Vereniging Stedelijk Leefmilieu Dennenstraat 124 6543 JW NIJMEGEN (024) 3780384 postbank: 1770432 e-mail:
[email protected] internet: www.leefmilieu.nl
Inspraakpunt Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Postbus 30316 2500 GH Den Haag
Nijmegen, 30 oktober 2008
Geachte heer/mevrouw, De Nederlandse luchtkwaliteit is slecht en behoort tot de slechtste van Europa. Deze kwaliteit veroorzaakt ernstige gezondheidsproblemen, in het bijzonder bij kinderen en kwetsbare groepen zoals mensen met astmatische aandoeningen en hart- en vaatziekten. De grenswaarden voor fijn stof (PM10) en stikstofoxiden (NOx) worden grootschalig overschreden. De Europese normen waaraan Nederland op 1 januari 2005 (fijn stof) en op 1 januari 2010 (stikstofdioxide) moet voldoen worden niet gehaald. De nieuwe Europese richtlijn die in juni is gepubliceerd, biedt ruimte voor uitstel als aangetoond wordt dat binnen de uitsteltermijn van drie jaar voor fijn stof (2011) en 5 jaar voor stikstofdioxide (2015) Nederland wel aan de normen zal voldoen. Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Lucht (NSL) is het plan dat daarvoor moet zorgen. Echter behalve maatregelen worden ook honderden bouwplannen aan het plan gekoppeld. Deze bouwplannen zullen zeker negatieve gevolgen voor de luchtkwaliteit hebben, echter van veel maatregelen zijn de positieve effecten onzeker. Sterker nog: veel maatregelen zijn uitermate vaag en ontbreekt de zekerheid of ze wel effectief zijn. De gebruikte modellen zijn te onzeker. Bovendien beïnvloeden de onzekerheden in de aannames in de modellen en toekomstige trends de toekomstige concentraties. De berekeningen houden geen rekening met deze onzekerheden. Het is daarom zeer waarschijnlijk dat de normen in de toekomst overschreden zullen blijven. Extra maatregelen om deze onzekerheden te compenseren ontbreken echter in het NSL. Daarom vinden wij dat aan de verplichting te laten zien dat de normen echt gehaald worden, niet wordt voldaan. Onderstaand zijn onze bezwaren de volgende, na de samenvatting worden ze stuk voor stuk nader toegelicht. 1. Vele effectieve luchtkwaliteitsmaatregelen ontbreken in NSL 2. Uitstel van het voldoen aan normen is het uitgangpunt van dit plan, gezondheid op tweede plaats 3. Uitgangspunt dat normen (bij uitstel) tijdig gehaald worden is niet onderbouwd 4. Ten onrechte nadruk buitenlandse bronnen van luchtverontreiniging
Word lid van Leefmilieu!
1
Vereniging Stedelijk Leefmilieu Dennenstraat 124 6543 JW NIJMEGEN (024) 3780384 postbank: 1770432 e-mail:
[email protected] internet: www.leefmilieu.nl
5. 6. 7.
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Grote hoeveelheden bouwprojecten zijn ten onrechte gekoppeld aan dit plan zonder dat beroepsgang mogelijk is Balans tussen maatregelen en bouwplannen is zoek In derogatieperiode Ten onrecht is het slechts het halen van de normen uitgangspunt Modellen die gebruikt worden geven alleen best case geen worst case. Gemeentelijke en provinciale rapportages uit 2006 geven onbetrouwbaar beeld van de huidige situatie m.b.t. luchtverontreiniging Veehouderijen nieuw en onderschat milieuprobleem, concrete aanpak blijft achterwege Meetnet RIVM lijkt niet adequaat Garanties voor uitvoering ontbreken Afname binnen steden blijft achter op landelijke trend Bescherming kwetsbare groepen Aftrek zeezoutaftrek
De toelichting 1. Vele effectieve luchtkwaliteitsmaatregelen ontbreken in NSL Volgens de Europese Richtlijn Luchtkwaliteit dienen overheden actieplannen op te stellen en maatregelen te nemen in het geval de grenswaarden voor PM10 in 2005 en voor NO2 in 2010 zouden worden overschreden. Het eerste Nederlandse actieplan werd pas na 2005 gepubliceerd. Een analyse van de actieplannen van Nederlandse steden laat zien dat op 1 december 2005 de meeste steden, waar fijn stof normen werden overschreden, geen luchtkwaliteitsplannen hadden. Bij 80% van de steden waar de norm voor NO2 werd overschreden, ontbraken actieplannen of operationele maatregelen en verankering van beleid1. Zelfs op dit moment heeft het Nederlandse Nationale Luchtkwaliteitsplan, het NSL, niet het doel de luchtkwaliteit zo snel mogelijk te verbeteren. In afwachting van het besluit van de Europese Commissie, wordt de periode van uitstel zelfs gebruikt om sommige initiatieven ter verbetering van de luchtkwaliteit te vertragen en te beëindigen. De onderstaande voorbeelden illustreren onze zorgen en bezwaren. Snelheidsbeperkingen afgeschaft Snelheidsbeperkingen van 80 km per uur waren vastgesteld op een aantal snelwegen bij steden. Evaluatie van deze maatregelen bewees dat de snelheidsbeperking erg effectief was bij het beperken van de dieseluitlaat en het verlagen van de lokale concentraties van PM10 en NO22. De Nederlandse overheid heeft recent besloten de bestaande snelheidsbeperkingen in te trekken. De argumentatie was dat snelheidslimieten niet absoluut noodzakelijk waren om de luchtkwaliteitsnormen te halen met als voorwaarde dat uitstel door de Europese Commissie zal worden toegestaan. Het voorstel gaf de mogelijkheid de maximumsnelheid op vele snelwegen te verhogen met extra luchtverontreiniging en gezondheidschade tot gevolg. Op 1
2
Voor meer informatie zie de publicatie: Luchtkwaliteit, wat doet uw gemeente er aan? Stichting Natuur en Milieu, 2006, www.natuurenmilieu.nl . Voor verdere informatie zie het rapport: Evaluatie 80 km zones. Eindrapportage 2007, ministerie Verkeer en Waterstaat. www.verkeerenwaterstaat.nl .
Word lid van Leefmilieu!
2
Vereniging Stedelijk Leefmilieu Dennenstraat 124 6543 JW NIJMEGEN (024) 3780384 postbank: 1770432 e-mail:
[email protected] internet: www.leefmilieu.nl
dit moment ligt er zelfs een voorstel om de maximumsnelheid op een aantal belangrijke provinciale wegen te verhogen naar 100 kilometer per uur. Milieuzones geblokkeerd en bemoeilijkt De Nederlandse overheid blokkeert voor steden de mogelijkheid zogenaamde milieuzones voor vervuilende personenwagens en vrachtwagens in te stellen. Om lokale overheden af te houden van het nemen van deze effectieve maatregel, weigert de landelijke overheid de steden toegang te hebben tot de bestanden van autokentekens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer. De betreffende bestanden bevatten essentiële informatie over de leeftijd en de milieukenmerken (euronorm, aanwezigheid van een stoffilter) van de wagens. Omdat de minister van Verkeer en Waterstaat niet officieel steden kan verbieden om een milieuzone in te stellen, zijn op dit moment juridische maatregelen om steden de toegang tot bestanden te verhinderen in onderzoek3 In de overeenkomst voor milieuzones voor vrachtwagens is een voorwaarde gesteld aan gemeenten om te bewijzen dat maatregelen absoluut noodzakelijk zijn vanwege formele overschrijding van luchtkwaliteitsnormering. Dit verhindert steden om de meest effectieve maatregelen voor schone lucht te nemen. Belasting op vervuilende brandstoffen is ingetrokken Plannen om belasting op meer vervuilende brandstoffen in schepen en dieseltreinen door te voeren, zijn ingetrokken. Deze brandstoffen bevatten meer zwavel dan normale brandstoffen voor wegverkeer en verhogen sterk de fijn stof emissie. Beste Beschikbare technieken niet toegepast Een groot aantal milieuvergunningen voor industriële installaties voldoen niet aan de Europese richtlijn IPPC. Het principe van Best Beschikbare Technieken wordt veelal niet toegepast. Dit leidt tot te hoge emissies van PM10, NO2 en NOx. Recent heeft Nederland een officiële waarschuwing van de Europese Commissie gekregen voor het onvoldoende en te laat implementeren van deze richtlijn (zgn. non-compliance). Veel mogelijkheden onbenut Vele andere technisch en economisch uitvoerbare maatregelen ontbreken zoals gedifferentieerde havenbelasting, zoals wal-stroom in havens, grote investeringen in schoon openbaar vervoer en fietsinfrastructuur. 2.
Uitstel van het voldoen aan normen is het uitgangpunt van dit plan, gezondheid op tweede plaats Hoewel men in dit stuk op veel plaatsen lippendienst bewijst aan de gezondheidseffecten van luchtverontreiniging door fijn stof en NOx wordt uitgegaan van het feit dat de normen zullen worden overschreden en de uitstel moet worden aangevraagd. Terwijl als je naar de maatregelen kijkt die worden opgenomen deze veelal veel eerder genomen hadden kunnen worden. Voorwoord citaat blz. 2; " Het Kabinet en de decentrale overheden zetten zich maximaal
3
Debat in Tweede Kamer op 24 en 25 juli 2008.
Word lid van Leefmilieu!
3
Vereniging Stedelijk Leefmilieu Dennenstraat 124 6543 JW NIJMEGEN (024) 3780384 postbank: 1770432 e-mail:
[email protected] internet: www.leefmilieu.nl
in om de grenswaarden alsnog te halen, hierbij rekening houdend met de flexibiliteit (de mogelijkheid voor zgn. derogatie) die de nieuwe Europese richtlijn voor luchtkwaliteit en schonere lucht biedt."
3.
Uitgangspunt dat normen (bij uitstel) tijdig gehaald worden is niet onderbouwd Voorwoord citaat blz. 2: "Het einddoel zelf staat echter niet ter discussie: Nederland zal bij verkregen derogatie overal tijdig voldoen aan de grenswaarden!"
Dat de normen tijdig gehaald worden is een loze bewering die nergens concreet wordt onderbouwd. Sterker nog men veronderstelt dat een heel scala van maatregelen van Europese voertuigenregelgeving tot en met rekening rijden tijdig wordt ingevoerd. Daarbij wordt nergens duidelijk gemaakt wat iedere maatregel oplevert. Het heel stuk ademt een sfeer van naïef optimisme die niet past bij de aanpak van een van de hardnekkigste milieuproblemen. Het "track record' van de Nederlandse overheid tot nu toe op dit dossier geeft geen vertrouwen. Citaat 6.1.2 blz. 98: "De Europese Commissie is verantwoordelijk voor het Europese maatregelenpakket. Mocht blijken dat de effecten hiervan tegenvallen, dan zijn alle partijen verantwoordelijk. Op zo´n moment wordt gezamenlijk gekeken naar mogelijke alternatieven en financiering."
Op blz. 9 wordt gesteld dat de verbetering met name het gevolg is van de effecten van het voorgenomen EU beleid. Op blz. 3 wijst het kabinet er wel op dat voortvarende Europese beleidsmaatregelen noodzakelijk blijven om de ambities van dit plan te realiseren. Het Europees beleid is niet zeker maar men gaat dus wel uit van de positieve effecten van voorgenomen Europese beleidsmaatregelen. 4. Ten onrechte nadruk buitenlandse bronnen van luchtverontreiniging Op verschillende plaatsen wordt de indruk gewekt dat buitenlandse bronnen verantwoordelijk zijn voor het niet tijdig halen van de normen. Echter Nederland is een netto exporteur van luchtverontreiniging. Samenvatting citaat blz. 4: "De ligging van Nederland, in het hart van het dichtstbevolkte gebied van Europa, tussen het Verenigd Koninkrijk, België en Duitsland, is hier debet aan. Ook de internationale zeescheepvaart op de Noordzee vormt een belangrijke bron van verontreinigende stoffen."
Verder is het al tientallen jaren zo dat Nederland in een dichtbevolkt gebied ligt en dat de zeescheepvaart veel luchtvervuiling veroorzaakt. Als je als regering de verantwoordelijkheid neemt voor het gezondheid van je inwoners dan had je daar allang rekening mee kunnen houden in plaats van je erachter te verschuilen. Grote hoeveelheden bouwprojecten zijn ten onrechte gekoppeld aan dit plan zonder dat beroepsgang mogelijk is Uitgangspunt van het NSL moet zijn: hoe halen we tijdig de normen en zo mogelijk zonder uitstel. Echter in het NSL worden een enorme lijst grote bouwplannen opgenomen. Daarbij 5.
Word lid van Leefmilieu!
4
Vereniging Stedelijk Leefmilieu Dennenstraat 124 6543 JW NIJMEGEN (024) 3780384 postbank: 1770432 e-mail:
[email protected] internet: www.leefmilieu.nl
wordt gesteld dat deze doorgang kunnen vinden omdat de grenswaarden tijdig gehaald worden met uitstel. Maar als deze plannen niet worden uitgevoerd halen de normen dan niet gemakkelijker en op tijd! Samenvatting blz. 5: "Het pakket van maatregelen is zo opgesteld dat het de negatieve effecten van de ruimtelijke projecten ruimschoots compenseert. Het zorgt er op deze manier voor dat de luchtkwaliteitnormen tijdig (bij verkregen derogatie) worden gehaald." Samenvatting blz. 5: "Projecten kunnen doorgang vinden doordat het NSL laat zien hoe – rekening houdend met de effecten van een project – de grenswaarden tijdig worden gehaald.
Het NSL maakt niet duidelijk in hoeverre een beroepsgang naar de Raad van State mogelijk is bij een mogelijk toekomstig in werking treden van het NSL. Burgers dienen in beroep te kunnen gaan als er normoverschrijding plaatsvindt. Hierbij verwijzen wij naar de uitspraak van het Europese Hof in Luxemburg (dd 26 juli 2008; zaak Dieter Janecek uit Munchen). In haar uitspraak bepaalde het Hof dat direct betrokken burgers bij gevaar voor overschrijding van de geldende milieunormen een actieplan tegen luchtverontreiniging kunnen eisen. Met betrekking tot de inhoud van zo`n actieplan oordeelde het Hof, dat de EU-landen niet verplicht zijn tot maatregelen die elke overschrijding van de normen uitsluiten. Maar ze zijn – bij terechte klachten van individuele burgers – wel verplicht op korte termijn maatregelen te treffen die de risico`s van overschrijding tot een minimum beperken en die stapsgewijd leiden tot een situatie waarin de concentratie fijn stof binnen de toegestane hoeveelheid blijft. Belanghebbenden kunnen tegen het NSL/RSL alleen een zienswijze indienen. Ten onrechte is een beroepsgang niet mogelijk. 6. Balans tussen maatregelen en bouwplannen is zoek De bouwplannen zijn hard verankerd in dit plan, maar de maatregelen die het moeten compenseren zijn of boterzacht of moeten nog Europees en op rijksniveau genomen worden. Samenvatting blz. 8: " Voor de generieke rijksmaatregelen is 554 miljoen uitgetrokken Bij deze maatregelen gaat het bijvoorbeeld om het versneld schoner maken van het dieselwegverkeer door subsidiëring van roetfilters, om stimuleringsmaatregelen voor de landbouw en een innovatief onderzoeksspoor naar effectieve maatregelen rondom snelwegen en in de landbouw."
Maatregelen als stimulering en onderzoek leveren altijd ongrijpbare resultaten op, wat we wel zeker weten is dat het langdurige processen zijn dus is het zeer onzeker of ze tijdig effect zullen hebben. Ook op andere plaatsen in het stuk wordt duidelijk dat het NSL belangrijk is voor het bouwen. Citaat uit 2.2. blz. 17: "Het kabinet heeft gezocht naar een effectievere aanpak op een groter schaalniveau, die zowel de saneringsopgave als de ontwikkelingsopgave ten goede zou komen. Er was behoefte aan een nationale aanpak, waarbij de grenswaarden tijdig worden gehaald én de blokkades voor projecten worden opgeheven.
Word lid van Leefmilieu!
5
Vereniging Stedelijk Leefmilieu Dennenstraat 124 6543 JW NIJMEGEN (024) 3780384 postbank: 1770432 e-mail:
[email protected] internet: www.leefmilieu.nl
7.
In derogatieperiode worden normen verhoogd Citaat 3.2.2 blz 29: “In beide gevallen geldt de maximale overschrijdingsmarge als bovengrens voor de [tijdelijke] overschrijding tijdens de periode waarvoor derogatie geldt.
De normen dus worden verhoogd in de derogatieperiode. In het vervolg wordt gesteld dat de gemiddelde concentratie voor PM10 tijdens de derogatieperiode niet hoger mag zijn dan 48 mg/m3 en niet meer dan 35 dagen per jaar de 75 mg/m3 mag overschrijden. Deze normen waren zoals bekend 40 mg/ m3 en een daggemiddelde overschrijding van 50 mg/ m3. Feitelijk leidt de derogatie tot een verruiming van de normen die schadelijk is voor de gezondheid. Hetzelfde geldt voor de grenswaarde van NO2 8. Ten onrecht is het slechts het halen van de normen uitgangspunt In de plannen wordt toegewerkt naar het halen van de normen, terwijl ook onder deze normen de gezondheid van mensen schade oploopt. Preventieve maatregelen om maximale gezondheid voor kinderen, zieken en ouderen te bewerkstellingen vormen geen onderdeel van dit plan. Dicht bij drukke wegen mogen nog steeds scholen, e.d. gebouwd worden terwijl bekend is dat dit ongezond. Een gemiste kans. De betrouwbaarheid van de saneringstool onduidelijk. Pas in de toekomst als maatregelen geoperationaliseerd worden, wordt door luchtmetingen duidelijk of het rekenmodel valide is. Op dit moment zijn er geen gegevens over de voorspellende waarde van het model. 9. Modellen die gebruikt worden geven alleen best case geen worst case. Uitgangpunt van de metingen is het jaar 2006. In dat jaar was door meteorologische oorzaken de luchtkwaliteit goed. Dit betekent dat het straks best mogelijk is dat bij een veel slechter jaar de normen alsnog niet gehaald worden. Hier is geen ruimte voor opgenomen in de plannen. In het NSL is men voorzichtig optimistisch over de aanpak. De toekomst zal uitwijzen of dat optimisme terecht is, maar er da is in ieder geval duidelijk geen ruimte voor worst case denken. Citaat par. 4.3. blz. 56: " Fluctuaties in meteorologische omstandigheden leiden ertoe dat voorzichtig moet worden omgegaan met uitspraken op basis van één jaar. Hoewel 2006 een extreem warm jaar was, passen de gemeten concentraties PM10 en NO2 goed in de trend van de voorafgaande jaren. Dit zou kunnen betekenen dat de berekende aantallen personen die blootgesteld zijn aan te hoge concentraties luchtverontreiniging ook een goed beeld geven van de problematiek.
10.
Gemeentelijke en provinciale rapportages uit 2006 geven onbetrouwbaar beeld van de huidige situatie m.b.t. luchtverontreiniging Citaat 4.3 blz. 56: "De daggemiddelde grenswaarde voor PM10 is op veel meer lokaties overschreden. Het RIVM schat het aandeel van de bevolking dat in 2006 aan een overschrijding van deze grenswaarde werd blootgesteld op 5% van de bevolking. Dit komt overeen met circa 800 duizend personen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat er geen correctie voor natuurlijke bronnen heeft plaatsgevonden, wat een drukkend effect op het aantal personen zou hebben gehad.
Word lid van Leefmilieu!
6
Vereniging Stedelijk Leefmilieu Dennenstraat 124 6543 JW NIJMEGEN (024) 3780384 postbank: 1770432 e-mail:
[email protected] internet: www.leefmilieu.nl
De gemeentelijke en provinciale rapportages vermelden in totaal 140 duizend personen die aan een overschrijding van deze grenswaarde zijn blootgesteld. Echter: niet alle gemeenten hebben volledig gerapporteerd, waardoor dit getal als ondergrens moet worden beschouwd.
Deze rapportages van gemeenten en provincies zijn verankerd in Europese richtlijnen en Nederlandse wetten. Waarop is het optimisme gebaseerd dat de verplichtingen van gemeenten en provincies door hen nu wel uitgevoerd worden? 11.
Veehouderijen nieuw en onderschat milieuprobleem, concrete aanpak blijft achterwege In het NSL blijkt op heel veel plaatsen dat men zich pas zeer recent bewust is geworden van de invloed van de intensieve veehouderijen op de luchtkwaliteit. Kennelijk is het meetnet van het RIVM niet in staat gebleken dit probleem in kaart te brengen. Echter de reactie is niet om maatregelen te nemen, maar om meer onderzoek te doen… te weinig en te laat… Citaat samenvatting blz. 5: "In de landbouwsector veroorzaken circa 330 intensieve veehouderijen (met name pluimveebedrijven) zeer waarschijnlijk overschrijdingen van de grenswaarde voor PM10. Dit wordt de komende tijd per bedrijf nader onderzocht." Citaat 4.2.3.2. blz. 50: "De problematiek van PM10 normoverschrijding rondom agrarische bedrijven (stallen voor intensieve veehouderij) is pas recentelijk onderkend en was voor 2005 nog geen issue voor beleid (zie ook paragraaf 4.2.5)." Citaat 4.2.5 blz. 54; "Het aantal overschrijdingen van de grenswaarde voor fijn stof (PM10) in de veehouderij is recent in kaart gebracht 45. De problematiek van fijn stof uit de veehouderij is nog nieuw, waardoor hierover nog weinig kennis aanwezig is. Het in kaart brengen van het aantal overschrijdingen heeft plaatsgevonden in drie stappen, de werkwijze daarbij is van grof naar fijn."
Het gaat in 2010 om 330 pluimveehouderijbedrijven, waarbij voor Noord Brabant het probleem het hardnekkigst is. Daarbij gaat men er vanuit dat in de landbouw de hoeveelheid fijn stof die daar vrijkomt blijft groeien!! Waarom krijgt de landbouw als enige sector deze ruimte. Het staat in schril contrast met de druk die er op de industrie gelegd werd en wordt.
Word lid van Leefmilieu!
7
Vereniging Stedelijk Leefmilieu Dennenstraat 124 6543 JW NIJMEGEN (024) 3780384 postbank: 1770432 e-mail:
[email protected] internet: www.leefmilieu.nl
12. Meetnet RIVM lijkt niet adequaat In het NSL blijkt op heel veel plaatsen dat men zich pas zeer recent bewust is geworden van de invloed van de intensieve veehouderijen op de luchtkwaliteit. Kennelijk is het meetnet van het RIVM niet in staat gebleken dit probleem in kaart te brengen. Als dergelijke grote bronnen van Nederlandse luchtverontreiniging anno 2008 nog te ontdekken zijn, is het de moeite waard verder te kijken naar mogelijke andere bronnen. Een fijnmaziger meetnet dat ook zwarte rook meet is dan een prioriteit. 13. Garanties voor uitvoering ontbreken Het grootste manco van het hele plan is dat het een veelheid aan maatregelen bevat waaraan door zeer veel lokale en provinciale overheden moet worden gewerkt, willen ze slagen. Echter hoe wordt gegarandeerd dat ze dat zullen uitvoeren. Er wordt gesteld dat het NSL kracht van wet heeft. Citaat blz. 13" "Het NSL is de kern van titel 5.2 van de Wet Milieubeheer (luchtkwaliteitseisen)" Citaat 1.2 blz. 13/14: "Het rijk coördineert de totstandkoming en uitvoering van het nationale programma en maakt ten behoeve van de uitvoering afspraken met provincies en gemeenten over toetsbare resultaten. ….. Door middel van een jaarlijkse monitor houdt het rijk in samenwerking met de decentrale overheden een vinger aan de pols……."
Maar dat is natuurlijk niet voldoende. Niemand houdt zich aan een lastige wet als die niet afgedwongen kan worden. Citaat 2.4 blz. 20 Als discipline in de uitvoering achterwege blijft, kan dit gevolgen hebben voor het doorgaan van een project. In die zin vereist het systeem nauwkeurige monitoring en zonodig bijstelling van maatregelen en plannen. Hierbij komt nog de wettelijke
Word lid van Leefmilieu!
8
Vereniging Stedelijk Leefmilieu Dennenstraat 124 6543 JW NIJMEGEN (024) 3780384 postbank: 1770432 e-mail:
[email protected] internet: www.leefmilieu.nl
uitvoeringsplicht voor maatregelen en de doorzettingsmacht voor de minister van VROM. Dat laatste wil zeggen dat de minister bevoegd is om een aanwijzing te geven in geval van nalatigheid. Desnoods kan de minister zelf, ten laste van het betrokken bestuursorgaan, voorzien in het gevorderde.
We weten werkelijk men niet hoe zich dit voorstelt in de Nederlandse verhoudingen. Voorzien in het gevorderde… Hoe vorder je vage maatregelen als: Aanpak fijn stof knelpunt landbouw, provinciaal wagenpark op aardgas, stimuleren openbaar vervoer enz. Als men zich werkelijk druk had gemaakt over de gezondheid dan had men bij de knelpunten ook een inventarisatie gemaakt van gevoelige bestemmingen en een maatregelenpakket vastgesteld om op die plaatsen een beduidend lagere concentratie te bereiken dan de Europese grenswaarden. 14.
Afname binnen steden blijft achter op landelijke trend Citaat 4.1.2. blz. 38 De gemeten NO2-concentraties zijn bij binnenstedelijke straten relatief minder sterk gedaald dan op de rurale meetlocaties (1% per jaar). De laatste jaren beperkt de overschrijding van de jaargemiddelde grenswaarde zich dan ook steeds meer tot de directe omgeving van snelwegen en drukke stadswegen.
De vraag is of de CAR-modellen die de toekomst modelleren en daarmee de nieuwe projecten mogelijk maken wel rekening houden met dit recente inzicht dat de binnenstedelijke effecten van de luchtvervuiling hardnekkiger zijn dan eerst gedacht. Kortom gaan alle verbeteringen zich uiteindelijk niet op het platteland verder manifesteren en blijft de stad met de overschrijdingen zitten. Vooral omdat veel projecten ook daar gepland zijn! Citaat 4.2.2. blz. 43: "De opbouw van de concentraties van NO2 en PM10 uit de diverse bronnen is niet overal hetzelfde. De regionale verschillen kunnen groot zijn. Dat is vooral voor NO2 het geval, met voor de zeer stedelijke agglomeraties een achtergrondconcentratie die 10 tot 15 μg/m3 hoger kan zijn dan elders."
Het NSL gaat uit van een sterke verbetering van de luchtkwaliteit in de periode 2005-2010 voor fijn stof en NOx. Grafieken laten dit zien (zie samenvatting NSL pagina 05 en 06, figuur 1a en 1b). Echter metingen van de GGD Amsterdam (Trends in concentraties PM10 en NO2 in Amsterdam periode 1999-2007, dd 12 juni 2008) laten zien dat in de periode 1999-2007, sprake is van stagnerende trends. Het rapport stelt dat niet alleen in Amsterdam sprake is van stagnerende trends, maar dat dit ook landelijk en in andere Europese landen speelt. Het RIVM geeft in de rapportage van de jaarcijfers 2003-2006 aan dat de voorheen dalende trends in de laatste 7 jaar niet meer waar te nemen is. Het European Environment Agency (EEA) geeft als mogelijke verklaring voor deze stagnerende trends de toename van het aantal voertuigkilometers, de toenemende populariteit van diesel ten opzichte van benzine en het toenemende gewicht van voertuigen waardoor het verbruik en uitstoot toenemen. 15.
Bescherming kwetsbare groepen
In het NSL komen geen maatregelen voor om kwetsbare groepen extra te beschermen. Nederland gaat voorbij aan mogelijkheden om juist ook voor kinderen passende maatregelen
Word lid van Leefmilieu!
9
Vereniging Stedelijk Leefmilieu Dennenstraat 124 6543 JW NIJMEGEN (024) 3780384 postbank: 1770432 e-mail:
[email protected] internet: www.leefmilieu.nl
te nemen. De bescherming van de gezondheid voor kwetsbare groepen speelt geen rol in het NSL. terwijl de Europese richtlijn 2008/50/EG daar expliciet aandacht voor vraagt. Citaat artikel 23 van de nieuwe Europese richtlijn 2008/50/EG : “In geval van overschrijding van grenswaarden waarvoor het uiterste tijdstip voor naleving reeds is verstreken, worden in de luchtkwaliteitsplannen passende maatregelen genoemd, zodat de periode van overschrijding zo kort mogelijk kan worden gehouden. De luchtkwaliteitsplannen kunnen bovendien maatregelen omvatten die gericht zijn op de bescherming van kwetsbare bevolkingsgroepen zoals kinderen.
16.
Aftrek zeezoutaftrek Citaat artikel 20 van de nieuwe Europese richtlijn 2008/50/EG “De lidstaten verstrekken de Commissie, voor een bepaald jaar, een lijst van zones en agglomeraties waar overschrijdingen van grenswaarden voor een bepaalde verontreinigende stof toe te schrijven zijn aan natuurlijke bronnen. De lidstaten verstrekken gegevens over de concentraties en bronnen en het bewijsmateriaal dat aantoont dat de overschrijdingen aan natuurlijke bronnen zijn toe te schrijven”.
Bij het vaststellen of een gebied voldoet aan de Europese grenswaarde wordt in Nederland een vaste aftrek voor zeezout meegenomen. Zowel voor het jaargemiddelde als voor het bepalen van het aantal overschrijdingsdagen van het daggemiddelde. Deze zeezoutaftrek zou alleen mogen worden toegepast als helmaal zeker is dat een overschrijding van de normen is toe te schrijven aan natuurlijke bronnen. De manier waarop in de huidige plannen de zeezoutaftrek wordt toegepast – volgens de methodiek van Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007 – is in strijd met de richtlijn 2008/50/EG. Wij zijn er ons van bewust een lange lijst van bezwaren en opmerkingen te hebben bij uw omvangrijke en ingrijpende programma. Voor een nadere toelichting zijn wij natuurlijk beschikbaar. Met vriendelijke groet, Marga Jacobs Voorzitter Leefmilieu
H. de Blaauw Bestuurslid
Word lid van Leefmilieu!
10