Woord van Leven
Mei 2011
“Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand.” Matteüs 22,37
Welk gebod is het belangrijkste van alle geboden? Die vraag was in de tijd van Jezus onder de rabbijnen een klassiek thema.
Jezus gaat deze vraag niet uit de weg en zijn antwoord is origineel. Het grootste gebod van de wet? Hij verbindt twee geboden met elkaar en noemt ze ‘aan elkaar gelijk’: de liefde voor God en de liefde voor de medemens
Ze zijn in de visie van Jezus niet van elkaar te scheiden, net zo min als je de wortels van een boom kunt scheiden van de kruin.
. te groter wordt je liefde Hoe meer je God liefhebt, des voor je broers en zusters. En hoe groter je liefde voor je medemensen, des te dieper je liefde voor God
Meer dan wie ook weet Jezus wie die God is die we moeten liefhebben. Het is zijn Vader en onze Vader, zijn God en onze God (vgl. Joh. 20,17). Het is een Vader die ieder van ons persoonlijk liefheeft. Onze liefde voor Hem is een antwoord op zijn liefde voor ons.
Jezus noemde God ‘Abba’, papa. Met dezelfde vertrouwelijkheid mogen ook wij ons tot Hem richten. We kunnen Hem al onze noden, voornemens en plannen voorleggen.
We kunnen Hem zeggen dat we Hem boven alles liefhebben. Dat we Hem, Schepper van al wat bestaat, verheerlijken. Dat we Hem prijzen in de diepte van ons hart, in de eucharistie.
Dat we Hem aanwezig weten waar we ook zijn: thuis, op school of op het werk; wanneer we alleen zijn of als we met anderen samen zijn. In zo’n gesprek met Hem drukken we onze liefde voor Hem uit.
“Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand.” Matteüs 22,37
Maar Jezus leert ons nog een andere manier om God lief te hebben. Voor Jezus betekent liefhebben het plan van liefde van de Vader volbrengen en zijn wil doen. Hoe? Door Hem heel ons leven in handen te geven: ons hart, ons verstand, onze energie. Zoals Jezus zelf heeft gedaan.
Heel zijn leven was Jezus volledig op de Vader gericht. Hij wilde niets anders dan het ‘werk voltooien’ dat de Vader Hem had opgedragen (Joh. 4,34).
Aan ons dezelfde opdracht. Liefhebben betekent: de wil volbrengen van Degene die ons liefheeft en van Wie wij houden. En dat met heel ons wezen en al onze vermogens.
Want liefde is niet alleen maar gevoel. “Waarom roepen jullie ‘Heer, Heer’, maar doen jullie niet wat ik zeg?” (Lc 6,46), vraagt Jezus aan degenen die alleen met woorden liefhebben.
“Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand.” Matteüs 22,37
Hoe kunnen we dit gebod van Jezus in praktijk brengen? Zeker, door ons als een kind toe te vertrouwen aan God, die onze Vader is.
Maar vooral ook door net als Jezus te beantwoorden aan dat levensplan dat de Vader met ons voorheeft.
Ook van ons wordt radicaliteit gevraagd: met heel je hart, je ziel en je verstand zo goed mogelijk de dingen doen die Hij van ons vraagt. Want aan God kun je niet minder geven dan heel jezelf.
Soms staan ideeën, gevoelens, gedachten, wensen of herinneringen daarbij in de weg. Dan zullen we onze eigen wil radicaal opzij moeten zetten en moeten loslaten wat er in ons hart en onze gedachten leeft
Alleen dan is ons hart helemaal vrij voor God, vrij voor een onbaatzuchtige liefde, vrij om helemaal gericht te zijn op wat hier en nu van ons wordt gevraagd: werken, telefoneren, luisteren, helpen, studeren, bidden, eten, slapen...
Dus: zijn wil doen zonder af te dwalen, al onze dingen met toewijding doen, met heel ons hart, onze ziel en ons verstand, zodat we op elk moment van de dag kunnen zeggen:
“Ja, mijn God, op dit moment, in deze handeling heb ik U liefgehad met heel mijn wezen.”
“Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand.” Matteüs 22,37
Om dit Woord van leven in praktijk te brengen is het goed ons af en toe af te vragen of God werkelijk de eerste plaats heeft in ons leven
God kiezen als ons enige ideaal, als degene die alles is in ons leven. We kunnen Hem weer de eerste plaats geven door in het moment van nu zo goed mogelijk zijn wil te doen
Wat kan helpen is af en toe in alle oprechtheid uit te spreken: “Mijn God en mijn alles”, “ik hou van U”, “ik ben helemaal van U”, “U bent God die ons oneindig liefheeft.
“Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand.” Matteüs 22,37
“Woord van Leven”, uitgegeven door de Focolarebeweging. Tekst van Chiara Lubich,”(1920-2008), Eerder verschenen als wooord van leven in Oktober 2002 Voor informatie www.focolare.nl
Grafica Anna Lollo in collaborazione con don Placido D’Omina (Sicilia, Italia) Per informazioni www.focolare.org
