WOONZORGNET DIJLELAND
Jaarverslag 2011 Kwaliteitsplanning 2012
Woon‐ en Zorgcentrum De Wingerd Wingerdstraat 14 ‐ 3000 Leuven www.wingerd.info
Inhoud Inhoud .................................................... 1 Voorwoord .............................................. 2 Missie & Visie ......................................... 3 Structuur ................................................ 4 – Samenwerkingsverband ..................... 4 – Organisatiestructuur ............................ 5 Hulp‐ & Dienstverlening ........................ 7 – Zorgaanbod ......................................... 7 – Cijfers .................................................. 8 Residentieel ...................................... 8 Thuisondersteunende diensten ....... 11 – Kwaliteitsbeleid ................................... 14 – Planning 2012 ..................................... 16 Zorgorganisatie ...................................... 19 – Personeelsbeleid ................................. 19 – Deskundigheidsbevordering ............... 21 – Overleg & Communicatie .................... 24 Contactgegevens ................................... 26 Bijlagen
1
Voorwoord Dit jaarverslag is eens te meer een verhaal van zingeving bij de vele acties en realisaties van het voorbije werkjaar. Als zorgverstrekker en zorgondersteunende voorziening voor ouderen is de motivatie voor ons handelen samen te vatten in de drie kernbegrippen die we omschrijven in onze missie: te leven, te leren en te zorgen. Te leven, als waarde gedreven werkzaamheid die gevoed wordt door zinvol leven en menselijke waardigheid als leidraad in de dagelijkse werking, Te leren, dat betrekking heeft op het kader waarbinnen de medewerkers werken, hun expertise en competenties verder kunnen ontwikkelen om zelf overeind te blijven en anderen te helpen, Te zorgen, als bron van goed leven en goed samen leven en dan niet alleen in de zin van empathie en lief en aardig zijn maar juist in de confrontatie met elkaar en voor elkaar. De organisatie legt hiervoor de basis, geeft visie en reikt concepten aan die dagelijks op de werkvloer vertaald worden naar innovatieve ouderzorg. Het concept kleinschalig genormaliseerd wonen vraagt om een heldere visie en haalbare doelstellingen, bekend en bespreekbaar gemaakt bij de medewerkers. De thuisondersteunende diensten dagverzorging, kort verblijf, lokaal dienstencentrum en expertisecentrum dementie delen informatie en ervaringen met elkaar. Verantwoordelijkheden worden laag in de organisatie gelegd zodat medewerkers creatief blijven in hun dienstverlening. Elk jaar beschrijft het jaarverslag de communicatielijnen in de organisatie. Iedereen is gebaat met sociaal dynamische aspecten zoals overleg, effectief leiderschap, motivatie en toewijding. We geloven dat de mate waarin een medewerker zich betrokken voelt bij onze organisatie, nauw samenhangt met de mogelijkheden die geboden worden om persoonlijke doelstellingen te verwezenlijken; ook de inspanningen hiervoor vindt u terug in dit verslag. Last but not least, spreek ik in naam van bestuur en directie de waardering uit voor de medewerkers met passie die uit zichzelf gemotiveerd zijn voor het werk dat ze dagelijks doen. Zij onderscheiden zich van de anderen door hun zin voor verantwoordelijkheid, hun kritische reflecties voor zichzelf en de organisatie maar vooral door de passie om voor ouderen tot einde van hun leven, kwaliteit van leven te maken. Rudiger De Belie directeur
2
Missie & Visie Het Woon‐ en Zorgcentrum De Wingerd een huis aan de rand van de stad waar personen met dementie omringd zijn met elkaar op weg zijn zoekend naar vormen van levenskwaliteit vanuit ieders belevingswereld en levensverhaal we doen dit door te leven van dag tot dag samen en vanuit je eigen plek met behoud van familierelaties met en tussen mensen die zorg dragen en je bijstaan met je verleden en je heden te leren steeds weer opnieuw met het oor naar elkaar met het oog op de wereld van bewoners en bezoekers zoeken welke weg medewerkers kunnen gaan om zelf overeind te blijven en anderen te helpen in betrokkenheid te zorgen dat we elkaar verplichten te doen wat we zeggen en te zeggen wat we doen steeds te kiezen voor de kwetsbare mens dat doet ervaren dat warme zorg en solidariteit bestaan.
Aan de rand van de stad In de stad willen de mensen zijn, ze zoeken er werk en welvaart, ontspanning en vertier. In de stad wordt gebouwd en gesjouwd er is van alles te krijgen en te beleven. Aan de rand van de stad is er ruimte en rust, waar mensen na hun werk graag wonen en verblijven, ouderen zijn er gebleven, jongeren integreren zich, ze vormen samen nieuwe buurten, straten en wijken omringd door hagen, bomen en velden. Aan de rand van de stad werd het nieuwe centrum gebouwd, midden een bestaande wijk, grenzend aan een waardevol landschappelijk gebied, tussen mensen die generaties met elkaar verbinden met buren die dementerende mensen aanvaarden, waar we zorgzaam met elkaar wensen om te gaan. geïnspireerd door de missie van de Domkerk in Utrecht en de Sint‐Niklaaskerk in Gent
3
Structuur Samenwerkingsverband Woonzorgnet Dijleland groepeert vier woon‐ en zorgcentra: De Wingerd en Dijlehof in Leuven, Ter Meeren in Neerijse en Keyhof in Huldenberg, elk met een eigen cultuur en andere accenten. Zowel voor de bewoners als voor de medewerkers wensen wij de familiale sfeer van de afzonderlijke instellingen te bewaren, omdat we menen dat dit op vlak van sfeer en vertrouwelijkheid een aantal voordelen inhoudt. Deze beleidsopties kaderen geheel in de bijzondere visie op wonen en zorg die binnen de organisatie ontwikkeld en uitgebouwd wordt. Anderzijds beoogt de doorgedreven samenwerking tussen de instellingen een continue verbetering van de kwaliteit van de zorg en dienstverlening. Door schaalvergroting trachten we zo efficiënt en economisch mogelijk te werken; alle middelen die daardoor worden gewonnen, kunnen vervolgens ingezet worden voor een optimale omkadering met het oog op de hoogst mogelijke kwaliteit van leven en van zorg voor onze bewoners. Actuele ontwikkelingen Op 1 juli 2011 treedt woon‐ en zorgcentrum Keyhof in Huldenberg toe tot Woonzorgnet Dijleland. Op 14 november 2011 start Ann Verstricht als verantwoordelijke van de gezamenlijke personeelsdienst in de vier zorgcentra. Haar opdracht bestaat erin het personeelsbeleid verder uit te bouwen. Zij rapporteert aan de algemeen directeur. Op 1 januari 2012 wordt aan alle arbeiders een bediendecontract aangeboden om de achterstelling in de juridische en sociale bescherming van deze werknemers weg te werken.
4
Organisatiestructuur
WZC De Wingerd Wingerdstraat 14 3000 Leuven Tel: 016 28 47 90 www.wingerd.info WZC Ter Meeren Wolfshagen 186 3040 Huldenberg‐Neerijse Tel: 016 47 13 51 www.termeeren.be
WZC Dijlehof Minderbroedersstraat 9b 3000 Leuven Tel: 016 29 31 42 www.dijlehof.be
WZC Keyhof Stroobantsstraat 79 3040 Huldenberg Tel: 016 47 98 15
www.woonzorgnet‐dijleland.be
5
In de Raad van Bestuur van de organisatie werden omwille van hun academische, professionele en/of maatschappelijke verdiensten onderstaande personen benoemd: Prof. em. Emmanuël Keirse, hoogleraar verliesverwerking KULeuven, voorzitter Raad van Bestuur WZC De Wingerd Prof. em. Dr. René Dom, hoogleraar neurogeriatrie KULeuven, ondervoorzitter Raad van bestuur WZC De Wingerd Dhr. Gustaaf Hendrickx, gewezen directeur medisch centrum huisartsen (MCH) Mevr. An Veris, financieel manager UZ Leuven Prof. Dr. Mathieu Vandenbulcke, hoofddocent gerontopsychiatrie KULeuven Dhr. Maurice Deno, gewezen boekhouder Dhr. Herman Boogaerts, gewezen afdelingshoofd‐directeur VIPA Dhr. Gilbert Verbinnen, gewezen medewerker Pers en Voorlichting KULeuven Mevr. Eleonora Holtzer, medewerker Kabinet Vandeurzen, zorgambassadeur Dr. Jozef Van Deun, huisarts, bestuurder medisch centrum huisartsen (MCH) en voorzitter WZC Ter Meeren Prof. em. Dr. Jan Craenen, hoogleraar centrum huisartsengeneeskunde KULeuven Dr. Theo Stevens, huisarts, voormalig voorzitter medisch centrum huisartsen (MCH) Pr. Paul De Greef, Jezuïet, voormalig directeur Sint‐Jozefinstituut Dhr. Dirk Butzler, advocaat, voorzitter CVBA zorgpartners Dijleland Dhr. Daniel De Klerck, voorzitter Raad van Bestuur WZC Keyhof Zr. Emerence Brants, overste Zrs. Annonciaden Mevr. Magda Aelvoet, Minister van Staat Erebestuurders: dhr. Raymond Henrard en dhr. Erik De Clercq zetelen in de Algemene Vergadering. Vergaderingen: De Raad van Bestuur kwam samen op: 24 februari, 9 juni, 1 september, 29 september en 8 december 2011. De Algemene Vergadering werd gehouden op 9 juni 2011. De leden van het Dagelijks Bestuur zijn: Prof. Em. Dr. Emmanuël Keirse (voorzitter), Prof. Em. Dr. René Dom (ondervoorzitter), dhr. Gustaaf Hendrickx, Dr. Jef Van Deun, mevr. An Veris, Prof. Dr. Mathieu Vandenbulcke. De vergaderingen gingen door op: 25 januari, 22 februari, 22 maart, 26 april, 24 mei, 28 juni, 27 september, 25 oktober en 22 november 2011.
6
Hulp‐ & Dienstverlening
Voorstelling zorgaanbod De Wingerd wil vooral een ‘thuis’ zijn voor haar bewoners, waar het ‘wonen’ centraal staat. Omwille van hun dementieproces worden zij gekenmerkt door zeer specifieke noden: herkenbaarheid van de leefomgeving, veiligheid en geborgenheid. Het kleinschalig genormaliseerd wonen streeft ernaar de bewoners een woning te bieden waar zij tot het einde van het leven kunnen verblijven. Wanneer de zorgbehoefte toeneemt, of bij ernstige gedragsproblemen, worden zij niet zondermeer overgeplaatst naar een andere leefgroep of afdeling. Dit resulteert in een zekere heterogeniteit binnen de verschillende woningen. De bewoners behouden in grote mate en zolang mogelijk, de regie over het eigen leven: de dagelijkse bezigheden sluiten zo nauw mogelijk aan bij die van een ‘gewoon huishouden’. Het vast team van medewerkers, toegewezen aan een woning, begeleidt de bewoners hierin. De zorgverleners zijn stuk voor stuk vertrouwde gezichten, ze dragen zorg voor ‘hun bewoners’ in goede en kwade dagen... Vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen in hoge mate vermeden worden dankzij het doelmatig gebruik van domotica en de maximale inzet van comfortzorg. Daarnaast gaat ook de nodige aandacht uit naar de mantelzorgers en familieleden van de bewoners. Hierbij wordt het welzijn van de medewerkers niet uit het oog verloren: enerzijds vereist de specificiteit van de kleinschalige woonvorm een grotere verantwoordelijkheidszin van hen, anderzijds verleent het hen een zekere autonomie. Dit alles verwacht een continue opvolging en goede coaching door de leidinggevenden: tevreden medewerkers zorgen immers voor tevreden cliënten ! Residentiële opvang (127 wgl.) De bewoners verblijven in 8 kleinschalig genormaliseerde woningen voor 8 bewoners en 3 groepswoningen voor 15. Specifieke opvang voor echtparen met een dementerende partner of voor echtparen die allebei mentale problemen hebben, 9 zorgflats of 18 woongelegenheden. Dagverzorgingscentra (23 pl.) De Bezelaer en De Wijnstok staan open voor dementerende ouderen die nog thuis verblijven en die één of meerdere dagen per week verpleging, verzorging, advisering en begeleiding aangeboden krijgen ter ondersteuning van de thuisverzorgende familieleden. De Bezelaer is erkend voor 13 bezoekers, De Wijnstok voor 10. Kortverblijf (10 wgl.) De Druivelaar biedt tijdelijke opvang aan dementerende ouderen wanneer de thuis‐ en mantelzorg door omstandigheden even weg valt. Alle cliënten worden vanaf het eerste contact door de verantwoordelijke voor onthaal en opname en de verantwoordelijke thuisondersteunende diensten, via “trajectbegeleiding” bijgestaan in het vastleggen van de opties die zo nauw mogelijk aansluiten bij de persoonlijke zorgnoden.
7
Lokaal Dienstencentrum Wijnveld LDC Wijnveld richt zich tot de buurt en biedt recreatieve activiteiten en ondersteunende diensten aan: maaltijden in het Grand Café, kapsalon en badmogelijkheden, bijscholingen, multimedia enz. Expertisecentrum Dementie Vlaams‐Brabant (MEMO) ECD MEMO richt zich naar de regio Oost‐Brabant; informeert professionals, mantelzorgers en anderen over dementie en aanverwante aandoeningen.
Cijfers Residentieel Aantal RVT erkenningen: 109 woongelegenheden Aantal ROB erkenningen: 18 woongelegenheden Aantal ontslagen: 32 waarvan 29 wegens overlijden
Verwijzers: Algemeen Ziekenhuis 3, Psychiatrisch Ziekenhuis 1, CDV/CKV 18, Thuiszorg 2
8
Woningen Aantal nieuwe opnames: 24 bewoners
(*) In 2008 telde het woon‐ en zorgcentrum 57 nieuwe opnames ten gevolge van de capaciteitsuitbreiding.
Geslacht nieuwe opnames: woningen 9 mannen, 15 vrouwen Gemiddelde leeftijd bij opname: 79,26 jaar
Gemiddelde leeftijd op 31/12/2011: woningen 83,39 jaar Gemiddelde residentiële verblijfsduur: 30 maanden Zorgzwaarte (KATZ schaal) op 31/12/2011: 6x A, 37x B, 63x CD en 3x n/a
9
Zorgflats Aantal nieuwe opnames: 4 echtparen
Geslacht nieuwe opnames: 4 man, 4 vrouw Gemiddelde leeftijd bij opname: 83,72 jaar
Gemiddelde leeftijd op 31/12/2011: 86,16 jaar Gemiddelde verblijfsduur: 25,92 maanden Zorgzwaarte (KATZ schaal) op 31/12/2011: 8x O, 1x B, 2x C en 7x CD
10
Thuisondersteunende Diensten De dagverzorgingscentra richten zich specifiek naar de opvang van personen in een thuissituatie met een vorm van oriëntatie‐ en geheugenproblemen. Deze mensen hebben geen nood aan een intensieve medische behandeling maar veeleer behoefte aan activering, verpleging, behandeling, toezicht en begeleiding in het dagelijks leven. De voornaamste taak van deze centra is ervoor te zorgen dat bezoekers zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Centra voor Dagverzorging Aantal erkenningen: 23 (13 + 10) plaatsen Gemiddelde bezetting: 24 gebruikers per dag; 105,25 % over het ganse jaar
Aantal nieuwe bezoekers: 96 personen Leeftijd bij aanmelding: 2 cliënten uit de categorie “‐60”; 14 in de groep “61‐75”; 75 in de groep “76‐90”; 5 personen “+90”
Geslacht nieuwe bezoekers: 48% mannen, 53% vrouwen Gezamenlijk vervoer: 54% busdienst CDV, 46% ander Uitstroom: 18% De Wingerd; 7% andere voorziening; 60% inwonend bij familie of partner; 6% ziekenhuis; 2% overleden Aantal intakegesprekken: 87 waarvan 60 effectief gestart
11
Centrum voor Kortverblijf Aantal erkenningen: 10 woongelegenheden Effectieve bezetting: 107 cliënten; goed voor 3252 aanwezigheidsdagen Gemiddelde bezetting op jaarbasis: 8,91 cliënten per dag
* In 2008 werd de capaciteit van het CKV opgetrokken van 5 naar 10 woongelegenheden.
Doorstroom: 53% van de cliënten uit de eigen dagcentra Aantal intakegesprekken: 38 waarvan 20 effectief gestart
12
Lokaal Dienstencentrum Wijnveld In 2011 verschenen er drie edities van Wijnveldnieuws: januari‐maart, april‐augustus en september‐ december, telkens op 1.200 exemplaren. Het aanbod wordt middels een dynamische programmatie voordurend afgestemd op de vragen en noden van gebruikers en buurtbewoners. Er stonden 21 groepsinformatieve momenten gepland, waarvan er 18 activiteiten effectief plaatsvonden. Daarnaast waren er 113 groepsactiviteiten van recreatieve aard gepland: 99 activiteiten hebben effectief plaatsgevonden, voor 8 activiteiten was er geen opkomst. Binnen het aanbod van het Grand Café werden er tijdens het voorbije werkjaar 4.333 dagmenu’s verkocht (348 dagmenu’s voor bewoners van het WZC niet meegerekend), ofwel een gemiddelde van bijna 12 dagmenu’s per dag. Bijlage 1: gedetailleerd werkingsverslag LDC Expertisecentrum Dementie Vlaams‐Brabant ‐ MEMO Bijlage 2: gedetailleerd werkingsverslag ECD
13
Kwaliteitsbeleid In dit deel worden een aantal thema’s beschreven waar we in 2011 voornamelijk rond gewerkt hebben. Op niveau van de bezoekers Professioneel overleg Vanuit de Thuisondersteunende Diensten werd getracht om de communicatie met de andere hulpverleners te optimaliseren: nauwere samenwerking met de andere thuiszorgdiensten vergroot immers de kans om een totaalbeeld te krijgen van de thuissituatie en maakt gerichter ondersteuning mogelijk. In het verleden bleek dat er vaak andere hulp‐ en dienstverleners betrokken zijn, maar ontbraken ons de contactgegevens hiervoor. Voor nieuwe bezoekers worden deze gegevens nu duidelijk bevraagd en geregistreerd tijdens de intakefase van het opgestarte zorgbegeleidingstraject. Gezien de complexiteit van de zorg is regelmatig overleg zeer belangrijk. Daarom worden er vanuit de dagcentra vaker initiatieven genomen aangaande deelname aan SEL‐bijeenkomsten, actieve samenwerking met de huisarts en de mantelzorgers. Op niveau van de bewoners Comfortzorg De ontwikkeling van comfortmaterialen en het gebruik van deze materialen wordt via de werkgroep comfortzorg opgevolgd. Gedurende 2011 werd er specifiek gewerkt rond “sensomotoriek”: een grotere externe sensibele/tactiele input om tot een andere motorische output te komen bij bewoners die zich in de verzonken ik fase van het dementieel ziekteproces bevinden. Hierdoor wordt een halt toegeroepen aan de negatieve evolutie van paratonie, aan de actieve hypertonie van bewoners tijdens passieve mobilisaties/manipulaties, aan dwanghoudingen in zit‐ en ligpositie met een foetale houding als gevolg, en aan decubitus ontwikkeling. Vanuit de bereikte resultaten werd door de werkgroep besloten om het project verder te zetten in 2012. Wondzorg Het wondzorgprotocol werd reeds in 2008 opgesteld, in 2009 werden er een aantal formulieren aan toegevoegd om de opvolging te verbeteren en in 2010 werd gestart met de evaluatie van de integrale procedure. Op basis van de eigen ervaringen en de evoluerende medische inzichten werd tijdens het werkjaar 2011 tenslotte een geactualiseerd protocol uitgewerkt. Bovendien zal de registratie vanaf 2012 in het nieuwe elektronische woonzorgdossier kunnen gebeuren, zodat het proces sneller en nauwkeuriger opgevolgd kan worden. Familiebevraging Om de kwaliteit van onze werking te bewaken, dient de theorie aan de praktijk getoetst te worden. Zes tot acht maanden na de opname wordt de bewoner, zijn familie en/of vertegenwoordiger uitgenodigd voor een gesprek waarin hun bevindingen omtrent de realisatie van de doelstellingen in het zorgconcept beluisterd worden. Zodoende kunnen de zorgcoördinatoren eventuele hiaten in de werking bespreekbaar maken en bijsturen. Anderzijds laten dergelijke gesprekken ook toe om familieleden een realistisch beeld van de dagelijkse werking mee te geven en eventueel te hoge verwachtingen bij te stellen.
14
Vroegtijdige zorgplanning en euthanasie In 2011 werd door de ethische commissie een communicatienota over euthanasie uitgeschreven. Euthanasie wordt gekaderd binnen het geheel van de palliatieve zorg. De nota werd besproken op het multidisciplinaire overleg. De procedure werd uitgewerkt en in het huiskameroverleg werd met de medewerkers dit thema besproken. Ook op de bewonersadviesraden werd dit thema besproken. Op niveau van het verenigingsleven Gevarieerd aanbod Het verenigingsleven concentreert zich enerzijds binnen de lokalen van het Grand Café of op verplaatsing, anderzijds ontwikkelt zich een kleiner maar specifiek aanbod zich binnen het kleinschalig genormaliseerd wonen. Enkele grotere thematische activiteiten uit het diverse aanbod: reminiscentieproject rond Kerk en Religie, dansavonden en kunstenateliers, wandelingen voor de nog mobiele bewoners, concerten en zangavonden, reminiscentieproject rond mode uit de jaren 40‐50‐ 60‐70 en als hoogtepunt het programma van «’t Zomert in De Wingerd». Met dit overkoepelende aanbod worden heel wat bewoners bereikt, maar deze activiteiten blijven vooral een groepsgebeuren. Een individuelere activatie, specifiek afgestemd op de persoonlijke situatie en noden van de bewoners komt aan bod tijdens de verwennamiddagen en de kleinere activiteiten en reminiscentiemomenten binnen de verschillende woningen en afdelingen. Op niveau van de medewerkers Mobiele equipe Een “mobiele equipe” maakt een sociaal uurrooster mogelijk: medewerkers moeten minder extra – dus nadien te recupereren – prestaties leveren om afwezigheden op te vangen, er moet minder in de uurroosters geschoven worden. Slechts wanneer er meerdere afwezigheden tegelijk voorkomen en deze “mobiele equipe” uitgeput is, zal er nog extra personeel opgeroepen worden. De zorgcoördinatoren en de coördinator thuisondersteunende diensten zijn verantwoordelijk voor de opvolging, registreren waar en wanneer de “mobiele equipe” omwille van ziekte‐ of andere specifieke redenen ingezet wordt. Aan de hand daarvan wordt trimestrieel geëvalueerd of het absenteïsme gedaald is, dan wel gestegen. Medewerkers: evaluatie en functioneren Het plannen van concrete functioneringsgesprekken blijkt niet altijd evident door de hoge werkdruk, anderzijds veronderstelt het kleinschalige woonconcept dagelijkse coaching en sturing. De opvolging van de medewerkers, hun competenties en vaardigheden verloopt via de zorgcoördinator die waar nodig in samenspraak met de verantwoordelijke bewonerszorg zorgt voor bijsturing. Op niveau van de organisatie Nieuw bewonersdossier Binnen Woonzorgnet Dijleland wordt het software pakket van Care Solutions geïmplementeerd. Hierin worden het woonzorgdossier en de zorgplanning gekoppeld aan een administratieve module. In 2011 werden alle verantwoordelijken opgeleid in het gebruik van het elektronisch dossier. Een medewerker werkte een handleiding uit. Alle medewerkers werden tegen einde 2011 gevormd in het gebruik van het zorgendossier.
15
Planning 2012 Tijdens het kwaliteitsoverleg van 30 oktober 2011 werden in een SWOT‐analyse de sterktes en de zwaktes van de organisatie aangestipt om vervolgens verbeteracties te formuleren. Onderstaande actiedomeinen werden tijdens het multidisciplinaire overleg (MIDO) van 22 december 2011 voorgesteld en goedgekeurd. Op niveau van de bezoekers Thuisondersteunende Diensten – Contextuele benadering van de bezoeker In de werking wordt vastgesteld dat er een grote groep van bezoekers en hun familieleden minder goed gekend is bij de medewerkers van het centrum: de communicatie met de mantelzorgers stopt vaak na het kennismakingsbezoek en wordt pas hernomen bij probleemsituaties. Een bijkomende vaststelling is dat er vooral beroep gedaan wordt op het busvervoer van de centra waar de contacten met de familie geringer zijn. In het kader van de zorgtrajectbegeleiding is het van belang om een zo goed mogelijk beeld te vormen van de bezoeker en zijn thuisomgeving, zo kunnen de noden beter (h)erkend en opgevangen worden. Tijdens de regelmatige (in)formele contacten kan de draagkracht van de mantelzorg en thuiszorgpartners ingeschat worden. Op deze wijze wordt de bezoeker in een bredere context benaderd, met respect voor diens autonomie en het familiesysteem. Op niveau van de bewoners Zorgflats – echtparen met een dementerende partner Het thema, “Gezonde partner in een zorgflat, een leven zonder zorgen?”, werd besproken tijdens het multidisciplinair overleg in 2011. Daar werd vastgesteld dat de draagkracht van de valide partners is gedaald. De druk op de valide partner neemt toe naarmate het ziektebeeld van de dementerende bewoner evolueert. Om een antwoord te bieden op de vele vragen en specifieke noden bij de valide partners worden er 3 tot 4 momenten georganiseerd waarbij beide partners, begeleid door een psycholoog, samen op zoek gaan naar zingeving binnen de kleine wereld van hun leven met dementie. Zorg voor bewoners met jong‐dementie Door de specifieke deskundigheid die aanwezig is in De Wingerd, worden steeds meer vragen gesteld naar opvang van bewoners met jong‐dementie. In december 2011 zijn er reeds 10 personen met jong‐dementie die gebruik maken van de thuisondersteunende diensten. 5 personen met jong‐ dementie werden al opgenomen in de residentiële voorzieningen van het woon‐ en zorgcentrum. De acute en specifieke noden van deze bijzondere doelgroep worden in kaart gebracht, met het oog op een betere afstemming van de aangeboden zorg. Belevingsgerichte zorg Vanuit het principe “belevingsgerichte zorg” wordt de bewoner steeds als mens benaderd, met zijn persoonlijke levensverhaal en zijn eigen waarden. Goede contacten tijdens de zorg, aan tafel of waar dan ook, kunnen gemakkelijker gelegd worden wanneer men weet wie de bewoner geweest is of waar hij belang aan hechtte. De familieleden worden vóór de opname gevraagd een “herinneringsboekje” in te vullen met de voorgeschiedenis van de bewoner, dit document is ondertussen reeds enkele jaren in gebruik en aan herziening toe.
16
Gebruik van psychofarmaca Gebruik van psychofarmaca en meer specifiek het gebruik neuroleptica in de kleinschalige woningen van 1 tot 8 wordt geëvalueerd. Via het gebruik van een observatieschaal wordt de bewoner geobserveerd, de bevindingen van de medewerkers in de zorg worden op het huiskameroverleg met de specialisten besproken. De neuroleptica worden eventueel aangepast. Na 3 tot 6 maanden wordt het gebruik van de medicatie opnieuw kritisch geëvalueerd. Na 1 jaar wordt een algemene evaluatie gehouden. Valpreventie Vanaf januari 2012 zal er gestart worden met een project rond valpreventie en valregistratie. Deze registratie zal vanaf heden gebeuren in Care Solutions en opgevolgd en geëvalueerd worden. De doelgroep die hierbij gebruikt wordt, zijn de bewoners met beginnende en milde dementie die nog actief deelnemen aan de dagbesteding/activiteitenaanbod (ADL). De doelstelling is het registreren van de valrisico’s en de opvolging ervan in Care Solutions waardoor de valaccidenten beperkt kunnen worden. Op niveau van het verenigingsleven Uitbreiding en verdieping Er wordt een zangkoortje opgestart met bewoners, familieleden en vrijwilligers. Verder zal er een project uitgebouwd worden rond “levensboeken”, het samenstellen en vooral het gebruiken ervan in de verschillende groepen zal een bijzondere uitdaging vormen. Er wordt ook in 2012 verder gezocht naar variatie op de gebruikelijke thema’s voor de grotere reminiscentieprojecten. Op niveau van de medewerker Arbeidsduur en mobiele equipe In 2011 werd een mobiele equipe opgericht. De zorgcoördinatoren zijn hierover heel tevreden. In 2012 zal de wetgeving over arbeidsduur en de inzet van de mobiele equipe in de dagelijkse werking uitgewerkt en opgevolgd worden. Intervisie voor leidinggevenden Binnen het samenwerkingsverband van het Dijleland worden de leidinggevenden opgeleid. De basis van de opleiding vertrekt vanuit het systeemtheoretisch denkkader. In 2012 zullen de leidinggevenden via intervisies hun kennis en vaardigheden verder ontwikkelen. Kennisuitwisseling. Binnen het kader van de samenwerking zullen de referentiepersonen van de werkgroepen hun kennis uitwisselen met referentiepersonen van de andere WZC’s van het netwerk Dijleland. Ook als verantwoordelijke bewonerszorg is de uitwisseling van informatie zinvol. In 2012 zullen we één dag meewerken in de andere WZC’s. 55+ aftellen en meetellen De medewerkers 55+ hebben zich vaak al jarenlang ingezet voor een goede zorgverlening. Hoe kunnen ieders talenten verder ingezet worden?
17
Op niveau van de organisatie Medicatiebeleid In 2012 zal het algemene medicatiebeleid bijgestuurd worden. Dit houdt in dat alle stappen vanaf het voorschrift tot aan de toediening zullen onderzocht worden. Er zullen afspraken gemaakt worden ter verbetering van het medicatiebeleid. De doelstelling is om fouten in de loop van het proces te voorkomen. Naast de verdeling van de medicatie via de automaat, hopen we dat ook de andere medicatie die niet via de automaat kan klaargezet worden, dagelijks zal afgeleverd worden via de apotheek. Het nieuwe elektronische bewonersdossier van Care Solutions biedt hier de mogelijkheid toe. Bewonersdossier In 2011 werd het woonzorgdossier van Care Solutions geïntroduceerd. Medewerkers in de zorg werden opgeleid. De mogelijkheden van het dossier worden verder onderzocht zodat aan alle wettelijke vereisten zal voldaan worden. Het dossier zal eveneens als beleidsinstrument gebruikt worden om de zorg te evalueren. Concept kleinschalig wonen Het kleinschalig woonconcept wordt gekenmerkt door bijzondere aandacht voor autonomie en geborgenheid van de bewoners, zorg op maat, eigen dagritme, huiselijkheid en niet in het minst de betrokkenheid van de mantelzorger. In hoeverre zijn deze uitgangspunten nog levendig in het WZC? In hoeverre hebben medewerkers de competenties om de rol te vervullen van ‘zorgen’ naar ‘begeleiden’? Welke consequenties heeft het voor de leidinggevende? Aan de hand van het instrument ‘kijkpunten’ (Vilans) dat in het WZC werd herwerkt, zal in 4 kleinschalige woningen het concept geëvalueerd worden door de medewerkers. Vanuit deze evaluatie kan een verbeteractie gepland worden. Daarnaast zullen de zorgcoördinatoren deelnemen aan de intervisiegroep kleinschalig wonen Vlaanderen. Zij zullen in 2012 blijven stilstaan bij de visie van het kleinschalig wonen en opgeleid worden in hun rol als leidinggevende in deze kleinschalige woonvormen. Duurzame vrijwilligerswerking Een ruime groep vrijwilligers zet zich op verschillende terreinen in, variërend van meermaals per week, maandelijks of slechts enkele malen op aanvraag. In de woningen begeleiden ze de maaltijdmomenten, helpen bij of organiseren zelf activiteiten en uitstappen en verzorgen de altijd fraaie decoraties en inrichting. De activiteiten van het lokaal dienstencentrum worden eveneens ondersteund door deze vrijwilligerswerking: de juiste man op de juiste plaats. De vrijwilligers vullen een belangrijke leemte in naast de personeelsleden, familie en de vrienden van de bewoners. Zij vormen een hechte groep die in het kader van het Vlaamse decreet op het Vrijwilligerswerk kan rekenen op een professionele omkadering. De Wingerd blijft met vorming en netwerkevenementen voor haar vrijwilligers ook naar de toekomst inzetten op deze onmisbare peiler in de werking van het woon‐ en zorgcentrum.
18
Zorgorganisatie
Personeelsbeleid Aantal werknemers In 2011 stelde De Wingerd 152 werknemers tewerk of 98 full time equivalenten. Ten opzichte van 2010 is dit een daling van het aantal werknemers, het aantal full time equivalenten is echter licht gestegen. In 2011 zijn 11 werknemers in dienst gekomen en zijn er 14 werknemers uit dienst gegaan.
Mannen en vrouwen Vrouwen zijn het meest vertegenwoordigd in het totale personeelsbestand (89% vrouwen versus 11% mannen).
19
Leeftijdsverdeling totale personeelsbestand We zien dat de leeftijdscategorie van 45‐49 jaar het meest vertegenwoordigd is. Een goede spreiding kan echter vastgesteld worden over de leeftijdscategorieën heen. Voltijdse en deeltijdse tewerkstelling 76% van de werknemers werkt deeltijds in vergelijking met 24% voltijds.
Realisaties in 2011 Het samenwerkingsverband tussen WZC De Wingerd, WZC Dijlehof, WZC Ter Meeren en WZC Keyhof werd in 2011 ook binnen de personeelsdienst verder uitgebouwd op verscheidene vlakken. Zo werden alle voorbereidingen getroffen om WZC Keyhof op gebied van personeels‐ en loonadministratie eenvormig te laten lopen met de werking binnen het samenwerkingsverband. Ook het arbeidsreglement, de nieuwsbrief (deel personeelsdienst), verscheidene procedures werden eenvormig gemaakt over de vier woon‐ en zorgcentra heen. Daarnaast werden functiebeschrijvingen gerealiseerd en werd gewerkt aan de ontwikkeling van een functiematrix. Er werd geïnvesteerd in de automatisering van de loonberekening alsook in de opleiding voor het gebruik van het pakket. De sociale verkiezingen werden opgestart. Op gebied van vorming/training en ontwikkeling werden heel wat opleidingen zowel intern als extern gegeven aan werknemers op verschillende niveaus.
20
Deskundigheidsbevordering Een kwalitatief hoogstaande zorg steunt niet alleen op medewerkers die gedreven zijn, maar ook goed worden opgeleid en begeleid. Via interne en externe opleidingstrajecten rond diverse thema’s proberen we in De Wingerd een antwoord te bieden op de noden van de verschillende disciplines. Interne opleidingen Workshops Onderstaande bijscholingsmomenten gaan telkens door in de polyvalente zalen van het LDC Wijnveld. Alle medewerkers worden uitgenodigd om in te tekenen op het aanbod; sommige workshops zijn facultatief, andere zijn verplicht bij te wonen. Introductienamiddag Wat doen in noodsituaties? Met wie kan ik overleggen? Waar vind ik meer informatie? Verplicht voor nieuwe medewerkers. (01/03/2011) Basisprincipes in het omgaan met dementerende bewoners – Annemie Janssens, psychologe, Expertisecentrum Dementie MEMO Kleinschalig wonen: wat houdt het concept in? – Rudiger De Belie, directeur Comfortzorg Naast de visie en het theoretisch kader op comfortzorg wordt aandacht besteed aan het toepassen PDL technieken en het correct gebruik van materialen. (10/02/2011) Begeleiding: Jo De Clercq, kinesitherapeut. Omgaan met familie Familie of andere voor de persoon belangrijke personen worden steeds meer gezien als partner in de zorg. Vaak gaat dat goed, maar even vaak zitten we met vragen over hoe het beste met een familie om te gaan of hoe te reageren op hun gedrag. Vanuit casussen wordt gezocht naar een mogelijke aanpak in de omgang met familie. (22/02/2011) Begeleiding : Annemie Janssens, klinisch psychologe, expertisecentrum dementie Memo Vroegtijdige zorgplanning voor alle medewerkers Mensen plannen allerlei: hun agenda, hun loopbaan, hun vakantie, hun feestdagen. De enige zaak die vaak nagelaten wordt om te plannen is het levenseinde. Vroegtijdige zorgplanning biedt de bewoner de mogelijkheid om in een open dialoog het einde van het leven te bespreken. (15/03/2011) Begeleiding: Prof. Manu Keirse, psycholoog; Maartje Wils, zorgcoördinator en voorzitter PST; Dr. Jo Lisaerde, CRA
21
Palliatieve zorg en dementie Palliatieve zorg wil de kwaliteit van leven verbeteren van mensen met een levensbedreigende aandoening en hun naasten. Ze richt zich op pijn en andere symptomen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard. Hoe observeer je bijvoorbeeld pijn en ongemakken bij personen met dementie? Waaruit bestaat een palliatie benadering en wie is er verantwoordelijke voor? (10/05/2011) Begeleiding: Maartje Wils, zorgcoördinator en voorzitter PST; Dr. Jo Lisaerde, CRA Medische aspecten van dementie – belevingsgerichte zorg Het ziektebeeld dementie wordt vanuit medisch oogpunt toegelicht: de werking van het geheugen, de diagnosemogelijkheden, de mogelijkheden tot behandeling. Daarnaast zal vanuit het inzicht in de beleving van de ziekte door de persoon met dementie en zijn familie, nagegaan worden hoe we met de bewoner kunnen omgaan zodat zij hun situatie beter aan kunnen. Daarbij hebben we ook aandacht voor de attitude van de zorgverlener opdat mensen zich in hun kwetsbaarheid gerespecteerd kunnen blijven voelen. Vanuit een holistisch mensbeeld wordt bij 3 ziektebeelden stilgestaan. (13/01, 22/03/2011) Begeleiding : Dr. Eric Triau, Dr. Katrien Vanwezer, neuropsychiaters Portfolio’s De verpleegkundigen worden geacht zich voortdurend bij te scholen en daarvan een portfolio samen te stellen. Dit portfolio bevat relevante bewijsstukken die aantonen dat de medewerker voldoende handelingsbekwaamheid bezit en zelf verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van de eigen competenties; het opfrissen van specifieke vaktechnische kennis en bredere vaardigheden. Het portfolio vormt een punt van bespreking tijdens de regelmatige evaluatie‐ en functionerings‐ gesprekken met de zorgcoördinator. Werkgroepen Door deelname aan werkgroepen palliatie, wondzorg e.a. worden de medewerkers geïnformeerd over nieuwe inzichten en technieken. Middels de uitwisseling van praktische ervaring en casuïstiekbesprekingen vormen de verschillende werkgroepen een belangrijk leermoment. Inzet van psychologe Vanuit het theoretisch kader inzake belevingsgerichte zorg en het concept kleinschalig genormaliseerd wonen volgt de psychologe de bewoners en familieleden op, observeert de geboden hulpverlening en geeft hierover feedback naar de medewerkers en de zorgcoördinatoren. Zo worden de medewerkers op de werkvloer begeleid en continu bijgeschoold. Huiskameroverleg Het maandelijkse huiskameroverleg wordt multi‐ en interdisciplinair opgevat: verpleeg‐ en zorgkundigen, ergo‐ en kinesitherapeut, de neuropsychiater, de CRA en eventueel de psychologe bespreken er het onrustgedrag, omgaan met bewoners en familie in het kleinschalig woonproject, comfortzorg e.a. Theoretische inzichten worden onmiddellijk naar de praktijk vertaald, de deskundigheid van de verschillende zorgverleners wordt voortdurend uitgediept.
22
MIDO (Multi‐ en Interdisciplinair Overleg) De verantwoordelijken van alle disciplines komen maandelijks samen, er wordt telkens een thema behandeld: vb. jongdementie, omgaan met gedragsproblemen, vroegtijdige zorgplanning. Door reflectie en uitwisseling komt men tot nieuwe ideeën voor de ontwikkeling van kwaliteitsvolle zorg. Externe opleidingen Voor directie en stafmedewerkers ‐ Kleinschalig wonen voor ouderen: de dagelijkse praktijk – Zorgvisie/Reeds Business Events ‐ Inspiratiedag woonzorgnetwerken – VVSG ‐ Innovatieve visies in dementiezorg – OCMW Brugge ‐ Communicatie als eerste medicijn: over de kwaliteit van het professioneel zorggesprek – Acco ‐ Afrekening 2010 vs 2011 – Viazorg ‐ Toekomst van de ouderenzorg – Studiecentrum Bedrijf en Overheid ‐ GPS2021 – Zorgnet Vlaanderen ‐ Kantelmomenten in de palliatieve zorg – Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen ‐ Welbevinden en betrokkenheid als richtsnoeren voor een kwaliteitsvolle aanpak in woon‐ en zorgcentra – CEGO/Provincie Vlaams‐Brabant ‐ Aan weerszijden van de stethoscoop – Acco ‐ Communicatie in de woonzorgcentra – Zorgnet Vlaanderen/VVSG ‐ Verpleegkundigen en levenseindezorg: betrokkenheid, beleving en ethische aspecten – Zorgnet Vlaanderen/KULeuven ‐ Kleinschalig wonen voor ouderen: samenwerken aan een thuis – Zorgvisie/Reed Business Events ‐ Het medisch en verzorgingsdossier in het WZC – Domus Medica ‐ Thuiszorg: zorgen voor morgen – Centrum voor Ziekenhuis‐ en Verplegingswetenschap/KULeuven ‐ Intervisietraject coachen voor leidinggevenden – VOCA training & consult Voor specifieke functies en referentiepersonen ‐ Informatica: computer‐ en besturingssystemen, netwerken – CVO Leuven/Landen ‐ Kinesitherapie in de ouderenzorg – Axxon/VUB ‐ De betekenis van religie en cultuur binnen palliatieve zorg: Protestantisme – Panal ‐ Basismodule palliatieve zorg – Panal ‐ De betekenis van religie en cultuur binnen palliatieve zorg: Vrijzinnigheid – Panal ‐ LEIFopleiding voor andere zorgverleners – Levenseinde Informatieforum ‐ De betekenis van religie en cultuur binnen palliatieve zorg: Islam – Panal ‐ Training vrijwilligersverantwoordelijken ouderenzorg 2011 – Caritas/Present ‐ Investeren in vrijwilligers(beleid) – Caritas/Present ‐ Creatieve werkvormen in de zorg – ZorgSaam ‐ People and Patients in Motion – ESRI / Völker ‐ Heupfracturen voorkomen en genezen – Traumatologie/UZLeuven ‐ Communiceren met vrijwilligers – Caritas/Present ‐ De betekenis van religie en cultuur binnen palliatieve zorg: De Katholieke godsdienst – Panal ‐ Vervolmakingsmodule Palliatieve Zorg – Panal ‐ Posthogeschoolvorming “Referentieverpleegkundige in de wondzorg” – KHLeuven
23
Overleg & Communicatie De interne communicatie verloopt formeel en gestructureerd via regelmatige overlegmomenten. Op niveau van de gebruikers, bezoekers en bewoners Gebruikers van het lokaal dienstencentrum, bezoekers van de dagcentra en het centrum voor kort verblijf, bewoners van het woon‐ en zorgcentrum, hun familie en/of vertegenwoordigers participeren aan het beleid tijdens de regelmatige participatieraden: ‐ Centrumraad: 7/04, 23/06, 6/10 en 21/12/2011 ‐ Bewonersadviesraad: 13/01, 19/01, 6/04, 27/04, 8/06, 15/06, 21/09, 28/09 en 7/12/2011 ‐ Bezoekersadviesraad: 22/09/2011 Op niveau van de medewerkers De medewerkers in de zorg nemen delen aan werkgroepen; deze worden zowel op het niveau van de diverse functies en alsook functieoverschrijdend georganiseerd, enerzijds binnen de verschillende teams en anderzijds organisatiebreed. Aan de werkgroep palliatie, comfortzorg en wondzorg neemt eveneens een coördinerend arts deel; de psychologe en de psychiater zijn deelnemers van de werkgroep dementie. Door het continue sensibiliseren en uitwisselen van ervaringen binnen deze werkgroepen worden nieuwe inzichten en kennis uitgedragen doorheen de gehele organisatie. PST (palliatief support team) De werkgroep palliatieve zorg richtte zich dit jaar heel specifiek op de vroegtijdige zorgplanning. Op de bijeenkomsten werden de medewerkers opgeleid in het voeren van gesprekken. Hun kennis werd bij de aanvang van het project en op het einde van het werkjaar gemeten. De resultaten zullen hiervan beschreven worden in een rapport ( juni 2012) en verder besproken worden op het multidisciplinaire overleg. Comfortzorg In de werkgroep worden de nieuwe inzichten over het gebruik van comfortmaterialen opgevolgd. De kinesitherapeuten en de medewerkers blijven tijdens het dagdagelijks gebeuren alert voor het zit‐ en ligcomfort van de bewoners. VIPS (incontinentieproblematiek) Een goede opvolging en het juiste gebruik van incontinentiemateriaal bij de bewoner heeft een invloed op het comfort. Daarnaast heeft een correct gebruik van materialen een invloed op de werkdruk, het milieu en op de financiële resultaten. Ook deze werkgroep kan goede resultaten voorleggen. Restaurantcomité De medewerkers volgen dagelijks de kwaliteit van de maaltijden op. Hun bevindingen en voorstellen tot nieuwe menu’s worden besproken binnen het restaurantcomité. Wondzorg De deelnemers van deze werkgroep zijn verpleegkundigen. Zij volgen de wondzorg op en werken verder aan het protocol.
24
Logistiek Nieuwe onderhoudstechnieken worden met een afgevaardigde van de firma en de logistieke medewerkers opgevolgd.
Dementie In een WZC dat zich richt naar dementerende bewoners is een werkgroep als deze onontbeerlijk. Tijdens de werkgroep reikt de psychologe materialen en literatuur aan. Via casusbespreking wordt de kennis en de expertise in het omgaan met bewoners en familieleden vergroot.
Studentenbegeleiding Op het overleg met de zorgcoördinatoren worden de nieuwe opleidingsprogramma’s voorgesteld. In elke woning zijn er medewerkers die deze taak met een grote zorgvuldigheid uitvoeren. Zij stellen vooral medewerkers gerust. De ervaring in het omgaan met dementerende bewoners is voor velen vaak nieuw. De goede begeleiding zorgt ervoor dat studenten graag vakantiewerk komen doen en na hun studies komen solliciteren.
Redactieraad De vergaderingen worden ten minsten 4 maal per jaar samengeroepen met het oog op de publicatie van de huiskrant die periodiek verschijnt, het agenda wordt bepaald door de eindredacteur in samenspraak met de directie die tevens aan het overleg deelneemt. De redactieleden zijn hoofdzakelijk vrijwilligers en worden ondersteund door de administratieve medewerkers. Vrijwilligers De werkgroep vergadert 2 maal per jaar en heeft aandacht voor de inzet van de vrijwilligers binnen de woningen, voor de algemene appreciatie, voor de dagelijkse werking van het lokaal dienstencentrum en in het bijzonder de uitbouw van het Grand Café.
Op niveau van de organisatie In het kader van Woonzorgnet Dijleland werd een maandelijks structureel overleg ingericht voor de verantwoordelijken bewonerszorg van de drie instellingen, de operationele directeur van De Wingerd en de algemeen directeur van het samenwerkingsverband. De Wingerd neemt actief deel aan het Palliatief Netwerk (PANAL), de stuurgroep Kleinschalig Wonen in Vlaanderen (LUCAS), het maandelijkse Brandpunt overleg (Zorgnet), enz. Referent verpleegkundigen wondzorg zetelen in een werkgroep die rond het thema geleid wordt door medewerkers van het universitaire ziekenhuis Gasthuisberg. Er worden formele contacten onderhouden met een uitgebreide groep van instellingen binnen de sector; zeswekelijks overleggen de hoofden bewonerszorg van het Woonzorgnet Dijleland met de collega’s in Zaventem, Herent en de Annuntiaten in Heverlee. De centrumleider van het LDC neemt deel aan de algemene vergaderingen van de seniorenraad van Leuven en aan het 2‐maandelijks overleg tussen de centrumleiders van de lokale dienstencentra in het arrondissement Leuven.
25
Contactgegevens
Operationeel Directeur Rudiger De Belie 016/28 47 91
[email protected] Verantwoordelijke Bewonerszorg Nele Gaeremynck 016/28 47 96
[email protected] Onthaal & Opname Brenda Van Espen 016/28 47 93
[email protected] Thuisondersteunende Diensten Cathy Sweerts 016/28 48 00
[email protected] Lokaal Dienstencentrum Liesbet Volders 016/28 49 50
[email protected] www.wijnveld.info Verenigingsleven & Grand Café Mia De Brabander 016/28 47 94
[email protected] Expertisecentrum Dementie Annemie Janssens – Stien Claus – Stefanie Meeuws 016/50 92 06
[email protected] www.ecdmemo.be
Woon‐ & Zorgcentrum DE WINGERD Wingerdstraat 14 3000 Leuven tel. 016/28 47 90 fax. 016/20 44 45 www.wingerd.info –
[email protected]
26