Regelingen Onderwijs Jaargang 9 |
Nummer 2 | april 2008
Besturen moeten beslissen over koop of huur van het schoolgebouw Invloed van ‘Europa’ op het onderwijs blijkt groter dan je zou denken
April 2008 Jaargang 9
NUMMER 2
Zakelijk
vakblad voor professionele bedrijfsvoering en deskundigheidsbevordering
School
In de strijd om het talent zijn meerdere instrumenten beschikbaar management financieel p&o ict facilitair marketing kwaliteit
04 Kopen of huren
Gemeenten en onderwijsinstellingen moeten een afweging maken of ze willen huren of kopen. “Als het gaat om een korte periode, dan is huren vaak de beste optie. Maar gaat het om 20 jaar of meer, dan is kopen echt het meest interessant.”
INHOUD
10 De school in Europa
De discussie over het Europees aanbesteden bij de aankoop van schoolboeken staat niet op zichzelf. Bij nadere beschouwing blijkt de invloed van Europa op de dagelijkse onderwijspraktijk toch groter dan je op het eerste gezicht zou denken.
Regelingen Onderwijs SchoolZakelijk
Vakblad voor professionele bedrijfsvoering en deskundigheidsbevordering. Verschijnt als tweemaandelijkse bijlage bij Regelingen Onderwijs, een uitgave van Sdu Uitgevers bv Jaargang 10, nummer 2, april 2008 Hoofdredactie
Ronald te Loo Bert Nijveld Redactie
14
Peter de Visser Mark Jager
Digitale leermiddelen
Het moment dat Van Dijk Educatie toe kan met enkele ict-ers en geen boeken meer zal distribueren is nog ver weg. Toch richt de dienstverlening zich meer en meer op het makkelijk toegankelijk maken van digitale leermiddelen.
Redactieadres
SDU Uitgevers bv, Julia van Rutten Postbus 20014, 2500 EA Den Haag Tel. : 070 – 378 95 29 E-mail:
[email protected] Uitgever
16 Personeelswerving
In de strijd om het steeds schaarser wordend onderwijspersoneel kunnen, naast de traditionele manier van werven, nieuwe instrumenten worden ingezet. Een actieve benadering is op z’n plaats.
18
Binnenmilieu
Het kabinet neemt onvoldoende maatregelen om het binnenmilieu van scholen te verbeteren, betoogt Frans Duijm. “Belangrijk is het besef dat een schoolgebouw allereerst dient voor het creëren van een binnenmilieu dat optimaal is voor leerlingen en leerkrachten. Er is daarom een hoge standaard nodig. De kabinetsplannen zijn niet toereikend om zo’n standaard te halen.”
22
Takenpakket conciërges
De ‘restklussen’ in een school belanden doorgaans bij een conciërge. Die is doorgaans niet voor één gat te vangen en weet er wel raad mee. Scholen die de ondersteuning (kosten)efficiënt en effectief willen organiseren, zullen allereerst duidelijkheid moeten scheppen over de verwachtingen die er zijn ten aanzien van de ondersteuning.
02
SCHOOLZAKELIJK
April 2008
Roel Langelaar, Sdu Uitgevers bv Abonnementen (Regelingen Onderwijs inclusief Regelingen Onderwijs SchoolZakelijk)
Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, Tel.: 070 - 378 98 80, Fax: 070 - 378 97 83 E-mail:
[email protected] Advertentie exploitatie
Recent bv, Ray Aronds, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam Tel.: 020 - 330 89 98, Fax: 020 - 420 40 05 E-mail:
[email protected] Vormgeving
Dupuis Communicatie, Rotterdam © Sdu Uitgevers BV, Den Haag, 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets it deze uitgave mag verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
VOORWOORD
Celdeling Waarom vraag ik uw aandacht voor de onlangs overleden Eckart Wintzen? Niet alleen omdat hij een bijzondere man was, die zijn bedrijf BSO in 20 jaar liet groeien van tien tot 10.000 medewerkers met kantoren in twintig landen. Maar vooral om de manier waarop hij dat deed. Eckart Wintzen was de uitvinder van de zogenaamde celdeling. Het principe daarvan is simpel. Als een organisatieonderdeel een omvang krijgt van 50 medewerkers moet het de start van een nieuwe cel voorbereiden. En bij een omvang van 65 medewerkers vindt de celdeling plaats. Er ontstonden dan twee nieuwe cellen met ongeveer 30 medewerkers. Waarbij voor zaken als administratie, marketing en de rapportage zeer strikte richtlijnen bestaan. Kenmerkend voor de cellen is een grote mate van autonomie binnen strikte grenzen en een sterke missie: een wij gevoel. Gelukkig heeft Eckart Wintzen zich tijdig laten verleiden om een zeer leesbaar boek over zijn ideeën te schrijven, het in 2007 uitgekomen Eckart’s Notes. Hij komt tot de conclusie dat celdeling vooral toepasbaar is voor dienstverlenende organisaties die op veel plaatsen diensten aanbieden aan veel klanten. Zoals restaurants, wegenwacht, accountantskantoren en scholen. Wintzen heeft niet veel over onderwijs geschreven, maar wat hij erover schreef was volstrekt helder. Uit Eckart’s Notes, 2007: “... ik denk dat onze overheid twintig jaar geleden de stomste fout sinds lang gemaakt heeft door de Mammoetwet te combineren met een stimulering van fusies onder de scholen. Een denkfout eerste klasse: ja, natuurlijk willen we wel duidelijke standaards in ons onderwijs! We willen inderdaad een opleidingssysteem in modules die op veel manieren op elkaar aansluiten, ja dat wel! Maar we willen geen belachelijk grote vleesfabrieken die druipen van de overhead, waar niemand weet wie wie is, laat staan wat de ander doet....” Voor mij is het boek van Wintzen veruit het beste (en best leesbare) managementboek voor het onderwijs van de afgelopen jaren. Het geeft een interessant idee hoe grootschalig organiseren met kleinschalige autonomie valt te koppelen. Het belangrijkste knelpunt lijkt mij te liggen in het wij gevoel: zouden scholen voldoende teamgeest hebben om Wintzen’s celdeling te kunnen toepassen? Ook zonder het toepassen van celdeling staat het boek vol met direct toepasbare ideeën. Lezen dus! Maar uiteraard na het lezen van de Schoolzakelijk, waarin we steeds proberen om bedrijfsvoering in het onderwijs vanuit verrassend perspectief te belichten. Ronald te Loo, hoofdredacteur
April 2008
SCHOOLZAKELIJK
03
Tekst Paul Voogsgerd
Invloedsvraag bepalend voor koop of huur facilitair
Schoolbesturen beslissen graag zelf over huisvesting
Kopen of huren? Voor die vraag komen gemeenten en onderwijsinstellingen steeds weer te staan wanneer de behoefte aan nieuwe huisvesting voor een school zich aandient. Wat is wijsheid? Wat zijn de voor- en nadelen van beide mogelijkheden op korte en op lange termijn? De visie van Bas Hoft en Martijn Ahlers, maatschappelijk vastgoedadviseurs bij ICSadviseurs. “De vraag Kopen of huren? doet zich bijvoorbeeld voor bij de ontwikkeling van multifunctionele accommodaties (MFA’s)”, zegt Martijn Ahlers. “Het aantal MFA’s groeit enorm snel in Nederland. Vaak gaat 04
SCHOOLZAKELIJK
April 2008
het om brede scholen waarin het onderwijs – een of meer scholen – veruit de grootste participant is. Daarnaast nemen andere instellingen deel, veelal organisaties die het maatschappelijk welzijn dienen maar wel
zichzelf bedruipen. Kleinere gemeenten zijn er niet op ingericht zelf zo’n gebouw te ontwikkelen en te beheren en zoeken daarvoor dus een andere partner. Ze zijn eenvoudig niet gewend voor andere partijen te
‘Bij een langdurig huurcontract kun je je afvragen bouwen en doen dat dan ook liever niet. We zien bijvoorbeeld steeds vaker dat woningcorporaties ook graag brede scholen mee ontwikkelen. Soms uit maatschappelijke betrokkenheid zelfs tegen een relatief lage prijs. Dat biedt interessante mogelijkheden voor zowel gemeenten als scholen. De corporaties zijn, gezien hun achtergrond en hun grootte, immers vaak veel beter in staat eigenaar en beheerder te zijn. De gemeente heeft voor het primair en voortgezet onderwijs een huisvestingsplicht en wordt dan huurder van het onderwijsdeel in het gebouw. De levensvatbaarheid van zo’n MFA staat of valt dan wel met de aanwezigheid van de school. Daarom worden vaak langdurige huurcontracten afgesloten waarbij je je kunt afvragen in hoeverre er dan nog verschil is met kopen. Overigens wordt bij gemeenten de keus voor huren vaak ook ingegeven door externe factoren - bijvoorbeeld omdat de gewenste locatie in het bezit is van een andere partij.” Schoolbesturen professionaliseren “Eigenlijk gaat het maar om één ding en dat is invloed”, zegt Bas Hoft. “Het is een afgeleide van de doordecentralisatie van overheidsgelden. Dat begon in 1997 toen de rijksoverheid de zorg voor huisvesting van scholen in het po en vo overdroeg aan de gemeenten. Die kregen daarbij op hun beurt de mogelijkheid het geld te doordecentraliseren naar de schoolbesturen. En daarin hebben we de afgelopen jaren een gestage ontwikkeling gezien. Eerst gingen de universiteiten zelf voor hun huisvesting zorgen, later de hbo-scholen en de roc’s. De gemeenten zijn nu nog wel verantwoordelijk voor de huisvesting van po- en voscholen, maar de scholen in het voortgezet onderwijs zijn bijvoorbeeld al wel zelf verantwoordelijk voor het deel beheer en onderhoud van de huisvesting. Het is een logische beweging die zich steeds verder doorzet. We zien de schoolbesturen steeds meer professionaliseren waardoor ze ook steeds beter in staat zijn zelf het vastgoedbeheer op zich te nemen. Binnen nu en vijf à tien jaar zal dit in het voortgezet onderwijs dus zeker zijn beslag krijgen. Want steeds meer scholen willen zelf kunnen beslissen over hun huisvesting. De politieke weg die in de gemeente moet worden gevolgd, kost vaak enorm veel tijd waarbij veel belanghebbenden hun stem willen laten horen. Onvergelijkbaar met het
wat dan nog het verschil is met kopen’ bedrijfsleven waar van bovenaf wordt beslist over nieuwbouw en vaak snel zaken wordt gedaan. Schoolbesturen kiezen in toenemende mate voor een bedrijfsmatige aanpak en willen dan ook niet meer afhankelijk zijn van de gemeente. In het primair onderwijs gaat het er uiteindelijk ook van komen, al is daar wel een beperking dat basisscholen echt een wijkvoorziening zijn waarop gemeenten natuurlijk graag grip willen blijven houden.” Politieke keuzes Schoolbesturen willen dus meer invloed, maar vooralsnog ligt de verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting in po en vo nog wel bij de gemeente. “En in deze situatie is er toch wel een opmerkelijk verschil tussen de gemeente die eigenaar is van een gebouw of de gemeente die het pand voor de school huurt van een derde partij”, weet Hoft. “De verhuurder is immers altijd verantwoordelijk voor het onderhoud van het pand. Bij een commerciële verhuurder kun je er op rekenen dat je gebouw goed wordt onderhouden. En als dat niet het geval is, kun je hem daarop altijd aanspreken. Maar een gemeente heeft te maken met budgetten. Wanneer die niet toereikend zijn, of wanneer er andere politieke keuzes worden gemaakt, dan blijft het onderhoud aan schoolgebouwen nogal eens liggen. Een ander verschil is dat je als gebouweigenaar te allen tijde de mogelijkheid hebt om het gebouw aan te passen aan jouw eisen en wensen. Dit is voor een huurder niet zo vanzelfsprekend, deze dient daarvoor toestemming te krijgen van de verhuurder.” Risico Blijft over de financiële kant van de zaak. Want op dat gebied zijn er tussen koop en huur natuurlijk wel de nodige verschillen. “Interessant is dat vaak het idee bestaat dat huren goedkoper is dan kopen”, zegt Ahlers. “Maar als je koopt heb je feitelijk alleen te maken met de vergoeding die je betaalt voor het geld dat je leent. Vergelijkbaar met de hypotheek op de huizenmarkt. Onderhoudskosten zijn er natuurlijk ook, maar die worden op een andere manier betaalt. Ze zijn er dus wel maar je ziet ze niet direct. Als koper draag je ook het risico maar dat wordt niet uitge-
drukt in geld. Je krijgt er immers alleen mee te maken als er iets onvoorziens gebeurt. Als je echter een gebouw huurt, dan worden naast de kapitaallasten, ook de kosten voor onderhoud, vastgoedmanagement en een opslag voor winst en risico aan je doorberekend”. Bas Hoft vult aan: “Vergelijk het met de aanbiedingen voor financiering van een auto of een nieuwe wasmachine. Tel de maandelijkse termijnen maar eens op en zie dan wat je meer hebt betaald! Als het gaat om een relatieve korte periode, dan is huren vaak de beste optie. Maar gaat het om 20 jaar of meer, dan is kopen echt het meest interessant.” Flexibiliteit beperkt Samenvattend kunnen we vaststellen dat de invloedsvraag cruciaal is. Wie invloed heeft, kan beslissen over koop of huur. In de huidige situatie is het de gemeente die bepaalt of er gekocht wordt of gehuurd. In het geval van koop, is de school afhankelijk van de gemeente en dus van budgetten en veelal complexe besluitvorming. Als de gemeente huurt, biedt dat enig voordeel omdat in ieder geval het onderhoud dan de verantwoordelijkheid is van een derde partij. Wanneer de gemeente de gelden voor onderwijshuisvesting doordecentraliseert is het aan het schoolbestuur te kiezen voor koop of huur. Huren is dan vooral interessant als het gaat om een relatief korte periode. “En dan nog moet je je realiseren dat de flexibiliteit bij onderwijshuisvesting beperkt is”, zegt Bas Hoft. “Een bedrijf kan zijn kantoor opzeggen en in no time ergens anders verder gaan. In het onderwijs geldt dat alleen voor de kantoorfuncties (staf/ directie). Voor het onderwijs zelf is meer nodig. Gezien de ontwikkeling van de doordecentralisatie is het met name voor scholen in het voortgezet onderwijs zaak zich goed voor te bereiden op de keus waarvoor ze binnen afzienbare tijd komen te staan. Dan moeten ze hun visie hebben ontwikkeld om bewust de juiste beslissingen te kunnen nemen.” ICSadviseurs adviseert onder meer scholen, gemeenten en woningcorporaties bij vraagstukken op het snijvlak van organisatie en huisvesting. Kijk voor meer informatie op www.icsadviseurs.nl.
April 2008
SCHOOLZAKELIJK
05
Met 20/20 vision heeft u altijd volledig inzicht in de stroom inkoopopdrachten en inkoopfacturen binnen uw organisatie. Het kan gekoppeld worden aan ieder financieel systeem en biedt u o.a. de volgende faciliteiten: Digitaliseren van inkoopfacturen en alle aan het inkoopproces gerelateerde documenten Automatische codering inkoopfacturen op basis van herkenning (OCR) Webbased workflow voor goedkeuring van inkopen en facturen Decentrale toegang tot het digitaal inkoop- en factuurarchief Wilt u meer weten over 20/20 vision, de software-oplossing die zichzelf binnen een jaar terugverdient, of in contact komen met diverse tevreden referenties binnen het onderwijs; neemt u dan vrijblijvend contact met ons op.
“...De handmatige verwerking van inkoopfacturen is in alle organisaties een “crime”, zo ook bij ROC Leiden. Wij verwerken zo’n 12.000 facturen per jaar en door vele schakels en locaties in het goedkeuringsproces waren zij vaak veel te lang onderweg. Ook wist onze centrale financiële administratie niet bij wie de documenten lagen. Dit leidde tot veel onnodige communicatie, te late betaling en natuurlijk de nodige herinneringen. Na een implementatieperiode van een paar maanden werd in januari 2004 20/20 vision in gebruik genomen. Met dit systeem hebben we op alle fronten
optimale beheersbaarheid bereikt. De budgethouders kunnen via het internet hun facturen goedkeuren en zij hebben tevens toegang tot het digitale archief. De elektronische koppeling met ons financieel systeem zorgt ervoor dat de lopende verplichtingen in de maandelijkse rapportage worden meegenomen. De investering in 20/20 vision is inmiddels dubbel en dwars terugverdiend...”
Tel. +31 (0)70 346 72 76
www.2020vision.nl
Hoofd administratie ROC Leiden: Frank Baeten.
a cane company
-*+45&/413&"%4)&&54 "-("
6XJMUUPDIBMMÊÊOFFO *$5QSPEVDUBMTVXEPDFOUFO FSPPLNFFLVOOFOPNHBBO
5&,457&38&3,&/ (3"'*&,&/.&&5,6/%&
1SPEVDUÍOUSBJOJOH ,XBMJUFJUWBOMFTHFWFOHFXBBSCPSHE "MTSFLFONBDIJOFFOBMTTPGUXBSFWPPSEFDPNQVUFSCFTDIJLCBBS
7*&3%:/".*4$) (&,011&-%& 0.(&7*/(&/ 5& #&8"3&/*//
%0$6.&/5
5*/TQJSF5&$)/0-0(*& 7PPSFFOCFUFSCFHSJQWBOEFXJTLVOEF XXXFEVDBUJPOUJDPNOFEFSMBOE
/VUJKEFMJKL 5*/TQJSFCVOEFM IBOEIFME TPGUXBSF
WPPSTMFDIUTö UFM FYDMVTJFGöWFS[FOELPTUFO
6XFYQFSUJTF0O[FUFDIOPMPHJF4VDDFTWPPSEFMFFSMJOH
Rijksambtenaren die leraar willen worden in het voortgezet onderwijs in de Haagse regio krijgen een steuntje in de rug. Het gaat hierbij om een pilot waaraan vijftig rijksambtenaren, die belangstelling hebben voor een baan in het voortgezet onderwijs, kunnen deelnemen. Staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs is enthousiast over de pilot. Volgens haar moeten alle mogelijkheden worden aangegrepen om het lerarentekort tegen te gaan. Dit initiatief draagt daar aan bij, aldus Van Bijsterveldt. Op dinsdag 8 april ondertekende minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in aanwezigheid van staatssecretaris Van Bijsterveldt, een convenant waarin afspraken zijn vastgelegd om de overstap van rijksoverheid naar het onderwijs mogelijk te maken. De kandidaten moeten over een hboof wo- diploma beschikken. Ze volgen een uitgebreide introductieperiode en een lerarenopleiding. Scholen in de regio Den Haag stellen vacatures ter beschikking in vakken waar een tekort aan docenten is. Indien de overstap leidt tot een lager salarisniveau betaalt het Rijk gedurende vijf jaar een aanvulling op het salaris. Inmiddels is gestart met de werving van belangstellenden. Het A+O fonds Rijk, een samenwerkingsverband tussen werkgevers en werknemers
Eindrapport Taskforce Combinatiefuncties
KORT NIEUWS
Rijksambtenaren krijgen steun bij overstap naar onderwijs
Donderdag 20 maart ontving staatssecretaris Sharon Dijksma het rapport van de Taskforce Combinatiefuncties uit handen van voorzitter Philip Geelkerken. Het rapport levert concrete handvatten voor organisaties in de onderwijs, sport en cultuursector voor het aanstellen van combinatiefunctionarissen. In december maakte staatssecretaris Dijksma, mede namens de andere OCW-bewindslieden afspraken met staatssecretaris Jet Bussemaker (VWS), de VNG, onderwijsorganisaties, sportkoepel NOC-NSF en de Cultuurformatie over de realisatie van 2500 combinatiefuncties in 2012. Ter ondersteuning van deze doelstelling is de Taskforce Combinatiefuncties ingesteld. Een combinatiefunctionaris is werkzaam in verschillende sectoren maar in dienst bij één werkgever. Bijvoorbeeld een muziekdocent die zowel lesgeeft op de muziekschool als op de Brede School.
Nieuwe richtlijn jaarverslagen onderwijs Jaarlijks rapporteren onderwijsinstellingen in hun jaarverslag over het gevoerde beleid, kernactiviteiten, de financiële stand van zaken etc. Voor het opstellen van de jaarverslagen van het gehele onderwijsveld is nu een nieuwe richtlijn gereed. Vanaf het verslagjaar 2008 maken alle bekostigde onderwijsinstellingen hun jaarverslag op dezelfde manier. De richtlijn geldt voor alle door het ministerie van OCW en het ministerie van LNV bekostigde vormen van onderwijs voorzover zij worden bekostigd op grond van de onderwijswetgeving WPO, WEC, WVO, WEB of WHW. De nieuwe inrichting sluit ook nauw aan op de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving en betekent een grote stap vooruit op weg naar verdere transparantie en professionalisering van de verantwoording. De richtlijn draagt bij aan meer autonomie en professionalisering in het onderwijs. De belangrijkste drijfveer is dat de onderwijsinstellingen met hun nieuwe jaarverslagen beter toegerust zijn om de zogeheten 'horizontale verantwoording' in te vullen: het overleg met de leerling, student, ouder, werknemer, medezeggenschapsraad of Universiteitsraad, gemeente(n), het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.
April 2008
SCHOOLZAKELIJK
07
Organisatieontwikkeling:
Speciaal voor schooldirecteuren:
De Beleidsplanner PO: beleid ontwikkelen en voortgang bewaken. Werken met de Kwaliteitsmeter PO (reeds 2200 scholen gingen u voor!). Ontwikkelen en/of evalueren van het onderwijsconcept; ontwikkelen van het schoolplan. Onderzoeken van samenwerking tussen besturen en begeleiden van besturenfusies en scholenfusies. Verzelfstandigen van openbaar onderwijs. Opzetten, implementeren en/of verder ontwikkelen van personeelsbeleid, financieel beleid, kwaliteitsbeleid.
Coaching en/of sparring. Verzorgen van professionaliseringstrajecten op maat, o.a. Management Development trajecten. Begeleiden van startende directeuren (ook bij de aanvraag van � 6.000 startsubsidie van OCW).
Speciaal voor besturen en bovenschools managers: Ontwikkelen van een meerjaren strategisch beleidsplan. It·s lonely at the top; sparring of coaching. Good Governance. Proces begeleiden naar en inrichten van Raad van Toezicht en College van Bestuur.
Speciale diensten: Werving & Selectie voor managementfuncties. Assessments en 360° Feedback. Interim-management. Projectleiding bij o.a. integratie van onderwijs- en jeugdbeleid. Benchmarking van gegevens Kwaliteitsmeter PO.
Graag geven wij u meer informatie. Nieuwe Steen 18, 1625 HV Hoorn 0229 - 24 42 24,
[email protected] www.vanbeekveldenterpstra.nl
Verantwoord veranderen met hart voor onderwijs
Partnerschap, als voorwaarde voor het succes In de snel veranderende onderwijswereld zijn bestuurders en managers van onderwijsinstellingen afhankelijk van een deugdelijke administratie. Merces is gespecialiseerd op dit terrein en staat garant voor kwalitatief hoogwaardige ondersteuning op de gebieden: Salarisadministratie, Personeelsadministratie, Financiële administratie, Managementinformatie en Opleiding & Training en Ten behoeve van o.a. het Integraal Personeelsbeleid hebben wij Merces@Work. Een totaaloplossing voor P&O en salarisverwerking. Onze jarenlange ervaring gekoppeld aan een flexibele werkwijze en Moderne ICT, maakt Merces uw geschikte partner. T: 0344 648000
Merces BV
[email protected]
F: 0344 648099
Postbus 6277
www.merces.nl
4000 HG Tiel
De grootste stijging van het uurloon werd in het eerste kwartaal van 2008 gemeten in de bedrijfstak onderwijs (+3,3 procent). Ook bij de financiële instellingen (3,2%), de energie- en waterleidingsbedrijven (3,1%) en vervoer en communicatie (3,1%) zijn de lonen sterk toegenomen ten opzichte van een jaar eerder. De CAO-lonen zijn gemiddeld met 2,7 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Dat is meer dan in heel 2007, toen de cao-loonstijging nog 2,1 procent bedroeg. De voorlopige uitkomsten van het eerste kwartaal 2008 zijn gebaseerd op 86 procent van de cao’s. Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2007 was de cao-loonstijging relatief laag. Dit komt doordat de cao-lonen in de tweede helft van 2007 meer zijn gestegen dan in het eerste halfjaar.
Kledingvoorschriften op school Centrum School en Veiligheid (CSV) heeft een informatieblad uitgegeven over hoofdbedekking en gezichtsbedekkende kleding in en om school. Daarin worden de schoolpraktijk, wetgeving en uitspraken van de Commissie gelijke behandeling op een rij gezet. Dat kan u helpen te bepalen hoe u op school om wilt gaan met kledingvoorschriften. Ook OCW komt met hulp voor een kledingleidraad voor scholen. Aanleiding is de rechtszaak van een docente die werd ontslagen, omdat ze uit religieuze overtuiging een niqaab ging dragen en weigerde handen te schudden. zie: www.schoolenveiligheid.nl
KORT NIEUWS
CAO-lonen in onderwijs meest gestegen
Niet terugbetalen Het voortgezet onderwijs heeft in korte tijd een tweede overwinning behaald op het ministerie van OCW. Na de rechtbank in Utrecht, oordeelt nu ook de rechtbank in Middelburg dat een school geen geld hoeft terug te betalen, dat het ministerie had verstrekt voor vo-leerlingen die lessen volgden bij het plaatselijke ROC. In maart oordeelde de rechtbank in Utrecht dat OCW geen grond heeft voor terugvordering van geld voor leerlingen die stonden ingeschreven bij het voortgezet onderwijs maar lessen volgden bij het ROC. Het betrof het Utrechtse bestuur NUOVO, dat volgens het ministerie 464.816 euro moest terugbetalen. De rechter was het hier dus niet mee eens. Op 3 april volgde de uitspraak van de rechtbank Middelburg in een vergelijkbare zaak van SSG De Rede in Terneuzen, waarvan de minister 375.993 terugvorderde. De rechter wijst erop dat gemeenten destijds de openbare scholen aanwezen als verantwoordelijk voor het onderwijs aan alleenstaande minderjarige asielzoekers, want daar gaat het hier vooral om. Omdat de internationale schakelklassen werden opgeheven en deze leerlingen met taal- en leerachterstanden geen regulier vo-onderwijs konden volgen, vindt de rechtbank dat De Rede voor deze groep een prima oplossing heeft gevonden. Dit door voor hen een aangepast programma te maken dat door het ROC werd verzorgd. Daarbij heeft de Rede volgens de rechtbank voldoende aangetoond de regie te hebben gehouden en verantwoordelijkheid voor de leerlingen te hebben gekregen en gehouden, waardoor is voldaan aan het werkelijk-schoolgaand-vereiste van het Bekostigingsbesluit.
Rouvoet kritisch over schaalvergroting De schaalvergroting in het onderwijs en het nieuwe leren leggen te veel druk op kinderen en jongeren. Dat zegt minister André Rouvoet van Jeugd en Gezin. Minister Rouvoet signaleert een toename van het aantal kinderen met gedragsproblemen. De oorzaak daarvan ligt volgens hem niet alleen bij de ouders die tegenwoordig minder tijd voor hun kinderen hebben dan vroeger, maar ook bij de schaalvergroting in het onderwijs en het nieuwe leren. 'Dat legt allemaal druk op onze kinderen', aldus Rouvoet. Hij zegt ook dat er voor kinderen met gedragsproblemen veel 'onbedoeld gebruik' wordt gemaakt van overheidsvoorzieningen, zoals persoonsgebonden budgetten (pgb's). 'De regels zijn wel erg ruim', zegt de minister, die daarbij aantekent dat de AWBZ, waaronder de pbg's vallen, bedoeld is voor onverzekerbare zorg. 'Je kunt je afvragen of alle vormen van begeleiding van jongeren met problemen daaronder moeten vallen.'
April 2008
SCHOOLZAKELIJK
09
Tekst Boudewijn A.M. van Velzen (directeur APS International) met dank aan Marja van der Hagen
Discussie over gratis schoolboeken Kwaliteit
De school in Europa De discussie over de gratis schoolboeken bracht het 2e Kamerlid van Dijk tot de verzuchting: “Straks zitten leerkrachten meer in Brussel dan in de klas. De Europese Unie zou niets te maken moeten hebben met het Nederlandse onderwijs.” Een goede aanleiding om eens te kijken naar die invloed van de EU op het werk in de scholen. In het Verdrag van Maastricht, overeengekomen in 1992, is bepaald dat onderwijs onder de bevoegdheid van de afzonderlijke landen zou blijven. Wel spraken de lidstaten af gezamenlijk inspanningen te ondernemen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en de landen van elkaar te laten leren. Het mechanisme dat daartoe in het leven is geroepen wordt aangeduid als ‘open coördinatie’, wat in beginsel betekent dat ieder land kan beslissen in welke mate men wel of niet meedoet. Daaruit zijn programma’s voortgekomen als Lingua, Socrates en Comenius. Vele duizenden docenten hebben deelgenomen aan Arion, een internationaal uitwisselingsprogramma dat het mogelijk maakte via het Europees Platform een buitenlandse studiereis te maken. En in het hoger onderwijs heeft dat bijvoorbeeld de Bachelor-Masterstructuur opgeleverd. Jaren later, in Amsterdam en Lissabon, besloot de Europese top het best presterende onderwijssysteem van de wereld te willen ontwikkelen, een doel dat bereikt zou moeten worden in 2010. Na een verkenning van een commissie onder voorzitterschap van oud minister-president Kok is dat doel wat genuanceerd, en is met name opgemerkt dat zo’n hoge ambitie niet kan zonder gelijktijdige verhoging van de investeringen. Maar dat doel geldt desondanks nog steeds. Overigens hebben de Verenigde Staten en Japan hetzelfde plan, en die lijken het ook niet te kunnen realise10
SCHOOLZAKELIJK
April 2008
ren. Waar het in dit artikel om gaat is dat de ambitie niet goed gericht is en dat we wantrouwend zouden moeten zijn over het systeem van standaardisering dat voortvloeit uit die ambitie. Standaards Na Maastricht is een discussie op gang gekomen over de definitie van kwaliteit. Die onttrok zich aan de controle van politieke organen als de Tweede Kamer en leek daarom misschien vrijblijvend. Maar er zijn wel standaards uit die discussie voortgekomen die van invloed zijn op onze scholen. De examenprogramma’s worden voor veertig tot vijftig procent door Europese standaarden bepaald. Recentelijk nog bleek dat 38 leerlingen van het ROC Amsterdam Airport geen stage zouden kunnen lopen bij de KLM. De toetsen die ze maakten waren niet Europees erkend, waardoor ze in de ogen van de KLM niet voldeden aan de minimale opleidingseisen die het lopen van de stage mogelijk moeten maken. Veel docenten en scholen denken dat wij in Nederland ons eigen programma hebben, maar dat is dus helemaal niet zo. Wij hebben nationale examens en een nationaal onderwijsprogramma die passen binnen Europese kaders. Als we praten over het belang van schoolonderzoeken versus centrale examens en over schooladvies versus Cito-toets dan moet je de Europese component in de discussie betrekken. De competenties die de basis
vormen van competentiegericht onderwijs richten zich naar Europese standaards. Naarmate de scholen meer autonomie krijgen, zullen ze zich meer naar Europa moeten richten. In de nabije toekomst moeten individuele scholen zich leren verhouden tot een heel ander kader. Je ziet dat nu bijvoorbeeld al gebeuren in de Euregio Enschede, waar scholen gezamenlijk een regionaal kader ontwikkelen dat een beetje nationaal maar vooral Europees is afgestemd. Die scholen zullen het niet erg vinden als Den Haag zich verder terugtrekt. Dan hebben ze meer beleidsvrijheid om met hun Duitse collega’s afspraken te maken. Het gaat er dan ook niet om of deze ontwikkelingen gunstig of niet gunstig zijn. We stellen vast dat er in feite geen echte controle is op die ontwikkelingen. Niet door het parlement, niet door de ouders, niet door het veld. Al in 2002 waarschuwt Rogier Standaert, directeur van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling van het Vlaamse Ministerie van Onderwijs, voor deze ontwikkelingen op een conferentie over het thema ‘Internationalisering en Onderwijs’. Het is allemaal te technocratisch, en –zo voorspelt hij - dat zal de implementatie uiteindelijk blokkeren. Wat dat betreft zijn de perikelen rond de invoering van de gratis schoolboeken in het Nederlandse onderwijs een belangrijke waarschuwing. Keurslijf Europese standaards zijn niet wetgevend. Toch hebben ze wel degelijk iets dwingends, zij het indirect. Zo is een internationale norm ontstaan op het gebied van wiskunde. In Nederland is de realistische wiskunde al veel langer gemeengoed, maar de overige landen worden toch min of meer gedwongen om ertoe over te gaan. Een ander voorbeeld is het taalportfolio. Dat was een uitvinding van een aantal proefscholen in een paar landen en is nu een Europees ontwerp. Door die afspraak in
leken met omringende landen. Tegelijk zien we het zoeken naar een zo objectief mogelijke maat aan de hand waarvan studievoortgang kan worden vastgesteld. Daar is niets op tegen, als die maat maar geen van boven opgelegd keurslijf is waarbij niet wordt gekeken naar mogelijke ontwikkelingskansen voor leerlingen. Standaards mogen nooit de graadmeter zijn om er het beste onderwijssysteem van de wereld mee te maken. We zouden daarentegen de ambitie moeten hebben al die individuen in de leerplichtige leeftijd optimale kansen te bieden om de kennis, vaardigheden en attitudes te ontwikkelen die zij nodig hebben om verder te kunnen. De startkwalificatie die nodig is de arbeidsmarkt minimaal gekwalificeerd te betreden is een Europese norm. In overeenstemming met de branches zijn er standaards en kwalificaties aan verbonden. Door die eisen te stellen, sluit je echter ook een heleboel mensen uit. En dat voor heel Europa. Je zult er maar bijhoren, die mensen kunnen straks nergens naar toe. Daar bestaat geen Europees antwoord op en dit gaat om duizenden en duizenden mensen, waar we hier in dit land een oplossing voor moeten vinden. De commissie Dijsselbloem stelt voor om (nog meer) toetsen in te voeren – maar gelukkig vraagt minister Plasterk zich in het Onderwijsblad van 22 maart af: “Wat moeten we doen met degenen die de toets niet halen?”
Lissabon, tien jaar na Maastricht, om het best presterende onderwijssysteem van de wereld na te streven, is het ontstaan van algemeen geldende normen versterkt. De open discussie over kwaliteit is uitgemond in standaards die zich steeds verder verfijnen. De vraag is vervolgens of men zich daarvan op gebruikersniveau voldoende van bewust is. Is dat het geval en gaan we akkoord, prima. Maar scholen moeten zich dan wel realiseren dat ze bij het bedenken van oplossingen in het onderwijs hard tegen die Europese standaards kunnen opbotsen. Als de standaards een keurslijf vormen dat het de professionals in de scholen moeilijker
maakt om goed onderwijs voor hun doelgroep te verzinnen, hebben we er weer een probleem bij. Rigide hantering van standaards zal de selectiviteit in het stelsel vergroten, ten koste van toegankelijkheid. Commissie Dijsselbloem De impact die Brussel op het onderwijs heeft, wordt alleen maar groter. In het inmiddels befaamde rapport van de commissie Dijsselbloem wordt vreemd genoeg zelden een verband gelegd met die impact. Het streven naar een toegankelijker hoger onderwijs is óók een reactie op de vaststelling dat in Nederland relatief weinig leerlingen doorstromen naar dit onderwijs, verge-
De scholen zullen zich bewust moeten zijn van de Europese context waarin ze opereren, en tegelijkertijd recht doen aan de ontwikkelingskansen van leerlingen. Zorg ervoor dat leerlingen de centrale examens en toetsen halen, maar maak ook de schoolonderzoeken belangrijk. Doe dat vooral niet door ze af te stemmen op Europese normen maar kijk naar je eigen concepten en ontwerpen. Zorg voor betrouwbare vastlegging van de ontwikkeling van leerlingen en maak die monitoring controleerbaar en transparant. Als er dan een verschil zit tussen de prestaties van de leerlingen en resultaten bij de centrale examens kun je duidelijk maken dat dit geen diskwalificatie inhoudt. Het interessante van die opgave voor met name het voortgezet onderwijs is om nieuw onderwijs aan te bieden waarmee leerlingen hun kwaliteiten zo kunnen ontwikkelen dat ze een mooie toekomst tegemoet gaan in Europa.
April 2008
SCHOOLZAKELIJK
11
Dé oplossing voor alle overblijfsituaties in het primair onderwijs
De Nationale Overblijfpas Deze maand wordt de Nationale Overblijfpas geïntroduceerd. Schoolleiders die er al kennis mee hebben gemaakt, zijn onder de indruk van de mogelijkheden. Met de pas wordt het registreren en betalen van voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse activiteiten een fluitje van een cent. Zowel voor scholen die de opvang zelf regelen als voor scholen die dit uitbesteden. De overblijfpas is een initiatief van Pincash. ABN AMRO is partner in het project en doet het primair onderwijs een uniek actie-aanbod: scholen die een bankrelatie met ABN AMRO aangaan of verlengen, krijgen de scanner gratis. Het alternatief voor de
we de registratie en de betalingen? Veel
de organisatie die acht jaar geleden al
‘schoenendoos’
scholen grijpen terug op de oude ‘schoe-
de populaire Nationale Onderwijspas
Sinds afgelopen augustus de nieuwe
nendoos’ als een weinig toegankelijke
introduceerde. Felix Korthals, directeur
Wet buitenschoolse opvang van kracht
papieren registratie, met een conciërge
van Pincash: “Scholen en ouders vragen
is geworden, hebben de scholen van het
die met lijsten de klaslokalen afgaat om
een gemakkelijk systeem. Ouders willen
primair onderwijs de taak hun leerlingen
de aanwezigheid te turven. Omslachtig
hun kind niet meer met een envelop met
ook buiten de gewone schooluren op
voor scholen, zeker als ouders om een
geld naar de opvang sturen en scho-
te vangen. Een taak die veel scholen
jaaroverzicht vragen in verband met
len willen een systeem dat geen extra
hoofdbrekens geeft: doen we het zelf,
financiële regelingen. Dat moet toch
administratieve rompslomp geeft. Maar
of besteden we het uit? Hoe regelen
anders kunnen, dacht men bij Pincash,
basisscholen en overblijforganisaties willen dan wel een systeem dat past bij hun budgettaire mogelijkheden. Wij hebben goed naar de schoolleiders geluisterd en zijn ervan overtuigd dat wij met de Nationale Overblijfpas aan hun wensen tegemoetkomen.” Even de pas langs de scanner halen, dat is alles Op de Overblijfpas staan twee vrolijke muisjes, die de twee belangrijkste functies van de pas aangeven: de aanwezigheidregistratie en de betaalfunctie. Het werkt als volgt: elke leerling krijgt zijn eigen pasje met daarop zijn of haar naam en het unieke persoonsgebonden nummer (PGN). Het enige wat de
school verder nog nodig heeft zijn enkele mobiele scanners die de pas kunnen aflezen. Deze mobiele ‘kastjes’ zijn nauwelijks groter dan een gewone mobiele telefoon. Je kunt ermee langs de klassen lopen of ’m bij de overblijfmedewerker op tafel leggen. Het systeem werkt met draadloze technologie. Even de pas langs de scanner halen en de leerling is als aanwezig geregistreerd. De betaling gaat al even eenvoudig. Op de pas zit een elektronische strippenkaart die gekoppeld is aan een tegoed. Elke keer dat een leerling aanwezig is, wordt dat van het strippentegoed afgeboekt. Alle gegevens worden door de scanner opgeslagen en direct doorgestuurd naar het centrale systeem van Stichting De Nationale
je’ te reserveren voor schoolreisjes en
horende verantwoordelijkheden. ABN
Overblijfpas die onder controle staat van
andere activiteiten. Het biedt de ouders
AMRO wil haar klanten helpen daar op
BDO accountants. Elke maand ontvangt
de mogelijkheid aan het eind van het
een professionele wijze invulling aan te
de school automatisch de opbrengsten
jaar een overzicht van betalingen uit te
geven. Daarvoor hebben we een speci-
op haar rekening.
draaien ten behoeve van hun belasting-
aal serviceprogramma voor onderwijsin-
teruggaaf, terwijl de scholen via de site
stellingen ontwikkeld: het ABN AMRO
Veiligheid en gemak staan voorop
aan hun registratieverplichtingen kunnen
Partnerprogramma Onderwijs. De Over-
Scholen en instellingen hoeven geen
voldoen. Dat is ook handig voor de scho-
blijfpas sluit daar naadloos op aan. Het
speciale software te plaatsen, want het
len die de opvang uitbesteden, maar wel
is een innovatie die de scholen in staat
systeem van de Overblijfpas werkt met
zelf de registratieverplichting hebben.
stelt de administratieve verplichtingen
‘webbased technologie’. Centraal staat
Aan de veiligheid en privacy is maximaal
op een geoliede wijze te organiseren en
de website van de Stichting: www.over-
aandacht geschonken. En voor ouders
tegelijkertijd de ouders gemak en service
blijfpas.nl. Scholen die meedoen hebben
die nog niet met internet overweg kun-
te bieden. Vandaar dat wij onze klanten
een eigen pagina op de site met daarop
nen, zijn er alternatieven ingebouwd.”
hier graag kennis mee laten maken door
hun overblijfactiviteiten, roosters en ac-
het opstartpakket gratis aan te bieden.”
tuele tarieven. Ouders krijgen een eigen
Aanbod van partner ABN AMRO
wachtwoord en kunnen hun kinderen
De kosten voor deelname zijn bewust
Kijk voor meer informatie over de
online aanmelden voor de verschillende
laag gehouden en zullen hooguit zo’n
Nationale Overblijfpas op:
vormen van opvang, ook handig als de
7,50 euro per kind per jaar bedragen.
www.overblijfpas.nl.
kinderen eens een keertje extra naar
Normaal komen daar dan nog de kosten
de opvang gaan. Ook het aanzuiveren
voor het vervaardigen van de pasjes en
Wilt u weten wat ABN AMRO voor uw
van het strippenkaarttegoed kan online,
de kosten voor de mobiele scanner bij,
school- of overblijfinstelling kan bete-
ongeveer zoals je een chipknip oplaadt.
maar ABN AMRO doet een bijzonder
kenen, neem dan contact op met:
De website houdt het tegoed in de gaten
aanbod: scholen die de bank als huisban-
ABN AMRO, sector Onderwijs
en waarschuwt de ouders via sms of
kier kiezen, krijgen de scanner voor het
Eric Zwaart, 030-2327315
e-mail dat er bijgestort moet worden.
eerste jaar van deelname geheel gratis.
[email protected]
Scholen hebben daar geen omkijken
Eric Zwaart, sectormanager Onderwijs
www.abnamro.nl/publiekesector
naar. Volgens directeur Korthals is het
bij ABN AMRO, is de bedenker van de
een innovatief en flexibel systeem met
actie. “De Overblijfpas is een prachtig
veel extra mogelijkheden. “Het is zelfs
initiatief. Scholen worden steeds meer
mogelijk op de kaart een extra ‘geldpot-
een autonome onderneming met bijbe-
Tekst Tekst Bert Nijveld Foto’s Van Dijk Educatie
Digitale leermiddelen
ICT
Een ontwikkeling naar volwassenheid De beschikbaarheid van digitale leermiddelen was jarenlang een ‘kip en ei verhaal’. Joost Mollerus, directeur ‘nieuwe media’ bij Van Dijk Educatie, voorziet een doorbraak. Zijn bedrijf speelt daar met nieuwe vormen van dienstverlening op in.
Joost Mollerus: “In plaats van slechts aanvullend materiaal te leveren bij methodes, worden papieren methodes hier en daar vervangen door digitale leermiddelen.” 14
SCHOOLZAKELIJK
April 2008
Hoewel de naam Van Dijk’s Boekenhuis al een aantal jaren geleden is veranderd in Van Dijk Educatie, begint de naamswijziging steeds meer inhoud te krijgen. Volgens directeur ‘nieuwe media’ Joost Mollerus betekent dit niets meer of minder dan dat je alle verschillende scholen kunt bedienen op een manier die aansluit bij hun onderwijsontwikkeling . Het is niet dat hij verwacht binnen afzienbare tijd geen boeken meer te zullen leveren. “Dat moment is volgens mij nog heel ver weg. Het vraagt grote investeringen van scholen om hun infrastructuur volledig af te stemmen op een digitale leeromgeving. Je hebt een wireless omgeving nodig. Alle leerlingen zouden over een laptop moeten kunnen beschikken. Of beter nog: over een te ontwikkelen draagbaar medium dat het midden zou moeten houden tussen de Personal Digital Assistant en een laptop. Voorlopig zullen scholen nog van leerboeken gebruik willen blijven maken, dat leest nu eenmaal nog steeds het makkelijkst.” Wel ziet hij een duidelijke verschuiving als het gaat om de verwerking van opdrachten. “Kijk je naar de werkboeken, dan is die verschuiving al aan de gang. En die zal zich de komende jaren voortzetten. Het computergebruik door leerlingen vindt nu nog voor 80% plaats buiten schooltijd. Ze maken opdrachten, oefenen en bereiden zich voor.” Doorbraak Hoewel nog steeds geleidelijk, ziet Mollerus nu wel een doorbraak in het kip-ei-denken. Lang was het zo dat geen digitale leermiddelen werden ontwikkeld omdat er te weinig afnemers waren; potentiële afnemers wilden niet investeren in infrastructuur zolang er te weinig aanbod was. Mollerus: “Ik zie dat nu echt stappen gezet worden. In plaats van slechts aanvullend materiaal te leveren bij methodes, worden papieren methodes hier en daar vervangen door digitale leermiddelen. Dat betekent dus dat het
De leerling krijgt een eigen omgeving waar alle materialen voor die betreffende leerling te vinden zijn.
niet alleen meer gaat om leuke extraatjes, maar om een integrale aanpak van leermethoden. Je zag dat uitgevers als eerste stap hun leerboeken gingen digitaliseren. Nu maken ze echt interactief materiaal, met begeleidende filmpjes en opdrachten. Het komend leerjaar verwacht ik een verdere doorbraak in die zin.” Ook de toename in het gebruik van digitale schoolborden heeft effect. Mollerus: “Dat wordt zeker belangrijk voor de groei. Ik verwacht dat er naast leerlingenmateriaal ook steeds meer digitaal docentenmateriaal op de markt zal komen.” MyLearn4Life Het voortschrijdende gebruik van digitaal materiaal heeft Van Dijk Educatie ertoe gebracht nieuwe services te ontwikkelen. Leerlingen worden niet alleen geconfronteerd met cd-rom’s –die overigens slecht gebruikt worden - bij leerboeken, maar ook met toegangscodes naar websites waarop het bij de methode behorende materiaal wordt aangeboden. Mollerus: “Er is een wildgroei aan losse enveloppen met codes, codes op boeken, vouchers met codes, codes in jewel cases, etc. Wij constateren dat dit voor leerlingen bijna niet meer te
hanteren is. Wat wij nu doen is al dat digitale materiaal op één plek neerzetten voor de leerling. Op basis van de boekenlijst zetten wij nu vaak meer dan tien links voor de leerling klaar. Die krijgt dus een eigen omgeving – wij hebben dat MyLearn4Life genoemd – waar alle materialen voor die betreffende leerling te vinden zijn. Hij of zij hoeft dus niet te zoeken naar wat er allemaal voor handen is. De leerling hoeft zich bovendien maar één keer te registeren en kan er dan voor de rest van de schooltijd bij. De bedoeling is om nog tools aan MyLearn4Life toe te voegen waarmee leerlingen die dezelfde methode gebruiken met elkaar kunnen communiceren. Ze kunnen bijvoorbeeld vragen stellen over een vak.” Om dit alles op een goede manier te faciliteren en te komen tot één standaard voor de branche, hebben de educatieve boekhandels de stichting Eduroute opgericht. Van Dijk Educatie maakt samen met die Stichting Eduroute afspraken met educatieve uitgevers en leveranciers van Elektronische Leeromgevingen rondom het toegankelijk maken van de sites vanuit de ELO van de school. “Scholen kunnen daarmee hun eigen digitale leeromgeving creëren.”
‘Ik verwacht dat er naast leerlingenmateriaal ook steeds meer digitaal docentenmateriaal op de markt zal komen’
Als het gaat om kosten verwacht Mollerus niet dat digitaal goedkoper zal zijn dan boeken. Mollerus: “Je bespaart weliswaar op drukkosten maar het ontwikkelen van digitale leermiddelen vraagt flinke investeringen. Zeker in deze fase waar print en digitaal materiaal vaak nog naast elkaar gebruikt worden. Daarnaast helpt het hoge BTW-tarief daar ook niet bij.” Het moment dat Van Dijk Educatie met enkele ict-ers toekan om het bedrijf te runnen is volgens Mollerus nog heel ver weg. “De ontwikkelingen gaan stapsgewijs.” April 2008
SCHOOLZAKELIJK
15
Tekst Ronald te Loo
personeel
Personeel werven en binden vraagt steeds meer aandacht
Overwinnen in de strijd Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor het binnenhalen en -houden van hun personeel. De strijd in de zoektocht naar geschikt personeel zal in hevigheid toenemen. In dit artikel belichten we drie trends op het gebied van personeelswerving: continu werven, sollicitant relatiebeheer en het gebruik van virtuele netwerken. In de regel wordt pas aan werving gedacht bij het ontstaan van een vacature. Het moment dat de leerlingen zijn aangemeld en de vakkenkeuze of studierichting is bepaald, komt voor alle scholen min of meer gelijktijdig. Je ziet dus elk voorjaar een grote wervingspiek. Je in zo’n piek onderscheiden en als jezelf als aantrekkelijke werkgever presenteren is dan lastig. Daarbij levert de wervingsactie ook steeds minder reacties op, waarbij voor sommige functies soms zelfs geen enkele reactie wordt ontvangen. Continu werven is één van de mogelijkheden om genoemd probleem te ondervangen. Bijvoorbeeld door vier keer per jaar campagne te voeren. Dat zal niet voor alle functies een oplossing bieden, en voor kleinere organisaties is dit vaak lastig realiseerbaar. Maar voor wat grotere besturen biedt dit vaak een aantrekkelijke mogelijkheid om de effectiviteit van de werving te vergroten. Door meerdere functies te bundelen kan bovendien een grotere advertentie worden geplaatst. Daarbij kan dan meer aandacht worden besteed aan de school als werkgever. Deze methode biedt echter geen oplossing voor het acuut ontstaan van vacatures. Het combineren van continu werven met sollicitant relatiebeheer kan dit probleem deels ondervangen.
Foto: Hollandse Hoogte 16
SCHOOLZAKELIJK
April 2008
Sollicitant relatiebeheer De gedachte achter sollicitant relatiebeheer (de Engelse term is applicant relationship management) is eenvoudig. Bij een traditioneel wervingsproces worden voor een vacature meerdere sollicitaties ontvangen, waarvan er uiteindelijk maar één wordt aangesteld. In veel gevallen zouden andere sollicitanten best
om talent geschikt kunnen zijn - of worden - om bij uw organisatie te werken, maar deze personen verdwijnen met hun brief in het archief. En vaak zullen ze niet opnieuw bij u solliciteren. Door het onderhouden van een relatie met de sollicitanten die wel geschikt zijn (of kunnen worden) en die u niet heeft aangenomen, ontstaat een reservoir aan kandidaten. Bij het toepassen van deze methode beslist u niet alleen wie u aanneemt in een sollicitatieprocedure, maar ook wie in ‘de vijver’ kunnen plaatsnemen. Met die personen blijft u actief contact onderhouden. U stelt ze op de hoogte van ontwikkelingen bij uw school, mogelijke vacatures, uw personeelsbeleid en benadert deze groep eerst voordat u extern gaat werven. Voor het daadwerkelijk onderhouden van dat contact biedt het gebruik van virtuele netwerken een interessante mogelijkheid. Virtuele netwerken Steeds meer professionals worden lid van professionele netwerken als Linkedin (www.linkedin.com). Dergelijke netwerken lijken op Hyves, maar kennen alleen een zakelijke doelstelling. Ze willen u op een betere manier uw netwerk laten benutten. Door uw contacten (bijvoorbeeld de sollicitanten die u geen baan heeft aangeboden, maar wel in uw ‘vijver’ wilt houden) aan u te koppelen op Linkedin, kunt u eenvoudig contact met ze onderhouden. Het apart bijhouden van adressen is dan niet meer nodig. En u krijgt vervolgens ook de mogelijkheid om te communiceren met de contacten van uw contacten. En daar zouden wel eens mogelijke kandidaten tussen kunnen zitten die u nog niet kent. Het aardige aan dit soort sites is dat ze relatief goedkoop zijn te gebruiken. Daarnaast zijn ze naast uw reguliere werving in te zetten, waardoor een tweede bron van mogelijke sollicitanten kan worden aangeboord. Toepassen van de hier genoemde mogelijkheden vergroot de kansen op het vinden van geschikt personeel voor uw organisatie. Veel succes met de werving!
Van Dijk Educatie biedt toekomst Het onderwijs is in beweging. Inzichten en behoeften veranderen. Van Dijk Educatie weet wat er speelt in het onderwijsveld en biedt diensten en producten die aansluiten op de praktijk.
Een greep uit onze dienstverlening Uitbesteed boekenfonds Eigen boekenfonds Oplossingen voor digitaal leren (MyLearn4Life) Advisering rondom uw boekenlijst Managementinformatie
Meer weten? Kijk voor meer informatie op www.vandijk.nl of neem contact met ons op voor een vrijblijvende afspraak.
Schoolzakelijk wil graag een platform zijn voor het delen van goede ideeën. Voor het volgende nummer zijn we op zoek naar goede voorbeelden van instrumenten op het gebied van personeel. Gebruikt u zelf instrumenten als hier beschreven of hanteert u andere instrumenten beschrijf dan in maximaal 100 woorden wat u doet en wat voor resultaat dat heeft. De beste ideeën zullen we plaatsen en belonen met 25 euro per plaatsing. Stuur uw reactie aan
[email protected]
April 2008
SCHOOLZAKELIJK
17
Tekst Tekst Frans Duijm (Werkgroep Binnenmilieu van de Vakgroep Milieu van de GGD Nederland)
Lucht in scholen blijft nog jarenlang ongunstig voor leerprestaties en gezondheid facilitair
Kabinet maakt weinig haast met verbeteren binnenmilieu
Het bedrijf Gentle Vent sleepte onlangs op de Bouwrai een prijs in de wacht voor een ventilatiesysteem waarmee schoollokalen met een klein budget beter geventileerd kunnen worden. Het systeem wordt achter de radiator geplaastst.
Veel schoolgebouwen voldoen niet aan de eisen. Prestaties lijken toe te nemen bij betere ventilatie: 15 procent sneller werken met 10% minder fouten. De lucht in leslokalen bevat veel ziektekiemen, allergenen en fijn stof. De bedompte lucht vormt een extra belasting. Toch heeft het kabinet weinig haast met verbeteringen. Ter wille van het leerproces en de gezondheid zou dat anders moeten. 18
SCHOOLZAKELIJK
April 2008
Half februari heeft het kabinet een brief aan Tweede Kamer gestuurd om een start te maken met erkenning en aanpak van de problemen van het schoolmilieu. De ministers schrijven dat dit binnenmilieu kan leiden tot gezondheidsproblemen die niet kleiner zijn dan de gezondheidsschade door verontreiniging van de buitenlucht. Er zijn ingrepen nodig, maar die mogen wachten totdat het gebouw aan onderhoud toe is. Over 15 jaar moet de ventilatie in basisscholen aan minimale eisen voldoen, de temperatuur moet beheersbaar zijn en er mag binnen niet teveel geluid zijn, afkom-
stig van installaties en van buiten. In de komende vijf jaar krijgen de meeste basisscholen van de GGD een pakket met informatie, advies en een apparaat om CO2 te meten. Onderzoek De luchtkwaliteit is in scholen ongunstiger dan tot nu toe gedacht werd. Dat blijkt uit het onderzoek van adviesbureau LBP, dat door het kabinet meegezonden is aan de Tweede Kamer. In 88% van de klaslokalen loopt de CO2-concentratie hoger op dan 1200 ppm en wel gedurende 41% van de lestijd. De oorzaak ligt in het gebruik van de ventilatievoorzieningen, maar dat staat niet los van bruikbaarheid en een onvoldoende capaciteit daarvan. In 65% van de lokalen die na 1992 zijn gebouwd, voldoen de voorzieningen voor ventilatie niet aan de wettelijke regels. Als er mechanische ventilatie in zit, voldoet die zelfs in 80% van de lokalen niet aan de voorschriften. De aard van de gebreken wijst erop dat de meeste lokalen al bij oplevering niet aan de voorschriften voldeden. Van de leerkrachten zegt 45% last te hebben gehad van hitte in school bij warm weer Oorzaken zijn gelegen in onvoldoende zonwering en onvoldoende isolatie van het (platte) dak.
eu dat optimaal is voor leerlingen en leerkrachten. Kinderen zijn extra gevoelig voor onder andere luchtweginfecties en ze moeten naar school. Er is daarom een hoge standaard nodig. De kabinetsplannen zijn niet toereikend om zo’n standaard te halen. De Werkgroep Binnenmilieu, bestaande uit deskundigen van GGD’s, vindt dat de overheid sneller en meer maatregelen moet nemen. De ministeries moeten hun beleid en financiering aanpassen. Ook moet de bouwregelgeving verder aangescherpt worden dan het kabinet nu heeft aangekondigd. Tegenover de kosten die dit met zich mee brengt staat een belangrijke kostenreductie door een lager ziekteverzuim. Daarnaast zijn er vandaag vermoedelijk 20.000 leerlingen van basisscholen ziek door het binnenmilieu van hun school. En morgen ook ...
Voor schoolgebouwen van voor 1986 gelden nauwelijks eisen op het gebied van ventilatie. Tussen 1986 en 1992 waren er wat strengere regels, maar niet in gemeenten die bepaalde delen van het landelijk model voor een bouwverordening niet hadden overgenomen. In de gemeenten die de strengere regels wel hadden vastgesteld, voldoen de ventilatievoorzieningen in de helft van de leslokalen uit die tijd niet aan deze voorschriften. Opmerkelijk is dat in lokalen met mechanische luchttoevoer de leerkrachten de luchtkwaliteit negatiever beoordelen dan in andere lokalen, terwijl de CO2-gehaltes bij mechanische luchttoevoer lager waren. Het is niet zo dat meer leerkrachten de lucht in dergelijke lokalen bedompt vinden. Er lijkt een andere kwaliteitsfactor in het spel te zijn. Misschien is mechanische luchttoevoer niet de beste oplossing voor ventilatieproblemen. Andere aanpak Tot zover de schokkende bevindingen van LBP. De ministeries gaan om tafel met onder andere de PO-raad en de VNG om afspraken te maken over de verdere aanpak. Schoolbesturen en gemeenten delen de verantwoordelijkheid voor de gebouwen van het basisonderwijs. Het overleg moet een convenant opleveren waarin is vastgelegd wie wat gaat doen. Een vooral ook wie wat gaat betalen, want daar zit de pijn. Om de bestaande gebouwen gezond te maken is al gauw een half miljard euro nodig.
In 88% van de klaslokalen loopt de CO2-concentratie te hoog op
Wij begrijpen wat ú wilt - Financiële- en personele administratie - Advies - Bedrijfsvoering Met Dyade op de toekomst voorbereid.
Er is een geheel nieuwe benadering nodig van schoolgebouwen. Er zitten eigenlijk teveel kinderen in een lokaal, of het lokaal is te klein; het is maar hoe je het bekijkt. Belangrijk is het besef dat een schoolgebouw allereerst dient voor het creëren van een binnenmili-
Wilt u meer informatie over Dyade? Kijk op onze website; www.dyade.nl of bel (030) 630 56 00.
April 2008
SCHOOLZAKELIJK
19
Tekst Martin Broesterhuizen
Onduidelijk takenpakket van conciërges hinderlijk voor professionalisering facilitair
“Bereidwilligheid ondergraaft positie” Het is de ‘alleskunner’ die naast vaste taken ook allerlei ‘toevallige’ klussen verricht. Iedereen kent hem of haar, maar de erkenning is meestal wat magertjes. Scholen profiteren graag van de vele competenties, verworven in een doorgaans kleurrijk arbeidsverleden. Tegelijk is het niet de bedoeling die competenties aan de functie te koppelen, waardoor deze laagstbetaalde van de school blijft. We hebben het over de conciërge, de Willy van de Kerkhof van het schoolteam. “Doordat hij opraapt wat anderen op de grond laten vallen, draait de school door. Tegelijk bevestigt hij zo een vaag beeld van zijn functie. Duidelijkheid wat er wel en niet van een conciërge mag worden verwacht, is een voorwaarde voor de opbouw van een effectieve facilitaire organisatie.” Voor facilitair coach Jan den Boer is het een alledaagse tegenstrijdigheid. “Het is een gekke constatering, maar juist de grote bereidwilligheid van conciërges om te doen wat zij kunnen, ondergraaft hun eigen positie. Iedereen waardeert het dat je op conciërges zelden vergeefs een beroep doet, maar qua beleving van de professionaliteit en qua salaris blijft de conciërge onderaan bungelen.” Zoals bij het indelen van leerlingen in groepen er altijd een restcategorie blijft, die niet direct bij een leerweg of zorgsysteem past, zo blijven er in het onderwijs ook altijd klussen te doen waarvoor geen specifiek personeelslid in dienst is. De ‘restklussen’ belanden doorgaans bij een conciërge. Die is niet voor één gat te vangen en weet er wel raad mee. “Onderwijsconciërge is geen vak waarvoor je een reguliere beroepsopleiding kunt volgen. Gaandeweg hebben wij vanuit FiAC een opleidingsaanbod ontwikkeld, waaruit we een leergang kunnen samenstellen. De meeste conciërges hebben eerst een ander vak uitgeoefend en 20
SCHOOLZAKELIJK
April 2008
De taken van de conciërge zijn veelzijdig. Vaak ook zetten zij materialen klaar waarmee zij het directe onderwijsproces ondersteunen. Foto: Hollandse Hoogte
zijn op latere leeftijd in hun huidige baan gerold. Ze nemen vanuit hun vorige banen allerlei vaardigheden mee. Zo komt het voor dat een voormalig timmerman een slecht afgehangen deur even recht in de deurpost hangt. Maar deze vaardigheid
staat uiteraard niet in zijn functieprofiel. Je merkt het nu steeds meer vrouwen als conciërge worden aangesteld: die nemen weer andere vaardigheden mee. Niemand ziet hen er op aan dat ze hamer en schroevendraaier zelden ter hand nemen.”
Competenties De competenties die conciërges vanuit hun eerdere beroepsleven meenemen, worden niet formeel gevraagd maar blijken in de praktijk wel degelijk erbij te horen. “Het zijn doorgaans mensen met veel levenservaring, goed bestand tegen stress. Dat is nodig om overeind te blijven op school, maar formeel wordt er weinig gevraagd. De functie van de conciërge staat open voor laag- of ongeschoolden. Als je deze bekijkt in het perspectief van een moderne, professionele facilitaire organisatie, dan zie je een mbo-functie. Op scholen waar ik de opbouw van een facilitaire dienst begeleid, vormt doorgaans de conciërge het grootste knelpunt bij de professionalisering. Niet omdat deze zich onvoldoende inzet, maar doordat zijn nauwelijks omgeschreven functie niet past binnen een systeem waarin onderwijseenheden concrete diensten inkopen tegen een vastgestelde prijs en op een gewaarborgd kwaliteitsniveau.” Jan den Boer is behalve adviseur ook coach voor facilitair managers: “Ik begeleid mensen die nieuw in die functie beginnen of van buiten komen en thuis moeten raken in de specifieke werksfeer van het onderwijs. Er wordt op steeds meer scholen geprofessionaliseerd, in verschillende concepten. Zeker nu er een tekort aan docenten dreigt, wordt het zaak deze vooral in te zetten voor hun specifieke taak: het verzorgen van goed onderwijs. Alle overige processen op school zijn daaraan ondersteunend. Je zou haast kunnen zeggen dat je ofwel docent bent, ofwel medewerker van de facilitaire dienst. Omdat scholen onderling erg verschillen, zijn er meerdere organisatievormen die in de praktijk goed functioneren.” Wervingskracht Scholen die de ondersteuning (kosten)efficiënt en effectief willen organiseren, zullen allereerst duidelijkheid moeten scheppen over de verwachtingen die er zijn ten aanzien van de ondersteuning. Welke diensten en producten vallen er onder, welke kwaliteit moet er worden geleverd? Wordt er alleen levering van diensten verwacht, of krijgt de facilitaire dienst vanuit kennis van de bedrijfsvoering ook een pro actieve en meedenkende rol? Zijn er alleen gebouwgebonden taken, of verzorgt de facilitaire dienst ook onderwijsgebonden taken? Vanouds verzorgt de conciërge alledaagse
onderhoudstaken in het gebouw. De laatste jaren is deze vaak ook gastheer of toezichthouder. Er bestaat ook een functie ‘pedagogisch conciërge’ waarvoor FiAC al enkele jaren een opleiding verzorgt. Jan den Boer: “Er is veel interesse voor scholing in die richting, want functies die dichter op het onderwijs staan, hebben meer aanzien. Wat nu een goede kans lijkt op positieverbetering voor een deel van de conciërges, betekent in feite dat er een onderwaardering van kracht blijft voor techniek, schoonmaak en aanverwante zaken. Ten onrechte, want die zijn ook een voorwaarde voor het aanbieden van aantrekkelijk en goed onderwijs. Op een open dag kijken ouders en leerlingen meer naar de sfeer in het gebouw en de hygiëne in kantine en toiletten dan naar het diplomarendement. De conciërges zouden wel eens een grotere bijdrage kunnen leveren aan de wervingskracht van een school dan de vaksectie Frans.” Positionering Doorgaans levert een professioneel georganiseerde facilitaire dienst aan de onderwijseenheden een breed aanbod, dat in een catalogus wordt omschreven. “Die diensten hebben een realistische, aan het kwaliteitsniveau gerelateerde kostprijs. Bij de invoering ervan komen soms dingen aan het licht, die als onplezierig worden ervaren. Dat het door de kantinedame laten bezorgen van een thermoskan koffie bijvoorbeeld 12,50 euro kost, vindt men al snel duur. Dit terwijl het reëel is vanwege de tijdsbesteding voor koffie zetten, langsbrengen, ophalen en afwassen. Zelf even naar de kantine lopen lijkt goedkoper, maar kost weer eigen – doorgaans duurder betaalde - werktijd. Budgetten blijken vaak ontoereikend voor het betalen van de realistische kostprijzen. Belangrijk is dan vast te stellen dat niet de hoogte van de prijs, maar de laagte van het budget het probleem vormt.” Bij een helder positionering van de facilitaire dienst hoort ook duidelijkheid over het takenpakket van de conciërge. Iedere vorm van aangeboden dienstverlening is gekoppeld aan een functie, waar een bepaald salarisniveau bij hoort. Juist daar gaat het wringen met de conciërge, vreest jan den Boer. “Diens taken reiken in de praktijk vaak verder dan de beschrijving. Wat aan competenties gevraagd wordt, staat niet in
verhouding met de competenties die voor de functie worden vereist. Wil je een reële kostprijs berekenen voor de activiteiten die de conciërge voor zijn rekening neemt, dan mag er best geschrapt worden in de dingen die hij voor zijn rekening neemt. Ik begrijp heel goed dat velen er belang bij hebben dat conciërges een onscherp geformuleerd takenpakket uitvoeren. De dingen waarvoor niemand in dienst is, moeten toch worden gedaan. Binnen een professionele facilitaire organisatie heb je echter helder omschreven diensten nodig, met reële prijs- en kwaliteitsniveaus. Daarom pleit ik ervoor de conciërge een helderder takenpakket te geven en de daarvoor benodigde competenties vast te leggen. Iedere medewerker heeft tegenwoordig een persoonlijk ontwikkelingsplan, waarin onder meer de ontwikkeling van voor de functie noodzakelijke competenties worden omschreven. Een werkgever die de taak van zijn conciërges niet voldoende duidelijk omschrijft, onthoudt deze medewerkers mogelijkheden tot ontwikkeling en scholing.”
Cursus ‘Conciërge in het onderwijs’. Een vijfdaagse cursus welke plaatsvindt op de dinsdagen 27 mei, 3, 10, 17 en 24 juni 2008. De kosten bedragen d 1.420,- per persoon (vrij van BTW). De conciërge is op veel scholen verantwoordelijk voor de uitvoering van: het schoonmaakbeheer, de bedrijfshulp¬verlening, het milieubeheer, de reprodienst, de kantine en de beveiliging. In noodsituaties en bij conflicten is hij/zij de eerst aangewezene die aangesproken wordt of handelt. Doelstelling van deze goed gewaardeerde cursus is: het versterken van basiskennis en visie op facilitaire deelge¬bieden (schoonmaak, kantinebeheer, onderhoud en arbo), het verbeteren van communicatieve en contactuele vaar¬digheden, het leren omgaan met agressie, drugs- en alcoholproblematiek en het versterken van veiligheid en beveiliging binnen de scholen. Voor meer informatie over deze cursus en het complete aanbod van FiAC op facilitair terrein en conciërgerie verwijzen wij u naar de website www.fiac.nl
April 2008
SCHOOLZAKELIJK
21
SCH OO L ZA K E L IJ K Managementvaardigheden Vierdaagse cursus met acteurs Inhoud
Trainingen & Seminar s
Personeelsmedewerk(st)er VO Inhoud
Uw rol als leidinggevende
Aanstelling in het onderwijs en salaris inpassing
Inzicht in uw rol als leidinggevende, uw eigen
Inschaling en bezolding, regelingen t.a.v. zij-instromers,
leidinggevende kwaliteiten en wijze van leidinggeven.
carrière patronen, controleren van salarisinpassing
Leiderschapsstijlen en situationeel leiderschap
De salarisadministratie
Sturen en ondersteunen van medewerkers
Bruto-netto loon berekeningen, de salarisstrook, pensioen,
Instrueren, delegeren en controleren van werkzaamheden.
jaarinkomen ABP, berekenen van afdrachten premies en pensioen
Communicatieve vaardigheden en personeelsgesprekken
Instanties, regelingen en formulieren
Communiceren en invloed uitoefenen:
Administratieve procedures bij ziekte, arbeidsongeschikt-
basisvaardigheden en gesprekstechnieken
heid, aanvraag taakverminderingen en pensioenen,
Het voeren van tweegesprekken met medewerkers: correc-
procedures bij diverse vormen van verlof (Bapo, FPU),
tiegesprek, slechtnieuws, functioneren en beoordelen.
tegemoetkomingen en specifieke regelingen.
Creëren van een productieve werkomgeving
Introductie wet- en regelgeving
Motiveren en inspireren van medewerkers
Procedures bij werving en selectie, procedures bij indienst-
Versterken van persoonlijke invloed en geloofwaardigheid
treding (aanstellingsdocumenten, arbeidsovereenkomst), administratieve procedures bij ontslag, overige relevante
Persoonlijke effectiviteit
rechtspositionele regelingen.
Prioriteiten stellen, delegeren, tijd creëren voor (leidinggevende) taken.
Datum
Datum
29 mei en 5, 12 en 19 juni 2008
28 mei en 11 en 18 juni 2008
Doelgroep
Doelgroep
Functionarissen en (beginnende) managers op (midden)
Personeelsmedewerk(st)ers of –functionarissen in het VO
kaderniveau in het VO BVE en HBO.
die meer willen weten over de uitvoering van administratieve processen en personele regelingen.
Kosten
Kosten
De kosten bedragen € 1475,- per persoon (vrij van BTW)
De kosten bedragen € 925,- per persoon (vrij van BTW)
Aanmelden & infor matie FiAC / SchoolZakelijk , Postbus 89 2210 AB Noordwijkerhout Tel: 0252-340413 / Fax; 0252-340414 www.schoolzakelijk .nl
“Voor een optimale bedr ijfsvoer ing”
Leden met het Keurmerk Onderwijsadvies ABC Onderwijsadviseurs www.hetabc.nl BCO Onderwijsadvies www.bco-onderwijsadvies.nl Begeleidingsdienst voor vrijescholen www.vrijescholen.com Cedin www.cedin.nl Centraal Nederland www.centraalnederland.nl
EDventure Keurmerk Onderwijsadvies
Ds. G.H. Kerstenonderwijscentrum
Vanaf 1 januari 2008 zijn goed presterende, klantgerichte en innovatieve onderwijsadviesbureaus te herkennen aan het EDventure Keurmerk Onderwijsadvies. Onderwijsadviesbureaus met dit keurmerk voldoen aan hoge kwaliteitseisen. Voor scholen, gemeenten en andere klanten biedt het Keurmerk direct duidelijkheid over de betrouwbaarheid en kwaliteit van een onderwijsadviesbureau.
DOBA Onderwijsadviseurs www.doba.nl Driestar educatief www.driestar-educatief.nl Edux Onderwijsadviseurs www.edux.nl Giralis www.giralis.nl HCO www.hco.nl Marant | Adviseurs in leren & ontwikkeling www.marant.nl MHR architecten in leren www.mhr.nl
Keurmerk Onderwijsadvies =
OCGH Advies www.ocghadvies.nl
ISO 9001 certificaat voor interne kwaliteitszorg Cedeo-erkenning voor klanttevredenheid Altijd vooruitstrevend door kennisdeling en innovatie
Meer weten over het Keurmerk Onderwijsadvies? Kijk op www.keurmerkonderwijsadvies.nl. Hier leest u precies wat het keurmerk inhoudt en wat u van een onderwijsadviesbureau met het keurmerk mag verwachten.
OnderwijsAdvies www.onderwijsadvies.nl RPCZ Experts in Leren en Ontwikkeling www.rpcz.nl Schoolbegeleiding Zaanstreek-Waterland www.sbzw.nl SOM Onderwijsadviseurs www.som-net.nl Uiterlijk half april 2008 zullen de volgende organisaties het keurmerk dragen: ABCG www.abcg.nl Consent www.obd-consent.nl De Kempen Schoolbegeleidingsdienst
EDventure, vereniging van onderwijsadviesbureaus
[email protected] www.edventure.nu
www.dekempensbd.nl Eduniek www.eduniek.nl GH-GPC www.gh-gpc.nl OBD Noordwest www.obdnoordwest.nl SAD Wassenaar www.sadwassenaar.nl
0256.1013 Basis Adv Keurmerk_1901 1
11-12-07 10:49:21
?XXcd\\il`ka\q\c] d\k[\fgc\`[`e^\emXe DX^`jkild Fgc\`[`e^\e ÓFgc\`[`e^DXjk\i`eC\X[\ij_`g`e<[lZXk`fe *aXXi ÓFgc\`[`e^;`i\Zk\liGFYXj`jY\bnXXd_\`[# mffi[`i\Zk\li\e (aXXi ÓFgc\`[`e^;`i\Zk\liGFYXj`jY\bnXXd_\`[# mffic\iXi\e (#,aXXi
ÓFgc\`[`e^;`i\Zk\liGF#mXbY\bnXXd_\`[ (aXXi ÓFgc\`[`e^;`i\Zk\liGF#[ffijkiffdkiXa\Zk (aXXi ÓFgc\`[`e^;`i\Zk\limXe9l`k\e (aXXi ÓFgc\`[`e^D`[[\edXeX^\iGF (aXXi
MffieX[\i\`e]fidXk`\bleklZfekXZkfge\d\ed\kemXe[\DX^`jkildgXike\ij# b`abfgnnn%dX^`jkild%ecf]dX`ceXXi`e]f7dX^`jkild%eck\c%'/../.'(--
DX^`jkild%D\\jk\i`efe[\in`ajble[`^c\`[\ijZ_Xg
SCH OO L ZA K E L IJ K
Trainingen & Seminar s
Financieel Management PO
Personeelsmedewerk(st)er PO
Inhoud
Inhoud
Financieel management in het Primair Onderwijs
Aanstelling in het Primair Onderwijs
Ontwikkelingen en wetgeving bekostiging, financieel beleid
en salaris inpassing
en beheer, relatie met strategisch management, taken en
Inschaling en bezolding, regelingen t.a.v. zij-instromers,
bevoegdheden financieel verantwoordelijken
carrière patronen, controleren van salarisinpassing
Het opstellen van de schoolbegroting en
De salarisadministratie
budgettering
Bruto-netto loon berekeningen, de salarisstrook, pensioen, jaarinkomen ABP, berekenen van afdrachten premies en
Afschrijvingen, reserves en voorzieningen
pensioen
Financiële berichtgeving, analyse en bijsturing
Instanties, regelingen en formulieren
Bepalen van de informatiebehoeften t.b.v. huisvesting,
Administratieve procedures bij ziekte, arbeidsongeschikt-
personeel en/ of faciliteiten. De jaarrekening, het beoorde-
heid, aanvraag taakverminderingen en pensioenen,
len en verbeteren van de financiële structuur, werken met
procedures bij diverse vormen van verlof (Bapo, FPU),
kengetallen.
tegemoetkomingen en specifieke regelingen in het Primair Onderwijs
De administratieve organisatie en het tot stand brengen van het financieel bewustzijn
Introductie wet- en regelgeving
in een schoolorganisatie
Procedures bij werving en selectie, procedures bij indiensttreding (aanstellingsdocumenten, arbeidsovereenkomst), administratieve procedures bij ontslag, overige relevante rechtspositionele regelingen.
Datum
Datum
28 mei en 11 juni en 18 juni 2008
14, 20 en 28 mei 2008
Doelgroep
Doelgroep
Directieleden, controllers, financiële staf en beleidsmedew-
Personeelsmedewerk(st)er, personeelsadministrateur of
erkers in het Primair Onderwijs en medewerkers afdeling
beleidsmedewerk(st)er werkzaam in het Primair Onderwijs
onderwijs van gemeenten
Kosten
Kosten
De kosten bedragen € 825,- per persoon (vrij van BTW)
De kosten bedragen € 925,- per persoon (vrij van BTW)
Aanmelden & infor matie FiAC / SchoolZakelijk , Postbus 89 2210 AB Noordwijkerhout Tel: 0252-340413 / Fax; 0252-340414 www.schoolzakelijk .nl
“Voor een optimale bedr ijfsvoer ing”