ZA4542 Flash Eurobarometer 202 Young Europeans Country Specific Questionnaire Netherlands
QUESTIONNAIRE FL202 Goedemorgen/namiddag, Ik ben_______________van BEDRIJF. We verrichten momenteel onderzoek onder burgers tussen 15 en 30 jaar oud. Hoeveel personen zijn er in uw huishouden die tussen 15 en 30 jaar oud zijn? -----0 - 0 THANK AND TERMINATE [Voor deze specifieke studie willen we graag mensen interviewen in deze leeftijdsgroep, en het is me niet toegestaan om iemand anders te interviewen. Nogmaals dank voor uw bereidheid en medewerking. Mag ik vragen of u geïntereseerd zou zijn om deel te nemen in toekomstige studies die we zullen uitvoeren? 1 – Ja 2 – Nee
1 - 1 CONTINUE WITH INTRO1 2 - 2 or more SKIP TO INTRO2 INTRO 1 Mag ik alstublief met deze persoon in uw huishouden spreken? INTRO 2 Ik wil graag de persoon in jouw familie interviewen die het meest recent verjaard is van die familieleden tussen 15 en 30 jaar oud. Wie zou deze persoon zijn van diegene die je vermelde? Kan ik met hem/haar spreken? ONCE ELIGIBLE RESPONDENT IS REACHED Ik zou u willen vragen om deel te nemen aan een kort onderzoek onder jonge burgers van de Europese Unie. Deze survey wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Wilt u mij helpen door de vragen te beantwoorden; het duurt niet langer dan 8 minuten. De vragenlijst is anoniem; uw antwoorden zullen worden gebruikt om statistieken voor ons land te berekenen. Wanneer u wilt, kunt u weigeren om een vraag te beantwoorden.
.D1. Geslacht (VRAAG NIET - DUID AAN WAT PAST) Man ...........................................................................................1 Vrouw .......................................................................................2 D2. Hoe oud bent u? [_][_] [00]
jaren oud [WEIGERT/GEEN ANTWOORD]
D3. Hoe oud was u toen u uw voltijdse opleiding hebt beëindigd? (Vul in DE LEEFTIJD WAAROP DE OPLEIDING WERD BEEINDIGD) [_][_] jaren oud [ 0 0 ] [NOG IN VOLTIJDS ONDERWIJS] [ 0 1 ] [NOOIT VOLTIJDS ONDERWIJS GENOTEN] [ 9 9 ] [WEIGERT/GEEN ANTWOORD] D4. Met betrekking tot uw huidige beroep, zou u zeggen dat u zelfstandig ondernemer, in loondienst, arbeider bent of zou u zeggen dat u geen professionele activiteit heeft? Betekent dit dat u één van de volgende bent...
[INDIEN EEN ANTWOORD WERD GEGEVEN OP DE HOOFDCATEGORIE, LEES DE RESPECTIEVELIJKE SUBCATEGORIEEN VOOR - SLECHTS EEN ANTWOORD] - Zelfstandig ondernemer Æ i.e. : - Boer, boswachter, visser.................................................... 11 - winkelier, handwerker ....................................................... 12 - Vakman (advocaat, arts, boekhouder, architect, ...) .......... 13 - Bestuurder van een bedrijf ................................................ 14 - andere ................................................................................ 15 - In loondienst Æ i.e. : - Vakman (arts, advocaat, boekhouder, architect) ................ 21 - Algemene directie, bestuur, topmanagement .................... 22 - middenkader, ..................................................................... 23 - Ambtenaar ......................................................................... 24 - Administratief medewerker............................................... 25 - andere in loondienst (verkoper, verpleegster, etc...).......... 26 - andere ................................................................. 27 - Handarbeider Æ i.e. : - opzichter / voorman (team manager, etc...) ....................... 31 - Handarbeider ................................................................. 32 - ongeschoold handarbeider................................................. 33 - andere ................................................................. 34 - Zonder een professionele activiteit Æ i.e. : - huisvrouw/-man................................................................. 41 - student (volltijds)............................................................... 42 - gepensioneerd ................................................................... 43 - werkzoekend...................................................................... 44 - andere ................................................................................ 45 - (Weigert) 99
2
D10. Ben t u in uw huishouden de persoo n die het meeste aan h et huishoud inkomen bijdraagt? (LEES VOOR ) - Ja ............................................................................................1 - Nee ........................................................................................2 - [In d ezelfde mate als anderen. ] .................................3 - [WN/ GA ]............................................................................9
IF CODE 2 IN D10 D11. Wat is het huid ige bero ep v an de persoon die het meeste bijdraagt aan het huishoudinko men? Zou u h em/ h aar zelfstandig ond ernemer n oemen , een b edien de, een arbeider of zou u zeggen dat hij/ zij geen p ro fession ele activiteit heeft? Betekent dit dat hij/ zij een ... [INDIEN EEN ANTWOORD WERD GEGEVEN OP DE HOOFDCATEGORIE, LEES DE RESPECTIEVELIJKE SUBCATEGORIEEN VOOR - SLECHTS EEN ANTWOORD] - Zelfstandig ondernemer Æ i.e. : - Boer, boswachter, visser.................................................... 11 - winkelier, handwerker ....................................................... 12 - Vakman (advocaat, arts, boekhouder, architect, ...) .......... 13 - Bestuurder van een bedrijf ................................................ 14 - andere ................................................................................ 15 - In loondienst Æ i.e. : - Vakman (arts, advocaat, boekhouder, architect) ................ 21 - Algemene directie, bestuur, topmanagement .................... 22 - middenkader, ..................................................................... 23 - Ambtenaar ......................................................................... 24 - Administratief medewerker............................................... 25 - andere in loondienst (verkoper, verpleegster, etc...).......... 26 - andere ................................................................. 27 - Handarbeider Æ i.e. : - opzichter / voorman (team manager, etc...) ....................... 31 - Handarbeider ................................................................. 32 - ongeschoold handarbeider................................................. 33 - andere ................................................................. 34 - Zonder een professionele activiteit Æ i.e. : - huisvrouw/-man................................................................. 41 - student (volltijds)............................................................... 42 - gepensioneerd ................................................................... 43 - werkzoekend...................................................................... 44 - andere ................................................................................ 45 - (Weigert) 99
D6. -
Waar zou u zeggen dat u woont? grootstedelijk ...............................................................................................1 stad/stedelijk ................................................................................................2 platteland..................................................................................................... 3 [Weigert] ..................................................................................................... 9
3
D12. Kunt u mij vertellen hoe uw eigen huidig e situatie eruit ziet? Bent u... (LEES VOOR - SLECHTS EEN ANTWOORD MOGELIJK. ) - Gehuwd? ................................................................................................................1 - Niet gehuwd , maar wel samen wonend? ....................................................2 - Niet gehuwd? .......................................................................................................3 - Gescheiden? .........................................................................................................4 - Uit elkaar? ............................................................................................................5 - Weduwe/ wedu wnaar? .....................................................................................6 - Anders. (SPONTAAN) .....................................................................................7 [Weigering. ] (SPONTAAN) .............................................................................9
MAIN QUESTIONNAIRE TOEKOMST VAN EUROPA Q1. Ik zal u nu een aantal beweringen vo o rlezen ov er wat de Eu rop ese Unie voo r mensen betek ent. Kun t u mij voo r elke bewering zeggen o f de Eu ropese Unie d it ook voo r u perso onlijk betekent of niet? (LEES VOOR – SLECHTS EEN ANTWOORD PER REGEL MOGELIJK. )
- Ja, dat is zo . ......................................... 1 - Nee, dat is niet zo. ............................. 2 - [WN/ GA ] .............................................. 9
A) Een Eu rop ese regerin g. ........................................................................ 1 2 9 B) Vrijheid o m overal in de EU te reizen, te stu deren en te werken. 1 2 9 C) Een mid del o m d e eco nomische situatie in de EU te verbeteren. ... 1 2 9 D) Een man ier o m d e rechten v an bu rg ers te beschermen. ................... 1 2 9 E) Veel bureaucratie, verspilde tijd en wegg egoo id geld . .................... 1 2 9 F) Het risico o m on ze cu ltu rele iden titeit/ diversiteit te verliezen. .... 1 2 9
4
Q2. Bent u het een s o f on een s met de vo lgende beweringen ov er wat de Eu rop ese Unie ov er tien jaar zal betekenen? (LEES VOOR – SLECHTS EEN ANTWOORD PER REGEL MOGELIJK. )
- Mee een s. .............................................. 1 - Mee o neen s. .......................................... 2 - [WN/ GA ] .............................................. 9
A) Een betere k waliteit van het leven voo r de meeste men sen . .......... 1 2 9 B) Meer kans voo r mensen zoals ik om werk te vinden . ..................... 1 2 9 C) Meer g elijkheid tussen mann en en v rou wen. .................................... 1 2 9 D) Minder discriminatie v an v reemd eling en en men sen uit andere cultu ren o f etnisch e g roepen . ................................................................................. 1 2 9 E) Het zal gemak kelijker zijn o m waar oo k in Eu rop a te reizen , te stud eren, te werken en te wonen . ....................................................................... 1 2 9 F) Meer sociale p roblemen (werkloo sh eid, stak ingen ). ........................ 1 2 9 G) Dan is er geen Europese Un ie meer. .................................................. 1 2 9 STAATSBURGERSCHAP/ DEELNAME/ DEMOCRATIE/ INFORMATIE
Q3. Wat doet u regelmatig in uw v rije tijd? (NIET VOORLEZEN – VOORGECODEERDE LIJST – MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK. ) Lezen. ....................................................................................................... 01 De bioscoop, het theater o f concerten b ezoeken . ................................ 02 TV kijken. ................................................................................................ 03 Muziek beluisteren. ................................................................................. 04 Winkelen. ................................................................................................. 05 Internetten, videospelletjes sp elen. ...................................................... 06 Wandelen, fietsen, sporten. .................................................................... 07 Vrienden ontmoeten, gaan d an sen , naar het café gaan, uit eten gaan. 08 Een mu ziekin stru ment besp elen. ........................................................... 09 Deelnemen aan v rijwillig ers- of maatschappelijk werk. .................... 10 Thuis helpen. ........................................................................................... 11 Klussen voor geld. ................................................................................... 12 [Anders. ]................................................................................................... 13 [WN/ GA ] ................................................................................................. 99
Q4. Bent u lid van een organisatie? (LEES VOOR – SLECHTS EEN ANTWOORD MOGELIJK. ) - Ja ........................................................................................................................... 1 - Nee ....................................................................................................................... 2 - [WN/ GA ]............................................................................................................ 9
5
[Indien h et antwoord “ja” is op Q4, Q4 = 1 , ga and ers verder naar Q6 . ] Q5. Van welk e soort organisaties bent u lid? (NIET VOORLEZEN – VOORGECODEERDE LIJST – MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK. ) A) Sportclubs/ -verenigingen . ................................................................ 01 B) Jeugdorganisaties (scou ting , jeugd club s). ...................................... 02 C) Vakbonden . .......................................................................................... 03 D) Politieke partijen. .............................................................................. 04 E) Mensenrechtenbe wegingen o f -o rg anisaties. ................................... 05 F) Dieren - of milieubeschermingsorganisaties. ................................... 06 G) Relig ieuze o f kerk elijke organisaties .............................................. 07 H) Cultu rele- o f artistiek e verenigingen. ............................................. 08 I) Consumentenorganisaties. .................................................................. 09 J) Hobbyclubs of clubs voo r speciale in teresses (verzamelclubs, fanclubs, computerclubs, etc.). ......................................................................... 10 K) Andere club s of organisaties. ........................................................... 11 L) [WN/ GA ]............................................................................................. 99 Q6. Bent u betrokk en bij v rijwilligersactiv iteiten? (LEES VOOR – SLECHTS EEN ANTWOORD MOGELIJK. ) - Ja ........................................................................................................................... 1 - Nee ....................................................................................................................... 2 - [WN/ GA ]............................................................................................................ 9
Q7. Welk e van de volgende uitsprak en betekent volgen s u “een bu rger van de Eu rop ese Unie zijn ”? (LEES VOOR – SLECHTS EEN ANTWOORD PER REGEL MOGELIJK. )
- Genoemd. ............................................ 1 - Niet genoemd . ...................................... 2 - [WN/ GA ] .............................................. 9
A) Het recht o m d efinitief te verhuizen naar gelijk welk land binnen de Europese Unie. ..................................................................................... 1 2 9 B) Het recht o m in elk land binnen de Eu ropese Unie te werk en. ....... 1 2 9 C) Het recht om te stemmen o f te wo rden verko zen bij lok ale verk iezing en, zelfs wanneer u in een an dere Lidstaat woont. ................................ 1 2 9 D) Overal binnen de Europ ese Un ie to egang tot gezondheid szo rg en so ciale voorzieningen. ..................................................................................... 1 2 9 E) In elk land van de Eu rop ese Unie ku nnen stu deren . ........................ 1 2 9 Q8. Via welke van de volgende bronn en leerde u over uw rechten en verantwoordelijkheden al s staatsbu rger van het Eu ropa van vandaag? (LEES VOOR – SLECHTS EEN ANTWOORD PER REGEL MOGELIJK. ) - Genoemd. .............................................. 1 - Niet genoemd . ...................................... 2
6
- [WN/ GA ] .............................................. 9
A) Politieke partijen/ verkiezing scamp agn es. ........................................ 1 2 9 B) De Europese in stituties ........................................................................ 1 2 9 C) Op enbare in stanties op lokaal, reg ionaal, nation aal niveau. .......... 1 2 9 D) Familie, vrienden. ................................................................................ 1 2 9 E) Jeugdorganisaties/ jeugdclub s. ........................................................... 1 2 9 F) School, universiteit. ............................................................................. 1 2 9 G) Media. .................................................................................................... 1 2 9
Q9. Welke van d e vo lgen de zou u helpen o m als bu rg er actiev er in de maatschapp ij te zijn? (LEES VOOR – SLECHTS EEN ANTWOORD PER REGEL MOGELIJK. ) - Genoemd. .............................................. 1 - Niet genoemd . ...................................... 2 - [WN/ GA ] .............................................. 9
A) Als de stemg erech tigd e leeftijd lag er zo u zijn. ................................ 1 2 9 C) Als een verplicht opleid ing sp rog ramma over staatsbu rg erschap op school zou worden geïntroduceerd. ............................................................... 1 2 9 D) Als er meer programma’s die vrijwilligerswerk aan moedigen, beschikbaar zouden zijn. .......................................................................................... 1 2 9 E) Als jonge men sen wo rden g eraadp leeg d voo rd at er een open baar besluit ov er h en wo rd t geno men . ................................................................... 1 2 9 Q10. Welke van de volgende politieke acties vindt u h et MEEST belan g rijk o m te verzekeren dat u w stem word t g ehoo rd doo r beleidsmak ers? Ik zal zes mogelijkheden voorlezen. Wilt u de MEEST belang rijke uitk iezen !
(LEES VOOR – WISSEL AF – SLECHTS EEN ANTWOORD MOGELIJK. ) - Een p etitie ond ertek enen. ....................................................................... 1 - Lid wo rd en van een politieke partij. .................................................... 2 - Deelnemen aan een demo nstratie. ......................................................... 3 - Lid wo rd en van een vak bond . ................................................................ 4 - Een niet-overheidsorgan isatie o ndersteunen o f er lid van wo rden . .. 5 - Deelnemen aan debatten met beleid smakers. ....................................... 6 - [Anders. ]................................................................................................... 7 - [WN/ GA ] ................................................................................................. 9 Q10A Heeft u g estemd tijd en s v erkiezingen o f tijdens een referendu m (lokaal, regionaal, nationaal) in de afgelopen d rie jaar? Als er in u w land niet zo ’n gebeu rten is was o f als u toen nog geen stemr echt had , dan verzoek ik u dat aan te geven.
(LEES VOOR ) - JA, stemde bij een verkiezing of een referendum...................................................... 1 - Nee, niet gestemd bij een verkiezing of een referendum........................................... 2
7
- Nee, want er werd geen verkiezing of referendum gehouden. .................................. 3 - Nee, want u had geen stemrecht. ............................................................................... 4 - [WN/ GA].................................................................................................................. 9
Q10B Er zijn v erschillen de manieren o m b etrokk en te zijn in het politieke lev en o m te verzekeren dat uw stem wordt gehoord doo r de beleid smakers. Heeft u in het afgelo pen jaar één van de volg ende zaken gedaan? [LEES VOOR – WISSEL AF – SLECHTS EEN ANTWOORD PER REGEL MOGELIJK. ] - Ja .................................................................1 - Nee ..............................................................2 - [WN/ GA] ...................................................9 a) Voor een politieke partij of actiegroep gewerkt?..................................................... 1 b) Actief geweest in of lid geweest van een vakbond? ................................................ 1 c) Gewerkt voor een niet-overheidsorganisatie of associatie?..................................... 1 d) Een petitie ondertekend? ......................................................................................... 1 e) Aan een openbare demonstratie deelgenomen? ....................................................... 1 f) Uw mening gegeven in een online discussie/ forum? .............................................. 1
2 2 2 2 2 2
9 9 9 9 9 9
Q11. Vindt u dat u zeer geïnteresseerd , g eïnteresseerd, niet geïnteresseerd o f helemaal niet geïnteresseerd b ent in hetgeen er in de politiek en hedendaagse aangelegenheden gebeu rt:
(LEES VOOR – SLECHTS EEN ANTWOORD PER REGEL MOGELIJK. ) - Zeer geïnteresseerd. ........................... 4 - Geïnteresseerd. .................................... 3 - Niet geïnteresseerd. ........................... 2 - Helemaal niet geïnteresseerd. ......... 1 - [WN/ GA ] .............................................. 9
A) .. in uw stad of in uw regio. ......................................................... 1 2 3 4 9 B) .. in uw land. ................................................................................... 1 2 3 4 9 C) .. in de Europese Unie. .................................................................. 1 2 3 4 9
TEWERKSTELLING, SOCIALE INSLUITING/ ONDERWIJS/ VERZOENING FAMILIE-ARBEIDSLEVEN
Q12. Indien op zoek zou zijn naar werk, wat is dan de BELANGRIJKSTE reden waarom u geen werk zou kunn en vinden?
(LEES VOOR – WISSEL AF – SLECHTS EEN ANTWOORD MOGELIJK. ) - Omdat ik - Omdat er - Omdat ik - Vanwege
geen goede jobo riën tatie heb gek regen op school. ............ 1 niet voldoende op leid ingskansen zijn. ................................ 2 niet genoeg praktijkervaring h eb. ........................................ 3 het gebrek aan werkgelegenheid in [ NEDERLAND]. ........ 4
8
- [Ik zou werk vind en, geen problemen. ] ................................................ 5 - [Anders. ]................................................................................................... 6 - [WN/ GA ] ................................................................................................. 9 Q13. Wie zou u h et BESTE kunn en ondersteunen bij het vinden van werk? Kies er één uit de lijst die ik ga voorlezen.
(LEES VOOR – WISSEL AF – SLECHTS EEN ANTWOORD MOGELIJK. ) - Schoo l/ universiteit ................................................................................. 1 - Arbeidsb ureau s. ....................................................................................... 2 - Jeugdo rg anisaties. ................................................................................... 3 - Sociale Dien sten. .................................................................................... 4 - Bed rijven. ................................................................................................. 5 - [Anders. ]................................................................................................... 6 - [Geen ] ....................................................................................................... 7 - [WN/ GA ] ................................................................................................. 9
Q14. Wat is volg ens u de VOORNAAMSTE red en dat jonge volwassenen langer thuis bij hun ouders wonen dan voorheen? Ik verzoek u opnieu w o m er één te kiezen uit de lijst die ik ga voorlezen.
(LEES VOOR – WISSEL AF – SLECHTS EEN ANTWOORD MOGELIJK. ) - Ze kun nen het zich n iet v eroo rloven o m te verh uizen. ...................... 1 - Ze trou wen later d an voo rheen . ............................................................. 2 - Er is niet genoeg huisvesting besch ikba ar die zij zich kun nen veroo rloven. ............................................................................................................... 3 - Ze willen al het co mfort van een huis zonder alle verantwoordelijkheden. ............................................................................................................... 4 - Ze mo eten hun o uders financieel ondersteunen. ................................. 5 - [An dere red enen . ] (SPONTAAN )........................................................... 6 - [WN/ GA ] ................................................................................................ 9
Q15. Ik ga nu vijf zaken opn oemen die p roblemen zouden kunn en vero o rzak en als iemand in het bu iten land wil werken . Als u in het b uitenland zou willen werk en, wat zou dan het GROOTSTE probleem voor u zijn? Kies één antwoo rd .
(LEES VOOR – WISSEL AF – SLECHTS EEN ANTWOORD MOGELIJK. ) - Ik zou n iet weten h oe ik werk zou mo eten v ind en. ............................. 1 - Ik zou taalp roblemen hebb en. ................................................................ 2 - Ik zou h et mij n iet kunn en v eroorlo ven. .............................................. 3 - Ik zo u admin istratieve p rob lemen ond ervinden. ................................. 4 - Ik zou problemen krijgen met de erk enning van mijn k walificaties. 5 - [Anders. ]................................................................................................... 6 - [Geen problemen. ]................................................................................... 7
9
- [Ik ben niet geïnteresserd in werken in het buitenland . ] .................. 8 - [WN/ GA ] ................................................................................................. 9
Q16. Als u werk loo s ben t o f zou zijn, wat zou u dan het MEEST waarschijnlijk doen? Kies alstublief één mogelijkheid van d e vo lgen de zes! (LEES VOOR – WISSEL AF – SLECHTS EEN ANTWOORD MOGELIJK. )
- Elke baan accepteren, zond er voorwaarden . ........................................ 1 - Elke baan accepteren, onder voo rwaarden (zoals stabiel, goed betaald, etc.). ...................................................................................................... 2 - Vrijwilligerswerk, sociale activ iteiten do en zo nder betaald te wo rden . 3 - Proberen o m mijn eigen b ed rijf op te zetten. ...................................... 4 - “Zwart werken”, dat wil zeggen zo nder mijn inko msten op te geven . 5 - Proberen om een stagep laats te krijgen of cursussen volgen. ........... 6 - [Blijven zoeken naar een b aan die bij mij past. ]................................. 7 - [Anders. ] (SPONTAAN ).......................................................................... 8 - [WN/ GA ] ................................................................................................. 9 Q17. Welk e van de volgende k waliteiten vindt u de meest bruikbare voor u om een goede baan te vinden? Ik ga u zes mo g elijk heden vo o rlezen en zal u v ragen o m er SLECHTS ÉÉN te kiezen die u hi erv an de MEEST b ru ikbare v indt. (LEES VOOR – WISSEL AF – SLECHTS EEN ANTWOORD MOGELIJK. )
- Vaard igheden in bu iten landse talen. ..................................................... 1 - Vaard igheden op het gebied van IT , co mp uter, co mmu nicatietechnologie. ............................................................................................................... 2 - Ondern emersk waliteiten , k ennis van d e zaken wereld . ....................... 3 - Co mmu n icatie en teamworkvaardigheden. ........................................... 4 - Goed voo rko men . .................................................................................... 5 - Een stageplaats o f cursu s hebben afgerond. ........................................ 6 - [Anders. ]................................................................................................... 7 - [WN/ GA ] ................................................................................................. 9 Q18. Waar ko mt het MEESTE van u w geld vandaan? (LEES VOOR – WISSEL AF – SLECHTS EEN ANTWOORD MOGELIJK. ) -
Mijn vaste baan. ...................................................................... Werkeloosheids- of sociale zekerheidsuitkeringen. ...................... Studiebeurs of onde rwijstoelage. ............................................... Familie, partner. ..................................................................... Tijdelijk werk . ........................................................................ “Zwart werk ”. ......................................................................... [Anders.] ................................................................................ [WN/ GA] ...............................................................................
10
1 2 3 4 5 6 7 9