Workshops conferentie Wmo-werkplaatsen 16 oktober 2015 Transformeren doe je mét elkaar Workshops eerste ronde (11.30-13.00 uur) 1. Werken en leren in ontwikkelwerkplaatsen: innoveren ‘on the job’ Wmo-werkplaats Noord Brabant Fontys en Wmo-werkplaats Utrecht Wmo-werkplaatsen Noord Brabant Fontys en Utrecht zijn allebei bezig met ontwikkelwerkplaatsen ‘on the job’. Fontys ontwikkelt een dergelijke leerplaats onder de naam Reflexielab. Bij de HU lopen reeds ontwikkelwerkplaatsen in de vorm van een vrijplaats waar professionals, ervaringsdeskundigen, managers, ambtenaren, docentonderzoekers en studenten samenkomen. Ontwikkelwerkplaatsen kunnen in een behoefte voorzien om vraagstukken die vanuit professionals naar voren komen, te exploreren en te zoeken naar antwoorden en innovaties. Gedurende het eerste deel van deze workshop zal door Wmo Werkplaats Noord Brabant Fontys aandacht besteed worden aan de vraagstukken uit het werkveld waarvan belangrijk is dat deze uitgewerkt worden in een (wijk) leerplaats in samenwerking met de beroepspraktijk. Vervolgens zal door Wmo werkplaats Utrecht ingegaan worden op de ervaringen in het werken met ontwikkelwerkplaatsen, de factoren die een rol spelen in het welslagen ervan en wat we kunnen leren van de verschillende praktijken van de ontwikkelwerkplaatsen. 2. Social Work under construction: transformeren in onderwijs Wmo-werkplaats Twente en Wmo-werkplaats Zuyd Wat betekenen de veranderingen in het werkveld voor de opleiding Social Work? Hoe kun je in het onderwijs transformeren? Wmo-werkplaats Twente en Wmo-werkplaats Zuyd hebben implementatielijnen gericht op actualisatie van het curriculum van Social Work. Binnen de Wmo-werkplaats Twente zijn acht thema’s geformuleerd die de kern van de veranderingen in Social Work schetsen. Op basis hiervan is de ‘Bachelorscan’ ontwikkeld, een vragenlijst waarmee docenten hun eigen onderwijs scannen op actuele veranderingen. Binnen Zuyd bestaat de brede bachelor Social Work sinds 2006. Op dit moment vindt implementatie van het vernieuwde curriculum plaats: SW 2.0. In de implementatielijn ‘beleid-praktijk-onderwijs’ van Wmo-werkplaats Zuyd is gemonitord waar in het onderwijs de ontwikkelde kennis vanuit de werkplaatsen geïmplementeerd kan worden. In de workshop staan de acht thema’s en de competenties van SW 2.0 centraal. Aan de hand hiervan gaan we aan de slag: - In hoeverre herkennen jullie de thema’s en competenties? - In hoeverre vinden bij jullie aanpassingen in de opleidingen plaats? - Wat kunnen we van elkaar leren? 3. Samenwerking wijkverpleegkundigen en sociaal werkenden binnen sociale wijkteams met aandacht voor thuiswonende ouderen met dementie Wmo-werkplaats Den Haag en Leiden Sociale wijkteams worden gezien als een belangrijk middel om te komen tot integraal werken waarbij de eigen kracht van de burger optimaal benut wordt. De taken van sociale wijkteams zijn in het afgelopen jaar onder invloed van veranderende wet- en regelging drastisch veranderd. Gemeenten hebben afspraken gemaakt met zorgverzekeraars over de inzet van wijkverpleegkundigen binnen de sociale wijkteams. Thuiswonende ouderen met dementie vormen een extra kwetsbare groep. Hoe ver staat het nu met de samenwerking? Welke positieve ervaringen zijn er en wat kan beter? Wij willen in deze workshop zoeken naar de toegevoegde waarde van deze ontwikkelingen. Uitkomsten van recen-
telijk onderzoek worden gepresenteerd en vormen gespreksstof tussen wijkverpleegkundigen en sociaal werkers in het sociale wijkteam. Doel van de workshop is dan ook om recentelijke ontwikkelingen te spiegelen aan de uitkomsten van dit onderzoek waarbij we de focus leggen op de rol en samenwerking van wijkverpleegkundigen en sociaal werkenden binnen een sociaal wijkteam. 4. Kantelen en signaleren in een wijkteam: wat te doen? Wmo-werkplaats Utrecht en Wmo-werkplaats Twente In Nederland zijn op grote schaal wijkteams opgericht. In de hectiek waarin deze teams zijn opgericht, hebben professionals behoefte aan teambuilding en het aanscherpen van vaardigheden. De Wmowerkplaats Utrecht heeft wijkteams hierbij gefaciliteerd door te inventariseren waar hun behoeften aan ondersteuning liggen en hoe ze een kantelingsslag kunnen maken. De behoeften zijn te rubriceren in: randvoorwaarden, proces, vaardigheden, taal en hoe we van elkaar kunnen leren. In het eerste deel van deze workshop wordt, door middel van een casus, ingegaan op de manier om de eigen kracht van teams te versterken. Eén van de uitdagingen van professionals is het verkrijgen van vaardigheden rondom het samenwerken en beoordelen van signalen van burgers. Om hen hierbij te ondersteunen is in de Wmowerkplaats Twente een signaleringsinstrument ontwikkeld om meldingen van burgers te beoordelen, de urgentie te bepalen en vervolgens te bepalen of en welke acties ondernomen moeten worden. Na het introduceren van de werkwijze gaan we, in het tweede deel van de workshop, met een praktijkcasus aan de slag. Moet je als professional wel of geen actie ondernemen op basis van het signaal in de casus? 5. Herstelondersteuning in de wijk Wmo-werkplaats Amsterdam en Wmo-werkplaats Noord Binnen de GGZ is er steeds meer aandacht voor herstelondersteunend werken, maar mogelijk zijn de uitgangspunten van deze benadering ook bruikbaar voor sociale wijkteams bijvoorbeeld bij bewoners met andere dan psychische beperkingen/problematiek, bij de ondersteuning van gezinnen met meervoudige problematiek of mensen met langdurige armoede problematiek. Tegelijkertijd krijgen veel wijkbewoners met beperkingen die eerder ondersteuning door zorgmedewerkers kregen die ondersteuning nu door die zelfde wijkteams. Dit terwijl de medewerkers van die teams daar meestal geen ervaring mee hebben. Deze workshop richt zich op het verkennen van de mogelijkheden om de principes van herstelondersteunend werken vanuit sociale wijkteams breder te gaan toepassen. Als voorbeeld wordt daarvoor de Individuele Rehabilitatiebenadering (IRB) gebruikt. De IRB richt zich op maatschappelijk rolherstel en gaat daarbij uit van de eigen participatiedoelen van mensen (al dan niet met beperkingen) en werkt vanuit de eigen kracht en het eigen sociaal netwerk van de wijkbewoner. De opbrengst voor de deelnemers is: - kennismaking met de IRB, een praktische en erkende methode (evidence based, Movisie, Trimbos) - verkenning van de mogelijkheden om herstelondersteunend te werken vanuit een sociaal wijkteam - uitwisseling van ervaringen met andere deelnemers en workshopleiders over herstelondersteunend werken met verschillende doelgroepen. 6. Wmo, ook voor de jeugdprofessional? Wmo-werkplaats Rotterdam en Lectoraat Youth Spot Hogeschool van Amsterdam Wat betekent de Wmo voor de jeugdprofessional? Op papier zien de waarden van de Wmo, zoals het versterken van zelfregie, er prachtig uit, maar hoe werkt het in de praktijk? Wanneer moet een professional vanuit zijn professionele verantwoordelijkheid kiezen voor bescherming van een jongere boven diens wens tot autonomie? Hoe handelt de professional als door de zelfregie van de ene groep jongeren, uitsluiting van een andere groep dreigt? Is dit voor alle professionals hetzelfde of zijn er verschillen tussen de beroepsgroepen?
De Wmo-werkplaats Rotterdam is landelijk trekker van het thema jeugd en heeft i.s.m. onder andere het lectoraat Youth Spot van de Hogeschool van Amsterdam onderzoek verricht naar de vraag hoe jeugdprofessionals de zelfregie van jongeren kunnen versterken. In deze actieve workshop delen de we kennis over het thema en gaan de deelnemers zelf aan de slag met ethische en concrete dilemma’s uit de praktijk.
7. Samen op pad: via transitiepaden en de ‘juiste’ afslagen Wmo-werkplaats Nijmegen en Wmo-werkplaats Flevoland Wmo werkplaats Nijmegen heeft de Module ‘Eerst arrangeren, dan indiceren’ ontwikkeld, met als onderdeel het leren maken van transitiepaden. De aanpak is geschikt voor burgers, bestuurders, transitiemanagers, sociaal werkers en anderen die transitie-opgaven moeten concretiseren. De nadruk ligt op transities met oog voor de cultuur en achtergronden van een gemeenschap en aansluiting bij hun behoeften en mogelijkheden. Gebleken is dat sociaal werkers (wijk)interventies bedenken en uitvoeren die door burgers niet gewaardeerd worden. Met de voorgestane aanpak van transitiepaden worden burgers direct betrokken en wordt aangesloten op de behoeften en mogelijkheden van de gemeenschap. In deze actieve workshop gaan deelnemers aan de slag met de leeropdracht. Zij maken eerst een historische analyse van hun eigen woonplek/wijk, stad of dorp en gaan vervolgens in gesprek met een andere deelnemer om hierover uit te wisselen. Zij werken een idee uit voor het Transitie Actie Plan. Plenair gaan we kort in gesprek over de opbrengsten. Vanuit de Wmo-werkplaats Flevoland wordt kritisch gekeken of deelnemers gekanteld denken en doen, conform de essentie van OER (Ondersteuning Eigen Regie) waarbij steeds de vraag centraal staat: "wordt de bewoner/ster uitgenodigd om invloed te hebben op......" om onbedoelde 'verkeerde afslagen' bewust in beeld te krijgen (eerst bewustwording) en te ondersteunen richting 'juiste afslagen' (dan anders kunnen kiezen).
Workshops tweede ronde (14.00-15.30 uur) 8. Werken in Sociale Wijkteams: de Capability benadering en de reflexieve professional Wmo-werkplaats Zuyd Hogeschool en Wmo-werkplaats Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Het werken in sociale wijkteams vergt veel van professionals. Niet alleen de samenwerking met collega’s uit andere disciplines maar ook de nieuwe doelstellingen bij het werken met cliënten en hun netwerk vergt nieuwe inzichten en competenties. In deze workshop delen de Wmo-werkplaatsen van Zuyd Hogeschool en Hogeschool Arnhem Nijmegen de opgedane ervaringen uit de praktijk en bieden zij concrete tools voor het anders leren denken en werken in een sociaal wijkteam. Professionals in wijkteams zijn vooral opgeleid vanuit het denken in individuele problemen van cliënten en het aanbieden van individuele op maat gemaakte oplossingen. De opdracht is echter om een betere balans te vinden tussen individuele en collectieve oplossingen. De capability approach kan daarbij behulpzaam zijn. Reflectief werken is nodig om nieuwe manieren van (samen)werken, nieuwe tools en methodieken en nieuwe resultaatverwachtingen eigen te maken en door te ontwikkelen. Er zijn eenvoudige instrumenten beschikbaar die het reflectief denken en werken van professionals bevorderen. Deze instrumenten kunnen makkelijk in het reguliere werk worden toegepast. 9. Co-creatie en succesvol implementeren Wmo-werkplaats Brabant Avans, Wmo-werkplaats Noord, Wmo-werkplaats Flevoland en Movisie Effectiviteit Het goed implementeren van innovaties is vaak complex. Bestaande theorieën gaan nogal uit van “top down” en “van buiten naar binnen”. Op veel plaatsen experimenteren de Wmo-werkplaatsen met nieuwe manieren van implementeren. Financiers, uitvoeringsorganisaties, professionals en beroeps-
onderwijs doorlopen gezamenlijk het (cyclische) proces van onderzoek, ontwikkelen, het invoeren en het borgen van innovaties. Co-creatie is daarbij een belangrijke voorwaarde voor succes. Belangrijk is een gedeeld gevoel van eigenaarschap om de innovatie te laten slagen. De gezamenlijke Wmowerkplaatsen en Movisie werken aan een publicatie over dit nieuwe implementeren. Zes casussen uit de praktijk van de Wmo-werkplaatsen laten verschillende manieren van implementeren zien, én de succesfactoren daarin. De workshop bestaat uit een inleiding over implementatiestrategieën, uitwisseling van ervaringen tussen deelnemers en het zelf aan de slag gaan met co-creatie. Deelnemers krijgen nieuwe inzichten in succesvolle implementatie van innovaties.
10. Gezondheid en zorg in het digitale tijdperk Wmo-werkplaats Noord-Brabant Avans en Wmo-werkplaats Noord Er wordt in Nederland veel geïnvesteerd in technologieën zoals e-health, robotica en domotica. De (aankomende) zorgprofessional is echter vaak nog onvoldoende bekend met de mogelijkheden van dit soort technologie. Toch spelen zorgprofessionals een sleutelrol in het leveren van goede zorg mét technologie. Wat nodig is, is een goed geïnformeerde zorgprofessional met een positieve maar kritische houding ten opzichte van technologie. Een professional die weet wat er technologisch mogelijk is kan beter inschatten bij welke cliënt deze technologie wel past en bij wie het ook beter niét ingezet kan worden. In deze workshop kunt u hands-on ervaring opdoen met een aantal zorgtechnologieën zoals e-health toepassingen, zorgrobots of ouderentablets en worden ook ervaringen van andere professionals met dit soort technologieën gedeeld. 11. Interdisciplinaire samenwerking (T-shaped) in het sociaal team Wmo-werkplaats Noord De T-shaped professional is van een regionaal speerpunt uitgegroeid tot een landelijk thema. In het rapport Sociale (wijk)teams in vogelvlucht. State of the art, najaar 2014, verwijzen veel gemeenten naar de T-shaped professional als de professional voor het sociaal team. Toch bestaan er nog wel misverstanden over wat een T-shaped professional is. In deze workshop wordt hier op een interactieve manier (casusbespreking) nader op ingegaan. Ook wordt ingegaan op de overeenkomsten en verschillen tussen het interdisciplinair (T-shaped) werken en het generalistisch of specialistisch werken. De opbrengst voor de deelnemers is een beter begrip van wat het begrip T-shaped professional inhoudt en hoe dit in de dagelijkse praktijk kan worden ingezet. 12. Eenzaam ben je niet alleen Wmo werkplaats Nijmegen en Wmo Werkplaats Twente Eenzaamheid en sociaal isolement zijn niet zomaar te doorbreken. Dit is een complex probleem, omgeven door taboes. Tegelijkertijd kampen veel mensen hier mee, soms voor een bepaalde periode in hun leven, maar soms ook structureel. De afgelopen twee jaar hebben de landelijke wmo werkplaatsen zich over dit thema gebogen. Vandaag zullen we kort vertellen over de training die we middels actie-onderzoek ontworpen en doorlopend verbeterd hebben. Daarnaast presenteren we het werkboek en enkele van de producten die we samen met professionals en vrijwilligers ontwikkeld hebben, door hier samen mee aan de slag te gaan. We gaan door middel van spel en werkvormen ervaren hoe het is om over je eigen schroom heen te stappen en met elkaar over eenzaamheid in gesprek te gaan. 13. Teamleiders als succesfactor in sociale teams Wmo-werkplaats Utrecht In september 2014 verscheen het proefschrift van Vincent de Waal ‘De vooruitgeschoven middenvelder. De innovatiekracht van middenmanagers van welzijnsorganisaties met het oog op actief burger-
schap’ (Boom Lemma). Na de verschijning hiervan heeft de Wmo-werkplaats Utrecht een drietal bijeenkomsten georganiseerd voor teamleiders die werkzaam zijn in de provincie Utrecht en betrokken bij deze sociale (wijk)teams. De bevindingen uit het onderzoek zijn besproken met deze teamleiders en er zijn een tweetal thema’s met hen nader verkend, namelijk (1) de bijdrage van de teamleider aan een krachtig wijkteam en (2) de functie van de teamleider als ‘aanjager’ van innovatie. In de workshop willen we het denkkader over de nieuwe rol van teamleiders presenteren zoals we dat ook in de bijeenkomsten met teamleiders hebben gedaan. Dit denkkader is mede gebaseerd op voornoemd proefschrift en op recent onderzoek naar sociale (wijk) teams zoals dat elders is uitgevoerd. Verder willen we de resultaten van deze drie bijeenkomsten in deze workshop presenteren en met de deelnemers in een actieve vorm in gesprek brengen. 14. Onderzoek naar sociale wijkteams Wmo-werkplaatsen Utrecht en Noord Holland, samen met Movisie Effectiviteit Het overgrote deel van de gemeenten in Nederland kiest ervoor om met sociale (wijk)teams te werken, met als doel integrale samenwerking en aanpak, nabijheid en toegankelijkheid van zorg en ondersteuning, zelfregie, inzet van sociale netwerken en kostenbesparing te realiseren. Voorafgaand aan de wettelijke invoering van de drie decentralisaties waren flink wat gemeenten aan het experimenteren met wijkteams, met hoopvolle verwachtingen. De variëteit in samenstellingen van en opdrachten aan wijkteams is enorm. Vrijwel alle Wmo-werkplaatsen ondersteunen gemeenten en uitvoeringsorganisaties op dit thema. Om grip te krijgen op de daadwerkelijke effectiviteit van wijkteams wordt er op veel plaatsen onderzoek gedaan. Zo publiceerde de Wmo-werkplaats Noord-Holland het onderzoek “Uit het doolhof” en deed Movisie een landelijke inventarisatie onder 224 gemeenten "Sociale (wijk)teams in vogelvlucht". Momenteel werkt de werkplaats Noord-Holland aan een vervolgonderzoek en maakt Movisie een analyse van alle tot nu toe bekende onderzoeken naar sociale (wijk)teams. In de workshop Onderzoek naar Sociale teams worden de uitkomsten gepresenteerd. Ook kunt u als deelnemer uw onderzoekservaringen delen en reflecteren op de meest in het oog springende uitkomsten.