Acta Universitatis Wratislaviensis No 3472 Neerlandica Wratislaviensia XXI Wrocław 2012
Muriel WATERLOT (Katolicki Uniwersytet Lubelski Jana Pawła II, Lublin)
Cultuurverschillen in de hantering van beleefdheidsstrategieën in Vlaamse, Nederlandse en Poolse direct mailbrieven Abstract The aim of this article is to present the results of an investigation on the presence of Hofstede’s dimensions or values in speech acts in Dutch, Polish and Flemish direct mail letters, and on the validity of the findings of his cross-cultural research. To ascertain to which extent differences in cultural values are being reflected in differences in the speech acts (requests) of these three cultures, two hypotheses were formulated in which a link was established between directness and the values ‘power distance’ and ‘individualism’. On the basis of the results a previously performed frequency analysis of the strategy use (as described in the theory of Brown and Levinson) in a body of direct mail letters, the two hypotheses seemed indeed consistent with Hofstede’s findings about value handling. Therefore can conclude that the values “power distance” and “individualism” are indeed being reflected in the language system of Dutch, Polish and Flemish direct mail letters.
In haar werk Cross-cultural Pragmatics (1991) baseert Wierzbicka zich op de gedachte dat verschillen in culturele waarden het systeem van taalhandelingen beïnvloeden. Ze slaagt erin dit aan te tonen aan de hand van een vergelijkende studie tussen enerzijds het Engelse systeem van taalhandelingen, en anderzijds het Poolse, waarin linguïstische verschillen tussen het Engels en het Pools inderdaad op opmerkelijke wijze aangeven dat ze gepaard gaan met een verschil in culturele waarden. Nemen we bij wijze van voorbeeld de zinnen: Would you like a beer? Won’t you close the window? Met de formulering van een aanbod als in (1) maakt de spreker duidelijk dat hij probeert rekening te houden met de behoeften van de toegesprokene (Wierzbicka, 1991: 28). Hieruit kan worden opgemaakt dat Engelse taalhandelingen vaak
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 61
2013-02-15 10:14:51
62
MURIEL WATERLOT
refereren aan de verlangens en opinies van de toegesprokene. Volgens Wierzbicka kan de wijze van formuleren van een verzoek als deze worden verklaard, doordat Engelsen bijvoorbeeld belang hechten aan privacy, afstandelijkheid, verdraagzaamheid en anti-dogmatisme. Anders gezegd heeft dit volgens haar te maken met de Angelsaksische culturele traditie waarin de nadruk ligt op de rechten en de autonomie van het individu. Bij een aantal taalhandelingen, bijvoorbeeld bij het voorstellen en verzoeken, dringt men binnen in de wereld van de toegesprokene. Om deze ‘inbreuk op privacy’ te verzachten gebruikt de spreker dan een indirecte formulering, waarbij recht gedaan wordt aan de verlangens van de toegesprokene. Wierzbicka merkt verder op dat een groot deel van de Engelse taalhandelingen niet letterlijk in het Pools om te zetten is. Een Pool zal bijvoorbeeld een Engelse formulering als (1) niet opvatten als een aanbod, maar als een echte vraag. Daarenboven zal een uitdrukking als (2) door een Pool als een verbaasde vraag opgevat worden in plaats van een verzoek. Zo is het dus mogelijk dat bij interactie tussen Polen en Engelsen de verschillen in stijl tot misverstanden leiden en zelfs irritatie opwekken aan beide zijden. De Engelse indirecte strategieën zullen volgens de Polen vast getuigen van een gebrek aan warmte, spontaniteit en directheid (Wierzbicka, 1991: 166). Volgens Goffman (1967) ligt de oorzaak van communicatiestoornissen in het feit dat in verschillende culturen de idee van ‘beleefdheid’ verschillend wordt ingevuld en / of talig op een verschillende manier wordt gerealiseerd. Hij beweert dat de ‘non-communicatie’ van de beleefde houding hierdoor door gesprekspartners niet enkel als de afwezigheid van die houding kan worden opgevat, maar ook als het expliciete tegendeel, namelijk als een onbeleefde, zelfs agressieve houding. Omdat taalhandelingsystemen beïnvloed worden door de invulling van de factor ‘beleefdheid’ — en dat de talige realisering van dit aspect volgens Wierzbicka beïnvloed wordt door waarden — kan aldus worden gesteld dat de manieren waarop talig met beleefdheid wordt omgegaan een reflectie zijn van de waarden die van belang zijn binnen bepaalde culturen. In de lijn van Wierzbicka’s onderzoek ontstond het idee om na te gaan of er verschillen bestaan tussen het Poolse en het Nederlandse systeem van taalhandelingen, en of die verschillen inderdaad ook gepaard gaan met een verschil in culturele waarden. Met het oog op de toenemende belangstelling voor beleefdheidsstrategieën in het crosscultureel taalkundige onderzoek, besloot ik een analyse te maken van de hantering van dit soort strategieën in de Poolse en Nederlandse taal, en na te gaan in hoeverre eventuele verschillen in strategiehantering overeenkomen met verschillen in culturele waarden1. 1
Culturele verschillen in waardehantering werden reeds aan het licht gebracht door het crossculturele onderzoek van onder meer Hofstede (1980) en Trompenaars (1993). In dit onderzoek zullen
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 62
2013-02-15 10:14:51
CULTUURVERSCHILLEN IN DE HANTERING VAN BELEEFDHEIDSSTRATEGIEËN
63
Ik besloot bovendien dit onderzoek in het domein van de zakelijke schriftelijke communicatie te situeren, vooral omdat dit soort onderzoek tot nu toe vooral op de mondelinge communicatie werd toegepast. Op die manier zouden de vruchten ervan kunnen bijdragen aan de bevordering van dit soort communicatie tussen beide culturen die, zoals Verluyten (2002) het stelt, aanvangt bij een bewustwording van cultuurverschillen in de manier van denken, reageren en communiceren: “[...] businesspeople need to become aware of how people from other countries and cultures think, react, communicate. A fruitful dialogue can only be based on acknowledging differences, not on denying or minimizing them [...]” (Verluyten, 2002: 13–18). ‘[...] zakenlui dienen zich in groeiende mate bewust te worden van de manier waarop mensen uit andere culturen denken, reageren en communiceren. Een vruchtbare dialoog kan enkel gebaseerd worden op grond van de erkenning van verschillen, en niet door het minachten of minimaliseren ervan [...]’ (Verluyten, 2002: 13–18).
Wat het onderzoeksmateriaal betreft, opteerde ik voor de direct mailbrief, omwille van de toegankelijkheid van het medium (bedrijven geven hun handelsbrieven niet vrij omwille van het beroepsgeheim), en omdat uit taalkundige studies is gebleken dat deze briefsoort een uitstekend instrument is voor de analyse van beleefdheidsstrategieën.
Interculturele vergelijkingssystemen Zoals reeds duidelijk werd uit Wierzbicka’s (1991) voorbeeld, blijken de waarden van een bepaalde cultuur en de hiermee nauw verbonden beleefdheidspraktijken niet noodzakelijk functioneel te zijn in een andere. Polen, Vlaanderen en Nederland vertonen verschillen op het gebied van waardehantering, wat in principe gereflecteerd zou moeten worden in een verschillende hantering van beleefdheidsstrategieën in de taal van deze drie culturen. Om een beter beeld te krijgen van de omvang van die waardeverschillen, met het oog om nadien gemakkelijker te kunnen nagaan of ze inderdaad tot uiting komen in het strategiegebruik, wordt in de volgende paragrafen eerst een overzicht gepresenteerd van de resultaten van het cross-culturele onderzoek dat werd verricht voor Polen, Vlaanderen en Nederland. Hierbij wordt in het bijzonder de aandacht gevestigd op de bevindingen rond enkele dimensies die Geert Hofstede (1991) en Fons Trompenaars (1993) hanteren in hun vergelijkingssytemen, en die werden geselecteerd voor dit linguïstische onderzoek. de verschillen in beleefdheidsstrategieën worden vergeleken met de bevindingen van Hofstedes onderzoek.
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 63
2013-02-15 10:14:51
64
MURIEL WATERLOT
Het vergelijkingssyteem van Hofstede Hofstede’s onderzoek heeft zowel nationaal als internationaal een grote invloed gehad, vooral omdat hij er verschillen in waarden tussen culturen in harde cijfers heeft uitgedrukt. Dit verschafte een degelijke basis voor verdere analyses rond cultuurverschillen in andere wetenschappelijke domeinen. Zo worden de waarden of ‘dimensies’ uit Hofstedes vergelijkingssyteem ook toegepast in taalkundige analyses. Dit is bijvoorbeeld het geval voor Graves (1997) die cultuurverschillen in de taal en de inhoud van Amerikaanse en Canadese direct mailbrieven onderzocht en de waarden of ‘dimensies’ van Hofstedes vergelijkingssysteem als aanknopingspunt gebruikte voor de beschrijving van verschillen in de taal en stijl van dit soort brieven. Daar dit onderzoek eveneens poogt cultuurverschillen te analyseren in direct mailbrieven — ditmaal weliswaar in Poolse, Vlaamse en Nederlandse — zal hier gebruik worden gemaakt van deze dimensies. Verder werd voor Hofstede geopteerd, omdat hij een aantal landen van Centraal- en Oost-Europa, waaronder Polen, in zijn onderzoek heeft opgenomen. Dit gebeurde na 1989, toen de culturele uitwisselingen met Oost-Europa toenamen en men meer geïnteresseerd raakte in de cultuur van deze landen en de waarden ervan ging onderzoeken (Claes en Gerritsen, 2002: 214). Vóór de val van het IJzeren Gordijn in 1989 werd de toegang voor westerse onderzoekers — die o.a. cultuurvergelijkend onderzoek deden — bemoeilijkt, zodat Hofstede er nauwelijks onderzoek had kunnen doen. Bovendien had het computerconcern IBM op dit moment geen vestigingen in deze regio, waardoor zijn vragenlijst niet kon worden afgenomen. Pas na 1989 is aldus in een aantal landen van Centraal- en Oost-Europa de vragenlijst afgenomen. Daardoor zijn voor Polen gegevens beschikbaar. In feite gaat het enkel om indicaties hoe ze waarschijnlijk scoren op Hofstede’s basiswaarden, omdat men zich moet realiseren dat het in deze landen moeilijk te bepalen is of dat wat men aan waarden aantreft nu tot de eigen cultuur behoort, of tot de cultuur van het land dat ze bijna veertig jaar heeft beheerst, met name de Sovjet-Unie. Zijn de eigen waarden door de onderdrukking veranderd in de richting van de Sovjet-Unie of zijn ze hetzelfde gebleven ? Uit de geschiedenis kan worden opgemaakt dat Slavische culturen over het algemeen collectivistisch zijn, en dat de machtsafstanden er groot zijn. Tegenwoordig probeert men aan de hand van nieuw onderzoek te bepalen in hoeverre er hierin verandering is gekomen na de val van het communistische bewind. Volgens cultuurspecialisten zullen de tijd en nieuw onderzoek daar misschien licht op werpen. Wat ook een pluspunt is gebleken, is het feit dat we voor het onderzoek met Hofstedes systeem, zowel voor Vlaanderen als voor Nederland, over recente gegevens beschikken: de scores werden namelijk regelmatig geüpdatet, niet alleen door Hofstede zelf (2001), maar ook door andere onderzoekers die zijn dimensies
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 64
2013-02-15 10:14:51
CULTUURVERSCHILLEN IN DE HANTERING VAN BELEEFDHEIDSSTRATEGIEËN
65
hebben toegepast in hun onderzoek naar cultuurverschillen tussen Vlamingen en Walen of Vlamingen en Nederlanders zoals bijvoorbeeld Orriëns (1998)2, Gerritsen & Claes (2002)3 en Gerritsen (2001)4.
De classificatie volgens Geert Hofstede Hofstedes methode is de meest besproken methode in de literatuur omtrent crosscultureel onderzoek. Hofstede definieerde de volgende vijf basiswaarden of ‘dimensies’ waarmee hij culturen ten opzichte van elkaar zette en vergeleek. Deze dimensies zijn: machtsafstand, vermijding van onzekerheid, graad van individualisme, mannelijkheid en lange termijnvisie (Hofstede, 1991). ‘Dimensies’ kunnen gedefinieerd worden als zuiver theoretische ‘constructs’ van waaruit een cultuur met een andere kan worden vergeleken. Met de eerste dimensie ‘machtsafstand’ wordt verwezen naar de mate van onevenwicht tussen de verschillende sociale niveaus die men in een bepaald land aanvaardbaar acht (Hofstede, 1991: 28). Aan de ene kant zijn er culturen die hoge machtsverschillen kennen. Zij tolereren in het algemeen een hoog sociaal onevenwicht. De personen die zich in zo’n maatschappij bevinden, aanvaarden grote verschillen in inkomen en machtsverdeling. De gebieden die bij uitstek aan dit profiel beantwoorden, zijn onder andere de Arabische landen, Mexico en West-Afrika. Aan de andere kant zijn er de landen met een laag machtsverschil, waarin de welvaart en macht egaler verdeeld zijn. Tot dit type behoren Engeland, Duitsland en de Verenigde Staten. Een tweede dimensie wordt gecategoriseerd als ‘het vermijden van onzekerheid’, wat gedefinieerd wordt als de mate waarin mensen gestructureerde situaties met vaste regels verkiezen boven ongestructureerde situaties (Hofstede, 1991: 113). In landen waar de bevolking weinig risico vermijdt, wordt het leven veel lichter en gemoedelijker opgenomen dan in die landen waar risico avers is en waar men het risico dus uit de weg gaat. Tot dit laatste type behoren Frankrijk, Japan en Mexico. Een derde dimensie wordt ‘individualisme’ genoemd. Deze term verwijst naar de graad waarin individuen verkiezen om als individu op te treden. Het gaat hier dus om de ‘ik’ versus de ‘wij’ maatschappij. In sterk individualistische 2
Desirée Orriëns heeft onderzoek gedaan onder 112 werknemers van een bank, gelijk verdeeld over Nederland en Vlaanderen. Onder de respondenten bevonden zich mannen en vrouwen, mensen van verschillende leeftijden en met verschillende functies. Ten aanzien van deze aspecten verschilde de Belgische populatie niet significant van de Nederlandse. 3 Marinel Gerritsen en Marie-Thérèse Claes hebben onderzoek verricht onder 200 studenten, gelijk verdeeld over Vlaanderen en Nederland, en vrouwen en mannen. 4 Onderzoek verricht door Marinel Gerritsen onder 106 Vlamingen en 94 Nederlanders die werkzaam waren in de ICT-sector.
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 65
2013-02-15 10:14:51
66
MURIEL WATERLOT
gemeenschappen is men gericht op de eigen belangen en heeft men een onafhankelijke kijk op het ‘zelf’. Dit is in tegenstelling tot de collectieve maatschappijen waar de gemeenschappelijke belangen centraal staan en men zich een visie vormt van het ‘zelf’ die sterk afhangt van de visie van anderen. Rijke landen als de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Nederland en België zijn individualistischer dan arme landen zoals Guatemala, Colombia en Pakistan (Hofstede, 1991: 51). De dimensie ‘masculiniteit’ gaat het belang na van de mannelijke waarden (zoals: assertiviteit, succes, competitiviteit en prestatie). ‘Harde’ gemeenschappen zijn deze waarin de mannelijke waarden hoog gewaardeerd worden. Culturen waarin waarden als solidariteit, milieubewustzijn en de kwaliteit van het leven hoog in de vaandel gedragen worden, worden beschouwd als meer ‘vrouwelijk’ of ‘feminien’ (Hofstede, 1991: 82–83). Zo wordt bijvoorbeeld Japan beschouwd als een eerder mannelijke gemeenschap, terwijl Indonesië eerder vrouwelijk is. Een laatste dimensie volgens Hofstede is de ‘langetermijnvisie’. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen de culturen met een lange termijn oriëntatie, en diegene met een korte termijn oriëntatie. Hongkong en Japan zijn gebieden waarin mensen een lange termijn visie hebben en waar men zich dus focust op de toekomst (Hofstede, 2001: 95). Dit in tegenstelling tot West-Afrika, de Verenigde Staten en Engeland, waar men slechts een visie op korte termijn heeft en men zich richt op het verleden en het heden. De selectie van waarden of dimensies gebeurde hoofdzakelijk op grond van een analyse van de bevindingen rond de dimensies, alsmede het cross-culturele talige onderzoek dat de dimensies toepast. Indien bleek dat een gegeven waarde of dimensie inderdaad invloed uitoefent op de beleefheidsvormen- of conventies werd ze in aanmerking genomen. De waarden die uiteindelijk werden weerhouden zijn ‘machtsafstand’ en ‘individualisme’. Dit zijn trouwens dimensies die Graves (1997) in zijn analyse naar cultuurverschillen in Engelse direct mailbrieven eveneens aanhaalt.
Bevindingen van het crosscultureel onderzoek voor Polen, Vlaanderen en Nederland Machtsafstand Wanneer we de scores5 voor de dimensie ‘machtsafstand’ voor Nederland, Vlaanderen en Polen (Hofstede, 1991) met elkaar vergelijken, dan valt meteen op dat Vlaanderen en Polen allebei hoger scoren dan Nederland: 5
In zijn onderzoek geeft Hofstede op een schaal van 0 tot 100 aan welke positie een land ten aanzien van een bepaalde dimensie inneemt. De score 0 betekent dat het bijzonder laag scoort, 100
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 66
2013-02-15 10:14:51
67
CULTUURVERSCHILLEN IN DE HANTERING VAN BELEEFDHEIDSSTRATEGIEËN
Tabel A: Verschillen in machtsafstand tussen Nederland, Vlaanderen en Polen (Hofstede, 1991) Dimensie
Nederland
Vlaanderen
Polen
Machtsafstand
38
61
68
Het is dan ook te verwachten dat de machtsverhoudingen in Vlaanderen en Polen anders liggen dan in Nederland. In beide landen is de afstand tot macht groter. Men zal er dan wellicht ook meer waarde hechten aan statussymbolen (Claes en Gerritsen, 2002: 48) en meer respect hebben voor titels en autoriteit. Het feit dat mensen titels gebruiken en daar belang aan hechten, wijst duidelijk op de aanwezigheid van machtsverschillen, en verder ook nog op het feit dat afstanden tussen machtigen en niet-machtigen moeten worden gerespecteerd. Op basis hiervan kunnen we er dus van uitgaan dat de machtsafstanden in Polen en Vlaanderen groter zijn dan in Nederland waar men niet zoveel belang hecht aan titels, maar eerder aan prestaties.
Individualisme versus collectivisme Volgens Hofstede zijn verschillen tussen culturen in ‘individualisme-collectivisme’ in onze wereld de belangrijkste bron van interculturele misverstanden. Een duidelijk bewijs hiervan is het feit dat alle cultuurspecialisten deze waarde in hun theorie hebben opgenomen (Claes, Gerritsen, 2002: 52). Zoals reeds eerder werd vermeld, ontlenen individualisten hun identiteit aan dat wat ze zelf doen, terwijl collectivisten hun identiteit ontlenen aan dat wat de groep waartoe ze behoren is en doet. De term ‘collectivisme’ verwijst dus niet naar het economisch stelsel dat alle productiemiddelen tot gemeenschappelijk eigendom wil maken. In individualistische culturen, waar de relaties tussen individuen heel los zijn, verwachten mensen van elkaar dat ze voor zichzelf zorgen. In collectivistische culturen daarentegen bestaan heel nauwe betrekkingen tussen individuen. Maar dat betekent echter niet dat men solidair is met alle mensen; men is slechts solidair met de mensen die tot de eigen groep behoren: de in-group of wij-groep. Men verwacht er van elkaar om voor de eigen groep te zorgen en is er trouw aan de waarden en de opvattingen van de groep. Het onderscheid tussen ‘wij’ en ‘zij’ is zeer sterk in collectivistische culturen. Terwijl men in individualistische culturen vindt dat iedereen gelijk behandeld moet worden, geldt in collectivistische samenlevingen het omgekeerde. Daar is het vanzelfsprekend en ethisch verantwoord dat het bijzonder hoog scoort. De indexen zijn gebaseerd op statistische analyse van data van de IBM-enquêtes.
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 67
2013-02-15 10:14:51
68
MURIEL WATERLOT
om je vrienden en familie (de wij-groep) beter te behandelen dan anderen (Claes, Gerritsen, 2002: 52). Zoals blijkt uit de onderstaande tabel, scoren Nederland en Vlaanderen hoog op de individualisme-index. Polen daarentegen zouden minder individualistisch zijn dan Nederlanders en Vlamingen: Tabel B: Verschillen in individualisme tussen Nederland, Vlaanderen en Polen (Hofstede, 1991) Dimensie
Nederland
Vlaanderen
Polen
Individualisme
80
78
60
Wat het individualisme betreft, is het dit keer Polen dat een kloof vertoont ten opzichte van Nederland en Vlaanderen. Al is de index van Polen voor deze waarde lager dan die van Nederland en Vlaanderen, wordt dit land net als Nederland en Vlaanderen in Hofstedes onderzoek tot de individualistische culturen gerekend (Hofstede, 2005: 83). Wanneer we de individualisme-index van dit land vergelijken met die van een aantal landen die tot collectivistische culturen behoren, merken we inderdaad dat Polen relatief sterk individualistisch zijn: Pakistan: 14, Indonesië: 14, China: 20, Taiwan: 17, Mexico: 30, Rusland: 39, Filippijnen: 32, Roemenië: 30, Venezuela: 12, Colombia: 13 (Hofstede, 2005). Volgens Trompenaars (2001) kan veel van het Poolse individualistische type gedrag trouwens worden opgemerkt in bedrijven. Een bedrijf is in de Poolse mentaliteit iets wat helpt eigen doeleinden te verwezenlijken. Er wordt niet naar de groep gekeken, maar naar wat men als individu aan een bepaalde situatie kan hebben. Onderlinge rivaliteit in plaats van samenwerking, waar dat eigenlijk gewenst of noodzakelijk is, wordt door eigen voordelen overschaduwd. Polen zijn geen echte teamworkers, ze kunnen moeilijk gezamenlijk werken. Ze hebben liever een eigen taakje, opdrachtje waar ze rustig aan kunnen werken en waar ze specifiek op beoordeeld worden (2001; 54–55). Toch zijn Polen minder individualistisch dan Nederlanders en Vlamingen. Dit komt doordat de familie in Polen een belangrijke rol vervult. Het toebehoren tot een familie staat er centraal (Hofstede, 1991). Dit wordt trouwens bevestigd door peilingen van het CBOS (Centrum Badania Opinii Społecznej ‘Onderzoekcentrum voor Maatschappelijke Opinie’) (CBOS, 2005 en 2010) rond waarden die een vooraanstaande plaats innemen in het dagelijkse leven van de gemiddelde Pool, en waar de familie met respectievelijk 85% en 72% een vooraanstaande plaats inneemt. Ook al zijn Nederlanders en Vlamingen bijna even individualistisch, toch bestaat er een verschil tussen het individualisme van de Vlamingen en de Nederlanders: in tegenstelling tot Vlaanderen wordt het in Nederland niet als middel gebruikt om zichzelf te verheffen.
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 68
2013-02-15 10:14:51
CULTUURVERSCHILLEN IN DE HANTERING VAN BELEEFDHEIDSSTRATEGIEËN
69
In Nederland heeft het individualisme een sociaal gezicht. Eigen individuele behoeften worden pas dan gerealiseerd als niemand erdoor gestoord wordt (Hofstede, 1991). In Vlaanderen dient het individualisme eerder voor macht en om eigen doeleinden te verwezenlijken (Trompenaars, 2001). In zijn onderzoek duidt Hofstede verder ook nog op de nauwe band die er bestaat tussen rijkdom en individualisme. Naarmate de rijkdom stijgt, wordt een land individualistischer (2005: 105). Als er geld is, hoeft men immers niet met anderen te delen. In landen die hoog scoren op individualisme, heeft elk gezin zijn eigen wasmachine, en elk lid van de familie zijn eigen kamer met radio, televisie en muziekinstallatie. Wanneer we de het BBP per hoofd in euro koopkrachtpariteiten6 voor Nederland, Vlaanderen en Polen met elkaar vergelijken, merken we dat Nederland en Vlaanderen hoger scoren dan Polen: in 2005 bedroeg het BBP per hoofd in euro koopkrachtpariteiten voor Nederland 29.5007, voor het Vlaamse Gewest 27.3008 en voor Polen 11.7009. Rekening houdend met Hofstedes bewering rond de link die er bestaat tussen rijkdom en individualisme, zouden Vlamingen en Nederlanders dus individualistischer moeten zijn dan Polen. Dit stemt precies overeen met de individualisme-indexen van beide culturen die inderdaad hoger liggen. Zoals reeds eerder in de omschrijving van de doelstelling werd aangestipt, beoogt dit onderzoek na te gaan of er verschillen bestaan tussen het Poolse, het Nederlandse en het Vlaamse systeem van taalhandelingen, en of die verschillen gepaard gaan met een verschil in culturele waarden. Bijgevolg kan de centrale onderzoeksvraag opgesplitst worden in de volgende twee deelvragen: A. Welke verschillen bestaan er tussen het Poolse, het Vlaamse en Nederlandse taalhandelingssysteem? B. In welke mate komen de verschillen in het taalhandelingssysteem overeen met een verschil in culturele waarden? Wat het taalhandelingssysteem betreft, waarover sprake in deelvraag A, staan in dit onderzoek de beleefdheidsstrategieën in Vlaamse, Poolse en Nederlandse 6 De waardering in euro koopkrachtpariteiten houdt rekening met de verschillen in koopkracht van een munteenheid in een land. In internationale vergelijkingen is het gangbaar om de welvaart te vergelijken in euro koopkrachtpariteiten. 7 Eurostat (2005). 8 Raming van de studiedienst van de Vlaamse Regering (2005). Volgens de Eurostat gegevens bedraagt het BBP per hoofd voor België 27.700 in euro koopkrachtpariteiten. De waarde voor België is hoger dan die voor het Vlaamse Gewest omwille van het Brusselse Gewest. Hoofdstedelijke regio’s zijn steeds producenten van een relatief hoge toegevoegde waarde (instromende pendel, zetels van grote bedrijven en instellingen...). 9 Eurostat (2005).
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 69
2013-02-15 10:14:51
70
MURIEL WATERLOT
direct-mailbrieven centraal. Vandaar kan onderzoeksvraag A als volgt nader worden gedefinieerd: Welke verschillen bestaan er in de hantering van beleefdheidsstrategieën in Poolse, Nederlandse en Vlaamse direct mailbrieven? Voor het antwoord op deze vraag, de onderzoeksmethode en de resultaten van dit onderzoek verwijs ik naar een eerder gepubliceerd artikel10.
Waarden in het taalhandelingssysteem Om de aanwezigheid van waarden in het taalhandelingssyteem van direct mailbrieven te kunnen nagaan (cf.vraag B), werden op basis van de bevindingen van Hofstedes onderzoek (1991) twee hypotheses geformuleerd, waarvan de geldigheid werd getoetst. In de hypotheses werd een link gelegd tussen de waarden ‘machtsafstand’ en ‘individualisme versus collectivisme’, en het criterium ‘directheid’. Aangezien de beleefdheidsstrategieën in de theorie van Brown en Levison (1987) een oplopende mate van indirectheid vertonen, zullen de resultaten van het eerder uitgevoerde frequentie-onderzoek11 van het strategiegebruik in de direct mailbrieven ons in staat stellen na te gaan in hoeverre bovengenoemde waarden wel degelijk weerspiegeld worden in het taalhanteringssysteem van de drie culturen.
Hypothese I In hun theorie stellen Brown en Levison (1987) het criterium ‘directheid’ centraal bij de rangschikking van beleefdheidsstrategieën. Aangezien ‘macht’ grotere afstanden impliceert, kan worden verondersteld dat deze waarde zich in het taalhandelingssysteem zal weerspiegelen door de hantering van een grotere hoeveelheid indirecte(re) (formelere) strategieën. In culturen waar machtsafstanden groot zijn, zou men in direct mailbrieven in principe vaker formele(re) of indirecte(re) beleefdheidsstrategieën moeten aantreffen. Uitgaande van deze veronderstelling kan onderzoekshypothese I afgeleid worden: Hypothese I Hoe groter machtsafstanden, des te meer hoger gerangschikte indirecte beleefdheidsstrategieën
10 Waterlot, M. (2011), Schrijfpraktijk in zakelijke brieven, Neerlandica Wratislaviensia XIX, Wrocław, blz.175–194. 11 Ibid.
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 70
2013-02-15 10:14:51
CULTUURVERSCHILLEN IN DE HANTERING VAN BELEEFDHEIDSSTRATEGIEËN
71
Uitgaande van de bevindingen van Hofstede (1991) voor de dimensie ‘machtsafstand’ voor Polen (machtsindex: 68), Vlaanderen (machtsindex: 61) en Nederland (machtsindex: 38) zou men in Nederlandse direct mailbrieven de laagste frequentie aan indirecte strategieën moeten aantreffen, en in Polen de hoogste. Vlaanderen daarentegen zou zich ergens tussenin bevinden. Rekening houdend met het voorgaande kan hypothese I als volgt schematisch worden weergegeven: Kleine Machtsafstanden Nederland → Directe strategieën
Vlaanderen
Grote Machtsafstanden → Polen Indirecte strategieën
Indien deze hypothese door dit onderzoek wordt bevestigd — wat zal blijken uit een vergelijking met de resultaten van het frequentieonderzoek van de strategiehantering12 in de Poolse, Nederlandse en Vlaamse brieven — zal dit een bewijs zijn dat deze waarde wel degelijk gereflecteerd wordt in het taalhanteringssyteem van deze twee talen en drie culturen.
Hypothese II Een tweede dimensie die voor dit onderzoek werd weerhouden, is de dimensie ‘individualisme-collectivisme’. Om deze dimensie in verband te brengen met taal, communicatie en beleefdheid in het communicatieproces werd beroep gedaan op de bevindingen van Graves (1997). Hij ontdekte namelijk dat er een link bestaat tussen ‘directheid’ en ‘individualisme’ (1997: 249). Volgens hem zou de lezer in individualistische culturen, waar machtsafstanden klein zijn, op een directe manier worden aangesproken. Die directheid heeft hier onder meer als doel de afstand met de lezer te verkleinen, en een vriendschappelijke relatie met hem op te bouwen (zoals dit in zijn onderzoek tot uiting komt in het gebruik van de aansprekingen als Dear Friend en persoonlijke voornaamwoorden als us en we in Amerikaanse brieven). Bijgevolg zal worden aangenomen dat in individualistische culturen een hogere frequentie aan directe beleefdheidsstrategieën zullen worden gehanteerd. Vanuit deze veronderstelling kan een tweede hypothese worden afgeleid: Hypothese II Hoe individualistischer de cultuur, des te minder hoger gerangschikte beleefdheidsstrategieën.
12
Ibid.
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 71
2013-02-15 10:14:51
72
MURIEL WATERLOT
Uitgaande van Hofstedes bevindingen (1991: 244) voor de dimensie ‘individualisme versus collectivisme’ voor Polen (individualisme-index: 60), Vlaanderen (individualisme-index: 78) en Nederland (individualisme-index: 80) en van hypothese II zou men in principe in Nederlandse brieven de laagste frequentie aan indirecte strategieën moeten aantreffen, en in Polen de hoogste. Op basis van deze bevindingen kan hypothese II als volgt schematisch worden voorgesteld: Individualisme Nederland → Directe strategieën
Vlaanderen
Collectivisme → Polen Indirecte strategieën
Indien deze hypothese aan de hand van het frequentieonderzoek van de meest indirecte beleefdheidsstrategieën wordt bevestigd, zal dit opnieuw een bewijs zijn dat deze waarde wel degelijk gereflecteerd wordt in het taalhandelingssysteem van deze twee talen en drie culturen. Wannneer hypothese I en II naast elkaar worden geplaatst, kan tussen beide hypotheses een link worden gelegd: in individualistische (en kapitaalkrachtige) culturen zijn machtsafstanden kleiner13. Hierdoor kunnen ze beide, zonder enig gevaar voor contradictie, in verband worden gebracht met het aspect ‘indirectheid’ of de hoeveelheid hoger gerangschikte beleefdheidsstrategieën waarvan sprake in de hypotheses. (cf.: in individualistische culturen waar machtsafstanden klein zijn, worden minder hoger gerangschikte beleefdheidsstrategieën gehanteerd). Op basis van deze beschouwingen kan worden gesteld dat we in dit onderzoek ervan zullen uitgaan dat in Nederland, waar het individualisme sterk is en de machtsafstanden klein zijn (wat overeenstemt met de statistische relatie tussen de waarden individualisme-machtsafstand), in de direct mailbrieven een lagere frequentie aan hoger gerangschikte beleefdheidsstrategieën zou moeten worden aangetroffen dan in de Vlaamse en Poolse direct mailbrieven. De frequentie aan hoogst gerangschikte strategieën zou in Polen het hoogst moeten zijn, omdat Polen het laagste scoort op waarde ‘individualisme’, en het hoogste op de waarde ‘machtsafstand’. Samengevat kan het onderzoek naar de validiteit van hypothese I en II als volgt schematisch worden weergegeven:
13 Deze statistische relatie tussen individualisme en machtsafstand werd bevestigd door Hofstede die stelt dat in rijkere, individualistische culturen de machtsafstanden kleiner zijn dan in de collectivistische culturen (2005: 105).
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 72
2013-02-15 10:14:51
73
CULTUURVERSCHILLEN IN DE HANTERING VAN BELEEFDHEIDSSTRATEGIEËN
Hypothese I Uitgangspunt:
WAARDENSCHAAL Kleine Machtsafstanden Grote Machtsafstanden Nederland → Vlaanderen → Polen
Te onderzoeken: SCHAAL VAN BELEEFDHEIDSINTENSITEIT (in oplopende mate van indirectheid) Lage intensiteit (= direct) Hoge intensiteit (= indirect) Plaats van Nederland, Polen en Vlaanderen? Hypothese II Uitgangspunt:
WAARDENSCHAAL Meest individualisch Nederland → Vlaanderen
Minst individualistisch → Polen
Te onderzoeken: SCHAAL VAN BELEEFDHEIDSINTENSITEIT (in oplopende mate van indirectheid) Lage intensiteit (= direct) Hoge intensiteit (= indirect) Plaats van Nederland, Polen en Vlaanderen?
Hypothese I en II en totale beleefdheidsintensiteit Aan de hand van de totale beleefdheidsinstensiteit die eerder in de brieven werd berekend, kan worden geconcludeerd dat de indirectheid in de schrijfpraktijk van direct mailbrieven het hoogst is in Polen en het laagst in Nederland14. Vlaanderen op haar beurt bevindt zich ergens tussen beide. Bijgevolg kan worden gesteld dat de drie culturen de volgende plaats innemen op de schaal van beleefdheidsintensiteit: Schaal van beleefdheidsintensiteit LAAG (= direct)
HOOG (= indirect) Nederland
→
Vlaanderen
→
Polen
Figuur 1: Schaal van beleefdheidsintensiteit: plaats van Nederland, Polen en Vlaanderen 14
Waterlot, M. (2011), Schrijfpraktijk in zakelijke brieven, Neerlandica Wratislaviensia XIX, Wrocław, blz.175–194.
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 73
2013-02-15 10:14:51
74
MURIEL WATERLOT
Geldigheid hypothese I: Hoe groter machtsafstanden, des te meer hoger gerangschikte indirecte beleefdheidsstrategieën? Gelet op de indirectheid van het strategiegebruik in Poolse direct mailbrieven zouden volgens hypothese I de machtsafstanden groot moeten zijn in Polen. Wanneer we inderdaad uit Hofstedes resultaten merken dat de machtsindex voor Polen niet alleen hoog is (cf. machtsindex 68), maar ook boven dat van Nederland en Vlaanderen reikt, mag worden gesteld dat hypothese I wel degelijk van toepassing is op de Poolse direct mailbrieven. Wat Vlaanderen betreft, kan uit de gemiddelde beleefdheidsintensiteit worden afgeleid dat het strategiegebruik in verzoeken directer is dan in Polen, en indirecter dan in Vlaanderen. Wanneer we deze ‘tussenpositie’ vergelijken met de positie die Vlaanderen inneemt op de schaal van machtsafstanden (of met de machtsindexen voor Nederland en Polen, met name 38 voor Nederland en 68 voor Polen), zien we dat Vlaanderen (met een machtsindex van 61) zich ook hier tussen de Nederland en Polen bevindt. Bijgevolg mag worden gesteld dat hypothese I ook geldig is voor wat betreft de Vlaamse direct mailbrieven. Uit de resultaten van de beleefdheidsintensiteit15 is tot slot ook gebleken dat Nederland in haar direct mailbrieven het meest gebruik maakt van directe beleefdheidsstrategieën. Rekening houdend met de bijzonder lage machtsindex voor Nederland kan ook hier de geldigheid van hypothese I worden bevestigd voor wat het strategiegebruik in direct mailbrieven betreft. Op basis van de resultaten van de bevindingen van Hofstedes onderzoek met betrekking tot de waarde ‘machtafstand’ kunnen die drie culturen op de volgende manier ten opzichte van elkaar worden gesitueerd: Schaal van machtsafstanden KLEIN
GROOT Nederland
→
Vlaanderen
→
Polen
Figuur 2: Schaal van machtsafstanden: plaats van Nederland, Polen en Vlaanderen
Wanneer we de plaats van Nederland in figuur 2 vergelijken met die van figuur 1 kan inderdaad worden opgemerkt dat in Nederland waar machtsafstanden laag zijn, de beleefdheidsintensiteit klein is. Met andere woorden wordt het taalhandelingssysteem in Nederlandse direct mailbrieven gekenmerkt door een hoge indirectheidsgraad als gevolg van een lage inschatting van de waarde ‘machtsafstanden’. 15
Ibid.
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 74
2013-02-15 10:14:51
75
CULTUURVERSCHILLEN IN DE HANTERING VAN BELEEFDHEIDSSTRATEGIEËN
In Vlaanderen daarentegen, waar de machtsafstanden groter zijn dan in Nederland, blijkt aan de positie die deze cultuur inneemt op de schaal van de beleefdheidsintensiteit (cf. figuur 1), het taalhanteringssysteem in direct mailbrieven minder direct te zijn. En in Polen tot slot, waar machtsafstanden betrekkelijk groot zijn (figuur 2), blijkt uit figuur 1 het taalhanteringssysteem het meest indirect te zijn.
Geldigheid hypothese II: Hoe individualistischer de cultuur, des te minder hoger gerangschikte beleefdheidsstrategieën? Volgens de resultaten van het Hofstedes (1991) onderzoek met betrekking tot de waarde ‘individualisme versus collectivisme’ voor Polen, Nederland en Vlaanderen die in figuur 3 in kaart werden gebracht, blijkt dat Nederlanders individualistischer zijn dan Vlamingen die op hun beurt individualistischer zijn dan Polen. Schaal van Schaal van ‘individualisme’ GROOT
KLEIN Nederland
→
Vlaanderen
→
Polen
Figuur 3: Schaal van ‘individualisme’: plaats van Nederland, Polen en Vlaanderen
Wanneer we de positie die de drie culturen innemen op de schaal van ‘individualisme’ vergelijken met de onderzochte plaats die ze innemen op de de schaal van beleefdheidsintensiteit (zie fig.1), kan worden vastgesteld dat in Nederland, waar het individualisme het sterkst is, het taalgebruik het meest direct is. In Vlaanderen, waar het individualisme minder sterk is dan in Nederland, is het taalhandelingssyteem daarentegen minder direct is dan in Nederland. En in Polen tot slot, waar de individualisme-index het laagste is van de drie culturen, blijkt het taalhanteringssysteem in direct mailbrieven het meest indirect te zijn. Net als voor de waarde ‘machtsafstanden’ is uit de resultaten van de corpusanalyse aan het licht gekomen dat Polen, waar het individualisme minder sterk is dan in Vlaanderen en Nederland, een grotere hoeveelheid hoger gerangschikte substrategieën hanteert. Hypothese II blijkt dus te gelden voor wat de invloed van deze waarde op het taalhanteringssysteem betreft. Bovendien komt dit overeen met de bovengenoemde link tussen de waarde ‘individualisme versus collectivisme’ en ‘machtsafstand’, daar in Polen de machtsafstanden inderdaad ook hoger zijn (wat synoniem staat voor indirectheid in het strategiegebruik). Vermoed wordt dat met de vooruitgang van de economie en de stijging van de welvaart het individualisme in Polen zal stijgen hetgeen, net als de versoepeling van verhoudingen,
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 75
2013-02-15 10:14:51
76
MURIEL WATERLOT
vast ook zijn weerspiegeling zal vinden in de directheid van de strategiehantering in direct mailbrieven. Voor Nederland kan op basis van de resultaten van de corpusanalyse eveneens worden bevestigd dat de waarde ‘individualisme’ terug te vinden is in het taalhanteringssysteem. Uit dit oogpunt blijkt Nederland zelfs de meest individualistische cultuur te zijn. Niettemin kon in de brieven een herwaardering van een respectvolle houding ten aanzien van de klant worden vastgesteld16. Dit kwam het best tot uiting in brieven waar sprake is van ‘financiële verzoeken’. Toch kan men zich hierbij de vraag stellen in hoeverre dit niet onder invloed is van het Engels dat ook meer gebruik maakt van conventionaliteit (conventionele indirecte verzoeken) waarmee wordt getracht de handelingsvrijheid van de lezer te waarborgen. Tot slot werd de aanwezigheid van de waarde ‘individualisme versus collectivisme’ ook teruggevonden in de resultaten van de beleefdheidsfrequentie van Vlaamse direct mailbrieven. Deze cultuur is volgens Hofstedes individualisme-index minder individualistisch dan Nederland. Daar uit de corpusanalyse werd afgeleid dat in verhouding tot Nederland de directheidsgraad in de strategiehantering ook lager ligt (= meer hoger gerangschikte beleefdheidsstrategieën), kon de geldigheid van hypothese II worden bevestigd.
Conclusie Aan de hand van onderzoeksvraag B werd gepoogd om na te gaan in hoeverre verschillen in het taalhanteringssysteem, meer bepaald in het strategiegebruik van verzoeken, overeenkomen met een verschil in culturele waarden. Om dit kunnen onderzoeken werden twee hypotheses geformuleerd waarbij, op basis van de bevindingen van het crosscultureel onderzoek, een link werd gelegd tussen de aspecten directheid en de waarden ‘machtsafstand’ en ‘individualisme’. Aan de hand van de theorie van Brown en Levison — waarmee een corpus Poolse, Vlaamse en Nederlandse direct mailbrieven werden onderzocht — kon voor Polen, Nederland en Vlaanderen de gemiddelde beleefdheidsintensiteit worden berekend. Dit gebeurde op basis van een meting van het aantal indirecte strategieën gehanteerd in de brieven. Dankzij deze resultaten die een aanwijzing geven van de toegepaste directheid in de strategiehantering van de verzoeken, kon tot slot gemakkelijk worden achterhaald in hoeverre de in de hypothese I en II vooropgestelde beweringen, inderdaad overeenstemmen met de bevindingen rond de waardehantering. Daar de resultaten van onderzoeksvraag B overeenkomen met de aangenomen stellingen in beide hypotheses met betrekking tot de waarden ‘macht’ en ‘individualisme’ mag bijgevolg worden geconcludeerd dat deze waarden wel 16
Ibid.
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 76
2013-02-15 10:14:51
CULTUURVERSCHILLEN IN DE HANTERING VAN BELEEFDHEIDSSTRATEGIEËN
77
degelijk gereflecteerd worden in het taalhanteringssyteem in de direct mailbrieven van de drie culturen.
Bibliografie Brown, P. en S. Levison, Politeness. Some Universals in Language Usage, Cambridge University Press, Cambridge, 1987. CBOS, Wartości i normy w życiu Polaków, Warszawa, 2005, 2010. Claes, M.-T. en M. Gerritsen, Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief, Coutinho, Bussum, 2002. Gerritsen, M., Cultuur als spelbreker. De communicatieve gevolgen van cultuurverschillen tussen Vlaanderen en Nederland. Oratie, Nijmegen, 2001. Goffman, E., Interaction ritual: essays on Face-to-face behavior, Garden City, New York, 1967. Graves, R., Dear Friend (?): culture and genre in American and Canadian direct marketing letters. In: Journal of Business Communication, 34 (3), 1997. Hofstede, G., Cultures and Organizations. Software of the Mind. McGraw-Hill, London, 1991. Hofstede, G., Culture’s consequences: Comparing values, behaviors, institutions, and organizations across nations, Thousand Oaks, Sage, 2001. Hofstede, G en G.J. Hofstede, Cultures and Organizations. Software of the Mind, McGraw-Hill, 2005. Orriëns, D., Nederland en Vlaanderen: een wereld van verschil. Doctoraalscriptie bedrijfscommunicatie, KUN, Nijmegen, 1998. Trompenaars, F., Riding the Waves of Culture. Understanding Cultural Diversity in Business, Nicholas Brealey, London, 2001. Verluyten, S.P., Intercultural Communication in Business and Organisations, An Introduction, Acco, Leuven, 2002. Waterlot, M., Schrijfpraktijk in zakelijke brieven, Neerlandica Wratislaviensia XIX, Wrocław, blz. 175–194, 2011. Wierzbicka, A., Cross-Cultural Pragmatics. The Semantics of Human Interaction, Mouton de Gruyter, Berlin, 1991.
Neerlandica Wratislaviensia 21, 2012 © for this edition by CNS
neer21.indb 77
2013-02-15 10:14:51