UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van 25 februari 2008 Aanwezig : G. Naeyaert, voorzitter, N. De Cuyper, burgemeester, P. Vanthournout, A. Verhelst, W. Depoorter, L. Denolf, E. De Ketelaere, S. Deroo, voorzitter Raad voor Maatschappelijk Welzijn, schepenen, D. Douifi, B. Naeyaert, R. Dewulf, H. Crevits, K. Blomme, M. Compernolle, P. Debou, M. Bonte, M. Vanwalleghem, K. Audenaert, E. Desmet, A. Vanderspurt, D. Damman, J. Bruynooghe, E. Carette, J. Duflou en K. Bruneel, leden en L. Vandamme, secretaris. BEGRAAFPLAATSEN REGLEMENT - VASTSTELLING.
HUISHOUDELIJK
De Gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid op de artikelen 42 en 64; Gelet op de artikelen 15bis, §2, tweede lid, 23bis en 32 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging; Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging; Gelet op het besluit van14 mei 2004 van de Vlaamse regering tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 oktober 2005 tot bepaling van de voorwaarden waaraan een doodskist of een ander lijkomhulsel moet beantwoorden; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 februari 2006 tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid die kunnen opgenomen worden in de schriftelijke kennisgeving van de laatste wilsbeschikking die aan de ambtenaar van de burgerlijke stand kan overgemaakt worden; BESLUIT: met eenparigheid
1. Concessies Art. 1 - De begraving van een stoffelijk overschot, de begraving van een asurn en de bijzetting van een asurn in een columbarium kunnen het voorwerp uitmaken van een concessie. Art. 2 - De concessies worden enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen, volgens de door de gemeenteraad goedgekeurde plannen. Behoudens de verlengingen zoals voorzien in artikel 8 van dit besluit wordt een concessie enkel verleend ter gelegenheid van de aanvraag tot eerste begraving of bijzetting in een columbarium. Voor niet-geconcedeerde graven of nissen waarvan de begraving of bijzetting dateert van voor de inwerkingtreding van dit besluit kan een omzetting naar een concessie worden gevraagd overeenkomstig de voorwaarden van het retributiereglement.
Art. 3 - Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring noch een verkoop in. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die welke waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar. Art. 4 - termijn De concessies worden verleend voor een termijn van 20 of 50 jaar. De concessies worden verleend door het college van burgemeester en schepenen. De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden, zoals die gesteld zijn op het ogenblik van de concessieaanvraag. Art. 5 - De duur van het concessiecontract neemt een aanvang op de datum van de voormelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen. Art. 6 - De concessies kunnen op uitdrukkelijke aanvraag voor het verstrijken van de termijn hernieuwd worden. De bekendmaking van de mogelijkheid tot verlenging gebeurt overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 16 januari 2004. De concessie vervalt als er geen aanvraag voor een hernieuwing is gedaan vóór het vervallen van de concessie. Een aanvraag tot hernieuwing van de concessie kan niet meer ingediend worden na het verstrijken van de termijn van de oorspronkelijke concessie of de hernieuwingen ervan. Art. 7 - De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen. De concessiehernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het desbetreffende retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing. De beslissing waarbij de concessiehernieuwing wordt verleend vermeldt die voorwaarden. Art. 8 - hernieuwing §1 Hernieuwing zonder bijzetting De duur van de hernieuwing bedraagt 20 of 50 jaar. Na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag tot hernieuwing doen. §2 Hernieuwing met bijzetting De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag voor een nieuwe periode worden hernieuwd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie. Met betrekking tot de personen die een aanvraag tot hernieuwing kunnen indienen gelden dezelfde richtlijnen als bij de hernieuwing zonder bijzetting. De duur kan 20 of 50 jaar bedragen. Art. 9 - In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis wegens openbaar belang of dienstnoodzakelijkheid hebben de concessiehouders recht op het verkrijgen van een perceel van dezelfde oppervlakte of van een nis van dezelfde grootte, op dezelfde of op een andere begraafplaats in de gemeente. De kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens of eventueel van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de gemeente.
Art. 10 - In geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de begraafplaats) kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding. Hij heeft het recht op het kosteloos verkrijgen van een grafruimte of van een nis van dezelfde oppervlakte op de nieuwe begraafplaats. De kosten voor de overbrenging van de lichamen zijn ten laste van het gemeentebestuur. De kosten voor de overbrenging van de grafmonumenten, evenals de kosten van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de aanvrager. 2. Begravingen Art. 11 - De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor de begraving, de bijzetting in een columbarium en de asverstrooiing van: 1. de personen die op het grondgebied van de gemeente overleden zijn of er dood zijn aangetroffen; 2. de personen die buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn of daar werden aangetroffen, maar die in haar bevolkingsregisters, vreemdelingen- en wachtregister zijn ingeschreven; 3. de personen die recht hebben op begraving in een geconcedeerd graf of op bijzetting in een geconcedeerde nis; 4. de overledene die gedurende minstens twintig jaar is ingeschreven geweest in het verleden in het bevolkingsregister, vreemdelingen- of wachtregister van de gemeente op verzoek van de naaste verwante en mits goedkeuring van alle verwanten in dezelfde graad; 5. de andere overledenen van wie een bloed- of aanverwant tot de derde graad minstens 10 jaar is ingeschreven in het bevolkingsregister, vreemdelingen- of wachtregister van de gemeente op verzoek van deze verwante en mits goedkeuring van alle verwanten in dezelfde graad; 2.1. Bepalingen van toepassing op de begraafplaats De Warande Art. 12 - De begravingen worden volgens plan in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dat plan wijst de percelen aan voor begraving in volle grond, grafkelders, alsook voor de bijzetting in de nissen van het columbarium. De begraafplaats de Warande wordt als volgt ingedeeld: A B C D E F G H I J K
begravingen in volle grond, met of zonder concessie, met eenvormig grafteken door het gemeentebestuur voorgesteld en vrijwillig aanvaard door de nabestaanden begravingen in grafkelder door het gemeentebestuur geplaatst, met concessie, met eenvormig grafteken door het gemeentebestuur voorgesteld en vrijwillig aanvaard door de nabestaanden begravingen in grafkelder door de nabestaanden geplaatst, met concessie, met vrij grafteken begravingen in volle grond, met of zonder concessie, met vrij grafteken urnenveld voor begraving in volle grond, met of zonder concessie, met eenvormig grafteken door het gemeentebestuur voorgesteld en vrijwillig aanvaard door de nabestaanden urnenveld voor begraving in urnenkelders, met concessie, met eenvormig grafteken door het gemeentebestuur voorgesteld en vrijwillig aanvaard door de nabestaanden urnenveld voor begraving in volle grond, met of zonder concessie, met vrij grafteken urnenveld voor begraving in urnenkelders, met concessie, met vrij grafteken columbarium, met of zonder concessie Strooiweide (gesloten met ingang van 1 januari 2015, bij besluit van de gemeenteraad van 22 december 2014) Strooiweide (in gebruik genomen met ingang van 1 januari 2015, bij besluit van de gemeenteraad van 22 december 2014)
Tabel gewijzigd in zitting van 22 december 2014 De begraving, bewaring in een columbarium of uitstrooiing van de as op de gemeentelijke begraafplaats met nauwkeurige aanduiding van de plaats ervan, wordt opgetekend in een register dat bijgehouden wordt door de gemeente op de begraafplaats waar ze plaatsgevonden heeft. Voor de uitstrooiing van de as beperkt de nauwkeurige aanduiding van de plaats zich tot de vermelding van de strooiweide. Het register wordt op het einde van elk jaar gesloten en vastgesteld door de burgemeester of zijn afgevaardigde en in de gemeentearchieven neergelegd. Bijzondere bepalingen per deel Deel A De oppervlakte van de percelen bedraagt 2,5 m x 1 m. De percelen zijn bestemd voor de begraving van één stoffelijk overschot. De kuilen hebben een diepte van 1,5 m. De plaatsing van grafkelders is niet toegelaten. De graftekens met grafopschrift zijn eenvormig, door het gemeentebestuur voorgesteld, met een hoogte van 0,95 m boven de grond en worden vrijwillig door de nabestaanden aanvaard. Deel B De oppervlakte van de percelen bedraagt 2,5 m x 1 m. De grafkelders bevatten twee compartimenten en zijn bestemd voor de begraving per compartiment van één stoffelijk overschot. Indien in een grafkelder reeds 1 stoffelijk overschot werd begraven, wordt de bijzetting van maximum twee asurnen toegestaan. Indien in een grafkelder reeds per compartiment telkens 1 stoffelijk overschot is begraven, wordt de bijzetting van één asurn toegestaan. Het gemeentebestuur plaatst de grafkelders in eigen beheer op een diepte van 0,30 m en concedeert ze tegen betaling van de kostprijs die vastgesteld is in het retributiereglement. De graftekens met grafopschrift zijn eenvormig, door het gemeentebestuur voorgesteld, met een hoogte van 0,95 m boven de grond en worden vrijwillig door de nabestaanden aanvaard. Deel C De oppervlakte van de percelen bedraagt 2,5 m x 1 m De grafkelders bevatten twee compartimenten en zijn bestemd voor de begraving per compartiment van één stoffelijk overschot. Indien in een grafkelder reeds 1 stoffelijk overschot werd begraven, wordt de bijzetting van twee asurnen toegestaan. Indien in een grafkelder reeds per compartiment telkens 1 stoffelijk overschot is begraven, wordt de bijzetting van één asurn toegestaan. Het grafteken en de grafkelder worden op last van de nabestaanden geplaatst en moeten voldoen aan de in het politiereglement bepaalde normen Deel D De oppervlakte van de percelen bedraagt 2,5 m x 1 m De percelen zijn bestemd voor begraving van maximum één stoffelijk overschot in volle grond. Het grafteken wordt op last van de nabestaanden geplaatst en moet voldoen aan de in het politiereglement bepaalde normen. Deel E De oppervlakte van de percelen bedraagt 0,90 m x 1,10 m
De percelen zijn bestemd voor de begraving van maximum één asurn in volle grond, met of zonder concessie. De graftekens met grafopschrift zijn eenvormig, door het gemeentebestuur voorgesteld en worden vrijwillig door de nabestaanden aanvaard. Deel F De oppervlakte van de percelen bedraagt 0,90 m x 1,10 m De percelen zijn bestemd voor de begraving van maximum drie asurnen in een urnenkelder met concessie. De graftekens met grafopschrift zijn eenvormig, door het gemeentebestuur voorgesteld en worden vrijwillig door de nabestaanden aanvaard. Deel G De oppervlakte van de percelen bedraagt 0,90 m x 1,10 m De percelen zijn bestemd voor de begraving van maximum één asurn met of zonder concessie. De graftekens met grafopschrift zijn vrij. Deel H De oppervlakte van de percelen bedraagt 0,90 m x 1,10 m De percelen zijn bestemd voor de begraving van maximum drie asurnen in een urnenkelder met concessie. De graftekens met grafopschrift zijn vrij. Art. 12bis - De begraving van stoffelijke overschotten of urnen en de berging of verstrooiing van de as kan niet plaatsvinden op zon- en feestdagen. Van maandag tot vrijdag moeten de stoffelijke overschotten of urnen ten laatste om 17.00 uur aangeboden worden op de begraafplaats. Op zaterdag dienen de stoffelijke overschotten of urnen ten laatste om 16.00 uur aangeboden worden. Toegevoegd in zitting van 22 december 2014 Art. 13 - Columbariumconcessies worden verleend voor dezelfde duur en onder dezelfde algemene voorwaarden als bepaald voor de concessies van niet-gecremeerde lichamen. Art. 14 - De nissen geconcedeerd voor bijzetting in het columbarium, zijn bestemd voor twee gecremeerde lichamen. Art. 15 - Als een columbariumconcessie om welke reden ook een einde neemt, kan de as worden uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats. Art. 16 - Zowel op de strooiweide als aan het columbarium wordt een plaats voorbehouden voor het aanbrengen van gedenkenisvoorwerpen. 2.2. Bepalingen van toepassing op de begraafplaats Oud Kerkhof (Bruggestraat) Art. 17 - Met ingang van 1 maart 2008 worden op deze begraafplaats geen begravingen meer toegestaan. 3 Opgravingen Art. 18 - Behoudens de opgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen, mag geen opgraving worden verricht dan met een schriftelijke toelating van de burgemeester.
Art. 19 - Het verlenen tot toestemming tot opgraving door de burgemeester kan enkel om ernstige redenen. Als een overledene in een andere gemeente wordt herbegraven, moet de burgemeester van die andere gemeente toestemming geven voor de herbegraving in zijn gemeente vooraleer het stoffelijk overschot wordt opgegraven. De burgemeester van de gemeente waar het stoffelijk overschot begraven ligt, moet met toepassing van artikel 4 van het decreet eveneens toestemming geven tot opgraving. Art. 20 - De aanvraag tot opgraving moet door de nabestaande schriftelijk worden gericht aan de burgemeester. Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toestemming bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds de volgende beschikkingen worden nageleefd: a) dag en uur waarop de opgraving zal plaatsvinden worden in overleg met de dienst van de begraafplaatsen vastgesteld; b) het grafteken, de beplantingen en alle andere voorwerpen die het openleggen van het graf kunnen bemoeilijken of beletten moeten verwijderd worden vooraleer tot de opgraving wordt overgegaan; c) de gemeente of een gespecialiseerde firma zorgt voor het openleggen van het graf, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil. Het openen en sluiten van de grafkelders gebeurt steeds door de gemeente; d) het openen van de nis, het uitnemen van de urn uit de nis en het opnieuw sluiten van de nis geschieden door de zorgen van de gemeente. Art. 21 - Behalve bij gerechtelijk bevel worden vanaf 1 oktober tot 30 november en op maandagen en zaterdagen geen opgravingen verricht. Tijdens de opgraving wordt de plaats ervan voor het publiek visueel afgeschermd. Er moet tot een opgraving worden overgegaan in tegenwoordigheid van de grafmaker en van een gemachtigde die door de burgemeester is aangesteld en die er verslag van opmaakt. Zij kunnen de vernieuwing van de kist voorschrijven als ze dat nodig achten en ze kunnen elke andere maatregel nemen om de welvoeglijkheid en de openbare gezondheid te beschermen op kosten van de aanvrager. De burgemeester kan een lid of een afgevaardigde van de familie toestemming verlenen om de opgraving bij te wonen. Art. 22 - Tijdens het transport van onverteerde resten wordt gebruik gemaakt van een al dan niet herbruikbare lucht- en vloeistofdichte kist. Zo deze kist uitsluitend voor het vervoer is bestemd, mag deze kist vervaardigd zijn uit niet-afbreekbaar materiaal. Als de bestemming van het lijk buiten de begraafplaats van opgraving is gelegen, moet het lijk in afwachting van vervoer worden bewaard in een lucht- en lekdichte kist. 4. Ontruimingen Art. 23 – Ontruimingen kunnen plaatsvinden nadat de termijn van een graf of nis, om welke reden ook, verlopen is. De stoffelijke resten en de asresten worden overgebracht naar een daartoe bestemd perceel op de begraafplaats. Art. 24 – Na ontruiming worden de percelen, de graf- of urnenkelders en de columbariumnissen pas na verloop van één jaar te rekenen vanaf de dag van de ontgraving opnieuw in gebruik genomen. 5. Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden – onderhoud van de graven
Art. 25 - De graven en grafmonumenten, opgenomen op de lijst van graven met lokaal historisch belang worden onderhouden door de gemeente overeenkomstig de voorschriften van artikel 26, § 2, van het decreet. Art. 26 - Uitsluitend de gemeentelijk aangestelde is ertoe bevoegd: - de as uit te strooien; - de kist of de urn in de kuil, de grafkelder of het columbarium te plaatsen; - een graf te delven voor begravingen of bijzettingen in volle grond en de kuil te vullen; - bestaande grafkelders te openen en te sluiten; - de nis in een columbarium te openen, te plaatsen en af te sluiten. Art. 27 – Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2008
Aldus vastgesteld in zitting, datum als boven. Namens de raad, de secretaris, (get.) L. Vandamme
de voorzitter, (get.) G. Naeyaert Voor eensluidend afschrift,
de secretaris,
de burgemeester,