Stap 1 de tuin opruimen, vrijmaken van onkruid en omspitten Stap 2 de moestuin bemesting geven volgens het grondonderzoek Stap 3 de moestuin indelen in percelen
Stap 4
Zaaien en planten
Wat is er nodig om een zaadje te laten groeien? •
Zaai- en potgrondgrond met een goede samenstelling gebruiken voorbeeld van een zelf gemaakt mengsel zaai- en potgrond 70 liter potgrond, of oude compost 40 liter turf, of cocopeat 25 kilogram wit zand
•
Het zaadje moet nog kiemkrachtig zijn Geen te oud zaad gebruiken!
• Een zaadje moet voldoende contact kunnen maken met de grond en vocht kunnen opnemen. Daarom de zaaigrond voldoende aandrukken en bevochtigen
Hoe diep moeten we de zaadjes zaaien?
Zelf plantjes voorkweken of niet? In het voorjaar kunnen we zelf binnenshuis of in de serre plantjes opkweken, terwijl het buiten nog koud en nat weer is. Er wel voor zorgen dat de pas ontkiemende plantjes voldoende licht krijgen bijvoorbeeld : sla – selder – prei – tomaat – paprika – kolen -
courgette – aubergine – pompoen – venkel - komkommer- .......
Zaadjes uitzaaien
Kleine plantjes apart zetten (verspenen)
Jonge plantjes uitzetten in de tuin
Rechtstreeks in de tuin zaaien en planten Zodra de weersomstandigheden (soms al vanaf half maart) het toelaten kunnen we ook een aantal groenten rechtstreeks zaaien en planten in de tuin Bijvoorbeeld : • aardappel - wortelen – schorseneren – radijs - rode biet ajuin – sjalot – knoflook – erwt – suikermaïs – spinazierucola - snijbiet (warmoes) – pastinaak- .... • bonen pas ten vroegste uitzaaien begin mei
Men kan sommige groenten uit de hand uitzaaien (breedwerpig) en andere soorten worden best op rijtjes gekweekt
breedwerpig: spinazie , veldsla, radijs,.... op rijtjes: wortelen, boontjes, erwten, rode biet,.....
Water geven aan opgroeiende plantjes In lichte zandgronden kan het soms aangewezen zijn om uit te zaaien of planten in ondiepe geultjes , wat het aangieten nadien gemakkelijker maakt. Een de groei is aangeslagen kunnen de groenten dan wat aangeaard worden Tijdens het koudere seizoen kan men de opgroeiende planten best 's morgens begieten om een te grote afkoeling van de grond te vermijden, en omdat de planten tijdig zouden opdrogen. In de zomer daarentegen moet men 's avonds gieten omdat het water anders te vlug verdampt tijdens de dag, en opdat de planten tijdens de nacht rustig zouden herstellen van hun tekort aan vocht. De noodzaak om water toe te dienen hangt af van de groentesoort . Sommige groentezaden zoals prei, selder en ajuin kiemen traag en hebben wat meer water nodig om goed te kunnen opgroeien Bij grotere groente planten zoals kool en tomaat kan men een kuiltje om water in te gieten maken rond de voet van de plant. Bij gewassen zoals sla, spinazie of ajuin kan men een watervoortje tussen de rijen aanleggen. Dagelijks water geven in de moestuin is af te raden. Geef voldoende water in één keer, met een fijne druppel. Geef desnoods op één avond twee keer water, met een tussenperiode van één uur. Wacht daarna meerdere dagen tot de grond weer te droog dreigt te worden. Dagelijks water geven veroorzaakt zwakke planten. In de zomer kan men slazaad (een koudekiemer!) in een linnen zakje gieten, dat wat bevochtigen en nadien het zakje in de koelkast leggen. De volgende avond meteen uitzaaien. Zo kiemt het zaad beter, want als het warmer is dan 18°C is het gevaar anders groot dat het slazaad in de grond slecht tot kiemen komt. Tijdens het groeiproces zijn er momenten waarin sommige groenten meer nood aan water hebben. Enkele voorbeelden: bonen: aan het begin van de bloei; wanneer de peulen zich vormen. sla: 7 - 10 dagen voor de pluk. kool: 2 - 3 weken voor de oogst. courgette: als de vruchten zich vormen. erwten: als ze bloeien en als de peulen zich vormen. suikermais: als de bloei begint en als de kolven zwellen. tomaten: vanaf de bloei. broccoli, selderij, spinazie: altijd bij droogte