Woonwenkenboek Furie
Woonwenkenboek
43 huur woningen ‘Furie’
Maassluis
1
Woonwenkenboek Furie
Pagina
INHOUD 1.
Inleiding
4
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Algemene informatie en tips Verzekering Reservesleutels Krimpscheuren Bouwvocht Reiniging, onderhoud en gebruik
5
a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k.
2.6 2.7 2.8
l. Geluidshinder Ventilatie van de constructie Afwerkvloeren a. b. c.
3 3.1
Loze leidingen
10
Rioollucht in de woning Goten en hemelwaterafvoer regelmatig reinigen Sifons Gescheiden rioolsysteem
d. Drainage (indien aanwezig) Gasinstallatie Warm- en koudwaterinstallatie Centrale verwarming Ventilatie a. b.
3.9
8
b. Rookmelders Riolering a. b. c.
3.3 3.4 3.5 3.6 3.8
7
Zandcementvloer Het aanbrengen van vloerafwerking Beschadigingen en onvlakheid van zandcementvloeren
Installaties Elektrische installatie a.
3.2
6
Betonvloeren/afwerkvloer Behang (indien van toepassing) Spuitwerk op wanden en plafonds Glas en aansluitend schilderwerk op hout en aluminiumramen Lichte krassen op glas Glasruiten Geplastificeerd materiaal Sanitair Tegelwerken Aluminium onderdelen, zoals roosters en greeplijsten Vocht en ventilatie Prefab betonnen balkons en/of galerijen
11 12
Mechanische ventilatie met warmte terugwinning WTW Aansluiten van apparaten op de mechanische ventilatie
14
Ventilatie gebruik a. Meerstandenschakelaar b. Koudeval
3.10
Telefoonaansluiting, CAi en ISDN
15
4
Binnenwanden a. Bevestigen/boren binnenwanden b. Boren in beton c. Boren in betegelde wanden
15
5
Kozijnen, ramen en deuren
17
a.
5.1 5.2
Houten kozijnen, ramen en deuren
b. Kunststof kozijnen, ramen en deuren Hang- en sluitwerk Deuren
2
Woonwenkenboek Furie 6 6.1 6.2
Schilder- en glaswerk Schilderwerk Beglazing
18
7 7.1
Gevels Metselwerk
19
8 8.1 8.2 8.3
Daken Pannen daken Goten Platte daken (bitumineuze dakbedekking)
9 9.1
Inrichting / afwerking Wandafwerking a.
9.2
19
Behangen en sauzen
b. Spuitwerk Sanitair/tegelwerk a.
20
Sanitair kitvoegen
9.3 9.4
Aanrechtbladen Zonwering en rolluiken
20
10
Onderhoud
21
11 11.1
21
11.6
Storingen in installaties verhelpen Problemen aan de riolering verhelpen a. Gootsteen,wastafel,bad,douche loopt niet of langzaam leeg b. Toiletpot verstopt c. Stankoverlast en/of rioollucht Problemen aan de waterinstallaties en kranen verhelpen a. Lekkende kraanuitloop b. Stortbak toilet blijft lopen c. Geen koud water d. Geen warm water Problemen aan de verwarmingsinstallatie verhelpen a. Het niet of niet goed functioneren van de verwarming b. Verwarmingsinstallatie borrelen en ruisen c. De installatie lekt d. De radiator blijft voor een deel koud Problemen aan de elektrische installatie verhelpen a. In de gehele woning geen spanning of stroom b. In een deel van de woning geen spanning/stroom c. Elektrische leiding geraakt tijdens boren in wand of plafond Problemen aan CAI / Telefoonaansluiting verhelpen a. TV geen beeld en/of geluid b. Geen telefoonsignaal Liftinstallaties
12
Garanties
24
13
Tot besluit
25
11.2
11.3
11.4
11.5
Bijlagen: Bijlage 1: Bijlage 2:
Schoonmaakadviezen algemeen Kleuren van materialen en schilderwerk.
Adreslijst en telefoonnummer Maasdelta
22
23
23
23
26 28 30
3
Woonwenkenboek Furie 1.
Inleiding
Op de eerste plaats willen wij u feliciteren met uw nieuwe woning. Bij het bouwen van uw woning zijn moderne materialen en constructies toegepast, waarmee u wellicht nu voor het eerst kennis maakt. Maasdelta biedt u hierbij bewoningsrichtlijnen en adviezen aan, waarbij is getracht niet te veel jargon te gebruiken om het voor een ieder zo begrijpelijk mogelijk te houden. De informatie is door ons met de meeste zorgvuldigheid samengesteld. Wij kunnen evenwel geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten en/of verschrijvingen die er in voor kunnen komen.
4
Woonwenkenboek Furie Belangrijke informatie voor de eerste weken na ontvangst sleutels: 1. Raadpleeg voor meer specifieke voorwaarden ook het huishoudelijk reglement van de Vereniging van Eigenaars. 2. In de woning is nog veel (bouw)vocht aanwezig. Ventileer de eerste weken goed en laat binnendeuren en de keukenkastjes op een kier staan. 3. Het ontstaan van lichte scheurvorming als gevolg van kruip en krimp in wanden of plafonds is onvermijdelijk. 4. Niet boren of spijkeren in de afwerkvloeren in verband met de in de vloer aanwezige leidingen. 5. Wees voorzichtig met ‘vers’ schilderwerk, sanitair, tegelwerk en keukenkastjes en ruiten. Er kunnen bijvoorbeeld nog restjes cement of zand op zitten, die bij het schoonmaken gemakkelijk krasjes kunnen veroorzaken. 6. De rookmelders zijn gevoelig voor stof en zijn om die reden met stofkapjes opgeleverd. Verwijder het stofkapje pas na het schoonmaken van de woning. 7. Mocht u om welke reden dan ook de hoofd gaskraan afsluiten (bijvoorbeeld bij werkzaamheden aan de installatie) dan duurt het circa 15 minuten voordat u op een gebruikspunt weer gas krijgt. 8. Kranen kunnen door aanwezig gruis in waternet in het begin lekken of minder doorstromen. Maak het filter en/of kraanleertje schoon zodat deze weer normaal doorloopt/ afsluit. Draai kranen in het begin niet te vast dicht. 9. In de keuken is op de plaats waar u kookt een extra ventilatiekanaal aangebracht. Hierop kan alleen een motor loze wasemkap aangesloten worden.
5
Woonwenkenboek Furie 2.
Algemene informatie en tips voor ingebruikname woning
2.1 Verzekering Vanaf het moment dat de woning aan u is opgeleverd, bent u zelf verantwoordelijk voor uw woning. Zorg daarom altijd voor een inboedelverzekering. Bij het betrekken van een nieuwe woning is de aanpassing van uw huidige inboedelverzekering dikwijls nodig. U kunt dit voor uw situatie bepalen. Vraag zonodig advies bij uw verzekering of tussenpersoon. Zij beschikken over handige lijsten waarmee u zelf de waarde van uw inboedel kunt bepalen. Ook bij de Consumentenbond kunt u informatie vragen over “goed verzekerd” zijn. Pas op dat u niet onderverzekerd bent. Pas uw inboedelverzekering, indien nodig, jaarlijks aan de gestegen waarde aan.
2.2 Sleutels U heeft sleutels ontvangen van de sloten op de buitendeuren. Voor het maken van extra sleutels kunt u terecht bij een ijzerhandel of sleutelspecialist.
2.3 Krimpscheuren In uw woning is een grote verscheidenheid aan materialen toegepast. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van de bouw is zoveel mogelijk getracht de eigenschappen van die materialen op elkaar af te stemmen. Het ontstaan van lichte scheurvorming als gevolg van kruip en krimp, is echter onvermijdelijk. Deze scheuren ontstaan voornamelijk op plaatsen waar twee verschillende materialen in elkaar overgaan of op elkaar aansluiten, maar kunnen ook in de materialen zelf ontstaan. Helaas is hier niets aan te doen, echter hebben deze verschijnselen geen invloed op de kwaliteit van de woning. Krimp- en zettingsscheuren worden zichtbaar bij toepassing van een harde wandafwerking (zoals spachtelputz / spuitwerk / sauswerk). Indien men toch kiest om een harde wandafwerking toe te passen is het raadzaam om de aansluiting van de wand met plafond in te snijden en beter nog, als flexibele voeg uit te voeren. Hierdoor zijn krimp- en zettingsscheuren te minimaliseren. Krimp- en zettingsscheuren vallen niet onder de garantieregeling. Het is dan ook aan te raden de eerste jaren de wanden te behangen, of men moet reparaties na verloop van tijd voor lief nemen. 2.4 Bouwvocht Bouwvocht is het vocht wat in de woning wordt gebracht ten tijde van de bouw. Veel materialen worden nat verwerkt. Tevens heeft de regen tijdens de bouw vrije toegang tot de woning. In de bouwfase ontstaat circa 2500 liter vocht in de woning, dat door goed ventileren moet verdwijnen.
Laat ventilatieroosters zoveel mogelijk open. Laat de instellingen van de afzuigmondjes. Laat binnendeuren en keukenkastjes de eerste week op een kier staan. Voorkom zoveel mogelijk verontreinigde lucht (sigaren- en sigarettenrook en kookdampen) door extra te ventileren. De combinatie van verontreinigde lucht plus bouwvocht veroorzaakt het geel worden van wanden en plafonds. Verwijder zoveel mogelijk condenswater, bijvoorbeeld in de badkamer na het douchen. Meubels en kasten tenminste 50 mm van de buitenwanden plaatsen om schimmelvorming te voorkomen. Eventuele schimmelplekken eerst goed laten drogen en daarna met een zachte borstel behandelen. Verwijder zoveel mogelijk condenswater van de ruiten. Het wijzigen van de ventielen (afstelling) van de mechanische of gebalanceerde ventilatie (WTW) kan leiden tot onbalans en daarmee ook veel overtollig vocht in de woning.
2.5 Reiniging, onderhoud en gebruik Het is van belang, dat de toegepaste materialen en installaties in goede conditie blijven. Het op juiste wijze gebruiken en onderhouden van de verschillende onderdelen verlengt de levensduur van uw woning en verhoogt het wooncomfort. Uw woning wordt “bezemschoon” opgeleverd. Dit wil zeggen dat uw woning wordt ontdaan van overmatig stof en overige verontreinigingen. Dit betekent dat u na oplevering zelf ook nog aan de slag gaat met het schoonmaken van uw woning. Wij hebben hieronder een aantal raadgevingen en 6
Woonwenkenboek Furie waarschuwingen, welke bij het schoonmaken van pas kunnen komen. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen zoals chloor en ammonia. Zet bij het schoonmaken ramen en roosters open voor voldoende ventilatie. a. Betonvloeren/afwerkvloer Vermijdt bij het schoonmaken het gebruik van water, zeker als spoedig hierna de vloerbedekking zal worden aangebracht. Niet boren of spijkeren in de afwerkvloeren in verband met de in de vloer aanwezige leidingen. b. Glasruiten De ruiten van de in uw woning geplaatste ramen kunnen aan de buitenzijde worden aangetast, er ontstaat een aanslag op de ruiten. De oorzaak is dat bij overvloedige regenbelasting op de gevels de chemische verbinding uit de mortel en/of gevelsteen, gelegen boven deze ruiten, wordt opgelost en deze door het regenwater wegvloeit over de ruiten. De aanslag is grotendeels te voorkomen door de ruiten regelmatig te wassen, zeker in de eerste periode van bewoning. c. Vocht en ventilatie Voorkom overdadig vocht in de woning door de mechanische ventilatie (MV) goed te gebruiken en bewust te ventileren. Goed ventileren houdt in: Ventilatie roosters open houden. Regelmatig spuien van de woning door ramen open te zetten. De ventielen van uw mechanische ventilatie in tact laten, bijvoorbeeld niet afplakken. Ook na het baden of douchen is het verstandig om waterdruppels op de betegelde wanden en vloeren zoveel mogelijk met een trekker of doek te verwijderen en de kitvoegen met een doek te drogen. De badkamer zal daardoor weer sneller droog zijn, waardoor er minder risico’s van schimmelvorming zullen zijn. 2.6 Geluidshinder Uw woning is gebouwd conform de norm geluidswering in woongebouwen, zoals deze gesteld wordt in het Bouwbesluit, welke geldt ten tijde van de bouwaanvraag. Niettemin blijft het mogelijk zoveel lawaai te produceren, dat dit ook bij de buren hoorbaar is. Vooral ten aanzien van het doordringen van het zogenaamde contactgeluid is het, ten opzichte van uw buren, misschien wenselijk enige voorzieningen te treffen om het geluidsniveau te verlagen. Zo zal het contactgeluid van op de grond staande luidsprekerboxen minder doorklinken als deze bijvoorbeeld op stukjes schuimrubber worden gezet. Wanneer u de luidsprekers wilt ophangen vermindert u het contactgeluid door tussen de ophangbeugels en de wand strookjes rubber of vloervilt aan te brengen en voor bevestiging rubberpluggen toe te passen. Vloerafwerking; Het Bouwbesluit schrijft voor dat de geluidsdemping van zwevende dekvloeren in boven elkaar liggende woningen minimaal 5dB moet zijn. In de praktijk blijkt deze waarde te liggen tussen de 5 dB en 10 dB, in de praktijk dichter bij 10 dan bij 5. Het is daarom toegestaan min of meer harde vloerbedekking aan te brengen zoals parket, laminaat, plavuizen, marmer en dergelijke. Plavuizen en marmer dienen direct op de vloer verlijmd te worden zonder enige vorm van tussenvloer. Hetzelfde geldt voor gelijmd parket. Indien laminaat en parket los worden gelegd moet dat in combinatie met een tussenvloer. Deze tussenvloer bestaat (meestal) uit een gladde polyethyleen (PE) folie en mag niet voor geluidsreductie zorgen. In geen geval mag een harde tussenvloer worden gebruikt van bijv. tempex platen of ander hard materiaal. Overtuigt u ervan dat de toe te passen tussenvloeren voldoen aan een of meer van de volgende Nederlandse normen. Laat u voorlichten door uw leverancier. -NEN 1070 (oude & nieuwe versie) / -NEN 5070 -NEN-EN-ISO 717-1,-2 / -NEN 5077 -NEN-ENISO 140-6,-7,-8 Behoudens voor de vloeren van de sanitaire ruimten geldt als voorwaarde dat de harde vloerbedekking minstens 10 mm vrij blijft van het opgaande werk (wanden, deurposten, kozijnen etc.). Plinten moeten vrijgehouden worden van de harde vloerbedekking om contactgeluidbruggen tegen te gaan
7
Woonwenkenboek Furie Voor meer informatie kunt u terecht bij: Nederlandse Stichting Geluidshinder (NSG), Postbus 381 2600 AJ Delft Tel 015 2562723 E-mail:
[email protected] http://www.nsg.nl 2.7 Ventilatie van de constructie Uw gevel is uitgevoerd met een zogenaamde spouwconstructie. De in de buitengevel van uw woning aangebrachte ventilatie en ontwateringvoorzieningen moeten intact blijven. Dus de open stootvoegen (open verticale voegen tussen de gevelstenen) in het gevel metselwerk niet dicht smeren of blokkeren door er bijvoorbeeld zonwering tegenaan te plaatsen. De muisroosters (roosters in de gevel op maaiveldniveau) niet dichtzetten. Afsluiten van bovengenoemde ventilatieconstructies leidt tot vochtproblemen in de woning. 2.8
Afwerkvloeren
a. Zandcement dekvloeren Het zandcement is niet zo sterk als beton, maar kan veel vlakker worden verwerkt. Eventuele kleine beschadigingen aan deze cementdekvloer, zoals scheurtjes, gaatjes en dergelijke, kunt u herstellen met Porion, Egaline en dergelijke. Dit is verkrijgbaar in een doe-het-zelf-winkel. De cementdekvloer moet voldoende vlak zijn om daar een afwerking over heen te leggen (zoals parket of vloerbedekking). Tegenwoordig worden veel leidingen (onder andere gas, water, vloerverwarming) in de cementdekvloer gelegd. Boor daarom geen gaten in de vloer en sla geen spijkers in de vloer, maar gebruik lijm. b. Het aanbrengen van vloerafwerking Voordat vloerafwerking wordt aangebracht moet het vochtpercentage van de dekvloer en/of houten vloer gecontroleerd worden door de leverancier. Bij een te hoog vochtpercentage kan blaasvorming optreden of kan de vloerafwerking loslaten. In verband met de eisen van het bouwbesluit mag de opstap (hoogteverschil tussen de onderkant van de voordeur en de vloerafwerking) niet meer zijn dan twee centimeter. Dit betekent dat er wel ruimte is voor een “dunne” mat achter de voordeur maar dat er geen parket of tegelwerk binnen de draaicirkel van de deur kan worden aangebracht. Er mag in géén geval een gedeelte van voordeur worden afgeschaafd !!
Raadpleeg voor meer specifieke voorwaarden ook het huishoudelijk reglement van de Vereniging van Eigenaars. 3.
Installaties
De hieronder beschreven installaties voldoen aan alle wettelijk gestelde eisen. Wij adviseren u dan ook dringend zelf niets aan de installatie te veranderen, ook mede in verband met de garantie. U dient hiervoor een erkend bedrijf in te schakelen en/of contact op te nemen met uw verhuurder Maasdelta. Zie voor verantwoordelijkheid onze folder ‘Dagelijks onderhoud aan uw woning: dat doen we samen!’. 3.1 Elektrische installatie In de meterkast bevindt zich onder andere de groepenkast van de elektrische installatie. Deze is verdeeld in een aantal groepen, waarvan er één geheel gereserveerd is voor uw wasautomaat met eigen aarde. Voor elke groep is er een zekering in de meterkast aanwezig, die u bij voorkomende reparaties of bij het aanleggen van vaste aansluitingen moet uitschakelen. De lichtgroepen (groen gemerkt) zijn tevens beveiligd met een aardlekschakelaar. Wij raden u aan de testknop “T” van de aardlekschakelaar een paar keer per jaar te controleren op de goede werking. Is er iets mis met de elektrische installatie in uw woning of met een daarop aangesloten toestel, dan zal de aardlekschakelaar automatisch uitschakelen en de stroomtoevoer naar de op de aardlekschakelaar aangesloten groepen afsluiten. 8
Woonwenkenboek Furie Bij maximaal 4 groepen is uw installatie voorzien van 1 aardlekschakelaar. Bij maximaal 8 groepen is uw installatie voorzien van 2 aardlekschakelaars. De bedrading van de elektrische installatie is voorzien van een kleurcode volgens onderstaande tabel: Groen/geel Aardingsdraad Blauw Nuldraad voor afvoeren stroom Bruin Fasedraad (P) voor toevoer stroom Zwart Schakeldraad voor toevoer stroom naar verlichting Tip: Het is handig in de meterkast een zaklantaarn te bewaren. Aandachtspunten: Als stroom in gehele woning uitvalt, kijk dan eerst (voor u gaat zoeken in de meterkast) bij de buren, zitten ook zij zonder stroom, dan is er sprake van een algemene stroomstoring. Schakel voor het aansluiten van elektrische apparatuur met een vaste verbinding altijd de betreffende groep van de installatie in de meterkast uit. De groepenindeling hangt in de meterkast. Controleer altijd voor de zekerheid met een spanningzoeker of spanningtester of er inderdaad geen spanning meer aanwezig is. Voorkom overbelasting van elektrische installatie. Op ieder apparaat en op iedere lamp staat in “watt” aangegeven hoe groot het elektriciteitsverbruik is. Per groep van de elektrische installatie kan maximaal 3.500 watt aan apparaten en lampen worden aangesloten. U vindt uitsluitend stopcontacten met randaarde in uw woning. Wij raden u dringend aan in de zogenaamde “natte” ruimte alleen met geaarde apparaten te werken, immers de combinatie water/elektra is levensgevaarlijk. Sluit lampen altijd met een kroonsteentje aan op het aansluitpunt in het plafond. a. Loze leidingen Alle loze leidingen zijn voorzien van een zogenaamde “controledraad “. Deze draad geeft aan dat de leiding open is en vrij van vervuiling. Aan deze “controledraad” mag u nooit de kabel/draad bevestigen welke u wilt aanbrengen. Deze “controledraad” is bestemd voor het bevestigen van een metalen trekveer, welke u door middel van deze “controledraad” in de buis kunt aanbrengen. De trekveer dient op een deugdelijke manier aan de “controledraad “ te worden bevestigd zonder dat een “prop” aan de kop van de trekveer ontstaat. Het is verstandig deze trekveer door middel van twee personen aan te brengen, één persoon invoeren en één persoon trekken. Nadat de trekveer in de leiding is aangebracht, kunt u de gewenste kabel/draad op een deugdelijke manier bevestigen aan de kop van trekveer. Zorg ervoor dat geen prop aan de kop van de trekveer ontstaat. Ook nu is het verstandig de kabel met twee personen aan te brengen. Trek de kabel/draad met beleid in de loze leiding. Wanneer er teveel kracht op de trekveer wordt geplaatst en de kabel/draad is niet goed bevestigd, kan deze loslaten van de kop van de trekveer met de kans dat de kabel/draad niet meer is te verwijderen. Bij het trekken van een cai/ kpn-kabel moet men gebruik maken van een trekkousje. Dit trekkousje bevestigt men aan de cai/ kpn-kabel en aan de trekveer. Ook hierbij moet u met twee personen te werk gaan om de de kabel erin te trekken. Eén persoon bij de meterkast om de kabel goed te begeleiden cq in te voeren en de andere persoon trekt aan de veer. De kabel kunt u het beste uitrollen voordat u de kabel in de leiding gaat trekken. Het verdient aanbeveling om bij leidingen langer dan tien meter de cai/ kpn-kabel in te wrijven met wat afwasmiddel. Bij het trekken van andere kabels gaat men te werk zoals de cai/ kpn-kabel, alleen is het trekkousje hier niet nodig en wordt de kabel direct aan de veer vastgemaakt.
b. Rookmelders Op diverse centrale plaatsen in uw woning bevindt zich een rookmelder. Indien er teveel rookontwikkeling in de woning is, gaan de rookmelders piepen. U kunt dan tijdig de woning verlaten. Het is in uw eigen belang dat deze rookmelders goed functioneren. De rookmelder is voor eventuele stroomuitval voorzien van een batterij,. De batterij wordt in het reguliere onderhoud door Maasdelta vervangen (bij een lege batterij geeft de rookmelder met regelmatige tussenpozen een hoorbare piep). 9
Woonwenkenboek Furie Rookmelders zijn gevoelig voor stof. Als er teveel stof in de rookmelder komt gaat deze defect. 3.2 Riolering De riolering in uw woning is aangesloten op het gemeenteriool. Spoel geen vaste stoffen, vetten en chemicaliën door het riool. Dus loos frituurvet niet via het rioolstelsel, laat dit stollen, schep het dan in een krant en gooi het met krant en al in de daarvoor bestemde afvalcontainer. Hieronder vindt u een overzicht van stoffen die u beslist niet door het riool, via wastafel, bad, douche, gootsteen of toilet mag spoelen: Soort stof: Etensresten, bak- en braadvet, verbandmiddelen, kattengrit, cementresten, enzovoorts. Middelen zoals aceton, jodium, ether, enzovoorts.
Geneesmiddelen, olie, chemicaliën, verfresten, kwastenreiniger, fotochemicaliën, enzovoorts.
Schade: Riool slibt dicht en raakt verstopt Tasten de leidingen van de riolering aan Zijn zeer slecht voor het milieu (chemobak)
Mocht het toch eens mis gaan, zie dan het hoofdstuk ‘Storingen in installaties verhelpen, problemen aan de riolering’.
a. Rioollucht in de woning Ieder afvoerpunt van de riolering is voorzien van een zogenaamd stankslot (sifon) om te voorkomen dat er een rioollucht in de woning komt. Een stankslot werkt alleen als er water in staat. Indien een stankslot “droog” is komen te staan, moet de rioollucht verdwijnen wanneer het stankslot weer gevuld is met water en de woning een half uur is geventileerd. Tip: Als een afvoer langere tijd niet gebruikt wordt (bijvoorbeeld door vakantie) kan een scheutje slaolie (enkele druppels) het verdampen van het water in het stankslot aanzienlijk vertragen. b. Gescheiden rioolsysteem De hemelwaterafvoeren zijn apart aangesloten op het gemeentelijk schoonwaterriool. Deze lozen vaak rechtstreeks op het oppervlakte water en loopt niet via de rioolzuivering. Hier mag absoluut geen riool op aangesloten worden. 3.3 Drainage (indien aanwezig) Afhankelijk van de grondgesteldheid zal er in meer of mindere mate water in de kruipruimte aanwezig zijn. Omdat de begane grondvloer luchtdicht is uitgevoerd, heeft dit geen negatieve invloed op het leefklimaat in de woning. 3.4 Gasinstallatie De gasleiding is vanaf de meterkast naar de CV-ketel en naar het kooktoestel in de keuken aangelegd. De totale installatie is gekeurd door een erkende waarborginstallateur. Indien u de gasinstallatie wilt wijzigen of uitbreiden, dient u dit in samenwerking te doen met een erkende waarborg installateur. Informeer bij Maasdelta wat de mogelijkheden/ voorwaarden zijn. Uw gasinstallatie is ter plaatse van de gasmeter beveiligd door middel van een zogenaamde B-klep. Mocht u om welke reden dan ook de hoofdkraan afsluiten (bijvoorbeeld bij werkzaamheden aan de installatie) dan duurt het circa 15 minuten voordat u op een gebruikspunt weer gas krijgt. 3.5 Warm- en koudwaterinstallatie De waterinstallatie is aangelegd en gekeurd door een erkende waarborginstallateur. Voor het afsluiten van het gehele waterleidingnet in uw woning kunt u de hoofdkraan nabij de watermeter gebruiken. Om bij een mankement aan de wasautomaat ernstige wateroverlast in uw woning te voorkomen, adviseren wij u bij het plaatsen van de wasautomaat een opvangbak of een waterslot te monteren. Verder adviseren wij bij het plaatsen van een (vaat)wasmachine, het toepassen van een waterslagdemper. Dit kan wenselijk zijn om “waterslag” in het waterleidingsysteem te voorkomen of te beperken. 10
Woonwenkenboek Furie Waterslag (een hard knallend geluid) in het leidingstelsel is onvermijdelijk bij snelsluitende kranen. In toenemende mate worden de standaard geleverde kranen vervangen door éénhendelkranen en andere snelsluitende kranen. Bij gebruik van éénhendelkranen en andere snelsluitende kranen, kan waterslag in het leidingstelsel ontstaan. Deze waterslag is niet te voorkomen. De installatie is zo aangelegd dat genoemde waterslag geen nadelige gevolgen voor de installatie heeft. De geluidsoverlast die daardoor ontstaat is echter onvermijdelijk. De overlast zal sterk verminderen als men de snelsluitende kranen minder snel sluit. Ook kan het toepassen van waterslagdempers de hinder verminderen, al zal dat niet alle gevallen zo zijn. Wij wijzen u erop dat de CV Combiketel niet gelijktijdig meerdere warmwatertappunten kan bedienen, zonder een duidelijke invloed op de warmwater-afgifte per tappunt. Voor uitgebreide informatie vewijzen wij naar het hoofdstuk CV-installatie. Aandachtspunten: Kalkaanslag in kraanuitloop of douchekop kan in azijn of ontkalkingmiddel worden opgelost. De perlator (zeefje onder kraan) dient 1x per jaar te worden gereinigd, vooral in de beginperiode kan zich hier vuil uit de waterleiding verzamelen. In de beginfase kan vuil uit de waterleiding tussen de afsluitleertjes van de kraan gaan zitten en kan de reden zijn dat een kraan blijft druppelen. Deze kraanleertjes dienen dan te worden schoongemaakt. Wanneer de buitentemperatuur onder het vriespunt daalt is het verstandig de buitenkranen af te tappen. Dit is mogelijk door de stopkraan dicht te draaien en het aftapkraantje en de buitenkraan open te draaien.
3.6 Centrale Verwarming Voor de verwarming van uw woning is een combiketel aangebracht. Deze combiketel zorgt tevens voor de levering van warm tapwater. De ketel heeft een “gesloten” uitvoering; dat wil zeggen dat de ketel zelf de benodigde verbrandingslucht direct van buiten aanzuigt en de verbrandingsgassen ook weer afvoert. Bij de CV installatie vindt u een uitgebreide handleiding van de combiketel. De verwarmingsinstallatie wordt, via de kamerthermostaat centraal hoger of lager gezet. De kranen van de radiatoren in de huiskamer moeten altijd open blijven staan in verband met het goed functioneren van de kamerthermostaat. U kunt niet zonder meer thermosstatische radiatorenkranen op uw radiatoren aanbrengen. Thermosstatische radiatorkranen mogen nooit geplaatst worden in de ruimte waar de temperatuur door de kamerthermostaat wordt geregeld. Het is mogelijk de kamerthermostaat door een klokthermostaat te vervangen. U kunt daarmee de tijden aangeven waarop de verwarming op een bepaalde temperatuur moet aanslaan. De ontwerptemperaturen, kunnen worden bereikt bij gelijktijdige verwarming van alle vertrekken. Bij een strenge koude is het verstandig om de radiatorenkranen, die normaal gesloten zijn iets open te zetten en de nachttemperatuur op de kamerthermostaat niet onder de 16º C te laten zakken. 3.7 Enkele tips. Een harde vloerbedekking voelt kouder aan dan zachte. Het hoger zetten van de verwarming heeft dan geen zin. U kunt beter pantoffels/ dikke sokken aantrekken of rondom uw zit een tapijt of vloerkleed neer te leggen. Als u de woonkamer niet warm krijgt en het buiten erg koud is (erg lage buitentemperatuur) is het nodig de andere kamers ook te verwarmen, zelfs al doet u dat normaal niet. (Bijvoorbeeld de slaapkamers.) Anders zijn wanden en vloeren te koud om de woonkamer op temperatuur te krijgen. Indien u met zomervakantie vertrekt dient het geen aanbeveling de installatie uit te zetten. De pomp moet namelijk af en toe even werken, zodat die niet vast gaat zitten. Trek de stekker er dus niet uit! De thermosstaat laag zetten is voldoende. Indien u met wintervakantie vertrekt zet de thermosstaat dan op minimaal 10 graden en zet alle radiatoren open, zodat waterleidingen niet bevriezen. Verwarmen en ventileren, gaat dat wel samen? Ja: verstandig ventileren kan zelfs energie besparen. Een droge woning is namelijk sneller warm dan een vochtige woning. Door te ventileren wordt het vocht afgevoerd en is uw woning uiteindelijk sneller opgewarmd. Ventileren voorkomt een vochtprobleem in uw woning en is ook goed voor het leefklimaat in de woning. 11
Woonwenkenboek Furie Energiebesparing Er is het nodige gedaan om uw woning energiezuinig te maken door het aanbrengen van gevel-, vloer- en dakisolatie, isolatieglas en tochtweringen. U, als gebruiker van het huis, kunt zonder afbreuk te doen aan het wooncomfort behoorlijk op stookkosten besparen: Houd de kamerdeur naar de gang gesloten. Draai de thermostaat terug voordat u de ramen openzet. Draai de thermostaat een uur voor het naar bed gaan ± 4°C lager; door de straling van de in de wanden en vloeren opgeslagen warmte blijft uw kamer ook dat uur nog behaaglijk. Zware gordijnen isoleren beter dan lichte. Dek met gordijnen niet de radiatoren af; de warmte blijft hangen tussen het kozijn en het gordijn. Het installeren van een klokthermostaat. Hoe groter het verschil tussen de ingestelde dag- en nachttemperatuur, hoe harder de CV moet werken om uw woning op temperatuur te brengen (meer energiekosten).
Raadpleeg bij het in-/ uitschakelen van uw CV de gebruikershandleiding. Radiatoren. Voor een goede werking moet de ruimte om de radiatoren vrij zijn. Dus geen meubels voor de radiatoren plaatsen of overgordijnen hangen. Voor een goede werking moeten de radiatoren in de woonkamer altijd open staan. Minimaal drie radiatoren in huis moet u altijd open zetten, anders kan de ketel zijn warmte niet kwijt. De radiatoren in uw woning kunnen lucht bevatten. U merkt dan dat zij minder warm worden en/of een tikkend of een borrelend geluid laten horen. In de handleiding van uw verwarmingsketel is omschreven op welke wijze de installatie moet worden ontlucht. Zie tevens het hoofdstuk “Storingen in installaties verhelpen”. De CV ketel is uitgerust met een automatisch ontluchtingsventiel. Mocht u dan ook waterdruppels zien verschijnen nabij het ontluchtingsventiel, dan kan dit veroorzaakt zijn doordat het automatische ventiel even heeft opengestaan, om de lucht uit de leidingen of de ketel te verwijderen. Waarschuwing: De CV leidingen van de radiator zijn in de afwerkvloer/voorzetwanden opgenomen. Wij adviseren u dan ook niet in de afwerkvloeren/voorzetwanden te spijkeren of te boren om te voorkomen dat u de leidingen beschadigt. Tip. Pas op met het drogen van wasgoed op de radiatoren, deze kan namelijk gaan roesten. U kunt beter een klein wasrekje aan de radiator hangen en het wasgoed daaraan ophangen. De thermosstaat moet de luchttemperatuur in de kamer kunnen meten. Daarom mag hij niet worden ingebouwd en mogen er geen lampen dicht in de buurt van de thermosstaat hangen. 3.8 Ventilatie Door ventilatie wordt verse lucht aan uw woning toegevoegd en vochtige vervuilde lucht afgevoerd. Het meeste vocht in uw woning produceert u zelf: bij uitademen, koken, douchen, wassen en drogen, schoonmaken enzovoorts. a. Mechanische ventilatie De keuken, de badkamer, het toilet en de opstelplaats van de wasmachine worden mechanisch geventileerd door middel van een afzuiginstallatie. Deze installatie is in de technische ruimte geplaatst. In uw woning is Vent-O-System® in sensor gestuurde uitvoering toegepast. Dit houdt in dat de behoefte aan ventilatie wordt bepaald door metingen m.b.v. CO2-sensoren geplaatst aan het plafond in de slaapvertrekken en de woonkamer/ open keuken. U hoeft de Ventostaat niet zelf te programmeren. Het is een volledig automatisch werkend systeem. Als de sensoren een verslechtering van de luchtkwaliteit meten zal de ventilatie in de betreffende ruimte automatisch worden afgestemd. De roosters zullen automatisch geopend worden en de mechanische afzuiging gaat daardoor harder draaien. Indien gewenst kunnen de roosters individueel geopend of gesloten worden met de infrarood handzender. Ook kan het hele systeem naar de hoogstand worden gestuurd met behulp van de schakelaar in de keuken of de optionele schakelaar in de badkamer. De op deze wijze gekozen standen blijven een aantal uren gehandhaafd, waarna het systeem weer automatisch terugkeert in sensorsturing. Bij gebruik van de keuken en/ of badkamer raden wij u aan om de schakelaar op de 12
Woonwenkenboek Furie hoogste stand te zetten. Op de keukenschakelaar wordt bij sensorsturing een letter A weergegeven, behalve bij activering van de kook- of douchestand.
16:55 Maandag Programma SENSOR OK Status Wijzigen: druk op OK
display
Schakelaar keuken
CO2 sensor
In de keuken is op de plaats waar u kookt een extra ventilatiekanaal aangebracht. Hierop kan een motorloze wasemkap aangesloten worden / aangesloten zijn. U kunt de wasemkap extra laten ventileren door gebruik van de bovengenoemde driestandenschakelaar van de mechanische ventilatie. Ramen en deuren mogen gewoon open gezet worden. Dit heeft geen nadelige invloed op de werking van het ventilatiesysteem. Het systeem regelt op basis van CO 2 concentratie. Door het openen van ramen en/of deuren zal de CO2 concentratie in de woning minder snel boven het maximum komen, er is voor het systeem dan geen reden om roosters aan te sturen. Zodra de ramen en/of deuren weer worden gesloten kan door aanwezigheid van personen de CO 2 concentratie weer toenemen in de woning. Zodra deze waarde de maximale grens overschrijdt, zullen de roosters weer open gestuurd worden totdat de waarde weer acceptabel is.
Nooit een motor wasemkap op een ventilatiekanaal aansluiten. De roosters en ventielen zijn reeds ingeregeld, deze dus niet verstellen! Nooit de ventilatiekanalen dichtplakken. Wij adviseren u om ook tijdens de winterperiode de ventilatieroosters (gedeeltelijk) open te houden, zodat er voldoende verse lucht wordt aangezogen, zodat een optimaal klimaat wordt gewaarborgd. Ventileren kan zelfs energie besparen. Een droge woning is sneller warm dan een vochtige woning. Door te ventileren wordt het vocht afgevoerd, zodat uw woning uiteindelijk sneller opwarmt. De gebruiksaanwijzing van de MV-unit vindt u aan/op de MV-unit (klein boekje). Als korte samenvatting geven wij hieronder een aantal hoofdpunten weer: De stekker dient te allen tijde in het stopcontact te blijven, tenzij zich een ernstige storing voordoet. Bij langdurige uitschakeling van de unit kunnen op termijn vocht- en schimmelproblemen in de woning optreden; Controleer regelmatig of vuil op de bladen van de ventilatoren van de mechanische ventilatie zit. Vuil kan eventueel verwijderd worden door de bladen voorzichtig af te borstelen en het vuil met een stofzuiger op te zuigen. Het reinigen van de ventilator dient bij voorkeur te door een installateur te gebeuren; De inblaasroosters en de afzuigroosters dienen regelmatig te worden gereinigd. Hoe vaak dit moet gebeuren hangt sterk van het gebruik van de woning af. De mate van verontreiniging kunt u zelf zien. In de regel is reinigen om de drie maanden voldoende. Reiniging kan gebeuren door een natte doek. Indien de instelstanden van de roosters door de installateur zijn ‘geborgd’ (d.w.z. dat u ze niet zelf kunt verstellen) dan kunt u de roosters uit het kanaal nemen om te reinigen; Het wordt aanbevolen, wanneer het systeem voor de eerste keer gebruikt wordt, eerst alle filters en ventielen te reinigen. Tijdens de bouwfase kan het systeem vervuild raken met bouwstof. In uw woning is in het begin, als gevolg van het bouwproces, ook nog veel vocht, vuil en stof in de woning aanwezig. Het is daarom aan te raden de filters in het eerste woon jaar wat vaker schoon te maken; De ventielen die in het plafond zitten kunnen het beste worden schoongemaakt in een sopje van water en zeep. U kunt de ventielen daarvoor uit het plafond halen. Let er daarbij op dat de stand van het ventiel niet veranderd, en dat het juiste ventiel op de uitgenomen plaats wordt geplaatst, omdat deze door de installateur voor optimaal gebruik zijn ingeregeld; 13
Woonwenkenboek Furie Schoonmaken van de afzuigventielen Als de ventielen sterk vervuild zijn, dan kunt u door voorzichtig aan het ventiel te trekken, deze uit wand of plafond verwijderen en in een sopje leggen. Hierbij dient u rekening te houden met de instelling van het ventiel. Let erop, dat u de ventielen weer op dezelfde plek terugplaatst, en dat de instelling niet is veranderd. De ventielen zijn daarom gemerkt zodat u ze niet verwisselt. Enkele tips Ventileren moet altijd ook als het buiten koud en vochtig is, zoals in de herfst vaak het geval is. Koude buitenlucht is meestal minder vochtig dan de lucht in uw woning. Ventileren vermindert dus altijd de hoeveelheid vocht in huis. Als u niet genoeg ventileert blijft het vocht in de woning en kan er schimmelgroei ontstaan. De spleten en de roosters in de binnendeuren kunt u niet dichten, die spleten en roosters zijn juist aangebracht om te zorgen dat de lucht in elke kamer wordt ververst. Dus geen matten of tochtprofielen voor de spleten aanbrengen en de roosters niet afplakken. Hoe kunt u zien dat het te vochtig is in de woning en wat kunt u er tegen doen? Het is natuurlijk al te laat als u ziet dat de muren vochtig zijn en het behang door schimmel zwart wordt. Teveel vocht in huis kan al veel eerder bemerkt worden. Bijvoorbeeld als het in huis “drukkend” is of een “muffe” lucht hangt. Als u voldoende ventileert, maar toch merkt dat er te veel vocht in de woning is, kan het zijn: De verwarming staat laag. De ventilatie werkt niet goed. Er wordt veel vocht in de woning geproduceerd. In vertrekken (toilet, badkamer, keuken of slaapkamers) waar veel vocht wordt geproduceerd en weinig wordt geventileerd, kan het soms nodig zijn om tijdelijk extra te ventileren en de verwarming aan te zetten. Dan trekt het vocht het snelste weg. Als u zelf het probleem niet kunt verhelpen, kunt u contact opnemen met de Maasdelta. Een probleem dat regelmatig voorkomt, is dat de afzuigventielen niet goed zijn ingeregeld. Er wordt dan bijvoorbeeld in de keuken te weinig lucht afgezogen en in het toilet te veel. Zelf kunt u dat niet meten, heeft u blijvend last van vocht, dan is het zinvol om de afzuigventielen eens goed te laten nameten! Als u de mogelijkheid heeft, droog de was dan buiten. Droogt u de was binnen, dan moet u het vertrek waar de was gedroogd wordt, goed ventileren. Zet de ventilatie tijdelijk in de hoogste stand. Verlies van warmte van de mechanische ventilatie is minimaal. Mechanische ventilatie is nodig om te zorgen dat de binnenlucht gezond blijft en dat er geen vochtproblemen optreden. Bij een juist gebruik wordt er precies zoveel lucht afgezogen als nodig is. b.
Aansluiten van apparaten op de mechanische ventilatie.
Afzuigkap U kunt de voorkeur geven aan een afzuigkap teneinde een “betere” afvoer boven het kooktoestel in de keuken te bewerkstelligen. Om dit mogelijk te maken, in combinatie met het ventilatiesysteem, zijn er in de keuken boven de (standaard) kookopstelplaats twee afzuigventielen geïnstalleerd. Op de achterste ervan kan een motorloze afzuigkap worden aangesloten. Het ventilatiesysteem wordt hierdoor niet verstoord, de afzuiging per ventiel is afgesteld op 75m3/h. De tweede opening blijft dienen voor permanente ruimteventilatie. Ook in de wasemkap zit een filter, die om de paar weken gereinigd of vervangen moet worden.
Aansluiting van een afzuigkap met motor op het mechanisch ventilatiesysteem is niet mogelijk. Het ventilatiesysteem raakt ontregeld. Uiteindelijk zal de ventilatie-unit met motor op kortere of langere termijn kapot gaan. Wasdroger Een wasdroger mag niet op het ventilatiesysteem worden aangesloten, dit zal tot condenswater in dit systeem leiden en schade tot gevolg hebben. 3.9
Ventilatie gebruik.
a Meerstandenschakelaar In de keuken en de badkamer is een meerstandenschakelaar gemonteerd, te weten: 14
Woonwenkenboek Furie Stand 1 (laagste stand) Stand 2 (middelste stand) Stand 3 (hoogste stand)
Deze stand schakelt u ’s nachts in en indien u met vakantie gaat. Deze stand schakelt u overdag in. Deze stand schakelt u in als u gaat koken of douchen.
Indien u met vakantie gaat, het ventilatiesysteem niet uitzetten maar op stand 1 laten staan. Mocht u toch het ventilatiesysteem hebben uitgeschakeld dan kan er met vocht verzadigde lucht in uw woning ontstaan, met als gevolg vochtproblemen in de woning.
Bent u overdag thuis, zet de schakelaar dan in de middenstand (2). Als er overdag niemand thuis is,’s nachts of als u op vakantie gaat, kunt de schakelaar in de laagstand zetten (1). Wanneer u gaat koken, douchen, verven of mocht u veel was te drogen hangen, dan kunt u de schakelaar in de hoogstand (3) zetten. Laat na het douchen of koken de ventilator nog circa 20 minuten op de hoogste stand staan. Hierdoor worden bijna alle vocht en kookdampen afgezogen. Het feit dat u gebalanceerde ventilatie heeft wil niet zeggen dat u geen raam mag openzetten; het verdient zelfs de aanbeveling om bijvoorbeeld ’s morgens gedurende zo’n 15 minuten enkele ramen en/of deuren open te zetten om de woning door te luchten. Indien er veel was wordt gedroogd in de woning de ventilatie op stand 3 te zetten en de woning een uurtje per dag ventileren.
Wat u verder moet weten
Lees te allen tijde de gebruikershandleiding van de fabrikant door. Verwarmen en ventileren, gaat dat wel samen? Ja; verstandig ventileren kan zelfs energie besparen. Een droge woning is namelijk sneller warm dan een vochtige woning. Door te ventileren wordt het vocht afgevoerd, zodat uw woning uiteindelijk sneller opwarmt. Ik wil de spleten onder de binnendeuren dicht maken, kan dat? Nee; deze zijn juist aangebracht om te zorgen dat de lucht in elke kamer wordt ververst. Dus geen matten, dorpels of tochtprofielen voor de spleten aanbrengen en niet afplakken. Als het buiten vochtig en koud is, is het dan beter dat ik niet ventileer? Nee; ventileren moet altijd, ook als het buiten koud en vochtig is, zoals in de herfst vaak het geval is. Koude buitenlucht is meestal minder vochtig dan de lucht in uw woning. Ventileren vermindert dus altijd de hoeveelheid vocht in huis. Bij te weinig ventilatie blijft het vocht in de woning en kan er schimmelgroei ontstaan. Vervuiling rond inblaasopeningen: Rond de inblaasopeningen ontstaat vervuiling. Dit is geen vuil vanuit het ventilatiesysteem, maar ontstaat door de werveling van lucht bij het naar binnen blazen van de verse lucht. De stofdeeltjes die al in de lucht zweven worden daardoor tegen het plafond gedrukt en blijven daar als vervuiling achter. Hoe kan ik zien of het te vochtig is in huis en wat kan ik er tegen doen? Het is natuurlijk al te laat als u ziet dat de muren vochtig zijn en het behang door schimmel zwart wordt. Te veel vocht in huis kan al veel eerder opgemerkt worden. Bijvoorbeeld als het in huis “drukkend” is of als er een muffe lucht hangt. Als u wel voldoende ventileert maar er toch te veel vocht in huis is, kan het zijn dat u de verwarming te laag heeft staan, dat de ventilatie niet goed werkt of dat er erg veel vocht in huis wordt geproduceerd. Als u zelf het probleem niet kunt verhelpen, kunt u contact opnemen met de installateur. Waar kan ik het beste de was drogen? Als u de mogelijkheid heeft, droogt u de was dan buiten. Droogt u de was binnen, dan moet u het vertrek waar de was gedroogd wordt, goed ventileren.
b Koudeval Koudeval ontstaat bij een glasoppervlak. Hoe goed de beglazing tegenwoordig ook is geïsoleerd, het blijft het koudste oppervlak van uw woning. De warme lucht zal in de winter tegen de ruit afkoelen. Koude lucht is zwaarder dan warme lucht en zal tegen de ruit gaan dalen. Dit veroorzaakt een luchtbeweging waardoor bijvoorbeeld lamellen kunnen bewegen. Vaak staat onder dit raam een verwarmingselement om deze koude lucht “op te vangen” en te verwarmen. Bij andere gevallen (bijvoorbeeld een schuifpui) staat hier geen verwarmingselement. In verband met klachten over de luchtstroming welke lijken op tochtverschijnselen is het niet verstandig om vlak onder of achter een dergelijke ruit een bank of stoel te plaatsen.
3.10
Telefoonaansluiting, CAI en ISDN 15
Woonwenkenboek Furie Het aansluiten van meerdere televisietoestellen in uw appartement op de kabel zal altijd een (te) zwakke ontvangst opleveren, ongeacht of meerdere toestellen tegelijk aanstaan. Dit kenmerkt zich door “sneeuwbeelden” op verschillende of alle zenders. U dient te allen tijde een CAI-versterker (bij voorkeur een 5-poorts voor een sterker signaal) in uw meterkast/berging aan te sluiten op of tussen de verschillende kabels om dit probleem op te lossen. Maasdelta is niet verantwoordelijk voor een slecht of zwak signaal.
4.
Binnenwanden
a. Bevestigen/ boren binnenwanden De binnenwanden in uw woning zijn uitgevoerd in gipsblokken. In deze wanden kan scheurvorming ontstaan, dit is een normaal bouwkundig verschijnsel. Het ontstaan van krimpscheuren is een gevolg van krimp- en kruipgedrag van de toegepaste materialen en de onderlinge aansluiting van de verschillende materialen. Boven en onder wandcontactdozen of schakelaars bevinden zich meestal de leidingen. Dus hang nooit iets op boven of onder deze wandcontactdozen en schakelaars. Er zijn handige apparaatjes te koop waarmee leidingen op te sporen zijn. Ten aanzien van het ophangen van diverse zaken aan de lichte scheidingswand raden wij u het volgende aan: Bevestiging van lichte voorwerpen (tot 10 kg per bevestigingspunt) Voor het ophangen van schilderijtjes, spiegels en dergelijke, kunt u het beste schilderijhaakjes met 1 pen (spijkertje) gebruiken. Voor het ophangen van lichtere voorwerpen volstaat het om een spijkertje schuin in de wand te slaan, met een minimale lengte van 40 mm.
Bevestiging van zwaardere voorwerpen: (tot 30 kg per bevestigingspunt) Kleine kasten, klokken en dergelijke bevestigen met behulp van pluggen, voor massieve gips of gasbetonwanden. Bevestiging van zware voorwerpen (tot 45 kg per bevestigingspunt) Wastafels, grotere keukenkasten en dergelijke dienen met doorgaande bouten te worden bevestigd, of met bijvoorbeeld turbo pluggen. b. Boren in beton Het boren in de betonnen wanden dient, in verband met de aanwezigheid van ingestorte leidingen, met zorg en beleid te geschieden. Vooral in de buurt van schakelaars en wandcontactdozen extra opletten. Het gebruik van een leidingdetector is een nuttig hulpmiddel. Het boren van gaten in het beton kan alleen geschieden met gebruikmaking van een klopboor of een boormachine met slagmechanisme. Welke diameter u ook wenst te boren, altijd voorboren met een 4mm boor. Boor iets dieper dan de lengte van de in te brengen plug. c. Boren in betegelde wanden Wanneer u iets op een betegelde wand wilt ophangen kunt u het beste als volgt te werk gaan: Met een centerpons/centerpunt een klein puntje in de tegel maken of een stukje plakband aanbrengen om “weglopen” van de boor te voorkomen. De plug 10 mm dieper dan het tegeloppervlak aanbrengen. Dit voorkomt het barsten van de tegel bij het indraaien van de schroef. Indien u een klopboormachine gebruikt, het klopmechanisme pas aanzetten wanneer u met het boren door de tegel heen bent. Afwerking eventuele kalkzandsteenwanden De woning is bij oplevering nat door het bouwvocht. Uitdrogend materiaal krimpt, kalkzandsteen dus ook. Het gevolg is: krimpscheuren in een willekeurig patroon. Om deze scheurvorming te beperken worden in de kalkzandsteenwanden dilatatievoegen aangebracht. Ook de belasting van de bovenliggende vloeren kan scheurvorming veroorzaken. De scheurvorming openbaart zich meestal ter plaatse van de “zwakste” plekken in de wanden. Dit is veelal ter plaatse van de ingefreesde elektraleidingen, onder- en boven raamsparingen of vlak naast dilatatievoegen. Wanneer u in de 16
Woonwenkenboek Furie woning kijkt, zult u ongetwijfeld een aantal scheurtjes vinden en in de toekomst, na oplevering als uw woning echt gaat drogen, zullen er waarschijnlijk nog bijkomen. Genoemde scheurtjes zijn niet van invloed op de kwaliteit van de kalkzandsteen. Op het uitblijven van scheurvorming kan dus geen enkele garantie gegeven worden. Integendeel, ondanks de genomen maatregelen wijzen wij erop dat scheurvorming zal optreden. Afhankelijk van de gekozen wandafwerking zal de scheurvorming duidelijker of minder duidelijk zichtbaar zijn. Aandachtspunten: Op wanden welke zijn afgewerkt met behang, zal over het algemeen weinig scheurvorming te zien zijn. Bij dunne harde afwerking zoals spuitpleisters, Brander Spack en Brander Kristal zal scheurvorming duidelijk zichtbaar zijn. Bij kunststof gebonden sierpleisters, zoals de Spachtelputz, Granol, Brander, Siloxan, Kratsputz, Spachtelpleister Sp van Strickotherm en dergelijke zal ook scheurvorming kunnen optreden.
5.
Kozijnen, ramen en deuren
Met betrekking tot de in uw woning geplaatste kozijnen, ramen en deuren volgt hieronder een aantal aandachtspunten. Wij benadrukken met klem dat kozijnen, ramen en vooral de draaiende delen goed onderhouden moeten worden voor een prettig en langdurig gebruik. a. Houten kozijnen, ramen en deuren Tips voor het onderhoud van uw houten kozijnen, ramen en deuren: Zorg voor voldoende ventilatie. Wanneer condens langer dan 30 minuten op de ruiten blijft zitten, wordt er onvoldoende geventileerd. Vocht kan leiden tot houtrot. Binnenschilderwerk is zeker zo belangrijk als buitenschilderwerk. Wij raden u aan het binnenschilderwerk uit te voeren met een goed afsluitende verf. De verfspecialist kan u hierover informeren. Let er bij binnenschilderwerk ook op dat alle krimpnaden en scheurtjes dichtgezet worden met een geschikt product. Buitenschilderwerk wordt onderhouden door de Vereniging van Eigenaars. Het bevestigen van zonwering en rolluiken en dergelijke aan of in kunststof kozijnen is verboden. Bij schoonmaken van de ramen en ruiten is het aan te bevelen ook het houtwerk en kunststof kozijnen af te nemen en (ventilatie) spleten schoon te maken. Draairamen zijn uitgevoerd met binnenbeglazing. Hierbij zijn beluchtinggaatjes onder in het raam geboord, zorg dat deze open blijven. De ontwateringsgaatjes in het aanslagprofiel van de onderdorpels van het draairaam vrij houden van vervuiling. Ventilatieroosters In de kozijnen of in de ramen zijn ventilatieroosters aangebracht. b. Kunststof kozijnen, ramen en deuren: Het is belangrijk nooit in of door kunststof of aluminium kozijnen te boren, dit kan lekkage veroorzaken. Aandachtspunten: De afdichtingrubbers van tochtstrips gaan gemiddeld zo’n 10 jaar mee. Om de afdichtingrubbers in goede conditie te houden, kunt u ze jaarlijks met talkpoeder insmeren. Dit voorkomt ook aanvriezing. De ontwateringsgaatjes in de aanslagprofiel van de onderdorpels van het draairaam vrij houden van vervuiling. Het kozijn met rubbers dient regelmatig te worden gereinigd.
5.1 Hang- en sluitwerk De bereikbare buitendeuren en beweegbare ramen van uw woning (ramen en deuren die lager zijn dan 2,5 m boven maaiveld) voldoen aan de zogenaamde drie minuten eis. Dit houdt in dat zij tenminste drie minuten inbraakwerend zijn in volledig afgesloten toestand, conform de geldende politienormen op dit gebied. Indien u wijzigingen aan wilt brengen in uw woning dient u rekening te houden met deze eis. 17
Woonwenkenboek Furie Alle scharnieren kunnen gesmeerd worden met grafiet of siliconenspray, liefst eenmaal per jaar. Hiervoor zijn handige spuitbusjes te verkrijgen. Gebruik bij voorkeur geen olie voor scharnieren en sloten. Voor het smeren van sloten kunt u het beste gebruik maken van slotspray. Bij toepassing van olie of grafiet zal de cilinder na enige tijd niet meer goed functioneren. 5.2 Deuren Door het aanwezige bouwvocht in de woning, in combinatie met het warm stoken van de woning, kan de voordeur krom trekken. Een blijvende kromming kan pas na het eerste stookseizoen worden geconstateerd. De blijvende kromming, loodrecht op het deurvlak gemeten mag maximaal 10 mm zijn, gemeten over de volle hoogte van de deur. Bij het slecht sluiten van de deur kunt u zelf de sluitkom nastellen of bijvijlen. U doet dit met behulp van de schroefjes in de kozijnstijl van de deur. De buitendeur ’s nachts op slot doen kan overmatig kromtrekken beperken. Buitendeuren en zeker dubbele deuren zijn nooit 100% tochtdicht uit te voeren.
6.
Schilder- en glaswerk
6.1 Schilderwerk In principe geldt voor schilderwerk op kozijnen en ramen: binnen minstens even vaak schilderen als buiten. Juist niet goed behandelde naden, waar regelmatig condensvocht inloopt kunnen houtrot tot gevolg hebben. Omdat het klimaat binnen in de woning vaak vochtiger (in de vorm van onzichtbare waterdamp) is als buiten, komt vocht van binnenuit in het hout terecht. Vandaar dat de verf aan binnenzijde van het kozijn het vocht moet tegenhouden en aan de buitenzijde moet weg ventileren. Een grote verflaagdikte aan de binnenzijde van het kozijn zal daarentegen juist een gunstige invloed hebben op de levensduur van het kozijn.
6.2 Beglazing Beglazing is met rubbers zijn geplaatst. Deze dienen schoon gehouden te worden. Isolerend dubbelglas kan door diverse oorzaken wel eens “lek raken”. Bij een lekke ruit is vocht of condens tussen de glasbladen zichtbaar. In principe moet een lekkende ruit vervangen worden. Thermische breuk in isolerende beglazing Glas kan breken doordat het plaatselijk verwarmd wordt of juist koud blijft (de zogenaamde thermische breuk). Meerdere factoren hebben hier invloed op (geveloriëntatie/mate van ventilatie van het glas binnen en buiten/seizoen en tijdstip/de graad van (lucht)vervuiling/de mate van bewolking/gebruik van zonwering). Veel van de oorzaken van thermische breuken vinden hun oorsprong in het handelen van bewoners/gebruikers. Ter voorkoming van thermische breuken in isolerende beglazing dienen de volgende situaties vermeden te worden: Luxaflex, lamellen of overgordijnen niet op minder dan 6 centimeter afstand van het glas hangen, waardoor de circulatie van lucht langs de ruit verhinderd wordt. Gordijnen met een reflecterende bekleding (aluminium) naar ruitzijde gekeerd. Het verwarmen van een ruit met een föhn of vlam om deze te drogen of om verf van het kozijn af te branden. Het richten van een straalkachel, een blaasconvector of een ander verwarmingsapparaat op het glas. De ruit gedeeltelijk te beschilderen, of van plakfolie, stickers of aanplakbiljetten te voorzien. Massieve voorwerpen in de vensterbank te plaatsen (boeken, ordners, kastjes e.d.). De ruit tijdelijk af te plakken met papier of beschermfolie, bijvoorbeeld wanneer het plafond gewit moet worden. Grote voorwerpen aan de buitenkant van de ruit te plaatsen, die de ruit voor een deel in de schaduw plaatsen 6.3 Condensatie op isolerende beglazing (vormen, oorzaak en oplossing) Oppervlaktecondensatie op isolerende beglazing bestaat uit drie vormen, namelijk: - op de buitenzijde 18
Woonwenkenboek Furie -
in de spouw (tussen het glas in) op de binnenzijde
Op de buitenzijde De oppervlaktecondensatie aan de buitenkant van de isolerende beglazing kan voorkomen bij zeer goed isolerend glas in de nacht en vroege ochtend, waarbij buiten een lage temperatuur heerst bij een heldere hemel en weinig wind. Dit fenomeen dient niet te worden gezien als een slechte eigenschap van het product, maar juist als bewijs van een goede thermische isolatie. In de spouw (tussen het glas in) De vorming van condensatie in de spouw van de isolerende beglazing is een teken dat de spouw niet langer afgedicht is en de isolerende werking van de beglazing dus niet gegarandeerd kan worden. Op dat ogenblik dient de isolerende beglazing vervangen te worden. Deze vorm van condensatie en aantasting van isolerende werking van de beglazing valt als enige vorm binnen de garantie, mits optredend en gemeld binnen de geldende garantietermijn en het glas, het schilder- en kitwerk voldoende is onderhouden. Op de binnenzijde Het fenomeen van de oppervlaktecondensatie op de binnenzijde van de isolerende beglazing houdt verband met de temperatuur van de buitenlucht en de binnenlucht, de luchtvochtigheid en de mate van ventilatie. Het beste middel om de oppervlaktecondensatie aan de binnenzijde te beperken is om de luchtvochtigheid te beperken door voldoende te ventileren.
7.
Gevels
Tegenwoordig zijn de woningen beter geïsoleerd dan vroeger, de schil van de woning is uitgevoerd als een spouwmuur. Tussen de binnenmuur van de woning en de gevel bevindt zich een open ruimte (spouw) en een laag isolatie materiaal. De spouw zorgt voor een goede afvoer van vocht. In het metselwerk zijn open stootvoegen opgenomen. Deze open stootvoegen (een opening aan de korte kant van de gevelsteen) dienen om het overtollige vocht vanuit de spouw af te voeren en voor ventilatie. Het is daarom van belang dat deze ook vrij blijven om vochtproblemen in de woning te voorkomen.
8.
Daken
In verband met de garantie voorwaarden worden de platte daken 1x per jaar geïnspecteerd. Hemelwaterafvoeren dienen vrij gehouden te worden van vuil. Het belopen van daken dient zoveel mogelijk vermeden te worden om beschadigingen te voorkomen.
9.
Inrichting / afwerking
9.1 Wandafwerking Door het verdwijnen van bouwvocht uit uw woning kunnen er krimpscheuren en verkleuringen in de wanden, plafonds en hun afwerking ontstaan. Bij een harde afwerking zullen deze krimpscheuren beter zichtbaar zijn dan bij bijvoorbeeld behang. a. Behangen en sauzen Voordat u gaat behangen of sauzen, raden wij u aan de muren voor te behandelen met een voorstrijkmiddel. b. Spuitwerk In uw woning zijn plafonds en diverse wanden afgewerkt met een spuitpleister. Na verloop van tijd zal dan ook bij u de wens ontstaan om muren en plafonds een nieuw kleurtje te geven. Deze wens komt meestal naar voren tijdens de schoonmaak en op dat moment zult u moeten 19
Woonwenkenboek Furie weten hoe u uw wand- en plafondafwerking het beste kunt overschilderen en waar dat mee moet gebeuren.
Eerst schoonmaken door afnemen met water, waaraan een scheut schoonmaakammonia is toegevoegd. Na gebruik van ammonia met water reinigen.
Daarna kunt u de wand of het plafond overschilderen met een latex muurverf, aan te brengen met een vachtroller.
9.2 Sanitair/tegelwerk Voor herstel van kleine beschadigingen aan glazuurlaag of emaile, van bijvoorbeeld tegelwerk, sanitairpotten of wasbakken, zijn reparatiesets in diverse kleuren verkrijgbaar bij bouwmarkten en sanitairhandels. Voor herstel van beschadigde kunststof douchebakken en baden dient u altijd contact op te nemen met Maasdelta. Voor het goed laten sluiten van kastjes en laden dient u eens per jaar de scharnieren en de geleiderails van de laden te smeren met een met een speciale spray welke verkrijgbaar is bij de “doe het zelf” winkel. Sanitair kitvoegen Met de grootste zorg zijn de kitvoegen in uw woning aangebracht. De kitvoegen zijn aangebracht met een schimmelwerende siliconenkit. Deze blijft alleen schimmelwerend als u voldoende ventileert zodat de kitvoegen niet te lang nat blijven en door de kitvoegen wekelijks te reinigen met bijvoorbeeld wat water vermengd met chloor. Alhoewel schimmelwerende kit is toegepast in de woning, kan het nog steeds voorkomen dat in de kitvoegen, die toegepast zijn als afdichting tussen bijvoorbeeld wand- en vloertegels van badkamer, schimmels manifesteren. Langdurig nat blijven van de kitvoeg zal schimmelvorming bevorderen. Deze schimmels zijn herkenbaar aan donkere vlekken in het oppervlak die bij normale reiniging niet zijn te verwijderen. Voldoende ventileren en regelmatig reinigen is hierbij van belang.
9.3 Aanrechtbladen Indien de afwerking van uw aanrechtblad uit kunststof bestaat: zet nooit hete pannen direct op het aanrechtblad maar gebruik altijd een onderzetter om beschadigingen te voorkomen.
9.4 Zonwering en rolluiken Montage en gebruik dient op een deugdelijke wijze te gebeuren, anders kan er schade aan de gevel ontstaan. Plaatsing van zonwering (screens) altijd bij Maasdelta aanvragen. Rolluiken worden niet toegestaan.
Laat een deskundige als eerste een advies uitbrengen, vraag of hij de situatie ter plekke wil komen bekijken. In verband met de uniformiteit heeft Maasdelta met onderstaande bedrijven afgesproken dat de kleur en de uitvoering van alle schermen zoveel mogelijk dezelfde wordt. Ook zijn door de architect bij het gebouw passende kleuren voor doek en profielen gekozen.
In verband met de ligging en de hoogte van het gebouw een windvaste constructie toepassen.
Het bedrijf die de zonwering tijdens de bouw heeft aangebracht is; Zonwering Decolux Olympiaweg 258 3078 HT Rotterdam Telefoon: 010-432 51 88 Fax: 010-432 57 37 E-mail: Internet: -
Bediening zonwering Somfy Postbus 163 2130 AD Hoofddorp Telefoon: 023-56 25 051 Fax: E-mail: Internet: -
20
Woonwenkenboek Furie Het merk van het toe te passen doek is Mado verticaal Beaufort en de kleur nummer Ral 7016.
De profielen geleiders en de kast in kleur Ral 7016.
De kast tussen de negge op de kunststof kozijnstijlen te monteren dus niet op het naastliggend metselwerk of beplating.
Indien het flink waait neem dan geen risico en draai het scherm in.
Houd er rekening mee dat er boven alle gevelkozijnen een waterkerende slabbe aanwezig is. Deze slabbe (lood of pvc) moet te allen tijde vrij blijven om het spouwvocht af te voeren naar buiten toe. Het zonnescherm mag nooit deze naad afsluiten en mag ook nooit door deze waterkerende laag heen worden vastgezet. Gebeurt dit wel dan zal dit onherroepelijk lekkage tot gevolg hebben. Bevestig het zonnescherm nooit direct op het kunststof kozijn. Hierdoor kan regenwater inwateren.
10.
Onderhoud
Bij een woning of gebouw is het moeilijk om vooraf precies aan te geven wanneer een bepaald onderdeel onderhoud nodig heeft. Verschillende factoren bepalen of een onderdeel van de woning al onderhoud nodig heeft of dat dit nog even kan wachten Wanneer u tweemaal per jaar uw woning controleert met behulp van de bijgevoegde controlelijst, dan blijft u een goed beeld houden van de onderhoudstoestand van uw woning. U kunt dan tijdig eventuele maatregelen nemen, mocht dit nodig zijn. Tijdig ingrijpen, spaart tijd en geld. Achter in dit boekje vindt u: Controlelijst voorjaarsbeurt (april). Deze lijst omvat voornamelijk de controle van de buitenzijde van de woning. Controlelijst najaarsbeurt (oktober). Deze lijst omvat voornamelijk de controle aan de binnenzijde van de woning. Per woningonderdeel zijn in de rechterkolom aandachtspunten aangegeven. Op basis van deze aandachtspunten kunt u zelf bepalen of onderhoud nodig is of niet. Bij een aantal aandachtspunten is met * aangegeven welke werkzaamheden u het beste direct tijdens de controlebeurt kunt uitvoeren. Het is erg handig om allerlei onderhouds- en andere werkzaamheden, die u in de toekomst aan de woning laat uitvoeren, vast te leggen. U kunt hiertoe een woninglogboek gebruiken. Wintertips Stel bij strenge kou de nachttemperatuur van de kamerthermostaat niet onder de 16C in. Sluit de buitenkranen tijdig af voor het gaat vriezen en tap ze af door de leiding leeg te blazen. Handig is om hiervoor een klein stukje tuinslang op de buitenkraan te zetten. Als de leiding leeg is, de aftapkraan weer dichtdraaien. Het is verstandig om voor begin van de winter alle tochtprofielen in de kozijnen met talkpoeder of een speciaal onderhoudsmiddel voor rubberstrips (wordt ook voor portierrubbers van auto’s gebruikt) in te smeren. Tochtprofielen blijven hierdoor soepel en vastvriezen wordt voorkomen.
11.
Storingen in installaties verhelpen
11.1
Problemen aan de riolering verhelpen
a. Gootsteen, wastafel, bad, douche loopt niet of langzaam leeg Controleer of sifon niet verstopt is Emmer of platte schaal onder het sifon plaatsen. De sifon losdraaien. De verstopping weghalen, eventueel met een gebogen ijzerdraad. Eventueel de schroefdraad van het sifon met vaseline insmeren. De sifon weer monteren. 21
Woonwenkenboek Furie
De kraan openzetten en controleren of het water nu wel wegloopt. Loopt het water nog niet weg, dan zit er een verstopping in de afvoerleiding of ergens verder weg in het riool.
Verstopping in de afvoerleiding Eerst met een ontstopper proberen het probleem op te lossen. Zoveel water uit de gootsteen, wastafel, bad of douche scheppen dat een laagje van circa 2 centimeter blijft staan. Bij een wastafel de overloop met een natte doek afsluiten. De ontstopper op het afvoerpunt plaatsen, platduwen en trekken. Herhaal dit zonodig enkele keren. Helpt een ontstopper niet dan kunt u het met ontstoppingsveer proberen. Ontstoppingsmiddelen Wij raden het gebruik van ontstoppingsmiddelen af.
Lukt het niet de ontstopping te verhelpen, neem contact op met Maasdelta. b. Toiletpot verstopt Controleer of de zwanenhals niet verstopt is De verstopping kan eventueel in de zwanenhals van de toiletpot zitten. Probeer met een stuk ijzerdraad, waaraan een haak gebogen is, de verstopping los te trekken. Kan het probleem niet zo worden opgelost, bel dan met Maasdelta.er weg in het riool. De kans op verstoppingen in de rioleringsinstallatie kunt u verkleinen door geen stoffen of producten door het riool via het toilet, gootsteen of wastafel, wegspoelen die daar niet thuis horen. (Vetten, etensresten, maandverbanden, doekjes, luiers e.d.) c. Stankoverlast en/of rioollucht Controleer afvoerpunten Om te voorkomen dat er rioollucht in uw woning komt, is ieder afvoerpunt voorzien van een zogenaamd stankslot. Een stankslot werk alleen als er water in staan. Een stankslot kan droog komen te staan doordat er water verdampt is, bijvoorbeeld in een vakantieperiode. Kraan even laten lopen (gootsteen, wastafel, bad, douche) om het stankslot weer met water te vullen. Wanneer u even ventileert moet de rioollucht verdwijnen. Blijft de rioollucht toch aanwezig dan is er mogelijk meer aan de hand.
Slaolie in stankslot Wanneer u lange tijd van huis bent (vakantie), dan kunt u eventueel wat slaolie in de afvoerpunten laten lopen. De slaolie voorkomt dat het water in de stanksloten snel verdampt. 11.2
Problemen aan de waterinstallaties en kranen verhelpen
a. Lekkende kraanuitloop Bij kranen met een draaibare uitloop (keuken en bij de douche) kan er water gaan lekken bij de aansluiting van de uitloop op de kraan. Indien aanwezig, raadpleeg vooraf de gebruiksaanwijzing of het onderhoudsadvies. Draai de moer waarmee de uitloop is bevestigd vaster aan Doe dit bij voorkeur met een goed passende steeksleutel of een nauwkeurig afgestelde verstelbare moersleutel. U voorkomt zo beschadigingen aan het chroomwerk. Wanneer u een waterpomptang gebruikt, dan met een doek de kraan beschermen om beschadigingen te voorkomen. O-ring vervangen Wanneer het aandraaien van de moer geen effect heeft, dan moet de zogenoemde O-ring vervangen worden. Moer losdraaien en uitloop uit de kraan trekken. 22
Woonwenkenboek Furie
U ziet nu een ronde kunststof ring, de zogenoemde O-ring. Vervang de ring door een nieuw exemplaar en monteer de uitloop.
Kraan blijft druppelen Wanneer een kraan blijft druppelen kan de oorzaak een versleten kraanleertje, kalkafzetting of iets dergelijks zijn. 11.3
Problemen aan de verwarmingsinstallatie verhelpen.
Raadpleeg uw handleiding. 11.4
Problemen aan de elektrische installatie verhelpen
a. In de gehele woning geen spanning of stroom Controleer of de aardlekschakelaar is uitgeschakeld De aardlekschakelaar zit in de meterkast, of bij de groepenkast Controleer of de aardlekschakelaar is uitgeschakeld. Is dit niet het geval dan is er een algemene stroomstoring of de hoofdzekering van de elektrische installatie is doorgeslagen. Informeer bij uw buren Wanneer u geen spanning (stroom) in het gehele huis heeft en de aardlekschakelaar niet is uitgeschakeld, informeer dan bij de buren of zij nog wel spanning hebben. Hebben de buren ook geen spanning, dan is er vrijwel zeker sprake van een algehele stroomstoring. U kunt niets anders doen dan wachten tot de storing is verholpen. Hoofdzekering doorgeslagen Wanneer u geen spanning (stroom) in het gehele huis heeft en de aardlekschakelaar niet is uitgeschakeld en de buren wel spanning hebben, dan is het vrijwel zeker dat de hoofdzekering is doorgeslagen. De hoofdzekering kan alleen maar door het elektriciteitsbedrijf vervangen worden. Aardlekschakelaar wel uitgeschakeld De aardlekschakelaar wordt uitgeschakeld door een storing in de elektrische installatie of in een aangesloten toestel. Tijdens onweer komt het soms voor dat de aardlekschakelaar uitgeschakeld wordt. Schakel de aardlekschakelaar weer in door de knop om te draaien. Wanneer de aardlekschakelaar onmiddellijk uitschakelt, handel dan volgens het volgende punt.
Aardlekschakelaar schakelt onmiddellijk weer uit Schakel alle groepen die op de aardlekschakelaar zijn aangesloten uit. Schakel de aardlekschakelaar weer in. Schakel de groepen één voor één weer in totdat de aardlekschakelaar weer uitschakelt. In de laatste ingeschakelde groep bevindt zich de storing. Schakel deze groep weer uit en schakel de aardlekschakelaar weer in. Haal van alle apparatuur die op deze groep is aangesloten de stekkers uit de wandcontactdozen. Welke wandcontactdozen op een bepaalde groep zijn aangesloten, kunt u vinden op de groepen indeling van uw elektrische installatie. Schakel de aardlekschakelaar weer in. Schakelt de aardlekschakelaar weer onmiddellijk uit, dan bevindt zich de storing in de elektrische installatie van de desbetreffende groep. Schakel een erkend installateur in om de storing in de groep op te sporen en te verhelpen. Wanneer de aardlekschakelaar niet onmiddellijk weer uitschakelt de apparatuur weer één voor één aansluiten totdat de aardlekschakelaar weer uitschakelt. U weet nu in welk apparaat de storing zit. Haal van dit apparaat de stekker uit de wandcontactdoos en schakel de aardlekschakelaar weer in. 23
Woonwenkenboek Furie b. In een deel van de woning geen spanning (stroom) Bij overbelasting of kortsluiting zal de installatie automaat of zekering die de desbetreffende groep beveiligt doorslaan en valt de spanning uit. Viel de spanning weg toen een apparaat of lamp aansloot of inschakelde Door het aansluiten of inschakelen van het desbetreffende apparaat of de lamp kan de maximale belasting van de groep (3500watt) zijn overschreden of het apparaat of de lamp veroorzaak kortsluiting. Schakel enkele apparaten of lampen uit die op de desbetreffende groep zijn aangesloten. Schakel de desbetreffende groep uit, draai een nieuwe zekering in en schakel de groep weer in of schakel de installatie automaat weer in. Valt de spanning nu niet weg dan was er sprake van overbelasting van de groep. Bij overbelasting een deel van de apparatuur over andere groepen verdelen. Valt de spanning opnieuw weg, dan is er sprake van kortsluiting in het desbetreffende apparaat of lamp. Viel de spanning weg op het moment dat u geen apparaat of lamp inschakelde Ook nu kan er sprake zijn van overbelasting, de kans dat kortsluiting de oorzaak is, is echter vrij groot. Schakel alle apparaten en lampen die op de desbetreffende groep zijn aangesloten uit. Schakel de desbetreffende groep uit, draai een nieuwe zekering in en schakel de groep weer in of schakel de installatie automaat weer in. Sluit de apparaten en lampen stuk voor stuk weer aan. Valt de spanning opnieuw weg dan weet u welke apparaten of welke lamp het uitvallen van de spanning veroorzaakt heeft. Vermoedelijk zit er in het desbetreffende apparaat of lamp kortsluiting. Op een bepaalde wandcontactdoos geen spanning Wanneer u op een bepaalde wandcontactdoos geen spanning heeft, dan is het mogelijk dat één van de installatiedraden is losgeraakt. Schakel eerst in de meterkast de groep uit waarvan de desbetreffende wandcontactdoos een onderdeel is. Controleer voor de zekerheid altijd met een spanningszoeker of de spanningstester of er inderdaad geen spanning meer aanwezig is. Schroef de wandcontactdoos los en controleer of de installatiedraden nog goed vast zitten, zet zonodig de installatiedraden weer vast. Schroef de wandcontactdoos weer dicht en schakel de desbetreffende groep weer in. Controleer of er weer spanning op de wandcontactdoos staat, bijvoorbeeld door er een lamp op aan te sluiten of maak gebruik van een spanningzoeker. Staat er nog geen spanning op de wandcontactdoos, belt u dan met Maasdelta. Schakelaar functioneert niet Wanneer een schakelaar niet functioneert, dan is er vermoedelijk één van de installatiedraden losgeraakt of de schakelaar zelf is kapot. Schakel eerst in de meterkast de groep uit waarvan de desbetreffende wandcontactdoos een onderdeel is. Controleer voor de zekerheid altijd met een spanningzoeker of spanningtester of er inderdaad geen spanning meer aanwezig is. Schroef de schakelaar los en controleer of de installatiedraden nog goed vast zitten, zet zonodig de installatiedraden weer vast. Monteer de schakelaar weer en schakel de desbetreffende groep in. Werkt de schakelaar nog niet, koop dan een nieuw exemplaar. Schakel de desbetreffende groep uit en monteer de nieuwe schakelaar. Schakel de groep weer in en controleer of de schakelaar nu werkt. Werkt ook de nieuwe schakelaar niet, belt u dan met Maasdelta. Schakelaar of wandcontactdoos beschadigd Vervang beschadigde wandcontactdozen of schakelaars zo spoedig mogelijk.
12.
Garanties 24
Woonwenkenboek Furie Voor de goede orde delen wij u mede dat, indien u na oplevering van de woning wijzigingen aanbrengt in de keukeninstallatie, loodgieterinstallatie, CV installatie, elektra, mechanische ventilatie enzovoorts of als u hiervoor andere leveranciers inschakelt, van degenen die uw installaties hebben geïnstalleerd VERVALT DE GARANTIE. Wij hopen dat u hiervan goede nota neemt, en bij storingen welke u niet zelf verhelpen kunt Maasdelta raadplegen. Na oplevering van uw woning treedt een drie maanden durende onderhoudstermijn in werking. In deze periode verzoekt Maasdelta het hiervoor verstrekte vragenformulier in te vullen en op te sturen. Vermeld duidelijk in de brief: Uw naam Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer (overdag bereikbaar) bijvoorbeeld mobiel nummer Aard van de klacht Na de schriftelijke klachtmelding zal de klacht onderzocht worden en indien terecht binnen redelijke termijn worden verholpen. Net als bij elk artikel waarop garantie wordt verstrekt, geldt ook voor uw woning: u mag het onderhoud niet verwaarlozen. Schade die het gevolg is van onvoldoende onderhoud valt uiteraard niet onder de garantie.
13.
Tot besluit
Wij wensen u een langdurig en aangenaam verblijf in uw nieuwe woning en hopen dat u met behulp van dit woonwenkenboek veel plezier aan uw woning zult beleven. Mocht het zijn dat zich tijdens het bewonen storingen of gebreken voordoen, raadpleeg dan eerst het woonwenkenboek of deze klachten tot de garantie behoren. U voorkomt hierdoor teleurstellingen achteraf. Deze informatie is door ons met de meeste zorgvuldigheid samengesteld. Wij kunnen echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten en/of verschrijvingen die er niettemin in voor kunnen komen.
25
Woonwenkenboek Furie Bijlage 1:
Schoonmakenadviezen algemeen
Onderdeel Vloeren
Wat verwijderen Cement- en kalkresten
Schoonmaak advies Met plamuurmes los/steken
Opmerking Maak de vloeren zo min mogelijk nat. Dit is extra vocht.
Ruiten
Cement en kalkspatten Verfspatten
Water met een scheutje azijn Voorzichtig met scheermesjes Lijmresten met stickerverwijderaar
Pas op voor krassen door zand
Stickers
Pas op voor krassen Eerst zoveel mogelijk lostrekken
Ramen en kozijnen
Vuil/stof
Natuurlijke zachte (groene) Geen thinner, aceton of benzine zeep op geschilderde of gebeitste materialen gebruiken.
Stalen binnenkozijn
Vuil/stof
Natuurlijke zachte (groene) zeep daarna eventueel met autowas
Sanitair
Vuil/stof
Natuurlijke zachte (groene) Geen schurende zeep schoonmaakmiddelen Lijmresten met Eerst zoveel mogelijk lostrekken stickerverwijderaar
Stickers
Wand en vloertegels
Vuil/stof Verfspatten Cementsluier
Natuurlijke zachte (groene) zeep Thinner Speciaal reinigingsmiddel Na het schoonmaken eventueel beschermlaag aanbrengen op vloertegels
Keukenkastje
Vuil/stof
Natuurlijke (groene) zeep
RVS spoelbak
Vuil/stof
Verdund bleekwater of niet Oppassen met schuursponsjes. krassend schoonmaakmiddel
Kunststof aanrechtblad
Vuil/vlekken
Natuurlijke zachte (groene) zeep
Schuifpui
Vuil in rails
Verwijderen met stofzuiger
Waterkranen
Vuil/stof
Structuur spuitpleister
Vlekken
Vensterbanken Vuil
Hardnekkige vlekken met spiritus of terpentine. Geen schurende middelen gebruiken
Beslist geen thinner, aceton of benzine gebruiken
Oppassen met schuursponsjes, ook die van plastic Harde borstel zonder water of een zachte vlakgom Afstoffen en éénmalig in de autowas zetten
26
Beslist geen schuursponsje gebruiken
Woonwenkenboek Furie Onderdeel Schilderwerk
Wat verwijderen
Schoonmaak advies Opmerking Natuurlijke zachte (groene) Niet afdekken met kranten of zeep. Beslist geen thinner, ander drukwerk, drukinkt geeft af. aceton of benzine
CV installatie
Ontluchten
Zie bedieningsvoorschrift
Pas op: water uit CV kan vlekken geven
Binnendeuren
Vuil/vlekken
Natuurlijke zachte (groen) zeep
Hardnekkige vlekken met spiritus of terpentine, geen schurende middelen gebruiken
27
Woonwenkenboek Furie Bijlage: 2
Kleuren van materialen en schilderwerk.
Gevel Metselwerk
Metselsteen
Gevelbekleding terrassen toren
Plastica
Gevelbekleding voor- en zijgevel vijfde laag staart en achtergevel vijfde laag staart Gevelbeplating trappenhuis staart laag -1 Gevelbeplating liftopbouw Kolommen buiten t.p.v. terrassen Overige (dak en terrassen) Kozijnen, deuren en ramen Kozijn pui hoofdentree Entree deur in dit kozijn Kozijnen gangdeuren laag -1 Deuren in deze kozijnen Kozijnen algemene ruimten Deuren in deze kozijnen Kozijnen galerijzijde staart Entree deuren woningen galerijzijde in deze kozijnen Kozijnen deuren toren Entree deuren woningen toren in deze kozijnen Meterkast deuren toren in deze kozijnen Kozijnen kern hoofdtrappenhuis Deuren in deze kozijnen Kozijnen serre pui Deuren in deze kozijnen Kozijnen ramen in metselwerk, bij kunststof gevelbekleding terugliggende terrassen en gallerijzijde Draaiende delen in deze kozijnen buitenzijde Draaiende delen in deze kozijnen binnenzijde Beglazing Alle in het zicht komende kozijnprofielen Zonwering screen bij kozijnen Geleiders en kast van zonwering screens
Plastica
kleur: paars genuanceerd kleur: afro sahara en afro rood kleur: afro rood
162 en 168 168
Plastica
kleur: afro grijs
158
Plastica
kleur: pastelgrijs kleur: grijsaluminium kleur: grijs
074 Ral 9007
Hardhout Dichte vlakke deur met glasopening Hardhout Dichte vlakke deur met glasopening, formica Hardhout Dichte vlakke deur, formica Hardhout Dichte vlakke deur
kleur: antraciet kleur: antraciet kleur: antraciet kleur: mouse
Ral 7016 Ral 7016 Ral 7016 F 7928
kleur: antraciet kleur: mouse kleur: antraciet kleur: stofgrijs
Ral 7016 F 7928 Ral 7016 Ral 7037
Hardhout Dichte vlakke deur, formica
kleur: antraciet kleur: redwood
Ral 7016 F 1293
Dichte vlakke deur, formica
kleur: mouse
F 7928
Hardhout Dichte vlakke deur met glasopening, formica Hardhout Hardhout, stom met glasopening Kunststof
kleur: wit kleur: mouse
Ral 9010 F 7928
kleur: wit kleur: wit kleur: antraciet
Ral 9010 Ral 9010 Ral 7016
Kunststof
kleur: antraciet
Ral 7016
Kunststof
kleur: wit
Ral 9001
Isolerende beglazing Aluminium in kleur gemoffeld
kleur: helder kleur: antraciet
Ral 7016
Mado vertikaal Beaufort
kleur: antraciet kleur: antraciet
Ral 7016 Ral 7016
Betonnen tegels
28
Woonwenkenboek Furie Dak en Dakranden Dakbedekking
Aluminium daktrim t.p.v. dakrand toren Aluminium daktrim t.p.v. dakrand liftopbouw Aluminium daktrim t.p.v. gevelbeplating Randafwerking t.p.v. terrassen, aluminium dakkap Luifel bouwlaag 5 staart terraszijde voorgevel en zijgevel Schoorstenen en overige installatieonderdelen op dakvloeren (niet boven dakrand) Raamdorpels en lateien Waterslagen/raamdorpels in metselwerk en gevelbeplating Waterslagen/raamdorpels bij kunststof gevelbekleding In het zicht komende lateien, geveldragers in metselwerk Dorpels op maaiveldniveau Trappen / hekken Trapleuning, traphekken e.d. gemeenschappelijke entree en (nood)trappenhuizen Hekwerken balkons/terrassen (loggia’s), terrassen en galerijen staart Terrasafscheidingen / privacy scherm bouwlaag 1 en 5 staart
Bitumineuze dakbedekking met grind als ballastlaag, tegels t.p.v. terrassen Aluminium daktrim
kleur: antraciet
Ral 7016
Aluminium daktrim
kleur: telegrijs
Ral 7047
Aluminium daktrim
kleur: antraciet
Ral 7016
Aluminium
kleur: antraciet
Ral 7016
Aluminium
kleur: grijsaluminium
Ral 9007
kleur: lichtgrijs
Ral 7035
Aluminium
kleur: antraciet
Ral 7016
Aluminium gepoedercoat
kleur: antraciet
Ral 7016
kleur: kastanjebruin
Ral 8015
Kunststeen
kleur: antraciet
Ral 7016
Stalen handregel, waar nodig spijlenhekwerk, gemoffeld
kleur: grijsaluminium
Ral 9007
Aluminium / staal, gemoffeld voorzien van glasvulling
kleur: grijsaluminium
Ral 9007
Aluminium / staal, gemoffeld voorzien van gematteerde glasvulling
kleur: grijsaluminium
Ral 9007
Hekwerk / Aan deze kleurstaat kunnen geen rechten worden ontleend. TIP: -
Doe nooit spiritus of andere alcoholhoudende schoonmaakmiddel door uw schoonmaakwater, dit lost de watergedragen verf (acrylaat) op welke binnenshuis is toegepast; Zorg dat het hang en sluitwerk (scharnieren, sloten, schoten etc.) niet mee geschilderd worden. Dit ter behoud van de normale werking en de verlenging van de levensduur.
29
Woonwenkenboek Furie Belangrijke adressen en telefoonnummers:
Maasdelta Maassluis P.J. Troelstraweg 6 3144 CX Maassluis Telefoon: 010 - 5930430 Fax: 010 - 5926769 E-mail:
[email protected] Website: www.maasdelta.nl BNG. Bank: 28.50.33.581
Reparatieverzoeken melden Telefonisch van 8.00-16.00 uur. 010 - 5930410 Heeft u een dringend reparatie verzoek buiten de openings uren? Dan wordt u via ditzelfde telefoonnummer doorgeschakeld naar de storingsdienst. Dit nummer is 24 uur per dag bereikbaar. Glasschade Firma van Eijmeren
010 - 5912475
Verstoppingen Firma Buijnink
010 - 5991662
30