik nog niet gevonden. Dat vind ik jammer omdat het in mijn ogen een waardevol perspectief is in de geschetste huidige plurale en gedeïnstitutionaliseerde religieuze situatie in Nederland. Om te achterhalen hoe religie vandaag de dag functioneert en met welke woorden religie beschreven kan worden zijn methoden nodig die niet een raster van academische concepten deductief over de geleefde werkelijkheid neerleggen, maar die inductief voor subjecten werkelijkheidsnabije kennis opdelven. De fenomenologische houding van de epoche, het uitstellen van alle oordelen, theorieën en hypothesen over de werkelijkheid, maakt ruimte voor een optimale aandacht voor de geleefde ervaring (Dinter, Heimbrock & Söderblom 2007). Met de term intentionaliteit wordt in dit perspectief gehonoreerd dat de mens in het waarnemen van de wereld als religieus zelf verbonden is met die wereld. Wat geldt bij de verwondering dat de wereld spreekt en dat wij het gehoorde interpreteren, geldt evenzo bij andere ervaringen: iets toont zich en wij ontsluiten dit tot iets-voor-onsmet-betekenis. Dit houdt in dat kennis contextueel is en dat begrippen steeds opnieuw
37
moeten worden verstaan en geijkt in de context van de onderzochten.
bestaande Bijbelstheologische, bevrijdingstheologische en handelingstheoretische varianten. Door uit te gaan van waarneming als basiscategorie, waarbij alle zintuigen inbegrepen zijn, komt er meer in beeld dan talige uitingen van mensen over hun ervaringen, hun keuzen, hun opvattingen. Bij onderzoek naar de religieuze betekenissen van een bepaald kunstwerk bijvoorbeeld zal niet alleen onderzocht worden wat de deelnemer aan het onderzoek over het kunstwerk zegt, maar zal ook de ontmoeting van de betrokkene met het kunstwerk als zodanig worden geanalyseerd evenals de ervaring die de onderzoeker zelf met het kunstwerk opdoet. Daarbij zal het niet alleen gaan om de betekenis van de voorstelling en de associaties die er vanuit de biografie zijn, maar evenzeer om de rol van kleuren en textuur, de plaats waar het kunstwerk is te zien, iconografische betekenissen enzovoort. Zo ontstaat er een totaalbeeld waarna het beeld van de deelnemer vergeleken wordt met het beeld van andere deelnemers. Uiteindelijk ontstaat er een fenomenologische beschrijving van structuren in de al dan niet religieuze ervaring met dit kunstwerk. Deze beschrijving moet zo worden geformuleerd dat ook anderen die ervaring kunnen meemaken en zelf ondergaan.
17) Manfred Josuttis (1996, 2000) verdedigt eveneens een fenomenologische benadering. Hij past inzichten uit dit perspectief toe op de praktijk, zonder zelf empirisch onderzoek te verrichten. Vergelijk ook enkele eerste theoretische aanzetten in Hausschildt, Laube & Roth (2000).
Fenomenologie als uitdagend onderzoeksperspectief
Een te ontwikkelen fenomenologische praktische theologie kan iets toevoegen aan de
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
Doordat de fenomenologie start bij de werkelijkheidsbeleving van alledag kan ze vervolgens ook nieuwe gebieden van de werkelijkheid als levensbeschouwelijk relevant doen oplichten, die wellicht niet in beeld zouden komen als gestart zou worden met bestaande theologische concepten. In de in Duitsland uitgevoerde empirische onderzoeksprojecten werden verrassende onderwerpen gekozen waarvan de religieuze waarde werd onderzocht (Dinter, Heimbrock & Söderblom): • computergebruik van jongeren in relatie tot de vorming van hun identiteit • de voor personen betekenisvolle voorwerpen (die met hun hart verbonden zijn) • de omgang met het robothondje Aibo als gesimuleerd subject • betekenis van het onderhoud van een volkstuintje
De onderzoekers slaagden erin de diepere betekenislagen van deze fenomenen aan te wijzen en te verbinden met theologische concepten. Dit onderzoek laat zien dat het cultiveren van een fenomenologische houding sensibel maakt voor levensbeschouwelijk relevante ervaringen van mensen die worden opgedaan buiten de traditionele paden van religieuze instituties. Net als bij mijn lezing van
38
verwondering als mogelijke locus theologicus moet hierbij uiteraard wel steeds in de gaten worden gehouden van wie de religieuze duiding van alledaagse ervaringen is en
Zoeken naar woorden
in wiens belang die interpretatie is.
Fenomenologische methode Er kan nog niet echt gesproken worden over een fenomenologische methode.18 Veeleer wordt binnen dit perspectief gebruik gemaakt van onderzoeksmethoden uit de interpretatieve traditie als bijvoorbeeld participerende observatie, thick description, gefundeerde theoriebenadering, gespreksanalyse, beeldanalyse en website-analyse en worden deze elk afzonderlijk aangepast aan dit perspectief. Deze fenomenologische adaptie betekent bij de bespreking van het topics- interview bijvoorbeeld dat veel aandacht moet worden gegeven aan non-verbale communicatie, emoties in het interview en de interactie tussen interviewer en geïnterviewde. Met deze expliciete focus op haperingen, verrassingen in het gesprek, blokkades, lichaamshouding en fysieke reacties en de analyse daarvan met behulp van notities of video-observatie ontstaat een gelaagd beeld van de betekenissen die verbaal-begrippelijk zijn uitgewisseld en via tekstanalyse beschikbaar komen (Söderblom 2007). Dit doet recht aan het fenomenologische mensbeeld.
18) Spiegelberg doet wel een poging tot een beschrijving van de methode in 7 stappen, maar relativeert de eigenheid van die fenomenologische methode vervolgens in ruim 2 pagina’s. Het gaat hem uiteindelijk toch om de filosofische houding waarmee of geest waarin methoden worden toegepast (Spiegelberg 1976, 653-701).
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
Mede ook omdat de mensvisie uit de fenomenologie goed aansluit bij een christelijke antropologie zie ik het als een mogelijkheid en tevens als een uitdaging voor ons lectoraat om de basisinzichten uit de fenomenologie te operationaliseren in concrete onderzoeksprojecten. Op die wijze leveren we ook een bijdrage aan de ontwikkeling van de praktische theologie als wetenschappelijke theologische discipline in Nederland.
39
Pagina
Fenomenologie als uitdagend onderzoeksperspectief
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
5. Werk voor de toekomst Waar gaan we als lectoraat de komende tijd aan werken? Ik differentieer in mijn overzicht naar de generieke doelstellingen van lectoraten (kennisontwikkeling, professionalisering van docenten, bijdragen aan het onderwijs). Met het oog op kennisontwikkeling gaan we de terreinen van zorg en onderwijs verder exploreren. Voor het werkveld zorg schets ik vijf ontwikkelingen: 1. Het onderzoek naar levensbeschouwelijke aspecten van de jeugdzorg krijgt een vervolg, waarbij als partners de stichting Zin in Jeugdzorg en Reliëf betrokken zijn. Dit onderzoek moet uitmonden in instrumenten voor pedagogisch begeleiders en in een visie op de rol van geestelijk verzorgers als begeleiders van professionals bij zingevingsprocessen. In samenhang hiermee werken we samen met de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) aan de ontwikkeling van een minor jeugdzorg voor de opleidingen Social Work. 2. Eveneens samen met de CHE en met het lectoraat praktische theologie van Fontys onderzoeken we landelijk de positie, taken, beroepsvisie, werkbeleving en competenties van de reli-ondernemer: de theologen die werken in een eigen bedrijf ten dienste
41
van spirituele, geestelijke, levensbeschouwelijke begeleiding van mensen. Wat komen
markt en wat hebben ze nodig aan scholing? Het onderzoek zal een representatief beeld schetsen van dit nieuwe beroepsveld en tevens input opleveren voor de curricula van de theologieopleidingen. 3. We willen bijdragen aan een verheldering en versterking van de positie van de hbogeestelijk verzorger (bachelorniveau) in zorginstellingen. In samenspraak met werkgevers en anderen willen we onderzoeken of we kunnen komen tot een beroepsprofiel voor deze professionals, die nu nog geen formele status kennen. In toenemende mate worden bacheloropgeleide theologen benoemd als geestelijk verzorger in verpleegen/of verzorgingsinstellingen, maar zij beschikken niet over een eigen door het werkveld gevalideerd beroepsprofiel en evenmin over de aansluitingsmogelijkheid bij een beroepsorganisatie. Dit onderzoek is mede geëntameerd door het Brancheoverleg Godsdienst/pastoraal werk binnen de sector Hoger Sociaal-Agogisch Onderwijs van de HBO-raad. Ook dit onderzoek zal voor de curricula van de opleidingen tot geestelijk verzorger gegevens voor innovatie opleveren. 4. In de sector uitvaartzorg bereiden we een vervolgonderzoek voor naar de omgaan met levensbeschouwing bij ritueelbegeleiders. Dit onderzoek zal resulteren in een trainingsaanbod voor deze beroepsgroep. Voorts hopen we onderzoek te gaan uitvoe-
Werk voor de toekomst
ze tegen, hoe ervaren ze het werken als geestelijk deskundige in een commerciële
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
ren naar aspecten van zingeving in het beroep van de uitvaartverzorger. Wat zijn de cruciale momenten in het proces van begeleiding rond een afscheid, en wat vraagt dat van de uitvaartverzorger die nabestaanden begeleidt als het gaat om sensibiliteit bij interventies? 5. Een nieuw terrein dat we de komende tijd gaan verkennen is dat van de zorgboerderijen. Onder andere via een bachelorscriptietraject zal geëxploreerd worden waaraan kansrijke initiatieven rond spiritualiteit, zorg en landbouw moeten voldoen. De bedoeling is aan te haken bij kraamkamerprojecten van de Taskforce Multifunctionele landbouw. Wat het werkveld onderwijs betreft wijs ik op twee projecten: 1. Het reeds genoemde project Het kind en de grote verhalen ronden we af in 2011. Er zijn nu plannen voor een vervolgtraject en ook is ons voornemen om de kennis die is opgedaan in het primair onderwijs relevant te maken voor het vak godsdienst-levensbeschouwing in het voortgezet onderwijs. 2. Erik de Jongh zal zijn onderzoek naar waardegericht onderwijs in het mbo voortzetten. Op welke wijze de identiteit van een schoolgemeenschap tot uitdrukking komt in
42
organisatie, management klimaat en onderwijs is een vraag die steeds weer opnieuw in de concrete context van school of scholengroep moet worden beantwoord.
Zoeken naar woorden
Wat voor mensen heilig is Bij de opdracht tot het genereren van kennis via allerlei vormen van praktijkgericht onderzoek staan we iedere keer weer voor de uitdaging woorden te vinden. Als we niet rechtstreeks naar ervaringen met God kunnen vragen omdat dat niet per definitie de taal van de mensen van nu is en omdat niet alle religieuze ervaringen onder het woordje God geschaard kunnen worden zijn andere zoekbegrippen (sensitizing concepts) nodig. In de praktische theologie wordt wel gewerkt met de uitdrukking ‘wat voor mensen heilig is’. In ons onderzoek op het Xnoizz- festival werd deze uitdrukking geassocieerd met een persoonlijk contact met God, maar ook met verbondenheid in het geloof. In een dit jaar afgerond bacheloronderzoek naar de aard en betekenis van heilige plaatsen van jongeren ontdekten we dat ‘heilig’ door jongeren wordt verbonden met rust, houvast, troost, jezelf zijn, ruimte en gemeenschap. Dat betekent dat deze woorden open staan voor omvattende betekenissen, voor transcendentie. Overigens vindt een deel van de onderzochte jongeren het lastig om te reageren op het begrip ‘heilig’ (Noviello-Horzelenberg 2010). Wellicht moeten we voor deze doelgroep in de toekomst een ander woord zoeken dat refereert aan wat voor hen van ultieme betekenis is.
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
Professionalisering docenten De tweede generieke doelstelling van lectoraten is het professionaliseren van docenten waar het gaat om hun onderzoekscompetentie. We zijn in de gelukkige omstandigheid dat bijna alle kenniskringleden ook docenten in de theologische opleidingen zijn. In discussie met elkaar over onderzoeksontwerpen en in gesprek over actuele literatuur verbeteren we onze eigen vaardigheid in het verrichten van onderzoek. De komende jaren willen we proberen sterker betrokken te raken bij het afstudeertraject in de bachelor- en masteropleidingen zodat we docenten die scripties begeleiden kunnen laten delen in de expertise die we aan het opbouwen zijn. Het afgelopen jaar is mij daarnaast gebleken dat diverse docenten uit allerlei niet-theologische opleidingen belangstelling hebben om in ons lectoraat te participeren. Ze komen met interessante, creatieve en relevante vraagstellingen en met de wens om een deel van hun werktijd voor onderzoek in te zetten. Ik ben over deze tendens bijzonder verheugd. Het is voor mij een bevestiging van ons uitgangspunt dat dit lectoraat niet slechts een aangelegenheid is voor de opleidingen theologie en levensbeschouwing, maar dat we met ons werk relevant zijn voor vele opleidingen binnen Windesheim. Jammer genoeg kan ik vanwege budgettaire redenen niet al deze verzoeken honoreren. Was dit wel het geval
43
dan was de kenniskring nu reeds in omvang verdubbeld. Toch blijf ik de collega’s van
le hobbels wel een oplossing te vinden.
Bijdragen aan onderwijs De derde doelstelling is het bijdragen aan het onderwijs. Naast de inspanning die het lectoraat levert bij het terugploegen van onderzoeksgegevens naar de opleidingen - ik noemde al de minor jeugdzorg, het competentieprofiel ritueelbegeleider en geestelijke verzorger - zal in de komende tijd aandacht worden geschonken aan evaluatie en vernieuwing van de zojuist verworven theologische masteropleiding. Ik ben ervan overtuigd dat deze master een aanwinst is voor onze afdeling theologie en levensbeschouwing en tevens dat deze een belangrijke versterking van het profiel Zin en Zorg zou kunnen betekenen. De voornaamste bijdrage van ons lectoraat aan het onderwijs zal echter het verschijnen van het leer/handboek over levensbeschouwelijke communicatie zijn. Daarin wordt een actuele visie op levensbeschouwelijke communicatie en de hermeneutische competentie gepaard aan systematische bespreking van casuïstiek uit de diverse werkvelden. Het boek, waaraan we hard werken en dat naar wij hopen in 2012 het licht zal zien, biedt niet alleen de resultaten van ons onderzoek maar ook reflectiemodellen om
Werk voor de toekomst
harte uitnodigen om zich bij ons lectoraat te blijven melden. Soms is er voor financië-
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
in de professionele praktijk levensbeschouwelijke vragen te hanteren. Ten slotte wil ik graag met collega-lectoren en docenten van de Windesheimopleidingen verder nadenken over de visie op opleiden. Het in het voorgaande uitgewerkte perspectief op de mens vraagt om een manier van opleiden waarin studenten betekenisvol kunnen leren. Hoe kunnen we de wisselwerking tussen aangesproken worden en de eigen betekenisconstructie verdisconteren in onze manier van onderwijzen? Hoe kunnen we in de manier waarop we studenten begeleiden op de weg naar startbekwame professionals hen honoreren in hun subjectiviteit, hun eigen doelen, ambities, kwaliteiten en verlangens? Reflectie op het begrip Bildung is in mijn ogen een weg om de verleiding van een technisch-instrumentele invulling van competentiegericht onderwijs te weerstaan. Bildung zie ik als de vorming van de mens tot zakelijk juiste, moreel geldige en zinvolle relaties met zichzelf, de medemens, de natuur, de maatschappij en de geschiedenis. Deze vorming zie ik als zelfvorming, opgedaan aan eigen ervaringen en omgang met zichzelf en de wereld en gefaciliteerd in onderwijs- en opvoedingsprocessen (Ladenthin 2007). Ons onderwijs kan aan dat proces van menswording bijdragen, als we een betekenisvolle leeromgeving weten te creëren waarin ruimte is voor
44
zelfreflectie, waardenreflectie en levensbeschouwelijke communicatie. Aan het ontwikkelen van zo’n leeromgeving leveren we graag een bijdrage.
Zoeken naar woorden
Relatie stakeholders Deze drie doelstellingen kun je niet alleen realiseren. Daarvoor zijn naast goede interne ook goede externe relaties met stakeholders uit de werkvelden zoals werkgevers en beroepsorganisaties, maar ook met universitaire partners en collega’s in het veld nodig. Ik verheug me erin dat we de afgelopen jaren concrete onderzoeksopdrachten van onder meer DELA, de Protestantse Kerk in Nederland en Kerk en Buurt Amsterdam-Noord hebben ontvangen die we binnen de centrale onderzoeksdoelstelling van het lectoraat konden plaatsen. Met diverse scholen en scholengroepen zijn er contacten die naar verwachting zullen resulteren in nieuwe projecten. Op de verdere uitbouw van contacten, net name richting gezondheidszorg en uitvaartzorg wordt de komende tijd sterk ingezet. Tenslotte gaat het ons er uiteindelijk om de educatieve praktijken en zorgpraktijken te verbeteren.
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
6. Woorden van dank Het is een voorrecht dat ik deze functie mag bekleden en ik zie daarbij om in verwondering. Ik dank het College van Bestuur van Windesheim voor het vertrouwen dat in mij is gesteld en ik dank de leden van de commissie die bij de aanstelling betrokken was. Harry Frantzen, manager van de School of Education, en mijn leidinggevende in het kenniscentrum heeft al spoedig bij zijn aantreden laten doorschemeren dat dit lectoraat zijn volledige steun verdient. Voor zijn steun ben ik hem bijzonder dankbaar. Ik dank de Colleges van Bestuur van de Vrije Universiteit en van de Protestantse Theologische Universiteit, die beide aan de wieg stonden van dit lectoraat in 2007 en die sindsdien door hun personele inzet ons onderzoek mede mogelijk maken. De collega’s van het team theologie hebben enthousiast gereageerd op mijn benoeming. In jullie midden heb ik vele goede jaren beleefd van collegialiteit, intellectuele stimulans en soms ook de noodzakelijke pragmatiek. De afdeling theologie en levensbeschouwing maakt stormachtige ontwikkelingen door met de integratie van opleidingen uit zeer verschillende tradities (Azusa, Baptisten, Noordelijke Hogeschool) in de Windesheimopleidingen. Dat jullie dit opnieuw met kracht oppakken, na de fusie
45
in 2005, is een woord van waardering waard. Ik zal er nu iets meer vanaf de zijlijn bij
levensbeschouwing, voor zijn support en flexibiliteit bij het invullen van takenplaatjes. Zonder ondersteuning ben je in zo’n groot bedrijf als Windesheim niets. Gertine Nakken, Berlinda Eghuizen, Welmoed van der Wal en Hanneke de Weerd zijn onmisbaar om zaken goed op de rails te zetten. Voor hun efficiënte dienstbaarheid ben ik hen erkentelijk. Ik ben dankbaar voor de leden van de kenniskring met wie ik de afgelopen maanden intensief heb samengewerkt: Erik de Jongh, Hans Snoek, Angela Stoof en Ton Zondervan. We discussieerden over de koers van het lectoraat, over voorgenomen projecten, over bezuinigingen, over inhoudelijke concepten en over kansen voor de toekomst. Ik werk met zeer veel plezier met jullie samen, heb het volste vertrouwen in jullie expertise en verwacht mooie resultaten voor de toekomst. Het is fijn om niet de enige lector te zijn. Ik ben blij met mijn collega’s en in de kring van lectoren van het kenniscentrum Educatie voel ik me prima thuis. De positieve sfeer waarin we de afgelopen maanden de soms lastige klussen ter hand namen belooft veel goeds voor de toekomst. De dank geldt ook Eddy Alkema en Arie Jansen als zeer betrokken senior adviseurs.
Woorden van dank
betrokken zijn. Ook dank ik Peter de Haan, manager van de opleidingen theologie en
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
Ik bedank Jan Doelman, als voorzitter van de Adviesraad, en in hem alle leden van dit gremium voor het meedenken op hoofdlijnen, het bijsturen en het zoeken naar mogelijkheden van het lectoraat. Ook bedank ik alle mensen uit het werkveld die de afgelopen jaren een beroep op het lectoraat hebben gedaan en daarmee voelbaar hebben gemaakt dat we er niet voor niets zijn. Moge dat beroep de komende jaren alleen maar groeien.
46
12:27
Pagina
Zoeken naar woorden
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
7. Literatuur Bakker, B. de (2008), Schuilen in je soundtrack. Op zoek naar religieuze aspecten van de muziekbeleving van jongeren. In: Zondervan, T. (red.), Bricolage en bezieling. Over jongeren, cultuur en religie. Averbode: Altiora, 61-82.
Blenkers, H. & Groen, E., Jeugdzorg 2008, toewijding taboe? Zwolle: Vereniging voor Jeugd- en Kindzorg, Christelijke Hogeschool Windesheim, Trias Jeugdzorg.
Brümmer, V. (19954), Wijsgerige begripsanalyse. Kampen: Kok.
Dinter A., Heimbrock, H. -G. & Söderblom, K. (Hg.) (2007), Einführung in die Empirische Theologie. Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht.
Bourgeois, P.L. (1990), The religious within experience and existence. A phenomenological investigation. Pittsburgh: Duquesne University Press.
47 Ganzevoort, R. (2006), De hand van God en andere verhalen. Over veelkleurige vroomheid en
Ganzevoort, R.R. (2007), De wijsheid op straat. Levensbeschouwing en hermeneutische communicatie van professionals in een plurale context. Zwolle: Christelijke Hogeschool Windesheim.
Ganzevoort, R.R. (2009), Forks in the road when tracing the sacred. Practical theology as hermeneutics of lived religion. www.ruardganzevoort.nl/pdf/2009_Presidential.pdf
Ganzevoort, R. & Visser, J. (2007), Zorg voor het verhaal. Achtergrond, methode en inhoud van pastorale begeleiding. Zoetermeer: Meinema.
Gräb, W. (1998), Lebensgeschichten, Lebensentwürfe, Sinndeutungen. Eine Praktische Theologie gelebter Religion. Gütersloh: Chr. Kaiser/Gütersloher Verlagshaus.
Gräb, W. (2006), Religion als Deutung des Lebens. Perspektiven einer Praktischen Theologie gelebter Religion. Gütersloh: Gütersloher Verlagshaus.
Literatuur
botsende beelden. Zoetermeer: Meinema.
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
Hausdörfer, O. (1986), Durch Nacht zum Licht. Solingen: Bundesverein Stotterselbsthilfe (oorspronkelijk 1933).
Hauschildt, E., Laube, M. & Roth, U. (Hrsg.) (2000), Praktische Theologie als Topographie des Christentums. Eine phänomenologische Wissenschaft und ihre hermeneutische Dimension. Rheinbach: CMZ-Verlag Winrich C.-W. Clasen.
Holstein, J.A. & Gubrium, J.F. (2005), Interpretive practice and social action. In: Denzin, N.K., & Lincoln, Y.S. (ed.), The Sage Handbook of Qualitative Research. Thousand Oaks: Sage publication, 483-505.
Jongh, E.C.T. de (2010), Adviseren over beleidsvorming? Een beschouwing over de adviesrol van de geestelijk verzorger, Tijdschrift geestelijke verzorging 13/58, 8-19.
Jossutis, M. (1996), Die Einführung in das Leben. Pastoraltheologie zwischen Phänomenologie und Spiritualiteit. Gütersloh: Chr. Kaiser/Gütersloher Verlagshaus.
48 Josuttis, M. (20003), Der Weg in das Leben. Eine Einführung in den Gottesdienst auf verhalZoeken naar woorden
tenswissenschaftlicher Grundlage. Gütersloh: Chr. Kaiser/Gütersloher Verlagshaus.
Korsch, B. & Charbonnier, L. (Hg.) (2008), Der verborgenen Sinn. Religiöse Dimensionen des Alltags. Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht.
Korthagen, E.A.J. (2000), De organisatie in balans. Reflectie en intuïtie als complementaire processen, Management en organisatie 54/4, 36-52.
Kronjee, G. & Lampert, M. (2006), Leefstijlen en zingeving. In: Donk, W.H.B.J. van de, Jonkers, A.P., Kronjee, G.J. & Plum, R.J.J.M. (red.), Geloven in het publieke domein. Verkenningen van een dubbele transformatie. Amsterdam: Amsterdam University Press, 171-208.
Kuitert, H.M. (2000), Over religie. Aan de liefhebbers onder haar beoefenaars. Baarn: Ten Have.
Kuitert, H.M. (20036), Voor een tijd een plaats van God. Een karakteristiek van de mens. Baarn: Ten Have.
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
Kumlehn, M. (2008), Lebenszeichen der Religion. In: Korsch, B. & Charbonnier, L. (Hg.), Der verborgenen Sinn. Religiöse Dimensionen des Alltags. Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht, 15-22.
Kunneman, H. (2006), Horizontale transcendentie en normatieve professionalisering: de casus van de geestelijke verzorging. In: Donk W.H.B.J. van de, Jonkers, A.P., Kronjee, G.J. & Plum, R.J.J.M. (red.), Geloven in het publieke domein. Verkenningen van een dubbele transformatie. Amsterdam: Amsterdam University Press, 367-393.
Ladenthin, V. (2007), Bildung. In: Gräb, W. & Weyel, B. (hrsg.), Handbuch Praktische Theologie. Gütersloh: Gütersloher Verlagshaus, 17-28.
Luijpen, W. (1974), Theologie is antropologie. Meppel: Boom.
Matuschek, S. (1991), Über das Staunen. Eine ideengeschichtliche Analyse. Tübingen: Max Niemeyer Verlag.
49 Mulder, A. (2010), De engel van mijn grootvader. Over engelverhalen van nu. Zoetermeer:
Noviello-Horzelenberg, G. (2010), De buitenste binnenkant. Onderzoek naar de rol die de heilige plek speelt in de religieuze identiteit van jongeren. Zwolle: Christelijke Hogeschool Windesheim (bachelorscriptie).
Onderwijsraad (2007), De verbindende schoolcultuur. Den Haag: Onderwijsraad.
Otto, R. (192917-22), Das Heilige. Über das Irrationale in der Idee des Göttlichen und sein Verhältnis zum Rationalen. Gotha: Leopold Klotz Verlag.
Prins, A.W. (2007), Uit verveling. Kampen: Klement.
Protestantse Kerk in Nederland (2006), Leren leven van de verwondering. Visie op het leven en werken van de kerk in haar geheel. Utrecht: PKN.
Literatuur
Meinema.
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
Schilderman, H. (2006), Religie en zorg in het publieke domein. In: Donk, W.H.B.J. van de, Jonkers, A.P., Kronjee, G.J. & Plum, R.J.J.M. (red.), Geloven in het publieke domein. Verkenningen van een dubbele transformatie. Amsterdam: Amsterdam University Press, 367-393.
Schultz-Wijnsma, E.E. (2010), Alumni-onderzoek GPW en GL. Landelijk onderzoek naar de arbeidsmarkt van hbo-theologen. Ede: CHE - Lectoraat Gemeenteopbouw.
Smaling, A. (2005), Aspecten van normatieve professionaliteit in beroepssituaties, Tijdschrift voor Humanistiek 22, 83-89.
Spiegelberg, H. (19762), The phenomenological movement. A historical introduction. Den Haag: Martinus Nijhoff (2 dln.).
Stoffels, H. (2002), Geen wonder?! Geloven in de postmoderne samenleving. Amsterdam: VU Uitgeverij.
50 Struik, F.L. (1965), Wonder. Beginning of wisdom. River Forest, Illinois: [s.n.]. Zoeken naar woorden
Tongeren, P.J.M. (2007), Verwondering. Oss: Hooghuis Lyceum.
Verhoeven, C. (19713), Inleiding tot de verwondering. Bilthoven: Ambo.
Zock, H. (1998), Religie, relationaliteit en zinbeleving. Geloof als basis voor religie en zelfwording. In: Uden, M. van & Pieper, J. (red.), Wat baat religie? Godsdienstpsychologen en godsdienstsociologen over het nut van religie. Nijmegen: KSGV, 27-45.
12:27
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
8. Curriculum Vitae André Mulder (1959) werd geboren in Winschoten en volgde daar de middelbare school. Hij studeerde vervolgens theologie aan de Reformatorische Bijbelschool te Zeist en haalde aansluitend zijn 2e graads akte voor het godsdienstonderwijs bij de opleiding van de Raad voor de zaken Kerk en School/IKOS te Driebergen. In 1991 studeerde hij af aan de Theologische Faculteit Tilburg op een onderzoek naar het gebruik en effect van therapeutische rituelen in het pastoraat. Hij kreeg een aanstelling als wetenschappelijk assistent aan de Radbouduniversiteit te Nijmegen en deed onderzoek naar de rol van geloof in crematieliturgie en tevens naar ervaringen van hedendaagse pelgrims naar Santiago de Compostela. In 2000 promoveerde hij op een praktisch-theologische dissertatie over crematieliturgie aan deze universiteit. Na banen in het sociaal-maatschappelijke veld en het middelbaar onderwijs ging hij in 1996 als docent/stafmedewerker werken aan het toenmalige Nederlands Bijbelinstituut te Utrecht. Hij verzorgde onder meer colleges praktische theologie, spiritualiteit, godsdienstpsychologie en was stagebegeleider. Hij was actief betrokken bij de ombouw van dit instituut naar NBI Hogeschool voor theologie en later bij de fusie met Windesheim.
51
Hij is sinds 2005 in dienst van Windesheim en de laatste jaren is hij met name bezig
accreditatieprocessen. Hij leidt voor Windesheim een tweejarig project rond deze drie onderwerpen ten dienste van het Theologisch Seminarie van de Evangelische Broedergemeente van Suriname te Paramaribo. Per 1 oktober 2009 is hij lector theologie en levensbeschouwing aan Windesheim. Zijn aandachtgebieden zijn rituelen rond de dood en hedendaagse religieuze ervaringen. Hij schreef artikelen in diverse tijdschriften over begrafenis- en crematieliturgie, pelgrimages, afscheidsrituelen en herdenkingsbijeenkomsten. Naast zijn dissertatie Geloven in crematieliturgie publiceerde hij onder meer Natuurlijke liturgie (1996 red. met Ton Scheer), Manieren van vieren (1998 red. met Eduard Groen en Corry de Boer) en De engel van mijn grootvader (2010).
Curriculum Vitea
geweest met curriculumvernieuwing van het bacheloronderwijs, kwaliteitszorg en
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
52
29-09-2010
12:27
Pagina
Zoeken naar woorden
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
12:27
53
Pagina
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
54
29-09-2010
12:27
Pagina
Zoeken naar woorden
2414 zoeken naar woorden_aangepast.qxp:2414 zoeken naar woorden.qxp
29-09-2010
WINDESHEIMREEKS KENNIS EN ONDERZOEK LECTORAAT THEOLOGIE EN LEVENSBESCHOUWING
André Mulder André Mulder is praktisch-theoloog en ervaren docent in hoger onderwijs. Hij heeft ruime ervaring in wetenschappelijk onderzoek, zowel aan de Radbouduniversiteit als binnen het lectoraat Theologie en Levensbeschouwing bij Windesheim. Zijn aandacht richt zich op indringende ervaringen van mensen en rituelen rond de dood. Hij onderzoekt de manieren waarop professionals met deze ervaringen omgaan en hoe ze in de huidige plurale situatie aan rituelen rond de dood gestalte geven. André Mulder coördineert het onderzoek van de kenniskringleden, dat onder meer gaat over gemeenschap en herdenken, reli-festivals en biografie, levensbeschouwing in het primair en voortgezet onderwijs, zingeving in de jeugdzorg, de relatie van kerken met kwetsbare doelgroepen. Het lectoraat Theologie en Levensbeschouwing helpt professionals en organisaties via praktijkgericht onderzoek visie en instrumenten te ontwikkelen om levensbeschouwelijke communicatie en waarde(n)volle werkprocessen gestalte te geven. Daarbij staat de mens die op eigen wijze zin geeft aan het leven centraal.
12:27
Pagina