Zaterdag 14 september ERMELO
Thema Macht en Pracht Dit jaar wordt in Nederland de 27e Open Monumentendag gehouden. Het thema is Macht&Pracht. Binnen dit thema zal er aandacht zijn voor de verschillende soorten macht en de pracht die daar in Nederland uit voortkwam. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan de politieke macht, de kerkelijke macht, de rechterlijke, de adellijke of economische macht. In Nederland zijn er gelukkig nog voldoende monumenten die terug te voeren zijn op dit thema. We kunnen dit nog zien in de kastelen en paleizen, buitenplaatsen en landgoederen. Maar ook de grachtenpanden en patriciershuizen. Let daarbij ook op de grootsheid van de kerkgebouwen en rijk gedecoreerde handels- en kantoorgebouwen en de gebouwen van de rechtspraak en openbaar bestuur. Om daaruit een ruime keuze te maken is voor Ermelo wel wat lastig; de gemeente is niet zo heel ruim voorzien in genoemde gebouwen.
2
Omdat het comité OpenMonumentendag Ermelo elk jaar het thema in een ander deel van Ermelo laat plaatsvinden, heeft zij besloten om het accent dit jaar te leggen op Ermelo oost. Dat kwam mooi uit, want in dit deel van Ermelo liggen de kazernes (de militaire macht), de landgoederen (de adellijke en bezittende macht) en het Romeins Marskamp (de overheersende macht). Voor het thema werd gekozen vanwege een aantal landelijke herdenkingen. In 2013 wordt namelijk de Vrede van Utrecht herdacht, een keerpunt in de wereldgeschiedenis. Na anderhalf jaar onderhandelen sloten diplomaten uit heel Europa op 11 april 1713 in het stadhuis van Utrecht een vredesverdrag dat grote gevolgen had voor de betrokken landen en hun bezittingen overzee. Hiermee kwam een eind aan een reeks verwoestende oorlogen waarin godsdienstvervolging en het streven naar politieke macht hand in hand gingen. Maar dit jaar wordt ook gevierd dat 200 jaar geleden Nederland na de Franse overheersing zijn onafhankelijkheid verkreeg. Nederland maakte daarmee een nieuwe start als eenheidsstaat. In de twee eeuwen daarna kregen het democratisch bestel en de rechtsstaat de vorm die ze nu hebben.
3
Programma in vogelvlucht Vrijdag 13 september 19.30 uur Lezing Militairen op de Veluwe door René Vossenbeld. Locatie: museum Het Pakhuis, Molenaarsplein 24 Ermelo 0341 760777
Zaterdag 14 september 9.30 uur 09.30 uur: Start ‘ochtendappèl’. Locatie: Molenaarsplein 10.00 uur: Officiële opening met het hijsen van de bataljonsvlaggen en Open Monumentendagvlag. 10.30 tot 16.00 uur: Machtige en Prachtige fietsroute vanaf de VVV, Molenaarsplein in Ermelo. De route gaat langs de Jan van Schaffelaerkazerne, het Romeins Marskamp en landgoed Staverden.
Doorlopend van 10.30 tot 16.00 uur: -Jan van Schaffelaerkazerne is geopend met exposities over de geschiedenis van het 45e infanteriebataljon Oranje Gelderland en het 400 Geneeskundige bataljon met oud en nieuw materieel. Hierbij zijn legeringsgebouwen met manschappenkamers, poortgebouw met cellencomplex en luchtplaats uit de WO-II en exercitieterrein te bezoeken. Om 11.00 en om 14.00 uur is er een presentatie over en in de Jan van Schaffelaerkazerne. Architect Alberto Kerkhof zal bezoekers wegwijs maken in deze zogenaamde Boostkazerne. Let op: De entree van het kazerneterrein is voorbij bungalowpark Sparrendal. Volg de bewegwijzering!
4
- Museum Het Pakhuis met de tentoonstelling Van Schaffelaer tot Spoor. Ook zijn er een aantal bijzondere legeruniformen te zien. Om 11.00, 12.00, 13.30, 14.30 en 15.30 uur start een korte documentaire over de geschiedenis van het Romeins Marskamp.
- Op het Romeins Marskamp is de reënactment-groep Gemina met Romeinse soldaten en een landmeter. Zij geven een impressie van hoe het eruit gezien moet hebben toen de Romeinen hun kamp maakten. Om 12.00 en 15.00 uur start er een wandeling langs een deel van de ruitvormige wal die het kamp omringde. - Op Landgoed Staverden zijn de tuinen te bezoeken en ook het bezoekerscentrum is geopend. In de pittoreske kapel zijn de familiewapens van o.a. de familie s’ Jacob en de familie Sandberg terug te vinden in het glas-in-lood. Boerderij Kerkzicht is opengesteld. Het Geldersch Landschap heeft deze boerderij en het ‘winkeltje’ dat jaren gerund werd door de gezusters Wilgenburg, geheel gerestaureerd. Deze boerderij bevindt zich aan de Garderenseweg.
5
Een machtige en prachtige tijd! Het verzoek om een voorwoord te schrijven komt regelmatig op je af als wethouder. Op het verzoek van het comité Open Monumentendag heb ik spontaan ja gezegd, mij nog niet bewust van het jaar-thema van de Open Monumentendag n.l. Macht en Pracht. Hoe krijgen ze het verzonnen, zo’n thema, welde bij mij op. Wat moet ik daar nu mee? Welk verband ligt er tussen deze twee woorden?
De volgende zin kwam bij mij boven: “Als een regering via machtigingswetgeving haar machtvertoon laat zien en er daardoor sprake kan zijn van machtsmisbruik is het dan allemaal wel zo machtig (zeer mooi) of prachtig?” Wat moet ik met de pracht en praal die de macht van de kerken in het verleden uitstraalden? Wat moet ik met de macht in het leger, als ik weer terugdenk aan mijn diensttijd rond eind jaren zestig van de vorige eeuw? Eénentwintig maanden in Blomberg in West Duitsland (Harz-gebergte). En toen was Duitsland nog verdeeld! Ach, en achteraf was het toch een machtige en prachtige tijd, om niet te vergeten. Zoals in de inleiding staat, is het thema verbonden aan twee belangrijke herdenkingen dit jaar: De Vrede van Utrecht en het ontstaan van het Koninkrijk der Nederland. Ook is het 365 jaar geleden dat er een einde
6
kwam aan de Tachtigjarige oorlog tussen Spanje en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Veel macht en pracht, maar echt niet zo’n prachtige tijd.
Ik ben er van overtuigd dat de organisatie ook dit jaar weer perfect geregeld is. Hulde aan het organiserende comité. Defensie gooit zijn terreinen voor u open. De Jan van Schaffelaerkazerne is voor u te bezoeken (macht). Bezoek het landgoed Staverden met het prachtige kasteel (macht, maar ook pracht) en ga naar het Romeins Marskamp. Laat u ervan overtuigen dat de Romeinse soldaten het echt prachtig vonden om na een voettocht met zware bepakking het kamp te mogen graven in opdracht van de Macht. Ik wens u allen een fantastische Open Monumentendag 2013 toe.
Tom Nederveen wethouder Ermelo
7
Financiële rust kunnen ervaren.
Ook in onrustige tijden.
De Rabobank biedt het fundament voor financiële rust. De Rabobank is een bank van de lange termijn. Dat betekent dat we u producten en diensten bieden die zorgen voor een financieel fundament, voor nu en de toekomst. Zo kunt u ook in mindere tijden op ons rekenen.
www.rabobank.nl/randmeren Samen sterker. Dat is het idee van coöperatief bankieren.
Romeins Marskamp Zo’n twintig eeuwen geleden waren er Romeinen in Nederland. De Romeinse grens (Limes) liep tot aan de Rijn. Het noorden van ons land werd door hen gemeden. Het hele noorden van Nederland? Nee, één klein stukje heide op de Veluwe werd door hen wel bezocht.
9
Op de Ermelose Heide ligt het enige Romeinse Marskamp van Nederland. Het ligt voor een deel op de Ermelose Heide en voor een deel op het particuliere landgoed Leuvenum. Bijzonder is dat het reliëf van het Marskamp door de eeuwen heen zichtbaar is gebleven. In 2005 is door de provincie Gelderland en de gemeente Ermelo besloten dit unieke legerkamp te reconstrueren. Waren Veluwenaren zulke opstandige bewoners dat Rome onrustig werd en er een legioen soldaten op af moest worden gestuurd? Dat is onwaarschijnlijk. Er zijn geen bronnen gevonden waarin sprake zou zijn van opstand. Wat deden de Romeinen dan op deze heide terwijl de Romeinse grens slechts tot de Rijn liep? Na verschillende onderzoeken heeft men geconcludeerd dat het meest waarschijnlijk is dat de Romeinen op een verkenningstocht waren en na een dag lopen een kamp bouwden; een zogenaamde dagmarskamp. Het Romeinse leger liep dan zo’n 20-30 km per dag. Deze kampementen dienden als overnachtingplaats of als uitvalsbasis. 10
De afstand van de Rijn tot de heide zou dus kunnen verklaren dat ze, na twee dagen marsen, in Ermelo uitkwamen. Ongetwijfeld werden er verkenners en landmeters vooruit gestuurd om te zoeken naar een strategische plek voor het Marskamp. En de plek die men vond was inderdaad strategisch. Het militaire bivak lag op een natuurlijke verhoging, halverwege tussen de hoogte van een stuwwal en het laaggelegen dal van de Leuvenumse Beek. Daar omheen lag weinig tot geen begroeiing waardoor men uitzicht had aan alle zijden.
Het Marskamp kreeg de vorm van een ruit en was ongeveer 9,1 ha groot. Soldaten hebben dus enorm werk verzet om dit kamp te maken. Men heeft berekend dat er zo’n 2.000 man bezig is geweest om dit kamp te realiseren. Eerst kwamen de landmeters die het uitzetten met palen. Vervolgens werd de grond door de manschappen, rij aan rij, uitgegraven. Er kwam een gracht van 1-1,5 meter diep en 2-3 meter breed. Van de uitgegraven grond maakte men een wal van ca 1-1,5 meter hoog. Daarop plaatste men houten palissaden. Op vier punten werd een doorgang gemaakt. Niet alleen moest het kamp worden gegraven, ook werd het kamp ‘aangekleed’met onderanderetentenenkookplaatsen. Voor deze megaklus waren 11
wel 6.000 mensen aanwezig die dit alleen konden na veel oefening en met veel inzet en discipline. Het is moeilijk voor te stellen dat de Romeinen dit kamp in 1 dag hebben opgebouwd terwijl ze er meestal slechts enkele dagen verbleven.
Dat dergelijke kampen overigens voor de veiligheid van de Romeinse soldaten van levensbelang waren, ontdekte men pas toen de Romeinen ze níet meer aanlegden. Daarover schreef de Romeinse hoge ambtenaar Vegetius (Publius Flavius Vegetius Renatus, die omstreeks 390 na Chr. leefde, toen het Romeinse rijk op sterven na dood was) in zijn boek Epitoma Rei Militari. Hiermee wilde hij voor de keizer de vroegere glorie van het Romeinse leger weer in ere herstellen en ging hij in op elk aspect van rekrutering, training, marsen en veldslagen. Over marskampen schreef hij: ‘Rekruten moeten leren hoe ze een kamp opbouwen, want dat is in oorlogstijd het veiligste dat er bestaat. In een echt kamp zijn de soldaten dag en nacht veilig, alsof ze binnen de muren van een stad zijn die ze zelf mee kunnen dragen. Maar de kennis daarvan is tegenwoordig helaas compleet verdwenen en nie12
mand weet meer dat er grachten gegraven moeten worden en een palissade opgezet zodat vele Romeinse legers door verrassingsaanvallen vernietigd zijn.’ Eeuwen later kunnen we alleen maar gissen naar de reden van dit Marskamp op de Ermelose hei. Er is in 1923 door de toenmalige directeur van het Museum van Oudheden in Leiden, dr. J.H. Holwerda, op deze plek voor het eerst wat archeologisch onderzoek gedaan. De vondsten bleven in hoofdzaak beperkt tot enkele vuurplaatsen en aardewerk. In 1987 groef de R.O.B., onder leiding van drs. R.S. Hulst, provinciaal archeoloog van Gelderland, een sleuf door de oeroude wallen en greppels. Hulst speculeerde dat de Romeinen van hieruit de omgeving doorkruisten. Iedere ochtend vertrokken er een paar detachementen en ‘s avonds kwamen ze weer terug: hadden ze in een paar dagen de hele Veluwe verkend. Zowel Holwerda als Hulst vonden enkele scherven. Deze stamden volgens de huidige inzichten uit de tweede helft van de tweede eeuw. Het was van een soort aardewerk dat iedere soldaat in zijn uitrusting had: terra sigillata, van het type Dragendorf 31 uit het derde kwart van de tweede eeuw. Naast de C14-dateringen van het houtskool wijst dit allemaal naar hetzelfde tijdbestek, gecentreerd rond het midden van de tweede eeuw. Veel mensen kennen de Romeinse legerkampen wel uit de strip van Asterix en Obelix, maar het enige échte Romeinse kamp in Nederland blijkt tamelijk onbekend. Op Open Monumentendag is er daarom de mogelijkheid om een kijkje te 13
nemen in de wereld van de Romeinen van zo’n twee eeuwen terug. Speciaal voor deze dag hebben een landmeter (Gromaticus), een archeoloog en enkele Romeinse soldaten (Legionairs) van vereniging Gemina Project (www.gemina.nl) hun tenten opgeslagen in het Romeinse Marskamp. Daardoor krijgen bezoekers een mooi beeld van hoe het Marskamp er waarschijnlijk heeft uitgezien. Vereniging Gemina Project maakt al sinds 1987 het leven in de Romeinse tijd aanschouwelijk. De voorwerpen die zij gebruiken zijn reconstructies gebaseerd op archeologische vondsten, wetenschappelijk onderzoek en literatuur en worden zoveel mogelijk zelf gemaakt.
15
Overwinningsfeestje?
Bij PLUS bent u aan het juiste adres voor al uw boodschappen!
KLEIN
Leeuwerikstraat 37 • Ermelo • T: 0341-556485
Openingstijden:
maandag dinsdag - woensdag donderdag vrijdag zaterdag
08.30 - 18.00 uur 08.00 - 18.00 uur 08.00 - 19.00 uur 08.00 - 20.30 uur 08.00 - 17.00 uur
Jan van Schaffelaerkazerne De Jan van Schaffelaerkazerne, gelegen aan de Leuvenumseweg, is een van de zestien infanteriekazernes die Defensie in de jaren dertig van de vorige eeuw liet bouwen.
17
De directe aanleiding voor de bouw van deze kazerne was een wijziging in de dienstplichtwet die ingediend werd op 22 september 1937. Door deze wijziging werd het aantal dienstplichtigen per jaar verhoogd van 19.500 tot 32.000. Daarnaast werd de dienstplicht verlengd van 5 tot 11 maanden. De 24 regimenten leverden elk een paraat grensbataljon. Deze grensbataljons bewaakten de grenzen met België en Duitsland. Dat was nodig vanwege de dreiging van nazi-Duitsland. Er werden fondsen vrijgemaakt voor modernisering en er volgde een forse uitbreiding van het aantal soldaten in werkelijke dienst. De legeringscapaciteit moest daarvoor ook aanzienlijk worden uitgebreid. In totaal moesten 24 nieuwe kazernes worden gebouwd: 16 infanteriekazernes volgens een standaardontwerp. De overige 8 kazernes waren van een afwijkend type, bestemd voor andere legeronderdelen. Van de bestaande kazernes moesten er 15 worden verbouwd en uitgebreid.
Kapitein der Genie Auguste Gerard Marie Boost (1900-1985) kreeg op 15 augustus 1937 van minister van defensie J.J.C. van Dijk de opdracht om deze infanteriekazernes te ontwerpen voor de zogenaamde grensbataljons. Ze werden zo genoemd omdat deze nieuwe kazernes dus voornamelijk werden gesitueerd langs de oost- en zuidgrens van ons land, met uitzondering van de kazernes in Ede, Bussum en Ermelo. 18
Boost ontwierp één grondtype met twee varianten, beiden volgens het paviljoensysteem. Naar het eerste ontwerp werden twaalf infanteriekazernes voor één Bataljon gerealiseerd bestaande uit een poortgebouw met één in- en uitgang dat leidde naar het exercitieterrein met daaromheen drie legeringsgebouwen en een keukengebouw. In het hoofdgebouw werden het stafbureau, de wacht met cellen, de kantine en de sportzaal ondergebracht. Het tweede type had als basis het eerste ontwerp maar in plaats van een poortgebouw had het drie afzonderlijke gebouwen met een rijkere architectuur. De door Boost toegepaste stijl wordt wel omschreven als zakelijk-expressionisme. Hierin zijn kenmerken te onderscheiden van de Amsterdamseen Delftse School en het zogenoemde Nieuwe Bouwen.
De Boostkazernes waren niet helemaal identiek. Een voorwaarde voor het bouwen was namelijk dat er gebouwd moest worden met bouwbedrijven uit de omgeving. Daarom maakt bijvoorbeeld de kleur en type 19
baksteen elke Boostkazerne uniek. Zo gebruikte men voor de Ermelose kazerne gele bakstenen. De bouw van een kazerne kostte in die tijd ongeveer een half miljoen gulden.
In augustus 1938 begon de bouw van de kazerne die bestemd was voor het 18e Regiment Infanterie dat vanuit Amersfoort naar Ermelo zou verhuizen. En Ermelo was er blij mee want er werd al vanaf november 1937 onderhandeld om militairen naar Ermelo te halen. Ook de bevolking was blij met de komst: ze hadden al een cadeau klaar staan. Er zouden drie zogenaamde paradetrommels met toebehoren aan het Regiment worden aangeboden (zie tentoonstelling Het Pakhuis). Een groot aantal militairen, die dan natuurlijk ook met hun gezinnen in Ermelo zouden gaan wonen, brachten immers extra inkomsten met zich mee. En ook het verenigingsleven zou er van profiteren. Maar het liep helaas anders dan men had bedacht. Eind augustus 1939 kon de kazerne worden betrokken, hoewel het nog niet helemaal gereed was. Echter niet het 18e Regiment Infanterie kwam naar Ermelo, maar de Duitse bezetters! 20
Hoewel het de bedoeling was dat er eenheden van de Luftwaffe gelegerd zou wor-
den, kwam de mannschaft van het SS Pionier Bataljon als eerste bewoners op de Jan van Schaffelaerkazerne. Daarna gebruikten nog enkele andere legeronderdelen, waaronder de genoemde Luftwaffe, de Ermelose kazerne.
Aan het eind van de oorlog werd de kazerne gebruikt om gevangen genomen verzetsmensen op te sluiten in afwachting van transport naar interneringskampen. Nadat Ermelo op 18 april 1945 bevrijd werd, gebruiken de Binnenlandse Strijdkrachten dezelfde cellenblokken voor Duitse krijgsgevangen en collaborateurs. De oude cellenblokken én de luchtplaats zijn vandaag de dag nog te zien, hoewel niet meer geheel origineel, maar aangepast aan de moderne tijd. In mei 1945 is de Jan van Schaffelaerkazerne nog korte tijd in gebruik als opleidingscentrum voor Gelderse verzetstrijders. Drie jaar later werd de kazerne de basis voor de SROI (School Reserve Officieren Infanterie). Deze naam veranderde in 1966 in SROKI (School Reserve Officieren en Kader Infanterie) omdat er vanaf toen ook dienstplichtige onderofficieren (het kader) hun opleiding in Ermelo kregen. Daarna bevolkten nog verschillende legeronderdelen de Jan van Schaffelaerkazerne. 21
Eind 1994, na het opschorten van de dienstplicht (de dienstplicht is niet afgeschaft maar de opkomstplicht is opgeschort) kwam de kazerne in het bezit van het Schoolbataljon Centraal, dat deel uitmaakte van het Opleidingscentrum voor Initiële Opleidingen (OCIO), onderdeel van het Opleidings- & Trainingscommando (OTCO).
In 1952 werd naast de Jan van Schaffelaerkazerne een nieuwe kazerne gebouwd, vernoemd naar generaal Simon Spoor (Generaal Spoorkazerne). De naamgeving van beide kazernes tezamen werd toen Legerplaats Ermelo. Anno 2013 staat de Jan van Schaffelaerkazerne zo goed als leeg. De gebouwen worden binnenkort gerenoveerd en gaan in 2015 huisvesting bieden aan de Koninklijke Militaire School (KMS) wat nu nog domicilie heeft in Weert. Binnenkort volgen weer onderofficieren, nu echter beroepsmilitairen in plaats van dienstplichtigen, hun basis- en algemene functieopleiding in dit historische gebouw. We hopen dat zowel Defensie als de gemeente Ermelo zuinig is op dit stuk militair erfgoed.
22
De kazerne is opgezet volgens het zogenaamde paviljoensysteem. De verschillende functies zoals legering, kantoren, ziekenboeg, opslag en stallen werden strikt van elkaar gescheiden in aparte gebouwen. De kazerne bestaat uit een hoofdgebouw (gebouw 501), drie legeringsgebouwen (gebouw 505, 506 en 510) en een keukengebouw met ketelhuis en badvoorzieningen (gebouw 511). Deze gebouwen vormen samen een afgesloten, rechthoekig binnenterrein. Kleinere ondergeschikte gebouwen zoals magazijn (502), transformatorgebouw (503) en de inmiddels niet meer aanwezige stal, privaatgebouwen en munitiegebouw werden elders op het terrein gerealiseerd.
23
“Traditie is marcheren aan de spits van de vooruitgang, waarbij de band met het verleden behouden blijft”. REGIMENT INFANTERIE ORANJE GELDERLAND Het 45 pantserinfanteriebataljon Regiment Infanterie Oranje Gelderland is onderdeel van de 43e mechanische brigade; een brigade met vele voertuigen waaronder gepantserde voertuigen.
24
De traditie van het Regiment Infanterie Oranje Gelderland (RIOG) bestaat uit de geschiedenis van het RIOG zelf en van de geschiedenis van de stamregimenten: het 5e en 8e Regiment Infanterie. De geschiedenis van deze voorgangers is terug te voeren tot de Tachtigjarige Oorlog. De regimenten zijn opgericht in respectievelijk 1586 en 1595. Beide Regimenten hebben een rijke geschiedenis. Het 5e Regiment nam deel aan de veldtochten tegen Napoleon (Quatre Bras en Waterloo). Het 8e Regiment kwam in actie bij de verdediging van de Citadel bij Antwerpen (1832) en bij de verdediging van de Grebbenberg in 1940. Na de Tweede Wereldoorlog zijn beide Regimenten actief geweest in het toenmalige Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea. Vanaf 1951 leverde Oranje Gelderland militairen voor de troepenmacht in Suriname. De naam Oranje Gelderland dateert uit 1722. In dat jaar werd Johan Willem Friso (Stadhouder Willem IV) erkend als opvolger en erfgenaam van het Huis van Oranje. Hij kwam zo aan het hoofd te staan van een aantal compagnieën, die volgens het gebruik van die tijd vernoemd werden naar hun commandant en naar de landstreek van herkomst van het merendeel van de officieren en manschappen. Vandaar de naam Oranje Gelderland. Het Regiment bleef bestaan tot 1795. 25
Zoals hiervoor vermeld kwam het grootste deel van de manschappen uit het gewest Gelderland, het voormalige Hertogdom Gelre. Het helmteken dat door de Hertogen van Gelre op hun toernooihelm werd gedragen is daarom ook als embleem gekozen. Het bestaat uit een witte pauwenstaart die het wapenfiguur, de gekroonde dubbelstaartige leeuw, waaiervormig omsluit. De pauw was het symbool van opmerkzaamheid en oplettendheid. De bakermat was kasteel Staverden, gelegen tussen Harderwijk en Elspeet. De kasteelheer had een groot aantal witte pauwen. Deze pauw werd een deel van het Regiment. Dit helmteken komt ook voor in het wapen van de gemeente Ermelo. In 1950 werd een aantal nummerregimenten voorzien van een naam. Bij koninklijk besluit werd bepaald dat de tradities van het voormalige 5e en 8e Regiment infanterie zouden worden voortgezet door het nieuwe Regiment Infanterie Oranje Gelderland. Deze naam werd gekozen omdat ook beide Regimenten oorspronkelijk uit het gewest Gelderland afkomstig waren.
26
Het Regiment Infanterie Oranje Gelderland werd in 1994 opgeheven, als gevolg van de inkrimping van de Koninklijke Landmacht. De heroprichting van het Regiment in 2006 is het gevolg van een reorganisatie, waarbij de slagorde van de landmacht werd uitgebreid met een nieuw pantserinfanteriebataljon. Deels op basis van traditie heeft de Commandant Landstrijdkrachten gekozen om het bataljon te plaatsen op de Generaal Spoor / Jan van Schaffelaerkazerne waarmee het bataljon terugkeerde naar haar oorsprong, dichtbij kasteel Staverden. Het huidige bataljon heeft in korte tijd alweer historie opgebouwd. Na de heroprichting is het bataljon uitgezonden geweest naar Afghanistan en heeft het drie rotaties gedraaid in Cura�ao. Momenteel start het bataljon met voorbereidingen voor eventuele toekomstige missies.
27
Wij geven uw kookwensen de ruimte...
Complete keukens voor elk budget, Altijd meer keuken voor uw geld! Complete keukens voor elk budget, Altijd meer keuken voor uw geld!
Maandag t/m vrijdag op afspraak!
Mariënhoef 3a 3851 ST Ermelo 06-29408796
[email protected] www.vanderveldenkeukens.nl
LEO VAN DER VELDEN KEUKENIMPORT BV Iedere zaterdag van 10.00 t/m 16:00 geopend! leo van der velden keukenimport bv
Mariënhoef 3a 3851 ST Ermelo 06-29408796
[email protected] www.vanderveldenkeukens.nl
Maandag t/m vrijdag op afspraak! Iedere zaterdag van 10.00 t/m 16.00 geopend!
Militaria
Op het embleem van het 45e stonden een krokodil en een haan. De krokodil voor agressie, de haan voor waakzaamheid
oud naaigarnituur van Koninklijke Landmacht
lucifers
nood- of gevechtsrantsoen handboek voor de soldaat
29
‘Eripiendo Victoriae Prosum’ - ‘Al helpende dien ik de overwinning’
400 GENEESKUNDIG BATALJON De geschiedenis van het Regiment Geneeskundige Troepen is tevens de geschiedenis van de Geneeskundige Dienst Koninklijke Landmacht. Opvallend is dat één belangrijk onderdeel van de Landmacht, dwars door alle reorganisaties en verhuizingen heen, vanaf het prille begin tot op de dag van vandaag altijd binnen de poorten van de Ermelose kazerne vertegenwoordigd is geweest. Alsof de beleidmakers van Defensie aanvoelden dat juist dat legeronderdeel thuis hoort in zorgdorp Ermelo.
30
Sinds mensenheugenis is er strijd en ziekte en dus ook de behoefte om gewonden te verzorgen. De Romeinen beschikten zelfs al over georganiseerde geneeskundige verzorging. Het duurde echter tot de 19e eeuw voordat men inzag dat een militair geneeskundige dienst onontbeerlijk was voor de Nederlandse militairen. Van een georganiseerde geneeskundige verzorging bij de troepen te velde was nauwelijks sprake. Slechts incidenteel en met bescheiden middelen poogde men te doen wat men kon. De harde realiteit was dat de gewonde of ernstig zieke militair in vele gevallen aan zijn lot moest worden overgelaten. De invoering van de dienstplicht in 1814 bracht Koning Willem I tot het besef dat de geneeskundige verzorging van de militairen meer aandacht moest krijgen.
De geschiedenis van de Militaire Geneeskundige Dienst is nauw verbonden met de oprichting van het Internationale Rode Kruis in 1864. In Genève werd op 22 augustus van dat jaar een overeenkomst gesloten, die tot een verbetering van het lot der gewonden bij de legers te velde en in oorlogstijd moest leiden. 7 april 1869 is de geboortedag van het Regiment Geneeskundige Troepen. ‘Het wapen der infanterie wordt vermeerderd met twee Compagnieën Hospitaalsoldaten,’ luidde de tekst van het Koninklijke Besluit waarmee de komst van de Geneeskundige Troepen een feit werd. De eerste Geneeskundige Compagnie stationeerde zich in Amsterdam en de tweede in Utrecht. Rond 1900 werd dit aantal verdubbeld. De naam hospitaalsoldaten (waar 31
de naam hospikken van is afgeleid) verdween in 1936 en werd vervangen door geneeskundige troepen. Na de Tweede Wereldoorlog werden de Geneeskundige Troepen stevig verankerd in de nieuwe legerorganisatie. Op 7 januari 1946 kreeg het een nieuwe naam: Depot Geneeskundige Troepen. Deze naam veranderde veelvuldig, maar in juli van dat jaar werd de naam gedoopt in het Regiment Geneeskundige Troepen. Ook de structuur van de organisatie veranderde tot 1950 regelmatig. Vier jaar later ontstond het Dienstvak Geneeskundige Troepen. Eind 1993 werd, bij Koninklijk Besluit, de Geneeskundige Dienst en Geneeskundige Troepen samengebracht in het Dienstvak Geneeskundige Dienst Koninklijke Landmacht. Dit dienstvak heeft de traditie en het vaandel van het Regiment Geneeskundige Troepen Koninklijke Landmacht overgenomen. In oktober 2001 is dit Dienstvak opgegaan in het Dienstvak van de Logistiek. Het Regiment Geneeskundige Troepen is echter blijven bestaan. Op de kazerne in Ermelo is 400 Geneeskundig bataljon al 18 jaar een begrip. Voortgekomen uit 103 Geneeskundig bataljon, sinds de zestiger jaren ook gelegerd in Ermelo, levert zij de geneeskundig verzorging in binnen- en buitenland, voor alle missies van de Nederlandse krijgsmacht. 32
400 Geneeskundig bataljon was in 1995 een van de eerste volledige beroepseenheden na het opschorten van de dienstplicht. Het 400 Geneeskundig bataljon heeft voor deze taken de beschikking over 5 hospitaaleenheden en een staf. Deze eenheden beschikken over professioneel personeel en modern materieel. In totaal kan het bataljon 18 Spoedeisende Hulppunten, 14 Operatiekamers, 64 Intensive Care bedden, 240 verpleegbedden en 18 ziekenauto’s leveren. Daarbovenop de specialismen die elk ziekenhuis heeft, zoals radiologie, laboratorium etc. Deze capaciteiten zijn verdeeld over 5 compagnieën. Het bataljon is de afgelopen jaren ingezet in alle missies, van voormalig Joegoslavië tot Kunduz in Afghanistan. En men is altijd aan het opleiden en trainen voor de volgende missie waar die dan ook maar zou kunnen zijn. De komende periode staat het bataljon opnieuw voor een grote reorganisatie. Maar 400 Geneeskundig bataljon zal vanuit zijn kazerne in Ermelo altijd en overal de krijgsmacht, en Nederland, met kwalitatief hoogwaardige geneeskundige steun dienen. Daarmee blijft het, op geheel eigen wijze, invulling geven aan het Zorgdorp Ermelo.
33
Vanwege de lange geschiedenis met het dorp Ermelo heeft 400 Geneeskundig bataljon besloten een beëdigingsceremonie te organiseren op de markt in Ermelo. Zij deed dit op 5 juli j.l. vanuit de gedachte de bevolking te informeren en de goede band met de gemeente te bevestigen. Ick dien bij de troepen, de “GNK” Altijd als geroepen, de “GNK” Het is het mens’lijk leven waar ‘t om gaat Als iemand in nood is, staan wij daar paraat Gevaar voor ‘t eigen leven niet gespaard Gewonden verzorgen, wordt door ons geklaard. (1e couplet Regimentslied)
35
Militaire tehuizen Met de komst van de kazernes in Ermelo kwamen ook de militaire tehuizen. De eerste militaire tehuizen ontstonden eind 19e eeuw vanuit protestante en katholieke bewegingen die het welzijn van de militairen wilden bevorderen. Men wilde een alternatief bieden voor de bezoeken buiten de kazernes aan café, kroeg en kermis, wat tot groot drankgebruik leidden. Aangezien er veel militairen op de kazernes woonden, was ontspanning en gezelligheid noodzaak. Maar het moest óók buiten de kazerne plaatsvinden. Daarnaast hadden de bewegingen ook een educatief en vormend doel voor ogen. Er werden cursussen gegeven, filmavonden georganiseerd en men kon met de legerpredikant of aalmoezenier in contact komen. Het eerste Ermelose militair tehuis, een Protestant Militair Tehuis (PMT), werd in 1939 gebouwd op de kruising Leuvenumseweg en Jacob Catslaan. Dit PMT werd echter in de Tweede Wereldoorlog, net als de Jan van Schaffelaerkazerne door de Duitsers ingenomen. Begin vijftiger jaren van de vorige eeuw kwamen er aan de Leuvenumseweg, naast de nieuw gebouwde Generaal Spoorkazerne, twee nieuwe militaire tehuizen; een nieuw PMT en een KMT (Katholiek Militair Tehuis). Hoewel er landelijk ook Humanistisch Militaire Tehuizen ontstonden, kwamen die niet in Ermelo. Wel was er in Harderwijk sinds 1925 een Joods Militair Tehuis voor Joodse militairen uit de regio.
In 1983 sloot het KMT de deuren. Het gebouw kreeg drie jaar later andere gebruikers. Drumfanfare EDG betrok vanaf toen het gebouw en gebruikte het als oefenruimte. De naam werd De Muzenhof.
Met het einde van de Koude Oorlog in 1990 kromp het leger sterk. Veel kazernes werden gesloten en dienstplichtigen verdwenen uit de organisatie. Daarmee verviel ook de bestaansgrond voor de meeste militaire tehuizen en er ontstonden financiële problemen. De verschillende organisaties achter de tehuizen besloten samen te werken en er volgden noodgedwongen sluitingen. In 2010 kwam er één organisatie die verantwoordelijk werd voor het beheer van militaire tehuizen; Home-Base Support. Alle tehuizen zijn sindsdien ‘Echos Homes’. Echos Homes zijn voorzieningen waar ieder militair, ongeacht rang, stand, levensbeschouwing of nationaliteit, hartelijk welkom is. Defensie heeft verschillende locaties aangewezen waar deze bijzondere personeelszorg gewenst is, waarvan Ermelo er één is. Anno 2013 zijn er nog acht militaire tehuizen over in Nederland. En dat waren er ooit meer dan honderd! 37
Vanaf vandaag uw lokale nieuws op www.ermelovannu.nl met een uitgebreide fotoreportage van Open Monumentendag!
Lezing ‘Militairen op de Veluwe’ Wie denkt aan de Veluwe, denkt aan rust en natuur… maar ook aan de Landmacht. Vrijwel iedere dienstplichtige kwam ooit op de Veluwe terecht. Als rekruut in een van de vele kazernes, voor een bivak in bos of heide, met een tank over de brede zandpaden of toch minstens voor een schietoefening. De Legerkoerier schreef in 1953 vol enthousiasme: ‘Op de schiethei te Oldebroek dreunt gestadig het geschut; op de banen van de Harskamp fluiten de kogels.’ Voor het leger vormden de uitgestrekte Veluwse heidevelden het perfecte terrein voor grootschalige oefeningen. De militaire aanwezigheid nam er vervolgens snel toe, met de bouw van de kazernes rond 1900 en de uitbouw ervan in de jaren rond de Tweede Wereldoorlog. Duizenden jonge mannen brachten er hun diensttijd door, al dan niet rijdend in tanks die geleidelijk aan het schrikbeeld van toeristen op de Veluwe vormden. Dit veranderde aan het eind van de twintigste eeuw, toen de dienstplichtigen plaatsmaakten voor een beroepsleger. Diverse kazernes kregen een andere bestemming; delen van het oefenterrein werd teruggegeven aan de natuur. Het intensieve gebruik van de Veluwe heeft zijn sporen nagelaten. Een schuttersputje in het bos of een herdenkingssteen voor een gesneuvelde soldaat, maar ook kazernecomplexen voor een paar duizend man. Minder zichtbaar, maar minstens zo relevant zijn de herinneringen van de militairen die hier neerstreken. Zij waren het die de Veluwe geruime tijd tot een militair bolwerk maakten. Wat dit alles voor de Veluwe en haar bewoners betekende, komt aan bod tijdens de lezing van René Vossenbeld . Vrijdagavond 13 sept, 19.30 uur locatie: museum Het Pakhuis, Molenaarsplein 24 Ermelo 39
U kunt o.a. bij ons terecht voor! • • • • •
‘t Boeken van seizoen activiteiten Veluwse souvenirs en cadeautjes Fiets- en wandelroutes Geschenk & cadeaubonnen Ideeën voor leuke dagjes uit in de regio Ermelo…
… en nog veel meer!
VVV Ermelo Stationsstraat 20 3851 NH Ermelo T: 0341- 552200
[email protected] www.vvvermelo.nl
Landgoed Staverden Macht en pracht verwijst in Ermelo zeker naar landgoed Staverden, de plek waar de hertogen van Gelre in de 14e eeuw hun jachtslot hadden. Sinds 1400 woonden er leenmannen op het landgoed die het kasteel voor de graaf moesten bewaren en verdedigen. Vanaf die tijd geldt ook de traditie dat er witte pauwen moesten worden gehouden. Met de veren van deze pauwen werden de helmen van de graaf versierd. Daar dankt kasteel Staverden ook haar bijnaam ‘Witte Pauwenburcht’ aan. Nog steeds zijn er witte pauwen op Staverden, maar de veren gebruikt men niet meer voor de helmen. Ze worden nu ieder jaar aangeboden aan de commissaris van de koning in Gelderland. De pauwenveren komen ook terug in het embleem van het 45 pantserinfanteriebataljon (zie pag. 26) De laatste privé-eigenaren van het landgoed waren Frederik Bernard s’ Jacob, oud-burgemeester van Rotterdam en zijn zoon Herman Theodoor. Erfgenamen verkochten Staverden in 1963 aan de huidige eigenaar Stichting Het Geldersch Landschap. De tuinen zijn tijdens Open Monu-
41
mentendag te bezoeken en ook het bezoekerscentrum is geopend. In de pittoreske kapel zijn de familiewapens van onder andere de familie Kemper, s’ Jacob en de familie Sandberg (Leuvenum) terug te vinden in het glas-in-lood. Het landgoed, dat wordt doorkruist door de Staverdense Beek, is nog redelijk authentiek met een groot aantal pachtboerderijen. Ook staan er nog bakhuisjes, putten en pompen. Eén van deze hallehuisboerderijen is Kerkzicht dat dateert uit 1867. Na een brand is de boerderij rond 1882 herbouwd. Decennia lang konden de inwoners van Staverden in deze boerderij terecht voor levensmiddelen en huishoudelijke artikelen. Ook kwam men met regelmaat voor een praatje met de bewoners, de gezusters Wilgenburg. Men noemde het de ‘V&D van Staverden’. Vader Wilgenburg verkocht in zijn jonge jaren kruidenierswaren en ging met de bakfiets rond in Staverden en Leuvenum. Uiteindelijk bleef alleen het winkeltje, dat ingericht was in de voorkamer van de boerderij, over. Ruim 75 jaar voorzag de kleine winkel in boerderij Kerkzicht in de levensbehoeften van de bewoners van landgoed Staverden. Vijf jaar geleden kwam er een einde aan dit ondernemerschap toen één van de zusters overleed. Het Geldersch Landschap heeft de boerderij en het winkeltje geheel gerestaureerd waarbij veel aandacht is besteed aan historische elementen zoals de schouw en de bedstee. Op Open Monumentendag is het te bezichtigen. Boerderij Kerkzicht bevindt zich aan de Garderenseweg. 42
Thema 2014 Het thema van Open Monumentendag 2014 heeft de werktitel ‘Op Reis’ gekregen. Tja, een thema waar het comité zich weer eerst even flink over moet buigen. In eerste instantie komt het begrip recreatie naar boven, maar of dat in monumenten te vertalen is? Op reis? Komen we dan uit in Ermelo-Zuid Afrika of Ermelo-Portugal? Of moeten we ons gaan richten op toeristen die op reis Ermelo aandoen? Eerlijk gezegd weten we het nog niet. We wachten eerst ook nog op de input van het landelijke OMD comité. Wel weten we dat het Ermelose comité - voor het zevende jaar op rij - ook in 2014 een gevarieerd programma zal maken.
We zien u dan graag weer terug op de tweede zaterdag van september (13 september). Tot dan!
43
Open Monumentendag 2013 route route route Jan van Schaffelaer Kazerne route Romeins Marskamp route landgoed Staverden route retour het Pakhuis Romeins marskamp
0
0,5
1
Kilometers 2
Met dank We willen hierbij iedereen nogmaals bedanken die zich heeft ingezet om deze Open Monumentendag in Ermelo mogelijk te maken. Speciale dank aan de gemeente Ermelo voor haar financiële bijdrage en Ministerie van Defensie, in de personen van kolonel Anthony Leuvering (RMC), majoor Peter Kees Hamstra, majoor Bas Kuipers, majoor Gerrit Gerritsen en kapitein Ton Schouten, die enorm veel energie hebben gestopt om het OMD-programma op de Jan van Schaffelaerkazerne te laten plaatsvinden.
Comité Open Monumentendag Ermelo: Gert Hofsink, Reinier Kaper, Gert van Loo, Steven van Loo, Ronnie Regeling en Natalie Overkamp Vormgeving programmaboekje: ZebraBlauw tekst&beeld, Ermelo © 2013 OMD Ermelo
47
www.omdermelo.nl