God belooft wat! Derde week van advent, 2014. Jeremia 31: “een nieuw verbond!”
zoals geen van zijn voorgangers of opvolgers ooit gedaan heeft.” (2 koningen 23,25).
Preek Dat zijn nog eens beloften, die we hier lezen!
Toch betekende dat niet het einde van de dreiging voor het zuidelijke deel van Israël, Jeruzalem en de tempel.
Om dit goed op ons in te laten werken, wil ik vanmorgen drie stappen met jullie zetten.
Josia zelf werd gedood in een treffen met Farao Necho van Egypte, in een verslag bij Megiddo.
1. Eerst iets over Jeremia en de tijd waarin hij profeteerde. 2. Dan gaan we op zoek naar een antwoord op de vraag: wat is er nieuw aan het nieuwe verbond? 3. En tot slot over de vraag: gaat dit over nu, of straks? Wat kunnen wij met deze tekst? Waar ligt de uitdaging, de bemoediging voor ons? Jeremia begon zijn optreden niet alleen vóór de verwoesting van Jeruzalem, maar ook vóór de veelbelovende hervorming van koning Josia (in 622 voor Christus). Josia wilde een einde maken aan de afgoderij in Juda en ook de eenheid wilde herstellen met het noordelijke koninkrijk Israël, dat toen al bezet was door de Assyriërs. Over Josia staat in de bijbel (slide 4): “Met hart en ziel en met inzet van al zijn krachten trachtte hij de wetten van Mozes strikt na te leven en terug te keren tot de HEER,
En de tekst vervolgt (vs. 26-27) slide 5: “Toch liet de HEER zijn toorn tegen Juda, waarin hij was ontbrand doordat Manasse hem tot het uiterste had getergd, niet varen. Hij zei: ‘Zoals ik Israël verstoten heb, zo zal ik ook Juda verstoten. En Jeruzalem, de stad die ik had uitverkozen, zal ik verwerpen, evenals de tempel waarvan ik heb gezegd dat daar mijn naam zou wonen.’” (slide 6, ruïnes) Je kunt je voorstellen hoe traumatisch deze gebeurtenissen moeten zijn geweest voor de gewone mannen en vrouwen van het zuidelijk deel van Israël, en voor de gelovigen onder hen in het bijzonder. Als we al de beloften die in deze diensten langs kwamen de revue nog eens laten passeren dan kan je je afvragen: wat is er van terecht gekomen?
Toen begon bij Jeremia iets te dagen. Zou het werkelijk uit zijn met Gods beloften? En dan zie je in het boek Jeremia, en bij de latere profeten de gedachte opkomen aan een nieuw soort toekomst, waarin al die beloften van God weldegelijk vervuld zullen worden, maar misschien op een andere, nog veel meer omvattende manier dan tot dan toe gedacht? Een toekomst die niet afhankelijk zal blijken te zijn van het handhaven van de landsgrenzen, de bloedlijn van David en het onderhouden van de tempeldienst. Zou het kunnen …? Op het absolute dieptepunt, en dat is het bijzondere, komt God via de profeet Jeremia met nieuwe beloften. Beloften over de komst van een type samenleving die eeuwenlang door Israëlieten uitsluitend in verband werd gebracht met het leven in de staat Israël, met Jeruzalem als hoofdstad en de tempel als centrum. Wat blijkt? Land, gemeenschap, een eeuwig koningschap, zegen. Het zou er van blijven komen, maar veel grootser dan tot dan toe gedacht. Na de komst van Jezus hebben de apostelen al deze beloften in verband gebracht met Jezus (Simeon en Hanna; Matt. 28; Hebreeën). (leeg scherm) We zetten een volgende stap. Wat wordt hier nu precies beloofd? En wat is er nieuw aan het nieuwe verbond? Of, zoals de BGT vertaalt, de nieuwe afspraak die God met mensen maakt, “the new deal”? Of, nog weer
anders gezegd, als iets nieuw is, wat is er dan oud, en dus overbodig? Om daarover iets zinnigs te kunnen zeggen, moeten we eerst even terug naar de eerdere beloften en ‘afspraken’ die God maakte met Noach, Abraham en David. Wat beloofde God eerder (slide 7)? Een duurzame toekomst voor de aarde (Noach) Land, kinderen (gemeenschap), zegen (Abraham) Een gezegend leven in het beloofde land (Mozes) Stabiel en eeuwigdurend leiderschap (David) Wat oud en overbodig is, is niet wat God eerder beloofde. Het negatief van Gods belofte bij monde van Jeremia aan Israël (!) is niet: vergeet deze aarde, dat land, het volk en dat leiderschap. Jeremia’s beloften sluiten zelfs aan bij Gods belofte aan Abraham (vs. 33b)! Wat vroeg God eerder (slide 8)? Respect voor leven (geen moord en doodslag) Onberispelijk leven (vertrouwen) Gehoorzaamheid Ik zou willen zeggen, ook dat verandert niet. Een kind kan dat begrijpen. Ga maar eens na. Zou het nu ineens
geoorloofd zijn om de doden, of om niet te vertrouwen? Daar geloof ik, en daar geloof jij, niks van natuurlijk. Ook in de nieuwe situatie waarover Jeremia profeteert, gaat het om concrete gehoorzaamheid aan Gods geboden. Wat ook niet verandert is wie God is. Zijn genade. Het zijn steeds Gods beloften die doorslaggevend blijken. Wanneer de mensen geen respect voor leven hebben (Noach), blijft God trouw aan zijn woord (regenboog, knipoog). Wanneer mensen niet op God vertrouwen en Hem niet gehoorzaam zijn, blijft God toch beloften doen. God blijft steeds de uitvinder, de Maker van een nieuw begin. Wat dat betreft is er ook geen een fundamentele tegenstelling tussen de bedoelingen van God met het geven van de wet en met het geven van de Geest. Je hoort wel eens: vroeger ging het om regels en straf, nu (sinds de komst van Jezus en de uitstorting van de Heilige Geest) gaat het om vrijheid. (leeg scherm) Als we het geheel van Gods omgang met ons op ons in laten werken moeten we zeggen: in de omgang of ‘afspraak’ van God met mensen ging het nooit om regels en straf. Het was altijd al genade en belofte. Een nieuw begin. Ook de wet was genade, niet bedoeld om te straffen, maar om een volk te leren leven in vrijheid.
Wat we wel merken, en wat het volk Israël heeft gemerkt, is dat wat bedoeld was om te redden, zich ook tegen mensen kan keren. Paulus schrijft: de wet houdt de rekening van de zonde bij (Rom. 5,13). Wat verder blijkt is dat ook het bestaan van de tempel en de zittende koningen uit de familie van David geen garantie zijn voor religieus succes. Daarover gaan o.a. Jeremia 7 en Jeremia 22. De tempel is een rovershol en koning een zegelring die weggerukt wordt van Gods hand. Wat wel nieuw is – moet je nagaan! – is ons hart. Je binnenkant. Ons vertrouwen en onze gehoorzaamheid. Nieuw in deze profetie is een belofte over een toekomst waarin niet alleen God zich aan zijn belofte zal houden, maar waarin wij – mensen – dat doen. God verwijderd ons oude hart en geeft een nieuw hart. Vgl. Vers 22: “Hoe lang nog blijf je talmen, hoe lang nog blijf je eigenzinnig, vrouwe Israël? De HEER zal iets nieuws op aarde scheppen: een vrouw maakt een man het hof.” Gods wetten, de wil van God hoeft niet steeds als ware het (voorgelezen vanaf) een stenen plaat, van buiten af naar binnen te komen, steeds opnieuw geleerd, gehoorzaamd, vertrouwd. Maar het komt als vanzelf, van binnen uit. Mozes spreekt er al van in Deuteronomium 30. Nabij u is het woord, in uw mond en in uw hart: je weet het en je kunt ervan vertellen. Maar hier gaat het één stap verder:
wat in je hart geschreven is, dat weet je niet maar, dat wil je zelf ook. Dat is de belofte! Vind je dat niet prachtig?
Er is ook een risico van onderschatting van God. Er is weldegelijk iets nieuws begonnen. Jezus heeft voor alle (!) zonden betaald. Dat nieuwe koninkrijk met mensen uit allerlei volken is al begonnen (herstel Israël en Juda, de volken uit Gods belofte aan Abraham).
Dat brengt ons vanzelf bij het laatste punt. Over welke situatie / tijd gaat deze belofte? Gaat dit over ons?
Het beeld dat hierbij past en bij me opkomst is dat van een geweldig banket dat in de toekomst aangericht wordt. Of stel je voor, met kerst. Je bent ergens uitgenodigd en bij binnenkomst blijkt de hoeveelheid eten overweldigend.
(vb. gesprekken hierover op kring / kr / anderen) Een aantal aspecten in de tekst doen mij tot de conclusie komen dat het hier echt over de toekomst gaat: het gaat over iedereen, over een situatie waarin er volledige overeenstemming is tussen Gods wil en mensen-wil? God zegt bovendien: nooit meer zal ik denken aan … (dit is de afsluiting van de werkelijkheid waarin zonde een rol speelt!) Een en ander leidt tot twee toepassingen, twee risico’s in het leven met God. Er is, om te beginnen, het risico van overschatting van jezelf. Misschien heb je veel gezien van Gods werk (HG). Maar denk je niet meer te hoeven bidden om vergeving (ondanks: “onze Vader”) en geen gemeenschap meet nodig te hebben. Let dan op de inhoud van het Nieuwe NT: heilig leven is een strijd, en: gehoorzaam uw leiders.
Dan moet je niet doen alsof je alles in je eentje op kunt. stel Niet doen alsof je alles al op kunt. Maar ook niet: er helemaal niet aan beginnen. Zo van, wat herken ik eigenlijk van Gods beloften in mijn leven, nu? Wat zou Jeremia, of beter, God daarvan zeggen? Ik verwacht dat Jeremia, of God zelf, jou en mij een vraag zal stellen. Over wie gaat het nu eigenlijk hier? Er staat steeds: Ik zal dit, Ik zal dat, … God: Ik weet ook wel dat dit jullie te veel van het goede is. Maar zie dan maar gewoon hoe ver je komt. Een andere vraag is natuurlijk: als je er zo weinig van geniet, eet je dan wel? Laat je Gods gaven wel toe in je leven?
Ik hoop dat je je zult laten inspireren, door God die hier bij monde van Jeremia zegt: Ik vergeef je onrecht en jouw geschiedenis van zonde sluit Ik af, dat boek doe Ik dicht, maar nu gaan we echt opnieuw beginnen: Ik geef jou te willen wat goed is. En als je aarzelt, hoor het de HEER maar zeggen: veel hè? Mara ik ben toch ook God?! Ik houd niet van dat zuinige, begin er maar aan, zie maar hoe ver je komt, je hebt nog een eeuwigheid te gaan. Concentreer je op God, in plaats van gevangen blijven in je eigen wereldje. Richt je op Gods beloften, op het werk van zijn Geest, op Jezus. Dan zul je zien dat er ook dingen veranderen. Als je dat niet doet is het, om even een geleend voorbeeld te gebruiken, alsof je je eigen kauwgom zit te kauwen aan de overvloedig gedekte tafel van God. Een slokje wijn, dat gaat dan misschien nog net. Of een klein hapje. Begin er dus maar aan! En zie maar hoe ver je komt. Ben je er al aan begonnen? Weet je dan uitgenodigd om op kerstavond het avondmaal mee te vieren en beschouw dat als een voorproef van de bruiloft van het Lam! Slot: Openbaringen 19,7-9
Infoblad NL Vandaag is het de vierde en laatste zondag van advent. Kijk eens om je heen in de kerk en zie hoe het steeds lichter wordt. Zo leven we niet alleen toe naar kerst, maar ook naar de dag dat Jezus opnieuw verschijnt. Vanmorgen staan we in de serie “God belooft wat!” stil bij wat God bij monde van de profeet Jeremia beloofde over een geweldige toekomst. Er komt een dag, belooft God, dat niemand God meer hoeft te leren kennen omdat iedereen, van groot tot klein, Hem dan al kent! Infoblad E Today is the fourth and last Sunday of Advent. Look around you in this Church and see how it is becoming lighter. So, we are not only preparing for Christmas, but also for the day when Jesus appears again. The Theme of Advent is: “Inspiring Promises!”. This morning we reflect on what God, through the prophet Jeremiah, once promised: a great future. God promises that there will come a day in which no one needs to learn how to know God better because everyone already knows Him! Liturgie Opening van de dienst Opw. 599 Opw. 720 Opw. 389 Kindermoment
Lied: beloofd = beloofd Bijbellezing: Jeremia 31,31-34 Opw. 315 Preek Gezang 176b Gebed Collecten ('Mary did you know?') Opw. 733 (E) Zegen