Reader 41
WORKSHOP OVERHEADPROJECTIE Februari 2010 Mediatheek Tilburg Moller
2
Inhoudsopgave 1 2 2.1 3 3.1 3.2 3.3 4 4.1 4.2 5
Inleiding........................................................................ De overheadprojector…………………………………… De beeldhoek……………………………………………… Sheets……………………………………………………… Schrijfsheets……………………………………………….. Inbrandsheets……………………………………………… Printen op sheet…………………………………………… Tips voor het maken van een opbouwsheet………… Tekst bewerken en printen……………………………….. Plaatjes bewerken en printen…………………………….. Eindopdracht………………………………………………
4 5 6 7 7 7 8 9 9 10 11
Evaluatie ontwerp eindopdracht Overheadprojectie…………… Evaluatie product eindopdracht Overheadprojectie…………….
12 13
3
1
Inleiding
Doelstelling Je leert de functies die OHP kan hebben in onderwijsleersituaties. Je doet vaardigheden op met het maken van sheets.
Specifieke doelen Na het doorlopen van deze workshop ben je in staat: • om te gaan met een overheadprojector • een presentatie te maken met behulp van sheets • de hulpmiddelen nodig bij het maken van sheets te hanteren • een opbouwsheet te maken Evaluatie De workshop ´Overheadprojectie´ is afgerond als voldaan is aan de volgende eisen: de eindopdracht gemaakt en voldoende beoordeeld is.
4
2
De overheadprojector
Elke overheadprojector bestaat uit een aantal basisonderdelen. Sommige projectoren bezitten specifieke onderdelen ten behoeve van specifieke functies. In de kast bevindt zich een sterke lamp. De lichtbundel die door de lamp wordt geproduceerd gaat via een spiegel naar boven en valt door het werkblad. Het licht wat door het werkblad (en de evt. daaropliggende sheets) valt, wordt d.m.v. een spiegel op de muur geprojecteerd.
Overheadprojector. 1
2 3
1.Projectiekop De beeldhoogte kun je instellen. 2.Scherpstelknop De scherpte kun je wijzigen door de afstand tussen het origineel en de projectieknop te veranderen. 3.Werkoppervlak Hier komen de te projecteren sheets op te liggen.
5
2.1
De beeldhoek
Projecteren op een vlakke muur geeft een vertekening geeft. Tijdens deze workshop maak je bij het uitvoeren van de opdrachten daarom gebruik van een projectiescherm. Enkele tips bij het gebruik van een projectiescherm: - plaats van de driepoot één poot naar de projector toe - laat de knik in het statief naar achteren wijzen - hang het scherm op de kop van het statief en breng daarna het statief op hoogte - stel het scherm vooroverhellend op
6
3
Sheets
Sheet, transparant of overlay zijn de meest gebruikte benamingen voor het doorzichtige materiaal dat voor het projecteren van er op aangebrachte teksten of beelden wordt gebruikt. Sheets kunnen van verschillend materiaal vervaardigd zijn. In deze workshop gaan we daar niet verder op in. Er zijn verschillende soorten sheets: schrijfsheets en inbrandsheets.
3.1
Schrijfsheets
Schrijfsheets zijn het meest geschikt om te werken met allerlei materialen. Schrijfsheets echter kun je niet gebruiken om op in te branden. Erger: schrijfsheets veroorzaken grote schade aan het inbrandapparaat. Ze kunnen niet tegen de warmte die een kopieermachine afgeeft.
3.2
Inbrandsheets
zijn geschikt om met behulp van fotokopieerapparatuur afbeeldingen uit b.v. boeken over te nemen. Op inbrandsheets kun je ook goed werken met schrijfmaterialen. Inbrandsheets kunnen ook rechtstreeks in een printer worden gebruikt. Let op bij de aanschaf van sheets, dat er verschil zit tussen allerlei printers: kleur of zwart/wit, maar ook inkt of poeder. Dit laatste heeft gevolgen voor het soort oppervlak: vermeld bij de aanschaf van sheets altijd op welke soort printer je de sheet gaat gebruiken. Reden om in deze workshop alleen gebruik te maken van inbrandsheets. Opdracht 5: Computer en letters • Start op een computer het programma Word. • Kies jouw favoriete lettertypes. • Type dit woord (naam van het lettertype) op 5 verschillende lettergroottes. Type dan ook de gebruikte grootte. • Kies nog drie lettertypes en doe hetzelfde. • Maak voldoende groottes: het is niet snel te groot. • Print dit op een sheet en controleer op de projector welke lettergrootte het beste te lezen is. • Bespreek het resultaat met de workshopbegeleider Er zijn verschillende tekenprogramma´s/grafische programma´s. Hiermee is het mogelijk afbeeldingen te maken. Deze kunnen vervolgens, afhankelijk van de beschikbare hardware, direct op een sheet afgedrukt worden of eerst op papier afgedrukt worden en daarna gekopieerd worden op sheet. Op het Mollerinstituut is op iedere computer het tekenprogramma PaintShop beschikbaar.
7
3.3
Printen op sheet
Om rechtstreeks op een sheet te kunnen printen (en dus niet eerst op papier te hoeven printen en daarna op sheet te hoeven kopiëren) voer je de volgende handelingen uit; Op computer: • • •
Selecteer printer: P1 Océ VP 2050-44655 (1ste verdieping Mediatheek) Kies Eigenschappen Ga naar Settings, vervolgens naar Paper
Klik op vervolgens op papersource; Daarna op special feeder en klik 2 maal op OKE
8
4
TIPS voor het maken van een opbouwsheet
Hoe kun je nu het beste te werk gaan om de 4 sheets passend op elkaar te kunnen maken? 4.1 •
Tekst bewerken en printen Maak op de computer één A-4tje met alle tekst, plaatjes, grafieken e.d. Dus eigenlijk zet je al de informatie die je uiteindelijk over 4 sheets gaat verdelen op 1 bladzijde.
Vervolgens kun je nu vanaf dit A-4tje de 4 aparte sheets gaan printen. Hoe je de plaatjes moet gaan bewerken wordt uitgelegd in hoofdstuk 6.2. •
Selecteer de tekst die je NIET op de eerste sheet geprint wilt hebben en maak deze wit (m.b.v. het kleurenpalet deze tekst NIET uitgeprint wordt.
, rechtsboven in je beeldscherm), zodat
Dus je laat alleen die tekst zwart, die je ook op sheet 1 uit wilt printen. • Bedenk of je op deze sheet het plaatje wel of niet wilt printen (zie hfdst. 6.2) • Verstuur nu een printopdracht van deze bewerkte bladzijde naar de printer. • Selecteer nu de tekst die je wit hebt gemaakt en maak hem weer zwart. • Nu ga je de tekst selecteren die je NIET op sheet 2 wilt printen; maak dit wit. • Verstuur nu een printopdracht van deze bewerkte bladzijde naar de printer. Zo kun je alle sheets apart selecteren, bewerken en printen.
9
4.2 Plaatjes bewerken en printen Omdat je een plaatje maar op één sheet hoeft te printen, moet je weten hoe je een plaatje kunt verwijderen, zonder dat de tekst die eronder staat verspringt; • Selecteer het plaatje (door er met de linker muisknop op te klikken) • De werkbalk Afbeelding verschijnt nu op je beeldscherm • Kies in deze werkbalk voor het linkse zonnetje
•
•
Klik verschillende malen met de linkse muisknop op het zonnetje tot dat de afbeelding volledig is verdwenen en alleen het kader nog in beeld blijft. Op deze wijze realiseer je dat de tekstregels niet verschoven worden. Bedenk bij het printen op welke sheet het plaatje moet komen staan. Bij de overige sheets waarop het plaatje niet zichtbaar moet zijn, dien je de bovenstaande werkwijze te gebruiken (meerdere keren inklikken van het zonnetje dus)
10
5
Eindopdracht
De eindopdracht is het maken én het geven van een presentatie van een opbouwsheet. Voorbereidingen Voordat je daadwerkelijk begint met het maken van de opbouwsheet tref je eerst een aantal voorbereidingen. Lees onderstaande vragen aandachtig door en vul de antwoorden in op het beoordelingsformulier verderop. • Voor welk onderwerp ga je een opbouwsheet maken? Kies een onderwerp wat aansluit bij je eigen vakgebied. Bedenk dat niet ieder onderwerp zich leent voor een opbouwsheet van 4 sheets. • Voor welke doelgroep ga je een sheet maken? • Geef een omschrijving van de les waarin de opbouwsheet gebruikt kan worden. • Welk specifiek (deel)onderwerp komt in de opbouwsheet aan bod? Eisen aan de opbouwsheet: • een vaste ondersheet en minimaal 3 overlays (dus 4 sheets gebruiken) • naast tekst zien wij graag een afbeelding: gebruik daarvoor één van de technieken waarmee je in deze workshop kennis hebt gemaakt: kopiëren of printen • sheets moeten tijdens de presentatie bij elkaar in een insteekmap passen • gebruik eventueel kleur (stiften): geef aan welk accent of welke koppeling/link je gebruikt. Eisen aan de presentatie: • Juist gebruik van de projector: scherp beeld groot genoeg • Juiste spreekhouding: naar zaal toe • Geen geschuif met de sheets; gebruik het sheethoesje en plak dat vast op de projector Ontwerp maken • Gebruik 1 A4-tje en teken het vlak dat je kunt gebruiken/ of laat het op de pc zien. • Geef globaal aan welke tekst je gaat gebruiken. • Welk lettertype en welke grootte ga je gebruiken • Teken de ruimte die het plaatje(s) in gaan nemen. • Geef nu aan op welke sheet welke onderdelen komen te staan.
Leg de schets en de antwoorden die je hebt gegeven op bovengestelde vragen voor aan de begeleiding van de workshops.
Ga pas na de goedkeuring aan het werk.
Evaluatie Ontwerp Eindopdracht Overheadprojectie 11
Ontwerp Doelgroep: Onderwerp: Is er een logische volgorde in de opbouw?
Ja / Nee
Zijn er 4 sheets gebruikt?
Ja / Nee
Werk je met beknopte tekst (trefwoorden) ipv lange zinnen en veel tekst?
Ja / Nee
Worden/zijn de gekozen letters min. 0.5 cm hoog? (welk lettertype ga je gebruiken en welke lettergrootte)
Ja / Nee
Is de afbeelding functioneel?
Ja / Nee
ACCOORD
Ja
/
Nee
Verbeteringen:………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ……………………… ACCOORD
Ja
/
Nee
12