Zernike College De toekomst Scho
De toekomst van het Zernike College In dit boekje staan de winnende essays van medewerkers en leerlingen, uitspraken uit de opstellen van de overige deelnemers, quote’s van medewerkers over de stellingen via email en foto’s van leerlingen over de gedroomde school. Het boekje hoort bij het officiële schoolplan 2011-2014 van het Zernike College. De werkgroep Bauhaus heeft het proces van het maken van het schoolplan georganiseerd. Een jaar lang is er gewerkt en gepraat over dit plan. Er is in 2010 een debatbijeenkomst met de medewerkers gehouden en er zijn gesprekken gevoerd met leerlingen, lio’s, ouders en schoolbestuur. De concepttekst is besproken in de teams en de beleidsgroep, er zijn amendementen ingediend. De medezeggenschapsraad heeft een werkgroep ingesteld om de tekst van het schoolplan kritisch te beoordelen. Het heeft geleid tot een schoolplan met een breed draagvlak en flink wat ambities voor de komende vier jaren. Het schoolplan heb ik tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst 2011 aangeboden aan het schoolbestuur, de voorzitter van de mr van de school en voorzitter van de leerlingenraad.
Dit boekje is een bloemlezing van al die bijeenkomsten en input van medewerkers en leerlingen. Het laat zien dat het de moeite waard was dit proces zo te organiseren. Dirk Dijkstra, rector Zernike College Januari 2011
Inhoudopgave Essays Wat viel op... De winnaars Medewerkers Leerlingen
6 8 11 19
Citaten Medewerkers Leerlingen
29 35
Conclusies Conclusies uit onderzoek ouders Conclusie debat medewerkers 18 maart 2009 Conclusies panelgesprekken met leerlingen
51 52 55
Colofon
78
De essay’s
Wat viel op... De kracht van het Zernike is ‘groot zijn in kleinschaligheid’. Dat principe wordt breed ondersteund. Juniorlocaties moeten veel ruimte bieden aan leerlingen om hun talenten te ontdekken. Het Zernike moet daarom vooruit kijken naar de wereld van morgen en vernieuwend durven zijn. In bijna alle opstellen speelt ICT een belangrijke rol. Laptops, digiborden en it’s learning moeten vaker en beter ingezet worden. Laptops moeten in plaats van boeken, digiborden de lokalen in en docenten scholen in gebruik. Mededelingen mogen alleen nog via de mail. It’s learning moet de school inzetten om alle lesstof en huiswerk op te zetten.
6
Ook de inrichting van het gebouw moet anders en leerlingen kunnen daarin een grote rol spelen. De profielen moeten herkenbaar zijn in het gebouw en het kan allemaal veel vrolijker met kleur. Een collega wilde een andere organisatiestructuur. We zouden nieuwe teams moeten vormen, kerndocenten en leerlingen. Zo leg je een deel van de verantwoordelijkheid voor goed onderwijs bij de leerlingen. Een aantal docenten uit de bovenbouw gaan ook in de onderbouw (klas 4) lesgeven. De aansluiting OB/BB is dan beter gewaarborgd. Het oppikken van de lesstof moet meer bij de leerlingen liggen. Leerlingen zijn, meer dan nu, zelf verantwoordelijk voor het vergaren van kennis. Dat moet op een minder klassikale manier. Daar zijn veel schrijvers het over eens. De een wil er op uit, de natuur in. Leerlingen komen dan zelf met vragen over datgene wat ze zien en meemaken. Vooral voor de natuurprofielen kan dat aantrekkelijk zijn. De docent speelt dus in de toekomst een minder centrale rol. Hij moet meer begeleider worden. In dit boekje hebben we inspirerende, vindingrijke, leuke, creatieve uitspraken van docenten en leerlingen uit de opstellen en de stellingendiscussie gehaald. En de foto’s zijn gemaakt door bovenbouwleerlingen. Zij hebben een ckv fotoopdracht gemaakt en beelden de toekomst van het Zernike uit.
7
De winnaars In het voorjaar heeft de werkgroep Bauhaus medewerkers en leerlingen opgeroepen een essay te schrijven. De opdracht luidde vanuit het perspectief van de baas van de school de toekomst te schetsen van de school. In totaal hebben dertien leerlingen en zeven medewerkers gereageerd. Een jury (Gerrit Douma...) heeft de twee beste essays per groep gekozen. Van de medewerkers is het opstel van Hans Warris als beste uit de bus gekomen, met als goede tweede Peter Tolsma. Van de leerlingen hebben Aylin Buik en Suzanne Feimann volgens de jury het beste opstel geschreven en als tweede Samira de Groot. In de winnende opstellen staan kwaliteit en een grotere rol voor leerlingen centraal. Hans gaat uit van de missie. Hij wil meer initiatief bij de leerling leggen en vindt dat It’s Learning een belangrijkere rol moet spelen (meer discussie/ actualiteit e.d.). Peter voorziet een andere structuur binnen de organisatie, waarbij leerlingen meer invloed hebben. Ook wil Peter een andere overgang van de onderbouw naar de bovenbouw. De eerste prijs winnaars van de leerlingen Aylin en Suzanne hebben de kwaliteit van leraren hoog in het vaandel staan. Zij vinden dat de inspectie regelmatig moet langskomen om de kwaliteit van het onderwijs te toetsen. Samira de Groot kiest als baas van de school voor een compleet andere manier van onderwijs. De leerling is zelf verantwoordelijk voor het onderwijs. Ook de inrichting van het gebouw en de rol van de docent moet flink over de kop.
8
9
Medewerkers Als ik de rector van het Zernike College zou zijn, dan... Hans Warris | docent economie | eerste prijs, groep medewerkers
Zie ik een school waar een ieder zich thuis en veilig voelt. Waar ruimte is voor ieders ideeën, opvattingen en gewoonten. Een school waar gedacht wordt in kansen en mogelijkheden, waarbij de leerling zijn schoolloopbaan ziet als een ontdekkingsreis. De kracht van ‘groot zijn in kleinschaligheid’ staat in 2014 nog steeds voorop. Op de juniorlocaties is er veel ruimte voor leerlingen om te ontdekken in welke richting zij hun talenten willen ontwikkelen. Het doorontwikkelen van deze talenten gebeurt in de bovenbouw. Ik vind het belangrijk dat vakoverstijgende projecten, verbreding en verdieping tussen en binnen vakken en omgevingsonderwijs een centrale rol vervullen bij de vormgeving van het onderwijs. Voor leerlingen vervult de mentor een spilfunctie in de school. Hij is het aanspreekpunt voor leerlingen. Voor mij is het belangrijk dat in 2014 iedere mentor vragen, problemen en opmerkingen van leerlingen op waarde weet te schatten.
10
11
Waarbij de mentor telkens een balans vindt in meedenken, zelf initiatief tonen en het initiatief laten aan de leerling. ICT zal in 2014 volledig geïntegreerd zijn in het onderwijs. In ieder vaklokaal zal een digitaal schoolbord beschikbaar zijn om leerlingen betekenisvol onderwijs aan te bieden. Ik vind het belangrijk dat It’s Learning het verlengstuk is van het vaklokaal. Waar de actualiteit een belangrijke rol vervult, filmmateriaal terug te vinden is, een discussieplatform geboden wordt en alle relevante gegevens aangereikt worden. Schriftelijke communicatie verloopt in 2014 veelal via e-mail. Zowel leerlingen, als docenten gebruiken dagelijks de e-mail voor communicatie. Het Zernike College zal in 2014 een school zijn die vooruitstrevend en innovatief is en steeds vooruit kijkt naar wat de wereld van morgen aan ieder van ons te bieden heeft.
Als ik de rector van het Zernike College zou zijn, dan... Peter Tolsma | Docent Biologie en Onderzoeken & Ontwerpen | Tweede prijs, groep medewerkers
Organisatiestructuur Ik zou graag een andere organisatiestructuur willen. Er moeten kleinere teams komen waarbij een jaarlaag en profiel centraal staan. Dit docententeam is verantwoordelijk voor de leerlingen
12
13
die in deze jaarlaag en profiel zitten. Een docententeam van kerndocenten en enkele leerlingen vormen dit team. Het beste zou zijn om met dit concept in de bovenbouw te starten. Leerlingen en docenten zijn gebaat bij goed onderwijs, zowel docenten als leerlingen zijn hiervoor verantwoordelijk. Ik denk dat als je leerlingen serieus neemt en dat ze mee kunnen denken en beslissen, dit ten goede komt aan de kwaliteit van ons onderwijs. De teams zijn verantwoordelijk voor een relatief kleine groep leerlingen. Dit concept zal de betrokkenheid van docenten en leerlingen vergroten. Rol van de mentor Mentoren zitten in het nieuwe team. De mentor geeft kernlessen aan leerlingen( dus geen 2fmh5 mentor). Mentoren gaan mee naar het volgende jaar. In Atheneum 6 kunnen leerlingen zelf de mentor kiezen. In de jaarlagen 4 en 5 is er een keuzeuur/mentorles. Dit uur bevindt zich niet op het eind van de dag. Leerlingen gaan tijdens dit uur zelfstandig met huiswerk bezig. De mentor heeft tijdens dit uur tijd om individuele gesprekken te voeren en andere gemeenschappelijke regeldingen. Overgang onderbouw naar bovenbouw Er moeten docenten komen die in jaar 3 lesgeven en ook in de bovenbouw zodat de aansluiting beter verloopt. De tweede helft van jaar 3 moet de grootte van de toetsstof worden verhoogd en wordt alleen nog in toetsweken getoetst zodat de hoeveelheid stof min of meer hetzelfde wordt als in de bovenbouw. Om de overgang nog beter te laten verlopen zou
14
15
jaar drie havo helemaal moeten overgaan naar het nieuwe bovenbouw gebouw. Leerlingen kunnen dan een betere profielkeuze maken en de wenperiode schuif je een jaar vooruit zodat leerlingen in de bovenbouw beter kunnen presteren. Dit wordt nu ook gedaan met atheneum 4, zij hebben als het ware ook een jaar om te wennen. Om de kwaliteit van het onderwijzend personeel te waarborgen moet er een begeleider komen, deze persoon moet de popgesprekken voeren. Ook dient er een keer in de twee jaar een enquête onder de leerlingen te worden afgenomen waarbij de leerlingen de docent beoordelen op zijn vaardigheden als docent. De popgesprekken moeten in een veilige omgeving plaatsvinden en opbouwend zijn zodat we samen zorg dragen voor beter onderwijs.
Leerlingen Als wij de baas van het
Zernike zouden zijn, dan… Aylin Buik en Suzanne Feimann | leerlingen onderbouw locatie Rummerinkhof | Eerste prijs, groep leerlingen
Lesmateriaal en lestijden Het percentage van het aantal leerlingen dat boeken pennen en schriften vergeet is aanzienlijk hoog en daarom zijn wij
16
17
van mening dat wij een laptop gaan gebruiken in plaats van boeken. Voordelen: Boeken kunnen niet meer vergeten worden, geldt ook voor pennen enz. op de laptop staat alle lesmateriaal en boeken van alle vakken. Ook staat er een handige agenda op voor huiswerk. De leerlingen hoeven alleen maar een laptoptas mee te nemen en een USB-stick. De lestijden zijn elke dag anders, maar de school begint altijd om 9 uur en eindigt meestal om kwart over 3. Inrichting school Alle lokalen inclusief kantine hebben vrolijke kleuren (kleuren van de school). Grote ruimte voor tussenuren als je niks te doen hebt en een groot schoolplein met veel bomen en banken in de zon voor de schaduw. Ook een groot drama, techniek, teken, muziek, gym en O&O lokaal. We willen een grote kantine met veel tafels en stoelen. Met daarin de hele week gezonde dingen en een keer in de week wat lekkers. De leerlingen moeten ook buiten ruimte hebben voor drama, gym en teken activiteiten. We willen in de lokalen stroom hebben en aansluitingen voor de laptops, digibord en het lokaal moet redelijk ruim zijn (genoeg tafels en stoelen). Ook moet er in elk lokaal een airco en voldoende ruimte zijn. We willen dat elke docent zijn/haar eigen lokaal heeft (voorkomt het niet weten waar de lessen worden gegeven, geldt voor leerlingen zowel leraren). We willen ook dat de leerlingen aan het begin van het schooljaar zelf ideeën in kunnen brengen voor de inrichting van hun mentorklas lokaal. Dat kan via overleg met de mentor. Ook een extra lokaal voor dyslecten voor hulp bij proefwerken en huiswerk maken.
18
19
Docenten We willen dat de docenten een aparte ruimte hebben voor de pauzes bijvoorbeeld: een grotere docenten kamer. En dat ze 1 keer in de 2 maanden worden gecontroleerd door een schoolinspecteur of de lessen wel goed worden gegeven. We vinden dat de docenten wel orde moeten kunnen houden. En niet de hele les uitleggen zodat de leerlingen ook nog huiswerk kunnen doen (ongeveer de helft van de les uitleg/nakijken en de andere helft zelf huiswerk maken). Leren op afstand Als er lessen uitvallen staat dat vóór 7 uur op It’s learning en ook moet er een goede telefoonpiramide zijn voor elke klas. We willen dat alle lesstof van alle lessen op It’s learning staat voor als je er een dag niet bent of ziek bent. En ook heb je een eigen e-mail adres voor op It’s learning.
Als ik de baas van het
Zernike College zou zijn, dan... Samira de Groot, leerling bovenbouw Tweede prijs, groep leerlingen
Is het lesmateriaal actueler en uitdagender. Doordat docenten gebruik maken van actuele gebeurtenissen waarop de stof/ opdrachten gebaseerd worden. Zo staat het dichter bij je en wordt het interessant. Uitdagender door leerlingen zelf meer uit te laten zoeken door bijvoorbeeld per periode alles op
20
21
internet te zetten wat leerlingen moeten doen. Daarbij staat wat leerlingen moeten weten, welke producten ze moeten inleveren en aan welke eisen het moet voldoen. Aan de hand hiervan kunnen leerlingen zelf een plan van aanpak maken hoe ze de opdrachten moeten uitvoeren. Lesboeken kunnen ook online, de boeken die niet online staan zijn beschikbaar op school. Dat kunnen leerlingen individueel doen of in groepsverband. De docent is begeleider en checkt op welke punten leerlingen meer uitleg/begeleiding nodig hebben. In overleg met de leerling wordt zo nodig instructies gegeven. De docenten worden meer een begeleider in de zoektocht naar kennis, in plaats van klassikaal lesgeven. De vraag is of de school dan nog met leslokalen moeten worden ingedeeld. Je kan dan ook een paar grote ruimtes maken met tafels of bankjes waar je met je laptopje wireless kan gaan werken. Kleine lokalen om met elkaar te overleggen, begeleiding van de docent of als je rustig wilt gaan werken. Dit kan worden toegepast op enkelvoudige vakken maar ook op vakoverstijgende projecten. De lokalen die er dan nog zijn, zijn voorzien van digitale schoolborden. Met het bouwen van de kantine moet rekening mee worden gehouden met het aantal leerlingen. Je kan een grote kantine bouwen waar de hele school tegelijk pauze in kan houden of een kleinere dat de pauze wordt gesplitst in 2 delen.
22
23
24
25
Citaten Medewerkers Onderwijsinhoud Nico Swarts, docent techniek
“Het mooie van competentiegericht onderwijs vind ik dat je behaalde en nog te verwerven competenties universeel vast kunt leggen in een portfolio. Dat doen we in het hbo en mbo, waarom niet in het voortgezet onderwijs? Dit kan verhelderend werken voor leerling, ouders en vervolgopleiding. En dat profiel maakt ook duidelijk welke zorg en/of begeleiding de leerlingen nodig hebben om hun doel te bereiken. Competenties zijn een aanvulling op het kennisonderwijs. Samen met het Zernike opgroeien tot volwaardig mens”. Martin Traas, docent wiskunde
Rode draad bij vakoverstijgende projecten is de samenwerking van verschillende vakken en de raakpunten met de wereld van de leerling. Jongeren staan midden in de samenleving en zijn erg betrokken bij de maatschappij. In de lessen van
26
27
het Studium Generale laten we de leerlingen hier kennis mee maken en kleine onderzoeken uitvoeren, bv. het malariaproject en onderzoek naar de millenniumdoelen. Vaak willen leerlingen meer weten en onderzoeken. Als ik baas ben van het Zernike sluit het Zernike College samenwerkingscontracten met universiteiten en hogescholen. We kunnen dan gebruikmaken van hun faciliteiten en grootschalige projecten zijn mogelijk, bv. een experimenteel onderzoek naar de toekomst van de windenergie door gebruik te maken van windtunnels. Docenten worden ook coach en begeleiden leerlingen bij hun onderwerpkeuze. Door de samenwerking met docenten van andere scholen wordt kennis uitgewisseld. Het is prachtig om te zien hoe leerlingen maatschappijkritisch worden, zelfstandig aan het werk zijn en ook nog enorm veel opsteken van een vak. Jeroen Bol, TOA
Het is vijf voor half negen in de ochtend, de leerlingen van klas M3D druppelen langzaam binnen. Ze kijken hun ogen uit. Ze stormen ze allen naar één van de onderzoekstafels en beginnen meteen met het uitgestalde practicummateriaal te werken. Enkele leerlingen gaan uit zichzelf de opdrachtenkaarten, die ook op de tafels liggen, doornemen. Allerlei vragen komen naar boven: “Meneer, wat is een katalysator?”, “Meneer, hoe kun je zuurstof aantonen?”, “Meneer, heb je ook een beetje bruinsteen voor mij?”, “Meneer, hoe bereken je de massaverhouding bij deze reactie?” Het uit zichzelf aan het werk gaan van enkele leerlingen werkt als een katalysator(!) op het gedrag van anderen. Er is nauwelijks geroezemoes en iedereen is aan
28
het werk. Alle opdrachten zijn zó geformuleerd dat er vroeg of laat een massaverhouding berekend dient te worden. Dit vinden de meeste leerlingen lastig. Dus besluit de docent (of de toa) om deze leerlingen extra uitleg te geven met krijten smartbord. Als een leerling sneller klaar is, dan heeft de docent of toa verdiepingsopdrachten achter de hand . Die zijn gedifferentieerd qua niveau, tempo en interesse. De school zelf heeft in de loop der jaren ook op het gebied van organisatie en personeelsbeleid een metamorfose ondergaan. Zo zijn we voor sommige vakgebieden van het klokurenrooster afgestapt en hebben we enkele werkochtenden of –middagen en keuzemomenten ingepland. Christian Kwint, docent
Dan was er meer ruimte voor de docent om zelf lesmateriaal te ontwikkelen. Actueler materiaal dichterbij de leeftijdsgroep van de puberende leerling en meer passend bij de interesse van deze groep jong volwassenen, passend bij de belevingswereld van de leerling en makkelijk aan te passen aan de actualiteit. Er is dan minder fragmentatie in het onderwijs en de leerling ziet meer samenhang tussen de verschillende vakdiciplines. In het nieuwe lesmateriaal zitten veel ict-componenten en is beschikbaar op it’s learning.
29
30
31
Multitasking
De docent
Tonnis Venhuizen, docent natuurkunde
Thomas van Leersum, docent lo
Oeps! Als begin van de discussie is dit niet zo hoopgevend, klinkt ook nogal hijgerig. Als leerlingen al meer dan ‘vroeger’ multitasken praat je over de vorm en niet over de inhoud, misschien dus over je lessenplan, maar je leerplan? En dan nog, hoe stel je je dit voor, wilde je het gebruik van mobieltjes in de klas stimuleren? Dát is wat leerlingen steeds roepen, ze kunnen héél goed opletten en sms’en tegelijk. Aan me nooit niet ! We gebruiken veel ICT bij de natuurkundelessen, maar je dacht toch niet dat leerlingen de afgelopen jaren daar beter in zijn geworden? Eerder zie ik dat ze door veel te snel door te klikken essenties missen.
Een evaluatie van het functioneren van een docent moet bestaan uit “360 graden feedback”. Een docent werkt in een schoolorganisatie naast leerlingen ook met collega’s, teamleiding, etc. Organisatiebreed moet een docent zijn vaardigheden inzetten en in mijn ogen dus ook organisatiebreed geëvalueerd worden (360 graden). Ook leerlingen hebben in mijn ogen een zeer belangrijke stem hebben. Deze groep is tenslotte “klant” en werkt intensief samen met een docent. Voortgangsgesprekken zijn niet alleen voor beginnende docenten maar juist ook voor de docenten die al langer in dienst zijn.
Ingeborg Abrahamse, docent CKV
Ik denk dat onze leerlingen behalve multitasken ook dingen willen leren. Om juist te kunnen multitasken dient een agglomeraat aan vaardigheden je ten dienste staan. Wel natuurlijk inspelen op de cultuur van multitasking, maar we moeten ook zorgen voor rust.
Leerlingen Het schoolgebouw
Marcelle de la Rie, docent frans
Simone Rehwinkel, Zuidlaren 3A
Ik spreek uit ervaring met leerlingen en eigen kinderen. Ze willen wel multitasken, maar er is altijd een task die het onderspit delft en vaak is dat de taak die de leerling het minst interessant vindt (bv woordjes leren of een werkstuk maken...). De leuke, communicatieve kant van het internet wint het altijd: msn is in puberogen vele malen interessanter!!
Stel, ik ben de baas van het Zernike College, dan zou ik de scholen wat kleurrijker maken. Niets is zo saai om les te hebben in een saai klaslokaal. Dus ik zeg, geef de school kleur!! Het levendiger maken van deze school zou ook betekenen dat er meer hulp moet komen voor leerlingen met problemen. Ook moeten leraren het aangeven wanneer leerlingen het niet
32
33
34
35
goed doen omdat ze bijvoorbeeld moeite hebben met dat vak. De leraren moeten meer tijd krijgen om leerlingen bijles te geven. Want de leraren weten precies waar de lesstof over gaat en weten als het goed is ook waarmee de leerlingen moeite hebben. Veel kinderen het leuk vinden om met projecten te werken. Met projecten kun je meer op de computer doen, zoals met it’s learning.
straffen op. Wij hebben als klas dit jaar nog geen excursies gehad. We kunnen meer doen met de cultuurpas en activiteiten met het Citadel theater. Ook is leuk om elk jaar nieuwe dingen op te hangen die door de leerlingen zijn gemaakt, (zoals posters of objecten bij tekenen en cultuur). It’s learning is een prima systeem . Alain André sA4A
Tanne Hopkes
Zou ik de school een mooie lichte kleur geven zodat ie groter lijkt. En de mooiste tekeningen van leerlingen in even grote, mooie lijsten ophangen. Een paar tafels weghalen om ruimte te creëren, een paar kleurige banken met lage tafeltjes in dezelfde kleur ervoor en verder een paar struiken voor de ramen weghalen om meer licht binnen te laten. Buiten de kantine meer bankjes. De muren een warme kleur geven, meer lampen (aan de muren bijvoorbeeld) de kasten een kleurtje geven (bijvoorbeeld allemaal in oranje tinten). Tekeningen aan de muren op dezelfde hoogte in dezelfde lijsten (dan ziet alles er wat minder rommelig uit) en meer planten in school voor de gezelligheid.
De docent Willem Hilhorst, A2.
Er moet meer toezicht op leraren komen. Dit is meer om te voorkomen dat ze overspannen raken of slecht les gaan geven. Ik wil met de keuzelessen een stapje teruggaan naar hoe het vroeger was. Dat je iets vaker de mogelijkheid hebt om te kiezen. Zo kan je veel gerichter extra hulp krijgen bij vakken. Als er dan op dat moment iets wordt behandeld waar je minder sterk in bent, dan kun je even keuzelessen volgen voor dat vak. Tanne Hopkes
Ik wil duidelijker Regels: • Meer letten op stilte in de klassen: dan werken meer kinderen goed door, hebben ze minder huiswerk, letten ze beter op en dus betere cijfers! • Meer spelletjes zoals Bingo in Frans/Spaans/Duits als er goed gewerkt wordt, dus meer belonen in plaats van alleen straffen. • Met de evaluatie formulieren moeten de leraren ook echt wat doen!
De docenten worden aangemoedigd om leerlingen wat meer “leukere dingen” tijdens de les te laten doen. Ik zou wat doen aan het spijbelen, daar zijn nu nog te weinig en te “milde”
36
37
38
39
zon. Want na een paar uurtjes hard werken willen we natuurlijk niets liever dan een beetje bijbruinen! Ook willen we het gebouw inrichten met zelfgemaakte werken van de leerlingen voor een gezellige sfeer. De perfecte docent geeft interessant en afwisselend les. Hij interesseert leerlingen voor zijn vak. Hij begrijpt wat er in de leerling omgaat en kan hiermee omgaan. Leren op afstand is leuk en functioneel, en alle docenten moeten er volop gebruik van maken om de stof afwisselend te brengen. Informatie moet via de sms gegeven worden. Over ouderavonden, verkorte roosters en dergelijke zou dan tussen de leerlingen en school geen misverstanden verstaan, omdat iedereen volop gebruik maakt van zijn/haar mobieltje.
Merel Frencken & Hannah de Valk MA4f
Het wordt tijd dat de lesstof op een prikkelende manier gebracht wordt. Dit kan door middel van filmpjes, spellen, presentaties, proefjes en projecten. De Smartboards en computers in de klaslokalen moeten hierbij meer gebruikt worden. De boeken moeten niet weg; er moet wel een plek zijn waar alle leerstof duidelijk vermeld wordt. Ook willen we literatuur-uren. Dit moeten geen rommellessen (lees: keuze uren) worden, maar er moet echt lesgegeven worden in literatuur. Zo zijn de leerlingen goed voorbereid op hun literatuurgesprek. De klaslokalen moeten ruimer en frisser worden. Met goede stoelen (géén krukjes) en het liefst een vrolijke muur op de muren. Een stille kantine om in te werken is een must. Het geeft de gelegenheid om rustig te werken. We willen een groot plein met veel zitruimte, het liefst in de
40
ICT op school Susan Lanooy & Paulien Bosscher
Wij willen graag met laptops werken, met programma’s waarin alle lesstof is verwerkt. Op it’s moeten alle aan tekeningen staan en het huiswerk. Aan werken met een laptop zitten veel voordelen zoals: 1. Een minder zware tas 2. Je kunt je lesmateriaal niet vergeten 3. Docenten hoeven geen oplossingen meer te zoeken voor leerlingen met vergeten lesmateriaal. We willen i.p.v. boeken een map met werkbladen. Dat scheelt gewicht. Volle werkbladen kun je thuis laten je hoeft geen extra schriften voor elk vak mee te nemen. Elke docent moet om kunnen gaan met een digitaal
41
42
43
schoolbord. Een mentorles besteed moet gaan over zaken die voor de klas van belang zijn. Wij willen minstens 2 keer per jaar een enquête invullen over het functioneren van de docenten om de kwaliteit van de lessen te verbeteren. Wij willen dat de keuzelessen besteed worden aan het vak en niet aan het huiswerk voor andere vakken. Wij vinden het ook belangrijk dat er meer aandacht van het zorgcentrum wordt besteed aan mensen met dyslectie, discalculie of andere leerproblemen.
cursussen hiphop, breakdance, streetdance enzovoort. We willen een rokersplekje op het plein. i.p.v. voor de school. We willen dat docenten meer gebruik maken van It’s learning.
Nanda Westerbrink & Mila Lambers
Wij willen een site met huiswerk van alle vakken. Om te voorkomen dat als je een les gemist hebt dat je niet achterloopt. (bij ziektes, tandarts of andere van dit soort afspraken). Frank Boezen 2F & Jasper Letsch 2B
De boeken Spaans, Frans, Nederlands en wiskunde zijn moeilijk te volgen qua taalgebruik en uitleg. Er worden woorden gebruikt die voor kinderen soms niet te begrijpen zijn. De leraren moeten ook meer gebruik maken van elektronica, zoals beamers en internet, want op internet staat meestal meer uitleg. De leraren moeten ook meer geduld hebben met uitleggen aan de leerlingen, want soms gaat het snel, of worden ze ongeduldig. Er moeten meer computers in lokalen komen, om tijdens een les een samenvatting te kunnen maken of extra informatie te zoeken. We willen langere pauzes met activiteiten zoals
44
45
46
47
Conclusies Ouders
Conclusies uit onderzoek ouders • • • •
48
49
Zorg dat je blijft aansluiten bij belevingswereld van kinderen, dus meer via ict, maar zorg ervoor dat sociale interactie tussen leerlingen en met leerkracht gegarandeerd is; Basiskennis is voorwaarde om verder te groeien; Zorg voor een systeem waarin er direct na de basisschool er structuur is en laat het kind gedurende de schoolloopbaan meer en meer los: groei naar zelfstandigheid. Leer inspelen op verschillende leerstijlen; Kracht van Zernike is kansen krijgen: onderbouwing van bindend advies is niet alleen cijfers, maar ook
• • • •
motivatie, plezier op school. Kiezen na het derde jaar is ook goed vanwege de hoeveelheid van keuzes die gemaakt moeten worden; Contact met ouders moet tijdig plaats vinden: zorg voor voldoende en goede en regelmatige communicatie; Leerlingen zijn belangrijk voor feedback op kwaliteit docenten (360 graden), maar zorg voor representativiteit (niet lukraak twee klassen) en koppel informatie terug aan leerlingen; Opzet van functionering- en beoordelingscyclus belangrijk voor bewaken kwaliteit personeel; Goede docent staat voor een goede school. Daarom investeer in je docenten!
Medewerkers Conclusie debat medewerkers 18 maart 2009 Stelling 1: Onderwijs
De toekomst voor het onderwijs ligt op de digitale snelweg: het Zernike beschikt vanaf 2014 alleen maar over digitale leermiddelen. De medewerkers zijn voor ontwikkeling van digitale leermiddelen, maar 2014 is te ambitieus. 2016 lijkt haalbaar. De meerderheid stemt daarom tegen deze stelling.
50
51
Stelling 2: Kwaliteit
Prestaties en succes van leerlingen zijn leidend voor het kwaliteitsprofiel van het Zernike: er is een bindend studieadvies voor alle leerlingen na het eerste jaar. De missie ‘De school als ontdekkingsreis’ betekent dat leerlingen de tijd krijgen om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Daarom is het onverstandig de schoolkeuze vast te leggen na het eerste jaar. De meerderheid stemt daarom tegen deze stelling.
Stelling 3: Personeel
Teams van docenten en onderwijsondersteunend personeel zijn zelf resultaatverantwoordelijk: het Zernike-brede taakbeleid wordt afgeschaft. De rechtspositie moet niet in het geding komen. Taakbeleid op teamniveau kan de werkdruk juist vergroten en vriendjespolitiek in de hand werken. De meerderheid stemt daarom tegen deze stelling.
Leerlingen Conclusies panelgesprekken met leerlingen Spreiding over de periode Proefwerkweek bevalt niet heel goed, maar kan niet anders.
52
53
Sommige leraren stellen het wel eens uit. Niet elke locatie heeft een toetsweek. Het zou prettiger zijn als het systeem flexibeler is en er meer spreiding zou zijn. Lesmateriaal Graag werkboek bij nieuw theorieboek om tekst te begrijpen. Ideaal boek is boek met samenvatting en goed uitgelegde formules. Meer overzicht van de stof is belangrijk met achterin register met belangrijkste woorden. Vragen in het boek lijken niet op de toetsen die worden gevraagd. Andere en onduidelijke formuleringen. Kunnen er niet meer leermiddelen digitaal worden aangeboden? Docenten Het verschil is tussen leraren is groot. Sommige leraren kunnen niet zo goed uitleggen. Verschilt per leraar hoe je ze helpen met overzicht krijgen. Jongeren leraren weten meer van technologie dan de oudere docenten. Eigen mentor kiezen zou een goed idee zijn. Gebruik moderne media Lang niet iedereen gebruikt de media. Sommige media voegen ook niets toe aan het vak. Generatie is meer mediagericht dus docenten moeten meer mediagericht worden. Digiborden worden nog niet veel gebruikt. Leraren moeten meer leren ermee om te gaan. Met beeld neem je stof wel beter op. Daar liggen kansen. Het is niet voor elk vak nodig. Er zijn te weinig pc’s op school. De noodlokalen zijn vervelend om les in te krijgen.
54
55
Gebruik It’s learning Verschilt per locatie. Je kijkt er niet op, ondanks dat docenten dat wel zeggen. Het aanbod moet beter worden, dan ga je meer kijken. Bij exacte vakken wordt het gebruikt, maar niet bij de talen. Docenten weten niet hoe het gebruikt moet worden. Zorg dat al het huiswerk erop staat. Hoe ziet de ideale les eruit? Eerst kort uitleggen dan zelfstandig werken. Niet alleen uitleggen. Zorg voor een goede mix. Het hangt ook af van de periode. Voorbeeld: als je dichtbij de toetsweek zit, dan graag herhalen, in het midden van de periode meer zelf aan de slag. Hangt ook af van de les. Bij geschiedenis zou een kort filmpje in de les wel leuk zijn.: fijn als je kunt kiezen in de begeleidingsles Montessori uit meerdere lesopdrachten (gebeurt al bij sommige vakken, bijv. bij Frans of Biologie). Uitleg niet teveel aan het begin van de les, als nog niet iedereen er is. Beginnen met een pakkende inleiding. Interactie met leerlingen mag wel wat dynamischer, bv. meer praktijkvoorbeelden en niet alleen het idee hebben dat je alleen maar voor de toets bezig bent. Is het leren zinvol op de locatie Als je het in de praktijk kunt toepassen, dan is het leren zinvol. Ik denk dat ik veel wat ik op school leer, kan toepassen. Bij atelierlessen link je de dingen wel in de praktijk, dat is zinvol. Dat onthoud je beter. Met één toets in de week onthoud je het beter dan met een toetsweek. Dan ben je alleen maar bezig met toetsen en is lastiger om te plannen. Als de link met de
56
57
praktijk heb, dan wordt het leren gemakkelijker. Uitspraak kan een stuk beter als je via film de uitspraak hoort. Er is een behoorlijk groot aanbod van keuzevakken, maar jammer is het dat je bij een druk profiel hier geen tijd voor hebt. Is het leren op het Zernike leuk? Er is een boekje met buitenschoolse activiteiten, bv. excursies, cultuurmarathon. Zernike steekt daar wel met kop en schouder boven andere scholen uit. Aanbod is breed genoeg. Buiten schooltijd heb je al meestal activiteiten, dus dat is niet echt nodig, zeker niet in bovenbouw. We voelen ons veilig op school, maar pesten komt voor. Bruggers pesten hoort erbij. Er hangt een goede sfeer op de locaties. Je krijgt als leerling veel ruimte voor eigen inbreng/ creativiteit. Er is sprake van grote saamhorigheid in de bovenbouw, ondanks de vele leerlingen in het gebouw. De school biedt veel ontwikkelingsmogelijkheden (drama, discussiegroepen e.a.). Denk je dat je goed wordt voorbereid op de bovenbouw? Drie voorlichtingsavonden. Er wordt alleen maar aandacht besteed aan profielkeuze, niet aan studiegedrag. Hangt van je persoonlijkheid af hoe je het doet. Maar zorg ervoor dat je meteen goed begint en voorkom luiheid. In de vierde blijkt dat je er niet mee komt met slecht voorbereiden. In de onderbouw kom je er wel mee weg. De overgang zou geleidelijker moeten zijn, niet zo abrupt als nu. Het heeft ook te maken met profielkeuze, daar kies je voor en dus is het niveau hoger, meer stof en diepgang. Het blijkt ook later dat je bv. in wiskunde basiskennis heb gehad die je echt nodig hebt om verder te gaan.
58
59
Organisatie en schoolgebouw Lengte en hoeveelheid van de pauzes is goed. Prijzen te hoog in de kantine en daardoor gaan veel leerlingen naar de winkel in het dorp. Waarom springpauze organiseren als iedereen toch naar dorp gaan. Geen mobieltjes in de kantine, dat is te streng. Kinderen meer vertrouwen en vrijheid geven. Als je jong bent is een klein overzichtelijk gebouw wel prettig. In de bovenbouw telt dat niet zo. Grote school kan wel gezellig zijn. Nadeel van kleine school is dat iedereen je kent. Nadeel van grote school is dat je niet gekend wordt. Eerste periode is te rustig, daarna is het heel druk. De PO’s zouden meer gespreid moeten worden over het jaar. Werkschema’s komen vaak te laat bij de leerlingen. Op de bovenbouw is wel grote drukte op de gangen. Kantine is vaak smerig en de toiletten en gymzaal zijn vies. Ventilatie is heel slecht en in de winter is het vaak te warm aan het begin van de dag.
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
www.zernikecollege.nl
Postbus 149, 9750 AC Haren
© Zernike College, 2011
Productie | Chris Russell
Ontwerp | Gravis, Nynke Visser
Afbeeldingen | Leerlingen Zernike College i.s.m docenten CKV
Uitgave en redactie | Zernike College
colofon