Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
Reisverslag Contributed by TimSon Wednesday, 12 March 2008 Last Updated Sunday, 20 April 2008
Terugblik Xpeditie (verslag 17/17) De Xpeditie zit er vandaag alweer 48 dagen op. Dagelijks kijken we met heel veel plezier terug op ons avontuur in het Oosten. Een geweldige terugblik met feitjes en weetjes! Weet je?!? 0 dingen hadden we anders willen doen, 0 keer zijn we echt ziek geweest, 1 keer zijn we wel zeeziek geweest, 1 keer zijn we grondig van top tot teen gefouilleerd, 1 keer hebben we op een olifant gezeten, 1 keer hebben we in een hoerenhotel geslapen, 1 keer een onweersbui tijdens je vlucht meemaken is meer dan genoeg, 2 keer hebben we een motortje gehuurd, 2 dikke katten wachtten ons thuis op, 2 dagen zaten we op een houten boot naar Laos, 2,80 Euro betaalden we voor ons goedkoopste hutje van de reis op Koh Chang, 3 keer hebben we sportief een fiets gehuurd, 3 keer hebben we in een ijskoude nachtbus geslapen, 4 keer hebben we een jungletrekking gedaan, 4 keer hebben we luxe een taxi genomen, 5 landen, Thailand, Laos, Cambodja, Maleisië en Indonesië hebben we bezocht, 5 sterren verdient Thai Airways voor de goede service op Tweede Kerstdag, 6 eilanden hebben we bezocht; Chang, Phi Phi, Penang, Bali, Tao, Samet, 7 keer hebben we gevlogen; Finn Air, Laos Air, Air Asia en Thai Airways, 7 verse stempeltjes staan in ons paspoort, 9 maanden over de houdbaarheidsdatum is normaal op de blikjes in Laos, 10 Oktober startte Xpeditie Timson, 12 man/vrouw telde ons welkomstcomité op Schiphol, 15 keer is de column Sonja’s Talk geplaatst, 15 uren in een bus is heel normaal, 16 keer hadden we een accommodatie met een koude douche, 17 reisverslagen zijn er geschreven, 20 kilo sjouwden we in onze backpacks mee op onze rug, 22 vrienden en familie waren er op ons welkom thuisfeestje, 23 januari, vierde Son haar verjaardag en eindigde de Xpeditie, 25 minuten heeft Son paard gereden in Hua Hin, 30 Euro betaalden we per nacht voor ons duurste guesthouse van de reis in Jomtien, 32 graden Celsius was onze gemiddelde temperatuur op reis, 37 verschillende accommodaties hebben we ervaren, 42 minuten hebben we totaal gefilmd(waarvan de helft met het klepje voor de lens), 45 landen hebben onze site bezocht; Argentinië, Aruba, Australië, België, Bolivia, Brazilië, Bulgarije, Cambodja, Chili, China, Colombia, Dominicaanse Republiek, Duitsland, Egypte, Engeland, Frankrijk, Griekenland, India, Indonesië, Italië, Japan, Laos, Malawi, Maleisië, Mexico, Nederland, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Peru, Polen, Portugal, Rusland, Seychellen, Singapore, Thailand, Tjechië, Turkije, USA, Verenigde Arabische Emiraten, Vietnam, Zuid Korea, Zweden, Zwitserland en Zuid Afrika, 60 meter is de hoogte van Wat Saket, Bangkok, 100 Dollar is de gedeelde hoofdprijs voor 75 roeiers in Phnom Penh, 105 dagen lang hebben we met z’n tweetjes Zuid-Oost Azië ontdekt, 130 miljoen jaar oud is het regenwoud in Maleisië, 150 kilometer is best wel lang rijden met een lekke band, 171 berichten zijn er in ons gastenboek geplaatst, 200 kilo theeblaadjes levert in Cameron Highlands 10 Euro op, 220 km/h reed de privé-chauffeur van Ransay van het vliegveld naar ons hotel, 239 mailtjes hebben we ontvangen, 276 meter is de hoogte van het panoramadek op de KL Tower, 425 kilometer is de afstand van de ‘Death Railway,’ 1762 foto’s hebben we geschoten, http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
3459 tekens (inclusief leestekens) bevat dit laatste verslag, 8000 schedels liggen als eerbetoon bij de Killingfields, Cambodja, Tig-keer hebben we ons laten vervoeren in een Tuktuk, longtailboot, motortaxi, bus en minibus, 502.587(!!) totale hits hebben we op onze site gehad!!Tot reis!! Liefs, Tim&Son Samet, Blive & 23.01.2008 (verslag 16/17) Verwaaid en voldaan bereiken we pijlsnel Koh Samet. Op slecht een paar uurtjes van Bangkok ligt dit eiland wat tevens een beschermd natuurpark is. Vele backpackers genieten de laatste dagen van hun reis hier van de laatste zon aan de Thaise Golf. Bij de pier stappen we in een taxi pick-up om ons naar Ao Phai, mainbeach te brengen. Achter Silver Sand hebben we (weer een verkeerde keuze ) de slechtste accommodatie van de reis geboekt. Een vies hutje met een half in elkaar gezakt dak, een koude douche die afloop naar de slaapkamer waardoor alles zeiknat wordt en een zeer muffe stank als touché. Dag twee op Samet vinden we een leuk bungalowtje bij White Sand. Bij ons guesthouse huren we een motortje om het National Park te bekijken. In alle rust op de zanderige onverharde wegen rijden we naar het zuidelijkste puntje Laem Khut waar tot onze verbazing een varaan van twee meter vlak voor ons de weg oversteekt. Vol in de remmen maken we ruim baan voor de dino die blijkbaar even verbaasd is als ons om tegenliggers te zien. Jammer genoeg zijn we net te laat om een fotootje te schieten… Op de terugweg krijgen we, gelukkig vlak bij het dorp, een lekke band met de motor. We gaan helaas alweer de laatste daagjes van de xpeditie in en verwerken genietend de prachtige reis op het strand. Nog even lekker relaxen in een lekker klimaat, met heerlijk eten en zonder de dagelijkse verplichtingen. Zaterdag 19 januari verlaten we vroeg ons laatste eiland van de xpeditie. We gaan weer naar ons tweede huis, Bangkok. Na een busreis van vijf uurtjes arriveren we op North-East Busterminal. Voordat we onze backpacks op onze rug kunnen doen worden we zonder glimlach ontvangen door de sterke arm der wet, de Thaise politie. Er wordt ons verzocht de backpacks en rugzakken open te maken en Tim wordt meerdere malen wijdbeens grondig gefouilleerd door een agent. Het wordt ons al snel duidelijk dat ze opzoek zijn naar drugs. Wij hebben niets te verbergen maar vrezen toch voor een ‘doorgestokenkaartactie.’ Er staan ons verhalen bij dat reizigers door corrupte agenten in de val worden gelokt doordat anderen of de agenten zelf drugs of wapens in je rugzak gestopt hebben. Gelukkig is er niets te vinden en kunnen we na het inpakken van ons alles met een taxi naar Rambuttri. De reden dat we een paar dagen voor vertrek naar Bangkok zijn gegaan is het feest van vanavond, het eerste internationale Outdoor Dance Music Festival; Blive Culture One (http://www.blivethailand.com/). Voordat we naar het feest gaan gaat Tim nog naar zijn vaste kapsalon in Bangkok. De vaste kapster is er niet en al snel blijkt dat deze kapster de Engelse taal niet goed beheerst. NOT too short is in het Thais een standje twee op de tondeuse en na een paar minuutjes verlaat Tim met een Justin-coupe en een in een deuk liggende Son de kapsalon. ’s Avonds zijn we te gast bij Blive op een evenemententerrein in Bangna, Bitec, twintig kilometer buiten Bangkok. Tot in de kleine uurtjes dansen we op de muziek van o.a. David Morales(USA), Stanton Warriors(UK), Brian Cross(Spain), Toni Varga(Spain), John Oo Fleming(UK), Filthy Dukes(UK) en onze eigen trots Marco V(NL). Aan alles komt een eind… Helaas… Dinsdagavond groeten we voor de laatste keer onze guesthousecrew, ons phat-thai vrouwtje op de straat, Koning Bhumibol, Banglamphu, de Monniken en de grote billboards op weg naar het vliegveld. Om een uur ’s nachts vliegen we, op Son haar verjaardag, met veel turbulentie en in een zware onweersbui naar Helsinki, Finland. We kunnen op de luchthaven aangekomen direct in ons volgende vliegtuig stappen naar Amsterdam. Door ons vliegtuigraampje zien we de witte startbaan en de sneeuw op de bergen. Een paar uur geleden zaten we nog in 34°C en nu vriest het. Boven Groningse luchtruim begeven we ons in het typische Nederlandse weer, een dik wolkendek en veel regen. Op Schiphol staat onze lieve familie en vrienden ons hartelijk op te wachten waarna er in Leeuwarden een welkom thuis en Son haar verjaardagfeestje voor ons is georganiseerd. Welkom thuis!! Khao Yai NP (verslag 15/17) Niet naar beneden kijken…. Focussen op een punt…. Niet aan eten denken…. Zeeziek!! Door de woeste golven van de Thaise Golf halen we op het vaste land in Chumphon opgelucht adem. Zonder overgeven hebben we de oversteek gered. We kunnen nog een uurtje bijkomen van de bootreis voordat we verder gaan met de bus. Diep in de nacht stappen we als enigen van de bus naar Bangkok als enigen uit in Hua Hin. Twee gehaaide motortaxi’s weten ons te bemachtigen en brengen ons naar een guesthouse aan het water. De kamer is, net zoals in Cambodja, van triplex platen gebouwd, maar omdat het inmiddels drie uur in de nacht is nemen we het hok. De overhaaste keuze blijkt helaas niet de goede en na een paar uurtjes zoeken we, na een zwaar verstoorde nachtrust door schreeuwende en feestende Aziaten, een andere slaapplaats. Bij daglicht krijgen we meteen een indruk van het schone Hua Hin. Een Costa badplaats gericht op de Duitse, Engelse en Scandinavische gepensioneerde reiziger. Na lang zoeken vinden we voor Hua Hin begrippen een leuk en goedkoop guesthouse met een lekkere warme douche. Omdat het weer in Koh Tao bewolkter werd en het in Phuket regende hebben we ervoor gekozen om een paar dagen lekker te relaxen aan het strand van het zonovergoten Hua Hin. De zon schijnt, het strand is mooi, dus inderdaad relaxen! Son maakt nog een strandwandeling op een paard. Jeugdsentiment! Son is groter en de paardenbak is groter. Woensdagochtend verlaten we met de streekbus Hua Hin, op naar Southern Busterminal Bangkok. Na lang informeren http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
bij het busstation waar niemand Engels spreekt, blijkt dat we eerst naar de Northern Busterminal moeten gaan om daar over te stappen op de bus naar Khao Yai. Na een rappe rit met de stadsdienst door Bangkok en drie uren in de streekbus komen we om half acht aan in Pak Chong. Het openbaarvervoer in Thailand is goed verzorgd. We worden vertroeteld met drinkwater, cola, broodjes en vochtige doekjes. We nemen een guesthouse in het centrum van Pak Chong, de grensplaats aan Khao Yai National Park. Pak Chong is een typisch Thais plaatsje met een gezellige nachtmarkt en zonder toeristen. We hebben voor het eerst ook echt ons Thais woordenboek nodig, omdat niemand een woord Engels spreekt. Zelfs niet bij het guesthouse. Een lekker broodje pindakaas! Na een zelfgemaakt ontbijtje gaan we donderdag op eigen gelegenheid naar het National Park. In de stad pakken we een grote tuktuk en na een uur te hebben gewacht en een uur te hebben gereden, komen we om half drie ’s middags aan bij de toegangspoort van het ‘wereldfijnste’ natuurpark. Voor de zekerheid nog even vragen hoe laat de laatste bus teruggaat naar de stad. ‘Three O’clock,’ antwoord de chauffeur. Op de poort na zien we vandaag niets van het park, morgen weer een dag… Vrijdag elf januari, om tien uur worden we opgehaald met de pickup van ons nieuwe guesthouse die we gisteravond hebben gebeld om te vragen of er nog plaats is. Om drie uur gaan we met een Nederlands stelletje, een Duitser en een Zwitser zwemmen in een natuurlijke bron. Opvolgend de batcave, een grot met vleermuizen. Na het bezoekje grot rijden we naar een berg waar rond zonsondergang ruim twee miljoen vleermuizen een grot verlaten. Echt fascinerend, zoveel bats die in een uur durende zwerm de berg uitvliegen om te eten. Een enkele havik geniet ook van het schouwspel en weet een vleermuis uit de zwerm te pakken en op te peuzelen. ’s Avonds zitten we nog gezellig te kletsen bij ons guesthouse en proberen we een Engelse uit te leggen dat wij naast de kerstman ook sinterklaas hebben. Echt lachen om Engelsen en Australiërs uit te leggen dat een oude, blanke, grijze man uit Turkije met een lange baard in een Kluklux clan pak en zwarte slaven (Black Peets) met een stoomboot vanuit Spanje komt om cadeautjes en ‘peppernuts’ uit te delen . De tweede dag in Khao Yai begint erg vroeg. Om acht uur gaan we wildlife spotten. Het begint met simbarherten, veel gibbons, hornbills (neushoornvogels) tropische vogels en slangen. Tijdens de lunch worden we verrast door big lizzards (grote varaans) die bij een meertje genieten van een hertenkarkas. Na de lunch bekijken we de waterval uit de film The Beach. Op de terugweg zien we een zwarte beer, helaas in de verte. Bij het vallen van de avond horen we in de struiken takken kraken. Onze chauffeur laten we rechtsomkeer maken om te kijken wat voor dier onze aandacht trekt. In de schemering zien we een olifant midden op de weg staan. In Kenia hebben we tig olifanten gezien, maar toch is het weer erg bijzonder om een grijze oerreus in het wild te zien. Veel beter dan in gevangenschap zoals we in Kanchanaburi, Ayuthaya en Chiang Mai hebben gezien. Khao Yai is zeker de moeite waard! Weer vroeg opstaan… Om half zeven vertrekken we weer met de bus naar Bangkok om daar over te stappen in de bus naar Rayong en Bon Phe. Aangekomen bij de haven kopen we kaartjes voor de ferry Koh Samet, maar door te weinig animo worden we in een kwartiertje met de speedboat naar Samet geraced. Met de ferry zou de tocht een uur duren, dus helemaal niet erg . Onvergetelijke kerst en spetterende jaarwisseling (verslag 14/17) Met het angstzweet in ons handen zitten we maandagmiddag zeventien december in een vliegtuig van Air Asia vanuit Kuala Lumpur naar Bali. We hebben de dag daarvoor op de lokale televisie de film La Bamba gezien en als het vliegtuig halverwege de vlucht hevig heen en weer begint te schudden hopen we dat het tonen van deze film niet als waarschuwingsteken is bedoeld. Opgelucht halen we daarom adem als we drie uren later landen; gelukkig was het niet voorbestemd. Met een taxi vertrekken we, na het kopen van een visum en het invullen van formulieren, naar Kuta een toeristisch plaatsje aan het strand. Omdat het al laat in de avond is, laten we de taxichauffeur ons droppen bij een naar eigen zeggen goed en goedkoop hotelletje vlakbij de zee. De kamer is goed en na het inchecken eten we een hapje bij een lokaal restaurantje, waarbij Tim aangenaam verrast wordt door de Indonesische keuken; pindasaus en satéh! De volgende dag worden we helaas gewekt door het tikken van de regen op de ramen. Toch blijven we optimistisch. Volgens internet zijn de voorspellingen goed en de taxichauffeur vertelt ons de avond daarvoor dat het weer op Bali (ook in het regenseizoen) bijna altijd mooi is. De afgelopen weken is het alleen maar droog geweest, maar nu helaas niet . Met een paraplu en ons benen tot aan de kuiten toe in het water lopen we door de straten van Kuta. 's Middags stopt het gelukkig met regenen en zelfs het zonnetje breekt af en toe door de bewolking heen. Bali lijkt ons een leuke bestemming om de feestdagen door te brengen. Het hotel waar we op dat moment zitten is volgeboekt tijdens kerst en volgens de hoteleigenaar wordt het voor ons nog erg moeilijk om een goed onderkomen te vinden. Gelukkig valt dat reuze mee, want bij het derde hotel hebben we al beet. Een leuk bungalowtje omringd door een tropische groene tuin en met een prive zwembad. We kopen twee kerstmutsen en zetten de kerstboom neer op ons eigen veranda en komen al een beetje in de feeststemming. Voor het eerst sinds we op reis zijn gebruiken we de kasten om onze kleren in op te bergen, we blijven tenslotte meer dan een week op Bali. Toch blijft het een rare gewaarwording, kerst en de jaarwisseling vieren met dertig graden. De Aziaten zijn ook niet erg uitbundig met de kerstversiering en muziek en eigenlijk hebben we meer het gevoel dat het half augustus is dan hartje winter aan het einde van het jaar. Na een paar dagen relaxen en luieren maken we op zaterdag met een prive chauffeur een eiland tour. We stippelen onze eigen route uit omdat we geen zin hebben om langs de zijdefabriek, houtsnijwerk en steenhouwerijen te gaan. We bezoeken een aantal hindutempels die er aan de buitenkant veelbelovend uit zien. Helaas zijn ze alleen van buitenaf erg sierlijk, binnenin is het kaal en leeg en stelt het niet zoveel voor. Uiteraard nemen we ook een kijkje bij de beroemde Balinese rijstetappes die erg veel op de theeplantages van Maleisië lijken. Het enige verschil is dat we de rijstvelden door het mooie en heldere weer beter kunnen bekijken, wat we destijds in Maleisië niet hadden. Ons laatste stop is op een van de hoogste punten van Bali waar we een erg mooi uitzicht hebben over de drie vulkanen. Zondag lassen we weer even http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
een rustpauze in om ons mentaal voor te bereiden op de kerst. Even lekker bruin bakken en Son laat op het strand haar nagels in een bijpassende kleur lakken, zodat ze mooi uitkomen bij haar kerstjurkje. Helaas is de volgende dag de lucht weer erg grijs en tegen het einde van de ochtend regent het pijpenstelen. Kerstavond zijn we nog optimistisch en gaan we lekker luxe uit eten bij een leuk restaurantje met kerstmuziek. Zelfs de bruine kerstman komt nog even gedag zeggen . De stille hoop dat het weer met kerst beter wordt, ebt al snel weg als het vierentwintig uur later nog steeds hoost. De straten zijn blank, de lucht is donker, het stormt en als we op internet de weersvoorspellingen willen bekijken is dat niet mogelijk. Door het extreme weer ligt de verbinding in heel Indonesië plat. 's Avonds, op Eerste Kerstdag dus, gaan we om toch nog het beste uit de dag te halen weer lekker uit eten en na het diner nemen we in de stromende regen een kerstduik in het zwembad. Na tien minuten rennen we echter rillend naar ons appartement, het is namelijk nog maar vijfentwintig graden ! Op Tweede kerstdag is ons geduld goed opgeraakt. Al sinds Maleisië kloppen de weersverwachtingen van geen kant. Elke dag vragen we ons weer af of we in een t-shirt kunnen lopen of dat we onze poncho's moeten aantrekken. Nu de kerstdagen voor ons letterlijk en figuurlijk in het water zijn gevallen, komt de regen ons de spui gaten uit. We willen dolgraag Indonesië, het geboorteland van Tims vader verkennen, maar niet op deze manier. Dan komen we liever volgend jaar terug. We nemen een taxi naar het vliegveld en hopen dat we snel ons ticket kunnen omzetten, maar na een uur is het helaas nog niet gelukt. In KL vertelde een vriendelijke medewerkster van Air Asia ons dat we voor vijftien euro de datum van ons ticket kunnen veranderen. Ze was alleen vergeten te zeggen dat het vijftien euro per dag is en dat het omzetten van het kaartje voor ons nu nog duurder is dan een nieuw ticket aanschaffen. Maar ook een nieuw ticket kopen bij Air Asia is niet mogelijk, alles is namelijk volgeboekt. Teleurgesteld zoeken we onze taxichauffeur op, maar die is hem door het lange wachten zonder geld gepeerd. Met een nieuwe taxichauffeur rijden we naar een reisbureautje in Kuta en voor een schappelijk prijsje (zesenhalf miljoen roeppia) kunnen we binnen drie uur, op Tweede kerstdag, vliegen naar Bangkok. Gehaast gaan we terug naar ons hotel om onze spullen, die we voor het eerst hebben uitgepakt, weer in te pakken. Tweeenhalf uur later ploffen we vermoeid neer op ons stoel. We krijgen een lekkere vliegtuigmaaltijd met wijntje als kerstdiner . Gelukkig kunnen we nog wel om de hele gebeurtenis lachen. Het is in ieder geval een kerst die we nooit meer zullen vergeten!! Salam Indonesia, Sawasdee Thailand. Op dezelfde plek waar Randy ons elf oktober opwachtte stappen we de terminal uit op het vliegveld in Bangkok. Deze keer helaas zonder Randy en zonder privechauffeur. We kopen twee buskaartjes en laten ons brengen naar de Kao San, backpackersplace. Bangkok begint al een beetje als ons tweede huis te voelen. Tussen de beginnende backpackers met de Lonely Planet in de hand vinden wij al snel ons vaste stekkie Rambuttri. Na een goede nachtrust in het droge Bangkok vergelijken we de prijzen van aanbieders naar Koh Tao, een klein eilandje in het zuiden van Thailand. Het scheelt nogal wat Bahts waar je je reisje boekt en na wat uitzoeken kun je de winst al in je zak steken. Toch blijkt bij elke aanbieder de nachtbus voor vannacht al vol te zitten dus moeten we ons een dagje in Bangkok vermaken. We hebben gelukkig weer droogte en genieten lekker van de zon bij het zwembad. 's Avonds komen we heel toevallig Helena, de Oostenrijkse van Phi Phi, tegen die drie weken in een klooster heeft gezeten. Ook komen we twee Belgen tegen die we twee maanden geleden in Laos hebben ontmoet, morgen vliegen ze weer terug naar huis. Wat is de wereld toch klein! De volgende dag stappen we om tien uur 's avonds in de nachtbus richting zuiden. Goede ruime stoelen met comfortabele beenruimte en een te goed werkende airco (zestien graden) . Na een bevroren nacht komen we om zes uur 's ochtends aan in Chumphon. Twee uur later zetten we na de boottocht voet op Koh Tao, schildpaddeneiland (Tao betekent schildpad). Koh Tao hoort bij de Samui-eilanden groep in de Thaise Golf en is met 21 km het kleinste eiland. Koh Tao werd vroeger gebruikt als schuilplaats bij stormen door vissers. Het was onbewoond en werd tussen 1933 en 1947 gebruikt als politieke gevangenis. Omdat het eiland zeventig kilometer uit de kust ligt, was het onmogelijk te ontsnappen. In 1947 ontsloeg de koning alle gevangenen en zettelden de inwoners van Koh Pha-Ngan zich op het buureiland Tao. Momenteel leeft het bergachtige Tao van de inkomsten van het toerisme en de palmbomenteelt. Het koraal eiland staat bekend als duik en snorkelparadijs en staat op nummer twee op de Padi wereldranglijst van duikspots. Na een in het water gevallen kerst willen we de jaarwisseling goed vieren en we denken dat het op droomeiland Tao zeker gaat lukken. In een pick up laten we ons bij Sairee Beach brengen. We zijn blijkbaar niet de enige die hier voor de jaarwisseling zijn gekomen, want ook hier is het vinden van een guesthouse moeilijk. Bij de duikschool Seachell vinden we gelukkig een kamer voor de nacht. Dertig december, we gaan op zoek naar een mooie kamer voor de jaarwisseling maar veel is volgeboekt. Wel wordt ons een hutje aangeboden voor 5700 Baht (114 euro) per nacht. We kijken ff verder... Na lang zoeken vinden we een geweldig bungalowtje op een rots tussen Sairee en Mae Haad Bay met uizicht op de haven en direct aan het strand, top!! Oudjaarsdag, na het inkopen en afsteken van vuurwerk zijn we helemaal klaar voor de wissel. We zijn naar Sairee Beach gegaan en zitten bij ons vaste lounge strandtent Moov-Intouch. Onder de klanken van de DJ's tellen we op het strand 2007 af en gaan 2008 in met een geweldig feest!! Een drie uur durende vuurwerkshow en alle beachtenten op het anderhalf kilometer lange strand knallen met DJ's, vele cocktails en een aangeschoten Tim en Son het nieuwe jaar in. Onze prachtige, meest bijzondere jaarwisseling!! Nieuwjaarsdag beleven we dit jaar, als uitzondering, zonder familie en vrienden als een zondag rustdag. Woensdag gaan we wandelend het groene eiland aan. Na een off road uitputtende steile wandelroute genieten we in het zuiden van het eiland in de Sae Baeng en Chalok Baan Kao Baai. Donderdag gaan we naar de Thiong Og Baai snorkelen, maar door de hoge golven is helaas het water troebel en dus ook geen vis te bekennen. Dus lekker verplicht zonnebaden!! Vrijdag gaat onze reis in 2008 verder naar Hua Hin. Van moderne stad naar primitieve jungle (verslag 13/17)Zaterdagochtend stappen we zenuwachtig onze kamer uit op naar het restaurant van ons guesthouse. We bereiden ons voor op een nieuw avontuur, het 130 miljoen oude tropisch regenwoud van Azië, Taman Negara. Nog voordat we ons ontbijtje kunnen bestellen komt een medewerker van het guesthouse ons spijtig begroeten. Door zeer zware regenval zijn alle toegangswegen naar het National Park in de staat http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
Pahang overstroomd en niet meer toegankelijk. Ook in de staat Johor en Terengganu zijn door de moesson de grote rivieren buiten hun oevers getreden en staan de huizen en straten onder water. De Perhantian Islands, aan de oostkust van Maleisië, zijn ook "gesloten." Onze trip wordt verplicht geannulleerd en zwaar teleurgesteld eten we onze tosties. Met een ochtendhumeur lopen we naar het busstation voor onze alternatieve troef Kuala Lumpur (KL), hoofdstad van Maleisie. Na een spannende busrit van zes uren zien we de skyline van KL voor ons, de bekende Twin Towers en KLtower. Met zweet in onze handen stappen we uit in de wijk Chinatown. Een van de banden van de bus was halverwege namelijk ontploft en tijdens de rest van de busrit verwonderlijk niet vervangen. Met luid kabaal werd gewoon doorgereden... De dag erna zien we op het nieuws dat een zelfde soort bus bij een tolpoort in Ipoh (waar wij ook zijn langs gereden) een zwaar ongeluk met meerdere doden heeft veroorzaakt. Selamat Datang Ke KL! - Welkom in Kuala Lumpur! Na ingecheckt te zijn en een hapje te hebben gegeten zoeken we ons bedje op. De tweede dag KL begint droog. Met goede moed maken we een stevige wandeling door de hoofdstad. In de verte zien we de Menara Kuala Lumpur (KL Tower), de op vier na grootste toren van de wereld. Onderweg kopen we voor de zekerheid toch maar een paraplu omdat de lucht er erg dreigend uitziet. Een paar Jalan Jalan(straten) verder stort de regen helaas al met bakken uit de hemel. Na een lange koffiebreak bereiken we de KL Tower ,maar vanaf het panoramdek op 276 meter zien we door de bewolking weinig en slechts een schim van de Twin Towers. Beteuterd dalen we met de supersnelle lift weer af naar ground floor... Onder moeders paraplu haasten we ons door de Golden Triangle naar de Petronas Twin Towers, de tot 2004 hoogste skyscrapers ter wereld. Het met staal en glas monument symboliseert traditioneel Islamitisch met moderne kunst. Onder de torens bevindt zich een enorm groot winkelcomplex met tig-tal bioscopen, dure exclusieve kledingwinkels en een verdieping vol met verschillende restaurants. Tussen de verkoopcounters heb je gezamelijke tafels. Dit maakt het bijzonder omdat je bij elk restaurant wat kunt proberen en bij hetzelfde tafeltje kunt opeten. Bij de ene haal je het voorgerecht, bij de andere het hoofdgerecht, ergens anders het drinken en nagerecht. Goed concept!! Buiten het complex bekijken we in het park de Twin Towers, met hierin gevestigd het hoofdkwartier van de oliehandel en Formule1 team Petronas. Met het uitstekende monorailnetwerk in KL gaan we dinsdag naar Time Square. Times Square is een huge winkelcentrum met bioscopen, 30-baans bowlingcentrum, restaurants en verwonderlijk het grootste indoorpretpark Cosmo's. We kijken echt onze ogen uit met wat ze in Maleisie onder een dak kunnen bieden. Met Randall hadden we in Thailand al wat beleefd (BigC) maar hier overtreffen ze echt alles! Na de Maleise Pietje Paulusma te hebben raad gepleegd boeken we eindelijk onze tickets voor Taman Negara. De "flood" is een paar metertjes gezakt en door plassen en omleidingen komen we woensdagmiddag aan bij de boot. Na een woeste tocht door de woeste stroming meren we na drie vaaruren aan in Kuala Tahan. We hebben in de boot een leuk gezelschap van Indiase locals uit Penang, Sel en familie. 's Avonds maken we een spannende nachtjungle wandeling en zien onder andere herten, turantulas, fluoriserende paddestoelen (magic mushrooms) en grote motvlinders. We moeten goed oppassen voor de agressieve bloedzuigers We overnachten in Park Lodge, vijf miniuten van ons drijvend restaurant. Dag twee in het tropisch regenwoud. Na het ontbijt worden we in de jeep van de lodge naar de rivier gebracht. In het droge seizoen is de rivier slechts 16 meter breed. Nu, in het begin van de moesson, is de rivier al 60 meter breed! Aan de overkant zien we de hoogste waterstand tijdens de moesson. Dit was in 1971 en was 19,73 meter hoog, 15 meter hoger dan de waterstand nu. Na twee dagen door de regenval gesloten te zijn is dankzij Boeddha (Son heeft onze goed geluk Boeddha als ketting!), de langste hangende brug ter wereld - The Canopy Walkway vandaag open! Op een hoogte van 45 meter lopen we over deze geweldige brug midden in de jungle met als enige stevigheid de touwen tussen de bomen. Een leuke belevenis!! Na de brug doen we een trekking op Teresek Hill met als uitzicht het prachtige regenwoud en de hoogste bergtoppen van Taman Negara. Na de lunch op het drijvend restaurant zijn we te gast bij het Orang Asli dorp. In het dorp leeft de Batek Aboriginal stam op een primitieve levenswijze. Ze leven in de jungle van de jacht, zonder scholing, stromend water en elektriciteit. Ze geloven in de geesten van het woud. Ze laten ons zien hoe ze natuurlijk vuur en jachtgerei maken. We proberen een blaaspijp die de Bateks gebruiken om apen uit de bomen te schieten om daarna op te eten. De overheid biedt de Aboriginals vaak scholing en medische zorg aan, maar de Bateks zijn tevreden en gelukkig met hun nomadische leven in het regenwoud. Wat ons opvalt is dat de Aboriginals veel donkerder zijn dan de Maleiers, het lijken wel negers! Op de terugweg trekken we de rivier op om te Rapid Shooting. Door de moesson kunnen we helaas niet het hele traject op. Met onze houten boot snellen we de rivier af door stroomversnellingen en langs rotsen. Zeiknat en voldaan sluiten we het avontuur Taman Negara af!!! Tijdens de terugreis naar KL zitten we in een touringcar met een echt vieze chauffeur. Hij doet niets anders dan roggelen, boeren, spugen wat blijkbaar heel normaal is in Maleisië. Terug in KL checken we weer in bij Replica Inn, Chinatown. Onze oude kamer is bezet en alleen een grotere duurdere is nog vrij. Omdat we best wel moe zijn van de reis nemen we de kamer en sluiten onze ogen. Voor het eerst tijdens onze reis worden we constant uit onze slaap gehouden. Achter de dunne muur van onze kamer lopen de waterbuizen van alle douches en elke keer als een gast een douche neemt horen we het luide piepen en kraken van de buizen. Na bijna niet geslapen te hebben checken we vroeg uit en gaan opzoek naar een ander onderkomen. In Petaling vinden we, voor het oog, een nette kamer. 's Middag zoeken we de fun op. Met de bus gaan we naar Sunway Lagoon, een pretpark vol met attracties en een waterpark. Lekker van de glijbaan af, in de achtbaan, van de wildwaterbaan en quad rijden. Heerlijk relaxen. Wat is reizend toch vermoeiend. Na weer een drukke intensieve dag zoeken we vroeg ons hotel op. Voor het hotel wachten veel dames van plezier op nieuwe klanten. Op onze verdieping aangekomen zien we nog meer van de lichte zeden. Ook hier hebben we, door dat we in een hoerenhotel in een tippelbuurt zitten, weer een erg slechte nachtrust. Nu begrijpen we waarom ze de kamers in ons hotel ook voor een uur verhuren. Ter compensatie pakken we zondag groot uit! We nemen een penthouse suite (twintig euro inclusief ontbijt) op twaalf hoog in hartje KL. Met prachtig uitzicht over de KL en Twin Towers. Hier krijgen we ons welverdiende rust en uitzicht wat we een paar dagen geleden op de KL toren moesten missen. Maandag vertrekken we naar onze kerstbestemming Bali, Indonesië. http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
Koh Phi Phi - Maleisië (verslag 12/17) Na een busreis van zestien uur komen we vrijdagochtend tien uur aan in Krabi. Bij aankomst zitten we in een groot dubio: blijven we in de grote stad Krabi of vertrekken we naar het verleidelijke bounty eilandje Koh Phi Phi. Mede op advies van een Oostenrijks meisje Helena, die we in de bus hebben ontmoet, besluiten we naar Phi Phi te gaan. Helena is eerder op dit eiland geweest en volgens haar is het echt het paradijs. We hebben nog vijf minuten de tijd om een kaartje te kopen en aan dek te gaan. Gelukkig halen we, erg vermoeid van het harde rennen met de backpacks in de brandende hitte, op de minuut aan de boot. Twee uur later zetten we voet op het adembenemende Koh Phi Phi. Parelwitte stranden en een azuurblauwe zee. Nog nooit eerder hebben we zulk helder water gezien, waarin je elke steen of schelp ziet liggen en iedere vis ziet zwemmen. Koh Phi Phi is volgens de gidsen en RTL Travel een van de mooiste eilanden van de wereld en wij delen deze mening zonder enige twijfel. Samen met Helena nemen we een watertaxi naar Longbeach. Het is het langste en mooiste strand van het eiland met de goedkoopste guesthouses. Wegen zijn op Phi Phi niet te bekennen. Het enige vervoersmiddel is de longtailboot, die je van het ene strand naar het andere brengt. Het eiland telt welgetelt een dorpje waar een aantal souvenierswinkeltjes, duikscholen en hotels te vinden zijn. Het dorpje oogt een beetje Center Parcs achtig. Het is na de Tsunami geheel opnieuw opgebouwd en dus erg nieuw en schoon. Het guesthouse waar we inchecken ligt ook op een minuut lopen van het strand. We zien net niet de zee vanuit onze kamer. Het houten bungalowtje is absoluut geen luxe: een piepklein kamertje zonder ramen waarin een bed staat en met een koude douche. Op dit eiland kunnen we ons geen comfort permiteren. Een beetje comfortabele kamer kost al gauw vijftig euro en dat is ver boven ons budget. Voor veertien euro per nacht op Phi Phi mogen we ons handen dicht knijpen en we klagen daarom ook niet. De rest van de dag spenderen we relaxend en slapend op het strand. Ff bijkomen van de vermoeiende reis. Ook de volgende dag brengen we, op een anderhalf uur lange strandwandeling naar het dorp toe na, luierend door. Dag drie doen we een eilandencruise en bekijken we de eilandjes Koh Phi Phi Don, Koh Phi Phi Lay, Koh Jam, Koh Mosquito en Bamboo Island in de Andaman zee. We worden deze dag aangenaam verrast door de oogverblindende onderwaterwereld. Met onze duikbril op het hoofd en snorkel in de mond zien we vissen en koraal in alle kleuren van de regenboog. Uren dobberen we in het water om deze compleet andere wereld te bewonderen. Op Bamboo Island worden we voor het eerst herinnerd aan de natuurramp die drie jaar geleden tweehonderdtwintig duizend levens eiste. Aan het strand staan waarschuwingsborden met evacuatieborden bij zeebevingen. Als we van het snorkelen bij Bamboo Island terugzwemmen naar de boot merken we door de zeer sterke stroming de kracht die water heeft. Dit is zonder beving, laat staan met.... Je hebt geen schijn van kans. Na een heerlijk ontspannen weekend vertrekken we maandagochtend fris en fruitig naar een nieuw avontuur: Maleisie. Aangezien we geen zin hebben om weer tien uren achter elkaar in een bus te zitten, maken we een tussenstop in Hat Yai, de grensplaats van Thailand naar Maleisie, om de volgende dag door te rijden naar het schiereiland Pulau Penang in het westen van Maleisie. Maleisie is niet te vergelijken met de drie andere Aziatische landen die we bezocht hebben. Het valt ons meteen op dat het een stuk Westerser is: goed aangelegde wegen met vangrail, nieuwe auto's, keurige plantsoentjes en motorrijders met helmen op. Georgetown, de stad waar we overnachten, lijkt vanuit de verte net New York met haar vele hoogbouw. Hartje centrum doet wel weer meer aan als de andere Aziatische steden waar we geweest zijn. Druk, chaotisch, vies en oud. Tachtig procent van de Maleiers is Moslim en het straatbeeld wordt dus overheerst door hoofddoekjes, tulbanden, Mohammeds en Ali Baba's. Na een middagje sjokken door het centrum van Georgetown zijn we de hectiek goed zat en de volgende dag zoeken we dan ook de rust op in Botanic Garden, een natuurpark net buiten Georgetown. We wandelen door de zeldzame tropische planten en bekijken de wilde aapjes die in overvloede aanwezig zijn. Met een treintje wat meer lijkt op een skilift gaan we naar het hoogste punt van dit gebied, Penang Hill. We moeten door de enorme drukte helaas twee uren wachten. Maar we hebben daarna wel een mooi uitzicht over de stad en we bezoeken een tuin met allerlei tropische vogels. Op het moment dat we een kijkje willen nemen bij een Hindu tempel en Moskee begint het keihard te plenzen en helaas moeten we daardoor dit tripje skippen. Als we de volgende dag naar Cameron Highlands rijden, het plaatsje Tanah Rata, regent het nog steeds. Cameron Highlands is het biologisch hart van Maleisië. Het is een hoog gelegen gebied, waardoor het ook een stuk kouder is, met beroemde prachtige theeplantages en de kweek van groentes en fruit. We boeken een tour langs de reptielen en vlindertuinen, Strawberry garden, Chinese tempel, Rose centre en met als hoogtepunt de Boh theeplantages. Een gids vertelt hoe de theeplanten geteelt en verwerkt worden. Een grote theeplukker plukt gemiddeld tweehonderd kilo theeblaadjes op een dag en verdient hier tien euro mee. Voor Maleise begrippen goed geld verdienen. Door het slechte weer zijn we 's middags verplicht om ons guesthouse weer op te zoeken. We dragen voor het eerst sinds lange tijd weer een lange broek en vest en worden helaas weer een beetje herinnerd aan het Nederlandse klimaat . De volgende dag begint droog en op eigen houtje vertrekken we richting jungle. Wat we gisteren moesten missen, willen we vandaag graag inhalen. Met een getekende plattegrond wanen we ons door het tropisch regenwoud. Tim krijgt onderweg de schrik van zijn leven als hij een enorme dikke grijze slang voor hem weg ziet schieten. Van een passerende local horen we dat de slangen wel giftig zijn, maar zolang je er niet op staat is er niets aan de hand. We letten vervolgens goed op waar we onze schuiten neerzetten. Na een prachtige tocht in de natuur willen we voortzetten waar we gisteren geeindigd zijn: de theeplantages. Een zes kilometer lange stijle tocht staat ons te wachten en na een kilometer zwoegen liften we achterin een passerende pick up truck mee. Net Peking Express . Eenmaal aangekomen nemen we eerst een lekkere warme kop verse thee en genieten van het prachtige uitzicht. Bergen met etages vol groene theeplanten. Doordat we erg hoog in de bergen zitten, lopen we midden in een grote wolk met als gevolg: regen. Met onze poncho's, wat zijn we goed voorbereid , dalen we naar beneden. Gelukkig stopt er na vijf minuten een busje met locals met de vraag of we willen meerijden. Uiteraard zeggen we hier geen nee tegen. http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
Zondag vertrekken we naar het oudste regenwoud van Azië, Teman Negara.
Indrukwekkend Cambodja en het oude vertrouwde Bangkok (verslag 11/17) Terug van weggeweest! Na vijf dagen bijkomen aan de kust rijden we vrijdagmiddag tot aan vijftien kilometer voor Phnom Penh. We stoppen hier omdat de bussen in verband met het Bon Om Tuk Waterfestival de stad niet in mogen. Met een tuktuk rijden we naar ons guesthouse No Problem aan het Boeng Kak meer. De kamer is gebouwd op het water en zoals ons eerdere guesthouse in Phnom Penh ook van triplex en waar we aan wennen met een koude douche. De veranda van het restaurant kijkt uit over het meer dus we hebben een mooi uitzicht! 's Middags gaan we met de benenwagen de stad in naar het Waterfestival. Honderdduizenden Cambodianen zoeken in de stad de Tonle Sap rivier op om een roeibotenrace met driehonderdvijfig boten van meerdere nationaliteiten te volgen. De hoofdprijs is een bedrag van US 100 Dollar die de 75 roeiers moeten delen . Geen vetpot dus, maar wel feest!! Het is echt enorm druk in en rond de rivier. Je kunt de mensenmasa vergelijken met Koninginnedag in Amsterdam maar dan zonder oranje. We krijgen gelukkig een positiever beeld van de drukke, chaotische stad dan ons eerdere bezoekje. De reden dat we zijn teruggekomen is omdat we een bezoek willen brengen aan de Killingfields of Choeung Ek. Zondag rijden we in een tuktuk naar de Killingfields, veertien kilometer ten zuidwesten van Phnom Penh. We krijgen een impressie over de horrorgruwelijkheden van het Pol Pot regime. Een witte toren (stupa) staat als monument tussen 129 massagraven en vertegenwoordigd 17.000 mannen, vrouwen en kinderen die geexecuteerd zijn tussen 1975 en 1978 door de Khmer Rouge. In de toren rusten 8000 schedels van slachtoffers die in 1980 zijn gevonden bij opgravingen van de massagraven. Sommige schedels laten duidelijk de tekens van martelingen zien, andere zijn doorboord met kogels. Met onze adem in lopen we door de executievelden en massagraven. We lopen tussen en op menselijke botten, schedels en kleding van de slachtoffers. We zien een oude busstop, waar de gevangenen in de bus naar toe werden gebracht, naar de executie, naar de dood. Ook zien we een boom waar vrouwen, kinderen en babys tegen mishandeld werden. Aan de boom hing een luidspreker waar muziek uit kwam om zo het gehuil, geschreeuw en gekrijs van de martelingen te verzachten. Alle geschoolde, opgeleide mensen (artsen, leraren, ministers, buitenlanders, monninken, technici, etc.) werden met hun gehele familie gemarteld totdat ze 50 namen van personen opgaven die ook gestudeerd hadden. Pas daarna werden ze geexecuteerd. Pol Pot wilde een nieuw Cambodja, zonder steden, alleen maar dorpen met boeren en arbeiders. Elke dag werden hier 300 onschuldige Cambodianen bruut gedood. De bloederige details zullen we voor ons houden. We hebben geen woorden voor de onmenselijke handelingen die hier verricht werden. Ook omdat het vrij recentelijk (30 jaar geleden) heeft plaats gevonden. Elke Cambodiaan heeft nu nog wel een familielid die door de Rode Khmer vermoord is. Met een brok in onze keel rijden we naar het Tuol Sleng museum. Onderweg merken we de Cambodiaanse corruptie. Door het Waterfestival zijn veel straten afgezet maar na het betalen van een handjevol Riels mag onze tuktuk chauffeur, van de corrupte man met de pet op, zijn weg vervolgen. Om meerdere agenten te ontlopen moeten we een uur op een zanderige, onverharde weg met stenen en kuilen omrijden door de buitenwijken van Phnom Penh . Het Tuong Sleng museum is een voormalige school. Omdat scholing in de ogen van Pol Pot niet goed was, werd de school omgebouwd tot Security Office 21 (S-21), het hoofdkwartier en trainingscentrum van de Rode Khmer en als martelgevangenis. Elke dag kostte het hier 100 slachtoffers het leven. De klaslokalen werden gebruikt als martelkamers en houten cellen. De gevangenis is nog in oude staat en dus erg aangrijpend. In het derde gebouw van de school heeft het museum nu fotocolages van enkele honderden slachtoffers (mugshots), afbeeldingen van martelmethodes en foto's van slachtoffers van na de martelingen. Ook deze details zullen we voor ons houden. Heftig... In de twee weken Cambodja merken we duidelijk dat het land nog in wederopbouw is. Na het, door de Vietnamezen, verdrijven van de Khmer Rouge zijn de steden weer in aanbouw en de scholen gelukkig weer open. We zien dat Cambodja een zware achterstand heeft ten opzichte van Thailand en Laos. Maandagochtend rijden we naar Poipet, de grens naar Thailand. Door de slechte bus en de onverharde weg rijden we in acht uren het slechts 350 kilometer lange traject. Het avontuur begon vanochtend al waar we gehaast met onze backpacks achter op brommertjes naar de bus raceden om deze niet te missen. Bij de grens aangekomen worden we letterlijk gedropt. In een overvolle tuktuk worden we de laatste kilometers naar de grenspost gebracht. Na het ontvangen van de stempeltjes wachten we nog een uurtje op onze Thaise bus. Wat een verschil! Een dubbeldekker met vering en lekkere zachte stoelen brengt ons over een verharde, geasfalteerde weg naar Bangkok. Weer terug in het oude vertrouwde Thailand zien we duidelijk de verschillen met Laos en zeker Cambodja. Het is schoon, verzorgd, veel minder chaotisch en veel westerser. Na een zeer vermoeide reis van 15 uren en beide met een stevige verkoudheid, checken we in bij Rambuttri In. Hetzelfde guesthouse van een maand geleden, Sawadee!! Na een dagje relaxen in de gemoedelijke Stad der Engelen nemen we woensdag een taxi naar Samoetprakaan, de woonplaats van de halfzus van Tims moeder. De receptioniste van ons guesthouse laten we voor de zekerheid bellen omdat Tim zich in zijn vorige telefoongespek in het Thais niet echt duidelijk kon maken . We voelen ons net de redactie van het programma Spoorloos; opzoek naar de verloren zoon. Met de gedachte te worden afgezet in een klein Thais http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
dorpje, stappen we verwonderlijk uit de taxi in een wijk, beveiligd door een man in uniform bij een poort, die wel wat weg heeft van de wijk in Flodder. Keurige vrijstaande woningen met tuinmannen en beveiliging. We worden met open armen hartelijk ontvangen door Tims tante, Siri, en met een hoge Wai (Thaise groet) door Tims 17-jarige achternichtje Suradee. Suradee spreekt gelukkig een klein woordje Engels en met onze handen en voeten komen we een heel eind. De dochter van Tims tante, Key, woont hier met haar twee kinderen Suradee en een anderhalf jaar jong meisje Micky. Key is helaas aan het werk, maar ze belt nog wel even met ons. We krijgen helaas niet echt een beeld van hoe ze het hebben en denken dat de statige uitstraling van de woning meer een beeld is van de laatste jaren. Ondanks de taalbarriere hebben we een hele gezellige middag gehad bij onze Thaise familie!! Vanavond vertrekken we met de bus naar het zuiden van Thailand, Krabi. Van hieruit nemen we de ferry naar Koh Phi Phi. Daar waar drie jaar geleden.... We hebben weer strand in het vooruitzicht en een busreis van 16 uren Tjoeke Tjoeke (verslag 10/17) Vrijdagochtend 16 november vertrekken we vanuit het guesthouse in Siem Reap naar Battambang, de twee naar grootste stad van Cambodja. Volgens de boeken is het een rustig Cambodjaans plaatsje. Cambodjaans klopt, maar rustig absoluut niet.... Als we op het busstation van Siem Reap aankomen, blijkt dat het personeel van het guesthouse aan ons verkeerde buskaartjes heeft verkocht. De kaartjes die we hebben gekregen zijn voor de hoofdstad Phnom Penh. De bus naar Battambang is vol, maar na een half uur wikken en wegen tussen de chauffeur en de manager van de busmaatschappij mogen we mee. Twee plastic krukjes worden in het gangpad gezet en we krijgen het al benauwd als we eraan denken dat we daar zes uren lang op moeten lijden. Gelukkig zien we na een paar minuten toch nog een vrij plaatsje en dus kunnen we afwisselen: Son een uur op het krukje, Tim een uur op het krukje, Son een uur op het krukje, Tim een uur op het krukje enzovoorts. We zijn niet de enigen die op een keihard stoeltje moeten zitten, het hele gangpad staat vol en de bus is letterlijk en figuurlijk afgeladen. Na twee uren rijden op een hobbelige zandweg, waarbij de chauffeur van links naar rechts gaat om de kuilen te ontwijken, stapt er een local uit en mag Tim op zijn plaatsje zitten. We worden in de bus als enige westerlingen gezien als bezienswaardigheid. De locals hebben alles voor ons over en we vinden de Cambodjanen in vergelijking met Thai en Laonesen een stuk gastvrijer en opener. De buschauffeur regelt bij de tweede stop dat we naast elkaar kunnen zitten en een Cambodjaanse student heet ons welkom in Cambodja en vertelt ons van alles over zijn stad Battambang. Hij vraagt of hij ons geheel vrijblijvend een guesthouse van zijn vriend mag laten zien en we besluiten met hem mee te gaan. Op het busstation van Battambang staan namelijk meer dan twintig Cambodjanen te wachten om ons naar hun guesthouses te brengen. Het guesthouse is schoon en netjes met gelukkig weer een warme douche. Wel worden we om vijf uur 's ochtends gewekt door luide muziek dat uit een nabijgelegen tempel komt. De muziek heeft overigens meer weg van moskee gejank. Het komt een beetje scary op ons over en we hopen dat Battambang niet een stad is vol moslimextremisten. Gelukkig valt het moslimextremisten gehalte mee, maar wel zijn er in de stad in overvloede bedelaars aanwezig. 's Avonds tijdens het eten, moeten we uitkijken dat de rijst niet van ons bord afgepikt wordt. We geven aan het einde van de avond een meisje van een jaar of zeventien met een baby op de arm duizend real. Ze heeft de hele avond gebedeld, maar zit nu op een hoekje van de straat stilletjes te huilen. Met een brok in ons keel lopen we vervolgens naar ons guesthouse; wat kan de wereld toch hard en confronterend zijn! De volgende dag slenteren we wat door het centrum van de stad. Battambang is alles behalve rustig. Voor het oversteken van een straat moeten we een kwartier uittrekken. Honderden brommetjes razen voorbij en van verkeersregels hebben ze in Cambodja nog nooit gehoord. Links, rechts, van voor naar achter, iedereen neemt voorrang en rijdt waar hem of haar het beste uitkomt. Als we 's middags op een bankje aan de rivier een drankje drinken, spreekt een Cambodiaanse man ons aan. Hij vraagt of hij ons op zijn motor naar een bamboetrein net buiten de stad mag brengen. Elke toerist moet volgens hem een ritje op deze trein meegemaakt hebben. In eerste instantie zeggen we nee. Op elke hoek van de straat wordt je aangesproken door tuk tuk chauffeurs en motorrijders met de vraag of je een lift nodig hebt. Iets wat we na twee weken Cambodja meer dan zat zijn. De vriendelijke man weet met zijn verkooppraatjes ons toch over te halen. We hebben verder namelijk nog geen plannen voor de dag gemaakt. We scheuren vervolgens met zijn drieeen op een motor (dat is normaal in Cambodja, soms zitten ze met vijf personen op een motor) de drukke en chaotische stad uit. Sun, zo heet de chauffeur, zegt dat hij ons eerst een paar dorpjes en het landschap wil laten zien. Daarna gaan we naar de trein. We dwalen steeds verder uit de stad, de middle of nowhere in. Drie motorrijders passeren ons en lachen op een gniepige manier naar Sun. Hebben we de juiste keuze gemaakt? Zonder iets te zeggen denken we beide hetzelfde: als ze ons maar niet diep in de rijstvelden beroven of nog erger... Op de hobbelige weg vertelt Sun ons over de homeopatische werking van bladeren en struiken aan de kant van de weg tegen malaria, hoge bloeddruk en suikerziekte. Als we aankomen bij de bamboetrein halen we opgelucht adem. Sun laat ons bittere blaadjes tegen malaria proeven en blijkt dus toch het beste met ons voor te hebben. De bamboetrein is niet meer dan twee wielen op assen, een plaat gemaakt van bamboe en een grasmaaier motortje voor de aandrijving. Per dag rijden er ongeveer vijftig treintjes tussen het spoor van Battambang en Phnom Penh en dienen voor het vervoer van mensen, dieren en goederen. Cambodja heeft een echte trein die een keer per week rijdt en die over een stuk van driehonderd kilometer tot een week doet. De rest van de treinen zijn door landmijnen vernietigd die op of onder de rails lagen. We nemen plaats op de bamboeplaat en rijden met een enorme snelheid over de golvende rails. Onderweg demonteren we de trein omdat een tegenligger moet passeren. Wij, Sun met zijn motor en de machinist gaan van de plaat af, bamboeplaat van de wielen, wielen van de rails en de tegenliggers kunnen verder. De trein wordt weer gemonteerd en we gaan verder door de rijstvelden. Na een half uur bereiken we het eindpunt en Sun vraagt of hij ons zijn dorp, huis en gezin mag laten zien. We laten ons er naartoe rijden en worden hartelijk ontvangen door zijn lieve vrouw en kinderen. In een hangmatje ligt zijn tien maanden jonge babytje aan het bijkomen van een griepprikje. We krijgen cashewnoten thee en rijst met cocosnoot http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
die Suns vrouw gemaakt heeft. Sun vertelt dat hij leraar is. Hij heeft een schooltje opgericht voor arme kinderen. Zonder steun van de overheid en niet mogelijke bijdrage van de ouders probeert hij het schooltje te runnen. We zitten op zijn veranda die tijdens de moesson tot aan de drempel van het woonhuis onderwater staat. Na een heerlijke maaltijd brengt Sun ons weer terug naar de stad. We geven hem een handje vol pennen (bedankt familie Bruning!!!) zodat de kids van de school wat schrijfmateriaal hebben. De volgende dag vertrekken we naar Phnom Penh. Het is zondag en daarom extreem druk op de weg met vrachtwagens propvol met Cambodianen die naar de tempels gaan. De wegen en natuur van Cambodja zijn enorm vies. Overal liggen etensresten, blikjes, plastic en huisvuil. Vroeger was het afval biologisch afbreekbaar en gooiden ze alles op straat, wat ze nu nog steeds doen. Als we in Phnom Penh een guesthouse gevonden hebben, besluiten we meteen een busticket te boeken naar het zuiden. We zijn de drukke en vieze steden zat en snakken naar frisse lucht en rust. De kamers in het guesthouse worden afgeschermd door een dun plaatje triplex, waardoor het heel erg gehorig is. Maar voor vijf dollar per nacht in de grote hoofdstad van Cambodja mogen we niet klagen!
Maandag om een twee uur 's middags komen we aan in het regenachtige zuiden. De regenbuien zijn nog naweeën van de cycloon uit Bangladesh. We stappen beide met onze backpacks achterop een brommetje opweg naar een guesthouse wat zich twee minuten van het strand bevindt. De komende dagen gaan we heerlijk relaxen aan het strand en bijkomen van het reizen en de indrukken die in Cambodja soms erg zwaar en vermoeiend zijn. Gelukkig breekt de volgende dag de zon weer door en met veertig graden ligt zelfs Son de hele dag onder de parasol of in de zee. Om de twee minuten worden we lastiggevallen door kinderen die massages, sieraden, pedicures, zonnebrillen en vers fruit proberen te verkopen. Vooral de eerste dag, omdat we nieuw en nog een beetje wit zijn, vallen ze ons erg veel lastig. De tweede dag is het al iets minder en af en toe kunnen we dan zelfs een gezellig praatje maken met de kids. Son laat voor vier dollar haar nagels behandelen en lakken, wat naar zes weken hard nodig is. We bezoeken met het tienjarig jongetje Chailla een gallerijtje waar arme kinderen hun schilderkunsten vertonen. De schilderijtjes verkopen ze en met het geld kunnen ze hun familie onderhouden en naar school gaan. We kopen voor vijf dollar een schilderijtje van Chailla. Drie dollar is voor hem en twee gaat naar de school. 's Avonds geniet Tim op het strand lekker van het verse Seafood van de barbeque! Zaterdag zijn we voor ons gevoel weer goed uitgerust en kunnen we de keiharde waarheid van Phnom Penh aan; the killingfields.
Eerste dagen Cambodja (verslag 9/17) Vientiane, main capital of Lao. Vanuit Vang Vieng rijden we vrijdag negen november naar de hoofdstad van Laos. De stad maakt weinig indruk op ons. Vieze vervuilde straten, chaotische drukte, meer westers en niet de prachtige natuur zoals we die van Laos gewend zijn. Voor het eerst tijdens ons verblijf in Laos zien we weer stoplichten en een enkele Mercedes rijdt ons voorbij. Voor een hoofdstad biedt Vientiane weinig bezienswaardigheden. De stad met het centrum aan de Mekong Rivier is met tweehonderdduizend inwoners relatief klein. De Franse invloeden zijn nog duidelijk zichtbaar; straatnamen aangegeven als Rue, Avenue en Boulevard, lelijke eendjes en een replica van Arc d' Triomphe. We bezoeken de Talat Seo Morningmarket. Maar door het aanbod van zijde, wasmachines, t-shirts en zilver zijn we snel uitgekeken. Als highlight gaan we zaterdagmiddag naar Wat Sok Pa Luang voor een meditatie met een boeddhistische monnik in een tempel. We hebben een sessie van anderhalf uur met zit en loop meditatie. Na afloop stellen we de monnik nog vragen over de meditatie en het Boeddhisme. Zondagnacht half vier stappen we in onze bestelde taxi. We zouden eerst een tuktuk regelen. Toen de chauffeur ons zijn erewoord gaf om op te komen dagen diep in de nacht bij ons guesthouse met een grote fles bier in zijn hand, bedankten we toch voor zijn aanbod. De taxichauffeur wordt net wakker en heeft blijkbaar de hele nacht in zijn taxi geslapen. Hij brengt ons naar het vliegveld en onderweg zien we Ama en Suzanne in een tuktuk dezelfde weg inslaan. Ama en Suus zijn een Nederlands stel uit Nijmegen die we in Luang Prabang ontmoet hebben en daar ook het laatste hebben gezien. Bij de vertrekhal treffen we elkaar en blijkt dat we dezelfde vlucht hebben naar Siem Reap, Cambodja. Om half zes vliegen we met een klein vliegtuigje van Lao Airlines naar het Koninkrijk Cambodja. Op het vliegveld worden we verwelkomd door een rij ambtenaren achter een groot bureau. Handje door handje bekijken ze grondig onze paspoorten en na het betalen van de visums zijn we officieel welkom. We moeten meteen weer wennen aan de nieuwe munteenheid, de riel. Bij de aankomsthal nemen we met Ama en Suus een taxi naar de stad Siem Reap. We vinden een guesthouse met een ruime schone kamer en helaas koude douche. Het staat in een stoffige straat recht tegenover club Medusa, de naam zegt genoeg . We checken in en ontbijten in de stad. Tijdens de stadswandeling krijgen we meteen al een duidelijk beeld van het nieuwe land. Buiten het centrum zijn de straten zwaar vervuild, locals doorzoeken afval op bruikbaar voedsel en in de berm ligt een dood katje letterlijk weg te rotten. Grote roze varkens worden op hun rug vervoerd achter op brommetjes naar de slacht. Het verkeer rijdt niet zoals in Thailand links of in Laos rechts, maar links en rechts toeterend op de straat en stoep. Een monnik stopt voor ons met zijn bedelende hand. Slachtoffers van landmijnen zonder ledematen verkopen boeken op de straathoek. De grote gebouwen worden gebruikt door vele http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
hulporganisaties van Westerse landen. We nemen een korte pauze om wat te drinken en om alles om ons heen een plaatsje te geven. Op de tweede en derde dag huren we met Ama en Suus een taxibus voor een bezoek aan het voormalig wereldwonder, Angkor Wat tempelcomplex. Angkor betekent letterlijk in de Khmer taal, hoofdstad. We bezoeken de Boeddhistische en Hindu Khmer architectuur van de bouwwerken gebouwd tussen de negende en twaalfde eeuw. De periode van Angkor was een tijd dat de stad een miljoen inwoners had. Vanuit Angkor bestuurde de koningen het Khmer Koninkrijk (modern Cambodja), veel delen van Thailand, Vietnam en Laos. Angkor Thom, Angkor Wat, Ta Prohm, Pre Rap, East Mebon, Ta Son, Banteay Srey, Neak Pean en Preah Khan, allemaal stuk voor stuk adembenemde ruines met vele apsaras en steenhoukunsten. Bruggen en torens met uitgebikkelde hoofden van koningen en tempels doorgroeid door bomen. Het is onvoorstelbaar dat ze in de tijd zulke kolosale bouwwerken hebben gemaakt met uiterste precieze kleine kunst. Naast de tempel Angkor Wat staat een schooltje dat we bezoeken. De school is niet meer dan een open lokaal in het bos. In de klas zitten tussen de veertig en vijftig kindertjes. Velen zijn wees omdat de moeders door de Khmer Rouge zijn vermoord. Voor de klas staat een leraar van midden twintig. Hij verteld ons dat hij een monnik het lot van de arme weeskinderen niet kon verdragen en dat het zijn roeping is om ze te helpen. Ondanks de armoede en het leven zonder ouders, komen de kinderen vrolijk en optimistisch over. Dit komt waarschijnlijk door het boeddhisme: positief in het heden en naar de toekomst kijken. We lunchen bij een stalletje van een Cambodjaans gezinnetje. Zoon, dochter, tante, neven, nichten, grootvader, iedereen staat te helpen. Typisch Cambodja: met zijn allen een. We kopen van Wat, een dertienjarig jongetje, ansichtkaarten. Waarna hij snel naar een kraampje toerent om zijn lunch te kopen. Een zak vol met slakken . Hij vraagt of wij het goed vinden om de slijmerige onderkruipels bij ons aan tafel op te eten en vertelt over zijn school, zijn leven en zijn familie. Door een enorme wolkbreuk loopt onze lunch flink uit, maar we vermaken ons prima bij het gezinnetje. Son voelt haar moedergevoelens komen en krijgt de telg van de familie, de tienmaanden oude meisje Tonie op schoot, terwijl Tim geniet van spelende kinderen in de stortbui. Het regenseizoen is ten einde, maar toch worden we dagelijks blij verrast door stevige korte regenbuien; lekker en best verkoelend, want vaak is het hier erg benauwd. Door de luchtvochtigheid is het in Cambodja veel warmer dan in Thailand en Laos. Op de weg terug van Banteay Srey gaan we naar het landmijn museum. Het museum is opgericht door Aki Ra. Hij groeide op als kind in de Khmer Rouge revolutie. Zijn vader en moeder zijn vermoord tijdens het Pol Pot regime en hij werd in een kamp geplaatst. De landmijnen werden zijn vrienden, ze beschermden hem van de Khmer Rouge en daardoor kon hij eten vinden. Aki Ra is nu de belangrijkste man in Cambodja voor het de-minen van bommen. Hij heeft al meer dan vijfhonderdduizend mijnen en boobytraps onschadelijk gemaakt. Zijn doel is een bomvrij Cambodja voor zijn landgenoten. Het museum staat vol met een collectie van vondsten uit de grond. Naast het museum heeft Aki Ra een rescue centrum opgericht voor de slachtoffers van landmijnen. De opbrengsten, toegangkaarten en twee shirtjes die Tim koopt komen ten goede van het centrum. Het bezoekje aan het museum maakt veel indruk op ons. Het is echt onmenselijk wat er in dit land heeft afgespeeld. Jammer dat Pol Pot nooit voor deze gruweldaden veroordeeld is. Nummer drie van de lijst Khmer Rouge is deze week opgepakt, wat in Cambodja goed en groot nieuws is. Vrijdag vertrekken we naar Battambang. Wordt vervolgd. Vang Vieng (verslag 8/17) We zitten op een zachte bank met ruim beenruimte in een minibusje. Een goed begin van de reis naar Vang Vieng! De chauffeur is keurig op tijd en laadt onze backpacks bovenop het busje. Na vier keer starten slaat de oude dieselmotor aan en stapvoets rijden we in vijf minuten naar...het busstation. De backpacks worden afgeladen, onze mooie plaatsjes vergaan en we stappen in het volgende minibusje. Middenin de bus is nog een plaatsje vrij en Son neemt plaats verhipt naast Angelique. Angelique is een vrolijke Nederlandse meid die we op de boot naar Pakbeng hebben ontmoet. Toevallig, goedemorgen!! Tim neemt plaats op een klapstoeltje met een kapotte rugleuning, laat het avontuur beginnen! De zon straalt en onder de blauwe hemel laten we ons door de bergen in zeven uren naar Vang Vieng brengen. Onderweg zien we de schoonheid van Laos, een enorme rijkdom aan natuur met een prachtig groen berglandschap zover je oog reikt. Dit is Laos, de juweel van de Mekong! Ook zien we de aanwezige armoede. We rijden langs bergstammen waar de onverzorgde kindertjes met vieze kleren in het houten dorp spelen. De huizen zijn niet meer dan bamboohutjes zonder stromend water en elektriciteit. Her en der staat een waterput van UNICEF. Buffels worden als werkpaard gebruikt en lopen midden op de weg. Ook dit is Laos. De chauffeur zet ons uit aan het einde van Vang Vieng. We vinden een mooi guesthouse direct aan de Nam Song rivier. Tot nu toe de mooiste accomodatie van onze reis. Voor acht euro per nacht boeken we een houten twee-ondereenkapbungalow. Samen met Angelique ontdekken we het stadje en 's avonds skypen we met de familie O. op Agnes haar verjaardag. Maandag begint zonnig en we huren twee fietsjes om de natuur te verkennen. We rijden een paar kilometer over onverharde wegen tussen de bergen door en zien een bordje: Papoak&Paluesy Cave. We zetten onze bolides op slot en lopen door de rijstvelden met vele grote hagedissen naar de berg. Na twee uren bereiken we uitgeput de eerste grot. We vervloeken onszelf dat we onze slippers en geen Jesus-nikes hebben aangetrokken. We komen twee westerlingen tegen in een bergklimmersoutfit: Uitslovers denken we bij onszelf. Het pad naar de tweede grot blijkt nog zwaarder te zijn. We begeven ons op steile rotsblokken en moeten onze koppen er goed bijhouden. Net zoals Armstrong de Alp D'Heuz in het geel bereikt, bereiken wij de grot in de berg. Voorzichtig lopen we enkele meters de grot in en al snel blijkt dat we onze zaklamp nodig hebben. Tim besluit niet verder te gaan omdat hij niets kan zien. Twee Australiers passeren ons en zeggen dat we er bijna zijn dus we vervolgen ons pad. Het noodlot slaat toe en Son stoot hard haar hoofd tegen een rotspunt.(zie column!) We hebben altijd een van de vele EHBO-setjes die we vanuit Nederland hebben meegenomen in onze rugzak, maar uitgerekend vandaag niet. Haastig spoeden we ons uit de donkere grot, naar het daglicht, de fietsen, het guesthouse. Onderweg stoppen we geregeld om water te drinken, de wondjes schoon te maken en omdat Son http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
duizelig is. Bij ons guesthouse desinfecteren we de wond en met een pincet verwijdert Tim stukjes steen uit Son haar hoofdhuid. Son komt langzaam weer bij positieven en Tim zegt dat hij nog nooit zo geschrokken is. Weer een hele wijze les voor ons; nooit onvoorbereid op pad. Altijd een EHBO-set, goede schoenen en een helder verstand mee! In elke tas hadden we EHBO-setjes. In Luang Prabang hebben we onze rugzakken schoongemaakt en de setjes in de backpacks gedaan. Nu zit en blijft het weer in het vertrouwde vakje in de rugzak. 's Avonds doen we het stadje aan wat ons doet denken aan een Amerikaans Westernstadje. Saloons met houten veranda's in de bergen maar zonder cowboys. We eten een Lao-dish in een van de vele FRIENDS-cafe's van de stad, restaurants uitgerust met loungezitjes waar je de episodes van Friends op de vele televisies kunt volgen. Als dessert kopen we een banana-chocolate pancake bij onze Vietnamese vriend op straat. Dag drie in Vang Vieng gaan we eindelijk tuben! Een tuktuk breng ons samen met onze tubes vijf kilometer buiten de stad bij de Nam Song rivier. We laten ons de hele middag ontspannend ronddobberen en meevoeren op de sterk stromende rivier en genieten van de prachtige natuur om ons heen. Langs de rivier meren we aan voor een hapje en een Lao Whiskey-shotje, dit is het leven!! Son trakteert ons 's avonds op een chocoladereep, gekocht bij een supermarktje. Na het afwikkelen van de verpakking lijkt de reep meer op de inhoud van een wc-pot na het eten van bruine bonen. De houdbaarheidsdatum blijkt al een tijdje (02-07) gepasseerd te zijn en ook het blikje Mirinda heeft z'n beste tijd gehad (0507). Teruggekomen in de winkel blijkt dat bijna alle produkten in de schappen over de THT-datum zijn. De verkoopsters snapt niet echt wat Son haar probeert uit te leggen en we verlaten de shop met wat droge koekjes. Ook dit is Laos. Omdat de fietstocht naar de grotten ons niet goed is bevallen, huren we een motorfiets om ons avontuur (met EHBO-set) in de natuur de vervolgen. Dankzij de Fransen kunnen we gelukkig rechts rijden op de weg. We toeren de hele dag door het wonderschone berglandschap van Laos. Langs oogstende boeren met rieten hoedjes in rijstvelden, op onverharde wegen in de bergen, langs grazende buffels en door primitieve dorpjes. In de rivieren treffen we de locals aan op zoek naar kokkels en riviergras voor hun avondmaal. De vele grotten laten we vandaag links en rechts van ons liggen. De hele dag komen we slechts een handjevol toeristen tegen. Laos is, in onze ogen, door haar eenvoud en de prachtige, ongerepte natuur het mooiste en relaxte land waar we te gast zijn geweest. Vandaag is het een stralende dag en we beginnen met een ontbijtje aan de rivier. We praten met een Duits stelletje dat ons na het zien van Son haar plek vertelt dat hij ook zijn hoofd heeft gestoten en dat er in het verleden meerdere mensen met dodelijke afloop de grot hebben verlaten. Vandaag wordt onze rustdag en gaan we in de Laonese zon chillen op een loungezitje en hangmatje aan de rivier. Wat een leven!!! Sabai Dee Lao (verslag 7/17) Het is dinsdagochtend half zeven als we ontwaken aan een van de langste rivieren van zuidoost Azië, De Mekong, vader van het water. Deze hardwerkende rivier loopt door China, Birma, Laos, Thailand en Cambodja. We bevinden ons op dat moment in het plaatsje Chiang Khong in het uiterste noorden van Thailand waar we de vorige dag vanuit Chiang Mai in vijf uren naartoe zijn gereden. Voor ons ligt het adembenemende Laos met haar vele bergen en groen. Laos is een zeer dun bevolkt land, zeven keer zo groot als Nederland, met zeven miljoen inwoners. Het is met een motorbootje slechts vijf minuten varen, maar toch zal het nog twee dagen duren voordat we op onze bestemming Luang Prabang in het noorden van Laos aankomen. Luang Prabang is met zesentwintig duizend inwoners de een na grootste stad van het land en het valt onder het UNESCO werelderfgoed. Na een heerlijk ontbijtje aan de vader van het water waarbij we stilzwijgend kijken naar het beeldschone uitzicht en de opkomende zon, vertrekken we om half negen bepakt en bezakt in een kleine longtailboot naar Huay Xia in de provincie Bokeo voor een stempeltje in ons paspoort. Enkel dit visum stempeltje en het invullen van een paar formuliertjes neemt twee uren in beslag en op dat moment kunnen we meteen al even wennen aan de Laonese mentaliteit; geduld is een schone zaak. Een Laonees in uniform, zittend op een afgedankt plastic stoeltje, controleert onze paspoorten voordat we instappen op de slowboat. Het is in Laos op twee manieren mogelijk om in Luang Prabang te komen, met de speed- of met de slowboat. Waaghalzen die hun leven graag op het spel zetten, vertekken met de speedboat. In slechts zes uren arriveer je in Luang Prabang, maar vele van deze snelle boten verdwijnen halverwege op de bodem van de Mekong en dus besluiten wij met de slowboat te gaan. We willen graag nog veel langer van ons mooie leventje genieten! Geen cocktailbar, loungeruimte of internetcafe. De boot bestaat uit honderd keiharde oncomfortabele kaarsrechte houtenbankjes met een beenruimte van slechts twintig centimeter onder een houten afdakje. Twee dagen lang moeten we ons op dit houten ding vermaken. Gelukkig hebben we wel een tussenstop, zodat we niet zittend de nacht hoeven door te brengen. Het eerste wat ons opvalt als we de boot instappen, is de directheid van de Laonezen. Een jongetje van vijftien denkt schijnbaar dat Tim een of andere junk is en vraagt hem meteen of hij wat gandi van hem wil kopen. Tim bedankt uiteraard. Later zal blijken dat dit zeker niet de laatste keer is dat het aan ons gevraagd wordt. De boottrip is slow, slow, slow, slow. Blowende hippies, zuipende Ieren, mediterende Koreanen en klagende bejaarden; iedereen komt op zijn eigen manier de kruipende tijd door. Wij proberen al lezend en genietend van het uitzicht (de mooie groene bergen, wilde buffels, herten, varkens en bergdorpjes) de tijd te doden. Halverwege de middag begint het keihard te plenzen en wordt ons uitzicht helaas belemmerd door doeken die ons droog moeten houden. Om vijf uur 's middags komen we eindelijk aan in Pak Beng, onze overnachtingsplaats. Tientallen Laonezen staan ons in de haven, dat bestaat uit een paar kleine armoedige bootjes en een modderachtig pad, al op te wachten. Tim wordt meteen bestookt door jongeren die marihuana aan hem willen verkopen. Het blijkt dat wiet aanschaffen in Pak Beng net zo normaal is als een brood kopen in Nederland. Zelfs in de duurste restauranten vraagt de ober of hij een jointje voor je mag draaien. Samen met een Nederlandse en een Ierse lopen we achter een Laonees aan naar zijn guesthouse dat zich achterin de enige straat van Pak Beng bevindt. We krijgen een nette kamer toegewezen, maar hebben een koude douche en 's avonds om half negen sluit een generator de stroom van het hele dorp af. Gelukkig geeft de vriendelijke Laonees ons een klein dun http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
kaarsje, zodat we toch nog iets kunnen zien in het pikke donker. 's Ochtends bij daglicht valt ons pas op hoe armoedig en primitief Pak Beng is. Bij de 'buren' zien we een vrouw de was doen in een ton gevuld met rivierwater. De huizen zijn kleine, donkere houten hutjes met daken van palmboombladeren waar tientallen Laonezen in wonen. In het gehele dorp is geen enkele stenen woonhuis te ontdekken. De eigenaar van het guesthouse staat 's ochtends in zijn eentje broodjes voor ons te smeren in zijn kleine 'keukentje'. Hij vertelt dat hij een vrouw en een dochtertje van tien maanden heeft die hij moet onderhouden. Vannacht verhuurt hij drie kamers (vijf euro per kamer) maar er zijn ook genoeg dagen dat hij helemaal geen gasten heeft. Om tien uur vertrekken we weer met de slowboat richting Luang Prabang. Zeven uren lang kaarsrechtop zitten met vrijwel geen beenruimte staat ons wederom voor de boeg. Onderweg stoppen we een paar keer bij bergdorpjes waar locals met dode herten en metershoge vissen voor hun avondmaal instappen. 's Middags begint het alweer te plenzen en als we om vijf uur aankomen in het ook al zo armoedige haventje van Luang Prabang regent het nog steeds. We vinden uiteindelijk doorweekt en vies van de modder een klein guesthouse in het oude kwartier van Luang Prabang. We snakken naar een warme douche. 's Avonds zoeken we onder de paraplu, die we van een oud dametje gekregen hebben, een leuk eettentje en we belanden bij een gezellig openlucht restaurantje aan de rivier. Als enigen, romantisch onder een grote parasol die ons droog houdt, nuttigen we een heerlijke Laonese maaltijd voor twintigduizend kip (nog geen twee euro). In Laos zijn we ineens miljonair met onze flappen van een miljoen kip (100 euro). De regen blijft maar met bakken uit de hemel vallen en dus zoeken we gaar van de reis maar snel ons bedje op. De volgende dag verkennen we op ons dooie gemakje Luang Prabang. De Franse invloeden zijn nog duidelijk zichtbaar in de straatjes van deze stad; oude geveltjes, luikjes en de Franstalige bevolking. We hopen op beter weer (het is nog bewolkt en een beetje regenachtig) en goed geluk en doen een beroep op de goden. Na een zware en lange wandeling met als eindbestemming de tempel Phu Si en een geweldig uitzicht over de bergen van Laos verlossen we een vogeltje van gevangenschap uit zijn kooitje. Opgelucht vliegt het musje weg en om ons te bedanken gaat hij op een muurtje iets verderop voor ons poseren, zodat we een mooi kiekje van hem kunnen maken. De volgende dag is het weer iets beter (vijfentwintig graden), maar helaas nog niet zonnig en 's middags gaat het weer een beetje regenen. Het tripje naar een waterval dat op onze planning staat, cancelen we daarom maar. Dit tot grote ongenoegen van de Tuktuk chauffeur, die ook de eigenaar is van het guesthouse. Samen met een paar Italianen, Spanjaarden en Israeliers zou hij ons vandaag wegbrengen, maar iedereen zegt af en dit betekent voor hem dus geen inkomsten. Ons guesthouse bevindt zich in een klein, smal straatje middenin een krottenwijk. De eigenaar woont hier samen met zijn vrouw, kinderen, opa, oma enzovoorts. Ze zijn armoedig, maar desondanks mogen we hier de hele dag gratis thee drinken en bananen eten. 's Ochtends om zeven uur worden we gewekt door de pittige geuren en kruiden van het ochtend eten en een huishaan die tot een ochtendhumeur aan toe aan het kukelekuen is; Sabai dee Lao. Zondag vertrekken we naar Vang Vieng om het mooiere weer op te zoeken en te gaan tuben.Trots van het Noorden (verslag 6/17) Als de avond valt wachten we keurig op afgesproken tijd bij ons guesthouse PU Inn op de bus die ons in de nacht naar het noorden brengt. Ondertussen luisteren we naar verhalen van een zeventig(!) jarige Engelse backpackster. De buschauffeur heeft ook moeite om de stand van de zon goed op zich te nemen en arriveert na ruim een uur wachten dan eindelijk met zijn groene tienwieler. Een zeer lange nacht staat ons te wachten. We zitten onderin de dubbeldekker slaapbus recht achter de chauffeurscabine. Slaapbus is misschien niet de goede benaming. Been naar links, arm naar rechts, hoofd naar beneden, knie omhoog en dat in afwisselende volgorde ruim tien uren. Na 650 kilometer achter ons te hebben gelaten stappen we om zeven uur 's ochtends uit in, wat Leeuwarden voor Nederland is, is Chiang Mai voor Thailand, de trots van het Noorden! Chiang Mai is de hoofdstad van het voormalig koninkrijk Lanna en heeft haar eigen taal, architectuur en tradities. Door de tropische warmte en de lange rit hebben we zin in een zwembadje en boeken in het oude staddeel een kamer bij S.K. House (Sonja Karina ). Een keurig onderkomen in Birmese koloniale stijl. We trekken nog wat flappen uit de ATM en boeken meteen een Rainforest Jungle Trek. Het noorden van Thailand staat bekend om haar prachtige flora en fauna in het tropisch regenwoud en dus dat lijkt ons wel wat! 's Avonds brengen we een bezoekje aan de bekendste markt van het land; The Night Bazaar. Een onvoorstelbare kilometerslange markt met ontelbare kraampjes met voor ieder wat wils. Onze maagjes beginnen wat te knorren en we nemen plaats in een gezellig tentje met live muziek. De Thaise specialiteit is de curry en Tim dacht stoer een groene te nemen. En dat heeft hij geweten, met een Chang biertje blussend Vrijdag 26 oktober, 08.00 A.M. De gids bonkt op de deur om ons wakker te maken. Na het ontbijt stappen we samen met drie Belgen, drie Ieren en twee Hongaren in een 4x4 pickup truck die ons de jungle in brengt tussen Chiang Mai en Chiang Rai. Na twee uren rijden bereiken we de voet van de berg en hebben we lunch; rijst met groente. Tijd voor het echte werk: offroad!! Door zandpaden, over rotsblokken en dwars door bergrivieren heen komen we terecht diep in de jungle. Dit is het tropisch regenwoud in het Doi Nang Kaew gebergte gelegen op 5700 feet. We stappen uit de 4x4, smeren ons goed in met deet en maken een fascineerde wandeltocht van vier uren door de groene long van Azie. Onze gids, Dum, heeft het tempo er goed, het is zelfs voor ons ervaren atleten best pittig . Met onze Jesus-Nikes trekken we door zeer smalle kliffen, kleine paadjes, door bergpassen en langs prachtige watervallen, een oogverbindende natuur met enorm veel verschillende bomen en planten. In de schemering komen we aan bij ons kamp. We zijn te gast in het dorp van de Palong bergstam. Het kleine dorp bestaat uit een gezin met zeven leden, de Rode Palongs. Van oorsprong komen de Palongs uit Birma en zo'n 20.000 stamleden (onderverdeeld in Zwarte en Rode Palongs) hebben zich twintig jaar geleden gevestigd in Noord Thailand. In Birma dragen ze de naam Dalaang-stam. De Palongs zijn verlegen maar vriendelijk en leven zeer primitief zonder elektriciteit diep in de jungle. Ze leven van het werken bij rijstboeren, het oogsten van mais en van de jacht. De stamvrouwen 'verven' met jungleplanten hun tanden pikzwart, zodat het vijf jaar blijft zitten. De Palongs zien dit als schoonheid. Ze zijn boeddistisch en geloven in de geest van de jungle, de wind, de http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
bomen en de regen. De stamleden maken samen met onze stamdialect sprekende gids Dum het avondeten. Rijst met gele curry, verse groente in oystersaus, kip en roze snapper(vis). We komen onder het genot van een voortreffelijke maaltijd bij van onze zware trektocht. De volle maan doet de jungle oplichten en de dieren in de nacht maken het typische oerwoudgeluid. De Palongs steken met bamboo het kampvuur aan terwijl Dum het bbq-rooster marineerd. Na het gaarworden van het vlees boven de natuurlijke vuurbron laat hij ons een stukje wild zwijn proeven. Sonja bedankt als carnivoorn, Tim kan het aanbod niet weerstaan en geniet van zijn oerinstinct. Het late feestmaal wordt afgesloten met een gebrand hertenhuid. De huid wordt zonder rooster in het open vuur gegooid om de haren eraf te branden. Dan koelen ze het af en wordt het in de hete as gegooid om te koken. De Palongs genieten van het culinair verkoolde hoogstandje maar ook Tim bedankt nu voor het slachtoffer van de jacht, de gisteren vermoorde Bambi. Toch hebben we diep respect voor de Palongs, de cultuur, religie, rituelen en hun manier van overleven in het tropisch regenwoud. We overnachten gezamelijk met de groep in een grote hut. Dag twee wandelen we na het ontbijt in de zonnestralen van de uit de mist opkomende zon een uur in de jungle terug naar onze pickup truck in Praow. We laten het groen achter ons en rijden in twee uren naar de bewoonde wereld, het Mae Taeng District voor de lunch en een olifantentocht. We maken een mooie tocht op de rug van een 25-jarige olifant door de bergen en de rivier. Wij treffen het natuurlijk om op de traagste van het stel grijze viervoeters te zitten. We hebben wel wat medelijden met de logge grijze reus die voor het toerisme wordt gebruikt en stappen met een dubbel gevoel van de olifant af... Dan volgt het hoogtepunt van de jungletocht: Wild Water Rafting! We worden gedropt bij de wilde Mae Teang River. De gids deelt de reddingsvesten en helmen uit en geeft een korte briefing over het raften. Verspreid over twee boten nemen we met onze peddels plaats in de kolkende rivier. Tim naast de Belg naamgenoot Tim voorin de boot, Son alleen in het midden en de twee andere Belgen met een Thai achter in de boot. Forward, Forward, Sit Down!!! Laat Tim net op de plek zitten waar het water de boot het hardst binnenslaat, maar als echte heer beschermt hij ook zijn vriendinlief tegen de woeste golven. Tussen de grote keien door, van watervallen af, op grote stenen en meerdere malen kopje onder in de woeste stroming meren we na een paar kilometer aan bij het eindpunt. Wat een raft!!! Echt een super afsluiting van een geweldige trekking. The Rainforest Rocks!!! Met onze zeiknatte kleren ploffen we voldaan achterin de pickup truck en laten ons na anderhalf uur lozen bij ons guesthouse. Zondag is onze rustdag en we doen alles op ons dooie gemakje. We nemen een duikje in het zwembad en laten een grote zak vieze was van de survival achter bij de wasserette. Het toeristenburo van Thailand (TAT) willen we raadplegen over onze reis naar Laos. Na een fikse wandeling komen we aan bij het grote pand maar in Thaise onbegrijpelijke letters staat er gesloten op, morgen weer een dag... 's Avonds brengt een opgewekte en vrolijke tuktuk-driver, Sak, ons naar de Nachtmarkt. Met luid gelach en getoeter loodst hij ons door de drukke zondagspits. Met een setje nieuwe slippers aan de voetjes verlaten we de giga-markt en gaan op straat een hapje eten. Met Bambi in Son haar geheugen gegrift kiest Son van de kaart Veggies on Rice. Een grote kom met een dampende groentemix wordt voorgeschoteld en zonder een hap te nemen proeft Son de pepers, mucho spicy!! We laten het bij een klein hapje en gaan naar de Thaise zondagmarkt in het oude centrum. Een woonwijk zo groot als Bilgaard, vol met regionale kunst. Het bekende houtsnijwerk, geverfde sierlijke paraplu's, kleding en schilderijen. Ondanks de grootte van de markt vinden we het veel gezelliger dan de massaal bezochte Nachtmarkt. Bij de wandeling terug naar ons guesthouse worden we geconfronteerd door Moeder Natuur. Een donkere straat ligt echt vol met kakkerlakken en dikke gore ratten. Met de broek omhoog getrokken rennen we door de straten van Chiang Mai. Buiten adem komen we in onze kamer. Nog geen minuut later wordt Sonja opgeschrikt door een gillende Tim. Tijdens het tanden poetsen loopt een enorm grote kakkerlak als een gek door de badkamer. Deur open, ongedierte eruit gegooid en een stapel handdoeken voor de deurkier, buiten blijven!! Bij het zwembad doppen we nog een paar met de Belgen van de trekking. Met twee stuks toast met jam achter de kiezen lopen we de volgende dag naar de TAT. Gelukkig, het toeristenburo is vandaag wel open! We krijgen informatie over de bootreis naar Laos en vragen op de terugweg bij een reisburo de voordelen van een vliegreis. De driedaagse boottocht op een slowboat met houten bankjes over de Mekong en Nam Khan rivier lijkt ons leuker en past beter in ons budget. We boeken bij de travelagent van het guesthouse de oncomfortabele reis. 's Middags laat Son haar spiertjes nog even soepel en los masseren met een echte Thaise massage. Vanavond is de laatste avond van ons in het mooie, gastvrije Siam. We hebben in dit prachtige land een geweldige tijd gehad met z'n tweetjes, heel veel gezien en beleefd. Thailand en koning Bhumibol bedankt en tot over een paar maanden! Ayutthaya; het oude rijkdom (verslag 5/17) Goodbye Kanchanaburi, Ayutthaya here we come! Het is maandagmiddag 22 oktober half twee 's middags, als we met een streekbus vertrekken naar de voormalige hoofdstad van Siam. Ayutthaya, een stad omringd door drie rivieren (Mae Nam Lopburi, Chao Phraya en Pa Saki) ligt zo'n driehonderd kilometer van Kanchanaburi vandaan. In de bus wordt al snel duidelijk dat wij geen goed gemanierde Thaise jongeren zijn. Als een oude monnik halverwege de rit de bus instapt, staan alle Thaise vrouwen om ons heen op om plaats te maken voor de in het oranjegeklede man. De monnik gaat achterin de bus op de grote bank naast ons zitten. Wij als onnozele westerlingen blijven dood leuk zitten, niet wetend dat een vrouw niet naast een monnik plaats mag nemen. En laat het nou net zo zijn dat Sonja naast deze oude meneer zit. Als de kaartverkoper vervolgens druk gebarend tegen ons tekeer gaat, hebben we in de gaten dat er iets mis is. Tim en Sonja moeten omdraaien, Sonja bij het raam en Tim naast de monnik. Toch lijkt de monnik het ons niet erg kwalijk te nemen. Hij tikt na een tijdje Tim op zijn knie en zegt: "Namens heel Thailand heet ik jullie welkom! Vanavond zal ik voor jullie bidden." Rond een uurtje of vijf arriveren we in de provincie Ayutthaya. We maken een stop in een klein dorpje dat door het http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
uittreden van de rivier geheel onder water ligt. In Nerderland zou waarschijnlijk de watersnoodramp al zijn aangekondigd, maar hier in Thailand is het de normaalste zaak van de wereld. Een Thais meisje vertelt ons dat door de zware regenval in het noordelijk gebergte de rivieren in Centraal Thailand regelmatig overstromen. Een mooi schouwspel: een Thai op rubberen kaplaarzen, huizen op palen, de tuktuks verhoogd en houten planken die als straten en wegen dienen. Een klein uurtje later komen we in de stad Ayutthaya aan. Het is inmiddels donker en de stad oogt kil en ongemoedelijk. Gelukkig zijn de straten hier niet overspoeld! De hostells zijn op loopafstand van het busstation, maar het guesthouse dat wij op het oog hebben is helaas vol. Een straat verderop vinden we een slaapplaats. De kamer is enigzins klein, benauwd en gehorig maar we hebben in ieder geval een plek om te overnachten. De volgende dag gaan we met de benenwagen de historische- en vroegere wereldstad verkennen. Tussen 1350 en 1767 was deze stad de hoofdstad van Siam. Tijdens deze periode regeerden drieendertig koningen totdat de glitterende gouden stad na twee jaar oorlog in 1767 door de Birmezen werd bezet en verwoest. De ontelbare tempels (wats) werden in brand gestoken om het goud van de beelden te laten smelten. Verscheidene ruines zijn bewaard gebleven en tonen de vroegere pracht van het rijk. De ruines van de stad zijn uitgeroepen tot UNESCO Wereld Erfgoed. Tijdens onze wandeling komen we tig van deze uitgebrande tempels tegen, maar op een gegeven moment hebben we genoeg van deze verfikte bulten steen. Onderweg komen we nog wel een olifantenshow tegen. Deze grijze oerreuzen vertonen verschillende grappige, leuke en verbazingwekkende kunstjes. 's Middags kijken we onze ogen uit op een inmens lange Thaise markt in het midden van het oude stadscentrum, vol met kleding, sieraden en lekkernijen. Het is tot nu toe de leukste markt van handel en ambacht die we hebben meegemaakt. We weten hier dan ook wel een aantal uren te vertoeven. Voor het eerst kopen we, omdat het budget het meer dan toelaat, wat leuke spulletjes voor onszelf. En misschien ook wel voor jullie . Om vier uur wacht een longtailboot ons aan de kade op om het leven aan de rivier en enkele tempels bij zonsondergang te laten zien. Huizen half onder water, badende Thaise vrouwen in de woest stromende rivier en adembenemende tempels en ruines. Het boottochtje van dik tweeenhalf uur is zeker de moeite waard. Met het vliegtuig hebben we Thailand bereikt. Met de benen, de taxi, de bus, de fietstaxi, de trein, en per boot hebben we Thailand tot nu toe bekeken. Nog een mogelijkheid over... met de fiets! Als echte Nederlanders kun je natuurlijk niet zolang zonder de trouwe tweewieler. Wel ff wennen, niet alleen aan het fietsen maar ook aan de verkeersregels in Thailand. Links rijden en midden op een kruising op de snelweg voor een stoplicht wachten, het kan en moet allemaal hier. Toch was het een erg leuke ervaring en hebben we Ayutthaya van top tot teen bekeken. Woensdagavond 24 oktober vertrekken we met de bus naar het noorden van Thailand, Chiang Mai. We hebben een reis van tien uren voor de boeg. In Chiang Mai gaan we onder andere bergdorpjes bezoeken, de jungle verkennen, mediteren en ons laten masseren. Tot gauw! Kanchanaburi (verslag 4/17) Donderdag 18 oktober, een week nadat we voor het eerst voet op Thaise bodem hebben gezet. Met de caravans op onze rug vertrekken we vanaf het Southern Busstation, Thonburi, in een overheidsbus naar Kanchanaburi. Als enige kaaskoppen vallen we erg op. Op de eindbestemming aangekomen besluiten we eerst een overnachtingsplek te zoeken. Met de taxi gaan we naar het noordwesten waar de meeste guesthouses aan de rivier te vinden zijn en vlakbij de bekende brug. We checken in bij Pong Phen Guesthouse waar we voor 430 baht (9 euro) een hele mooie, verzorgde 1laags bungalow tot ons beschikking hebben. Alweer voor weinig een prima onderkomen! Kanchanaburi is een mooie en schone stad zonder massale hoogbouw en industrie. De inwoners zijn er vriendelijk en altijd met een glimlach. Het straalt een idyllische rust uit. De stad, die aan de oever van de Nam Mae Klong ligt, staat niet alleen bekend om de natuurrijke en bergachtige omgeving. Ook om de spoorbrug over de rivier de Kwai, die tijdens de Thaise bezetting door krijgsgevangenen werd gebouwd. In de Tweede Wereldoorlog zagen de Japanners in de bouw van een spoorlijn de oplossing om mensen en materiaal voor de invasie van Brits India naar Myanmar (voormalig Birma) te vervoeren. Men dacht vijf jaar nodig te hebben met het bouwen van het 425 kilometers lange traject. Omdat de Jappen hoopten met de spoorlijn de oorlog te kunnen beinvloeden wilden ze het project zo snel mogelijk afmaken. Ze zetten 270.000 dwangarbeiders en 61.000 krijgsgevangenen uit Maleisië, Singapore en uit Nederlandse kolonies onder druk aan het werk. De taak wordt in een recordtijd van 16 maanden volbracht. Tijdens de bouw stierven ruim 100.000 Aziaten en 16.000 geallieerden aan uitputting en gaf het treintraject de beruchte naam ' Death Railway - Doden Spoorweg'. De ongeveer 7000 graven van Kanachaburi War Cemetery getuigen de slachtoffers van krijgsgevangenschap. Op deze begraafplaats ligt ook de oom van Tim zijn vader (Lothar), soldaat informant van het Koninklijk Nederlands Indische Leger (KNIL), L.G.R. Dekker, die op 31-jarige leeftijd tijdens de bouw door uitputting, ondervoeding en tropische ziektes om het leven is gekomen. Als eerbetoon bezoeken we zijn laatste eervolle rustplaats en staan enkele minuten stil bij de omgekomen strijders van deze gewelddadige oorlog. Waar de een zijn rustplaats vindt, ziet de ander het levenslicht. Het huisje naast de ere-begraafplaats is het huis waar Tims moeder, Bernadette, is geboren. Haar vader is destijds hoofdopzichter van de begraafplaats. Bernadette groeit tot haar tiende op in Kanchanaburi samen met haar ouders, twee broers en twee zusters, waarna ze naar Nederland emigreren. We vinden het heel bijzonder om hier te wandelen, op dezelfde plaats waar Bernadette als klein meisje heeft gelopen, gespeeld en naar school ging. We sluiten de indrukwekkende dag af met een vijf kilometer lange wandeling terug naar ons guesthouse, een bord Phat Thai en Phat Siew, een lekker Singha-biertje en een zeer verslavende fruitshake. De volgende dag ontwaken we in de stad die meerdere gezichten heeft gekend. Een longtailboot laat de slapende rivier wakker worden. Kikkertjes pauzeren na hun nachtwandeling op onze veranda op weg terug naar de rivier. Na een http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
broodje pindakaas(!) bezoeken we het JEATH openluchtmuseum. De naam is een afkorting van de landen die bij de Tweede Wereldoorlog in dit gebied betrokken waren; Japan, Engeland, Australië, Thailand en Holland. In dit museum bewaart men de vondsten uit 1942-1943 toen de krijgsgevangenen de dodenspoorweg bouwden. Foto's en schilderijen van broodmagere gevangenen en interviews met overledenen over de destijds wrede omstandigheden doet onze ogen wijd openen. Om een nog beter idee te krijgen besluiten we de plek des onheils te bezoeken. Vier kilometer buiten het huidige centrum en slechts anderhalf kilometer van ons guesthouse in het district Thamakham, zien we het stalen gevaarte. Dit is de plaats waar we in gedachten duizenden gevangenen met een houweel onder druk een spoorbrug zien aanleggen; The Bridge over the River Kwai. Op dag 11 van onze xpeditie lopen we vol goede moed naar het treinstation. Volgens de Lonely Planet hebben de Thaise Spoorwegen nagenoeg geen vertragingen maar de schrijver heeft vast niet in het weekend gereisd. Na een delay van dik een uur laat de machinist de luchthoorns oorverdovend klinken en vertrekt onze rit over de Dodenspoorweg. Via de Bridge over the River Kwai, door de jungle en de bergen bereiken we na twee uren met een houten kont onze eindbestemming in Namtok. Diep in de bergen ligt het veertig meter hoge natuurlijk schoon; Saiyok Noi Waterfalls. Ff lekker pootje baden, een stevige bergwandeling en in de loop van de middag met een non-airco bus weer richting stad. De ventilatoren doen het niet zodra de bus stopt, de radio speelt de favoriete thaise muziek van de chauffeur, stoelen zo klein als in een schoolbus, en de man achter het grote stuur toetert bij elke beweging op de weg, een ware zwetende belevenis! Wanneer de oranje vuurbol de horizon heeft verlaten nemen we als enige toeristen een kijkje op een typische Thaise avondmarkt. We laten ons verrassen door de Thaise keuken en sluiten met een rambutan-shake het hoofdstuk Kanchanaburi af. Stad van de Engelen (verslag 3/17) Na weer een onvergetelijke nacht in onze hut, laten we op maandag vijftien oktober de Thaise golf achter ons en vertrekken richting de hoofdstad van Siam. Aangekomen op het vaste land wacht een Thaise lijnbus ons op, om ons naar Bangkok te brengen. Een busreis van zes uren hebben we in het verschiet. Qua afstand valt de reis wel mee, maar de bus rijdt maar met een slakkengangetje van 70 kilometer per uur met als gevolg dat we er iets langer overdoen. Een heel verschil dus in vergelijking met de taxirit van een paar dagen eerder. Als we Bangkok bijna benaderen, valt ons meteen op hoe enorm groot de stad is. Een kilometer lange ring met vijfbaanssnelwegen naast en boven elkaar. In het centrum lijkt het net alsof het nationaal voetbalelftal een wedstrijd heeft gespeeld, negen van de tien Thai draagt namelijk een geel/goud shirtje, de landkleur van Thailand. Al snel blijkt dat dit wederom ter ere van de koning is; democratie van allen. Krung Thep (Bangkok) een stad met enorm veel industrie, wolkenkrabbers, krottenwijken, vuilnisbelten, rivieren, auto's en mensen (acht miljoen inwoners). De buschauffeur zet ons af nabij Thanon Khao Son; de wijk Banglamphu, het hoofdreizigerscentrum van Thailand. De TukTuk staat ons al op te wachten, maar het backpacken heeft ons al weten te pakken en we besluiten daarom lopend de 'Stad van de Engelen' te verkennen. Even doet Bangkok ons aan Nederland denken, een tropische bui klettert namelijk op ons hoofd. Thanon Khao Son, een enorm drukke straat vol eetgelegenheden, kraampjes, luide muziek en alle nationaliteiten, doet ons zwart voor de ogen worden. We zettelen ons daarom een blok verderop, even iets meer rust; we zijn namelijk ook niet meer een van de jongsten. In de straat Soi Rambuttri vinden we een leuk guesthouse voor een schappelijke prijs. Na drie dagen kunnen we eindelijk weer douchen en dan ook nog eens met warm water! Dag twee in de grootste stad van Zuidoost Azië: we zijn ontwaakt in een echt bed. In de planning ligt om het Grand Palace (Koninklijke Paleis) te bezoeken, maar de dag verloopt totaal anders. Bij een in de buurt gelegen tempel houdt een vriendelijke en behulpzame Thai voor ons een van de vele tuktuks aan. Voor twintig baht! (vijftig euro cent) brengt hij ons naar vier verschillende tempels, om uiteindelijk te belanden bij Grand Palace. Hij vertelt dat het ons lucky day is, want alle tuktuks krijgen vandaag subsidie van de overheid. Enigszins argwanend stappen we in de driewielige motorfiets. Ons is namelijk verteld dat we niet alles en iedereen moeten vertrouwen. Aan de andere kant hebben we zoiets van, mocht het mis gaan dan gaat het maar om twintig baht. Absoluut geen rib uit ons lijf. De tuktuk zet ons af bij een enorm groot boeddhabeeld van vijfenveertig meter hoog, genaamd Wat In; De Lucky Boeddha in de volksmond. Naast het enorme beeld zien we een monnik, traditiegetrouw gekleed in een oranjegewaad, de boedhisten zegenen. Helaas kunnen we de zegening niet verstaan, maar uiteraard is het erg indrukwekkend om mee te maken. Na een kleine twintig minuten vertrekken we weer door het chaotische verkeer naar de volgende tempel. We mogen zelf bepalen hoeveel tijd we besteden aan onze bezoekjes, de tuktuk chauffeur blijft net zolang op ons wachten. Echter na de derde tempel neemt de Thai het hazenpad. De Lucky Boeddha die we daarvoor bezocht hebben, heeft ons in ieder geval geen geluk gebracht. Toch moeten we niet te snel onze conclusies trekken, dit ritueel blijkt namelijk normaal te zijn in Thailand. Daarnaast hebben we geen rode cent betaald. Via een andere aardige Thai komen we erachter dat we gewoon weer in een andere tuktuk kunnen stappen. Pas aan het einde van de rit betaal je twintig baht. Tuktuk sir, op naar de Wat Benchamabophit, een enorm uit geheel marmer opgetrokken tempelcomplex van Siamese Religieuze kunst. De tempel heeft een binnenplaats met rondom boeddhabeelden in verschillende poses en vijvers met grote vissen. Na een uurtje rondslenteren, vertrekken we naar Wat Saket (Gouden Berg). Deze staat bovenaan ons lijstje van bezienswaardigheden. De Gouden Berg is al van ver af te zien. Via een wenteltrap lopen we de berg op naar een platform op zestig meter hoogte, wat zorgt voor een geweldig uitzicht over de skyline van Bangkok. Treetje voor treetje dalen we na een dik uur de zestig meter weer af op weg naar onze volgende bestemming. Grand Palace, wederom is de tuktuk met de oosterzon vertrokken. Het is inmiddels drie uur 's middags, het heetste van de dag (35 graden) en we besluiten daarom morgen naar het Koninklijke Paleis te gaan. Wel bezoeken we de Amulettenmarkt om hier onze buikjes http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
rond te eten. Al snel bevinden we ons in 'Local Thai', waar geen westerling te bekennen is. Ondanks het vele aanbod etenstentjes, zit een hapje voor ons er niet in. We zijn beland in een echte Thai wijk en alles staat aangegeven in voor ons abacadabra taal. Jammer maar helaas. We gaan met een nieuwe Tuktuk terug naar onze 'westerse' wijk en eten een bakje noodles uit de supermarkt. Voor de tripjes naar de tempels hebben we geen cent betaald en dus is het een erg goedkoop dagje voor ons. 's Avonds gaan we van het overgebleven geld nog even 'ruig' op stap in Thanon Khao Son, het Lloret van Thailand. Erg leuk om mee te maken. Maar na een paar uren cocktails drinken houden we het voor gezien. Het was een vermoeiende dag met erg veel indrukken: Raatrie Sawad (welterusten). Eindelijk na lang uitkijken bezoeken we de volgende ochtend het Grand Palace. Dit is duidelijk de trekpleister van Bangkok. Hordes toeristen lopen als kuddedieren achter hun gids aan. Voor het eerst dragen we een plakkerige lange broek en zwetend dichte schoenen, wat hier verplicht is. We nemen onder andere een kijkje in Wat Phra Kaeo, Thailands bekendste tempelcomplex. In de tempel staat een verwonderlijk kleine boeddha van slechts vijfenzeventig centimeter. Hij beschermt de Thai zolang deze in Thailand eigendom blijft. Deze stad binnen een stad herbergt de Tempel van de Smaragten Boeddha en gouden Chedi (toren) in een landschappelijk aangelegd park. Grand Palace is met haar grote gouden indrukwekkende tempels en Boeddha's zeker de moeite waard voor een bezoekje. Maar na een paar uur rondsjokken houden we het voor gezien en zoeken we een rustig plekje op in het zwembad op het dak van ons hotel. Vanavond pakken we ons hebben en houwen in om morgen honderddertig kilometer het noordwesten in te trekken. Bangkok is leuk om mee te maken, maar erg druk en vies. Na een paar dagen zijn we absoluut toe aan rust en fresh air. Op naar Kanchanaburi, de geboorteplaats van Tim zijn moeder. Kanchanaburi, beter bekend om de River Kwai (Mae Nam Khwae), waar duizenden krijgsgevangen in de Tweede Wereldoorlog , de beruchte spoorweg 'Bridge over the River Kwai' bouwden. Kanchanaburi , de erebegraafplaats waar Tim zijn opa hoofdopzichter was. Kanchanaburi.Back 2 Basic! (verslag 2/17) Als we nog niet een met de natuur waren, dan zijn we het de afgelopen dagen meer dan voldoende geworden! Zaterdagochtend 13 oktober om half acht vertrekken we vanuit het drukke en chaotische Jomtien met een, tot onze grote verbazing, luxe minibusje met airconditioning en flatscreen tv naar het eilandje Koh Chang. Koh Chang is een bounty eilandje met parelwitte stranden, enorm veel palmbomen en jungle. Het is een in het oosten gelegen eilandje van ca. 12 kilometer lang dat ongeveer zes uur rijden van Bangkok, 4 uur rijden van Jomtien afligt. Om twaalf uur 's middags komen we aan bij de ferryboot in Laem Ngop. Vanaf de boot zien we het prachtig groene Koh Chang al voor ons en na een half uurtje varen komen we aan. De buschauffeur vraagt bij welke accomodatie hij ons kan droppen. Wij als echte backpackers besluiten echter om ons te laten afzetten in het centrum Hat Sai Khao, aan de enige lange hoofdweg, om onze eigen overnachtingsplaats te regelen. Voor het eerst zijn we aangewezen op ons zelf en hebben we niet onze grote broer Ransay als helpende hand; best scary!! Onder het genot van een drankje op een lokaal Thais terrasje raadplegen we onze Lonely Planet. Met hulp van een o zo vriendelijke Thaise vrouw besluiten we naar het zuiden Hat Tha Nam te gaan, want daar zijn de mooie parelwitte stranden en goedkope overnachtingsplaatsen. Voor 140 bath (drie euro) kunnen we overnachten en we besluiten een kijkje te nemen bij dit guesthouse. We houden een lokale taxi aan en stoppen achter in een pick up truck die in Nederland gebruikt wordt om vee te vervoeren. Kruipend met onze backpack stappen we in en we laten ons, stevig vasthoudend, door de stijle bergpassen vervoeren. Eenmaal aangekomen bij onze overnachtingsplaats, genaamd Treehouse, wanen we ons in een totaal andere wereld. Midden in de jungle bevinden zich hutjes gemaakt van hout, bamboo en palmboombladeren pal aan de azuur blauwe zee. Na ingecheckt te hebben betreden we onze beachvilla die bestaat uit een bed, hangmat en klamboo. Heel wat anders dan onze vorige luxe kamer met tv, airco, bad en mini bar. Enigszins overrompeld besluiten we een plasje te plegen bij de gezamenlijke toilet en douchehokken, maar daar wacht ons een tweede verrassing. Een houten hutje met daarin een gat en een ton met water om je behoefte door te spoelen is het resultaat. Achter deur nummer twee verschuilt zich 'de douche'. Eveneens een ton water en een emmer, zodat je je met koud water kunt afspoelen. Al met al is het een waar paradijs. Vanuit onze hangmat hebben we stilletjes naar de ondergaande zon gekeken. En ondanks het primitieve hebben we een heerlijke nacht gehad; back to basis, maar een met de natuur. De volgende dag hebben we na een heerlijk ontbijt op de veranda aan zee en een frisse ochtendwandeling het strand Lonely beach opgezocht. Met onze snorkels hebben we de Thaise onderwaterwereld verkend. Naast de prachtig gekleurde vissen waren er nog meer onderwatergasten, waar onze haren recht van overeind gingen staan. Bij het terugzwemmen naar het strand werden we omringd door honderden kwallen, oftewel jellyfish. We wisten niet hoe snel we het water uit moesten komen. Morgen vertrekken we naar de wereldstad Bangkok om onder andere het koninklijke paleis te bezoeken. We hebben het geweldig naar ons zin en komen voorlopig nog lang niet thuis Liefs Tim en SonVrijdag 12 oktober 2007 (verslag 1/17) Tien oktober 2007 om half zeven 's ochtends begint ons big adventure naar Zuidoost Azië. Na een emotioneel afscheid vliegen we om vijf voor twaalf 's ochtends met Finnair naar Helsinki, om daar vervolgens na vier uur wachten door te vliegen naar Bangkok. De reis verloopt gelukkig vlekkeloos. We hebben zelfs nog een aantal uurtjes geslapen in het vliegtuig. Zonder vertraging komen we de volgende dag om tien uur 's ochtends (Thaise tijd) aan in Bangkok. Een modern, groot, maar overzichtelijk vliegveld. Tot onze grote verrassing staat Ransay al met zijn prive chauffeur op ons te wachten. Als ras echte backpackers besluiten we na wat overleg eerst naar een luxe hotel te gaan in plaats van de menigte te volgen naar de backpackersstraat in Bangkok. De privé chauffeur brengt ons naar Jomtien, een plaatsje vlak bij Pattaya. Deze Thai rijdt als een gek door het alledaagse verkeer. Rakelings langs bouwwerkzaamheden, over de vluchtstrook en met http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10
Xpeditie-TimSon.com | Xpeditie Zuid-Oost Azië
honderdzeventig kilometer over de snelweg, niets is te gek voor deze kerel. Tijdens deze rit kunnen we wel mooi de omgeving in ons laten opnemen. Aziaten met monddoekjes voor de vieze lucht, enorm veel palmbomen, billboards en de koning Bhumibol die op elke hoek van de straat overheerst. We besluiten tijdens de rit maar niet zijn naam te noemen, want de koning is heilig. Als de taxi chauffeur maar enigszins het vermoeden heeft dat we een grapje over zijn 'King of the World' maken, hebben we een groot probleem. En dat willen we uiteraard niet hebben op onze eerste dag. Na een rit van twee uur (normaalgesproken zou deze trip vijf uren duren) komen we aan bij ons hotel, Jomtien Palace. De loopjongen is erg verbaasd als hij twee backpacks in plaats van een koffer van veertig kilo naar onze luxe suite mag sjouwen. Schijnbaar maakt hij dit niet vaak mee. Er zijn ook bijna geen backpackers te bekennen in Jomtien. We merken al snel dat Jomtien en Pattaya erg drukke en toeristische plaatsen zijn. Als we 's avonds met Randall en ons 'nieuwe' schoonzusje Pum, Walking Street in Pattaya bezoeken, wordt dat helemaal duidelijk. Zodra het donker is, wordt deze straat omgetoverd tot een grote kermisattractie vol met neonverlichting, kraampjes, barretjes en vooral heel veel ladyboys oftewel travestieten. Tim kan het onderscheid tussen een echte Thaise vrouw en een travestiet bijna niet herkennen en dus besluit hij al het vrouwelijk schoon maar niet meer te bewonderen. Een beetje lullig als je zonder dat je het weet je ogen uitkijkt naar je eigen geslacht, tenzij je dat graag wil natuurlijk We besluiten nog een dagje te blijven in Jomtien, want we willen natuurlijk nog wel wat tijd doorbrengen met ons broertje en schoonzusje. Je komt elkaar niet elke dag tegen aan de andere kant van de wereld. Randall en Pum nemen ons de tweede dag mee naar een enorm winkelcentrum. Je kijkt je ogen uit, ook al is het enorm westers. Naar wat rondslenteren besluiten we een onderwaterpark net buiten Pattaya park te bezoeken. Pum spreekt vloeiend Thais en dus zonder problemen stappen we in taxi's, bussen enzovoorts. Een leuk park met veel verschillende soorten vissen, haaien en schildpadden. 's Avonds is het helaas tijd om afscheid te nemen. Pum haar vakantie zit er ook weer op en ze moet dus weer terug naar haar woonplaats vlakbij Bangkok. Wij besluiten een bus en bootkaartje naar Koh Chang te boeken. Een bounty eilandje in het zuiden van Thailand. Een stuk rustiger dan Jomtien. Het is ongeveer vier uren met de bus en daarna een uurtje met de boot. We gaan hier twee daagjes relaxen en daarna reizen we af naar de backpackers street van Bangkok om visums, treinkaartjes enzovoorts te regelen. En uiteraard de Big City met tig miljoen inwoners te bewonderen. We houden jullie op de hoogte!!!
Ransay, bedankt voor alles!!!
http://www.xpeditie-timson.com
Powered by Joomla!
Generated: 6 July, 2016, 00:10