Nr. 7
Zitting van woensdag 23 juni 2010 Voorzitter: de heer P. IJssels, burgemeester. Aanwezig zijn de leden: de heren F.M.Th. Barth, H.H.W. Bax, R.J.J. van Breemen en H. Chaaby, de dames N. van Dalen-Eggink en E.L. Dansen, de heren F. Duijnhouwer en I. Elmaci, de dames J.A.G. Hania-van Emmerik en J.T.E. Hoogesteger, de heren A. Koçak en L.R.J. Luijk, de dames A.G. van Maaren, A. Mager-Schroten en M.J. Molengraaf-Vullers, de heren C. Van der Roest en P.C.J. Schefferlie, de dames G.W. Soudain en I.J. Stam en de heren I. Tekir, C.J.J. Wientjes en M. Wildschut. Griffier: de heer H. Andeweg. Tevens aanwezig: de wethouders mevrouw B.J.P. van der Torren en de heren A.P. Faro, J.C. Oostrum en A.J. Rijsdijk, alsmede mevrouw mr. drs. A.W. Vergouwe, gemeentesecretaris. Afwezig is mevrouw G.H. Biesheuvel-van Diemen.
* AGENDA: 1. Opening (19.30 uur). ................................................................................................................................................ 1 2. Vaststelling agenda. ................................................................................................................................................. 1 3. Aanwijzing van het lid dat het eerst aan de beurt van stemmen is. .......................................................................... 2 4. Vaststelling van de notulen van de raadsvergadering van 27 mei 2010. .................................................................. 2 5. Lijst van ingekomen stukken. .................................................................................................................................. 2 6. Vaststelling bestemmingsplan „Bedrijventerrein Avelingen en Schelluinsestraat‟ (nr. 2010-464). ......................... 3 7. Start administratieve onteigeningsprocedure woningbouwplan Hoog Dalem te Gorinchem (nr. 2010461). .................................................................................................................................................................... 10 8. Wijziging van de APV Gorinchem 2008, de Bouwverordening en de Legesverordening i.v.m. de inwerkingtreding Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) per 1 juli 2010 (nr. 2010463). .................................................................................................................................................................... 15 9. Millenniumgemeente en internationale samenwerking (nr. 2010-459). ................................................................. 17 10. Sluiting................................................................................................................................................................... 38
* 1. Opening (19.30 uur).
De voorzitter: Ik open de vergadering en heet u allen van harte welkom. Ik deel u mede dat bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Biesheuvel. 2. Vaststelling agenda.
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. G - 1.
3. Aanwijzing van het lid dat het eerst aan de beurt van stemmen is.
Door het lot wordt aangewezen mevrouw Molengraaf-Vullers. 4. Vaststelling van de notulen van de raadsvergadering van 27 mei 2010.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze notulen ongewijzigd vastgesteld. 5. Lijst van ingekomen stukken. A. Voor kennisgeving aan te nemen
1 2
Omschrijving Kenmerk Kopie brief aan de Gemeenschappelijke Regelingen mbt financiële 2861 crisis, een ombuiging van 10% bezuiniging. De jaarstukken ter kennisname van de Stichting tot instandhouding 3084 van Molens in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden voor de vergadering van 17-06-2010.
Datum 21.05.2010 02.06.2010
C. Ter afdoening in handen van het college te stellen 1 2 3
Verzoek opgave leden die zittting gaan nemen in het algemeen en dagelijks bestuur van de RSD. Verzoek reactie mbt koop van eigendomsperceel van de gebroeders Goes Melding te vroeg vertrekken van de veerboot op 23-05-2010.
2533
29.04.2010
2664
11.05.2010
2902
26.05.2010
2773
18.05.2010
2912
26.05.2010
3053
01.06.2010
2569
04.05.2010
2571
04.05.2010
D. Voor bericht en raad in handen van het college te stellen 1
Verzoek om het buurtprobleem rondom het terrein Anna’s Hofje als agendapunt op te nemen in de gemeenteraadsvergadering.
E. Betrekken bij begrotingsbehandeling 2011 1 2
Wachtlijstproblematiek kinderopvang Gorinchem-West KDV in de Huppelepup en BSO Gildenplein. Verzoek de begroting Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard Vijfheerenlanden 2011 voor te leggen aan de gemeenteraad.
F. Betrekken bij raadsbehandeling 1
2
Verzoek om informatie naar aanleiding van eerder gezonden brieven inzake ontwerpbestemmingsplan Gorinchem-Noord en ontwerpexploitatieplan Grote Haar. Zienswijze ontwerpbestemmingsplan Gorinchem-Noord en ontwerpexploitatieplan Grote Haar.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. H. Beantwoording (schriftelijke) vragen 1
G - 2.
Antwoord: vragen over de mogelijkheden om te kunnen stemmen door analfabeten.
2680
20.05.2010
2 3
Antwoord: diverse vragen inzake mogelijkheden voor stemmen door blinden en slechtzienden. Antwoord: vragen inzake het niet stemmen zonder ID.
2682
20.05.2010
2690
20.05.2010
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze stukken voor kennisgeving aangenomen. 6. Vaststelling bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Avelingen en Schelluinsestraat’ (nr. 2010-464). 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel In de achterliggende periode hebben we een nieuw bestemmingsplan voor de bedrijventerreinen Avelingen Oost + West en de Schelluinsestraat opgesteld. De directe aanleiding hiertoe is tweeërlei. Ten eerste is het noodzakelijk vanwege de planologische vertaling van het project 'Uiterwaardvergraving Avelingen" en ten tweede vanwege de doorvertaling van de beleidslijn 'grote rivieren'. De herziening van het bestemmingsplan Schelluinsestraat behelst een reguliere herziening. Dit nieuwe bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Avelingen en Schelluinsestraat' hebben we in procedure gebracht. Met betrekking tot het ontwerpbestemmingsplan zijn er 8 zienswijzen ingediend. De inhoud van de zienswijzen, onze overwegingen en conclusies hierover staan verwoord in de zienswijzennota, welke u als bijlage aantreft. De zienswijzen geven naar onze mening aanleiding tot het maken van diverse wijzigingen in het bestemmingsplan. Daarnaast is er nog een aantal zogenaamde ambtshalve aanpassingen die wij aan u willen voorstellen. De wijzigingen hebben geen essentiële veranderingen in het bestemmingsplan tot gevolg. Op grond van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan tevens een besluit te nemen over het al of niet vaststellen van een exploitatieplan. Voor dit bestemmingsplan is het niet nodig een exploitatieplan vast te stellen. Dit dient de raad wel daadwerkelijk te besluiten. Voorgesteld wordt: 1. de zienswijzennota met de daarin voorgestelde wijzigingen, conform voorstel, vast te stellen; 2. het bestemmingsplan Bedrijventerrein Avelingen en Schelluinsestraat zowel analoog als digitaal gewijzigd vast te stellen, overeenkomstig de in de zienswijzennota opgenomen wijzigingen. Het digitale ontwerpb estemmingsplan is vervat in het GML-bestand Imro NL\.IMRO\.0512\ .BP20103000000001040001. Het digitale vastgestelde bestemmingsplan zal worden vervat in het GML-bestand Imro NL\.IMRO\.0512\ BP2010300000000104-4001. 3. geen exploitatieplan voor dit bestemmingsplan vast te stellen. 2. Inleiding Ten behoeve van de planologische vertaling van het project 'Uiterwaardvergraving Avelingen" en de beleidslijn 'grote rivieren' is dit nieuwe bestemmingsplan opgesteld. In uw vergadering van 23 april 2009 heeft u de kaderstellende uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan vastgesteld. 3. Aanleiding / doelstelling bestemmingsplan Dit bestemmingsplan schept een juridisch planologisch kader voor de bedrijventerreinen en voor de uivoering van het project 'Uiterwaardvergraving Avelingen" en dient als toetsingskader van concrete bouwaanvragen. 4. Kaderstellende uitgangspunten In vergadering van de gemeenteraad van 23 april 2009 heeft u de kaderstellende beleidsuitgangspunten zoals vertaald in het voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Avelingen en Schelluinsestraat vastgesteld. In deze vergadering heeft u tevens besloten de Milieueffectrapportage (MER) Uiterwaardvergraving bedrijventerrein Avelingen aanvaardbaar te verklaren en vrij te geven voor inspraak.
G - 3.
De MER brengt de mogelijke gevolgen van de uitvoering van het project Uiterwaardvergraving Avelingen voor het milieu in beeld en beoogt het milieubelang een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming. 5. Vooraankondiging en voorontwerpfase Op grond van artikel 1.3.1. Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is kennisgegeven dat een bestemmingsplan in voorbereiding is. Deze publicatie is in de Staatscourant, de Stad Gorinchem en op onze website geplaatst. Op het voorontwerpbestemmingsplan is vanaf eind mei 2009 gedurende zes weken inspraak op grond van onze inspraakverordening verleend. De MER lag tegelijkertijd ter inzage; iedereen kon een zienswijze over het MER naar voren brengen. Alle bedrijven en bewoners binnen het plangebied zijn per brief door ons geïnformeerd over het nieuwe bestemmingsplan en de MER. Daarnaast is het voorontwerpbestemmingsplan eind mei 2009 in het kader van het wettelijke vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening aan diverse instanties toegezonden. De resultaten van deze voorontwerpfase treft u aan in hoofdstuk 5 "Inspraak en procedure" van het bestemmingsplan. Wij hebben u door de raadsinformatiebrief van 4 februari 2010 met nummer 420 geïnformeerd over de stand van zaken rond het bestemmingsplan. 6. Ontwerpfase en (nota van) zienswijzen Volgens de bepalingen uit de nieuwe Wet ruimtelijke ordening moet een bestemmingsplan vanaf 1 januari 2010 digitaal te raadplegen zijn. Hiertoe is door de rijksoverheid de centrale website www.ruimtelijke plannen.nl. beschikbaar gesteld. Met ingang van 10 februari 2010 heeft het ontwerpbestemmingsplan gedurende 6 weken (tot 24 maart) voor een ieder ter inzage gelegen. Het ontwerpbestemmingsplan kon digitaal geraadpleegd worden op www.ruimtelijkeplannen.nl en was tevens analoog te raadplegen. Gedurende deze termijn kon een ieder schriftelijk of mondeling zijn zienswijze over het ontwerpbestemmingsplan kenbaar maken. Ook hierover hebben we alle bedrijven en bewoners binnen het plangebied een brief gezonden. Van de mogelijkheid een mondelinge zienswijze in te dienen is geen gebruik gemaakt. Er zijn 8 schriftelijke zienswijzen ingediend, welke tijdig zijn ingediend en voldoen aan de formele vereisten, waardoor ze ontvankelijk zijn. De inhoud van de zienswijzen, onze overwegingen en conclusies hierover staan verwoord in de zienswijzennota, welke u als bijlage aantreft. De feitelijk ingekomen zienswijzen hebben we voor u ter inzage gelegd. De zienswijzen geven naar onze mening aanleiding tot het maken van wijzigingen in het vast te stellen bestemmingsplan. 7. Hoorzitting Op grond van de met u gemaakte afspraken over de rol die het college en de gemeenteraad vervullen bij bestemmingsplannen, wordt de indiener van de zienswijze in de gelegenheid gesteld een mondelinge toelichting te geven op zijn zienswijze. Hiertoe is een uitnodiging verzonden aan de indieners van de zienswijzen. Op 13 april jl. vond de hoorzitting plaats. Een aantal bedrijven heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt de zienswijze mondeling nader toe te lichten. Het verslag van de hoorzitting treft u als bijlage bij de zienswijzennota aan. Dit verslag is betrokken bij de overwegingen in de zienswijzennota en wordt hierdoor dus meegewogen in de besluitvorming. Naar aanleiding van de hoorzitting heeft er nader afstemmingsoverleg met een aantal bedrijven plaatsgevonden. 8. Behandeling en besluitvorming door de gemeenteraad Op grond van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan tevens een besluit te nemen over het al of niet vaststellen van een exploitatieplan.
G - 4.
De verplichting hiertoe staat verwoord in lid 1 van artikel 6.12. In het tweede lid van dit artikel staat aangegeven dat u geen exploitatieplan hoeft vast te stellen indien: a. het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het bestemmingsplan begrepen gronden anderszins verzekerd is; b. het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lïT'o'hcier c, sub 4 onderscheidenlijk 5, niet noodzakelijk is; c. het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweed lid, onder b, c of d, niet noodzakelijk is; Voor wat betreft dit bestemmingsplan wordt hierover het volgende geconcludeerd: Ad a: De gemeente draagt zelf zorg voor de realisatie van dit project, ook in financiële zin. Het budget wordt door de Rijksoverheid beschikbaar gesteld. De gronden die voor de realisatie van het project zijn benodigd, worden echter door de Rijksoverheid verworven. Dit geschiedt op minnelijke basis. Voor de in het bestemmingsplan opgenomen uitbreiding van het bedrijf firma De Boon is een anterieure overeenkomst met B.G. de Boon afgesloten. De overige bestemmingen in het bestemmingsplan bieden geen grond voor het verhaal van kosten als bedoeld in de Wro. Ad b: Voor het project hebben wij met Rijkswaterstaat afspraken gemaakt over het tijdstip van realisering van het project. Zodra het bestemmingsplan op dit onderdeel onherroepelijk is en de aanbesteding heeft plaatsgevonden, zal worden gestart met de vergraving ca. Ad c: Deze eisen en regels voor de uitvoering van het project zijn in de aanbestedingsdocumenten verwoord. Geconcludeerd wordt dat u geen exploitatieplan hoeft vast te stellen. In tegenstelling tot de oude WRO dient u dit wel daadwerkelijk te besluiten. Op basis van de nieuwe Wro dient het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Avelingen en Schelluinsestraat' binnen 12 weken na afloop van de termijn van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan door de gemeenteraad te worden vastgesteld. Om aan deze wettelijke bepaling te voldoen, moet het bestemmingsplan voor 15 juni 2010 worden vastgesteld. Deze termijn, welke op zich een termijn van orde is, wordt niet gehaald. Dit heeft echter geen consequenties. 9. Vast te stellen bestemmingsplan Het ontwerpbestemmingsplan kan gewijzigd door de gemeenteraad worden vastgesteld. Het vast te stellen bestemmingsplan met de bijbehorende bijlagen hebben wij voor u ter inzage gelegd. Daarnaast hebben we per fractie één exemplaar van het vast te stellen bestemmingsplan - zonder bijlagen -beschikbaar gesteld en is het vast te stellen bestemmingsplan met bijlagen digitaal te raadplegen via het raadsinformatiesysteem op www.gorinchem.nl. 10. Vervolgprocedure U wordt voorgesteld het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen. Na de vaststelling moeten we de wijzigingen ter instemming voorleggen aan de provincie en het rijk voordat wij kunnen overgaan tot publicatie van het vastgestelde bestemmingsplan. Het plan ligt vervolgens gedurende zes weken voor een ieder ter inzage. Gedurende de termijn van terinzagelegging kan een beroepschrift bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden ingediend. 11. Voorstel Wij stellen u voor: 1. de zienswijzennota met de daarin voorgestelde wijzigingen, conform voorstel, vast te stellen; 2. het bestemmingsplan Bedrijventerrein Avelingen en Schelluinsestraat zowel analoog als digitaal gewijzigd vast te stellen, overeenkomstig de in de zienswijzennota opgenomen wijzigingen. Het digitale ontwerpbestemmingsplan is vervat in het GML-bestand Imro NL\.1MRO\.0512\.BP20103000000001040001. Het digitale vastgestelde bestemmingsplan zal worden vervat in het GML-bestand Imro NL\.IMRO\.0512\.BP2010300000000104-4001. 3. geen exploitatieplan voor dit bestemmingsplan vast te stellen.
G - 5.
De heer Duijnhouwer: Mijnheer de voorzitter. Met het oog op de gevaren die de rivier voor Gorinchem zou kunnen hebben is wel eens de filosofie gehuldigd dat er niets aan de hand zou zijn als de dijken maar verhoogd zouden blijven worden. Gelukkig zijn we inmiddels een beetje van die filosofie af geraakt en zijn we samen met het rijk op zoek gegaan naar alternatieven om bij een extreem hoge waterstand zoveel mogelijk te kunnen afvoeren. De dijkverhoging is volbracht en in plaats van die nog verder te verhogen en te versterken zoeken we ons heil in een verruiming van de rivier om de waterafvoer op een of andere manier te kunnen stimuleren. Naar de mening van de PvdA-fractie ligt daarin ook de oplossing van het probleem. In dat kader past ook het plan van de gemeente Gorinchem – niet alleen van de gemeente Gorinchem overigens, maar daarop kom ik straks nog wel terug – om de uiterwaarden te vergraven. Om dat mogelijk te maken ligt vandaag dit bestemmingsplan voor, dat niet alleen over de uiterwaardvergraving gaat, maar ten dele ook bedoeld is voor een actualisering van de Schelluinsestraat. Reeds in april hebben wij hierover gesproken en bij die gelegenheid heb ik, net als een aantal anderen trouwens, het college complimenten gemaakt voor de unieke kans die hiermee wordt geboden om in nauwe samenwerking met het rijk iets te realiseren van die rivierverruiming. Eigenlijk lag de oplossing bij Avelingen, waar een aantal watergebonden bedrijven liggen die iets meer water willen hebben dan waarover ze nu beschikken. Het geeft ons de gelegenheid het gebied te herinrichten en zo aan de ecologische verbindingszone tegemoet te komen. In april heb ik het verhaal verteld van het kikkertje dat voorheen al lopend over land de vluchthaven probeerde te bereiken; nu kan hij gewoon in het water blijven als dit alles gerealiseerd wordt. Geschrokken ben ik eerlijk gezegd van alle beleidskaders die hieraan ten grondslag liggen: van het rijk, van de provincie, van de regio en van de gemeente. Het zijn er tientallen! Het zal allemaal wel nodig zijn, maar ik heb er toch een aantal overgeslagen en me beperkt tot de essentiële zaken. Wat naar de mening van de PvdA-fractie op een verantwoorde manier is uitgevoerd, is de inspraak. De aanliggende bedrijven zijn in de gelegenheid gesteld reacties en zienswijzen in te dienen en er is serieus geboomd over die reacties, wat heeft geleid tot enige aanpassingen van het bestemmingsplan. In bepaalde gevallen heeft zelfs nog een soort afstemmingoverleg plaatsgevonden. Enige problemen had ik aanvankelijk met het ontbreken van een exploitatieplan, maar het doornemen van de bestuursovereenkomst met de rijksoverheid heeft mij voldoende gerustgesteld. Er blijkt uit dat het rijk de financiering op zich neemt, terwijl de gemeente verantwoordelijk is voor de realisering. Mocht de gemeente de btw eventueel niet via het btw-compensatiefonds terugontvangen, dan is het rijk eventueel zelfs bereid bij te springen. Al met al kunnen wij instemmen met het bestemmingsplan, zij het dat ik nog wel een paar vragen heb. De verbreding van de A27 en de brug – een tunnel kunnen we kennelijk wel vergeten –, of een weg op palen, zullen waarschijnlijk gevolgen hebben voor dit gebied. Wat ik mij met enige zorg afvraag is of we straks gedwongen zullen worden de schop te pakken om alles wat we nu aan water hebben gerealiseerd weer te gaan dempen. Het bestemmingsplan zal, naar ik begrepen heb, sowieso aangepast moeten worden, maar is nu wel voldoende rekening gehouden met een mogelijke verbreding van de A27 inclusief de eventuele realisering van een brug?
G - 6.
In het stuk ben ik vervolgens een juridische term tegengekomen die ik drie keer heb moeten lezen voordat ik meende het te begrijpen: de anti-dubbeltelregel. Ik zal er verder niet op ingaan; het hoofdstuk over de juridische achtergronden is heel duidelijk. In april heb ik het college gevraagd hoe we dit project moeten zien in verhouding met de Woelse Waard. Is hierover al overleg gevoerd met Rijkswaterstaat en is er al iets concreets over te melden? Een vraag is bij mij ook gerezen over de planning. Is er, als de hele bestemmingsplanprocedure is afgerond, enig zicht op de manier waarop het zand wordt afgevoerd in de richting van Gorinchem-Noord? Tenslotte wordt ons gevraagd zowel het digitale als het analoge bestemmingsplan goed te keuren. Het heeft mij er niet toe gebracht het digitale bestemmingsplan helemaal door te nemen, van pagina 1 tot en met pagina 143, maar vertrouwend op de blauwe ogen van het college ga ik ervan uit dat het digitale bestemmingsplan gelijk is aan het analoge bestemmingsplan. Wat dat betreft moet ik zeggen dat ik een beetje ben blijven steken in de analoge traditie, want ik heb nog altijd een analoog horloge. De heer Barth: Mijnheer de voorzitter. De aanleiding voor het voorliggende bestemmingsplan ligt in de vorige eeuw. In 1992 en 1995 hebben wij zeer hoge waterstanden in de rivieren gekend, ook in Gorinchem. Gorinchem-Oost moest in februari 1995 zelfs evacueren. Als gevolg van die hoge waterstanden en de daarbij behorende bedreiging voor bevolking en economie heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat de Beleidslijn Grote Rivieren vastgesteld. Deze beleidslijn betekende voor bijna alle bedrijven op de bedrijventerreinen Avelingen-Oost en -West dat zij slechts maximaal 10% mochten uitbreiden. Daarmee zaten al die bedrijven feitelijk op slot. Die situatie was voor de betrokken bedrijven en voor de gemeente Gorinchem absoluut onwenselijk. Het college heeft daarom het initiatief genomen om een planstudie uit te voeren naar onder andere uiterwaardvergraving. Die planstudie heeft geleid tot het voorliggende bestemmingsplan, waarmee het volgende mogelijk wordt gemaakt: 1. vrijstelling van de Beleidslijn Grote Rivieren; 2. bedrijven op de genoemde bedrijventerreinen krijgen meer uitbreidingsruimte; 3. een kader wordt geboden voor de toekomstige ruimtelijke kwaliteit; 4. de functionele binding van bedrijventerrein en rivier wordt op maat gereguleerd; 5. de uiterwaardvergraving levert meer waterstanddaling op dan strikt noodzakelijk. Ik moet u zeggen dat ik als vers raadslid buitengewoon onder de indruk was van de ondernemingsgeest waarvan het college in dezen blijk heeft gegeven. Veel zienswijzen van betrokkenen zijn ook ruimhartig in het bestemmingsplan opgenomen, waarmee het risico op planschade nihil is. Gegeven de manier waarop de bedreiging van de Beleidslijn Grote Rivieren voor de betrokken bedrijven en de daarbij behorende werkgelegenheid door dit bestemmingsplan wordt omgezet in kansen, komt dit college een groot compliment toe voor zijn ondernemendheid. Naar aanleiding van de woorden van de heer Duijndouwer…. De voorzitter: Het is óf Doordouwer, óf Duijnhouwer! De heer Duijnhouwer: Ik heb gisteren een stapel kaartjes gehad en zal er u één geven! De heer Barth: Graag! G - 7.
Hoe dan ook, net als de heer Duijnhouwer zijn wij erg benieuwd naar het gebruik van het gewonnen zand voor Gorinchem-Noord. Het moge duidelijk zijn dat de fractie ChristenUnie/SGP van harte instemt met het voorliggende voorstel van het college om het bestemmingsplan Bedrijventerrein Avelingen en Schelluinsestraat gewijzigd vast te stellen, met daarbij de zienswijzennota en het niet noodzakelijk zijnde exploitatieplan. De heer Van der Roest: Mijnheer de voorzitter. De CDA-fractie is blij dat dit plan er nu is. Het is een goede zaak voor de waterbeheersing en voor de ruimtelijke ordening in Gorinchem en wij maken u een compliment voor het feit dat dit tot stand is gebracht. Uiteraard hebben wij nog wel enkele opmerkingen, maar de blijdschap met het plan overheerst. De heer Duijnhouwer heeft zojuist zijn tevredenheid uitgesproken over de manier waarop de inspraak gestalte heeft gekregen. Tot op zekere hoogte ben ik het daarmee wel eens. Ik moet echter vaststellen dat op 13 april om 20.00 uur een bijeenkomst is belegd die in afwijking van de afspraken die met de gemeenteraad zijn gemaakt niet door de gemeenteraad kon worden bijgewoond, om de doodeenvoudige reden dat de raadsleden niet waren uitgenodigd. Ik zal het op prijs stellen wanneer het college kan toezeggen dat dit niet weer zal gebeuren. Wij hebben kennis genomen van het verhaal over het exploitatieplan en vinden dat een goed verhaal. Wij hebben het gevoel dat het in hoge mate garandeert dat wij geen risico‟s lopen en wij kunnen er dan ook mee instemmen dat er geen exploitatieplan wordt gemaakt. Ik moet er overigens wel bij zeggen dat wij het uitermate hinderlijk vinden dat u dat soort stukken niet voor ons ter inzage legt. Daaraan voeg ik meteen toe dat, als de gemeente het niet zelf hoeft te betalen, eenheidsprijzen voor ons totaal niet interessant zijn en dat wij ze zelfs liever niét weten. Het lijkt me dat we daaraan in het vervolg van tevoren beter wat kunnen regelen. Ik zou me ook kunnen voorstellen dat bij dit soort grote besluiten – het gaat tenslotte om gigantische bedragen – gedacht wordt aan de mogelijkheid om het als voorhangbesluit bij de gemeenteraad langs te laten gaan, zodat we er van tevoren van op de hoogte zijn. Tenslotte wens ik het college sterkte toe bij de uitvoering van dit plan en van de bestuursovereenkomst. Wethouder Rijsdijk: Mijnheer de voorzitter. De raad dank ik om te beginnen voor alle complimenten die het college zijn gemaakt. Het is inderdaad een lijvig plan, waaraan hard en veel is gewerkt, en er zal ook nog veel aan moeten worden gewerkt. Zoals enkele sprekers hebben aangegeven, gebeurt dit allemaal in het kader van „Ruimte voor de rivier‟, om wateroverlast en overstromingen in de toekomst te voorkomen. De gemeente doet dat overigens niet zelf, het is ingegeven door rijksbeleid. Rijkswaterstaat heeft ervoor gekozen niet al deze projecten zelf te gaan doen, maar ze lokaal en regionaal te laten uitvoeren. Meestal wordt in zulke gevallen naar waterschappen gekeken, maar soms ook naar een gemeente. Ik ben er trots op dat Gorinchem zo'n projectgemeente is en dit voor Rijkswaterstaat mag doen. Het voordeel ervan is bovendien dat de gemeente, die immers ook de bestemmingsplanbevoegdheid heeft, al die processen in elkaar kan vervlechten. Er is veel aandacht en tijd besteed aan inspraak, wat geleid heeft
G - 8.
tot een plan dat op een groot draagvlak kan rekenen onder de betrokken bedrijven en waarin ook veel maatwerk is gerealiseerd. Als Rijkswaterstaat die besprekingen met de bedrijven had moeten voeren, was er waarschijnlijk een heel ander verhaal uit tevoorschijn gekomen. Graag wil ik nu ingaan op de vragen die zijn gesteld, allereerst de vraag over de A27 en de consequenties daarvan. Zoals de heer Duijnhouwer al zei, is het zeker dat er geen tunnel zal komen, maar wat er dan precies gaat gebeuren is nog niet helemaal bekend. Pas als dat bekend is, zal een tracébesluit worden genomen en zullen alle gevolgen voor bestaande bestemmingsplannen, maar ook de compensatie voor de waterberging, daarin worden meegenomen. Het zandtransport is een van de onderdelen waarmee Gorinchem als projectgemeente werk met werk kan maken. Het is de bedoeling dat het zand naar Gorinchem-Noord gaat en er wordt aan gedacht om dat via buisleidingen te regelen en dus niet met vrachtauto‟s e.d. Met betrekking tot de Woelse Waard worden verkenningen uitgevoerd. Concrete besluiten daarover zijn nog niet genomen. Terecht is er door de heer Duijnhouwer op gewezen dat behalve dit analoge bestemmingsplan ook een digitaal plan bestaat, te raadplegen op een landelijke website, gewaarmerkt door een digitale handtekening van de gemeente. Dat is het geldige, actuele plan dat door de raad wordt vastgesteld, maar natuurlijk zorgen wij ervoor dat de plannen die wij hier ter inzage leggen niet afwijken van dat digitale plan. Het is een wat bijzondere constructie die voortvloeit uit de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Het garandeert ook dat niet overal verschillende versies van plannen circuleren. Inderdaad zat het bedrijventerrein als gevolg van de 10%-regeling aanvankelijk op slot en worden nu weer allerlei ontwikkelingen mogelijk gemaakt op het bedrijventerrein Avelingen, vooral in de richting van watergebonden bedrijvigheid. Een van de vele beleidslijnen die de heer Duijnhouwer noemde is bedoeld om daar, aan het water, watergebonden bedrijvigheid te laten plaatsvinden, waardoor transportbewegingen op de weg zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. De afspraak dat raadsleden worden uitgenodigd voor inspraakavonden stond al en daarover valt weinig meer te zeggen. Over de exploitatieovereenkomst met Rijkswaterstaat is inmiddels voldoende gezegd. Ze is zonder de bedragen ter inzage gelegd en ik denk dat we dat soort dingen vaker moeten doen. De heer Duijnhouwer: Mijnheer de voorzitter. De wethouder dank ik voor zijn beantwoording. Eén ding is echter nog wat blijven hangen en dat betreft de besluitvorming. In het voorstel staat dat we zowel over het analoge als over het digitale bestemmingsplan besluiten, maar uit de woorden van de wethouder maak ik op dat alleen een besluit over het digitale bestemmingsplan aan de orde is. Hoe zit dat precies? De voorzitter: Laten we het nu maar gewoon vaststellen; dan merkt u later wel of het digitaal of analoog is. Daarover hoeven we ons absoluut niet druk te maken, dat komt allemaal goed.
G - 9.
Wethouder Rijsdijk: Er bestaan in de raad meer vragen over de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Volgens mij zullen we daarover eens met elkaar op cursus moeten. Inmiddels is mij een briefje ter hand gesteld met de mededeling dat we beide plannen moeten vaststellen. We zullen daarbij dan ook moeten vaststellen dat ze allebei gelijk zijn, anders krijgen we rare dingen. Mochten er afwijkingen zijn, dan prevaleert het digitale plan.
De voorzitter: We stellen het bestemmingsplan nu vast. Hoé precies, dat geven we later allemaal keurig vorm. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 7. Start administratieve onteigeningsprocedure woningbouwplan Hoog Dalem te Gorinchem (nr. 2010-461). 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel De gemeente Gorinchem is voornemens om in het plangebied Hoog Dalem 1.400 woningen, sociaalculturele voorzieningen, detailhandel en overige voorzieningen te realiseren. Ter realisering van het woningbouwplan met bijbehorende voorzieningen heeft de gemeente Gorinchem op 28 januari 2010 het bestemmingsplan 'Hoog Dalem' en het bijbehorende exploitatieplan vastgesteld. De voor de realisering van het plan benodigde gronden zijn grotendeels eigendom van de gemeente, dan wel van marktpartijen met wie de gemeente samenwerkt. Een deel van de benodigde gronden is nog niet verworven. Er zijn reeds geruime tijd onderhandelingen gevoerd en worden nog steeds gevoerd met de eigenaar, de heer D.A. Keijzer en met de ontwikkelaar Megahome.nl Grond BV over het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst ter realisering van het bestemmingsplan op de onderhavige percelen, dan wel de aankoop van de betreffende percelen door de gemeente. Er is momenteel echter geen zekerheid op het tijdig en op het door de gemeente gewenste wijze alsnog bereiken van overeenstemming tot het sluiten van deze samenwerkingsovereenkomst, dan wel de aankoop van de betreffende percelen door de gemeente. Voorgesteld wordt daarom om de administratieve onteigeningsprocedure te starten, om ervoor te zorgen dat de gemeente het plan tijdig kan realiseren. De administratieve onteigeningsprocedure wordt gevoerd door de Kroon op basis van een daartoe strekkend verzoek en resulteert in een Koninklijk Besluit tot onteigening, op basis waarvan de gerechtelijke onteigeningsprocedure gevoerd kan worden. De onteigening geschiedt ten name van de gemeente Gorinchem en ten behoeve van het realiseren van het bestemmingsplan 'Hoog Dalem' en het bijbehorende exploitatieplan. Gevraagde beslissing: De Kroon met bijgevoegd onteigeningsplan en conceptbrief verzoeken om over te gaan tot het starten van de administratieve onteigeningsprocedure op grond van Titel IV van de Onteigeningswet en hiermee te bevorderen dat een Koninklijk Besluit tot onteigening tot stand komt voor de onteigening van enkele kadastrale percelen en perceelsgedeelten, gelegen aan de Laag Dalemseweg in Gorinchem, die nodig zijn voor de realisering van het middelste deelgebied van het woningbouwplan Hoog Dalem. 2. Fase trechter Uitvoering 3. Inleiding /aanleiding De gemeente Gorinchem is voornemens om in het plangebied 'Hoog Dalem' 1.400 woningen, sociaalculturele voorzieningen, detailhandel en overige voorzieningen te realiseren. Daartoe werkt de gemeente samen met 2 marktpartijen in een CV. Het plangebied 'Hoog Dalem' ligt ten oosten van Gorinchem en
G - 10.
wordt aan de westzijde begrensd door de Spijksesteeg, aan de noordzijde door de Griendweg, aan de zuidzijde door de Graaf Reinaldweg en aan de oostzijde door de Dalemse Zeiving en het buitengebied. Het exploitatiegebied ziet op hetzelfde gebied als het bestemmingsplangebied met uitzondering van een aantal te handhaven percelen en perceelsgedeelten. Deze zijn niet in het exploitatieplan opgenomen. Ter realisering van het woningbouwplan met bijbehorende voorzieningen heeft de gemeente Gorinchem het ontwerp-bestemmingsplan 'Hoog Dalem' en het bijbehorende exploitatieplan opgesteld. De gemeenteraad heeft op 28 januari 2010 het bestemmingsplan 'Hoog Dalem' gewijzigd vastgesteld. De wijzigingen hebben deels betrekking op de ter onteigening aan te wijzen percelen. Tegelijk met het vaststellen van het bestemmingsplan zijn ook het exploitatieplan 'Hoog Dalem' en het beeldkwaliteitplan 'Hoog Dalem' vastgesteld. Het bestemmingsplan is momenteel nog niet onherroepelijk. De ter onteigening aan te wijzen percelen en perceelsgedeelten zijn nodig voor het realiseren van het middelste deelgebied van het bestemmingsplan 'Hoog Dalem', In het groene middengebied is, naast het park, ruimte voor woonclusters grotendeels in de vorm van lintbebouwing en daarnaast hofwoningen en een voorzieningencluster. De woonclusters in het middelste deelgebied van het bestemmingsplan 'Hoog Dalem' zijn bestemd voor een mix van woningtypen van vrijstaande en geschakelde woningen met hier en daar rijwoningen en een appartementencomplex in een groene setting. De voorzieningen van de nieuwe woonwijk zijn geconcentreerd aan de westzijde van Hoog Dalem. In de centrale parkzone worden de maatschappelijke voorzieningen gerealiseerd, zodat deze vanaf zowel de noordelijke als de zuidelijke eilanden goed bereikbaar zijn. Hierbij moet in ieder geval worden gedacht aan een brede school kinderopvang en buitenschoolse opvang,sociaal cultureel werk en een kerkvoorziening, waarbij één trapveld wordt aangelegd in combinatie met de skatebaan. Daarnaast worden hier 34 zorgeenheden gerealiseerd. Tevens wordt er een speelvoorziening gesitueerd. In het groene middengebied is verder ruimte om vrij te spelen, te wandelen en te verblijven. Aan de ter onteigening aan te wijzen gronden zijn de bestemmingen 'Maatschappelijk (M)', 'Centrum (C)', 'Wonen (W)', 'Woongebied (WG)', Tuin (T)', 'Groen (G)', 'Verkeer-Verblijfsgebied (V-VB)1 en 'Water (WA)' toegekend. Daarnaast geldt voor een deel van deze gronden de dubbelbestemming 'Leiding-Riool (L-R)'. Er zijn reeds geruime tijd onderhandelingen gevoerd en worden nog steeds gevoerd met de eigenaar, de heer D.A. Keijzer, en met de ontwikkelaar Megahome.nl Grond B.V. (voorheen Mega Projecten BV) (hierna: Mega) over het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst ter realisering van het bestemmingsplan op de onderhavige percelen en perceelsgedeelten, dan wel de aankoop van de betreffende percelen en perceelsgedeelten door de gemeente. Deze onderhandelingen hebben tot op heden nog niet tot overeenstemming geleid. In verband met de planning voor de aanleg van het woningbouwplan, kan het alsnog bereiken van minnelijke overeenstemming niet langer worden afgewacht. De administratieve onteigeningsprocedure dient dus zo spoedig mogelijk te worden gestart. De administratieve onteigeningsprocedure op grond van Titel IV Ow wordt niet door de gemeente, maar op verzoek van de gemeente door de Kroon (i.c. ministerie van VROM) gevoerd. Deze procedure resulteert in een Koninklijk Besluit tot onteigening (KB). Op basis van het KB kan de gerechtelijke onteigeningsprocedure worden gevoerd. In de gerechtelijke onteigeningsprocedure, die start met dagvaarding van de in het KB betrokken belanghebbenden, spreekt de rechter de onteigening uit en stelt de schadeloosstelling vast. Door inschrijving van het onteigeningsvonnis gaat de eigendom over op de gemeente. Het vonnis kan pas worden ingeschreven nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. In verband met de noodzaak van het realiseren van het bestemmingsplan en de noodzaak om tijdig over alle daarvoor benodigde gronden te kunnen beschikken, is het noodzakelijk om thans tot onteigening te besluiten. Parallel aan de administratieve onteigeningsprocedure worden de onderhandelingen onverminderd voortgezet, om te trachten met de grondeigenaar alsnog minnelijk tot overeenstemming te komen.
G - 11.
De gemeente kan, wanneer hier aanleiding voor is, de onteigeningsprocedure te allen tijde stopzetten. Onteigeningsprocedure: Onteigening in het belang van de ruimtelijke ontwikkeling, van de volkshuisvesting, van de openbare orde en van de handhaving van de Opiumwet vindt plaats op grond van Titel IV van de Onteigeningswet ('Ow'). Het betreft artikel 77 tot en met 96 Ow, met name artikel 77, lid 1, sub 1 ° Ow, dat bepaalt dat onteigening kan plaats vinden voor onder andere de uitvoering van een bestemmingsplan. De onteigening kent een administratieve en een gerechtelijke procedure. De voorgaande onteigeningsprocedure startte met het voor zienswijzen ter inzage leggen van een ontwerp raadsbesluit tot onteigening met bijbehorende stukken (het onteigeningsplan). Nadat de zienswijzen waren verwerkt kon de raad, binnen zes maanden na het starten van de procedure, tot onteigening besluiten. Het raadsbesluit c.a. werd naar het ministerie van VROM gestuurd en het ministerie besloot binnen negen maanden omtrent goedkeuring van het raadsbesluit. Deze procedure is op 31 maart 2010 vervallen en de nieuwe procedure is een verzoekprocedure gelijk aan onteigeningsprocedures op grond van Titel IIa Onteigeningswet (voor infrastructurele werken). De raad besluit niet meer om gronden ter onteigening aan te wijzen, maar besluit om een verzoek bij het ministerie van VROM in te dienen om een Koninklijk Besluit tot onteigening te verlenen voor de in het raadsbesluit genoemde c.q. in het daarbij behorende onteigeningsplan aan te geven gronden. Het ministerie neemt het verzoek in behandeling en stelt een ontwerp KB op. Het ministerie stuurt het ontwerp KB samen met het onteigeningsplan naar de betreffende gemeente met het verzoek om het ontwerp KB c.a. gedurende zes weken ter inzage te leggen. Gedurende deze termijn kunnen belanghebbenden bedenkingen bij het ministerie indienen. Het ministerie dient vervolgens binnen zes maanden het KB te verlenen. De proceduretermijn bij het ministerie wordt dus verkort van negen naar zes maanden, maar niet is geregeld binnen welke termijn het ministerie het verzoek in behandeling dient te nemen. Nadat het KB is verleend kan de gemeente (direct) de gerechtelijke onteigeningsprocedure starten, anders dan nu nog het geval is behoeft het bestemmingsplan daarvoor nog niet onherroepelijk te zijn. In de gebruikelijke vervroegde gerechtelijke onteigeningsprocedure wordt door de rechter de onteigening uitgesproken en het voorschot op de schadeloosstelling vastgesteld. Na betaling van het voorschot op de schadeloosstelling wordt het onteigeningsvonnis in de openbare registers van het Kadaster ingeschreven, waardoor de eigendom overgaat op de onteigenaar c.q. de gemeente. Het vonnis kan pas worden ingeschreven nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Vervolgens vindt definitieve vaststelling van de schadeloosstelling plaats. 4. Inhoud / Kaders Argumenten Noodzaak voor onteigening De realisering van het bestemmingsplan 'Hoog Dalem' is noodzakelijk om te voldoen aan de grote vraag naar (vervangende) woonruimte in de gemeente Gorinchem en vanwege de veranderende vraag naar woningtypen als gevolg van demografische ontwikkelingen als huishoudenverdunning en vergrijzing. Minnelijke verwerving De noodzaak tot onteigening is verder aanwezig, omdat er reeds geruime tijd onderhandelingen zijn gevoerd met de eigenaar de heer Keijzer en met de ontwikkelaar Mega over het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst ter realisering van het bestemmingsplan op genoemde percelen, dan wel de aankoop van de betreffende percelen door de gemeente, maar dat deze onderhandelingen nog niet tot het voor de gemeente gewenste resultaat hebben geleid. De gemeente blijft bereid tot het voeren van overleg gericht op het alsnog bereiken van minnelijke overeenstemming, echter er is momenteel onvoldoende zekerheid dat de bestemmingen inderdaad tijdig en conform de door haar gewenste vorm van planuitvoering gerealiseerd zullen worden. Zelfrealisatie De noodzaak tot onteigening is in het algemeen aanwezig, wanneer de betreffende grondeigenaar niet in staat kan worden geacht zelfstandig het bestemmingsplan op diens perceel of perceelsgedeelte uit te voe-
G - 12.
ren in de vorm en op de wijze die door de gemeente in het kader van het publiek belang het meest wenselijk wordt geacht. Een zogenaamd beroep op zelfrealisatie van de grondeigenaar kan in dat geval niet slagen. Voor een uiteenzetting van de gevoerde onderhandelingen met de grondeigenaar gericht op het zelfstandig realiseren van het bestemmingsplan op de ter onteigening aan te wijzen gronden wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van de zakelijke beschrijving die als bijlage bij dit raadsvoorstel is bijgevoegd. In verband met de noodzaak van het realiseren van het bestemmingsplan en de noodzaak om tijdig over alle daarvoor benodigde gronden te kunnen beschikken, is het noodzakelijk om thans de administratieve onteigeningsprocedure te starten. Het zelfstandig realiseren van het openbaar gebied, zoals de wegen, groenvoorzieningen en water en de daaraan te stellen eisen en voorwaarden, zoals vastgelegd in het exploitatieplan en bijlage H van dat exploitatieplan, wordt mede gezien het publieke belang van deze te realiseren voorzieningen niet doelmatig geacht. De te realiseren voorzieningen met de bestemming 'Groen', 'Verkeer-Verblijfsgebied' en 'Water' zijn onder andere bestemd voor groenvoorzieningen, bermen en beplanting, wegen en straten, parkeer- en speelvoorzieningen, bruggen, duikers en paden, water en overige voorzieningen voor de waterhuishouding en dergelijke. Aangezien het aanleggen van open water annex waterberging en de landschappelijke inpassing daarvan voorwaarde is voor het realiseren van het woningbouwplan Hoog Dalem, is ook om deze reden onteigening van de onderhavige gronden noodzakelijk. Daarbij komt dat de overheid -volgens de vaste lijn van de Kroon- voor de aanleg van niet-commerciële, publieke voorzieningen, zoals verkeersdoeleinden, landschappelijke inpassing en waterberging, steeds kan onteigenen. Tenslotte bestaat de noodzaak tot onteigening, omdat een groot deel van het woningbouwplan inmiddels bou wrijp is gemaakt en voor een deel reeds is bebouwd en niet tot afronding van het woningbouwplan kan worden overgegaan, omdat niet over de te onteigenen percelen en perceelsgedeelten kan worden beschikt. Urgentie De voor de realisering van het bestemmingsplan 'Hoog Dalem' benodigde gronden zijn, op de te onteigenen percelen en perceelsgedeelten na, inmiddels in eigendom van de gemeente. In 2006 is de gemeente reeds gestart met het ophogen en bouwrijp maken van het noordelijk en zuidelijk deelgebied. De eerste woningen zijn inmiddels gerealiseerd. De realisering van het gehele woningbouwplan kan echter niet plaatsvinden, omdat de gronden, zoals aangegeven bij het (ontwerp-) raadsbesluit tot onteigening behorende grondplantekening en perceelslijst, nog geen eigendom zijn van de gemeente Gorinchem. Ook is het tijdig en op een door de gemeente gewenste wijze realiseren van het plan op de onderhavige percelen en perceelsgedeelten niet verzekerd door het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst. Om deze redenen is het urgent om over de betreffende gronden te kunnen beschikken. De realisering van de maatschappelijke voorzieningen is urgent, omdat het voorbelasten van de gronden waarop deze voorzieningen zijn voorzien, bestaande uit een brede school, kinderopvang, buiten schoolse opvang, sociaal cultureel werk en een kerkvoorziening, in 2010 van start moet gaan. De brede school vervangt de al geruime tijd in het plangebied functionerende tijdelijke basisschool, die weer moet wijken voor de ter plaatse te realiseren woningbouw. Het realiseren van de maatschappelijke voorzieningen heeft derhalve de hoogste prioriteit. De realisering van het plangebied is gebaseerd op het uitgangspunt om eventuele overlast van het bouwverkeer zoveel mogelijk te voorkomen. Om de overlast voor de nieuwe bewoners te beperken zullen de woningen per veld worden gerealiseerd en zal parallel aan de oplevering van de woningen ook de inrichting van het openbaar gebied van het desbetreffende veld worden gerealiseerd. De weg is, naast de belangrijkste functie als ontsluitingsweg, tevens bedoeld voor de afwikkeling van het met de realisering van de betreffende fasen gepaard gaande bouwverkeer. De aanleg start derhalve al voordat met de aanleg van de fasen wordt gestart. Om deze redenen is het urgent om over de gronden in het middelste deel van het plangebied te kunnen beschikken.
G - 13.
De realisering van de woonclusters in het middelste deelgebied is urgent om te voldoen aan de grote vraag naar woonruimte in de gemeente Gorinchem en vanwege de veranderende vraag naar woningtypen als gevolg van demografische ontwikkelingen als huishoudenverdunning en vergrijzing. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de aanleg van de infrastructuur voor de warmte- en koudelevering. Al bij de oplevering van de eerste woningen van een deelgebied, moet dat systeem kunnen functioneren, omdat ook de eerste woningen al verwarmd c.q. gekoeld moeten kunnen worden. Er worden ten behoeve van de warmte- en koudelevering vier verdeelunits gerealiseerd, waarvan één specifiek voor het middengebied, waarop de woningen en de maatschappelijke voorzieningen in dit middengebied moeten worden aangesloten. Voor wat betreft de infrastructuur voor warmte- en koudelevering op de onderhavige gronden geldt dat de infrastructuur voor de woningbouw en de maatschappelijke voorzieningen in één keer aangelegd dient te worden. De gemeente heeft het werk reeds aanbesteed en wil zo spoedig mogelijk starten met de betreffende werkzaamheden op de onderhavige gronden. Urgentie is voorts aanwezig nu er geen zicht is op het binnen redelijke termijn alsnog bereiken van minnelijke overeenstemming. Het plan dient tijdig gerealiseerd te worden conform de in het exploitatieplan vastgelegde tijdsplanning en fasering. 5. Bestaand beleid, raadskaders en -besluiten – Vastgesteld bestemmingsplan Hoog Dalem; – Mandateringsbesluit van 28 januari 2010 tot het voorbereiden van de administratieve onteigening van bedoeld gebied; 6. Betrokkenheid derden Geen. 7. Beoogd effect Met het verzoek aan het ministerie om over te gaan tot het starten van de administratieve onteigeningsprocedure en gronden ter onteigening aan te wijzen wordt beoogd het door de Kroon verlenen van een KB. De gemeente kan daarmee (direct) de gerechtelijke onteigeningsprocedure starten, door dagvaarding van de in het KB opgenomen eigenaar en overige gerechtigden. Het voeren van de gerechtelijke onteigeningsprocedure leidt tot het door de rechter uitspreken van de onteigening en het vaststellen van de schadeloosstelling. Door inschrijving van het onteigeningsvonnis in de openbare registers van het Kadaster, na betaling van de schadeloosstelling, gaat de volle en onbezwaarde eigendom van de onteigende gronden over op de gemeente. De gemeente kan dan over de betreffende gronden beschikken, ter realisering van de daaraan gegeven bestemmingen. Naast het feit dat de administratieve onteigeningsprocedure wordt gestart, zal het overleg met de grondeigenaar, om te trachten alsnog langs minnelijke weg de eigendom van de ter onteigening aangewezen percelen en perceelsgedeelten te verwerven, onverminderd worden voortgezet. De gemeente kan, wanneer hier aanleiding voor is, de onteigeningsprocedure te allen tijden stopzetten. 8. Risico's of kansen Geen. 9. Financiële consequenties Geen 10. Vervolgproces Het ministerie draagt - na ontvangst van het verzoek van de gemeente - zorg voor de administratieve onteigeningsprocedure. De rol van de gemeente beperkt zich in dat geval tot het verrichten van enkele uitvoeringswerkzaamheden onder de verantwoordelijkheid van het ministerie, hierbij valt te denken aan: - het feitelijk ter inzage leggen van de onteigeningsstukken; - het tijdens een eventuele hoorzitting geven van een toelichting op het plan; - het verstrekken van aanvullende gegevens aan het ministerie.
G - 14.
Na het verzoek aan de Kroon zorgt het ministerie voor de verdere uitvoering van de procedure en vinden de volgende werkzaamheden plaats: 1. het opstellen van het ontwerp-KB en voorbereiding van de kennisgeving; 2. de publicatie van de terinzagelegging in 'De Stad Gorinchem' en de Staatscourant; 3. het verzenden van het ontwerp-KB en de kennisgeving aan belanghebbenden; 4. het verzoek aan de burgemeester om het ontwerp-KB en de onteigeningsstukken ter inzage te leggen; 5. het horen van belanghebbenden; 6. het afronden van het ontwerp-KB door de Kroon en inzending aan de Rad van State, 7. het opstellen van een nader rapport en toezending van het definitieve ontwerp-KB aan het kabinet van de Koningin; 8. de publicatie van het KB in de Staatscourant; 9. de toezending van het KB en bijbehorende stukken aan de gemeente en belanghebbenden. Op basis van het KB kan de gemeente (direct) de gerechtelijke onteigeningsprocedure starten door dagvaarding van de in het KB genoemde belanghebbenden. In de gerechtelijke onteigeningsprocedure spreekt de rechter de onteigening uit en wordt de schadeloosstelling vastgesteld. Door inschrijving van het onteigeningsvonnis, na betaling van de schadeloosstelling, gaat de eigendom over op de gemeente. Het vonnis kan pas worden ingeschreven nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Vervolgens vindt definitieve vaststelling van de schadeloosstelling plaats. 11. Communicatie Zoals vermeld draagt het ministerie tijdens het voeren van de administratieve onteigeningsprocedure zorg voor de (wettelijk voorgeschreven) externe communicatie naar belanghebbenden, zoals: – de publicatie van de terinzagelegging van het ontwerp Koninklijk Besluit in 'De Stad Gorinchem' en de Staatscourant; – de verzending van het ontwerp-KB en de kennisgeving aan belanghebbenden; – het behandelen van bedenkingen en het horen van belanghebbenden; – de publicatie van bekendmaking van het KB in 'De Stad Gorinchem' en de Staatscourant; – de toezending van het KB aan de eigenaar en (overige bekende) rechthebbenden. Het ontwerp-KB, het onteigeningsplan en bijbehorende stukken worden op het stadhuis in Gorinchem, op verzoek van het ministerie, door de burgemeester ter inzage gelegd.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8. Wijziging van de APV Gorinchem 2008, de Bouwverordening en de Legesverordening i.v.m. de inwerkingtreding Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) per 1 juli 2010 (nr. 2010-463). 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel Op 1 oktober 2010 treedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) in werking. Op grond van de WABO kan de burger voortaan een omgevingsvergunning aanvragen voor alle activiteiten op een perceel en behoeft hij niet meer losse vergunningen aan te vragen voor deelactiviteiten. Een gevolg van de WABO is dat de losse bouw- en milieuvergunning verdwijnen. Ook de aparte vergunningen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor wegaanleg, voor het kappen van bomen en voor het aanbrengen van reclame verdwijnen. Deze APV-vergunningen gaan ook op in de nieuwe omgevingsvergunning. In verband hiermee moet de Algemene Plaatselijke Verordening worden gewijzigd en in overeenstemming worden gebracht met de WABO. De gemeentelijke Bouwverordening moet ook worden aangepast aan de WABO. De aanpassingen zijn van formele aard. Verder moet de tarieventabel 2010 behorend bij nu geldende Legesverordening worden aangepast om, na 1 oktober 2010, leges te kunnen vragen voor het in behandeling nemen van een aan-
G - 15.
vraag om een omgevingsvergunning. De aanpassingen zijn van formele aard. De hoogte van de leges voor een omgevingsvergunning komen, in de aangepaste Legesverordening, overeen met de hoogte van de leges die voor de invoering van de WABO werd betaald. In het kader van de voorbereiding van de begroting voor het jaar 2011, en het vaststellen van de hierbij behorende Legesverordening en tarieventabel, zal de hoogte van de (WABO-)leges nader worden onderzocht. De ontwerp-besluiten zijn wijzigingen van bestaande verordeningen. Deze wijzigingsverordeningen zijn gebaseerd op door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aangeleverde model-verordeningen en zijn vanwege de komende inwerkingtreding van de WABO overgenomen. Wijzigingsverordeningen zijn echter minder goed leesbaar omdat de relatie met de (moeder-)verordening ontbreekt. Om die reden zullen voortaan geen (losse) wijzigingsverordeningen meer aan de raad ter vaststelling worden aangeboden, maar zullen aan u alleen geconsolideerde teksten van de gehele verordening ter vaststelling worden aangeboden. 2. Fase trechter Kaderstellend 3. Inleiding / aanleiding Op 1 oktober 2010 treedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking. In verband hiermee moet de APV worden gewijzigd ten aanzien van vergunningen die voortaan vallen onder het regime van de WABO. Ook de gemeentelijke Bouwverordening moet in overeenstemming worden gebracht met de WABO. Verder moet de nu geldende legesverordening aangepast worden ten einde voor aanvragen om een omgevingsvergunning leges in rekening te kunnen brengen. 4. Inhoud / Kaders De APV, de gemeentelijke Bouwverordening en de legesverordening moeten voldoen aan de WABO. 5. Bestaand beleid, raadskaders en -besluiten Niet van toepassing 6. Betrokkenheid derden Door het Rijk en de gemeente zal een uitgebreide informatiecampagne worden opgezet, mede ondersteund door de gemeentelijke website, om bekendheid te geven aan de WABO. 7. Beoogd effect Doel van de WABO is door bundeling van vergunningaanvragen de burger beter ten dienste te kunnen zijn. Dit doel wordt mede gediend door de hieraan gerelateerde APV-wijziging en wijziging van de gemeentelijke Bouwverordening. 8. Risico's of kansen Met invoering van de nieuwe WABO is in de gemeentelijke organisatie rekening gehouden. Belangrijk is dat de dienstverlening op hetzelfde niveau gehandhaafd blijft en, gelet op de doelstellingen van de WABO, verbeterd. Uitvoeringsproblemen zijn echter niet uit te sluiten omdat burger en gemeente aan de WABO moeten wennen. De WABO biedt een kans om ook op dit terrein inhoud en vorm te geven aan het gemeentelijke dienstverleningsconcept. WABO biedt ook een kans de dienstverlening te verbeteren, voortbouwend op de hoge waardering door onze klanten 9. Financiële consequenties op dit moment zijn de financiële gevolgen van invoering van de WABO niet (geheel) te overzien. Bij het onderzoek naar de hoogte van de WABO-leges, ten behoeve van de Legesverordening 2011, zal hierover meer duidelijkheid kunnen worden gegeven. 10. Vervolgproces Niet van toepassing
G - 16.
11. Communicatie Zie punt 6 12. Uitkomsten raadsbijeenkomst Na informatieve vragen en beantwoording kunnen alle fracties instemmen met agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering. 13. Nadere standbepaling college n.v.t. 14. Definitief voorstel raad De raad wordt voorgesteld de Algemene Plaatselijke Verordening Gorinchem 2008, de Bouwverordening en de Legesverordening te wijzigen in verband met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht per 1 oktober 2010.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 9. Millenniumgemeente en internationale samenwerking (nr. 2010-459). 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel 1. gemeente Gorinchem millenniumgemeente te verklaren naar aanleiding van het initiatiefraadsvoorstel van 27 januari 2010;
Het zijn van millenniumgemeente vorm te geven door 2. te kiezen voor een concreet project in het kader van millenniumdoel 7; 3. te kiezen voor een faciliterende rol richting particuliere initiatieven; 4. te besluiten de millenniumdoeien centraal te stellen bij het gemeentelijke inkoopbeleid. 5. opdracht te geven aan het college om nader onderzoek te doen naar uitvoering van een project in een ontwikkelingsland en hierover in oktober 2010 te besluiten (incl. budget en formatie); 6. kennis te nemen van de inventarisatie omtrent de particuliere initiatieven en bedrijven, die zich binnen de gemeente bezig houden met projecten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. 1. Naar aanleiding van het initiatiefraadsvoorstel van 27 januari 2010 stellen wij u voor om gemeente Gorinchem als millenniumgemeente te verklaren, omdat dit een bestaand en bekend concept is waarbij het voor de hand ligt om aan te sluiten. Ook sluit het aan op het ambitieuze gemeentelijke milieubeleid en ook de particuliere initiatieven kunnen hiermee heel gemakkelijk aansluiten bij de millenniumdoelen, die de gemeente kiest en waar ze zelf mee bezig zijn. Het past tevens bij de internationale activiteiten, die de gemeente doet (zie onderzoeksrapportage) en nog verder gaat uitvoeren. Ook zijn er al veel gemeenten millenniumgemeente. 2. Voorgesteld wordt te kiezen voor millenniumdoel 7: meer mensen in een duurzaam leefmilieu. Dit in verband met het milieubeleid van deze gemeente, de aanwezige deskundigheid op dit gebied (in samenhang met kennis over ontwikkelingssamenwerking) en het aanwezige bestuurlijke netwerk. Tevens wordt voorgesteld om te besluiten tot realisatie van een concreet project. Dit in verband met de schaal van deze gemeente en de beperkte financiële en ambtelijke middelen die beschikbaar zijn. Verder stellen wij u voor opdracht te geven aan het college om nader onderzoek te doen naar uitvoering van een project in een ontwikkelingsland in het kader van millenniumdoel 7. In oktober 2010 komen wij vervolgens met een concreet voorstel. Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat een (beperkte) gemeentelijk inzet van formatie en deskundigheid uitgangspunt is voor het project en niet het beschikbaar stellen van financiële middelen. 3. Indien u instemt met de faciliterende rol richting particuliere initiatieven, willen wij hieraan invulling geven door een cursus te organiseren voor particuliere initiatieven en een millenniumkrant uit te bren-
G - 17.
gen. Ook zal twee maal per jaar een bijeenkomst worden georganiseerd voor de particuliere initiatieven. Hiermee wordt een ondersteunende rol vervuld richting de particuliere initiatieven en wordt, conform eerdere besluitvorming van uw raad, bekendheid gegeven aan de projecten op het gebied van internationale samenwerking binnen onze gemeente. De kosten van maximaal € 5.000, - worden dit jaar ten laste gebracht van het budget voor projecten milieu in het kader van het Milieubeleidsprogramma 2008-2012. 4. In het kader van millenniumdoel 7 wordt tevens voorgesteld om de millenniumdoelen centraal te stellen bij het gemeentelijke inkoopbeleid. Vorig jaar is duurzaam inkopen ingevoerd. Het is van belang dit beleid meer te verbreden richting de millenniumdoelen. Het kan dan gaan om de inkoop van
fair trade producten, waardoor eerlijke handel en rechtvaardige prijzen voorde producenten gestimuleerd worden. In de raadsbijeenkomst van 15 juni a.s. zal een korte presentatie verzorgd worden door het COS Zuid-Holland, waarin het concept millenniumgemeente aan de orde komt met concrete voorbeelden. De VNG-brochure is van belang om meer kennis te verspreiden voor uw raad over het onderwerp millenniumgemeente. Daarom ligt deze ter inzage. 2. Fase trechter
Eerder is gevraagd om uitwerking van de millenniumdoelen. Nu ligt het voorstel voor om te kiezen om millenniumgemeente te worden. Dit betreft de keuzefase. 3. Inleiding / aanleiding
Rijksbeleid Het beleid van het ministerie van Buitenlandse zaken is gericht op een rechtvaardiger internationale verdeling van welzijn, zeggenschap, milieugebruiksruimte en veiligheid. Het Nederlandse beleid is gericht op armoedebestrijding en het realiseren van een bijdrage aan de millenniumdoelen. Het ministerie werkt hierin samen met veel partners, onder wie gemeenten. De deskundigheid en ervaring die binnen Nederlandse gemeenten aanwezigheid is, kan prima ingezet worden in landen die op diverse terreinen in ontwikkeling zijn. Het ministerie stimuleert de gemeentelijke rol onder meer door financieringsprogramma's, waar gemeenten gebruik van kunnen maken. Gemeentelijk proces tot nu toe In de aangenomen motie van 8 november 2007 heeft uw raad aan het college gevraagd voorstellen uit te werken om invulling te geven aan de millenniumdoelen. Ook heeft u gevraagd om het idee uit te werken om te komen tot een stedenband met een stad in de Derde Wereld en daarbij te beginnen op projectniveau. In 2008 heeft hierover advisering plaatsgevonden. Verder zijn in 2009 zaken uitgewerkt en heeft u in de raadsvergadering van 25 juni 2009 besloten: 1. de bestaande gemeentelijke activiteiten op het gebied van duurzaamheid verder uit te breiden binnen de kaders van het Milieubeleidsplan 2008-2012; 2. het plaatsen op de gemeentelijke website van alle millenniumdoel gerelateerde projecten, die worden geïnitieerd vanuit de Gorinchemse gemeenschap met als doel hieraan bekendheid te geven; 3. het regelmatig verzorgen van publiciteit over deze projecten. Verder is tijdens die raadsvergadering een amendement aangenomen. Gevraagd is: te rapporteren over de mogelijkheden om een stedenband aan te gaan met ofwel Cuzco of Durban en in die rapportage minimaal de volgende punten mee te nemen: – wat voor soort projecten mogelijk zijn in de verschillende steden; – hoe die projecten bijdragen aan de verschillende millenniumdoelen; – welke kosten met die projecten zijn gemoeid; – welke mogelijke externe partners (verenigingsleven, scholen, bedrijven e.d.) bij de projecten kunnen worden betrokken.
G - 18.
Deze onderzoeksrapportage is in december ter kennisname aangeboden aan u en heeft ter inzage gelegen. Er is met name ingegaan op het model stedenband, op de reeds bestaande Nederlandse stedenbanden met gemeenten in Peru en in Zuid-Afrika en op mogelijke projecten. Verder is ingegaan op de stand van zaken omtrent de millenniumdoelen in Peru en in Zuid-Afrika. Deze rapportage is opgenomen in de bijlage. Vanaf september 2009 heeft een inventarisatie plaatsgevonden van alle particuliere initiatieven en bedrijven, die zich binnen de gemeente bezig houden met projecten in het kader van internationale samenwerking. Conform de besluitvorming zijn deze initiatieven en bedrijven onder het onderwerp millenniumdoelen op de gemeentelijke website gezet. Vanwege onduidelijkheid over de rol van de gemeente heeft nog geen publiciteit over de projecten plaatsgevonden. In januari 2010 heeft de gemeente een bijeenkomst georganiseerd in samenwerking met het COS Zuid-Holland (Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking), zodat de particuliere initiatieven en bedrijven met elkaar konden kennis maken en hun projecten konden presenteren. Een overzicht van hen met de projecten vindt u in de bijlage. Naar aanleiding van deze bijeenkomst hebben de fracties van SP, CDA en Groen Links een initiatiefraadsvoorstel ingediend. Zij stellen aan u voor thans definitief te besluiten tot toetreding tot de miilenniumgemeenten over te gaan. Het initiatiefvoorstel is hierbij gevoegd. In bijlage 2 wordt beschreven wat millenniumgemeente met name inhoudt. 4. Inhoud / Kaders
Tot nu toe zijn er geen kaders vastgesteld over de gemeentelijke bijdrage aan de millenniumdoelen en/of ontwikkelingssamenwerking. Dit voorstel is een eerste aanzet daarvoor. Millenniumgemeente Redenen om te besluiten gemeente Gorinchem als millenniumgemeente te verklaren: de millenniumgemeente is een bekend en bestaand concept en het ligt voor de hand daarbij aan te sluiten. De gemeente vervult een rol in het met elkaar in contact brengen van particuliere initiatieven en heeft een ambitieus milieubeleid. Dit zijn zaken die prima in het kader van millenniumgemeente passen. In het kader van millenniumgemeente kan gebruik worden gemaakt van het aanbod van de VNG (kennis en deskundigheid op het gebied van internationale samenwerking, millenniumkrant e.d.) en de VNG kan financieringsbronnen aanreiken voor internationale activiteiten. Er zijn geen voorwaarden, waaraan de gemeente moet voldoen, om millenniumgemeente te worden. Er is dus alle vrijheid om te kiezen voor een lokale invulling, die bij deze gemeente past. Ook de particuliere initiatieven kunnen heel gemakkelijk aansluiten bij de millenniumdoelen, die de gemeente kiest en waar ze zelf mee bezig zijn. Reeds in 2007 is er in uw raad gesproken over de millenniumdoelen. In de raadsvergadering van 8 november 2007 is een motie van CU/SGP aangenomen over de millenniumdoelen om invulling te geven aan de 8 millenniumdoelen en het idee uit te werken om te komen met een stedenband met een stad in de Derde Wereld, te beginnen op projectniveau. Tot nu toe heeft er geen besluitvorming plaatsgevonden om wel of niet millenniumgemeente te worden. Wat de activiteiten op internationaal gebied van de gemeente Gorinchem ook zullen zijn, deze passen binnen het kader van de millenniumgemeente. De eerder genoemde zaken en de lokale politieke belangstelling pleiten ervoor om millenniumgemeente te worden en hieraan verder invulling te geven, in lijn met de eerste activiteiten die we het afgelopen half jaar hebben uitgevoerd. Concreet project Zoals eerder vermeld, heeft u in 2007 gevraagd om het idee uit te werken om te komen tot een stedenband met een stad in de Derde Wereld en daarbij te beginnen op projectniveau. In 2009 heeft u aangegeven een stedenband te willen aangaan met Cuzco (Peru) of Durban (Zuid-Afrika). Bekend is dat bij een aantal raadsleden voorop staat dat men een zinvol project in een ontwikkelingsland wil. In het kader van de keuze voor milienniumgemeente is allereerst van belang om te kiezen voor een
G - 19.
aanpak. Gezien de schaal van onze gemeente en de beperkte ambtelijk beschikbare capaciteit en middelen wordt voorgesteld te kiezen voor één millenniumdoel. De acht millenniumdoelen zijn: 1. het uitbannen van extreme armoede en honger; 2. alle jongens en meisjes gaan naar school; 3. mannen en vrouwen hebben dezelfde rechten; 4. sterk afnemen van kindersterfte; 5. minder vrouwen sterven door zwangerschap; 6. de verspreiding van ziektes als aids en malaria zijn gestopt; 7. meer mensen leven in een duurzaam leefmilieu; 8. meer eerlijke handel, schuldenverlichting en hulp. In verband met het reeds aanwezige milieubeleid van deze gemeente, de aanwezige deskundigheid op dit gebied (in samenhang met kennis over ontwikkelingssamenwerking) en het aanwezige bestuurlijke netwerk adviseren wij u te kiezen voor millenniumdoel 7: meer mensen in een duurzaam leefmilieu. Dit millenniumdoel behelst onder meer de volgende onderwerpen: schone omgeving: armoedebestrijding gaat hand in hand met milieubescherming. Luchtvervuiling, ontbossing en uitputting van landbouwgrond zijn directe bedreigingen voor de levensomstandigheden en gezondheid van mensen. Een duurzaam milieubeleid is daarom van levensbelang; veilig drinkwater: voldoende en schoon drinkwater ligt aan de basis van een goede gezondheid. Wereldwijd hebben bijna een miljard mensen niet genoeg schoon drinkwater tot hun beschikking. Dit zorgt voor ernstige gezondheidsproblemen, zoals uitdroging en infecties. Ook moeten miljoenen mensen het nog altijd stellen zonder sanitaire voorzieningen. In het zevende millenniumdoel is daarom vastgelegd dat het percentage mensen zonder toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen in 2015 gehalveerd moet zijn ten opzichte van 1990; betere leefomstandigheden in sloppenwijken: wereldwijd leven bijna een miljard mensen in sloppenwijken. In 2000 is afgesproken dat de leefomstandigheden van ten minste 100 miljoen bewoners van krottenwijken flink verbeterd moeten worden. Het was de bedoeling om na de inventarisatie te bekijken of er in deze initiatieven van particulieren en bedrijven overeenkomsten zijn te ontdekken en of het een goede zaak is om als gemeente een van dergelijke initiatieven in een bepaalde vorm te ondersteunen. De projecten van de particuliere initiatieven en de landen, waarin zij werkzaam zijn, blijken zeer uiteenlopend te zijn. Het gaat van een onderwijsproject in Peru tot aardappelteelt in Burundi. Ook verschilt de aanpak en de professionaliteit van de projecten aanzienlijk. De vraag is of de gemeente nog wil aanhaken bij een dergelijk particulier initiatief. In verband met de complexiteit wordt voorgesteld hiervan af te zien. In het kader van millenniumdoel 7 stellen wij u voor om opdracht te geven aan het college om de mogelijkheden te bekijken voor een project in een ontwikkelingsland. Er bestaat interesse om de mogelijkheden te bekijken voor een sanitatie- of waterproject of een afval- of groenproject. Sanitatie betreft het realiseren van sanitaire voorzieningen. In veel gebieden zijn die niet aanwezig of niet onderhouden, waardoor deze niet worden gebruikt. Over water en sanitatie is kennis binnen de gemeente aanwezig. Ook sluit dit aan bij de profilering van onze gemeente als water- en havenstad. Er zijn financiële mogelijkheden om een project te realiseren door aan te sluiten bij het LOGOSouthprogramma. Dit programma wordt financieel mogelijk gemaakt door het ministerie van Buitenlandse zaken en is gericht op het stimuleren van gemeenten om een bijdrage te leveren aan de millenniumdoelen door een ontwikkelingsproject uit te voeren. De gedachte achter het LOGO-South programma is dat Nederlandse gemeenten veel meer kunnen bereiken in de realisatie van doelstellingen en projecten als men onderling samenwerkt. Hierdoor kunnen deskundigheid, capaciteit en middelen efficiënter ingezet worden. Bij deelname aan dit programma wordt de gemeentelijke inzet vergoed.
G - 20.
Voorgesteld wordt de komende tijd nader te onderzoeken bij welke samenwerkingspartners op termijn aansluiting gezocht kan worden bij de uitvoering van projecten, die vallen binnen millenniumdoel 7. Zoals in de onderzoeksrapportage is verwoord, ligt de realisatie van de meeste millenniumdoelen in Afrika niet op schema en is er nog veel werk te doen. In oktober 2010 vindt hierover nadere advisering plaats. Particuliere initiatieven Vorig jaar heeft u besloten meer bekend te geven aan de particuliere initiatieven in onze gemeente. Wij stellen u voor een faciliterende rol te vervulling richting deze particuliere initiatieven. Hieraan willen wij invulling geven door een millenniumkrant uit te brengen en een cursus te geven voor particuliere initiatieven. Deze gaat onder meer over het opstellen van een projectplan, fondsenwerving, opstellen van een begroting e.d. en kan verzorgd worden door het COS Zuid-Holland. De kosten hiervan bedragen maximaal € 5.000, - en worden ten laste gebracht van het budget van het Milieubeleidsprogramma 2008-2012. Duurzaam inkopen Het gemeentelijke inkoopbeleid past ook goed in het concept millenniumgemeente en kan expliciet aansluiten bij de millenniumdoelen. Het algemene inkoopbeleid van de gemeente wordt geactualiseerd. Hierin zullen ook de millenniumdoelen een centrale plaats krijgen. Het kan onder meer om de inkoop van fair trade producten gaan, waardoor eerlijke handel en rechtvaardige prijzen voor de producenten gestimuleerd worden. Bij duurzaam inkopen spelen o.a. ook de arbeidsomstandigheden en het tegengaan van kinderarbeid een rol. 5. Bestaand beleid, raadskaders en -besluiten
Er is geen bestaand beleid op het gebied van millenniumgemeente en ontwikkelingssamenwerking. 6. Betrokkenheid derden Er is geen betrokkenheid van derden bij dit voorstel. 7. Beoogd effect Het is de bedoeling binnen het concept van millenniumgemeente een faciliterende rol te vervullen richting de particuliere initiatieven en bedrijven en een project uit te voeren in een ontwikkelingsland. Ook is de bedoeling het duurzaam c.q. milieubestendig inkopen te verbreden in het kader van millenniumdoel 7. 8. Risico's of kansen Aan de keuze voor millenniumgemeente en de genoemde activiteiten zijn geen risico's verbonden. Het is wel van belang om richting particuliere initiatieven en bedrijven duidelijk de gemeentelijke rol te communiceren. Het onderwerp millenniumdoelen is wel een kans voor de gemeente om zich te profileren als een moderne en sociale gemeente, die verder activiteiten ontplooit dan alleen binnen de eigen gemeentegrenzen. De particuliere initiatieven zullen deze opstelling zeker waarderen. 9. Financiële consequenties Het organiseren van een cursus voor particuliere initiatieven en het uitbrengen van de millenniumkrant brengen kosten met zich mee. Het gaat dit jaar om maximaal € 5.000, -. Deze kosten wordt gedekt uit het budget voor het Milieubeleidsprogramma. In oktober 2010 zal een voorstel worden gedaan voor een concreet project. Dan zullen ook de kosten hiervan in beeld gebracht worden en zullen keuzes omtrent formatie en budget voorgelegd worden. 10. Vervolgproces Het college komt in oktober 2010 met een nader uitgewerkt voorstel om vorm te geven aan millenniumdoel 7.
G - 21.
11. Communicatie Allereerst zal de bekendmaking van Gorinchem als millenniumgemeente plaatsvinden. Daarna zal in overleg met de particuliere initiatieven de Millenniumkrant tot stand gebracht worden. Verder zullen de communicatiemiddelen van de VNG (zoals Millennium gemeenteborden e.d.) toegepast worden. 12. Uitkomsten raadsbijeenkomst Na informatieve vragen en beantwoording daarvan kunnen alle fracties instemmen met agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering. 13. Nadere standbepaling college "De ambtelijke organisatie vult hier nadere antwoorden op gestelde vragen en eventueel andere inzichten als gevolg van de behandeling in de raadsbijeenkomst en dergelijke in" 14. Definitief voorstel raad
1. gemeente Gorinchem millenniumgemeente te verklaren naar aanleiding van het initiatiefraadsvoorstel van 27 januari 2010; Het zijn van millenniumgemeente vorm te geven door: 2. te kiezen voor een concreet project in het kader van millenniumdoel 7; 3. te kiezen voor een faciliterende rol richting particuliere initiatieven; 4. te besluiten de millenniumdoelen centraal te stellen bij het gemeentelijke inkoopbeleid. 5. opdracht te geven aan het college om nader onderzoek te doen naar uitvoering van een project in een ontwikkelingsland en hierover in oktober 2010 te besluiten (incl. budget en formatie); 6. kennis te nemen van de inventarisatie omtrent de particuliere initiatieven en bedrijven, die zich binnen de gemeente bezig houden met projecten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
De heer Schefferlie: Mijnheer de voorzitter. Het is al een poos geleden dat de fractie ChristenUnie/SGP het initiatief nam om in Gorinchem iets met de millenniumdoelen te gaan doen. Op dat moment heb ik al eerlijk aangegeven dat ik jaloers was dat ik er niet zelf mee begonnen was, omdat het een thema is dat ons aan het hart gaat. Ik vind het heel goed dat de fracties van CDA, SP en GroenLinks ervoor hebben gekozen die aanvankelijke inzet te revitaliseren en ervoor te zorgen dat met betrekking tot deze doelstelling weer leven in de brouwerij komt, zelfs zo concreet dat wordt voorgesteld Gorinchem tot millenniumgemeente te verklaren. De wijze waarop het college dit heeft uitgewerkt spreekt mij ontzettend aan, omdat daarmee wordt aangesloten bij zaken waar wij – dat vinden we tenminste zelf – goed in zijn op het gebied van duurzaamheid. Waar we zoveel expertise hebben op dat terrein, kunnen we van dichtbij, al is het indirect, iets bijdragen aan andere plekken op de wereld. Ik verwijs in dat verband onder andere naar het inkoopbeleid. Een ander goed aspect is de faciliterende rol die wij hierin gaan oppakken. Een paar maanden voor de verkiezingen hebben we hier een bijeenkomst gehad en de hoeveelheid particuliere initiatieven die daarin naar voren kwam om bij te dragen aan armoedebestrijding in brede zin heeft mij versteld doen staan. Alom bestaat dus tevredenheid over de wijze waarop dit initiatief leven is ingeblazen en opgepakt. Dat neemt niet weg dat ik nog een suggestie heb om aan de huidige aanpak iets toe te voegen. Behalve aan duurzaamheid werkt Gorinchem ook aan een zekere reputatie op het gebied van onderwijs en onderwijshuivesting. Kreten als „Alles begint bij het kind‟ en de ontwikkeling daarin centraal stellen zouden ons op het idee kunnen brengen om ook aan millenniumdoel 2, t.w. „Alle jongens en meisjes gaan naar school‟, bij te dragen. Wat mij betreft zal dat moeten gebeuren op een manier die past bij de wij-
G - 22.
ze waarop het voorstel is ingericht, d.w.z. dat vooral zal moeten worden nagegaan hoe de expertise en de netwerken die wij hebben kunnen worden ingezet als zich particuliere initiatieven in die zin voordoen. Heel concreet zou de gemeente bijvoorbeeld een particulier initiatief behulpzaam kunnen zijn bij het verkrijgen van een subsidie van hogere overheden, of bedrijven waarmee wordt samengewerkt op het gebied van onderwijshuisvesting kunnen wijzen op lokale initiatieven die genomen worden, wat hen wellicht ertoe zou kunnen bewegen om niet alleen bij te dragen aan onderwijshuisvesting hier, maar ook elders. Kortom, we zullen vooral kennis en netwerken moeten inzetten op het moment dat zich zulke kansen voordoen. De opzet die mij aanspreekt is vooral heel praktisch: niet al te veel geld steken in onderzoeken en mensen erheen sturen, maar gewoon iets bijdragen aan zaken die al spelen. Wat de PvdA-fractie betreft moeten we met name bewustzijn nastreven. Het zal misschien niet allemaal schokkend zijn maar alle beetjes helpen. Een en ander is neergelegd in de volgende motie: “De raad van de gemeente Gorinchem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake millenniumgemeente en internationale samenwerking; overwegende dat de acht millenniumdoelen ieder op zich van groot belang zijn; overwegende voorts dat millenniumdoelstelling 2, t.w. dat alle jongens en meisjes naar school kunnen gaan, op onze bijzondere betrokkenheid mag rekenen, gelet op onze lokale ambities op het gebied van onderwijs en ontwikkeling van het kind; overwegende dat in de ondersteuning van projecten zoals bedoeld in het voorgelegde raadsbesluit behalve projecten op het gebied van duurzaamheid ook projecten op het gebied van onderwijs onze actieve aandacht verdienen; overwegende dat de voorkeur daarbij uitgaat naar het inzetten van gemeentelijke expertise en netwerken op het gebied van onderwijs en subsidieverkrijging bij andere overheden; besluit het college op te roepen om initiatieven vanuit Gorinchem die betrekking hebben op millenniumdoel 2 te ondersteunen door het in de eerste plaats aanbieden van immateriële hulp.” (motie nr. 1) De motie wordt mede ondersteund door GroenLinks, SP, D66, ChristenUnie/SGP, CDA en Stadsbelang. In mijn pleidooi heb ik geprobeerd ook de VVD ervan te overtuigen dat we hiermee alleen maar goed doen, zonder dat het ons veel geld kost. Met belangstelling wacht ik de reactie daarop af. We zien dat de wereld steeds meer één dorp wordt. We kunnen ons niet meer onttrekken aan armoede links- of rechtsom. Het is niet meer ver weg, alles is dichtbij gekomen. We zijn eigenlijk één wereld, zoals het zich ook laat aanzien in het wereldkampioenschap voetbal. De voorzitter: Het is één wereld én Frankrijk! De heer Schefferlie: Ze kunnen daar in ieder geval nog steeds naar het toernooi kijken, net als alle mensen in de wereld. Jammer is wel dat de FIFA niet zo attent is om in de G - 23.
sloppenwijken waar sommige prachtige stadions zijn gebouwd af en toe ook jongeren eens te laten meekijken naar een wedstrijd. Wij kunnen wel meekijken. In een andere vergadering heb ik een beetje op mijn donder gehad van mevrouw Hoogesteger toen ik voorstelde daarvoor de raadsvergadering te verzetten. Achteraf ben ik het ook wel met haar eens, want het is helemaal geen belangrijke wedstrijd meer; we zijn immers toch al door en daarom hadden we vanavond veel beter kunnen kijken hoe Duitsland uitgeschakeld wordt! Buiten de vergadering om heb ik al geprobeerd mevrouw Hoogesteger uit te leggen dat het WK een volksactiviteit is waardoor het volk helemaal opleeft en dat wij daar als volksvertegenwoordigers tussen moeten staan, vandaar dat de PvdA-fractie in het bijzonder mevrouw Hoogesteger, maar eigenlijk de hele gemeenteraad, graag uitnodigt om morgen samen met ons de wedstrijd op de Varkenmarkt te vieren. Omdat we dat niet kleurloos moeten doen, heeft de heer Duijnhouwer opdracht gekregen voor mevrouw Hoogesteger een „Bavariapakje‟ te regelen! De heer Duijnhouwer heeft een bijzondere belangstelling voor de Bavariadames; misschien is daardoor inmiddels wel de bijnaam „Doordouwer‟ ontstaan! Inmiddels heeft de heer Duijnhouwer al het benodigde Bavariabier ingeslagen, maar zijn voornemen om meteen maar voor álle dames in de gemeenteraad zo‟n pakje te kopen is helaas op niets uitgelopen, omdat alle pakjes uitverkocht bleken te zijn. Hij is echter niet voor één gat te vangen en heeft voor mevrouw Hoogesteger een patroon weten te bemachtigen waarmee ze het zou moeten kunnen namaken. Wij verwachten wel dat ze het morgenavond zal dragen! Deze bol moet in ieder geval genoeg zijn voor één jurk, maar ik heb van de burgemeester begrepen dat aan de rest van de dames een oproep wordt gedaan om ook op een of andere manier via de heer Duijnhouwer aan zo‟n pakje te komen. (Applaus) Mevrouw Hoogesteger: Ik fluisterde Rutger zojuist al in: goed voorbeeld doet goed volgen. Ik dank de heer Schefferlie en zal er vanavond nog aan beginnen, al moet ik erbij zeggen dat handwerken niet mijn sterkste kant is! Mijnheer de voorzitter. D66 is blij met dit mooie voorstel, dat we graag ondersteunen en omarmen. Wat we nog wel graag willen, is een concrete uitwerking. Aanvankelijk hadden we daar twee gedachten over. De eerste was fair trade-koffie, maar het schijnt dat we die al drinken, en daar zijn we alleen maar blij mee. Er was een misverstand over gerezen omdat de automaten nog niet zo ver zijn, maar mogelijk zal daar in de toekomst nog verandering in komen; dat heeft met contracten te maken. De andere gedachte was de kerstpakketten. Eerder ben ik ook al eens aan de gang geweest met kerstpakketten, maar bij deze doe ik een nieuwe poging. De motie die wij daarvoor hebben opgesteld gaat uit van de gedachte „Verbeter de wereld, begin bij jezelf‟ en wordt heel breed ondersteund, namelijk behalve door ons ook door PvdA, VVD, GroenLinks, SP , CDA en ChristenUnie/SGP. Ze luidt als volgt: “De raad van de gemeente Gorinchem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake millenniumgemeente en internationale samenwerking; constaterende dat het zijn van millenniumgemeente onder andere zal worden vormgegeven door het centraal stellen van de millenniumdoelen bij het gemeentelijk inkoopbeleid;
G - 24.
constaterende dat gesteld wordt dat het daarbij kan gaan om inkoop van fair trade producten; overwegende dat ook kerstpakketten in dat kader een fair trade karakter mogen hebben; overwegende dat ontvangers op zijn minst de mogelijkheid moeten hebben om daarvoor te kiezen; besluit het college van burgemeester en wethouders te verzoeken om de ontvangers van de gemeentelijke kerstpakketten in staat te stellen om ook te kiezen voor fair trade producten.” (motie nr. 2) De heer Wientjes: Mijnheer de voorzitter. Voor mij is dit mijn maiden speech en ik vind het des te leuker dat die over dit onderwerp gaat, omdat ik vanochtend net geland ben na een trip van negen dagen naar Zuid-Afrika, niet overigens voor het wereldkampioenschap voetbal, maar om te werken aan het financieren van water- en sanitatieprojecten in KwaZoeloe-Natal. Het is iets waarmee ik al mijn hele carrière bezig ben. Ik heb van het begin af aan gewerkt in en met ontwikkelingslanden. Ik weet er dus het een en ander van en ben er heel veel geweest. In Zuid- Afrika – het was er koud ‟s nachts – met het gasfornuis aan en de oven open om het nog een beetje warm te hebben in mijn kleine lodge, heb ik het voorstel gelezen en ik moet zeggen dat ik het niet goed onderbouwd vind. Het is vrij los, het gaat niet in op de materie en het laat zien dat er eigenlijk vrij snel gereageerd wordt op wat Kofi Annan, Den Haag, of eigenlijk iedereen wel vindt, en dat is niet helemaal serieus als je de millennium-goals op een serieuze manier wilt benaderen. De VVD-fractie is van mening dat ontwikkelingssamenwerking niet op gemeentelijk niveau moet worden geregeld, maar op landelijk niveau. De reden daarvoor is dat het een vak apart is waar je heel veel van af moet weten. Je moet er zowel inhoudelijk als vanuit de culturele kant buitengewoon goed mee weten om te gaan, en dat is eigenlijk alleen mogelijk als je er heel veel ervaring in hebt. Die ervaring ontbeert de gemeente. Zoals ik al zei, mist het stuk een duidelijke onderbouwing. Verwezen wordt naar een onderzoek, maar bij bestudering daarvan blijkt dat het meer een opsomming is van mogelijkheden. Verwezen wordt ook naar een oproep van Kofi Annan en naar de politiek in Den Haag, maar er wordt niet gekeken naar andere studies over de gekte van gemeenten die zich met ontwikkelingssamenwerking bezighouden, en daarnaar zijn hele goede studies verricht door de Wereldbank. Daaruit zou namelijk blijken dat heel veel expertise en kennis over het land en de situatie, en ook heel veel geld over een heel lange periode, nodig zijn, wil je echt een duurzaam, „sustainable‟ zoals het in de terminologie heet, effect bereiken in een ontwikkelingsland. Dat is echt een kwestie van heel lange adem, heel veel inspanning en heel veel geld. Het zal u niet verbazen dat wij er op basis van het voorgaande geen voorstander van zijn om een project te selecteren. Wij willen niet dat gekeken wordt naar een project, omdat wij daarvoor niet over de goede kennis en deskundigheid beschikken. Wat u bedoelt met het bestuurlijke netwerk waarnaar verwezen wordt, begrijp ik overigens niet. Kortom, wij willen niet dat wij een project gaan ondersteunen. Blij zijn wij dat niet voor een stedenband is gekozen. Ik kom net terug uit KwaZoeloeNatal. Steden in ontwikkelingslanden zijn echt anders dan hier. Ze zijn echt veel groter
G - 25.
en aan allerlei zaken, van corruptie tot lokale ruzies tussen Zoeloes en ANC – en dat heb je in alle landen echt hetzelfde –, kunnen wij als gemeente verdraaid weinig bijdragen. Geen stedenband dus, maar daar had u zelf ook al voor gekozen. Dat particulieren veel doen in ontwikkelingslanden vinden wij als liberale partij natuurlijk prachtig. Particulier initiatief is iets dat ons buitengewoon aanspreekt en dat moeten we ook vooral zijn gang laten gaan. Eigenlijk zouden we willen dat we daaraan zo weinig mogelijk doen, want die particulieren – dat bleek in de bijeenkomst die we hier hebben gehad met heel veel particuliere initiatieven uit de stad – kunnen dat heel goed zelf. Als het echt nodig, willen wij wel overwegen daaraan een zekere steun te verlenen en misschien het bedrag van € 5.000,- dat nu geoormerkt is daarvoor te geven. Pas echter op met de formatie. Helpen met subsidieaanvragen – met mijn eigen bedrijf doen we niet anders – is een hele langdurige kwestie en helemaal niet zo eenvoudig. Ook formatie kost in onze ogen geld en daarmee moeten we dus voorzichtig zijn. Wat we wel zouden willen, is dat de millenniumdoelen meer worden ingericht richting Gorinchem, de gemeente zelf. Daarbij komt duurzaam inkopen om de hoek kijken en dat hebben we al. We zijn blij dat u daaraan nog meer wilt gaan doen. Als fair trade daarin past, moeten we dat zeker niet nalaten. Het is een prima manier om via je inkoopbeleid wat meer aan de mensen in ontwikkelingslanden te denken. Maar pas ook op met fair trade, want ook daaraan zijn allerlei negatieve aspecten verbonden, maar het gaat misschien buiten deze orde om daarover te praten. Kortom, het voorstel dat voorligt vinden wij niet het mooiste van de hele wereld. We willen er wel over nadenken, maar dan alleen maar als het geamendeerd wordt als volgt: “Amendement. Overwegende het voorstel van de raad. Ontwikkelingssamenwerking dient volgens de VVD op landelijk niveau plaats te vinden, dus niet in de gemeente. De gemeente ontbeert daarvoor de kennis en kunde en de financiële middelen op lange termijn. We willen slechts millenniumgemeente worden als punt 2 en 5 uit uw voorstel worden geschrapt.” (amendement nr. 1) Mevrouw Molengraaf-Vullers: Mijnheer de voorzitter. In november 2007 heeft de fractie ChristenUnie/SGP de millenniummotie ingediend. Belangrijkste doelstellingen daarbij waren: concreet inzetten van de eigen expertise, bewustwording in Gorinchem, zelf het goede voorbeeld geven en vooral ook zichtbaar maken en aansluiten bij wat er al is, onder andere particulier initiatief. Kernwoorden toentertijd waren kleinschaligheid, korte lijnen, directe betrokkenheid en het menselijk gezicht. Nadrukkelijk is het nooit onze bedoeling geweest alleen een zak geld in te zetten, met alle risico‟s van dien, om dat in een bodemloze put te zien verdwijnen. Hoewel wij ook toen in onze motie al aangaven dat wat ons betreft Gorinchem positie zou moeten kiezen als millenniumgemeente, hebben wij ook steeds gezegd de inhoud belangrijker te vinden dan het bordje aan de deur. De invulling en de uitvoering staan voorop. Uit de presentatie van het COS heb ik trouwens begrepen dat het bordje aan het begin van de stad komt en niet aan de deur, maar goed, dat is maar symbolisch. Wij hebben er ook altijd voor gepleit te starten op projectniveau en van daaruit verder te ontwikkelen tot wellicht een stedenband.
G - 26.
Het toenmalige college is aan de slag gegaan en voor een deel waren we daar tevreden over. In een prima bijeenkomst zijn de verschillende initiatieven die er al zijn in het Gorinchemse bij elkaar gebracht en zijn goede contacten gelegd. Wij vonden dat uitstekend en zeker voor herhaling vatbaar. Uit het voorstel heb ik overigens begrepen dat dat ook de bedoeling is. De inventarisatie van de plaatselijke initiatieven en de manier waarop daaraan aandacht is besteed, onder andere in de krant, is een prima uitwerking. De lijst met initiatieven geeft ook reden om blij te zijn met de particulieren en bedrijven die al een grote betrokkenheid tonen. Je zou gewoon weer helemaal trots worden op je stad; ik ben dat overigens al, maar dit zou nog een extra reden zijn. Niet zo tevreden waren wij over de benadering van een eventuele stedenband. Daarom hebben wij, naar ik meen samen met GroenLinks, een amendement ingediend om daarnaar nader onderzoek te doen. De uitwerking daarvan zit bij het huidige voorstel en bevat ons inziens genoeg positieve punten om de mogelijkheid op termijn in ieder geval open te houden. Wij zijn blij dat het voorliggende voorstel op dat punt is aangepast. Met de manier waarop nu is ingestoken biedt het voorstel ons inziens ruimte voor eventueel doorontwikkeling naar andere millenniumdoelen, bijvoorbeeld millenniumdoel 2, maar dat zal afhankelijk zijn van mogelijkheden en financiële middelen. Wij beseffen heel goed dat je in economisch moeilijke tijden niet moet overvragen. Toch denken wij dat de opgedane ervaring best eens zou kunnen leiden tot zin in meer. Laten we eerlijk zijn: Gorinchem heeft meer kennis en kunde in huis dan alleen over millenniumdoel 7. Met het voorliggende voorstel kunnen we tevreden zijn. Er komt nog een voorstel voor een concreet project op afzienbare termijn. Tevreden zijn wij ook met de plannen om voor particuliere initiatieven bijeenkomsten en een cursus te organiseren, het lijkt ons een goed plan om ons eigen inkoopbeleid nog eens goed door te lichten en niet alleen duurzaam, maar ook fair trade te maken en er blijven mogelijkheden om wellicht in betere tijden door te ontwikkelen. Last but not least: Gorinchem communiceert dit naar Gorinchemmers door het bordje, waarop we met elkaar trots mogen zijn en dat uitstraling zal hebben in de stad en naar buiten toe. Mevrouw Dansen: Mijnheer de voorzitter. De SP is blij dat het initiatiefvoorstel van de drie oppositiepartijen uit de vorige raadsperiode vandaag voorligt. Blij zijn wij ook dat het dit keer enthousiast door de PvdA wordt ondersteund. Zoals in het voorstel te lezen is, is de verklaring tot millenniumgemeente een bestaand en bekend concept, dat goed aansluit bij de ambities van deze gemeente en de ambities van haar burgers, die al op diverse plaatsen met particuliere initiatieven begonnen zijn. Wij vinden het prima te kiezen voor millenniumdoel 7, meer mensen in een duurzaam leefmilieu, al waren er ook andere doelen mogelijk geweest en wordt dat via de motie van de PvdA nu verder uitgebreid. Wij willen wel, en wellicht ten overvloede, benadrukken dat het niet de bedoeling is van het verklaren van Gorinchem tot millenniumgemeente om medewerkers van de gemeente buitenlandse reizen te laten maken in dit kader. Dat vinden wij niet passend en niet noodzakelijk. We zijn het dan ook eens met de opmerking dat het inzetten van deskundigheid het uitgangspunt behoort te zijn en niet het beschikbaar stellen van financiële middelen. Met de ambitie om de millenniumdoelen centraal te stellen bij het gemeentelijk inkoopbeleid kunnen wij het niet méér eens zijn. In de vorige periode hebben we daar tenslotte regelmatig over gesproken.
G - 27.
Niet eens zijn wij het met het amendement van de VVD, maar dat zal u niet verbazen. De VVD is kennelijk van mening dat dit een landelijke aangelegenheid is. Wat dat betreft wil ik haar eraan herinneren dat het landelijke beleid van de VVD neerkomt op géén ontwikkelingshulp. Dat schiet dus niet echt op. De heer Wientjes: Dat is een misvatting. De VVD is ook landelijk vóór ontwikkelingssamenwerking. Wij willen het alleen op een andere manier doen dan nu gebeurt. De heer Duijnhouwer: Ik ben weliswaar niet zo goed op de hoogte van verkiezingsprogramma‟s, maar ik meen toch gelezen te hebben dat de VVD voor een halvering van de huidige investering in ontwikkelingslanden is. De heer Wientjes: Dat is wat anders dan helemaal geen ontwikkelingshulp en u weet ook dat dit op een andere manier beter, effectiever en efficiënter kan worden ingevuld, door het niet op corrupte staten te richten. De voorzitter: Zullen we ons bij de orde houden? Het landelijke verkiezingsprogramma van de VVD staat niet op de agenda. Mevrouw Dansen: Ik neem aan dat ik wel mag reageren op wat de heer Wientjes daarover heeft gezegd. De voorzitter: Aan uw reactie wil ik niets afdoen. Het gaat mij om de onderlinge discussie tussen de heren Wientjes en „Doordouwer‟. De heer Wientjes: Volgens mij zo langzamerhand meer meneer „Afhouder‟! De voorzitter: Ik verzoek u nu „Ophouder‟ te worden! Mevrouw Dansen: Goed, mijn standpunt over het amendement van de VVD zal duidelijk zijn. De heer Van Breemen: Mijnheer de voorzitter. Vorig jaar, op 26 juni, stond ik hier op dezelfde plek en toen was ik erg kritisch over de manier waarop de toenmalig wethouder en het toenmalige college met dit onderwerp omgingen. Nu sta ik hier met een heel andere instelling. Ik wil het college complimenteren met de voortvarende manier waarop de millenniumdoelen nu zijn opgepakt. Er wordt duidelijk werk gemaakt van de internationale solidariteit en daar is GroenLinks blij mee. Het is goed dat de gemeente een bijdrage levert aan de strijd tegen de wereldwijde onrechtvaardigheid en dus zichzelf tot millenniumgemeente verklaart. Natuurlijk moet een gemeente met bijna 35.000 inwoners zich wel realiseren dat ze op kleine schaal bezig moet blijven. We onderschrijven dan ook het uitgangspunt van het college om voorlopig niet tot een stedenband over te gaan. Daar moet eerst maar eens heel goed naar worden gekeken. Met enige trots hebben wij kennis genomen van de inventarisatie van de particuliere initiatieven en bedrijven die zich met internationale samenwerking bezighouden. Het is goed te zien dat zoveel Gorinchemmers zich willen inzetten voor dit goede doel. Wij
G - 28.
vinden het daarom een prima idee om deze mensen te faciliteren en aan een stukje professionalisering te werken door hen een cursus via het COS aan te bieden. Ook de extra aandacht voor deze initiatieven in de zogenaamde Millenniumkrant kan op onze goedkeuring rekenen. Wat betreft het inkoopbeleid en de rol van de millenniumdoelen daarin zou ik bijna willen zeggen: hè, hè, eindelijk! Er waren al kleine stappen gezet door zoveel mogelijk FSC-hout te gebruiken bij bouwproducten en Max Havelaarkoffie in het vergadercircuit. Door de millenniumdoelen nu echt centraal te stellen zetten we weer een grote stap in de juiste richting. Wel wil ik het college meegeven dat het allemaal wel wat concreter mag dan zoals het nu is opgeschreven. Naar mijn mening geeft de motie van D66 en andere daaraan een goede invulling. Ook kan het inkoopbeleid zich behalve op eerlijke handel en goede arbeidsomstandigheden natuurlijk richten op duurzame productie, met respect voor natuur en milieu. Het staat weliswaar niet letterlijk zo in het stuk, maar ik neem aan dat het college dit aspect ook meeneemt. Een vraag die ik heb voor het college is of de optie van het worden van fair tradegemeente ook is overwogen. Het is weer een stap verder in het ontwikkelingsproces. Misschien is het nu nog een brug te ver, zeker ook gelet op de financiële situatie waarmee de gemeenten worden geconfronteerd, maar erover nadenken kan natuurlijk nooit kwaad. Het laatste wat het college voorstelt is dat de gemeente zich gaat concentreren op millenniumdoel 7 en op dat terrein een concreet project gaat zoeken. Als dit project inhoudt dat wij het gaan ondersteunen door middel van kennis, expertise en eventuele contacten die we hebben, lijkt GroenLinks dit een prima idee. Het moet niet zo zijn dat voor een project ambtenaren steeds heen en weer gestuurd worden om te kijken of het project nog wel draait. Het lijkt ons verstandig ons als gemeente aan te sluiten bij een al bestaand project en dat te ondersteunen met onze kennis en expertise. GroenLinks begrijpt dat we ons zullen gaan focussen op één millenniumdoel. We kunnen immers niet op alle terreinen aan de slag gaan. Toch willen wij het college oproepen te waken voor tunnelvisie. Mochten zich kansen voordoen om actief bezig te zijn op andere millenniumdoelen, dan moeten we die kansen natuurlijk niet laten liggen omdat we vandaag afspreken dat we ons gaan richten op millenniumdoel 7. GroenLinks is blij dat nu, tweeënhalf jaar nadat ChristenUnie/SGP en GroenLinks het initiatief voor het worden van millenniumgemeente hebben genomen, een goed voorstel aan de raad wordt voorgelegd. Wij kijken uit naar de verdere uitwerking ervan. De heer Van der Roest: Mijnheer de voorzitter. Het CDA is blij dat nog voor het reces tot een positieve uitwerking van het initiatief van SP, CDA en GroenLinks is gekomen. Terecht is ook melding gemaakt van de rol van de fractie ChristenUnie/SGP daarin in de afgelopen periode. Ik vind dat we tevreden mogen zijn over het voorstel dat nu voorligt. Er zou nog wel het een ander over te zeggen zijn, maar inmiddels zijn er behalve door de VVD al zoveel verstandige dingen over gezegd dat ik daarmee de vergadering niet al te zeer wil ophouden. De VVD-motie vinden wij prematuur en steunen wij dus niet. Wij gaan ervan uit dat het college met verstandige voorstellen zal komen en als dat gebeurt, zullen wij die uiteraard steunen. De moties van D66 en PvdA steunen wij van harte, waarbij wij overigens de uitwerking van het college graag tegemoet zien.
G - 29.
Het verhaal dat de heer Wientjes heeft gehouden past in de VVD-traditie ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking, en dat is een andere dan de CDA-traditie. Ondanks alle verstandige woorden die hij vanuit zijn standpunt wellicht heeft gezegd, vind ik dat hij daarmee erg de indruk heeft gewekt van „ik ben er geweest en daarom weet ik hoe het zit‟. Wij mogen er dan misschien niet zijn geweest, maar wij hebben ons wel verdiept in wat mogelijk was en menen dat we met verstandige dingen bezig zijn. De heer Wientjes: Mag ik hierover een vraag stellen? De voorzitter: Ik had eigenlijk al een punt gezet achter het betoog van de heer Van der Roest, maar ga uw gang. De heer Wientjes: Ik heb hem even uit laten praten … De voorzitter: Nou, dat doe ik! De heer Wientjes: Ik heb met mijn interpellatie willen wachten tot hij uitgesproken was…. De heer Van der Roest: Dat is bij interrumperen niet altijd verstandig! De heer Wientjes: Jawel, u moest uw verhaal even afmaken om mijn interruptie goed te kunnen beoordelen. U zei dat, als er een project komt, u dat zult beoordelen. Kunt u mij aangeven op welke gronden en met wat voor gedachten u dat wilt beoordelen? De voorzitter: Daarmee begeeft u zich echt buiten de orde. Als dat aan de orde komt, zal hier een heel andere discussie worden gevoerd. Ik schors thans enige ogenblikken de vergadering, opdat het college zich kan beraden op het amendement en de moties die zijn ingediend (20.25 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (20.27 uur). Het woord is aan de wethouder. Wethouder Rijsdijk: Mijnheer de voorzitter. Het nu aan de orde zijnde onderwerp maakt heel wat los bij mensen en dat is misschien maar goed ook. Over internationale samenwerking en het worden van millenniumgemeente is in deze raad al heel veel gesproken. De fractie ChristenUnie/SGP heeft het als eerste naar voren gebracht, daarna volgden SP, CDA en GroenLinks. De PvdA voelt zich een beetje miskend, en dat kan ik me wel voorstellen, maar doet nu gewoon vrolijk mee… De heer Schefferlie: Zo ervaar ik het niet hoor! Wethouder Rijsdijk: Prima, houen zo! Het mooie, en ook interessante, is dat iedereen zijn eigen ideeën heeft over dit onderwerp. Wij hebben geprobeerd daar iets van te maken, zonder alles op één hoop te gooien en achter alle ideeën die er leven aan te rennen. Wij hebben het in een behapbaar geG - 30.
heel vorm gegeven en in drie onderdelen aan de raad voorgelegd. Aan de lokale initiatieven, waarvan al een inventarisatie was gemaakt, is in januari/februari een heel geslaagde avond gewijd. De lokale groeperingen hebben laten weten dat erg op prijs te hebben gesteld en dat er behoefte aan bestaat om dat vaker te doen. Het lijkt me goed dat te faciliteren en op vrijwillige basis die lokale initiatieven wat aan te bieden op het gebied van deskundigheidsbevordering en publicatie. Vanuit de raad heb ik slechts complimenten en waardering gehoord voor die lokale initiatieven. Ook het initiatief van duurzaam inkopen wordt breed gedragen, zij het dat verschillend gedacht wordt over de vraag hoe ver we daarin moeten duiken en wat het domein is van het college of de ambtelijke organisatie zelf. Iedereen is het er echter over eens dat een betere wereld bij onszelf begint en dat we daarom ook bij het inkopen moeten zorgen dat het goed wordt gedaan. Discussie is, met name met de VVD, ontstaan over participatie in het project. De meest extreme vorm is misschien wel het aangaan van een stedenband, met alle toeters en bellen van dien, met bestuurlijk heen en weer vliegen, het organiseren van allerlei recepties, daarna ook nog het verzinnen van wat projectjes waarnaar ook de ambtenaren nog eens moeten kijken; daar gaat een hoop geld en tijd in zitten en ik denk dat dat niet goed is. Een andere vorm is zelf een project bedenken of opzoeken en er als gemeente volop ingaan, ook door het inbrengen van financiering en menskracht. Het probleem daarbij is echter, zoals door de VVD-fractie opgemerkt, dat de gemeente niet over de daarvoor nodige expertise beschikt, noch over voldoende middelen om er langdurig geld in te steken. Wil zo‟n project kans van slagen hebben, dan moet het heel veel jaren worden volgehouden en daarvoor is de gemeente niet de aangewezen partij. Wat wij wel voorstellen is participeren in een project van anderen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken en de VNG werken aan projecten en zoeken daarbij juist ambtenaren die dichtbij de mensen werken en lokale kennis hebben. Die kennis is nodig om in projecten in te zetten. Het ministerie heeft de gemeenten gevraagd daarin mee te werken en toegezegd dat de kosten door het ministerie worden vergoed. In het voorstel is aangegeven dat daarop aan het eind van het jaar zal worden teruggekomen, maar het ligt wel in mijn voornemen dat kostenneutraal te doen voor de gemeente Gorinchem. Heel veel dingen die de heer Wientjes naar voren heeft gebracht kloppen precies en ik geloof dat wij met deze insteek de juiste manier hebben gekozen om hiermee om te gaan. Over het worden van millenniumgemeente is al heel lang gesproken, maar we zijn het nog niet. Vanavond zal daartoe hopelijk worden besloten. Het is overigens een groeimodel. We kunnen niet vanuit stilstand van alles gaan doen. Willen we millenniumgemeente worden, dan moeten we daarover in de omgeving en, niet onbelangrijk, ook met het eigen ambtelijk apparaat communiceren. Daarom is eerst gekozen voor één millenniumdoel om het gefocust te houden. In mijn ogen is het een groeimodel en daarbij komen ook dingen om de hoek kijken als onderwijsprojecten, zoals door de heer Schefferlie aangegeven. Onderwijs is een onderwerp waarvoor lokale expertise aanwezig is en waarvoor, naar ik weet, ook lokale initiatieven lopen, en dat zou elkaar heel goed kunnen versterken. Mevrouw Molengraaf heeft, sprekend over communicatie, verwezen naar een bordje op de deur, of een bordje aan de gemeentegrens. Daarmee houdt het wat mij betreft echter niet op, want alleen een bordje doet niets. Als we besluiten millenniumgemeente te
G - 31.
worden, zal uitgebreider gecommuniceerd moeten worden, zowel binnen de ambtelijke organisatie als met onze partners naar buiten toe. Naar aanleiding van motie nr. 2 merk ik op dat wij in het coalitieakkoord, zij het niet over millenniumdoelen, maar wel over duurzaamheid, hebben opgenomen dat wij geen politieagentje willen gaan spelen en dingen opleggen, in de trant van „u zult dit‟ en „u zult dat‟, „u moet dit‟ en „u moet dat‟. Dat is niet de sfeer van dit college. Wij zoeken het meer in de overtuiging en in het leuk en aantrekkelijk maken. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de kerstpakketten. Overigens is de motie ook zo opgesteld, dat de ontvangers van kerstpakketten de mogelijkheid wordt geboden een keuze te maken, en dat lijkt mij ook de juiste manier. Het is een onderdeel van duurzaam inkopen en ik zal dit graag in dat geheel meenemen. Op motie nr. 1 van de PvdA-fractie ben ik in het voorgaande al min of meer ingegaan. Ik kan in dit verband zelfs een beetje uit eigen ervaring spreken, want de school waar mijn kinderen op zitten heeft een band met een school in Zuid-Amerika, al staat die niet in deze inventarisatie van lokale initiatieven, en die halen we er ook bij. Vanmiddag ben ik bij het Natuurcentrum geweest en ook dat is bezig met natuur- en milieu-educatie via een band met Zuid-Afrika. De PvdA-fractie wordt dus op haar wenken bediend… De heer Schefferlie: Fantastisch dat u al met moties aan de slag gaat nog voordat ze door de raad zijn aangenomen! Wethouder Rijsdijk: In verkennende zin! De motie kan door het college worden meegenomen, of aanvaard; ik laat het graag aan de voorzitter over om te bepalen of de motie al dan niet in stemming moet worden gebracht. In het voorgaande meen ik al te hebben aangegeven hoe de grote meerderheid van het college tegenover het amendement van de VVD-fractie staat. Wij menen dat participatie in een project dat landelijk wordt ingezet de juiste manier is. Mevrouw Van der Torren kan het amendement wel steunen, zodat wij wat dat betreft verdeeld zijn. De grootst mogelijke meerderheid van het college raadt het amendement af. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Het duurde even voordat ik doorhad wat u zei over de tweede motie inzake de kerstpakketten, vandaar dat ik daarover nu nog een vraag wil stellen. Moet ik uit uw woorden opmaken dat u de motie wel in het overleg wilt brengen, maar dat u niets dwingend kunt opleggen? De voorzitter: Ik zal het even samenvatten. Wij zouden het op prijs stellen wanneer de indiener van deze motie de motie zou willen intrekken, om daarmee te beklemtonen dat kerstpakketten niet het domein van de raad zijn, maar dat wij wel het volle vertrouwen hebben dat de directie de suggesties die door de raad zijn gedaan ten volle zal oppakken. De heer Elmaci: Ik wil nog een toelichtende vraag stellen over motie nr. 1, want ik vraag me af of die goed is overgekomen. Gezegd is dat het in de eerste plaats het aanbieden van immateriële hulp betreft, maar dat vind ik zo „droog‟….
G - 32.
De voorzitter: De wethouder heeft aangegeven dat de motie, die mede door u is ingediend, qua strekking door het college gedeeld wordt. Wij hebben dus geen probleem met het aanvaarden van deze motie. Aan de orde is de tweede termijn. De heer Schefferlie: Mijnheer de voorzitter. Het valt mij op dat mevrouw Hoogesteger nog niet is begonnen met breien! Vroeger deden PvdA-wethouders en -raadsleden dat wel, alleen de symboliek ervan weet ik niet meer…. Mevrouw Hoogesteger: Ik weet niet hoe ik moet beginnen; dat is het probleem! De voorzitter: Het heeft te maken met „baas in eigen buik‟ en in die zin ook met millenniumdoelen volgens mij. De heer Schefferlie: Dat klinkt goed. Dat de VVD een andere invulling zou geven aan het begrip „Verbeter de wereld, begin bij jezelf‟ dan mij aanspreekt, had ik wel vermoed, maar daarop kom ik direct nog wel even terug. De heer Rijsdijk maak ik een compliment voor de manier waarop hij namens het college antwoord heeft gegeven; daar was ik echt positief van onder de indruk. Wat met name duidelijk is uitgelegd, is dat de gemeente zal aansluiten bij partijen die wel degelijk verstand hebben van dit soort projecten, en dat biedt een goede basis om te proberen de VVD-fractie en de heer Wientjes in het bijzonder nog te overtuigen. Volgens mij is de heer Wientjes best ontvankelijk voor goede argumenten en dus te overtuigen, temeer daar hij heeft aangegeven over het voorstel te willen nadenken als wij zijn amendement overnemen. Ik pleit er bij hem voor ook over het voorstel na te denken voordat wij het amendement overnemen; het laatste zal overigens niet gebeuren. Reden waarom hij erover kan nadenken is allereerst de uitleg die het college heeft gegeven: wij sluiten hooguit aan bij projecten waarbij door instanties die over de nodige kennis beschikken een en ander goed is uitgezocht. Een ander argument is dat wij hiernaar mijns inziens moeten kijken als volksvertegenwoordigers. Ik heb een beetje de indruk dat de heer Wientjes hier als vakspecialist het woord heeft gevoerd en het gaat er bij dit voorstel nu juist om dat de gemeente laat blijken dat particuliere initiatieven die lokaal in Gorinchem bestaan vanuit de mogelijkheden die wij hebben een hart onder de riem wordt gestoken. Hiermee drukken wij symbolisch uit dat wij hieraan veel waarde hechten en dat wij waar dat mogelijk is mee zullen doen. Wij doen dit meer vanuit een volksvertegenwoordigende kijk dan vanuit een vakspecialistische kijk. Dat is ook de reden waarom ik altijd probeer te voorkomen te praten over onder onderwerpen waarvan ik echt verstand meen te hebben, omdat het hier gewoon gaat om aansluiting bij wat binnen de gemeente zou kunnen leven. Kortom, laten we dit voorstel niet uitkleden, zeker tegen de achtergrond van de uitleg van de heer Rijsdijk, en het van harte ondersteunen. Mevrouw Hoogesteger: Mijnheer de voorzitter. U hebt mij zojuist geadviseerd onze motie in te trekken. Ik heb daar een beetje moeite mee, omdat onze fractie met deze motie juist heel bewust heeft gekozen voor een keuzemogelijkheid, en dus zeker niet voor iets met een dwingend karakter. G - 33.
De voorzitter: Maar daar ging het even niet over. Over het algemeen behoren de kerstpakketten tot het secundaire arbeidsvoorwaardenpakket waar ook anderen over gaan. De directie heeft aangegeven dat zij de suggestie nadrukkelijk zal meenemen. Wij vinden het echter verstandig de domeinen te laten waar ze zijn, ook om de schijn te vermijden dat wij ons willen bemoeien met zaken die in het kader van het secundaire arbeidsvoorwaardenoverleg thuishoren bij directie en personeel. Mevrouw Hoogesteger: Goed, dan beschouw ik dit als een serieuze toezegging en ben ik bereid de motie in te trekken. Het punt is gemaakt en dat is uiteindelijk wat telt. Wij zullen het resultaat in december wel zien. In zijn betoog heeft de heer Wientjes aangegeven dat ontwikkelingssamenwerking iets is voor de landelijke politiek en dat particulier initiatief daarin wel kan worden ondersteund, maar dat de gemeente daar op alle fronten buiten valt. Ik ben van mening dat armoedebestrijding een zaak zou moeten zijn van iedereen, zowel van de gemeente als van particuliere initiatieven en de landelijke overheid, het liefst van zoveel mogelijk mensen. Om die reden zullen wij het amendement niet steunen. De heer Wientjes: Mijnheer de voorzitter. Juist als volksvertegenwoordiger, meneer Schefferlie. Ik denk niet dat onze kiezers erg zitten te wachten op dit verhaal, vandaar juist als volksvertegenwoordiger. En juist gesteund door de kennis die in onze fractie aanwezig is, kunnen wij er wat meer over zeggen dan wij in andere gevallen misschien zouden kunnen doen. Particulier initiatief vinden wij heel belangrijk. Wat D66 daarover heeft gezegd, is juist, maar juist daar – ik zou bijna een parallel willen trekken met het verhaal over de motie – moeten wij proberen zaken te delegeren en daar neer te leggen waar ze goed op hun plaats zijn. Ontwikkelingssamenwerking hoort naar onze mening niet bij de gemeente thuis. Wij vinden juist, meneer de wethouder…. De voorzitter: U spreekt tot het college, meneer Wientjes! De heer Wientjes: Juist, meneer het college… De voorzitter: U veronachtzaamt uw eigen vertegenwoordiger! De heer Wientjes: Ik spreek het college als onzijdig aan. We spraken zojuist over het particulier initiatief en juist ook in de „serieuzigheid‟ waarmee je millenniumgemeente wordt, moet je dat echt inhoud geven en het geen hol vat of een lege huls laten zijn. U gaf dat in uw reactie ook erg goed aan. Daarom vinden wij dat het project er niet in thuishoort, omdat wij niet in staat zijn dat op lange termijn financieel te blijven steunen, enz. Hiermee kom ik ook bij uw opmerking dat u dit tegen nul kosten wilt doen. Ik vraag me werkelijk af hoe dat kan. Als je meedoet aan een project, zul je ook een idee over dat project moeten hebben en zul je het moeten volgen. Daar zijn mensen mee bezig en daar moet je in investeren. Daarom begrijp ik niet dat u toch die kant op zou willen. Als we millenniumgemeente worden en dat bord bij de deur, bij de gemeentegrens of waar dan ook hebben hangen, willen we daar heel serieus invulling aan geven. Daarom
G - 34.
pleiten wij ervoor in te zetten op duurzaam inkopen; dat doen we al, maar het kan vast nog beter. Probeer daarin wat verder door te ontwikkelen en bezie dan of je daarin ook een stukje fair trade-achtig kunt kijken naar de belangen en de noden van de mensen in de ontwikkelingslanden. Het groeimodel dat u hebt aangegeven is precies ook de reden waarom wij heel voorzichtig willen zijn met dit voorstel. Als u dat groeimodel namelijk echt gaat uitvoeren, denken wij dat het op termijn iedere keer weer wat meer geld zal kosten. Dat is ook logisch, want als je wilt groeien, moet je investeren, enz., enz. Wij willen juist dat dat niét gebeurt. Wij willen dat de gemeente zich bezighoudt met datgene waar de gemeente voor is. Met duurzaam inkopen kunnen we prima de link naar de buitenwereld maken en ook naar de mensen in de ontwikkelingslanden. Daarom vinden wij dat wij hierin in de toekomst zowel financieel als qua formatie – want formatie is ook geld – niet zouden moeten willen groeien. De heer Van der Roest: Mijnheer de voorzitter. Wij maken de wethouder – en daarmee natuurlijk het hele college! – een compliment voor de beantwoording. Onze fractie is van mening dat we op de goede weg zijn. De heer Wientjes begrijp ik overigens wel. In zijn woorden over het groeimodel herken ik de angst voor een overheid die voortdurend doorgaat met mooie projecten, die ze steeds groter maakt en waar uiteindelijk heel veel geld in gaat zitten. Ik wijs er echter op dat hij daar zelf bij zit. Sterker nog: zijn partij zit ook in het college en ik ga ervan uit dat de wethouder voor financiën dit alles heel goed in de gaten zal houden. Juist daarom denk ik dat wij de voorstellen van het college met vertrouwen tegemoet kunnen zien. De heer Van Breemen: Mijnheer de voorzitter. Het verheugt mij te constateren dat in de raad vrijwel algemene steun bestaat voor het voorstel. Het is een goed signaal dat wij als volksvertegenwoordigers van Gorinchem onze gemeente tot millenniumgemeente willen verklaren. Volgens mij is het juist ook in een grote economische crisis belangrijk dat we oog blijven houden voor de mensen in de wereld die waarschijnlijk niets aan de crisis kunnen doen, maar er wel onder te lijden hebben. Eerder heb ik eens gezegd dat mevrouw Van der Torren, de vorige fractievoorzitter van de VVD, haar rechtse pet op deed toen zij hierover sprak. Bij de heer Wientjes ontwaar ik nu een nóg rechtsere pet. Het is een soort traditie aan het worden dat de VVD hierover heel rechts is en dat is haar goed recht, maar ik ben het natuurlijk niet met haar eens. We zouden ons te snel richten op uitspraken van anderen, maar in 2000 zijn de millenniumdoelen al vastgesteld en pas in 2010 gaat Gorinchem er iets mee doen. Juist in een project, en daarmee kom ik ook bij het amendement van de VVD, kunnen wij volgens mij concreet laten zien waarvoor de gemeente zich inzet. Daarin vervullen wij een voorbeeldfunctie en dat lijkt me een goede zaak. De uitleg van de wethouder heeft ons inziens voldoende duidelijk gemaakt dat we niet zomaar ongezien in het diepe springen, maar dat we ons aansluiten bij een project waarvan we weten, hetzij via de VNG International, hetzij via het ministerie van Buitenlandse Zaken, hetzij via een andere organisatie, dat het werkt. Daarom zullen wij niet voor het amendement stemmen. In zijn beantwoording heeft de wethouder gesproken over het groeimodel, en dat is precies datgene waarvoor ik heb willen waarschuwen: geen tunnelvisie, als er kansen zijn die we kunnen benutten, moeten we dat zeker doen. G - 35.
Mevrouw Dansen: Mijnheer de voorzitter. Eigenlijk was ik niet van plan in tweede termijn nog het woord te voeren, want er is overduidelijk een groot draagvlak voor dit voorstel en iedereen heeft er behartigenswaardige dingen over gezegd, maar ik vrees toch dat ik het niet kan laten nog even op de woorden van de heer Wientjes te reageren. Juist als volksvertegenwoordiger en als vertegenwoordiger van mijn achterban vind ik dat ik daar niet omheen kan. Een opmerking als „eerst onze eigen gemeente‟ – ik zal het nu maar niet vertalen als „eigen volk eerst‟ – vind ik griezelig klinken. Anders dan de heer Van der Roest, die zei de heer Wientjes wel te kunnen begrijpen, begrijpen wij er helemaal niets van. Er ligt een mooi voorstel voor; laten we het maar lekker doen! Mevrouw Molengraaf-Vullers: Mijnheer de voorzitter. Laat ik nu eens bij de SP beginnen! Bij de SP krijg ik bij dit soort dingen altijd het gevoel dat ze bang is dat Gorinchem een soort reisbureau wordt, met ambtenaren die overal naartoe vliegen, wat allemaal geld kost, enz. Volgens mij maakt het voorstel juist heel duidelijk dat wij aansluiting willen zoeken en samen willen werken, waardoor dat allemaal niet hoeft. Mevrouw Dansen: Daar zijn wij inderdaad altijd bang voor, maar ik heb ook gezegd dat het wellicht overbodig is. De voorzitter: Vliegangst? Mevrouw Dansen: Ook! Mevrouw Molengraaf-Vullers: Misschien verandert het als de SP ooit in het college komt en wordt ze dan ook ineens reislustig; je weet het maar nooit! Mevrouw Dansen: Dat neem ik u kwalijk! Mevrouw Molengraaf-Vullers: Dat mag. Volgens mij wordt in het voorstel goed duidelijk gemaakt dat we willen aansluiten bij iets als LOGO-South, om een kostenbesparing te realiseren en door die aansluiting gebruik te maken van de ervaringen die er zijn, of projecten die al lopen. Dat lijkt me helemaal prima. Vorige sprekers hebben gezegd dat we met een groeimodel altijd moeten oppassen. Ik vat het meer op als een groeimodel in ervaring, om te weten te komen hoe je dat goed in zou kunnen vullen. Volgens mij stappen wij hier helemaal niet zo ondoordacht in, maar is het college, in de persoon van de wethouder, hiermee juist heel doordacht bezig. Ik hoef alleen maar te kijken naar de manier waarop hij het initiatiefvoorstel, dat in onze ogen toch een beetje impulsief en onbesuisd was, een hele goede vorm heeft gegeven. Dat is ook de reden waarom wij met dit voorstel van harte kunnen instemmen. Vanwege de aansluiting en het goed doordachte zullen wij het amendement van de VVD niet steunen…. De heer Van der Roest: Ik wil erop wijzen dat het initiatiefvoorstel uitdrukkelijk vroeg om een voorstel van het college, en dat ligt er nu. Het was dus niet onbesuisd. Mevrouw Molengraaf-Vullers: Nou…
G - 36.
De heer Rijsdijk heeft mij een beetje bestraffend toegesproken over het bordje en verzekerd dat daarover goed gecommuniceerd zal worden. Ik heb begrepen dat er heel veel aan communicatie gedaan zal worden. Laten we daarom maar ophouden over dat bordje; dat komt er gewoon en ik ga ervan uit dat het ook een uitstraling zal hebben. Wij hebben alleen willen benadrukken dat we er met een bordje alleen niet zijn en dat er iets achter moet zitten, omdat het anders gewoon goedkoop is om je millenniumgemeente te noemen. Gezien de bijgevoegde lijst met initiatieven, wil ik opmerken dat het goed is dat het college deze initiatieven serieus neemt en ondersteunt door millenniumgemeente te willen worden en te willen aansluiten. De fractie ChristenUnie/SGP vindt het zeker ook in economisch moeilijker tijden goed te delen van dat wat we kunnen delen. Dat is altijd onze insteek geweest en daarmee sluit ik ook aan bij GroenLinks.
Mevrouw Hania-van Emmerik: Mijnheer de voorzitter. Er zijn vanavond ontzettend veel complimentjes uitgedeeld, en dat is goed, maar ik wil ook het vorige college graag bedanken voor alles wat het hiervoor heeft gedaan. Eén vraag heb ik tenslotte nog: waarom is „millennium‟ van de homepage gehaald? Voor velen is het daardoor moeilijk zoeken. Wethouder Rijsdijk: Mijnheer de voorzitter. Via u wil ik graag alle fracties bedanken voor de steun die aan dit voorstel gegeven wordt en voor de vele positieve woorden. Het college is daar heel blij mee. Het doet mij ook goed dat er pogingen zijn gedaan om de VVD-fractie ervan te overtuigen dat dit eigenlijk toch de juiste manier is, maar ja: de VVD-fractie is niet zo snel te overtuigen; dat leren we ook. Maar zoals gezegd: het is een groeimodel en ook de VVD kan nog ingroeien. In het voorstel is aangegeven dat wij aan het eind van het jaar terugkomen met een concreet voorstel en op dat moment kan ook de VVD-fractie weer nader beoordelen hoe het er project dan uitziet en hoe de gemeente erin kan gaan zitten. Met betrekking tot de kerstpakketten is mij nog het volgende te binnen geschoten. De raad gaat natuurlijk wel over de eigen pakketten… Mevrouw Hoogesteger: Nee, dat schijnt niet zo te zijn! Wethouder Rijsdijk: Ook al niet? Nou, dan geef ik het helemaal op! De heer Van Breemen: Waar gaan we dan eigenlijk nog wel over!? Wethouder Rijsdijk: Laten we daarvoor een ad hoc raadscommissie instellen! Inmiddels is mij gebleken dat ik nog een antwoord schuldig ben op de vraag die in eerste termijn is gesteld over de mogelijkheid om ook fair trade-gemeente te worden. Ik moet zeggen dat dat niet zo eenvoudig is. De gemeente bepaalt dat ook niet zelf, er is een organisatie die die certificering doet. Tot nu toe zijn er in Nederland drie fair tradegemeenten, meer niet. Om fair trade-gemeente te worden, heeft de gemeente ook ondernemers en burgerinitiatieven in de gemeente nodig. Het is een heel traject, maar goed: het is een groeimodel en wij zullen eens bezien of we daar in de toekomst naartoe kun-
G - 37.
nen groeien. Op dat punt zijn we echter nog lang niet. Laten we eerst ons eigen inkoopmodel maar eens goed onder de loep nemen. De voorzitter: Aan de orde is thans de besluitvorming, allereerst over de motie van de PvdA-fractie, mede ondersteund door alle andere fracties, behalve de VVD. De motie wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de VVD-fractie tegen aanvaard. De voorzitter: Aan de orde is het amendement van de VVD-fractie. Aangegeven is dat wethouder Van der Torren een voorbehoud heeft gemaakt t.a.v. punt 2 en 5. Het amendement wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de VVD-fractie vóór verworpen. De voorzitter: Aan de orde is tenslotte het voorstel als zodanig. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de VVD-fractie geacht wil worden tegen te hebben gestemd. 10. Sluiting.
De voorzitter sluit te 21.01 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Gorinchem op donderdag 23 september 2010. De griffier,
G - 38.
De voorzitter,