Zie zo Spelling
Je maakt de opdrachten in je werkboek. Kom je tekens tegen? Doe dan dit. lees je uitlegkaart werk samen extra opdracht
1
Zie zo Spelling blok 1
1
Wat ga je doen? Je leert woorden met meerdere klankgroepen juist schrijven.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
Lees het enkelvoud: ‘Een ...’. Denk aan het meervoud: ‘Twee ...’. Wat hoor je aan het einde van de klankgroep? Klinkt de klinker kort of lang? Of hoor je een tweetekenklinker of een medeklinker? Schrijf dan het meervoud op. broodzakken
lang
kort
tweetekenklinker
medeklinker
broodzakken
X X
boomstam schoorsteen
nukaarn
nbon boomstamn schoorsn grœntuin
X
menukaart regenboog
X X
groentetuin op verkenning
uitleg
aan de slag
op verkenning
uitleg
H
!
R
aan de slag
W terugkijken
In zes woorden klinkt de a als /aa/. Omcirkel ze. In zes woorden klinkt de a als /a/. Onderstreep ze. wandel
kattig
2
terugkijken
Regelwoorden: hoor je een woord met twee of meer klankgroepen? Volg dan de verschillende stappen. Lees verder op het stappenplan klankgroepen. Kruis het juiste rondje aan.
3
‘Twee … ‘
x
broodzak
2
terugkijken
straten
zware
dragen
slappe
sparen
masker
halve
blazen
snappen
hierna
omgeving 4
Wat rijmt op …? Schrijf de woorden in de juiste kolom. zeilboten
geraken
strekken
rijmt op reken
rijmt op rekken
rijmt op daken
lekken
smakken
badlaken
pakken
weken
gesloten
grotten
motten
spreken
rijmt op takken
rijmt op poten
rijmt op potten
n st"kn $ran pakn )ilbo*n grotn sp"n #kn badlan smakn $slo*n motn 5
Vul in: twee… één
twee
één
vos/n hon2n m3"n zwan
vos hond mier zwaan
op verkenning 6
twee
bot plant boer boom
uitleg
aan d de slag
botn plann bœ"n bo7n terugkijken
Vul in: t of tt. Schrijf dan de woorden helemaal op. E
t
en olifanten alleen maar planten?
Blijven jullie maar even rustig zi
tt
Daar verkopen ze ook Engelse kran Wanneer la Heb je de na
t tt
en.
t
en.
en jullie hem weer vrij? e handdoek opgehangen?
Hebben jullie een juf of mees
t
er?
En zitn krann lan nat< =sr
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
3
Zie zo Spelling blok 1
2
Wat ga je doen? Je leert zes weetwoorden met ei juist schrijven. Je leert op te letten voor het verschil tussen ei en ij.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Lees het verhaal. Het is weer zomer! Hét seizoen van de aardbeien. Arbeiders plukken de aardbeien van de velden. Ik pluk ook! Ik doe de aardbeien in een doosje voor eieren. Dan gaan ze zeker niet stuk en zitten ze veilig. Mmm, ik ben gek op aardbeien! Ik brei zelfs een trui met een aardbei erop.
Schrijf de zes verschillende ei-woorden op.
Aizœn e3"n
aardD3n Hilig
op verkenning
2
uitleg
ArDi2rs bJi aan de slag
Weetwoorden: je schrijft ei.
Lees verder op kaart W1. Kruis het juiste rondje aan. Lees ook de woorden van de week. op verkenning 3
H
uitleg
R
aan de slag
Welke weetwoorden met ei zitten in deze woorden? Schrijf ze op. eindeloos piepklein veiligheid aardbeientaart
4
terugkijken
einL kMin Hilig aardDi
schoolreis breinaald zeilschip sneltrein
is bJi )il t"in
W terugkijken
omgeving
pMin kMin
dorpsplein kleinzoon 4
keizermeel kippenei
OiPr Q
Omcirkel de ei-woorden. Oma zei: ‘Zijn jullie daar? Zijn jullie veilig aangekomen? Ik werd al ongerust. Ik ben nog maar even gaan breien. Nu ga ik eieren bakken. Daar houden jullie toch allebei van? Als toetje heb ik nog wat lekkers gehaald: aardbeien!’ Vul in: ei of ij. Schrijf de woorden daarna helemaal op. Ik wil een pannenkoek eten met
ij
Voor de pannenkoeken hebben we drie En ook nog lekkere aardb
ij Q
Oma en ik, w Intussen br
Q
eren nodig.
en.
eten graag pannenkoeken.
ik een warme sjaal voor mijn pop.
Want het is koud. Dat s
Q
zoen heet de winter!
7
uitleg
.
.
aan de slag
d
.
op verkenning
Q eiba n .
Q Vlהi i ei2r XiY
ig
Vul de woorden in de woordslang in. De laatste letter van een ei-woord is meteen de eerste van het volgende ei-woord. Kies uit: leiband, dweil, leiders, reinigt, steiger, snelheid, reis, teil. . . l . . . t . . . . . s . . s . . . . . l . r . . . d . . . . . . r . .
6
Q
ijs e3"n aardD3n wij bJi Aizœn
s.
ein
5
terugkijken
Luister goed naar de woorden. Is het een ei-woord? Schrijf het op.
aardDi arDi2r e3"n Aizœn bJ3n bJi Hilig Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
5
Zie zo Spelling blok 1
3
Wat ga je doen? Je leert regelwoorden op -b of -p en -d of -t juist schrijven.
op verkenning 1
uitleg
terugkijken
Vul in: b of p, d of t. Maak het woord langer! Mijn vrien
d
lust graag frie
We graven met onze scho Het spinnenwe
b
Ik kra
b
.
diepe putten in de gron
p
lijkt op een grote knoo
me op mijn hoof
Dat kasteel is oerou
t
p
Ik geef de bal een flinke me
d
p d
d
.
.
. .
.
op verkenning 2
aan de slag
uitleg
aan de slag
Regelwoorden. Hoor je aan het einde van een woord /p/? Maak het woord langer. Dan weet je of je b of p schrijft. Hoor je aan het einde van een woord /t/? Maak het woord langer. Dan weet je of je d of t schrijft.
terugkijken
!
Lees verder op kaart R1. Kruis het juiste rondje aan. Lees ook de woorden van de week. De extra woorden mag je ook lezen. op verkenning 3
aan de slag
Vul in: d of t. Maak de woorden eerst langer als je twijfelt. Het gebouw is ron Het schilderij is ou De tafel is van hou Het huis is groo
t
De jongen is gezon
6
uitleg
De koekjes zijn zoe
d d t
.
Het ron
.
Het ou
.
De hou
.
d t
Het gro
d d t t d t
.
De gezon
.
De zoe
e gebouw.
e schilderij. en tafel. e huis. e jongen.
e koekjes.
H
R
terugkijken
W
omgeving 4
Kijk goed naar de samenstellingen. Onderstreep de woordstukjes op t of p met blauw, die op d of b onderstreep je met groen. Schrijf deze woorden in de tweede kolom. Kijk naar het voorbeeld. samenstelling
woorden op -p of -b
samenstelling
woorden op -p of -b
wandkast
wand, kast
stapvoets
stap
achterbuurt
buurt naald Hld brand, haard
webadres
b club rib lip
breinaald veldmuis brandhaard 5
voetbalclub ribstuk lipbalsem
Schrijf bij elke afbeelding een samenstelling waarvan een woordstukje eindigt op -t of -d.
stokbrood haarsפld 6
fruitsla
Vul de ontbrekende medeklinker in. Deze woorden klinken hetzelfde, maar toch schrijf je ze anders, omdat hun betekenis verschilt! Hij heeft me har Mijn har
t
d
gekwetst.
De kra
doet pijn van verdriet.
Met het sli op verkenning
b
sprong uit het net.
Dat net was vast veel te kra
Het meisje draagt een oranje sli
7
landkaart
b
p
p
.
kun je goed kleien.
uitleg
aan de slag
terugkijken
Luister goed naar de woorden. Schrijf ze op.
blœdus wan2lpad
zol2rtrap wandplaat
krabsla
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
7
Zie zo Spelling blok 1
4
Wat ga je doen? Je leert weetwoorden met ij juist schrijven. Je leert op te letten voor het verschil tussen ij en ei.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
n rode kleur. Geef de ij-woorden in de tekst een
Een grijze dag… d Gisteren hadden we het plan om ijverig een partijtje voetbal te gaan spelen. Maar dat viel niet mee: het weer was grijs en op het einde was de stand gelijk. Na een paar uurtjes besloten we terug naar huis te rijden. Toen hadden we nog pech. Door een oud stuk ijzer op de weg ging onze achterband stuk.
op verkenning 2
uitleg
aan de slag
!
Weetwoorden: je schrijft ij. Lees verder op kaart W2. Kruis het juiste rondje aan. Lees ook de woorden van de week. op verkenning
3
H
uitleg
R
Ik heb geluk: deze
aan de slag
ijirig prijs $lijk rij2n
terugkijken
aan het werk. heb ik gewonnen!
Ja hoor, jij hebt altijd
ijPr
De trein begon al te
! .
Welke weetwoorden met ij zitten in deze woorden? Kleur de woordstukjes. omrijden rijden partijtje
8
W X
Schrijf weetwoorden met ij op. Ze waren stil en
4
terugkijken
ijzerdraad schaatsenrijden
tegenpartij ongelijk
gelijkspel
donkergrijs
blauwgrijs ijzersterk
breekijzer
rondrijden
omgeving 5
jn
ij
se
ferbijrozi
ki
ij
lij
terij bat l
j enli knijl
jveri
p rd
a
l
/ver b ijf
ig
a
o
In de slang staan tien ij-woorden. Zet strepen tussen die woorden.
gv
Zet de eerste letters van de woorden achter elkaar. Let op: de ij is één letter! Er staat: 6
overblijven
Vul in: ei of ij. Schrijf de woorden daarna helemaal op. Hij snijdt de koek in drie gel Deze schroeven zijn van Mijn opa was vroeger arb
ij
ij Q
ke stukken.
zer gemaakt. der in de steenfabriek.
De kinderen waren vanochtend
ij
verig aan het werk.
Zal ik dan maar even naar de bakker r
ij Q
den?
Welke smaak kies je: framboos of aardb op verkenning 7
uitleg
? aan de slag
$lijq ijPr arDi2r ijirig rij2n aardDi terugkijken
Dictee-met-twee. Dicteer om de beurt een woord van kaart W1 en W2. Schrijf telkens het woord op. Kijk meteen na of het juist is. Ik schrijf het woord...
Is het woord juist of fout? Kruis aan. juist
fout
juist
fout
juist
fout
juist
fout
juist
fout
Foutje? Schrijf het nu juist.
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
9
Zie zo Spelling blok 1
5
Wat ga je doen? Je leert woorden op -eren, -elen en -enen juist schrijven.
op verkenning 1
uitleg
aan de slag
terugkijken
Welk werkwoord past bij de tekeningen? en, timmeren, behangen. be n. Kiess uit: schilderen, metselen, derstreep de dof doffe e in elk woord. Onderstreep
tim"n t/Mn xhann schil2"n op verkenning 2
uitleg
aan de slag
terugkijken
Hoorwoorden: je hoort een doffe e in -enen, -eren of -elen aan het einde van een woord. Je schrijft -enen, -eren en -elen. Lees verder op kaart H1. Lees ook de woorden van de week. De extra woorden mag je ook lezen. op verkenning
3
kinderen der
10
aan de slag
gew geweten opgebeld geb
geb gebleven stelletje let e
R
terugkijken
In elk woord staat een doffe e aan het eind van een klankgroep. Kleur die doffe e. betalen bet
4
uitleg
H
wandelen del
bibberen ber
afgelopen gel
gegeten geg
Welke klank hoor je aan het einde van de tweede klankgroep? Een doffe e of /ee/? Schrijf de woorden in de juiste kolom: stempelen, verbeteren, problemen, bakstenen, hinkelen, vliegeren, afvegen, marmeren. doffe e
/ee/
smפMn hinMn vl3"n mar"n
HrD"n probun baksn afin
W
omgeving 5
6
Zoek woorden op -elen, -eren of -enen in het rooster. Het zijn er zes. Zoek horizontaal, verticaal en diagonaal. Schrijf elk woord ook op. M E
S
I
E
K
I
E
H N
I
S
P
I
E
G
E
L
E
D
L
N
Y
E
T
N
L
A N
P
U
F
I
J
Z
E
R
E
N
K
I
S
I
E
G
T
N D
Z
E M G M G A
E
I
E
U
O A H D H
P
X
E
H
E
E
R W F
R
S
A
X
C
X
K
E
S
O
P
E
N
E
N
L
G N
L
K
F
D C
I
M
I
spiegel -
rommel -
sp3Mn
offer -
romMn of}"n
knuppel toeter -
knupפMn tœ"n
Welk stukje past in het midden? Kies uit: de, ke, pe of te. gis trak
~
kam
פ
o
ren
ren op verkenning 8
sp3Mn slui"n wagMn oפn ijP"n or2n
Onderstreep de doffe e in het woord. Maak van elk woord een werkwoord. Kijk naar het voorbeeld. vlieger - vliegeren
7
N
hin nen
wan
win knik
len
ren
ren
ren
len
uitleg
aan de slag
terugkijken
Vul in: enen, eren of elen. Schrijf de woorden dan helemaal op. De gevang
en
$vann
moesten terug naar hun cel.
Op de boerderij scharr
eMn
kippen die luid kak
eMn eMn
Vanavond kun je duizenden sterren aan de hemel zien fonk Veel Afrikaanse volk
e"n e"n
Kun jij je dat nog herinn
schar"Mn kaMn
.
.
sloegen op de vlucht voor de oorlog. ?
Klaar? Kies een extra opdracht achteraan in je werkboek.
fonMn vol"n הrin"n 11
Zie zo Spelling blok 1
6
Wat ga je doen? Je oefent met de woorden van blok 1.
op verkenning 1
aan de slag
twee
pakket ijsbeer prikklok
één
paktn ijsD"n prikklokn
twee
dakpan dijbeen figuur
Vr
ij
dag is de v
ij
Q
e3"n vrijdag vijfL pMisr Q Hilig Q Q Aizœn aardD3n arDi2rs kijk mij )i
eren gelegd.
fde dag van de week.
ster op mijn wonde.
Na die lelijke val deed de dokter een stevige pl
Na dat gevaarlijke avontuur zijn we gelukkig weer v
Q Q ij Q
Van mei tot juni is het s Dan zie je overal arb ‘K
ij
lig thuisgekomen.
zoen van de aardb
en.
ders op de velden.
k eens naar m
,’ z
ik.
Vul in: d of t. We hebben sinds vorige week een kleine ra Ze rent graag urenlang in het ra
d
t
In Zweden zwee
t
in huis.
je van haar kooi.
Een inwoner van Zweden noemt men een Zwee
12
dakpann dijDn figu"n
Vul in: ei of ij. Schrijf de woorden daarna helemaal op. Gisteren had onze kip vier
3
terugkijken
Maak er twee van. Luister goed naar de eindklank: is hij kort of lang? één
2
uitleg
d
.
je niet snel, want het is er vaak koud.
omgeving 4
Vul in: l of ll. Schrijf de woorden dan helemaal op.
l
Als een hond gaat kwispe
Dat zal ik straks allemaal verte
ll
en.
In het album zitten ook veel dubbe
l
Mijn puntenslijper is op de grond geva
e pagina’s.
ll
en.
l
Kunt u misschien een briefje van tien euro wisse Op de boerderij scharre
l
en.
en de kippen rond.
Je moet die doos heel voorzichtig opti 5
kwisפMn HrlMn dub $valMn wis/Mn schar"Mn optilMn
en, is hij blij.
ll
en.
Vul in: p of b. Ik tra
p
De klimo Ik kra
b
de bal in het doel.
p
is fel gegroeid sinds vorig jaar.
me als het jeukt!
De riem van mijn broek heeft een metalen ges Dat is een goeie mo Ik roe 6
p
p
p
.
!
dat ik de knoo
p
stevig heb vastgemaakt.
trap klimop krab $sp mop rœp
knoop
Vul aan: elen, eren of enen. Onderstreep in die woorden de doffe e. Let op: de doffe e komt niet in elk woord voor! Morgen gaan we een hele dag knuts
eMn
en boets
In de turnles oefenen we allerlei bewegingen zoals tuim Kind
e"n
en jong
e"n
e"n eMn
. en hink
eMn
.
zijn toegelaten in deze filmvertoning.
en eMn e"n
Je mag kiezen: ofwel mag je spelling oef
, ofwel mag je tek
Achteraan in de klas begonnen ze te giech Ze waren zich duidelijk aan het amus
en
.
.
.
13