PESTPROTOCOL
WOORD VOORAF Dit is het pestprotocol van de Scholengroep Den Haag Zuid‐West. In het protocol staan richtlijnen bij geconstateerd pestgedrag, maar ook voorwaarden en activiteiten die pesten kunnen voorkomen. Veel van wat er in het protocol staat, wordt al toegepast op onze school. Dit protocol is erop gericht om alle medewerkers, leerlingen en ouders op de hoogte te brengen van wat onze school wil doen om een veilig schoolklimaat dat kenmerkend is voor de locaties binnen de scholengroep, te verbeteren. In het strategisch beleidsplan 2008‐2013 staat geschreven: “om een positief pedagogisch klimaat te creëren is een grote mate van veiligheid een absolute voorwaarde. Het begrip veiligheid heeft een objectieve en een subjectieve component. Objectief in de zin van alle maatregelen die tot gevolg hebben dat het verblijf op school voor alle betrokkenen vrij is van dreiging, pesten en geweld. Subjectief in die zin dat alle betrokkenen zich veilig voelen”. In het najaar van 2009 is er door de bovenschoolse zorgcoördinatoren een eerste opzet gemaakt voor een pestprotocol dat gebruikt kan worden op alle locaties. Het document is ter bespreking aangeboden aan de directie, de middenmanagementteams van de locaties, de zorgcoördinatoren, de onderwijsteams, de medezeggenschapsraad en indien aanwezig op een locatie ook aan de leerlingenraad. De scholengroep heeft een protocol opgesteld dat verwoordt wat onder pesten wordt verstaan en vervolgens een beschrijving geeft van de uitgangspunten van het pestprotocol, de preventieve maatregelen en het stappenplan na een melding van pesten. Afhankelijk van verdere ontwikkelingen binnen de scholengroep zal ook het handelen rond pesten zich verder ontwikkelen. In dat geval zal dit protocol aangepast worden. Voor de tekst van dit protocol is gedeeltelijk gebruik gemaakt van de pestprotocollen van andere scholen en van het Nationaal Onderwijsprotocol tegen het pesten. Den Haag, januari 2010
Pestprotocol Scholengroep Den Haag Zuid-West
PESTEN Wat is pesten? We spreken van pesten als dezelfde persoon regelmatig en systematisch bedreigd en geïntimideerd wordt. Pesten is een vorm van geweld en daarmee grensoverschrijdend en zeer bedreigend. Een klimaat waarin gepest wordt, tast iedereen aan. In een klas waar gepest wordt, kunnen alle leerlingen en docenten slachtoffer worden. Pestgedrag moet dan ook door iedereen serieus worden genomen. Het lastige is dat veel pestgedrag zich in het verborgene afspeelt, zodat het moeilijk is om er greep op te krijgen. En zelfs als het pestgedrag wordt opgemerkt, weten omstanders niet altijd hoe zij ermee om kunnen gaan. Dat is ook de reden van dit pestprotocol. Docenten en onderwijsondersteunend personeel hebben echter een taak‐ samen met ouders en de leerlingen zelf‐ bij het tegengaan van pesten. Leerlingen moeten weten dat ze hulp kunnen krijgen van volwassenen in de school en hierom durven vragen. Volwassenen dienen oog te hebben voor de signalen van leerlingen. Ze dienen interesse te tonen en te luisteren naar wat de leerlingen te vertellen hebben. Voor mentoren betekent dit dat ze groepsgesprekken houden, aandacht hebben voor de groepssfeer en het functioneren van individuele leerlingen in de groep. Zij maken afspraken met de klas en zorgen ervoor dat deze afspraken nagekomen worden. Hoe wordt er gepest? met woorden vernederen en belachelijk maken schelden met bijnamen aanspreken gemene briefjes schrijven digitaal pesten ( MSN, sms‐en) lichamelijk trekken aan kleding duwen en sjorren schoppen en slaan krabben en aan haren trekken wapens gebruiken achtervolgen opjagen en achterna lopen in de val laten lopen klem zetten of rijden opsluiten uitsluiting doodzwijgen en negeren uitsluiten van feestjes en bij groepsopdrachten stelen en vernielen afpakken van persoonlijke eigendommen kliederen op boeken banden lekprikken, fiets beschadigen afpersing dwingen geld of spullen af te geven het afdwingen om iets voor de pestende leerling te doen Tussen plagen en pesten loopt een wazige grens, die voor iedereen persoonlijk verschillend is. Ieder is gerechtigd zelf aan te geven wat hij als acceptabel beschouwt. Pestprotocol Scholengroep Den Haag Zuid-West
De gepeste leerling Sommige leerlingen lopen meer kans gepest te worden dan andere. Dat kan met hun uiterlijk, gedrag, gevoelens en sociale uitingsvormen te maken hebben. Bovendien worden leerlingen pas gepest in situaties, waarin pesters de kans krijgen om een slachtoffer te pakken te nemen, dus in onveilige situaties. Een leerling die wordt gepest, praat er thuis en op school niet altijd over. Redenen hiervoor kunnen zijn: schaamte angst dat de ouders met de school of de pester gaan praten en het pesten dan nog erger wordt het probleem onoplosbaar lijkt het idee dat hij niet mag klikken De pester Pesters zijn vaak de sterkeren in hun groep. Zij zijn of lijken populair maar zijn dat uiteindelijk niet. Ze dwingen hun populariteit af door stoer en onkwetsbaar gedrag. Van binnen zijn ze vaak onzeker en ze proberen zichzelf groter te maken door een ander kleiner te maken. Pesters krijgen vaak andere kinderen mee. Wie meedoet, loopt zelf de minste kans om slachtoffer te worden. Doorgaans voelen pesters zich niet schuldig want het slachtoffer vraagt er in hun ogen immers om om gepest te worden. Daarnaast vinden pesters het acceptabel dat er geweld wordt gebruikt. Pesten kan een aantal oorzaken hebben: een gevoel bij de pester dat hij zich verloren voelt en zich belangrijker maakt door een ander omlaag te drukken het moeten spelen van een rol die eigenlijk niet past bij de pester een voortdurende strijd om de macht in de klas een sfeer in de klas waarbij een leerling autoritair is en op een onplezierige manier laat blijken dat hij de baas is een negatief zelfbeeld, weinig eigenwaarde een zwak gevoel van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid of juist een te sterk gevoel daarvan een problematisch thuissituatie, een negatief voorbeeldgedrag van ouders/verzorgers De meelopers Meelopers zijn omstanders die incidenteel actief of passief meedoen met pesten. Dit gebeurt meestal uit angst om zelf in de slachtofferrol terecht te komen. Het kan ook zijn dat meelopers stoer gedrag wel interessant vinden en dat zij denken populair te worden als ze met de pester meedoen. De meeste leerlingen houden zich afzijdig als er wordt gepest. Ze voelen zich wel vaak schuldig over het feit dat ze niet opkomen voor het slachtoffer of hulp inschakelen. Het is belangrijk deze leerlingen tot helpers te maken.
Pestprotocol Scholengroep Den Haag Zuid-West
Het aanpakken van pesten Pesten is niet te accepteren en vraagt om een duidelijke en krachtige reactie vanuit de school. De grote vraag is hoe dat het beste kan en vooral ook hoe we dat binnen een locatie en een docententeam het beste kunnen aanpakken. Pesten kan grote gevolgen hebben voor de leerling die wordt gepest (onzekerheid, faalangst, depressie, zelfdoding ) en de pester (problemen in relaties, positief tegenover gebruik van geweld, grotere kans terecht te komen in het criminele circuit).
Pestprotocol Scholengroep Den Haag Zuid-West
HET PESTPROTOCOL Het pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordiging van de scholengroep en van de ouders, waarin is vastgelegd dat we pestgedrag op school niet accepteren en volgens een vooraf bepaalde handelwijze dit gedrag gaan aanpakken. Uitgangspunten Een dergelijk protocol kan alleen functioneren als aan bepaalde voorwaarden is voldaan: de school is actief in het scheppen van een veilig, pedagogisch klimaat waarbinnen pesten als onacceptabel gedrag wordt ervaren van belang is dat leerlingen en medewerkers gehoord worden en zich gerespecteerd voelen ( zie ook strategisch beleidsplan 2008‐2013, pag 11) pesten moet als een probleem worden gezien door alle medewerkers binnen de scholengroep, de ouders en de leerlingen docenten en onderwijsondersteunend personeel moeten pesten kunnen signaleren en vervolgens duidelijk stelling nemen tegen pesten de school dient te beschikken over een directe aanpak wanneer het pesten de kop op steekt de school is actief in het voorkomen van pesten Door ondertekening van het pestprotocol verbindt de school zich aan onderstaande aanpak.
De algemene verantwoordelijkheid van de school De school zorgt dat de medewerkers voldoende informatie hebben over het pesten in het algemeen en het aanpakken van pesten. De school werkt aan een goed beleid rond pesten, zodat de veiligheid van leerlingen binnen de school zo optimaal mogelijk is, waardoor een klimaat ontstaat waarin pesten bespreekbaar kan worden gemaakt. Alle medewerkers van de school vervullen een voorbeeldfunctie bij het signaleren en tegengaan van pestgedrag.
Het bieden van steun aan de leerling die wordt gepest Het probleem wordt serieus genomen. Er wordt uitgezocht wat er precies is gebeurd. Er wordt overlegd over mogelijke oplossingen. Het aanbieden van hulp door de mentor, de teamleider, de zorgcoördinator, de schoolmaatschappelijk werker e.a. Sinds het schooljaar 2009/2010 zijn leerlingbemiddelaars werkzaam binnen de school. Leerlingen, geschoold door bureau “ Welles Nietes” worden ingezet om mede zorg te dragen voor een veilige omgeving, waarin alle partijen de nodige ruimte krijgen om zich te uiten. Het bieden van steun aan de pester De school confronteert de leerling met zijn gedrag en de gevolgen hiervan voor de gepeste. De achterliggende oorzaken worden geprobeerd boven tafel te krijgen. Er wordt gewezen op het gebrek aan het vermogen om te voelen wat pesten teweeg brengt bij de gepeste leerling. De school biedt
Pestprotocol Scholengroep Den Haag Zuid-West
hulp aan van mentor, teamleider, zorgcoördinator, schoolmaatschappelijk werker, schoolwijkagent, leerlingbemiddelaars of een extern deskundige.
Het betrekken van de meelopers bij het pesten De mentor bespreekt met de klas het pesten en benoemt de rol van alle leerlingen en die van de school hierin. Er wordt gesproken over mogelijke oplossingen en wat de klas kan bijdragen aan een verbetering van de situatie. De mentor komt hier in een later stadium op terug. Het bieden van steun aan ouders en verzorgers Ouders die zich zorgen maken over pesten worden serieus genomen. De school werkt samen met de ouders om het pesten aan te pakken. De school geeft adviezen aan de ouders in het omgaan met hun gepeste of pestende kind. De school verwijst ouders zo nodig naar deskundige hulpverleners. De ouders van leerlingen die gepest worden, kunnen er moeite mee hebben dat hun kind aan zichzelf zou moeten werken. Hun kind wordt gepest en dat moet gewoon stoppen. Inderdaad, het pesten moet stoppen. Maar een gepest kind wil zich niet alleen veilig voelen op school, het wil ook geaccepteerd worden. Het verlangt ernaar om zich prettig en zelfverzekerder te voelen. Daar kan begeleiding of een training aan bijdragen.
Preventieve maatregelen Elke mentor bespreekt aan het begin van het schooljaar de algemene afspraken en regels in de klas ( o.a. de 10 gouden regels, de gezond verstandregels). Het onderling plagen en pesten wordt hierbij genoemd en onderscheiden. De mentor bespreekt in zijn klas het pestprotocol. Ook wordt duidelijk gesteld dat pesten altijd gemeld moet worden en niet als klikken maar als hulp bieden en hulp vragen gezien moet worden. In mentorlessen wordt aandacht besteed aan pesten ( methode Leefstijl) Indien een mentor of docent daartoe aanleiding ziet, besteedt hij expliciet aandacht aan pestgedrag in een groepsgesprek. Hierbij worden de rol van de pester, het slachtoffer, de meelopers en de stille getuigen benoemd. Bij vermoeden van pesten vinden er mentorgesprekken plaats met pester en met de gepeste leerling Van de gesprekken rond pesten worden in Magister in het formulier “incidenten” aantekeningen gemaakt van zowel de leerling die pest als van de leerling die gepest wordt. Indien daar aanleiding toe is, wordt de pester en de gepeste leerling besproken in een effectieve leerlingbespreking
Pestprotocol Scholengroep Den Haag Zuid-West
Contract “veilig in de school” Ik vind dat iedereen zich veilig moet voelen in school. Daarom houd ik mij aan de volgende afspraken: 1. Ik accepteer de ander zoals hij is en ik discrimineer niet. 2. Ik scheld niet en doe niet mee aan uitlachen en roddelen. 3. Ik blijf van de spullen van een ander af. 4. Als er ruzie is, zoek ik iemand die de ruzie kan oplossen. 5. Ik bedreig niemand, ook niet met woorden of digitaal 6. Ik neem geen wapens of drugs mee naar school. 7. Ik gebruik geen geweld 8. Als iemand mij hindert, vraag ik hem of haar duidelijk daarmee te stoppen. 9. Als dat niet helpt, vraag ik een docent of mijn mentor om hulp. naam leerling: handtekening leerling: klas: locatie: datum ondertekening: Dit contract zal worden gebruikt als aanvulling op de regels en afspraken die gelden op de verschillende locatie en wordt bij aanvang van elk schooljaar door de leerling ondertekend.
Pestprotocol Scholengroep Den Haag Zuid-West
HET STAPPENPLAN NA EEN MELDING VAN PESTEN A. DE MENTOR 1. Wanneer het pesten plaatsvindt in klassenverband, praat de mentor eerst met de gepeste en later met de pester apart. Vervolgens organiseert de mentor een gesprek tussen beide leerlingen en probeert tot goede afspraken te komen. In sommige gevallen worden herstelgesprekken gevoerd met betrokkenen, volgens het principe van Echt Recht en olv mentor, teamleider,counselor of zorgcoördinator. Tijdens een Echt Recht‐bijeenkomst komen gepeste en pester met hun ouders/verzorgers bij elkaar. De gevolgen van wat er is gebeurd, worden besproken en er wordt een plan voor herstel gemaakt. Mocht de gepeste anoniem willen blijven dan respecteert de school dit. 2. De mentor neemt contact op met de ouders van de pester en de gepeste en betrekt hen bij de oplossing. 3. De mentor bespreekt direct het vervolgtraject indien het pesten zich herhaalt. 4. De mentor praat met de klas. Dit is belangrijk in verband met het herstellen van de groepssfeer en om te benadrukken welke verantwoordelijkheid iedere leerling binnen de groep heeft. 5. Indien het probleem escaleert, meldt de mentor het gedrag aan de teamleider. De gebeurtenissen en afspraken kan de teamleider lezen in Magister, in het formulier incidenten”. De teamleider op zijn beurt meldt het grensoverschrijdend gedrag aan de zorgcoördinator. B. De teamleider/zorgcoördinator 1. De teamleider kan in onderling overleg de rol van de mentor overnemen bij escalatie van het pestgedrag en wanneer het pestgedrag het klassenverband overstijgt. 2. Hij heeft zo nodig een gesprek met gepeste leerling en pester apart of organiseert direct een gesprek met beiden. 3. De teamleider schakelt zo nodig de zorgcoördinator en/of counselor in om in gezamenlijkheid te zoeken naar oplossingen. Mogelijk leidt dit tot aanmelding ter bespreking in het zorgadviesteam (ZAT). 4. In het contact met de gepeste is het doel drieledig, namelijk: confronteren mogelijke achterliggende problematiek op tafel krijgen helderheid geven over het vervolgtraject bij herhaling van pesten 5. In het contact met de gepeste leerling wordt gekeken of hij bepaald gedrag vertoont, waardoor hij een gemakkelijk doelwit vormt voor pesters. 6. Hij adviseert zo nodig, zowel aan de pester en de gepeste leerling, hulp op vrijwillige basis door de zorgcoördinator, counselor of andere hulpverlener. 7. Hij stelt alle betrokken ouders op de hoogte wanneer er sprake is van terugkerend gedrag, verzoekt hen om met hun kind te praten en stelt hen op de hoogte van het vervolgtraject 8. Hij bespreekt de mogelijkheden tot hulp met de ouders 9. Hij maakt verslag van de gesprekken in Magister, formulier “incidenten”.
Pestprotocol Scholengroep Den Haag Zuid-West
C.
Training
Wanneer de pester opnieuw in pestgedrag vervalt, wordt hij door de school ertoe verplicht om individueel een programma te volgen. Ook voor de gepeste leerling kan het gewenst zijn om een training te volgen. Stichting Jeugdformaat biedt trainingen aan als SOVA‐training, assertiviteitstraining, faalangstreductietraining en agressie‐regulatietraining, waar de school gebruik van kan maken. D.
Schorsing en verwijdering
Wanneer, ondanks gesprekken en training er geen zichtbare verbetering is in het gedrag van de pester, volgt een schorsing en eventuele verwijdering. De school is daarbij gebonden aan de afspraken zoals deze zijn opgenomen in het protocol “schorsen en verwijderen”. Het is mogelijk dat in gezamenlijk overleg met de sectordirectie, teamleiders en zorgcoördinator(en) de pester wordt overgeplaatst naar een andere locatie binnen de scholengroep. Anders wordt gezocht naar een andere school. De school meldt de leerling dan aan bij het Loket Instroom van het Samenwerkingsverband Zuid‐Holland West. De taak van alle medewerkers op school Iedereen heeft een signalerende rol. Wanneer pesten wordt waargenomen of er redenen zijn om pesten te vermoeden, wordt verwacht dat hij/zij daarop adequaat reageert en melding doet bij de mentor van de leerling om hulp en overleg in gang te zetten. De rol van de zorgcoördinator 1. Hij ondersteunt waar nodig mentoren en teamleiders tijdens verschillende fasen in het proces. 2. Hij voert preventieve interventies uit (leerlingen uitnodigen voor gesprek, individueel en/of in groepjes, ouders/verzorgers informeren en informatie inwinnen) 3. Hij observeert of geeft daartoe opdracht ( wat speelt er tussen leerlingen, tussen leerling en medewerkers in de school, hoe zitten mensen in hun vel) 4. Hij biedt op vrijwillige basis individuele begeleiding aan de pester en de gepeste leerling. 5. Hij biedt in overleg met de mentor en de teamleider aan de pester een verplichte training aan (sova, faalangstreductie, agressie‐regulatie) 6. Hij kan waar nodig een inbreng hebben tijdens mentorlessen. 7. Hij meldt indien nodig de pester en eventueel de gepeste leerling aan in het zorgadviesteam (ZAT). 8. Hij maakt verslag van gesprekken met pester en gepeste leerling en zet dit in Magister in het formulier “incidenten”.
Pestprotocol Scholengroep Den Haag Zuid-West