Woord vooraf. Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij! Jesaja 43:1. Namens het Triangelteam, Hester Blok (locatiedirecteur)

Schoolgids 2015-2016

GBS De Triangel Vestigingsadres: Tollenburg 15 6714 EJ Ede Postadres: Postbus 4140 6710 EC Ede Email: [email protected] Website: www.triangel-ede.nl Twitter: @gbsdetriangel1

Woord vooraf Welkom! Hierbij ontvangt u de schoolgids van De Triangel. We geven u hiermee een beeld van hoe het onderwijs aan de kinderen vorm gegeven wordt op onze school. Daarnaast geven we u graag duidelijkheid over de verwachtingen ten aanzien van onze samenwerking met u als ouders. We zijn van mening dat uw betrokkenheid bij de school heel belangrijk is voor de ontwikkeling van uw kind. Deze gids is mogelijk een eerste kennismaking voor u met onze school. Samen met de website, www.triangel-ede.nl, vormt deze gids een handig naslagwerk. Mocht u na het lezen van deze gids nog vragen hebben, aarzel dan niet om die ons te stellen. Voor belangstellenden organiseren we informatieavonden. De data daarvoor vindt u op de website. We vinden het belangrijk dat u een goed beeld heeft van onze school als u een school gaat kiezen voor uw kinderen. U bent daarom van harte welkom voor een kennismakingsgesprek. Deze gids is tot stand gekomen in een samenwerking van team, medezeggenschapsraad en directie. De jaarkalender en de namenlijst zijn losse onderdelen van deze gids. Op de website vindt u toegang tot aanvullende documentatie zoals de gedragscode en de ouderverklaring. In het schooljaar 2015-2016 hebben we als identiteitsthema: “Zo ben jij! ” We besteden iedere weekopening aan dit thema. Samen ontdekken we hoe mooi en bijzonder we zijn gemaakt. Als team is dat ook ons jaarthema. We werken vanuit ons geloof en met liefde voor de kinderen. Daarvoor is de verbondenheid met onze Heer onmisbaar. Door te leven in Zijn licht, mogen de kinderen voorleven wat Jezus ons leert. We mogen rekenen op Zijn zegen voor het nieuwe schooljaar.

“Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!” Jesaja 43:1

Namens het Triangelteam, Hester Blok (locatiedirecteur)

Schoolgids GBS De Triangel Ede 2015-2016

Pagina 2

Inhoud Schoolgids De Triangel 2015-2016 Woord vooraf 1. De school ................................................................................................4

2. Bestuur ...................................................................................................7

3. Waar staat de school voor? ..................................................................10

4. Nieuwe leerlingen..................................................................................12

5. Organisatie van het onderwijs ..............................................................13

6. Inhoud van het onderwijs ......................................................................15

7. Schoolleven ...........................................................................................18

8. De ouders ..............................................................................................26

9. Begeleiding van leerlingen ....................................................................29

10. Ontwikkeling van het onderwijs ..........................................................35

11. Regelingen ...........................................................................................36

12. Namen en adressen .............................................................................39

13. Bijlagen ................................................................................................40

De Triangel voor gereformeerd basisonderwijs adres: Tollenburg 15, 6714 EJ Ede postadres: Postbus 4140, 6710 EC Ede telefoon: 0318 - 645110 e-mail: [email protected] web: www.triangel-ede.nl of www.veluweplus.nl


Pagina 3

1. De school 1.1 De Triangel De Triangel is een gereformeerde basisschool. Bij de oprichting van de school in augustus 1988 is voor de naam ‘Triangel’ gekozen, omdat die de onderlinge relatie symboliseert tussen school, kerk en gezin. 'Het Triangellied', dat regelmatig op school gezongen wordt, verwoordt de relatie tussen school, kerk en gezin. 1.2 Visie We ontwikkelen kinderen tot zelfstandigheid en samenwerking, gemotiveerd en in relatie met God, onze Schepper. De Triangel is een gereformeerde basisschool. Onze school wordt bezocht door kinderen van ouders die lid zijn van een christelijke gemeente. Ouders en team weten zich aan elkaar verbonden omdat beiden de kinderen eerbied voor onze Schepper willen bijbrengen en respect voor wat Hij geschapen heeft. Of anders gezegd: ‘God liefhebben en je naaste als jezelf’. Die houding leven we als schoolteam, net als de ouders thuis, voor aan de kinderen. In ons pedagogische klimaat wordt zichtbaar dat God Zijn kinderen liefheeft en dat het daarom goed is om elkaar te laten merken dat we die liefde willen doorgeven. We laten zien wie God is en wat Zijn Zoon, Jezus Christus, voor ons gedaan heeft. Zo werken we aan een veilige en prettige werkomgeving. We vinden het belangrijk om de kinderen zo te onderwijzen en op te voeden dat ze graag willen lijken op het unieke beeld dat God al in hen legde. Belangrijke aspecten daarbij zijn: • Wij geloven dat elk kind uniek geschapen is en daar willen we rekening mee houden in ons onderwijsconcept. Naast het vaste programma is er op meerdere gebieden aandacht voor zorgverbreding. Het werken op school moet de kinderen voldoende uitdaging bieden, waardoor ze gemotiveerd zijn en blijven voor hun werk. • De school ontwikkelt zich in ´zelfstandig werken´, waarbij we de kinderen leren zelf verantwoordelijkheden te dragen, een juiste keuze te maken en de consequenties van eigen gedrag te zien. Het loopt als een rode draad door ons onderwijs. We staan voor de uitdaging om de lessen zo vorm te geven dat de kinderen zich gestimuleerd voelen tot een goede persoonlijke ontwikkeling. Natuurlijk leren we de kinderen ook samenwerken met anderen. • Er is aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Kinderen leren de emoties van zichzelf en de ander kennen en herkennen. Wanneer kinderen zich veilig voelen, kunnen ze tot goede prestaties komen. We staan voor een veilige school, waar elk kind zich gewaardeerd mag weten. Samen met ouders willen we hen helpen zich te ontwikkelen tot goede burgers. 1.3 Hoe geven we onze identiteit vorm? • We vertellen verhalen uit de Bijbel en de kerkgeschiedenis en we bidden met de kinderen; we leren de kinderen ook zelf of met elkaar te bidden. • We hebben iedere week een weekopening met de kinderen en zingen psalmen, gezangen en lofliederen. • We starten als team iedere week met een weekopening. We lezen uit de Bijbel, zingen en bidden tot God. • We vieren de christelijke feestdagen op school en/of in de kerk • Predikanten of andere mensen van verschillende kerken verzorgen soms een weekopening of helpen bij een project. • We praten met de kinderen over wat het betekent om een kind van God te zijn en hoe je met elkaar om wilt gaan. Het er voor elkaar zijn, dat kan door mee te doen aan een actie of iemand uit je klas te helpen. • Binnen het onderwijs halen we de natuurlijke momenten naar boven, om iets van Gods macht en liefde te kunnen laten zien in de verschillende vakken die gegeven worden. De visie van De Triangel mondt uit in onderstaande missie: “Uniek kind in Gods wereld” Bij deze missie zijn kinderen, ouders en team betrokken. Het is onze bedoeling dat die drie ‘partijen’ optimaal samenwerken met deze focus.


Pagina 4

1.4 Leerlingen Op de Triangel zitten kinderen met een verschillende kerkelijke achtergrond: gereformeerden, baptisten, evangelisch. Iedereen is welkom die de Bijbel erkent als het Woord van God en dat in zijn leven in praktijk wil brengen. De school heeft op dit moment ongeveer 190 leerlingen. De verwachting is dat dit aantal de komende jaren stabiel zal blijven. De leerlingen zijn verdeeld in zeven jaargroepen. Dertien leerkrachten verzorgen de dagelijkse lessen. Eén van hen vervult ook de uren voor remedial teaching aan de school. Verder zijn er onderwijsassistenten en een begeleiders voor kinderen met een rugzak op school werkzaam. Bij ziekte of verlof kan er een beroep gedaan worden op één van de invalkrachten. 1.5 Gebouw De Triangel staat in de Edese wijk Veldhuizen, maar trekt leerlingen uit heel Ede en een aantal omliggende plaatsen (Lunteren, Bennekom en Wageningen). De school is via de hoofdwegen in Ede goed bereikbaar. Het gebouw beschikt over voldoende ruimte. Er zijn 9 groepslokalen, een speellokaal voor kleuters, twee multifunctionele lokalen, een grote gemeenschappelijke ruimte, een kopieerhoek en drie afgescheiden hoeken waar de kinderen kunnen spelen. Er is een kamer voor Remedial Teaching, Interne Begeleiding en een directiekamer. Eén multifunctionele ruimte kan gebruikt worden voor een eventuele aanvangsgroep, gesprekken met ouders of onderwijs aan een groepje kinderen. Het team maakt gebruik van deze ruimte voor pauzes en vergaderingen. Door de school heen staan diverse computerbalies die op een netwerk zijn aangesloten. In alle lokalen hangen digitale schoolborden. Voor de bewegingslessen maakt de school gebruik van de gymzaal aan de Essenburg. Onze school wordt ook gebruikt als vergaderruimte door de IVN en op zondag komt een kerk samen in de hal van het gebouw.


Pagina 5

1.5 Het Triangellied We horen dikwijls spreken over Christus en Zijn werk, Op school, en bij ons thuis en dan natuurlijk in de kerk. Van God, hoe Hij een hele mooie aarde aan ons gaf. Van Adam en de slang, van onze zonde en de straf. En hoe God toen Zijn Zoon gaf om de straf voor ons te dragen, zodat wij in Zijn naam God om vergeving mogen vragen. Op school, of in de kerk, of bij ons thuis, het maakt niet uit; ’t is net als een triangel . . . alle kanten één geluid.

We leven op de aarde die de Heer geschapen heeft, Genieten van het leven zoals God dat aan ons geeft. We voetballen, we zwemmen, gaan naar gym of atletiek. We zitten ook op fluitles, maken met elkaar muziek We spelen in de buurt, daar is van alles te verzinnen. Wie blijft er met de deur op slot, z’n hele leven binnen? De school, de kerk en thuis, ze vormen geen gesloten kring: Ze zijn als de triangel . . . altijd met een opening

Zo gaat vanuit de school, vanuit de kerk en ons gezin De boodschap van Gods liefde met ons mee de wereld in. God neemt ons bij de hand, Hij leidt ons door het leven heen. En wat er ook gebeurt, Hij laat ons geen moment alleen. Hij wil ons in Zijn liefde en genade alles geven Om steeds als instrumenten in Zijn vaderhand te leven. De school, de kerk en thuis, éénzelfde klank, een hechte band. Wij worden als triangels . . . in Gods liefdevolle hand

(tekst en muziek: Irene Kooiman)


Pagina 6

2. Bestuur 2.1 Identiteit en richting De scholen van Veluwe Plus bieden bijbelgetrouw onderwijs. Dit betekent dat we de kinderen dicht bij God willen brengen en Zijn liefde door willen geven aan de mensen om ons heen. De dagopening staat in het teken van gebed en het lezen of vertellen uit de bijbel. Het verdere verloop van de dagen wordt ook bepaald door het christen-zijn. Statutair is vastgelegd dat alle medewerkers betrokken christenen moeten zijn. Het bestuur van Veluwe Plus vindt het belangrijk dat de basishouding van medewerkers bepaald wordt doordat ‘Christus in hen leeft’ (Gal. 2: 20). Onze schoolvereniging is ontstaan op initiatief van ouders uit de Gereformeerde kerken (vrijgemaakt) met als doel kinderen onderwijs te laten volgen dat als grondslag de Bijbel heeft. Door de jaren heen hebben we de scholen steeds verder opengesteld voor kinderen van ouders die bijbelgetrouw onderwijs willen voor hun kinderen. De scholen van Veluwe Plus staan niet op zichzelf, maar hebben duidelijke relaties met: • Het gezin. Er loopt een lijn van de opvoeding in het gezin naar de school. We proberen zo veel mogelijk bij elkaar aan te sluiten. Daarom zetten ouders en school zich in om de verwantschap in klimaat tussen gezin en school te realiseren en te garanderen. • De kerk/gemeente. De school heeft van huis uit een band met de kerken. De kerk/gemeente is een belangrijke voedingsbron voor het geloof en het leven daaruit. • De samenleving. De door de overheid gestelde eisen aan het onderwijs hebben tot doel dat leerlingen zodanig gevormd worden, dat zij een bijdrage kunnen en willen leveren aan de opbouw van de samenleving. Het pedagogische aspect daarvan zal op de scholen tot zijn recht moeten komen. Het bestuur hecht er grote waarde aan dat in het gesprek met nieuwe ouders en nieuwe medewerkers, het ‘leven in Christus’ een prominente plaats inneemt. 2.2 Bestuur en directie College van bestuur (CvB) De gereformeerde schoolvereniging Veluwe Plus te Barneveld is opgericht per 1 juli 1997. Het CvB van Veluwe Plus vormt het bevoegd gezag van de 10 gereformeerde basisscholen, respectievelijk in de burgerlijke gemeentes: Apeldoorn, Arnhem, Barneveld, Ede, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Veenendaal, Zeewolde, Zutphen. Het College van Bestuur van GS Veluwe Plus is ook CvB van de HAAL-scholen. Veluwe Plus en HAAL zijn middels een personele unie met elkaar verbonden. Het CvB bestaat uit twee personen: Arnoud Messelink en Marco van der Ploeg. Annet Wilts is bestuur secretaresse. Mailadres: [email protected]. Het bestuurskantoor is gevestigd aan de Burg. de Beaufortweg 16, 3833 AG Leusden. Telefoon: 033-4324258. 2.3 Raad van Toezicht (RvT) De RvT houdt toezicht op het werk van het College van Bestuur. De RvT-leden worden verkozen door de ledenvergadering van GS Veluwe Plus. De RvT-leden zijn: Bert Schippers, voorzitter Christine Marck, lid Jaap Jan Daverschot, lid Eric van der Graaf, lid Bart Slikkerveer, lid 2.4 Identiteitscommissie Per school is een identiteitscommissie gevormd. De identiteitscommissie nodigt minimaal twee maal per jaar de ouders uit voor een plaatselijke ledenvergadering waarin het bestuursbeleid aan de orde komt. Een afgevaardigde van de identiteitscommissie is stemgerechtigd lid van de algemene ledenvergadering van


Pagina 7

Veluwe Plus. Deze vergadering wordt twee maal per jaar gehouden. De locatiedirecteur woont als adviseur de vergadering van de identiteitscommissie bij. 2.5 Directiestructuur Een locatiedirecteur (LD) heeft een lokale en een boven schoolse taak. Wat betreft de lokale taak is de locatiedirecteur het aanspreekpunt en de onderwijskundig leider van de school. Hij/zij is budgetbeheerder van een aantal lokale budgetten en uitvoerder van het lokale personeelsbeleid. Hij/zij is tevens verantwoordelijk voor de uitvoering van de administratieve taken in de school. Samen met de identiteitscommissie draagt hij zorg voor de uitvoering van het lokale toelatingsbeleid van leerlingen. Wat betreft de boven schoolse taken: boven schools hebben de directeuren zitting in een directieteam. Dit team staat onder leiding van het College van Bestuur. De lokale directie De locatiedirecteur is Hester Blok, zij is direct verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op heel het onderwijsgebeuren op de school. 2.6 Lidmaatschap Veluwe Plus Leden van de Christelijke Gereformeerde kerk, Gereformeerde kerk (vrijgemaakt) en de Nederlands Gereformeerde kerk kunnen lid worden van de schoolvereniging Veluwe Plus. Via de plaatselijke ledenvergadering hebben zij inspraak in het beleid van Veluwe Plus. De algemene ledenvergadering, die bestaat uit afgevaardigden van de lokale schoolcommissies, bepaalt het beleid van de vereniging. De contributie voor 2015 is door de ledenvergadering vastgesteld op € 35,-. 2.7 MR en GMR Lokaal functioneert een medezeggenschapsraad (MR) bestaande uit een oudergeleding en een personeelsgeleding (minimaal 2 leden van elke geleding). Medezeggenschap volgt zeggenschap. De MR overlegt met de LD en/of de schoolcommissie over zaken waar zij medezeggenschap over heeft. Regionaal functioneert een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Voor de GMR is het CvB de gesprekspartner. Het e-mailadres van de GMR is: [email protected] Zowel de MR als de GMR hebben het recht op initiatief, het recht op instemming en het recht op advies. Inde bijbehorende reglementen is vastgelegd op welke terreinen de genoemde rechten gelden. 2.8 Kompas Het bestuur van Veluwe Plus werkt samen met de besturen van de basisscholen van HAAL, Bunschoten/Spakenburg en de gereformeerde SBO-school “De Werf” in Amersfoort in Stichting Kompas. Het doel van dit samenwerkingsverband is het ondersteunen van de basisscholen bij de zorg voor de leerling. Het SBO de Werf in Amersfoort staat rechtstreeks onder het bestuur van Kompas. Kompas levert hiervoor diensten aan de scholen, bijvoorbeeld expertise in de vorm van orthopedagogen en ambulant begeleiders. Het SBO de Werf in Amersfoort staat ook rechtstreeks onder het bestuur van Kompas. Samen streven we naar goed en passend onderwijs open door de school zelf, zodat het aantal verwijzingen naar speciaal (basis)onderwijs wordt beperkt en kinderen in hun eigen omgeving thuisnabij onderwijs kunnen volgen. De scholen ontvangen van dit samenwerkingsverband een financiële ondersteuning ten behoeve van de Intern begeleiders voor het werken aan en met afstemmingsplannen. Kompas kan trajectbegeleiding inzetten om leerkrachten te ondersteunen bij hun werk met zorgleerlingen. Het bestuur van Kompas bestaat uit Piet Immerzeel, Arnoud Messelink en Gerrit Jan Zomer. 2.9 Klachtenregeling Als school vinden we het belangrijk dat u uw opmerkingen klachten ergens kwijt kunt. Als u ergens niet tevreden over bent, gaat u in de eerste plaats naar de persoon die daar direct bij betrokken is. Als het probleem niet is opgelost, kan de opmerking of klacht worden voorgelegd aan:


Pagina 8

· IB-er (alleen leerling-zaken) · Directie · College van bestuur Het bestuur is aangesloten bij de landelijke Klachtencommissie voor het gereformeerd onderwijs. Mocht de interne procedure (tot een oplossing komen binnen school) geen resultaat opleveren, dan kunt u zich wenden tot de externe vertrouwenspersoon (VP) die speciaal voor school is aangesteld. Soms is het lastig om te zien welke weg bij een klacht of opmerking het beste bewandeld kan worden. Daarom hebben we in school een contactpersoon aangesteld die u daarbij wil helpen. De contactpersoon (CP) luistert naar u en gaat met u na wat u in uw geval het beste kunt doen. Als het nodig is, brengt de contactpersoon u in contact met de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is een onafhankelijke partij die zo nodig kan helpen bij het formuleren van een klacht. De klacht moet worden ingediend bij het Algemeen Bestuur of rechtstreeks bij de Klachtencommissie. Wanneer de klacht om mogelijk strafbare feiten gaat, kan de vertrouwenspersoon u steunen bij het doen van aangifte bij politie en justitie. Overigens hebben personeelsleden van school (en ook de contactpersoon) meldplicht en heeft het bevoegd gezag (Algemeen bestuur) aangifteplicht wanneer er vermoeden is van een seksueel misdrijf. De volledige klachtenregeling (met een toelichting erbij) is op school in te zien. De regeling staat ook op de website van Veluwe Plus(www.veluweplus.nl). Daarnaast is er in verband met de kwetsbaarheid van sommige zaken, de mogelijkheid om bij de contactpersoon of bij de vertrouwenspersoon een exemplaar van de klachtenregeling aan te vragen. De adresgegevens van de contactpersoon en van de vertrouwenspersoon staan vermeld in de bijlage van de schoolgids. Elke jaar krijgen de kinderen een folder, waarin het werk van de contactpersoon wordt uitgelegd 2.10 Verzekering Via besturenorganisatie Verus heeft het bestuur voor de school een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Deze verzekering dekt de aansprakelijkheid van schoolbestuurders, personeelsleden en ouderparticipanten voor zover zij handelen als bestuurder, personeelslid of ouder (bijv. als overblijfmoeder, leesmoeder, begeleider tijdens een schoolreisje enz.). De kinderen zijn niet verzekerd. Wanneer een leerling schade veroorzaakt en daarvoor aansprakelijk is, valt dit niet onder de aansprakelijkheid verzekering van de school. De schade kan worden verhaald op de ouder(s) van het schadeveroorzakende kind. De meeste ouders hebben hiervoor een gezinsWA- verzekering afgesloten. De schade wordt wel door de school aansprakelijkheid verzekering gedekt, wanneer schade (mede) te wijten is aan nalatigheid van bijvoorbeeld een pleinwacht. Ook is niet verzekerd de schade, die ontstaat na een ongeval. 2.11 Sponsoring Om aan extra middelen te komen kan de school aan sponsoring doen. Twee duidelijke regels zijn dat bij eventuele tegenprestatie door het bedrijf geen gebruik gemaakt wordt van het inschakelen van kinderen en dat de MR gekend moet worden in de besluitvorming. Niet elk bedrijf komt in aanmerking voor sponsoring. Er zal daarbij duidelijk rekening gehouden worden met het eigen karakter van de school 2.12 Burgerschapsvorming Onze school heeft er voor gekozen om de kinderen te onderwijzen binnen een eigen ‘veilige’ setting vanuit de visie dat de opvoeding thuis ondersteund wordt door het onderwijs op school en in de kerkelijke gemeenten. Deze setting brengt met zich mee dat de kinderen op onze school nauwelijks natuurlijke ontmoetingen hebben met kinderen die een andere levensbeschouwing hebben. Daarom doen we aan burgerschapsvorming met bijzondere aandacht voor de relatie tussen eigenheid van onderwijs op basis van christelijke levensbeschouwing en als voorbereiding op het participeren in een plurale, multiculturele en multireligieuze samenleving. Juist omdat onze kinderen de waarde leren van het christelijke geloof, kunnen ze ook beseffen dat andere geloofsovertuigingen voor anderen evenzeer van waarde zijn. In potentie creëert dit meer begrip voor andere religies dan wanneer je de waarde van religie niet persoonlijk hebt leren kennen. Vanuit dit uitgangspunt gaan we met name in de bovenbouw op zoek naar ontmoetingen binnen de samenleving om op die manier de kinderen te leren hoe ze binnen de maatschappij hun eigen plek kunnen


Pagina 9

krijgen. We zoeken naar evenwichtige verhouding tussen aanpassingsgerichtheid (zich voegen naar het algemeen belang, de geldende regels, de gemeenschap) en het leren kritisch en zelfstandig na te denken over de eigen gemeenschap(pen), de samenleving en de eigen rol daarin. Op onze school leren we de kinderen om navolgers te worden van Jezus. Jezus had ook oog voor de mensen in moeilijke omstandigheden. Als we dit vertalen naar onze tijd, dan zou dat bijzondere aandacht betekenen voor zwervers, daklozen, verslaafden en fraudeurs. Binnen onze visie op burgerschap willen werken aan de attitude om Jezus na te volgen. Binnen onze school betrekken we kinderen actief bij de samenleving waar ze deel vanuit maken, zodat ze zich verantwoordelijk gaan voelen voor de wereld om hen heen. Dit begint al in hun eigen groep en wordt verder doorontwikkeld richting school en samenleving. Burgerschapskunde brengt onze jonge burgers basiskennis, vaardigheden en attitude bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Het gaat er dus om dat leerlingen niet alleen verantwoordelijk zijn voor zichzelf maar ook voor hun omgeving en het algemeen belang. Democratie heeft een eigen blik in het politieke stelsel; het maakt mogelijk dat iedere burger een bijdrage kan leveren aan bestuur van de samenleving. Binnen dit kader vinden we het belangrijk dat kinderen kennis krijgen van begrippen als: gelijkheidsbeginsel, vrijheidsbeginsel, mensenrechten en rechtssysteem. Daarnaast is het belangrijk voor de jonge burgers om democratische procedures (meerderheid, minderheid, parlementaire democratie) te leren kennen. Kinderen oefenen bij ons op school vaardigheden als informatie verwerken, de dialoog zoeken, debatteren en presenteren in een soort minidemocratie. Op deze manier wordt een attitude gevormd waar bij de begrippen: respect, vertrouwen, solidariteit en verantwoordelijkheid een plek krijgen. De jonge burger leert op school om z’n eigen plek te verwerven en behouden binnen de samenleving waar hij/zij deelgenoot van is. Wij leren de kinderen hoe ze op een goede manier met elkaar en de omgeving om kunnen gaan. We maken dat praktisch door het werken met de methoden Levend Water waarin bijbelverhalen een praktische toepassing voor het leven nu krijgen. We leren kinderen hun eigen en de gevoelens van een ander te herkennen en te respecteren door de Kanjertraining. Door een samenwerking met Stichting Present , de wijk Veldhuizen en Dien je stad maken we kinderen bewust dat ze ook iets voor een ander kunnen betekenen. Zo hebben we bijvoorbeeld pannenkoeken gebakken in een bejaardenhuis en maken we regelmatig de schoolomgeving vrij van zwerfafval.

3. Waar staat de school voor? 3.1 Grondslag Onze school is van de ouders. Zij zien graag dat er een eenheid is tussen de geloofsopvoeding thuis en op school. Bij de doop van hun kind in de kerken hebben de ouders beloofd deze eenheid te bewaren. Zo zijn kerk, school en gezin met elkaar verbonden. Wat we in de kerk samen belijden, proberen we ook op school vorm te geven in de omgang met elkaar, in bijbelvertellingen, onze gebeden en in heel ons onderwijs. Binnen de school betekent dit dat de grondslag, de Bijbel en de gereformeerde belijdenis, onder


Pagina 10

meer bepalend is voor: - de inhoud van het onderwijs; - de vorm en de stijl van het onderwijs; - de kijk op de leerling; - de houding van de leerkracht; - de betrokkenheid van ouders. 3.2 Relaties De school staat niet op zichzelf, maar heeft duidelijke relaties met: -Het gezin. Er loopt een lijn van de opvoeding in het gezin naar de school. We proberen zo veel mogelijk bij elkaar aan te sluiten. Daarom zetten ouders en school zich in om de verwantschap in klimaat tussen gezin en school te realiseren en te garanderen. -De kerk. De school heeft van oudsher een sterke band met de gereformeerde kerk vrijgemaakt. Ouders die lid zijn van die kerk hebben in het verleden de school opgericht om het onderwijs in de school te laten aansluiten bij hun overtuiging. De kerk is een belangrijke voedingsbron voor het geloof en het leven daaruit. De kerk onderwijst de ouders daarin. Tegenwoordig zijn er ouders van verschillende christelijke groeperingen die zich thuis voelen op onze school en zoeken we samen naar de overeenkomsten. Dat onderwijs vraagt om concretisering in het dagelijkse leven. Ouders hebben daarbij een bijzondere verantwoordelijkheid voor hun kinderen om hen daarbij te helpen. Het ideale resultaat van de prediking zou moeten zijn dat het zichtbaar wordt in het gezinsleven en in het verlengde daarvan ook op school. - De samenleving. De door de overheid gestelde eisen aan het onderwijs hebben tot doel dat leerlingen zodanig gevormd worden, dat zij een bijdrage kunnen en willen leveren aan de opbouw van de samenleving. Het pedagogische aspect daarvan zal op school tot zijn recht moeten komen. 3.3 Investeren Via de relatie tussen gezin–school-kerk (triangel) streven we naar de verankering van de gereformeerde identiteit in onze school. Die relatie staat in deze tijd onder druk. Het is in een aantal situaties niet meer vanzelfsprekend dat gereformeerde ouders hun kinderen naar de gereformeerde school sturen. Ook de opvattingen van gereformeerde ouders zijn pluriformer geworden. Dat vraagt van scholen extra inspanning hun identiteit in de praktijk duidelijk te maken. Wat maakt onze school tot gereformeerde school? De scholen van Veluwe Plus willen daarbij nog steeds bewust investeren in de relatie met ouders en kerk of gemeente. Het bestuur hecht er belang aan dat in het gesprek met nieuwe ouders en nieuwe medewerkers, het leven in Christus een prominente plaats heeft. Voor meer informatie inzake de identiteit zie: www.veluweplus.nl. Als u daar doorklikt op ‘vereniging’ en dan ‘visie’ vindt u daar het basisdocument en de ouder- en personeels verklaring over dit onderwerp. 3.4 Gereformeerde grondslag Onderwijs op gereformeerde grondslag wordt gegeven vanuit de visie dat: -de kinderen verbondskinderen zijn van de Here God (verbond); -Christus ook hun Verlosser is (christocentrisch); -God iedereen gaven geeft die ontwikkeld mogen worden (cultuuropdracht); -de Bijbel het Woord van God is (gereformeerd); -er een band is tussen school en kerk en ouders (triangelgedachte). We houden ons aan de wettelijke kaders die de overheid aan scholen stelt voor het onderwijs. 3.5 Prioriteiten 3.5a Inleiding In het schoolbeleidsplan 2015-2019 beschrijven we vier hoofdzaken waar we de komende jaren extra aandacht aan willen geven: a. Het vormgeven van onze identiteit


Pagina 11

b. Talentgericht onderwijs invoeren. c. Werken en leren in een professionele organisatie. d. Opbrengst gericht werken. 3.5a De vormgeving van onze identiteit. In ons onderwijs benaderen we een kind als een gelovig en gedoopt kind van God. We nemen de beloften van de Heer, onze God, voor waar aan zoals we in de Bijbel kunnen lezen. Zijn Woord, het levende Woord in Jezus Christus, staat daarbij voor ons centraal. Leerkrachten willen zich laten inspireren door de Heilige Geest. De christelijke levenshouding is een basishouding voor elke leerkracht. Zij/hij is de identiteitsdrager van de school. De leerkrachten dragen bij aan de christelijke vorming en opvoeding van de kinderen. Met als doel dat zij leren op een christelijke wijze tegen dingen aan te kijken en ermee om te gaan. Ook willen we de kinderen toerusten voor hun levenstaken in deze wereld. Kortom: in onze school willen we aandacht voor het individuele kind in al zijn verscheidenheid, maar allemaal verbonden in onze Heer. Hiervoor hebben we de volgende missie geformuleerd: Uniek kind in Gods wereld. De komende jaren zullen we in deze sfeer met de kinderen werken. Ieder kind leert op zijn eigen wijze en heeft verschillende interesses. We willen daaraan tegemoet komen door ons onderwijs zo divers mogelijk in te richten. Ook de kinderen die extra zorg nodig hebben zijn belangrijk voor ons. We willen ze graag zo goed mogelijk begeleiden. En we leven allemaal samen. In de klas, op school, in de buurt, in ons land en allemaal op de aarde die door God geschapen is. We vinden het belangrijk dat ons christen zijn blijkt uit de houding die we hebben tegenover onze medemens en de aarde waarop we wonen. De kinderen leren dit door kennis van de Bijbel en door de voorbeelden die ze zien van de mensen om hen heen. 3.5b Talentgericht onderwijs invoeren. Ieder kind is uniek en heeft zijn/haar eigen gaven en talenten gekregen. Wij gaan werken aan talentontwikkeling. Dat geldt voor de talenten van kinderen maar ook voor die van het team en ouders. In onze onderwijsontwikkeling van de komende jaren is het werken met De Talentenarchipel een hoofdpunt. Kinderen maken kennis met alle talentgebieden en ontdekken op welke eilanden ze graag komen. Uiteindelijk gaat het ons om de brede ontwikkeling van kinderen. 3.5c Werken en leren in een professionele organisatie Als team willen wij werken als een professionele leergemeenschap. We leren met en van elkaar. We doen dit door studiedagen en gaan ons verder bekwamen in collegiale consultatie en het werken in ontwikkelteams. We reflecteren op ons handelen en spreken elkaar op een opbouwende manier aan. 3.5d Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken wil zeggen dat we steeds het onderwijs verbeteren. Het is bewust en cyclisch werken met de meetbare resultaten die we hebben. Meer informatie en concrete plannen vindt u in het jaarplan op onze website. 4. Nieuwe leerlingen 4.1 Aanmelding en zorgplicht Nieuwe leerlingen dienen aangemeld te worden bij de locatiedirecteur. Onze school kent geen wachtlijst. We zijn een school met een duidelijke identiteit. Ouders die daarvoor kiezen zijn welkom. De procedure is als volgt: Vanaf het moment dat een basisschool de schriftelijke aanmelding van een kind heeft ontvangen, heeft de school zorgplicht. De school heeft na aanmelding zes kalenderweken om een passend


Pagina 12

onderwijsaanbod/plek te realiseren. Deze termijn kan eventueel met vier weken worden verlengd. Ouders ontvangen een ontvangstbevestiging van de aanmelding. Gaat het om een driejarige, dan ontvangen zij een intakeformulier. Voor aanmelding gelden de volgende voorwaarden: • er is plaatsruimte op de school van aanmelding (de school is niet vol) • ouders respecteren de grondslag van de school • aanmelden voor de basisschool kan vanaf de leeftijd van 3 jaar. Kinderen die jonger zijn, kunnen op een wachtlijst (lijst van vooraanmeldingen) worden geplaatst • de ouders geven op het aanmeldingsformulier aan welke school hun voorkeur heeft: deze voorkeurschool krijgt zorgplicht (de directeur van deze school communiceert dit met andere directeuren) • ouders vullen bij de voorkeurschool een intakevragenlijst in en hebben een gesprek met de school (meer informatie staat op onze website onder download “Bijlagebundel Ondersteuningsplan”) De ouders krijgen ook een formulier waarop belangrijke gegevens over de ontwikkeling van het kind kunnen worden vermeld. Leerlingen die van een andere school komen, plaatsen we na kennis genomen te hebben van de onderwijskundige overdracht, in een jaargroep. 4.2a Schoolkeuze Als uw kind 2 of 3 jaar is, komt het moment om over de schoolkeuze na te denken. Kleuters die 4 jaar worden, mogen wettelijk op de eerste dag van de nieuwe maand die volgt op hun verjaardag op school komen. Wij laten de nieuwe kinderen groepsgewijs instromen. We doen dit omdat het rustiger is voor de groep waar ze in komen. Het kan zijn dat uw kind daardoor iets voor de vierde verjaardag of net iets erna naar school mag. Om te wennen, mag uw kind twee keer een ochtend in de groep komen kijken. De eerste keer mag een van de ouders mee, de tweede keer komt het kind alleen. U ontvangt daar een rooster voor en als het bijna zover is krijgt uw kind een uitnodiging. De kinderen die vanaf januari 2015 4 jaar worden, gaan op maandag, dinsdag en donderdag naar school. De kinderen die in de zomervakantie en daarna tot 1 oktober jarig zijn, mogen in elk geval een morgen wennen voor de zomervakantie. 4.2b Procedure a. De school stuurt aan de ouders van wie de adressen bekend zijn en het oudste kind 2,5 jaar wordt een informatiepakket. b. Aanstaande ouders kunnen een bezoek aan school brengen voor ze een schoolkeuze maken. Ook zijn zij welkom op de informatieavonden die we 2 keer per jaar organiseren. c. De ouders melden hun kind aan. Dat kan vanaf het moment dat het kind 3 jaar is. d. In de maand voordat het kind 4 jaar wordt, vindt een kennismaking plaats. Daarvoor neemt de kleuterjuf contact met de ouders op. Als het eerste kind uit een nieuw gezin komt, neemt ook de locatiedirecteur contact op om indien wenselijk een huisbezoek te brengen. e. De directeur houdt een toelatingsgesprek met alle ouders die belangstelling hebben voor de school. 4.3a Aanmelden van kinderen met een speciale onderwijsbehoefte Zie paragraaf 7.9 Passend Onderwijs 5. Organisatie van het onderwijs 5.1 Open school We streven naar een open school: open naar kinderen, open naar


Pagina 13

ouders. Iedereen moet zich thuis kunnen voelen in de school. Daarom vinden we openheid in het team, tussen team en ouders en tussen het team en de schoolcommissie ook belangrijk. We willen de opvoeding van uw kinderen samen met u doen. Door de kennis van thuis en school samen te voegen krijgen we een compleet beeld van de leerling. De medezeggenschapsraad wordt in een zo vroeg mogelijk stadium bij ontwikkeling van beleid betrokken. 5.2 Schoolorganisatie Op basis van het totaal aantal leerlingen krijgt onze school een formatiebudget toegewezen. Voor het schooljaar 2015-2016 hebben we budget voor 7 basisgroepen. Daarnaast zijn een aantal uren beschikbaar om in te zetten waar dat nodig is op basis van de zorgbehoefte van de leerlingen. Elk jaar kijken we, aan de hand van het formatiebudget en de instroom voor de groepen 1 en 2, wat de beste groepsverdeling is. Op vrijdag(morgen) hebben de kinderen van jaargroep 1 vrij. Groep 2 heeft vrijdag om de week les van Margriet Bax. De formatie voor 2015-2016 geeft de mogelijkheid om in de onderbouw met twee kleutergroepen, de Elmer- en de Kikkergroep, te werken en groep 3. Groep 4 vormt een combinatie met een deel van groep 5. De kinderen van groep 1 en 2 combineren we bewust. Enerzijds vinden we de onderlinge beïnvloeding van jongere en oudere kleuters belangrijk. Ze leren van elkaar. Onderwijskundig is dit een sterk punt. Anderzijds doen we het om de instroom in alle kleutergroepen te kunnen opvangen. Zo ontstaat er meer rust in de groepen. Groep 3 houden we apart. Zo kan er veel aandacht zijn voor kinderen wanneer het technisch lezen en rekenonderwijs wordt aangeboden. Tegelijkertijd is er ruim de mogelijkheid om ontwikkelingsgericht te werken met deze groepen. In de bovenbouw worden er 3 groepen geformeerd. Groep 4/5, 6/7 en 8. 5.3 Formatie 2015-2016 De verdeling van de groepen ziet er het komende jaar als volgt uit:

Groep/functie: Elmergoep 1/2 Kikkergroep 1/2 Om de week groep 2 en RT Groep 3 Groep 4/5a Groep 5b/6b Groep 6a/7 Groep 8 IB en ICT RT en groepsondersteuning BB Plusklas LD Rugzakbegeleiding Rugzakbegeleiding en Onderwijsassistentie BB Onderwijsassistentie OB Adminstratie Algemene vrijwillige ondersteuning

Wie welke dag: ma/di Corine Pouwels wo/do Margriet Bax ma/di Nicolet van Eerde wo/do Gea Gelderman Vrijdagochtend Margriet Bax ma/di Lisette Fennema/ wo-vr Jacolien Stam ma/wo/do/vr Peter Fidom di Sjoeranda Boersma ma-wo Elta Dorland do/vr Jojanneke van der Boom Herman Bruinenberg ma/di Joke Haitsma wo/vr Theo Kranenborg ma/di Theo Kranenborg ma/di/do Ida Buitenhuis di ochtend Jojanneke van der Boom ma/di/do Hester Blok Erna van Holland Sjoeranda Boersma Erna van Holland Nelleke Prins Wim Booij


Pagina 14

5.4 Stagiaires Van de Gereformeerde PABO te Zwolle en van de Christelijke Hogeschool Ede zijn er regelmatig stagiaires op school. Zij geven oefenlessen in de klassen. De leerkrachten treden op als mentoren. Ook kan het gebeuren dat zij in opdracht van de opleiding testen of onderzoeken moeten doen bij een of meer leerlingen. Dit gebeurt alleen met toestemming en onder begeleiding van de groepsleerkracht. Daarnaast zijn er stagiaires van diverse opleidingen voor Onderwijs Assistent werkzaam op school. En werken we samen met het netwerk Dien je stad van waaruit we stagiaires van sociale studies een stageplaats geven. 6. Inhoud van het onderwijs In dit hoofdstuk geven we een beknopt overzicht van de inhoud van het onderwijs en een aantal lesmethodes. 6.1 Bijbelonderwijs Centraal in onze lessen bijbelonderwijs staan de verhalen uit de Bijbel, die we de kinderen vertellen. We vinden het niet alleen belangrijk dat de kinderen deze verhalen onthouden, maar meer nog dat ze op de God van de Bijbel gaan vertrouwen en zijn zoon Jezus Christus willen gaan navolgen. Tegelijk leren kinderen en groepsleerkrachten uit de Bijbel hoe ze met elkaar en anderen behoren om te gaan. In alle groepen werken we met de bijbelmethode Levend Water. Eenmaal per jaar staan we als school een week lang stil bij een specifiek christelijk thema, zoals het gebed, naastenliefde e.d. We willen dat in samenwerking doen met predikanten uit Ede. Met vieringen willen we onze Here God loven en danken. Aan het begin van een nieuw schooljaar plannen we deze vieringen in overleg met de Triangel Activiteiten Commissie en de kinderwerkgroepen van de kerken. In de hoogste groepen vertellen we ook over de geschiedenis van de kerk. 6.2 Ontwikkelingsgericht onderwijs In ontwikkelingsgericht werken staat de brede persoonsontwikkeling centraal, Het begrip “zone van de naaste ontwikkeling” (het verschil tussen wat de leerling zelfstandig kan en waar het nog hulp nodig heeft van een volwassene) speelt een belangrijke rol. Om deze ontwikkeling te bevorderen zijn echte, betekenisvolle activiteiten nodig. We doen dat door: • Werken met thema’s , in 6 a 7 weken staat 1 thema centraal. • Werken met echte materialen in huis- en themahoek. • Elk thema kent 3 fasen: 1. Een thema start op met het naar boven halen van bestaande kennis en het bevorderen van de betrokkenheid bij het thema , dit zijn de startactiviteiten. 2. In de volgende fase krijgt het thema inhoud, door bijv. het inrichten van een themahoek. 3. In de laatste fase krijgt het thema verdieping en/of verbreding. • Het thema, en daarin m.n. het spel, is de leidraad voor de activiteiten die we in de klas doen. • Voor het uitwerken van het thema en het volgen van de kinderen gebruiken we HOREB, het digitale observatiesysteem van Basisontwikkeling. In de kleutergroepen bepalen dus veelal de thema-inhouden het onderwijs in die groepen, in groep 3 en 4 wordt daarnaast ook methodisch gewerkt, op taal/lezen, spelling en rekengebied. 6.3 Nederlandse taal In de groepen 1 en 2 maken de kleuters kennis met boeken, letters, lettervormen, enz. Door het voorlezen, het bekijken van boeken, het stempelen van letters, het naspelen van een verhaal, zijn ze bezig met taal. Sommige kinderen, die werkelijk aan lezen toe zijn, zullen daar vaak voor kiezen. Sommige kinderen leren zichzelf of elkaar al wat lezen, anderen konden het al en ontwikkelen zich hierin verder. Veel kinderen zullen pas in groep 3 leren lezen. Het lezen wordt vanaf dat moment op een systematische manier aan elk kind


Pagina 15

aangeboden, zo nodig al direct op verschillende niveaus. We gebruiken daarbij de leesmethode Veilig Leren Lezen. Ook bij het werken rondom de thema’s heeft het lezen en schrijven een belangrijke rol. Zo worden er bijvoorbeeld teksten gemaakt bij foto’s of verhaaltjes geschreven. Naast aandacht voor schriftelijke taal- en leesontwikkeling besteden we ook veel aandacht aan de mondelinge taalontwikkeling. Na het aanvankelijke leesproces wordt het technische lezen ook geoefend in niveauleesgroepen. Daarna wordt overgestapt op vormen van begrijpend lezen. Als kinderen kunnen lezen en schrijven, gaat er een nieuwe wereld voor hen open. Door middel van oefeningen, spelletjes, verhalen schrijven, werkstukken maken, creatief taalgebruik waaronder drama, en nog veel meer, worden ze gestimuleerd om de mogelijkheden van de Nederlandse taal te ontwikkelen. In groep 4 maken we de overstap van taal in thema’s naar het werken met de nieuwe methodes Taal in beeld en Spelling in beeld. 6.4 Engelse taal De kinderen komen op vele manieren in aanraking met de Engelse taal. In groep 7 en 8 wordt op eenvoudige manier de luisteren spreekvaardigheid vergroot. We gebruiken daarvoor de methode Team in action die vooral de communicatie stimuleert. 6.5 Rekenen/wiskunde In de groepen 1 en 2 beginnen we spelenderwijs met tellen en oriëntatie in de ruimte (voor, achter, naast, meer en minder). Daar komen rekenkundige begrippen en ook cijfersymbolen bij. Rekenen is een praktisch vak, gericht op het dagelijks leven. Logisch denken, inzicht in bijvoorbeeld de basisprincipes van de wiskunde, vragen om training vanaf de kinderjaren. Inzicht in bewerkingen en het getallensysteem is daarom erg belangrijk We werken met de rekenmethode, “De wereld in getallen”. Een moderne, realistische rekenmethode die veel mogelijkheden tot differentiatie geeft. En die de kinderen door middel van een weektaak eigen verantwoordelijkheid geeft voor hun rekenwerk. Naast deze methode zetten we vanaf de kleutergroepen de methode “Met sprongen vooruit” in . Dit is een aanvullende methode die de leerlingen door hele praktische en speelse oefeningen allerlei rekenvoorwaarden en bewerkingen laat ervaren. Een aantal leerkrachten heeft voor het werken met deze methode een cursus gevolgd. 6.6 Oriëntatie op mens en wereld Hoewel vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs en verkeer gescheiden worden gegeven, bestaan er steeds vele dwarsverbanden. We vinden het belangrijk dat de kinderen ontdekken in welke omgeving ze opgroeien. Maar ook hoe de rest van de wereld er uit ziet. Tegelijk willen we graag dat kinderen beseffen in wat voor tijd ze leven en ook een idee krijgen hoe het vroeger was. Het is belangrijk dat kinderen zich thuis voelen in hun omgeving, zich daarin goed kunnen bewegen, zich daarvoor verantwoordelijk voelen en ervan kunnen genieten. 6.6b Natuuronderwijs Bij natuuronderwijs gebruiken we de methode Leefwereld. Deze methode is erg praktisch en sluit goed aan bij ontwikkelingsgericht onderwijs. Daarnaast maken we gebruik van materiaal van Het Milieu Educatiecentrum en van de Onderwijstelevisie. Ook worden er excursies gehouden o.a. onder leiding van de IVN. 6.6c Aardrijkskunde Voor aardrijkskunde werken we met de methode van Geobas, een


Pagina 16

methode met veel ruimte voor zelfstandig werken. Er is structurele aandacht voor topografie. Globaal is de verdeling zo dat er in groep 5 een algemene voorbereiding is op dit vakgebied. In de volgende groepen komen de natuurkundige en staatkundige aspecten van Nederland (groep 6), Europa (groep 7) en de rest van de wereld (groep 8) aan de orde. 6.6d Geschiedenis We volgen de geschiedenis zoveel mogelijk chronologisch. De methode Bij de Tijd ondersteunt daarbij. Het onderwijs start met een algemene inleiding en verkenning in groep 5 en 6. In groep 7 wordt de meeste aandacht besteed aan de periode tot aan De Franse Tijd (1800). In groep 8 wordt teruggegrepen op het voorgaande, maar ligt het zwaartepunt op de periode 1800-2000; de Nieuwe Tijd. 6.6e Verkeersonderwijs We gebruiken de verkeerskranten van Veilig Verkeer Nederland. De nadruk ligt op de regels voor voetgangers en fietsers, verkeersborden en voorrangsregels en veiligheid. De leerlingen van groep 7 doen in het voorjaar mee met de landelijke theoretische verkeersproef, daarnaast wordt het praktijkexamen verkeer afgenomen. 6.7 Kunstzinnige oriëntatie De jonge kinderen worden door de leerkracht in hun ontwikkeling begeleid om te tekenen, te knutselen, te zingen, te spelen en goed te leren spreken. We maken regelmatig gebruik van het aanbod van kunstenaars uit Ede en omgeving. De lessen muziek, drama, tekenen en handvaardigheid worden aangeboden vanuit de praktische methode Moet je doen. Kinderen willen graag creatief bezig zijn. Als school stimuleren we hen om deze gaven te ontplooien en ervan te genieten. 6.8 Sociale vaardigheden We vinden het van groot belang dat kinderen leren op de juiste manier met zichzelf en met anderen om te gaan. We leren hen met waardering over een ander te denken en te spreken. Elk mens is uniek en vraagt om een respectvolle benadering. In alle groepen wordt de kanjertraining gegeven. De meeste collega’s hebben daarvoor een cursus gevolgd. In het lesrooster is plaats ingeruimd voor activiteiten met de kinderen op dit terrein. Denk hierbij aan: omgaan met interesses van de ander, met gevoelens en verwachtingen van een ander, omgaan met kritiek. Ook besteden we aandacht aan pestgedrag en het gevaar daarvan. 6.9 Wetenschap en techniek en talenten Wetenschap, Techniek en talenten heeft een plaats gekregen in ons les aanbod. Iedere 6 weken wordt er in de groepen 5 t/m 8 een techniek middag gehouden. Het onderwerp sluit aan bij het thema waar de onderbouw over werkt. Op die manier werken we aan een doorgaande lijn. We werken planmatig volgens een 4 jarenplan. We nemen deel aan netwerkbijeenkomsten waar we kennis opdoen over de mogelijkheden van Wetenschap en Techniekonderwijs. Joke Haitsma en Herman Bruinenberg zijn Techniekcoördinator. 6.9a Talentgerichtonderwijs We willen tegemoet komen aan de verschillende talenten die de kinderen in zich hebben. We oriënteren ons daarom op talentgericht onderwijs door middel van onder andere de Talentenarchipel. In het schooljaar 20142015 hebben we als team studiedagen gevolgd en met het concept uitgeprobeerd. In het schooljaar 2015-2016 gaan we de Talentenarchipel gestructureerd invoeren. 6.10 Bewegingsonderwijs We hebben een speellokaal waar kleuters bewegingsonderwijs krijgen. Achter de speelse oefeningen zit niet alleen de gedachte dat kleuters de vaardigheid en het gebruik van hun lichaam moeten vergroten. Beweging is


Pagina 17

ook expressie en ontwikkelt de motoriek. Ook de bevordering van het luisteren en de concentratie is van belang. De kleuters zijn bijna elke dag in het speellokaal te vinden. De groepen 3 t/m 8 maken gebruik van het gymlokaal aan de Essenburg. Voor oudere kinderen is de lichamelijke oefening meer een doel op zich, al is ook het sociale opvoedingsaspect nadrukkelijk aanwezig. Iedere groep heeft 2 lesuren per week bewegingsonderwijs. De lessen worden per week gepland en door iedere groep op niveau uitgevoerd. We gebruiken daarvoor het werkboek voor bewegingsonderwijs in de basisschool. 6.10b Gymkleren De gymschoenen van de kinderen van groep 1 en 2 blijven op school. De gymkleren van groep 3 en 4 ook. Voor de vakantie gaan de gymkleren mee naar huis om gewassen te worden. In groep 5 tot en met 8 gaan ze elke keer mee naar huis. Als uw kind de gymkleren vergeet, kan het niet meedoen met de gymles. Voor de gymles zijn goede sportschoenen en een gymbroek/gymshirt of een gympakje verplicht. Voor de jongste kinderen raden wij schoenen met elastieksluiting aan. Dit voorkomt veel tijdverlies met het strikken van de veters. 6.10c Olympiade/voetbaltoernooi Elk jaar doet de bovenbouw mee met de schoolsportolympiade voor de basisscholen uit Ede. Groep 8 speelt daarnaast ook mee in verschillende voetbaltoernooien. 6.10d Gymtijden Dag: maandag dinsdag woensdag

donderdag

Tijd: 13.15-14.00 uur 14.00-14.45 uur 13.15-14.00 uur 14.00-14.45 uur 8.45- 9.30 uur 9.30-10.15 uur 10.45-11.30 uur 11.30-12.15 uur 8.45- 9.30 uur 9.30-10.15 uur

Groep: Groep 4/5 Groep 8 Groep 5/6 Groep 6/7 Groep 3 Groep 3 Groep 4/5 Groep 8 Groep 5/6 Groep 6/7

7. Schoolleven 7.1 Inleiding De school is de plaats waar kinderen dagelijks leven, spelen, leren en werken. We willen een schoolomgeving die veilig en plezierig is. De kinderen mogen zich er thuis voelen. Leerkrachten en leerlingen hebben respect en begrip voor elkaar. We hebben allemaal onze gaven van God gekregen en de school is er om die gaven te ontwikkelen om daarmee God te eren. Dat betekent dat wij samen zullen werken aan het ontdekken en ontplooien van die gaven en dat wij willen aansluiten bij ieders specifieke talenten. Als leerkrachten willen we de kinderen leren evenwichtig en in goede harmonie met elkaar om te gaan. Verantwoordelijkheid en respect in de onderlinge omgang zijn belangrijk. Tijdens de lessen leren we oog te hebben voor elkaar en om samen te werken. Toch kan dit regelmatig misgaan. De zonde is verweven met ons bestaan. In dagen weekopeningen is er meeleven met bijzondere gebeurtenissen van familieleden van kinderen, kerkleden en andere mensen rond de school. 7.2 Pedagogisch klimaat De sfeer in de klassen is ontspannen. Er is ruimte voor spontane reacties. Wel vinden we dat alles in goede orde moet verlopen. Er is belangstelling voor elkaar: van de leerkracht voor leerlingen en van


Pagina 18

de kinderen onderling. Tijdens de lesuren vindt veel interactie plaats. Deze is bedoeld tot aanmoediging, prikkeling tot meedenken en meedoen. Waardering uitspreken en complimenten geven, duidelijk en consequent zijn kleuren voor een groot deel het pedagogisch klimaat binnen de school. Dit gaat overigens niet allemaal vanzelf, we moeten elkaar hierin vinden en stimuleren. Als team bespreken we regelmatig hoe de kinderen met elkaar omgaan. Daarbij gebeuren mooie dingen: kinderen die elkaar helpen en troosten bij ongelukjes op het plein. Toch valt ons ook regelmatig op dat de omgang te wensen overlaat. Problemen worden nogal eens in de verwijtende zin opgelost. We willen kinderen daarbij stimuleren het anders te doen. Het afgelopen jaar hebben we daar veel aandacht aan besteed. De inzet van de Kanjertraining is daar bij cruciaal. Vanaf groep 1 wordt in iedere groep de Kanjertraining gegeven. In het schooljaar 2011-2012 is een ouderavond gehouden over de inhoud en de manier van werken van de Kanjertraining. Soms loopt het groepsproces in een groep niet zo goed, dan maken we gebruik van een externe Kanjertrainer die met de groep gaat werken. Na deze impuls pakt de leerkracht het zelf weer over. De schoolregels zijn met de kinderen gemaakt en sluiten aan bij de regels van de Kanjertraining. Ook de ouders die pleinwacht lopen hebben scholing ontvangen over de manier van werken van de Kanjertraining. Een schoolbrede afstemming tussen het team en de ouders vinden we belangrijk. De Here God heeft ons lief. Zijn liefde zet ons aan tot onbaatzuchtige naastenliefde. Dat willen we waar blijven maken op school, in de klas en op het schoolplein. We hebben daarom wensen/doelen geformuleerd: -leerlingen en leerkrachten een goede christelijke grondhouding laten hebben, zowel binnen als buiten de klas; -ontmoeting en gesprek van leerkrachten met de ouders van de klas over geloofsopvoeding en christelijke omgang; -aandacht voor de manier waarop we op de Triangel met elkaar communiceren. 7.3 Afspraken en gewoontes -de deuren van de school gaan om 8.20 uur open. De leerlingen en ouders mogen dan naar binnen. De eerste bel gaat om 8.25 uur. Dan gaan de kinderen die nog op het plein zijn naar binnen. Om 8.30 beginnen de lessen en dienen de ouders het lokaal verlaten te hebben. -Iedere maandagmorgen beginnen we met een weekopening. De ene week met de kinderen van de groepen 1 t/m3 de andere week met 4 t/m 8.Dit gebeurt in de hal van de school. Eén van de meesters of juffen vertelt een verhaal. Ieder jaar vertellen we rond een thema. Het thema komt ook de weken daarna in de groep weer aan de orde. Samen vragen we dan ook om de zegen van de Here over ons werk van die week. Bijzondere dingen die kinderen hebben meegemaakt, mogen worden verteld of mogen ze laten zien. Bij deze activiteiten bent u van harte welkom. -De meesters en juffen worden bij hun voornaam aangesproken. Dus bijvoorbeeld: meester Theo en juf Elta. -Petten, mutsen e.d. mogen niet in de klas gedragen worden. -Kauwgom is een gemeen goedje in kleren en in vloerbedekking. Geef daarom uw kind geen kauwgom mee naar school. -Ongeveer halverwege de morgen gaan de kinderen uit groep 1 tot en met 4 fruit eten in de klas. Ze mogen dan hun meegenomen fruit opeten en iets drinken. Groep 5-8 doet dit voor ze naar buiten gaan voor de pauze. -Eenmaal in de twee jaar nodigen we een schoolfotograaf uit. De fotograaf komt in het voorjaar van 2015 Hij fotografeert de kinderen individueel en in groepsverband. Tevens worden er foto’s gemaakt met broer(s) en zus(sen) samen. Afname is niet verplicht. -De kinderen van groep 1 en 2 mogen op school een kleurplaat maken o.i.d. voor de verjaardag van opa, oma, papa of mama. Dit kan alleen als u het even van tevoren meldt.


Pagina 19

-Wat is het fijn om jarig te zijn! De jarige mag trakteren in de eigen klas. Let u ook op een gezonde traktatie? De jarige krijgt een mooie kaart van zijn of haar eigen juf of meester, mede namens alle meesters en juffen van de school. Als de kinderen hun broertjes en zusjes iets willen geven, kan dat in de pauze. Tip: wilt u bij de keuze van de traktatie rekening houden met kinderen met een dieet of allergie (overleg evt. met de ouders). -Elk jaar houden we een financiële actie voor een goed doel. Het afgelopen jaar hebben we een actie gehouden voor Stichting Zoutkorrel. Een stichting die hulp biedt aan weeskinderen in Suriname. 7.4 Overblijfmogelijkheid en Buitenschoolse opvang. 7.4a TSO De meeste kinderen verblijven tussen de middag op school. De ouders betalen een bijdrage. In de middagpauze gaat de leerkracht met de overblijvers in de klas eten. Na de maaltijd, om 12.10 uur hebben de kinderen buiten pauze onder leiding van overblijfouders. Zij werken aan de hand van een pleinwachtinstructie. Deze instructie is in nauw overleg met het schoolteam opgesteld. Het geheel wordt gecoördineerd door Titia Diever. De pleinwacht wordt tenminste twee keer per jaar geëvalueerd. 7.4b BSO Sinds 1 augustus 2007 zijn scholen verplicht om buitenschoolse opvang (BSO) aan te bieden aan ouders/ verzorgers die daarom vragen. We hebben contact met De Herberg voor het regelen van een gastouder. Als vraagouder kunt u contact opnemen met de organisatie. Op school zijn informatiefolders en aanmeldingsformulieren aanwezig over ‘De Herberg’. Zijn gaan dan op zoek naar een gastouder die uw kind kan opvangen. Voor meer informatie kunt u kijken op www.cgob.nl Daarnaast zijn wij een samenwerking aangegaan met Kinderopvanorganisatie Bzzzonder. Zie artikel hier onder. We gaan in de komende periode bekijken wat we voor elkaar kunnen betekenen. Een aantal kinderen gaan naar een BSO in de buurt, zij worden door de leiding van school opgehaald en lopen naar de locatie van de BSO.

BZZZONDER ‘Aan de Bosrand’ start intensieve samenwerking met de Triangel. Welkom Vanaf 15 augustus opent Kindercentrum Bzzzonder een nieuwe locatie ‘Aan de Bosrand’ in Ede. Bzzzonder verzorgt kinderdagopvang, buitenschoolse opvang en kinderactiviteiten. Vanuit een christelijke identiteit in een huiselijke sfeer waar ieder kind welkom is en zijn talenten mag ontdekken. Ook de kinderen van de Triangel mogen na de zomer komen spelen op onze Bzzzondere locatie. Kindercentrum Bzzzonder is een plek waar je als kind blij van wordt. Aan de Bosrand biedt hoogwaardige kinderopvang en meer aan kinderen in de leeftijd 0 tot 12 jaar. Iedereen is welkom bij Bzzzonder, ook als je als kind een extra zorgbehoefte hebt. Bij Bzzzonder kijken we naar de mogelijkheden en niet naar de beperkingen. Met kindgerichte zorg en aandacht geven we ieder kind een plek waar het zich thuis kan voelen. Gekwalificeerde medewerkers werken vanuit passie, met hun hart en vanuit een christelijke identiteit. Buitenschoolse opvang (4 – 8 jaar) De buitenschoolse opvang van Kindercentrum Bzzzonder maakt optimaal gebruik van de mogelijkheden die de natuur en de bosrand bieden. Er is een uitdagend programma waarin de kinderen veel buiten zijn, bewegen en gericht zijn op het ontwikkelen van talenten en creativiteit. Op ontdekkingstocht in het bos, een kunstwerk maken in het atelier, lekker koken en bakken in de keuken en natuurlijk heerlijk buitenspelen in de tuin. Dagelijks krijgen kinderen een aanbod van verschillende activiteiten waaruit zij een keuze mogen maken.


Pagina 20

Buitenschoolse opvang (8 – 12 jaar) In deze leeftijdsfase bieden we activiteiten, begeleiding bij het huiswerk maken en het leren plannen. Juist in deze periode is het belangrijk dat er activiteiten zijn die passen bij de ontwikkelingsfase van de kinderen. De ideeën en inbreng van de kinderen zelf staan daarbij centraal. Zij gaan samen met de medewerkers bepalen welke activiteiten er plaatsvinden. Natuur, sport, spel en talentontwikkeling zullen hierin naar voren komen. Dit alles op een plek waar ieder kind zich thuis voelt. Workshops: Kinderen kunnen gebruik maken van de BSO en alleen workshops volgen kan ook! Samen met de Triangel gaan we workshops ontwikkelen waarbij talentontwikkeling centraal staat. Een diversiteit aan onderwerpen en activiteiten zullen daarbij aan bod komen. Vervoer Omdat wij het belangrijk vinden om er op uit te trekken en zelf de kinderen van de scholen willen ophalen hebben wij de beschikking over eigen vervoermiddelen zoals onder andere bolderkarren, bakfietsen en een Stint (elektrische bolderkar). Ook in Ede creëren wij een plek waar mensen elkaar ontmoeten, kinderen en volwassenen, om zo iets voor elkaar te betekenen. Ben je nieuwsgierig? Neem eens een kijkje op onze website: www.bzzzonder.nl/ede Tot ziens bij Kindercentrum Bzzzonder!

7.5 Extra activiteiten Ieder jaar organiseren we een aantal extra activiteiten. De bedoeling daarvan is de onderlinge band te verstevigen en elkaar ook op andere manieren te leren kennen en waarderen. - Schoolreisje/buitendag. Elk schooljaar willen we iets bijzonders ondernemen met de kinderen. Het ene jaar gaan we op schoolreisje, het andere jaar organiseren we een ‘buitendag’. We doen dat om de kosten te middelen over twee jaar. In 2016 hebben we een schoolreisje. - Sinterklaas. Jaarlijks vieren we het Sinterklaasfeest met de kinderen. - Avondvierdaagse. Twee ouders van de school organiseren alles rondom de avondvierdaagse. Onder leiding van ouders lopen de kinderen uit groep 3 tot en 8 mee met de avondvierdaagse in Ede. - Kamp. Voor groep 8 is er een afscheidskamp. Dit wordt georganiseerd door de groepsleerkracht in samenwerking met enkele collega’s of ouders. -Excursies: Tijdens thema’s of bij andere gelegenheden organiseren we soms excursies in de omgeving van de school. We doen het lopend of nemen de fiets. In een aantal gevallen vragen we ouders om te rijden met auto’s. We vinden hierbij veiligheid heel belangrijk. Wanneer met auto’s gereden wordt, moeten de kinderen volgens de wettelijke regels in de gordels en in een kinderzitje zitten en dient de bestuurder een inzittendenverzekering te hebben. -Stichting Present: We doen mee aan een pilot om te kijken wat we als school en Present samen kunnen doen. 7.6 Protocollen De school heeft voor een aantal zaken een protocol opgesteld. Deze zijn in te zien bij de directeur. Er is een protocol op het gebied van: -pesten; -gescheiden ouders. -vermoeden van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik. -omgaan met internet; -rouwprotocol bij overlijden van een collega en leerling of ouder.


Pagina 21

-verwijdering van leerlingen met herhaaldelijk grensoverschrijdend gedrag. -kwaliteitszorg. -weglopen van leerling van school. -langdurig zieke leerling. -hoofdluisbestrijding. -vervanging en afwezigheid leerkracht. -plaatsvervangende eindverantwoordelijke. 7.7 Veiligheid rond school We vinden een veilige schoolomgeving belangrijk. We denken daarbij ook aan de verkeerssituatie rondom de school. De leerkrachten zien toe op de veiligheid tijdens pauzes. Om de veiligheid zoveel mogelijk te waarborgen gelden de volgende regels: -De auto’s mogen niet aan de Tollenburg geplaatst worden, uitgezonderd groepsvervoer. -Er mag op het plein en op de stoep niet gefietst worden. -De fietsen van de leerlingen worden in het fietsenhok geplaatst, de leerlingen verlaten het fietsenhok door het hek aan de kant van het kleuterplein. Het hek van het fietsenhok is aan de straatkant onder schooltijd op slot. -De ingang van het fietsenhok moet vrijgehouden worden. -De fietsen van de ouders die hun kinderen komen halen kunnen op het plaatsje buiten het plein gezet worden. -Om de veiligheid van de kinderen en collega’s tijdens de schooltijden te waarborgen vallen alle buitendeuren in het slot. Als iemand toch in school moet zijn kan dat alleen via de voordeur, door daar aan te bellen. Op deze manier houden we ongewenste bezoekers buiten. -Tijdens de pauzes is er toezicht op het plein. In de ochtendpauze spelen groep 3 en 4 op het ‘kleine plein’. Groep 5 t/m 8 spelen op het ‘grote plein’. In de middagpauze groep 1 t/m 3 op het ”kleine plein”, groep 4 t/m 8 op het grote plein. -Op school zijn gediplomeerde bedrijfshulpverleners aanwezig. Eén keer per jaar wordt er een ontruimingsoefening gehouden. In de gymzalen is voor noodgevallen een telefoon aanwezig. 7.8 Jeugdgezondheidszorg 7.8a Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM) Hulpverlening Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden heeft een belangrijke taak in het bevorderen en beschermen van de gezondheid van de bevolking. Gezond zijn is behalve ‘niet ziek zijn’, ook ‘je goed voelen’. De zorg voor kinderen van 4 tot 19 jaar wordt uitgevoerd door de afdeling Jeugd gezondheidszorg (JGZ). Er werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, jeugdartsassistenten en logopedisten. Samen houden ze de gezondheid van uw kind gedurende de basisschoolperiode in de gaten. Er worden onderzoeken gedaan waarvan gegevens worden vastgelegd in een dossier. Soms kunnen onderzoeken leiden tot een gericht advies, een vervolgafspraak of tot een verwijzing naar huisarts of hulpverlening. 7.8b Werkwijze jeugdgezondheidszorg


Pagina 22

Gezondheidsproblemen veranderen. Waren de problemen vroeger vooral lichamelijk van aard, tegenwoordig komen er meer psychosociale- en opvoedingsproblemen voor. De veranderende gezondheidsproblemen vragen om een andere aanpak. Veel gezondheidsproblemen hebben te maken met de leefstijl. De afdeling jeugdgezondheidszorg van de VGGM brengt de gezondheidssituatie van de school één keer per vijf jaar in kaart. Er wordt een zogenaamd schoolgezondheidsprofiel gemaakt. Op basis van de resultaten worden vervolgens adviezen gegeven aan de school en zo nodig kunnen groepsgerichte preventieve activiteiten ontwikkeld en gegeven worden. Hierbij moet u denken aan ouderavonden, schoolkrantartikelen, cursussen voor leerkrachten en het ontwikkelen van materialen voor lessen in de groep.

7.8c Wanneer onderzoek Kinderen in groep 1: Een aantal kinderen wordt op verzoek van het consultatiebureau onderzocht. In de meeste gevallen gaat dit om een onderzoek van de ogen, de oren of de spraak- en taalontwikkeling. Kinderen van 5/6 jaar: Bij deze leeftijd ligt de nadruk op: • zien; • horen; • lengte en gewicht; • beweging en motoriek. Verder wordt gelet op mondgezondheid, verzorging en hygiëne en eventueel mishandeling. Het onderzoek duurt ongeveer twintig minuten. Tijdens het onderzoek: • tekent het kind iets, ter beoordeling van de fijne motoriek; • luistert het kind met een koptelefoon op naar piepjes, ter behoordeling van het gehoor; • test de JGZ de ogen van het kind; • weegt en meet de JGZ het kind; • voert het kind een aantal bewegingen uit, ter beoordeling van de grove motoriek (bijv. hinkelen, op één been staan, streeplopen. Als uw kind vragen heeft, kunt u uitleggen dat de JGZ-medewerker iemand is, die kijkt naar de gezondheid. Hij of zij kijkt ‘hoe gezond je bent, om je gezond te houden’. Het is voor kinderen soms belangrijk om te weten dat het onderzoek geen pijn doet en er géén prikken worden gegeven. De jeugdarts onderzoekt, samen met de jeugdartsassistente, of uw kind goed groeit en zich geestelijk en lichamelijk goed ontwikkelt. Bij het onderzoek door de assistente bent u niet aanwezig. Voor het vervolg onderzoek door de schoolarts ontvangt u wel een uitnodiging. Voorafgaande aan het onderzoek krijgt uw kind een vragenlijst thuis gestuurd. Tijdens het onderzoek kan de jeugdarts uw vragen beantwoorden en gerichte adviezen geven. Kinderen van 10/11 jaar: Bij dit onderzoek zijn geen ouders aanwezig. U krijgt een informatiebrief, die u moet ondertekenen om toestemming te geven voor het onderzoek. Verder ontvangt u twee vragenlijsten over de lichamelijke en psychosociale (gedrag, emoties) ontwikkeling van uw kind met het verzoek deze in een gesloten enveloppe in te leveren bij de leerkracht. Hierop kunt u ook vragen over de gezondheid of het gedrag van uw kind kwijt. Bij deze leeftijd ligt de nadruk op: • lengte en gewicht, ontwikkeling van het lichaam gezien de puberteit; • sociaal emotionele ontwikkeling, onder andere omgaan met anderen, pesten/plagen; • aspecten zoals mondgezondheid, verzorging en hygiëne, opvoeding, vrije tijd en eventueel mishandeling. Hoe gaat het onderzoek? De kinderen komen één voor één in een aparte, afgeschermde kamer bij de doktersassistente. Vooraf heeft de assistente de vragenlijst van de ouders en de signaleringslijst van de leerkracht gelezen. Uw kind hoeft zich voor het onderzoek niet uit te kleden. De doktersassistente begint het onderzoek met een gesprekje.


Pagina 23

Ze stelt vragen over bijvoorbeeld vriendjes en vriendinnetjes, wat het kind net in de klas heeft gedaan en of er ook geplaagd of gepest wordt in de klas. Hierna weegt de doktersassistente het kind en meet ze de lichaamslengte. De ogen en oren worden bij de 5/6 jarige kinderen altijd getest, bij de 10/11 jarige kinderen worden deze alleen getest bij twijfel of klachten over het zien of horen. Terugkoppeling bij beide onderzoeken (5/6 jaar en 10/11 jaar) U ontvangt via het kind een uitslagbrief over het onderzoek. Hierop staat informatie over lengte en gewicht en andere bevindingen. Naar aanleiding van het onderzoek kan de JGZ voorlichting en advies geven. Als er bijzonderheden naar voren komen, nodigt de JGZ ouder en kind uit voor een vervolgafspraak. Het is ook mogelijk dat u gebeld wordt door de jeugdarts of -verpleegkundige. Als u hiervoor toestemming geeft, krijgt ook de school bericht over de uitkomst van het onderzoek. 7.8d Extra onderzoek Het is altijd mogelijk zelf een extra onderzoek door de jeugdarts, jeugdverpleegkundige of logopedist aan te vragen. Bijvoorbeeld als u wilt praten over problemen met eten, slapen of zindelijkheid. Of als u denkt dat uw kind niet goed hoort of spreekt voor zijn/haar leeftijd. Ook kunt u een afspraak maken om een gezondheids- of opvoedingsvraag te bespreken. 7.7e Gezonde school Als ouder/verzorger wilt u er zeker van zijn dat uw kind op school veilig en gezond kan leven en werken. De jeugdgezondheidszorg kan scholen ondersteunen bij het werken aan een ‘gezonde school’. Voorbeelden hiervan zijn: een project op school, leerkrachten adviseren over lesmaterialen, leerkrachten bijscholen of een bijdrage leveren aan een ouderavond. 7.8f Afspraken Voor het maken van een afspraak of voor vragen kunt u terecht bij: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden, Afdeling Jeugdgezondheidszorg West. Op werkdagen van 8.30-12.00 uur. Tel.: 026-3773805. U kunt dan vragen naar mw. M. v.d. Poel (schoolarts) mw. L. Thiele(assistente). 7.8g Schoolmaatschappelijk werk

www.cjgede.nl 0318-745757 Het Centrum voor Jeugd en Gezin is een plek waar ouders terecht kunnen voor alle vragen over gezond en veilig opgroeien en opvoeden. De jeugdverpleegkundige en de schoolmaatschappelijk werker zijn vanuit het Centrum voor jeugd en Gezin beschikbaar voor vragen van ouders en school. Wij zullen regelmatig op school aanwezig zijn. Ouders kunnen bij ons terecht voor advies en begeleiding bij opvoedingsvragen. Bijvoobeeld: “ Mijn dochter vindt zichzelf te dik, maar eet ze genoeg?” “Mijn kind wordt gepest op school, wat kan ik als ouder daar aan doen?” Wij kunnen door school en door u gevraagd worden om mee te denken wanneer een kind niet lekker in zijn vel zit.De gesprekken vinden plaats op een voor u prettige plek. Dit kan op school zijn maar ook bij u thuis. Er zijn geen kosten aan verbonden. U kunt ons bereiken via de intern begeleider van de school of ons rechtstreeks bellen.


Pagina 24

Linda Thiele Jeugdverpleegkundige 088-3555403

Heleen Waalewijn Schoolmaatschappelijk werker 06-46442854

[email protected]

[email protected]

7.9 Seksuele intimidatie 7.9a Inleiding Onze school streeft naar een veilig schoolklimaat. We bieden onze leerlingen zo optimaal mogelijke kansen zich te ontplooien en hun veiligheid te garanderen. Onze school heeft als taak om seksuele intimidatie te voorkomen en om (eventuele) klachten op een goede manier te behandelen. 7.9b Definitie Seksuele intimidatie is ongewenste, seksueel getinte aandacht. Dit kan tot uiting komen door verbaal (grof taalgebruik), fysiek (aanrakingen) of non verbaal gedrag (bijvoorbeeld knipogen of iemand met de ogen ‘uitkleden’). Dit gedrag wordt door degene die het ondergaat ervaren als ongewenst en onplezierig. Seksueel intimiderend gedrag kan zowel opzettelijk als onopzettelijk zijn. Soms is iemand zich niet bewust dat een ander zich onprettig kan voelen door bepaald gedrag (bijvoorbeeld in de kleedkamer blijven bij het omkleden of een kind aanraken als het iets vraagt). 7.9c Contactpersoon Onze school probeert seksuele intimidatie te voorkomen door in de klas en in de school aandacht te besteden aan hoe je met elkaar omgaat. Het gaat hierbij om taalgebruik en omgang in de klas en het gedrag van leerkrachten in bijvoorbeeld de kleedkamer of tijdens kamp. Als ondanks alle preventieve zorg een kind toch lastiggevallen wordt, moet de leerling met zijn/haar verhaal op school bij iemand terecht kunnen: de contactpersoon. Bij de contactpersoon op school kunnen de kinderen en de ouders terecht als u een klacht heeft over seksuele intimidatie. En met al uw vragen en twijfels daarover. Bij ons op school zijn de contactpersonen: juf Elta Dorland en meester Theo Kranenborg. Zij informeren kinderen, ouders en teamleden over de wegen die openstaan om seksuele intimidatie te voorkomen en te melden. Zij zijn te bereiken op school of thuis. volgens het protocol dat we hanteren zullen we eventuele klachten of vermoedens afhandelen. We houden daarbij zoveel mogelijk het belang van alle betrokkenen in het oog. 7.9d Vertrouwenspersoon De contactpersoon op school is de schakel naar de externe vertrouwenspersoon. De externe vertrouwenspersoon kan degene die de klacht heeft verder begeleiden en zo nodig verwijzen naar de klachten commissie. U kunt een klacht over of vermoeden van seksuele intimidatie ook direct indienen bij de externe vertrouwenspersoon. De externe vertrouwenspersoon voor onze school is: mw. M. v.d. Brink, arts bij de VGGM. 7.9e Klachtencommissie De klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bestuur. Hierbij hoort zij de kla(a)g(st)er en de aangeklaagde. De school is aangesloten bij de landelijke Klachtencommissie voor het gereformeerd onderwijs: Klachtencommissie Gereformeerd Onderwijs Marinus Postlaan 23 8264 PB KAMPEN T 038-3319395 E [email protected] De klachtenregeling is op school in te zien. Daarnaast is er, in verband met de kwetsbaarheid van sommige zaken, de mogelijkheid om bij de contactpersonen een exemplaar van de klachtenregeling aan te vragen. 7.10 Geweld en agressie 7.10a Waar gaat het over?


Pagina 25

Op verschillende manieren kan de school in aanraking komen met agressie en geweld: 1. Het kind kan bedreigd worden door geweld en agressie in eigen omgeving; 2. Het kind kan zich gewelddadig of agressief uiten naar anderen; 3. Ouders die zich gewelddadig of agressief naar school toe gedragen; 4. Een leerkracht gedraagt zich gewelddadig of agressief. Onder geweld en agressie verstaan we: a. het gebruik van lichamelijk geweld zoals slaan en schoppen; b. het gebruik verbaal geweld zoals schelden, en persoonlijke beledigende taal. 7.10b Welke maatregelen neemt de school? De school is tegen het gebruik van geweld en agressie en zal als zich dat voordoet zich hier ook met maatregelen tegen verzetten. 1. Als geconstateerd wordt dat een kind te maken heeft met een situatie in de thuisomgeving waarin geweld en agressie worden gebruikt, zal de school dit melden aan de vertrouwenspersoon van de school. In overleg met de vertrouwenspersoon zal besloten worden het adviespunt kindermishandeling in te schakelen. 2. Als een kind zich bij herhaling gewelddadig of agressief uit, is een leerkracht verplicht dit te melden in het schoolteam. Daar worden afspraken gemaakt over eventueel te nemen maatregelen naar aanleiding van de ernst van de situatie. De school heeft daarvoor een pest-protocol. 3. Als ouders zich gewelddadig of agressief naar school toe gedragen, meldt de leerkracht dit in elk geval aan de directeur en de vertrouwenspersoon. In overleg zullen die gepaste maatregelen nemen om herhaling te voorkomen. In het geval dat er strafbare handelingen hebben plaatsgevonden, wordt een aan klacht bij de politie ingediend. 4. Als er klachten komen over gewelddadig of agressief gedrag van een leerkracht ten opzichte van een kind, ouders of collega’s, wordt dit gemeld bij de vertrouwenspersoon. In overleg met de school worden gepaste maatregelen genomen. Indien daar aanleiding voor is, wordt aangifte bij de politie gedaan. 8. De ouders 8.1 Betrokkenheid Wanneer ouders kiezen voor De Triangel verwachten ze goed onderwijs voor hun kinderen. Zij willen de ontwikkeling van hun kinderen volgen, omdat het onderwijs moet passen in het totale pakket van hun opvoeding. Op De Triangel werken ouders en school op zo’n manier samen dat zij elkaar ondersteunen bij de opvoeding en bij het leerproces. Hierdoor wordt het welbevinden van de kinderen vergroot en wordt het leerproces gestimuleerd. Hiervoor is nodig dat we open en respectvol, op basis van gelijkwaardigheid, met elkaar omgaan. We gaan daar bij uit van de deskundigheid van ouders en leerkrachten. We zien dat aan het volgende: -we werken samen, het kind staat centraal; -we hebben tijd voor elkaar en maken dingen bespreekbaar; -we vertrouwen elkaar en voelen ons veilig; -de ouders helpen de school en de school helpt de ouders; -we zijn verbonden en samen sterk; -we tonen betrokkenheid door er te zijn bij gezamenlijke activiteiten als Ouderavonden; Bij het brengen en halen van de kinderen staan de schooldeuren letterlijk en figuurlijk open voor ouders. U bent ook van harte welkom bij de weekopening. 8.1 Informatievoorziening De school gebruikt de volgende middelen om de ouders te informeren: -Op onze website, www.triangel-ede.nl staan actuele gegevens. Voor een aantal items heeft u een inlogcode nodig. Deze kunt u via de website aanvragen. Als u kunt inloggen kunt u bij alle documenten en foto’s. De website wordt bijgehouden door het team. -Voor de laatste nieuwtjes kunt u ons ook volgen op Twitter, @gbsdetriangel1 of op Facebook GBS De


Pagina 26

Triangel Ede -Bij de start van het schooljaar ontvangen ouders een digitale schoolgids en een adressenlijst. -Aan het begin van het schooljaar wordt per klas een klassenavond georganiseerd. Dan worden de belangrijke dingen voor het komende schooljaar besproken; -Elke week gaat per mail een nieuwsbrief naar de ouders toe. Deze verschijnt op donderdag, en is ook op de website te vinden. -Iedere maand ontvangt u van de leerkracht een klassenmail, met daarin het reilen en zeilen van de groep. -We vinden het fijn als u na schooltijd eens in de klas van uw kind komt kijken. De belangstelling voor het werk van uw kind stellen we zeer op prijs. De ervaring leert dat ’s morgens, als de school begint, niet een geschikt moment is om een gesprek over uw kind te hebben. Daarvoor kunt u beter een afspraak maken; - De kinderen die 4 jaar worden, krijgen bezoek van de leerkracht voordat ze naar school gaan; - In het najaar houden we ouderspreekavonden. Alle ouders worden uitgenodigd om 20 minuten met de leerkracht over hun kind te spreken; -Voor de ouders van kinderen in groep 8 wordt in het voorjaar een aantal extra ouderavonden gepland in verband met de schoolkeuze; -Twee maal per jaar krijgt uw kind een rapport. Het eerste verschijnt eind januari en het tweede medio/eind juni. Behalve voor de ouders is het rapport ook voor uw kind bedoeld. We gaan er bij het rapporteren vanuit dat het kind op een verantwoorde wijze moet omgaan met de hem/haar door God gegeven talenten. Het rapport wordt meegegeven in een gesloten envelop; -In de week nadat het rapport is meegegeven, worden er avonden gereserveerd voor tien-minutengesprekken in school, waarbij u kunt aangeven wanneer u wilt; - Oudermorgens. Elke maand, op een aangegeven dag op de kalender, zijn de ouders welkom om een morgen in de klas te komen kijken. De ruimte in de klas is beperkt, daarom kunnen we niet meer dan vijf ouders in de klas hebben. Geeft u zich hiervoor van tevoren even op bij de leerkracht? Alleen in de pauze kan er van klas gewisseld worden. Voor data: zie de schoolkalender. Deze wordt aan het begin van het schooljaar verspreid; -Ouderavond. Twee keer per jaar – in het najaar en in het voorjaar – wordt door de schoolcommissie in samenwerking met het schoolteam een avond belegd over het gevolgde en te volgen beleid van de school. 8.2 Spreekuren Naast de vastgestelde spreekuren kunnen er meer momenten van overleg met elkaar worden afgesproken. Wenst u een gesprek met de locatiedirecteur dan kan dat op afspraak. Op woensdag is de locatiedirecteur niet aanwezig. 8.4 Verhuizing/verandering school Wanneer u verhuist en/of van school verandert, wordt u verzocht dit tijdig aan de locatiedirecteur door te geven. We zorgen dan voor adequate overdracht en onderwijskundige rapportage. Binnen Ede houden we ons aan de afspraken die lokaal gemaakt zijn over de overgang naar een andere basisschool. 8.5 Ouderparticipatie 8.5a Activiteiten Er zijn vele activiteiten in en rond de school, waarbij de hulp van ouders onmisbaar is. Het gaat onder andere om de volgende zaken: -kinderen in niveauleesgroepen begeleiden en stimuleren (niveaulezen); -kinderen begeleiden bij creatieve activiteiten, zoals handvaardigheid, koken, techniekdagen; -pleinwacht tijdens de middagpauze; -begeleiden en verzorgen van kinderen tijdens excursies, sportdagen en schoolreisjes, projecten en vieringen; -klusmomenten voor reparatie en onderhoud.


Pagina 27

8.5b Triangel Activiteiten Commissie Om ouders in te schakelen bij bepaalde activiteiten in de school is de Triangel Activiteiten Commissie (TAC) opgericht. Zij organiseert hulp van de ouders bij vieringen, schoonmaakavonden, het helpen organiseren van de avondvierdaagse, onderhoudsklussen voor het gebouw of de tuin en wat zich verder aandient. De opzet is dat de TAC coördineert en niet per se alles zelf uitvoert. De namen van de TAC-leden kunt u vinden achter in de schoolgids. 8.6 Boekencommissie We vinden het belangrijk dat de leerlingen op school de beschikking hebben over goede lees- en informatie boeken. Het is niet altijd even eenvoudig de juiste boeken aan te schaffen. Er is een boekencommissie samengesteld van teamlid Jojanneke van der Boom en een ouder, namelijk Petra Bondt. Zij houden het leesboekenbestand bij en doen goede en verantwoorde voorstellen tot afschrijving en aanschaf. Verder reiken zij initiatieven aan voor leespromotie: deelname aan de Kinderboekenweek en voorleeswedstrijden. 8.7 Ouderbijdrage 8.7a Formulier Niet alle activiteiten op school worden volledig door de overheid vergoed. Daarom wordt van de ouders per schooljaar een ouderbijdrage gevraagd. U krijgt daarvoor een rekening. De ouderbijdrage dient uiterlijk in maart overgemaakt te zijn. U ontvangt dan ook een lijst met activiteiten die van de ouderbijdragen betaald worden. We zijn wettelijk verplicht u te wijzen op de mogelijkheid dat indien u voor bepaalde voorzieningen niet wenst te betalen, dat kan betekenen dat uw kind ook van deze voorzieningen wordt uitgesloten. Dat kan in de praktijk heel vervelend uitpakken. We verzoeken u daarom de totale bijdrage te voldoen. De voorzieningen waarvoor u betaalt zijn: excursies, schoolreisje, projecten en vieringen, aankleding van het schoolgebouw, ‘lief en leed’ en diversen. De hoogte van de bijdrage hangt af van het aantal kinderen uit een gezin dat de Triangel bezoekt en bedraagt voor het jaar 2014: 1 kind € 55,00

2 kinderen € 95,00

3 of meer kinderen € 125,00

De bedragen voor het jaar 2016 moeten nog vastgesteld worden en kunnen dus afwijken van de genoemde bedragen 8.7b Ontheffing of steun - Is de hoogte van het bedrag bezwaarlijk voor u, dan kan in bijzondere omstandigheden door de schoolcommissie een gedeeltelijke of gehele ontheffing van betaling worden verleend. U kunt een verzoek tot ontheffing indienen bij de secretaris van de schoolcommissie. - Ook is het mogelijk de gemeente hulp te vragen. De gemeente Ede heeft de mogelijkheid een bijdrage voor indirecte schoolkosten te geven. We citeren uit een folder van de gemeente: “Een schoolreisje, gymkleding of een (vrijwillige) ouderbijdrage, dit zijn allemaal extra kosten die u misschien maar moeilijk, of zelfs helemaal niet kunt betalen. Toch wilt ook u graag dat uw kind aan deze schoolactiviteiten kan meedoen. Wanneer u een laag inkomen hebt kan de gemeente u helpen. Huishoudens met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum komen in principe in aanmerking voor een bijdrage. Per kind op de basisschool ontvangt u € 69,- voor het schooljaar voor het betalen van extra schoolkosten. Wanneer u belt met Werk Inkomen en Zorg, tel. 680498 hoort u van de baliemedewerker hoe u de gemeentelijke bijdrage kunt ontvangen.”


Pagina 28

9. Begeleiding van leerlingen 9.1a Het volgen van leerlingen Het dagelijks werk van de kinderen wordt door de leerkrachten bekeken en beoordeeld. In de kleuterklas maken we gebruik van het observatie en planningsysteem HOREB, waarmee we de ontwikkeling van ieder kind kunnen volgen en vastleggen. Voor verslaglegging naar de ouders maken we tweemaal per jaar gebruik van een woord- en symbolenrapport. Met ouders vindt overleg plaats over de vorderingen van hun kinderen. Een enkele keer gaat de school met de ouders in gesprek over verlenging van de kleuterperiode. De vorderingen van de leerlingen worden bijgehouden. De leerkrachten zijn niet alleen op het leerresultaat gericht. Wij kijken naar de brede ontwikkeling van de leerlingen. We vinden het welbevinden en de zelfstandigheid van de kinderen een belangrijke basis om te kunnen presteren. Om goed inzicht te krijgen, gebruiken de leerkrachten een kaart met veel items van de sociaal emotionele ontwikkeling. Door met regelmaat toetsen af te nemen en dagelijks het werk van de kinderen te bekijken, krijgen de leerkrachten een redelijk goed beeld van de vorderingen. We interpreteren de resultaten en bieden vervolgens leerstof aan die zo goed mogelijk aangepast is op de ontwikkeling van het individuele kind. 9.1b Handelingsgericht werken Op de Triangel werken we volgens het principe van Handelingsgericht Werken (HGW). Bij HGW is de gedachte leidend: Wat heeft deze leerling, de zoon/dochter van deze ouders, leerling in deze groep en bij deze leerkracht nodig om zich optimaal te ontwikkelen en tot leren te komen? Om een antwoord op deze vraag te kunnen geven, volgen we de cyclus van HGW: Stap 1 uit deze cyclus is waarnemen: we stellen onszelf de vragen: • Wat zien we aan de leerling • Wat weten we al van deze leerling • Hoe zien zijn onderwijsbehoeften eruit • Kunnen we daar (al) aan tegemoet komen •Sluit dat aan bij de onderwijsbehoefte van de andere kinderen van de klas • Wat zeggen de ouders hierover • Wat geeft de leerling zelf aan Stap 2 uit deze cyclus is begrijpen: • We stellen de onderwijsbehoeften van de leerling vast • We stellen vast of hij op zijn plek is in deze groep en bij deze leerkracht • We stellen vast of de leerling de leerstof aankan • Of we stellen vast dat we deze leerling nog niet voldoende kennen en begrijpen; dan doen we een stap terug naar waarnemen Stap 3 is plannen: • Welke leerstof komt aan de orde • Wanneer komt de leerstof aan de orde en in welk tempo • Hoe en wanneer gaan we evalueren Stap 4 is realiseren; lesgeven en vervolgens volgen we de cyclus na een evaluatie opnieuw; in totaal vier keer per schooljaar. Het HGW maakt deel uit van het werken met de 1 zorgroute.


Pagina 29

9.1c Het toetsen van leerlingen Voor rekenen worden eens in de vier á vijf weken methodetoetsen afgenomen. Bij technisch lezen bepalen we de niveaus van de kinderen volgens de nieuwe CITO normering. Wanneer leerlingen te weinig vorderingen maken, wordt er volgens een afgesproken stappenplan actie ondernomen. Ook onze taalmethode geeft ter afsluiting van een hoofdstuk een toets. Normaliter kunnen de kinderen deze toetsen goed maken. Het leerlingvolgsysteem van het CITO zet toets gegevens af tegen een landelijke normering. We hanteren die voor de onderdelen technisch lezen, spelling, rekenen/wiskunde en begrijpend lezen. Deze gegevens krijgen ook een plaats in het schoolrapport. Leest u daarvoor ook de laatste pagina van het schoolrapport. Tenslotte neemt de school ook deel aan de CITO-eindtoets voor leerlingen in groep 8. 9.1d Tussenresultaten De resultaten van het leerlingvolgsysteem, die in januari en juni afgenomen worden, bespreekt iedere leerkracht met de IB-er en directie. Bekeken wordt of de resultaten naar verwachting zijn en of er trends zijn te ontdekken. Ook worden de doelen voor het komende halfjaar vastgesteld. De resultaten worden ook besproken met de bestuurder van Veluwe plus in de data-feedback-cyclus. De resultaten van de toetsen die de leerlingen hebben gemaakt worden op het rapport vermeld. 9.1e CITO-eindtoets Bij het inspectie bezoek van februari 2012 heeft de inspecteur geconstateerd dat de leerresultaten van de Triangel liggen op het niveau dat mag worden verwacht op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie (geen allochtonen en gemiddeld meer ouders met hogere opleiding).De adviezen die voor het voortgezet onderwijs gegeven worden zijn goed, de meeste leerlingen blijven in de richting waar ze in de brugklas in stromen. Verantwoording Onderwijsresultaten Vanuit onze verantwoordelijkheid als school willen wij ons ook verantwoorden over onze onderwijsresultaten. In dit kader vinden wij het belangrijk hoe het eindniveau van onze leerlingen zich verhoudt tot de leerlingen groep landelijk. Daarom doen we mee met de Eindtoets Basisonderwijs van CITO. Een actuele weergave van onze CITO resultaten over de afgelopen 3 jaar, vindt u in het volgende staatje.

VMBO BBL/LWOO VMBO BBK/KBL VMBO TL VMBO TL/HAVO HAVO HAVO/VWO VWO VWO+ Gemiddelde score school

2012-2013

2013-2014

2014-2015

8% 21% 8% 34% 4% 21% 4% 537,6

9% 17% 9% 30% 5% 30%

9% 14%

535,8

536,5

41% 9% 27%

Alle resultaten van de groep worden omgezet in een standaardscore voor de school. De CITO-eindtoets beperkt zich tot de gebieden Rekenen/Wiskunde, Taal, Studievaardigheden, Informatieverwerking en Wereld oriëntatie. Identiteit en pedagogisch klimaat, de manier waarop kinderen leren, worden bijvoorbeeld niet gemeten. Mede daarom blijft een advies van de school bij de overstap naar het voorgezet onderwijs, waarin deze context wordt meegenomen, heel belangrijk. Zo’n 85% van alle basisscholen in Nederland neemt deel aan de CITO-eindtoets.


Pagina 30

Het resultaat op de Eindtoets van het CITO wordt voor elke groep 8 leerling weergegeven in een standaardscore. Deze is berekend op het landelijk gemiddelde. De scores liggen tussen de 501 en 550. Een gemiddelde leerling scoort ongeveer 535. Per jaar kan het landelijk gemiddelde verschillen. De resultaten van alle leerlingen in groep 8 wordt omgezet naar een standaardscore voor de school. Als school analyseren we de uitslagen van de CITO Eindtoets niet alleen op individueel niveau, maar ook op groepsniveau (schoolniveau). We leggen de resultaten op deze Eindtoets naast de LVS van de groep die we door de jaren heen gevolgd hebben. Heeft deze groep naar verwachting gepresteerd, in lijn met de LVS. Zijn er leerstofgebieden die meer aan bod zijn gekomen het afgelopen jaar (n.a.v. resultaten op de Entreetoets) en tot welk resultaat heeft dat geleid? Zijn er leerstofgebieden die wij die nu voor het 2e jaar of meer achter elkaar lager uitvallen, zodat we misschien ons onderwijsaanbod op dit vak moeten gaan intensiveren? Over het algemeen kun je zeggen dat onze leerlingen naar verwachting presteren op de Eindtoets. Ons gemiddelde ligt meestal op of boven het landelijk gemiddelde. Het afgelopen jaar lag onze schoolscore op 536,5; een mooie uitslag gezien het landelijke gemiddelde. Daarmee kunnen we ook concluderen dat we goed onderwijs geven, afgestemd op de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. We willen echter meer dan goed onderwijs geven, dus zetten we in met extra onderwijsaanbod of intensievere instructie op die gebieden die nog niet boven of op het landelijk gemiddelde liggen. Ook hechten we veel waarde aan onze tussenresultaten. Met tussenresultaten bedoelen we de resultaten op basis van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem (CITO), van groep 1 t/m 8. Ze bieden inzicht in de resultaten op schoolniveau, groepsniveau en individueel niveau. Op groepsniveau en schoolniveau maken we elk halfjaar trendanalyses. Deze worden besproken door de intern begeleider met de leerkracht(en) en daarna samen in het team. Wat heeft deze groep nodig? Of wat hebben we als school nodig om op een bepaald vakgebied beter onderwijs te gaan geven? Op basis van deze bespreking worden groepsplannen aangepast en plannen gemaakt op schoolniveau. Ook kan daaruit een aanpassing op het schoolplan volgen of aanbod gericht op professionalisering van de leerkrachten. Niet alleen onze onderwijsresultaten doen ertoe. Meerdere aspecten van onze schoolorganisatie leggen we in een vaste regelmaat onder de loep om onszelf te toetsen. (zie paragraaf 10.3) 9.1f Dossier Van elke leerling wordt een leerlingendossier bijgehouden. Hierin worden gegevens bewaard over toets uitslagen, verslagen van besprekingen, verslagen van gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, verslagen van extra hulp en begeleiding. Ouders hebben recht op inzage in dit dossier. Het dossier wordt tot vijf jaar na verlaten van de basisschool bewaard en daarna vernietigd. Uiteraard wordt met deze gegevens zorgvuldig omgegaan. De afgesloten kast is alleen voor leerkrachten toegankelijk. Iedere leerkracht beheert een digitale klassenmap met gegevens van leerlingen: naam, adres, absentie, Toets-uitslagen, aantekeningen, afspraken met leerlingen of ouders, overzichten van niveaugroepen, jaaren weekplanningen. 9.1g School Video Interactie Begeleiding School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is één van de begeleidingsmethodieken die de school kan hanteren om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leraren te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom leerlingenzorg, als bij vragen rondom onderwijsvernieuwing. Binnen Veluwe Plus is een gespecialiseerde School Video Interactie Begeleider (SVIB-er) actief, die korte video-opnames maakt in de klas en dit vervolgens met de leraar nabespreekt. De SVIB-er hanteert een beroepscode, waarin o.a. staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Zo blijven de videobeelden die in de klas gemaakt worden, onder het beheer van de SVIB-er en worden die niet - zonder zijn uitdrukkelijke toestemming en die van de betrokken leraar - aan anderen vertoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van één of meer leerlingen worden de ouders / verzorgers hiervan in kennis gesteld en om toestemming gevraagd.


Pagina 31

9.2 Huiswerk van groep 5 tot en met 8 Vanaf groep 5 krijgen de kinderen regelmatig huiswerk mee. Dit huiswerk kan zijn; topografie, geschiedenis, het maken van een werkstuk of het voorbereiden van een spreekbeurt. In enkele gevallen geven we ook wel werk mee naar huis als kinderen erbij gebaat zijn een inhaalslag te maken. Dit gaat altijd in overleg met de ouders. Van de kinderen van groep 7 en 8 verwachten we dat ze een agenda hebben. Daarin schrijven zij het huiswerk op dat moet worden gemaakt of geleerd. Waar nodig zal extra uitleg worden gegeven over de manier waarop zij hun huiswerk moeten aanpakken en hoe ze dat kunnen plannen. 9.3 Naar het voortgezet onderwijs De overgang van het basis- naar het voortgezet onderwijs is voor de kinderen een behoorlijke stap. Wanneer uw kind in groep 8 zit, vindt voorlichting over de schoolkeuze plaats. We onderhouden hiertoe een rechtstreekse relatie met ‘Guido de Bres’, een school voor gereformeerd voortgezet onderwijs te Arnhem en Amersfoort. Op school zijn daarvoor folders en aanmeldingsformulieren te verkrijgen van alle scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. Met de kinderen wordt over de schoolkeuze gesproken tijdens de lessen. Met de ouders en het kind in de maanden januari en februari van het schooljaar. Na overleg met de locatiedirecteur brengt de leerkracht van groep 8 een advies aan de ouders uit. Tijdens dit schoolkeuzegesprek gaat het om onderlinge afstemming. In januari is er gelegenheid om de school voor voortgezet onderwijs te bezoeken op open dagen. In februari wordt de CITO-eindtoets afgenomen. De uitslag daarvan wordt aan de ouders bekendgemaakt. De uitslag van de CITO-eindtoets wordt bij het onderwijskundig rapport en eindadvies gevoegd en naar de school voor voortgezet onderwijs gestuurd. Uiteindelijk is de aanmelding zelf een keuze van de ouders. In de laatste maand voor het nieuwe schooljaar is er over de leerlingen contact tussen de groepsleerkracht en de brugklasdocent van ‘Guido de Bres’ en de andere scholen voor voortgezet onderwijs, voor een warme overdracht. In principe worden alle leerlingen die op de Triangel hebben gezeten toegelaten op ‘Guido de Bres’. 9.4 Speciale zorg Verlengen of versnellen We volgen het kind in zijn eigen ontwikkeling. Wanneer een kind teveel achter raakt op de leerdoelen die bij zijn/haar leeftijd horen, kunnen we besluiten tot een jaar verlengen. Dat betekent dat dit kind een jaar langer op de basisschool zit. U wordt als ouders vanzelfsprekend betrokken in dit traject. De school geeft een dringend advies, uiteindelijk beslissen ouders over de verlenging. Ook komt het voor dat een kind zo snel door de (basis)leerstof en de extra verrijkende leerstof gaat dat het wenselijk is om te versnellen. Ouders worden tijdig in de besluitvorming betrokken. Kinderen die in de periode oktober t/m december 4 jaar zijn geworden en op dat moment ingestroomd zijn, stromen in principe na de zomervakantie door naar groep 2 en het jaar daarna naar groep 3. We bekijken aan de hand van ons protocol en in gesprek met u als ouders in het voorjaar (groep 2) of het gezien de ontwikkeling van deze kinderen beter is om door te stromen naar groep 3 of om nog een jaar langer kleuteronderwijs te genieten. Zorgfederatie Kompas Onze school is aangesloten bij een zorgfederatie van 3 clusters van basisscholen en twee scholen voor speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs. Binnen de zorgfederatie Kompas werken we met elkaar aan zorg en goed onderwijs voor alle kinderen en in het bijzonder voor de kinderen die net iets meer nodig hebben. Concreet betekent dat, dat we een beroep kunnen doen op de expertise en onderzoek van het Zorgteam Kompas. We hebben hiervoor een aantal uren beschikbaar op grond van ons leerlingenaantal. De inzet kan bestaan uit schoolbegeleiding (zie hieronder) en trajectbegeleiding. Trajectbegeleiding is gericht op het functioneren van het kind op onze eigen school en geen traject richting speciaal onderwijs. Een ervaren begeleider met specifieke expertise op een bepaald gebied komt leerkrachten ondersteunen


Pagina 32

als er sprake is van handelingsverlegenheid. Aanmelding voor trajectbegeleiding gebeurt altijd in overleg met u als ouders. Schoolbegeleiding Vier keer per jaar komt de schoolbegeleider (GZ-psycholoog) langs om leerkrachten en intern begeleider te ondersteunen bij het helder krijgen van de onderwijsbehoefte van een (groep) kind(eren) of het aanpassen van het onderwijsaanbod aan de vastgestelde onderwijsbehoefte. Daarnaast hebben we de mogelijkheid om jaarlijks een beperkt aantal onderzoeken te laten uitvoeren naar de capaciteiten of persoonlijkheid van een kind. De resultaten hiervan kunnen we dan naast onze eigen observaties leggen. Uiteraard is toestemming nodig van de ouders voordat we een onderzoek in gang zetten. Het komt voor dat ouders ook zelf beslissen om een externe deskundige in te schakelen voor onderzoek van hun kind. Wij kunnen dan als school aanvullende gegevens uit observaties en leerresultaten aanleveren. Wanneer u overweegt om een onderzoek bij uw kind te laten uitvoeren, neemt u dan ook tijdig contact met ons op. We kunnen dan samenwerken in het belang van een zo goed mogelijk onderzoekstraject. De adviezen die volgen uit een dergelijk onderzoek kunnen door de school alleen opgevolgd worden als ze passen binnen onze onderwijskundige en pedagogische uitgangspunten en na gesprek met ouders en/of onderzoeker. De resultaten hiervan kunnen we dan naast onze eigen observaties leggen. Uiteraard is toestemming nodig van de ouders voordat we een onderzoek in gang zetten. Verantwoording 9.4a Inleiding Wanneer een kind extra aandacht en zorg nodig heeft, willen we die zoveel mogelijk bieden tijdens de gewone lessen. Soms is het nodig dat een leerling specifieke zorg en aandacht nodig heeft voor langere termijn. De leerkracht krijgt daarbij ondersteuning van de remedial teacher. De start van de speciale begeleiding begint bij de teamvergadering waarop leerlingenbesprekingen plaatsvinden. De groepsleerkrachten geven aan welke leerlingen besproken dienen te worden. De bespreking kan vervolgens resulteren in een vraag naar meer onderzoek. In dat geval worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld. Aan de hand van de onderzoeksresultaten wordt een handelingsplan opgesteld. Daarin wordt concreet beschreven hoe we bijvoorbeeld het gedrag van een kind in de gewenste richting willen beïnvloeden, hoe we een ontwikkelingsachterstand willen wegwerken of hoe we hiaten in een leerstofgebied willen in vullen. 9.4b Evaluatie Na afloop van een periode van begeleiding – ongeveer zes weken – volgt een evaluatie. Door opnieuw te onderzoeken, gaan we na in hoeverre de begeleiding effect heeft gehad: moet er worden bijgesteld of kan de begeleiding worden beëindigd. Ook kan het resultaat zijn, dat we om meer onderzoek of adviezen vragen bij de zorgfederatie Kompas. De schoolbegeleider van Kompas bezoekt ons minimaal vier keer per jaar, maar ook tussentijds kan begeleiding ingeroepen worden. Tijdens deze begeleidingsperiode streven wij naar zo open mogelijk contact met u als ouder. Als u met bepaalde vragen of opmerkingen zit, kom er dan mee naar ons toe. 9.4c Meer- en hoogbegaafd Voor kinderen die bovengemiddelde mogelijkheden hebben, gaan we op zoek naar een meer passende begeleiding. Voor leerlingen die extra uitdaging nodig hebben, is er extra verdieping- en verrijkingsstof beschikbaar. Hiervoor wordt in een individueel of groepsplan een aanvulling op het basis onderwijsaanbod gemaakt. De begeleiding vindt plaats in de groep door de groepsleerkracht. De leerlingen worden meteen bij het binnenkomen van de school gescreend op hun ontwikkeling. Dit wordt gedaan in nauwe samenwerking met de ouders. Het doel van deze screening is de meer- en hoogbegaafde leerling zo vroeg mogelijk te herkennen. We hebben een hoogbegaafdheid coördinator; juf Jojanneke van der Boom. Aan een aantal kinderen wordt een lesprogramma aangeboden, rond een door de leerling zelf gekozen onderwerp, waarbij de leerling zijn leerproces actief kan sturen. We willen steeds beter leren af te stemmen op de behoeften


Pagina 33

en de ontwikkeling van het hoogbegaafde kind. De begeleiding van de leerkracht en een goede afstemming met thuis is daarbij essentieel. In het schooljaar 2014-2015 werken we met een speciale Projectklas. Deze kinderen krijgen op een moment in de week extra les. 9.4d Dyslexie Voor kinderen met dyslexie werken we met verschillende hulpprogramma’s. Per kind wordt bekeken wat de beste manier van hulp is. 9.4e Ergotherapie Een keer per week komt een ergotherapeut op school. Zij behandelt kinderen die daarvoor een verwijzing hebben. 9.4f Intern begeleider Voor de leerlingenzorg is op school een interne begeleider aangesteld, Theo Kranenborg. Hij coördineert en bewaakt de voortgang van het geheel. Een aantal keren per jaar bespreekt hij de kinderen en de leerresultaten met de groepsleerkrachten. Met deze extra zorg hopen we gezamenlijk te bereiken, dat het kind de basisschool met plezier en vertrouwen kan doorlopen en dat hij/zij het gevoel heeft dat met zijn/haar mogelijkheden rekening wordt gehouden. 9.5 Onze school en passend onderwijs Gelukkig gaat het met de meeste kinderen goed op school. Maar wat als een kind – om welke reden dan ook – meer ondersteuning nodig heeft? Dan gaat de leerkracht uiteraard in overleg met ouders, of andersom. Samen met de intern begeleider wordt gezocht naar de meest passende onderwijsondersteuning, zodat een kind zich optimaal kan ontwikkelen. Ons schoolbestuur werkt met andere schoolbesturen in de regio samen in het samenwerkingsverband primair onderwijs Rijn & Gelderse Vallei. In totaal zorgen er 35 schoolbesturen samen voor dat ieder kind in de gemeenten Barneveld, Ede, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen kan rekenen op passend onderwijs. De samenwerkende schoolbesturen doen er alles aan om ervoor te zorgen dat ieder kind in de regio succesvol kan zijn op school. Passend onderwijs is niets anders dan goed onderwijs. Ook als een kind extra ondersteuning of begeleiding nodig heeft. Bijvoorbeeld omdat het leren moeilijker gaat, omdat een kind uitdaging mist, of omdat extra begeleiding nodig is vanwege een beperking of gedragsproblemen. Vaak kan de leerkracht extra ondersteuning prima zelf bieden, met advies van onze intern begeleider die onderwijsondersteuning coördineert op onze school. Is meer nodig, dan kan onze school een beroep doen op de steunpuntconsulent van het regionaal steunpunt in ons samenwerkingsverband. Is een kind bij ons – of eventueel op een andere ‘gewone’ basisschool - echt niet op zijn plek, dan is er speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs dat passend onderwijs kan bieden. Hiervoor is een zogenoemde toelaatbaarheidsverklaring nodig, dat via ons samenwerkingsverband wordt afgegeven. Vinden ouders, school en twee deskundigen uit het samenwerkingsverband plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs nodig en zijn alle betrokkenen het eens over het type onderwijs? Dan is dat voldoende. Is dat niet zo, dan geeft de onafhankelijke deskundigencommissie advies. Hierin zitten bijvoorbeeld een orthopedagoog of maatschappelijk werker. Het samenwerkingsverband toetst of het advies op de juiste wijze tot stand is gekomen. Is dat zo, dan wordt het advies overgenomen. Zijn ouders het niet eens met dit besluit, dan kunnen zij een beroep doen op de Geschillenregeling. In Rijn & Gelderse Vallei ondersteunen we drie niveaus van ondersteuning. Hoe dat precies zit – en hoe passend onderwijs verder georganiseerd is in onze regio – staat in het Ondersteuningsplan van ons samenwerkingsverband. Dat is te downloaden via www.swvrijnengeldersevallei.nl.


Pagina 34

Onze school heeft een ondersteuningsteam. Daarin zitten de leerkracht en de intern begeleider, zo nodig aangevuld met de (school)maatschappelijk werker, de jeugdverpleegkundige en de steunpuntconsulent. Soms kunnen ook andere externe deskundigen aanschuiven. Heeft een kind extra ondersteuning nodig, dan maakt dit ondersteuningsteam een ‘arrangement’ op maat. Arrangement wil zeggen: een passend onderwijsaanbod met de juiste begeleiding. Ouders zijn vanzelfsprekend aanwezig bij het ondersteuningsteam. Vanaf het moment dat een kind extra ondersteuning nodig lijkt te hebben, vullen wij samen met ouders het zogenoemde Groeidocument Handelingsgericht Arrangeren in. Hierin staat wat de ondersteuningsbehoeften van een kind zijn en welk aanbod daarbij het beste past. De basisvraag voor passend onderwijs in Rijn & Gelderse Vallei: wat heeft dit kind nu nodig om tot leren te komen en zich goed te ontwikkelen? Daarbij past een positieve grondhouding naar kinderen. Het samenwerkingsverband wil daarom aansluiten bij het talent van een kind en het zo goed mogelijk ondersteunen in zijn ontwikkeling. Over wat elke school in ons samenwerkingsverband minimaal moet bieden aan ondersteuning, hebben de schoolbesturen in onze regio afspraken gemaakt. Zij zien een sterke ‘basisondersteuning’ letterlijk als dé basis voor passend onderwijs. Oftewel: passend onderwijs gebeurt vooral in de eigen klas en op de eigen school. Ook zijn afspraken gemaakt waaraan extra onderwijsondersteuning moet voldoen: zo snel mogelijk, zo licht mogelijk, zo dicht mogelijk bij huis, op de meest adequate manier, door de meest aangewezen persoon of instelling, samen met ouders en (zo nodig) partners in (jeugd)zorg. Samen werken we op basis van één kind, één gezin, één plan. Op die manier ondersteunen we een kind optimaal in verschillende domeinen in zijn of haar leven: school, ‘thuis’ en vrije tijd. Ouders kunnen zich voordat zij hun kind aanmelden bij een school goed oriënteren. Wat de school te bieden heeft op het gebied van (extra) onderwijsondersteuning staat in het Schoolondersteuningsprofiel (SOP). Ook onze school heeft zo’n profiel gemaakt. Ouders kunnen dit inzien of bekijken op onze website. Net als andere scholen in ons samenwerkingsverband werkt ook onze school ‘handelingsgericht’. Wij kijken naar wat een kind wél kan en wat een kind nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. Ook kijken we naar de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht: hoe kan hij/zij passend onderwijs vormgeven? Medezeggenschap hebben ouders (en onze medewerkers) óók. Zij zijn vertegenwoordigd in de Ondersteuningsplanraad (OPR) van ons samenwerkingsverband. De OPR moet instemmen met het Ondersteuningsplan en is gesprekspartner van het bestuur van het samenwerkingsverband. Op www.swvrijnengeldersevallei.nl staat meer informatie over de OPR, de leden en medezeggenschap. De Wet passend onderwijs is sinds 1 augustus 2014 van kracht. Daarmee hebben schoolbesturen zorgplicht gekregen. Scholen zijn verantwoordelijk voor het vinden van een passende onderwijsplek voor ieder kind dat wordt aangemeld. Dat kan op de eigen school zijn, of op een andere school. Om dit goed te regelen werken regulier en speciaal (basis)onderwijs samen in ons samenwerkingsverband. Samen zorgen de schoolbesturen ervoor dat voor ieder kind een passende onderwijsplek is. Alleen voor zéér specialistische onderwijsondersteuning kan het zijn dat een kind niet in onze regio terecht kan. Meer over de wet: www.passendonderwijs.nl. Op www.swvrijnengeldersevallei.nl staat alle informatie over passend onderwijs in ons samenwerkingsverband. Hier vind je het Ondersteuningsplan, contactgegevens van de steunpuntconsulenten en de leden van de Ondersteuningsplanraad, het laatste nieuws en nog veel meer. 10. Ontwikkeling van het onderwijs 10.1 Inleiding Op diverse manieren zijn we in ontwikkeling, als school en individueel. In het komende jaar werken we aan de volgende ontwikkelingen: -het zichtbaar maken van onze identiteit;


Pagina 35

-talentgericht onderwijs; -een professionele leercultuur in het team; -praktisch werken met meer- en hoogbegaafde leerlingen; -omgaan met kinderen die bijzonder gedrag laten zien; -analyseren van leerresultaten en opbrengsten met behulp van Integraal; -gebruik van het ouderportaal van Parnassys verder uitbouwen. -inzetten van Video Interactie Begeleiding (VIB) 10.2 Evaluaties en jaarplannen Deze kunt u vinden op de website. U kunt voor deze documenten inloggen als ouder op de website. Onder “documenten” vindt u de gegevens.(zie paragraaf 8.2) 10.3 Kwaliteit De onderwijsinspectie vraagt van scholen dat ze hun kwaliteit op een systematische manier meten. Wij werken met een data-feedbackcyclus, waarin ook de resultaten van het LVS regelmatig besproken worden op verenigingsniveau. Ieder jaar wordt de kaart Opbrengsten ingevuld op basis van de CITO-toetsen die door de leerlingen gemaakt zijn. Daarmee kunnen we zien hoe de scores van onze leerlingen zich verhouden tot de scores in de rest van het land. Alle afgenomen kaarten volgen dezelfde route; ze worden ingevuld en daarna geanalyseerd door het managementteam. Dat stelt verbeterpunten op, die in het team besproken worden. Vanaf januari 2015 zijn we overgestapt naar een nieuwe manier van kwaliteitsmeting, met Integraal, een programma wat rechtstreeks gekoppeld is aan ons administratieprogramma Parnassys. Naast het volgen van de resultaten van de leerlingen houden we regelmatig tevredenheidspeilingen onder ouders, leerlingen en leerkrachten. In het voorjaar van 2015 heeft zo’n peiling plaatsgevonden. De resultaten worden besproken in het team en met het CVB, Aan de hand van de uitkomsten wordt, waar nodig een verbeterplan gemaakt. We verantwoorden ons daarover in ons schoolplan en ons jaarplan en bespreken deze documenten met de MR. 11. Regelingen 11.1 Schooltijden Groep: Groep 1 en 2

Dagen: ma,di,do

Groep 3 en 4

woe,vrij om de week (gr 2) ma,di,do

Groep 5 tot 8

woe en vrij ma,di,do,vrij

Tijden: 8.30-11.55 uur en 12.50-15.00 uur 8.30-12.20 uur 8.30-11.55 uur en 12.50-15.00 uur 8.30–12.20 uur 8.30-11.55 uur en 12.50-15.00 uur 8.30-12.20 uur

woe Ochtendpauze van 10.15-10.30 uur. Middagpauze van 11.55-12.50 uur. Om 8.20 uur gaan de schooldeuren open zodat de kinderen en ouders alvast naar binnen kunnen. Om 8.25 uur gaat de bel, alle kinderen gaan nu naar hun eigen groep. Om 8.30 uur beginnen de lessen. Wanneer het (hard) regent gaan de deuren eerder open. Een goede regel is om 5 minuten voor aanvang, dus om 8.25 uur, bij school te zijn. Mocht er dan om wat


Pagina 36

voor reden dan ook oponthoud zijn, dan komt u toch nog op tijd. -Te laat: Wanneer u, structureel, een bijzondere redenen heeft, waardoor op tijd komen(soms) niet lukt, wordt u verzocht de locatiedirecteur daarvan schriftelijk op de hoogte te stellen. -Ziekte: Wanneer een leerling ziek is, dient u de leerkracht hierover voor schooltijd in te lichten. U kunt bellen, mailen, het mondeling meedelen of een briefje meegeven aan één van uw andere kinderen. Het laten ‘zeggen’ door een ander kind is niet voldoende. Dit wordt erg vaak vergeten. Als we niet weten waarom uw kind niet op school is bellen we u op. -Dokter: Probeert u tandarts- of doktersbezoek e.d. zoveel mogelijk buiten schooltijd te regelen. Het is voor uw kind, maar ook voor de leerkracht vervelend als ze onderdelen missen. Als het niet anders kan, dan graag zo’n afspraak aan het begin of eind van een dagdeel, zodat uw kind de rest van de tijd gewoon op school kan zijn! 11.2. Vakantieregeling We volgen de vakantieregeling zoals die in regio Midden is vastgesteld.

Zomervakantie Studiedag MD Herfstvakantie Middag voor kerstvak. 5 t/m8 Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Studiedag Kanjertraining Goede vrijdag Tweede paasdag Meivakantie incl. Koningsdag en Hemelvaart

13 juli t/m 23 aug. 2015 11 sept. 2015 19 t/m 23 okt. 2015 18 dec. 2015 21 dec. t/m 1 jan. 2016 22 t/m 26 feb. 2016 29 feb. 2016 25 mrt. 2016 28 mrt. 2016 25 apr. t/m 6 mei 2016

Tweede Pinksterdag Vrijdagmiddag voor zomervak. 5 t/m 8

16 mei 2016 8 juli 2016

Zomervakantie 11 juli t/m 19 aug. 2016 De kinderen van groep 8 krijgen in de laatste schoolweek eerder vrij. Voor de zomervakantie sluit de school om 12.00 uur. Studiedagen en overige vrije dagen kunt u op de jaarkalender vinden. 11.3 Verlofregeling We volgen de richtlijnen zoals de wetgever die heeft vastgesteld over schoolverzuim -Voor gewichtige aangelegenheden kan verlof verleend worden voor maximaal 10 dagen. Te denken valt aan verhuizing, ambtsjubileum, huwelijksjubileum van ouders of grootouders, overlijden of andere naar het oordeel van de locatiedirecteur belangrijke redenen. Dit verlof moet van tevoren worden aangevraagd. De locatiedirecteur beslist over toekenning. -Zijn er gewichtige omstandigheden waarvoor een verlof van méér dan tien dagen moet worden verleend, dan moet dit minimaal één maand van tevoren worden aangevraagd. Dit verzoek wordt via de locatie directeur voorgelegd aan de leerplichtambtenaar die in overleg met de directeur de beslissing neemt. -Verlof vooraan of aansluitend aan een vakantie is niet mogelijk. Juist op deze dagen controleren de leerplichtambtenaren extra. - Kinderen van 4 jaar zijn niet leerplichtig, maar ze worden wel op school verwacht. Daarom is het ook dan nodig vooraf te overleggen over vrije dagen. - Indien u ongeoorloofd verlof neemt, moet dit doorgegeven worden aan de


Pagina 37

leerplichtambtenaar en loopt u kans op een boete. -Voor kinderen die nog geen zes jaar zijn, geldt dat zij maximaal vijf uren per week vrijgesteld zijn van de plicht om de school te bezoeken. De locatiedirecteur moet hiervan op de hoogte gesteld worden. Naast deze vijf uren kan de directeur op verzoek nogmaals vijf uren vrijstelling verlenen, als blijkt dat een hele schoolweek voor het kind nog te vermoeiend is. 11.4 Schorsing en verwijdering van leerlingen De school werkt volgens een protocol voor kinderen met grensoverschrijdend gedrag. (zie website, onder protocollen) (zie ook paragraaf 7.10) 11.4a Schorsing Soms is het nodig een leerling te schorsen of te verwijderen. Schorsing is aan de orde bij ernstig wangedrag van de leerling en/of ouders waartegen de directie onmiddellijk moet optreden en tijd nodig heeft voor het zoeken naar een oplossing. Een schorsing kan voor een beperkte periode worden opgelegd. Het besluit wordt schriftelijk door de directie aan de ouders meegedeeld. Vermeld wordt de reden van de schorsing, de aanvang, de tijdsduur en eventuele andere genomen maatregelen. De school dient de schorsing te melden bij de leerplichtambtenaar en de inspectie van het onderwijs. De school dient te voorkomen dat de leerling achterstand oploopt. 11.4b Verwijdering Verwijdering is een ordemaatregel die het bestuur slechts uiterst zorgvuldig in het uiterste geval mag nemen. De school kan overgaan tot het in gang zetten van de verwijderingsprocedure als er sprake is van: -Voortdurend overschrijdend gedrag van de leerling waarbij de identiteit en voortgang van het onderwijs verstoord wordt; - De leerling een onevenredig deel van de schoolorganisatie vergt, waarbij niet of nauwelijks gestelde doelen worden bereikt; - Bedreigend of agressief gedrag van ouders waarbij herhaling niet uitgesloten is, waardoor er sprake is van gegronde redenen voor angst bij leerkrachten of andere ouders en/of er geen sprake meer is van een ongestoorde voortgang van het onderwijs. Vanaf het moment dat de verwijderingsprocedure in gang is gezet, heeft de school de verplichting een andere school voor de leerling te zoeken. Hiervoor heeft de school 8 weken de tijd. Tijdens deze procedure heeft de leerling het recht de school te blijven bezoeken. Wel kan nog een keer tot schorsing worden over gegaan. De procedure voor verwijdering is vastgelegd in de Wet op het Primair Onderwijs. 11.5 Schoolverzekering voor leerlingen Verzekeringen (zie ook paragraaf 2.10) De school is niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. De school heeft een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort geschoten zijn in hun rechtsplicht. Daarnaast is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van kinderen. Kinderen (of, als ze jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een kind dat tijdens schooluren of andere door school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar in eerste plaats zelf (of de ouders)verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.

11.7 Vragen, opmerkingen, klachten Wij vinden het erg belangrijk dat u met uw vragen, opmerkingen of klachten naar school komt en deze bespreekt. Voor zover dat uw kind betreft of de situatie rondom het kind waar de leerkracht


Pagina 38

verantwoordelijk voor is, kunt u hiervoor bij de leerkracht terecht. Gaat het om algemene, school organisatorische zaken, dan kunt u daarvoor bij de locatiedirecteur terecht. Op die manier weten wij wat u ervaart, wat er leeft onder ouders en kunnen wij die informatie mee nemen in onze evaluaties en onze plannen aanpassen, waar mogelijk. Meestal kunnen we in goed overleg tot een oplossing komen van problemen. Daar doen wij ook ons uiterste best voor. Het kan voor komen dat onze uitleg over waarom wij op dat moment handelen zoals we doen, al voldoende is voor u. En we realiseren ons, dat waar gewerkt wordt, ook fouten gemaakt worden. We gaan ervoor om samen met u te zoeken naar oplossingen, te evalueren en te leren van dit soort gesprekken. Als de bespreking van een klacht of vraag met de desbetreffende leerkracht niet bevredigend is verlopen, kunt u zich wenden tot de locatiedirecteur. Als er ook in dat gesprek geen oplossing gevonden kan worden, kunt u een officiële klacht indienen bij de Klachtencommissie voor Gereformeerd Onderwijs.(zie paragraaf 7.9 e) Heeft u een klacht of probleem in de sfeer van ongewenste intimiteiten, geweld, extreme vorm van pesten of iets dergelijks, dan kunt u terecht bij de interne vertrouwenspersoon (zie paragraaf 7.9d)

12. Namen en adressen 12.1 Schoolcommissie de Triangel -Onno Pronk Tel. 0318-758329 -Louise Runhaar Tel. 0318-414516 De schoolcommissie is per mail te bereiken: [email protected] 12.2 Directie de Triangel Locatiedirecteur: Hester Blok, Van Houtstraat 19, 6921 BE Duiven, tel. 0316-282522 Coördinator bovenbouw: Joke Haitsma Coördinator onderbouw: Jacolien Stam 12.3 Veluwe Plus Annet Wilts (secretariaat) Email: [email protected] Burg. de Beaufortweg 163833 AG LEUSDEN 033-4324258 06-18832311 www.haal-veluweplus.nl [email protected] 12.4 Medezeggenschapsraad Oudergeleding: Personeelsgeleding: Christianne Pronk Herman Bruinenberg Rineke de Rijke Lisette Fennema Tjeerd-Harm van den Hoek Corine Pouwels De medezeggenschapsraad is per mail te bereiken: [email protected] Het e-mailadres van de GMR is: [email protected] 12.5 Triangel Activiteiten Commissie Annelies van Loenen Rineke de Rijke Marielle v d Berkt Bridgette Tompkins 12.6 Inspecteur van het onderwijs RIK Utrecht Park, Voorn 4, 3544 AC Utrecht, 030-6690600 Postbus 2730, 3500 GS Utrecht


Pagina 39

12.7 Gereformeerde Scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs Guido de Bres Arnhem, Grensweg 2, 6833 JH Arnhem, 026–4423038 Guido de Bres Amersfoort, Paladijnenweg 251, 3813 DH Amersfoort, 033-4792900 Guido de Bres Amersfoort, Arnhemseweg 65, 3817 CB Amersfoort, 033–4640520 12.8 Hulpverlening Gelderland Midden (voormalig GGD) HGM, Stationsweg 60, 6711 PT Ede, 0318–684911 12.9 Schoolmaatschappelijk werk

Linda Thiele Jeugdverpleegkundige 088-3555403

Heleen Waalewijn Schoolmaatschappelijk werker 06-46442854

[email protected]

[email protected]

12.10 Vertrouwenspersoon Mw. M. van den Brink, Postbus 233, 6710 BE Ede, 0318-684911 Klachtencommissie: Postbus 2133, 2800 BG Gouda 12.11 Vereniging Dit Koningskind Voorlichting voor kinderen en mensen met een handicap Contactpersoon Ede: Mw. L. Miedema Coornhertstate 41, 6716 PK Ede, 0318-631039 Landelijke bureau: Postbus 85275, 3508 AG Utrecht, 030–2363788 (op werkdagen van 9.30 tot 12.30 uur) Afdeling Ede/Wageningen e.o.: J. Groenleer-de Jong, Driemaster 42, 3904 RL Veenendaal, 0318-518204, [email protected] 13. Bijlagen 13.1 Jaarverslag en jaarplan schoolcommissie. Deze documenten kunt u op de website vinden als u inlogt als ouder. Onder de kop Schoolcommissie. 13.2 Jaarverslag en jaarplan medezeggenschapsraad Deze documenten kunt u op de website vinden als u inlogt als ouder. Onder de kop Medezeggenschapsraad. 13.3 Ouderverklaring Dit document is te vinden op de website. Onder de kop documenten.


Pagina 40

Woord vooraf. Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij! Jesaja 43:1. Namens het Triangelteam, Hester Blok (locatiedirecteur)

Recommend Documents