Zeearenden in de Poolse Oderdelta. Al langer was ik het van plan maar eindelijk ben ik in april 2005 toch mee geweest met de zeearendenreis van Martijn de Jonge naar de Poolse Oderdelta. Martijn, in ons land bekend als een van de zeearendkenners, organiseerde nu voor de twee keer een korte reis voor vogelfotografen. Hij komt zelf al vanaf 1992 in deze streek omdat het de grootste Europese broedpopulatie zeearenden kent; vogels die hem blijven boeien. Enkele jaren geleden ontmoette hij een visser, Janosz, die hem vertelde dat de zeearenden af en toe een visje bij hem komen halen. Een jonge zeearend was in een van zijn visnetten beland en nadat Janosz hem uit zijn benarde positie had bevrijd gooide hij hem een vis na. De vogel pikte de vis dankbaar uit het water en bedacht zich kennelijk dat dit een veel eenvoudiger manier van jagen voor hem was en kwam dus vaker boven de boot hangen om een visje op te halen. Dit gedrag ontging de andere jonge zeearenden niet en ook zij zetten zich al vrij snel over hun natuurlijke voorzichtigheid heen. Dé mogelijkheid om foto´s te maken van zeerarenden in de vlucht bedacht Martijn en aldus verkreeg hij zeer spectaculaire actiefoto´s. Omdat hij ook andere natuurfotografen een kans wilde geven organiseerde hij nu voor de tweede keer een kleinschalige fotoreis met de mogelijkheid om vanuit de vissersboot foto´s te maken.
De reis begon bij het bezoekerscentrum van de Wartamoerassen. Dit schitterende moerassengebied net over de Poolse grens ligt mooi op de route en dus was besloten om de reis met een dag te verlengen en deze hier door te brengen. Het bezoekerscentrum heeft een paar kleine hotelkamers en Martijn had kunnen regelen dat we er kunnen overnachten. Het centrum heeft een hoge uitkijktoren welke een geweldig uitzicht over het gebied geeft. In het gebied zagen we de eerste zeearenden maar vooral ook veel watervogels en roofvogels als visarenden en rode wouw maar ook kraanvogels en bevers.
Het einddoel van de reis is natuurlijk de Oderdelta bij Stepnica en we namen er onze intrek in een grote jeugdherberg, Frajda, een stukje verderop.
Martijn nam ons gelijk mee het gebied aan de Oderbaai in om ons een beetje wegwijs te maken. Het zeer uitgestrekte gebied bestaat voornamelijk uit akkertjes, veen en rietvelden. Vanuit een uitkijktoren hadden we een mooi uitzicht over de rietvelden en bleek dat er genoeg te ontdekken is hier de komende dagen. Bovendien hebben we toestemming gekregen om te gaan en staan waar we maar wilden dus wat wil je nog meer!
Er werd gewerkt volgens een schema waarbij er twee keer op een dag uitgevaren zou worden. Elke groep een keer op een dag, afwisselend s’morgens en s’middags en drie tochten in totaal. De eerste trips verlopen nog niet al te succesvol. Vooral de mensen die vorig jaar mee waren geweest kwamen nogal teleurgesteld terug omdat de zeearenden zich niet zo dicht bij de boot hadden laten zien als toen. Maar na een aantal trips ging het beter en beter en kwam iedereen toch aardig aan zijn trekken en met mooie opnamen thuis.
tegenstelling tot de voorspellingen, erg rustig en mooi weer dus de voortekenen waren gunstig. We reden met de auto naar het kleine visserijhaventje van Stepnica en maakten daar kennis met Janosz, de visser.
Nog maar net buiten de haven melde zich de eerste zeearend boven de boot. ‘Hotch, hotch, hotch’ riep Janosz terwijl hij een vis in het water wierp. De enorme vogel cirkelt zich langzaam naar beneden maar waagde zich nog niet aan de vis. Er kwam ons een andere vissersboot tegemoet varen en ik zag dat deze visser ook een vis in het water gooide. Tot onze verbazing liet de zeearend zich zonder enige twijfel en in een rechte lijn met zijn klauwen vooruit gestoken naar beneden vallen. Met een plons greep hij de vis vlak naast de boot van deze visser uit het water en ging er mee vandoor. Wat een geweldig gezicht is dit zeg; zo’n enorme vogel vlak bij je. Pas nu begreep ik echt de betekenis van zijn bijnaam de ‘vliegende deur’ en ik betrapte me er zelf op dat ik bijna vergat om foto’s te maken. De visser kwam langszij en er werd een grote bak met voornamelijk voorn en brasem overgeladen. Tegen het licht in weet ik er nog een foto van te maken. Hmmm…het bleek dus dat Janosz niet de enige visser is die dit truckje kent. Weer wat verderop zat een zeearend in een boomtop. Opnieuw galmde de stem van Janosz over het water en onmiddellijk kwam de vogel aangevlogen. Aanvankelijk bleef ie een tijdje boven de boot cirkelen maar uiteindelijk gingen toch zijn klauwen naar voren en stortte hij zich met volle vaart op de vis.
Het fotografen viel niet mee; de boot schommelde immers behoorlijk op de golven en je moet tijdens het volgen van de vogel zien hem scherp in je beeldkader te houden zonder een medefotograaf in plaats van de zeerarend op de foto te krijgen. Ook zul je altijd zien dat de vogel zich net tegen het licht in op de vis stort met als gevolg weinig tot geen detail in je foto. Aan de overkant van de baai kwamen de arenden wel boven de boot hangen maar daar waagden ze zich niet aan de vis. Ik merkte overigens al snel dat Ik Martijn erg dankbaar mag zijn voor het feit dat ik tijdens de boottochten zijn snelle 300 mm lens mocht gebruiken want deze snelheid zou mijn 80-400 mm VR niet bij hebben kunnen benen.
Op de terugtocht naar het haventje heb ik nog een aantal mooie platen van om de restanten vis vechtende meeuwen kunnen schieten.
Op de momenten dat ik zelf niet met de boot mee ging trok ik het gebied in. Zo heb ik samen met een medefotograaf vanaf zes uur in de ochtend tot het middaguur in een schuithutje naar een dode wasbeerhond zitten kijken. We hadden dit verwilderde zoogdier dood langs de weg gevonden en hadden het meegenomen om hier als lokaas voor de zeearenden te dienen. Maar helaas; alles wat er bij wilde komen waren twee koeien die er zich geen raad mee wisten. Wel melde zich een paar seconden een erg mooie witte buizerd op de paal naast de prooi. Ik heb er wat mooie videobeelden van weten te maken. Half bevroren van de kou loop ik via het gebied weer terug naar de herberg. Ik heb al met al heel wat afgelopen in het gebied en heb daarbij veel mooie ervaringen opgedaan. Zo heb ik een wild zwijn kunnen aanschouwen dat bezig was een leger te bouwen in het riet; een reebok naast me uit het moeras zien klauteren en af en toe een vos zien jagen op muizen in het veld.
De twee overige zeearend tochten met Janosz verliepen nog wat beter dan de eerste. De vogels waren waarschijnlijk inmiddels wat beter vertrouwd geraakt aan de boot met de fotografen en kwamen steeds wat dichterbij. Voor mooie foto’s moet het allemaal maar net meezitten want je zult altijd zien dat de mooiste momenten net tegen het licht in plaatsvinden of dat je net de achterkant van een mede fotograaf in plaats van de zeearend op de plaat hebt staan. Al met al heb ik een aantal aardige platen kunnen maken.
Tijdens de laatste tocht varen we een stuk door de rivier de Krepa op. Deze rivier slingert zich op een sprookjesachtig mooie manier door het landschap waar ijsvogels en bevers een uitstekend biotoop vinden. Aan diverse bomen langs de oever was te zien dat de bevers hier flink huis hebben gehouden. In een van de bomen was een zeearendnest te zien; het bevindt zich in een van de dichtstbevolkte zeearend bossen van het gebied en het is een imposant gezicht om dit te zien. Omdat de vogels ieder jaar het zelfde nest opnieuw gebruiken kan het een gewicht van wel 600 kilo bereiken.
We konden tijdens ons verblijf gebruik maken van de fietsen van de herberg. Ze waren niet al te best maar goed…altijd beter dan lopen dus we maakten er dankbaar gebruik van.
Op de heenweg naar een mooi deel van het gebied kwam ik vaak door het dorpje heen. Op dat moment besef je pas goed dat je in een van de armere landen van Europa bent. Wat een armoedige bedoening was het hier zeg. Oude fabriekspanden uit de communistische tijd staan er leeg en vervallen bij en de woningen rondom verkeren in een erbarmelijk slechte staat. Ik
betrap me er zelf op dat ik onbewust vergelijkingen maak met de situatie in Gambia. De mensen lopen er in vreselijk vieze en oude kleren bij en de gezichten stralen eigenlijk alleen maar treurnis uit. Veel mannen die ik tegen kwam waren stomdronken en slingerden voetje voor voetje over de weg. Daar fiets ik dan met een kapitaal aan foto- en videoapparatuur om mijn lijf; iets wat voor deze mensen helaas nooit weggelegd zal zijn.
Achter deze oude woonwijk kwam ik al snel in het natuurgebied en kon ik er weer van alles tegenkomen. Links en rechts naast het pad bevonden zich vennetjes en meertjes welke behoorlijk dichtgegroeid waren met wilgen, elzen en riet. Daarom zijn de vele vogels die je hier hoort niet eenvoudig te zien. Ik zag er in elk geval krakeenden en zomertalingen.
Verderop in het veen hoorde ik regelmatig het karakteristieke getrompetter van een groep kraanvogels. Het zijn erg schuwe vogels, dus het valt niet mee niet om ze op de plaat te krijgen. Ook zag ik hier vrij lokaal meerdere vlindersoorten zoals het oranjetipje, de kleine vos, bruine vuurvlinder en een paar geaderde witjes. Ik hoorde een groep kraanvogels en ik besloot dan ook om in een zwaar vervallen jagers hoogzit te gaan zitten om het veld te kunnen overzien. Er wordt niet meer gejaagd in het gebied en dat is ook goed te zien. De hoogzit was ingenomen door een boommarter en deze had de halve zijkant gesloopt. In een hoekje lag ook een behoorlijke laag mest. Het bankje in de hut hield het echter nog net en aldus kon ik het gebied afspeuren naar de kranen. Al vrij snel zag ik ze op ongeveer tweehonderd meter afstand in het veen. Ze waren erg onrustig en duidelijk aan het baltsen. Hoog tegen elkaar opvliegend zag ik ze boven het veen uitkomen.
Gegrepen door deze prachtige vogels besloot ik om de laatste ochtend van deze reis een poging te wagen om ze beter op de foto te krijgen. Via een grote omweg en constant achter een stel bosjes schuilend benaderde ik een groepje kranen welke zich in een akker vlak bij de herberg hadden laten landen om te foerageren.
Het had stevig gevroren die nacht dus het gevoel in mijn vingers was al behoorlijk verdwenen op het moment dat ik bij de bosjes aan de rand van de akker aankwam. Onverwacht blijken ze me niet op te hebben gemerkt en weet ik er een aantal mooie videobeelden en foto’s van te maken. Het vormde zo een erg mooie afsluiting van een boeiende en vooral gezellige reis naar Polen. Martijn de Jonge blijkt niets te veel te hebben gezegd al wil ik deze reis graag in oktober nog eens dunnetjes overdoen. De jonge zeearenden van dat jaar zullen dan inmiddels ook vliegen en de kraanvogels zullen waarschijnlijk in veel grotere aantallen aanwezig zijn.
Dit reisverhaal is gedownload vanaf www.hanbouwmeester.nl en het © copyright is er op van toepassing.