Wommelgemse Sprinte De
November 2014
Wommelgemse Sprinters 2014. Staand v.l.n.r.: Cautreels Kurt, Van Camp Swa, Vekemans Ben, Heynen Swa, Van Der Borght Stefan, Hoes Paul, Deklerck Erik, Van Loock Eddy, De Keyser Willy, Versmissen Patrick, Van Der Plas Robert, Leysen Wim, Bellens André, Versmissen Theo, Taelman Erik, Timmermans Dirk, Dom Stefan, Sterkens Jef, Dobbels Wim, Heirman Rudy, Argeerts Luc, Struyf Eddy, Van Herck Erik, Van der Meynsbrugge Waldo, Smits Charel. Zittend v.n.l.r.: Pardo Peter, Haverhals Gunther, Deloz Martine, De Keyser Jef, Cappaert Sam,Verhaegen Walter, Oudermans Eddy, Florus Michel. Niet op de foto: Butzen Kris, De Wolf Guy, Geerinckx Ivan, Janssens Luc, Rens Eric, Smet Pierre, Torfs Jiri, Van Den Eeden Jef, Van Den Plas Kurt, van Duyse Koen, Van Eccelpoel Fred, Wuyts Johan
Wommelgemse Sprinters bestaan 25 jaar WOMMELGEM- Sinds de oprichting van ‘De Wommelgemse Sprinters’ in september 1989 organiseert de wielerclub fietstochten in Wommelgem en omstreken en nemen ze actief deel aan de toertochten van de Vlaamse Wielrijdersbond (VWB). Naast het kameraadschap hebben de leden nog iets gemeen: liefde voor de fiets. Het was in 1989 dat huidig voorzitter Michel Florus en enkele bevriende wielerliefhebbers besloten om een nieuwe wielerclub op te richten in het Wommelgemse. De bedoeling was dat de sport op de eerste plaats kwam
“Al heel wat straffe dingen meegemaakt” Michel Florus P. 2
te staan. Zo werd ‘De Wommelgemse Sprinters’ een club waar het fietscomputertje de snelheid amper kan bijhouden. Na de training werd de rit dan nog eens in het lang en het breed besproken in het clublokaal. Door de jaren heen groeide de club uit tot een van de meest actieve clubs van Vlaanderen. Elke woensdag, zaterdag en zondag spreken de leden af voor een zelf georganiseerde tocht in de buurt, of om ritten van ander clubs van de VWB te rijden. De club telt inmiddels 45 actieve leden, waarvan er steevast zo’n 25 aanwezig zijn om hun favoriete hobby te beoefenen. In 2013 werd met de ‘ECD-Classics’ een apart klas-
Nieuwe uitrusting
Vrijdag 14 november stelden de Wommelgemse Sprinters met trots de nieuwe uitrusting voor volgend seizoen voor. “Het ontwerp is bijna identiek aan dat van vorig jaar, maar de primeur zit in de kwaliteit van de kleding. We opteerden voor dezelfde standaard als bij profteams”, klinkt het trots bij het bestuur. “We krijgen dus betere shirts en broeken. We kunnen niet wachten op het resultaat.”
sement opgemaakt. De leden met de meeste punten, te verdienen tijdens de deelnemende ritten, zien aan het einde van het seizoen hun sportieve inspanningen beloond met mooie prijzen dankzij hun sponsor. Naast hun eigen ‘Korenpaterrit’ en de gezinsfietstocht, organiseren de Sprinters sinds 2012 ook jaarlijks een bedevaart naar een wielerregio, waar naast de sport ook plaats is voor een activiteit zoals het bezoeken van het Ronde van Vlaanderen-museum. Verder vindt er jaarlijks een eetdag plaats en is er voor alle leden een feest aan het einde van het seizoen. In 2014 krijgt het ledenfeest dus een extra feestelijk tintje. STEF VEKEMANS
Sterke verhalen, verborgen talenten en hobby’s van de Sprinters P. 3-5
COLUMN
Door Stef Vekemans
Overleven
D
e wielersport bevindt zich al jaren in het oog van de storm als het over doping gaat. Al in de eerste edities van de Ronde van Frankrijk maakten sommige renners gebruik van de trein of wagen om sneller aan de aankomst te geraken. Uiteindelijk hou je enkel jezelf voor de gek, maar, zeker sinds de komst van de tv, ook vele anderen. Maar ondanks ‘le pot Belge’, ‘gesneden broden’ en ‘wespen’ die de sport unfair maken, blijft de populariteit van het wielrennen groeien. Waarom? Omdat, naast het feit dat het een heerlijke sport is, elke mens, waar dan ook, het zichzelf altijd zo makkelijk mogelijk zal maken om een doel te bereiken en er velen niet vies zijn van vals spel, zelfs wanneer er amper eer of aanzien te vergaren valt. Een oud gezegde over een pot en een ketel maakt dat we daarom onze wielerhelden toch blijven koesteren en de wielersport zal overleven. Dit vooral dankzij de vele duizenden fietsliefhebbers die al jaren in weer en wind met hun kameraden de Vlaamse wegen trotseren en verdomd goed beseffen dat wat je ook doet, pap in de benen, kloppen van de hamer en harkend naar de finish rijden zelfs bij de beste renners voor komt.
“Ik heb heel wat straffe dingen meegemaakt”
2
MICHEL FLORUS IS 25 JAAR VOORZITTER
kunnen en waarschijnlijk nog beter, maar ik ben daar best trots op. We zijn zeker niet de besten, maar er wordt bij momenten hard gefietst en we kunnen ook ons mannetje staan tegenover andere clubs. Dat komt natuurlijk voor een groot stuk door die jongere geAl 25 jaar lang is Michel Florus de neratie en dan zijn wij blij dat we die grote man van ‘De Wommelgemse gasten op onze leeftijd nog kunnen Sprinters’. Tijd om de geschiedenis volgen.” eens in te duiken. Hoe is de club tot stand gekomen? “Ik zat eerst in het bestuur van de ‘Wommelgemse wielertoeristen’. Op een algemene vergadering hebben een aantal leden, ook binnen het bestuur, zich afgesplitst omdat we niet meer op dezelfde lijn zaten. Diezelfde avond Wat is het strafste wat je al hebt nog hebben we de ‘Wommelgemse meegemaakt als voorzitter? “(lacht) Ik heb eigenlijk al heel wat Sprinters’ opgericht.” straffe dingen meegemaakt hoor. Een Hoe zijn jullie zo snel op die naam straf verhaal is zeker toen we naar een rit van de VWB gingen en we op een gekomen? “Die naam vonden we meteen goed. gegeven moment uit elkaar waren geHet kwam een beetje omdat die af- gaan. We waren met zes vertrokken en splitsing er is gekomen omdat wij, kwamen met z’n vijven aan. Naar goeop dat moment nog jonge mannen, de gewoonte wachten we aan het einde neiging hadden om snel te fietsen. de op elkaar, maar de zesde man was in geen velden of wegen te bespeuren. Vandaar ‘De Sprinters’. We hebben zelfs met de wagen een Heb je de club door de jaren zien stuk van de tour in de omgekeerde richting gedaan en in elke afdaling groeien? “Vanaf het eerste jaar waren er zo’n gekeken of hij daar niet naar benetwintig leden en dat is eigenlijk altijd den was gesukkeld. Dan hadden we zo gebleven tot zo’n tien jaar geleden. alle ziekenhuizen in de buurt gebeld, Door omstandigheden, omdat we ook maar dat leverde ook geen resultaat aan een goede snelheid rijden, hebben op. Na veel vijven en zessen kwam die zich ook heel wat jongere mensen bij dan toch aan. Nu bleek dat hij bij een de club ingeschreven en nu zijn er 45 groep Nederlanders had aangepikt die Luik-Bastenaken-Luik aan het rijden leden.” waren en zo honderd kilometer was De club is dus begonnen omdat jul- omgereden.” lie zo snel reden en 25 jaar later doen jullie de clubnaam nog altijd Dat kan alvast tellen. “Zo hebben we eigenlijk nog eens iets alle eer aan. “Er zijn wielertoeristen die dat ook meegemaakt met Swa Van Camp. We
“Als er gefietst moet worden ben ik van de partij”
Terbekehofdreef 6 2610 Wilrijk Tel 03 248 57 02 Fax 03 248 56 75 http://www.ecd.be/
Het Bestuur
Michel Florus (2e van rechts) geniet van een Duvel na een brouwerijbezoek met de club.
reden de Brabantse Pijl en kwamen aan de controlepost waar je moest afslaan voor 200km of 160km. Wij gingen voor de 160 en de Swa was al eventjes vertrokken. Wij dachten ‘We zullen er eens gauw naar toe rijden’. We trokken stevig door en nergens een Swa Van Camp te zien. Na een tijd viel onze frank dat hij natuurlijk was afgedraaid voor de 200km. Bij aankomst hadden we ons gesetteld met een pint erbij en dachten dat hij er zo wel zou aankomen, maar na een tijdje zaten wij nog als enigen in die sportzaal en nog steeds geen spoor van de Swa. Op een gegeven moment kwam er iemand aan met een telefoon: ‘zijn jullie de Wommelgemse Sprinters?’. Wij dachten uiteraard dat er iets ergs gebeurd zou zijn. Het was de Swa. ‘Waar zitten jullie? Ik ben al thuis, mijn zoon is me komen ophalen’.”
“(lacht) Ja dat is waar. Als er moet gefietst worden, dan ben ik van de partij. Ik moet ook zeggen dat de leden die er in den beginne bij waren, dat ook allemaal konden. Nu we wat ouder zijn, begint dat toch een beetje te sputteren. Drinken gaat nog wel, maar opstaan is een stuk moeilijker geworden. Zo reden we dit jaar naar Postel voor het ECD-klassement, dus dat kon ik niet laten liggen. De avond van tevoren had ik echter iets te diep in het glas gekeken. Zo heb ik de hele rit achteraan gereden, maar ik ben er wel geraakt.”
In die 25 jaar is er kennelijk heel wat gebeurd. Wat mogen we nog van de toekomst verwachten? “Voor mezelf hoop ik op meer van hetzelfde en dat ik nog een tijdje zal meekunnen. Ik hoop ook dat we ook nog leuke dingen met de club kunnen doen, maar ook met de mensen van de Als voorzitter ben je altijd op post, club. Zo gaan we al enkele jaren een ook al – zo heb ik me laten vertel- week naar Frankrijk, maar dat is geen len- je soms de avond van tevoren organisatie van de club, dat is met een tot laatste in het café bent blijven aantal leden. Dat zijn dingen die ik plakken. graag wil blijven doen.”
Kurt Cautereels - Feestleider Ben Vekemans - Penningmeester Michel Florus - Voorzitter Erik Van Herck - Secretaris
Turnhoutsebaan 332 2110 Wijnegem Tel: 03 354 02 63 Fax: 03 354 15 22 www.costermans-wielersport.be
Het leven is meer dan fietsen alleen. Dat is ook zo bij de Wommelgemse Sprinters. Wie zijn de leden? Wat zijn de straffe verhalen uit 25 jaar clubgeschiedenis? Ontdek hier de verborgen talenten, aparte hobby’s en toonaangevende gebeurtenissen van de Sprinters.
De vrouw in de club
3
Martine Deloz
Snooker
Stefan Van der Borght “Ik was begonnen op 13-jarige leeftijd in snookerclub ‘De Baron’ van op ’t zuid. Nu al lang verdwenen. Ik mocht daar van de baas in ’t weekend gratis komen oefenen omdat hij vond dat ik er aanleg voor had. Op 14-jarige leeftijd bij ben ik begonnen met competitive bij de AVV (Antwerpse Vereniging voor Vriendenclubs). Mijn allereerste tornooiwinst: Individueel ranking tornooi gewonnen op 15-jarige leeftijd in ‘De Prof’. Vanaf dan is het heel snel gegaan. Al snel verhuisde ik naar een betere club waar ik ook met betere spelers kon oefenen. Wat volgde was de interclubcompetitie in hoogste afdeling en speelde ik regelmatig tornooien in België en Nederland. Als junior won ik twee jaar op rij het regelmatigheidscriterium de Benelux
Junior Cup. In die periode ging ik naar school en trainde ik eigenlijk enkel in het weekend. Tussen het einde van de middelbare school en het begin van mij legerdienst trainde ik ongeveer 4 uur per dag. In die periode heb ik ook mijn beste resultaat behaald: finale EK amateurs in Budapest. Deelnames aan het WK amateurs in Pakistan en WK juniors in Ijsland (bij laatste 16) zijn ook leuke herinneringen. Momenteel speel ik enkel nog interclubcompetitie voor Mister 100 in Lier maar tornooien speel ik al lang niet meer. Trainen doe ik ook al lang niet meer. Ik speel enkel nog voor het plezier, gewoon omdat ik het spelletje graag speel. Het niveau is niet meer top maar soms lukt het wel nog aardig.”
WK Wielrennen Jef Van den Eeden
“Om het amateur wielrennen internationaal te promoten heeft de UCI in 2011 de UWCT (UCI World Cycling Tour) in het leven geroepen. De UCWT groepeert, over gans de wereld, een aantal ritten genre Gran Fondo / Cyclosportieve die als “Qualifier” (kwalificatie rit) fungeren. Ikzelf heb me al sinds 2011 steeds kunnen kwalificeren in de Gran Fondo Eddy Merckx. Ljubljana, eind augustus voor het WK amateurs & masters: knappe locatie, grootse organisatie. De koers is 100km lang en begon wat vals plat met tegen het einde aan enkele stevige klimmetjes. Halverwege de laatste steile klim brak het peloton in twee stukken en ik zat in het tweede deel. Een keer kreeg ik het gat dicht, maar een tweede keer lukte niet op de klim. De voorste groep was gaan vliegen en in mijn groep, met enkele reeksgenoten erbij, was het koersen voor de ereplaatsen. Uiteindelijk werd ik vijftiende en ik ben best fier dat ik in mijn hobby op internationaal niveau meekan. Om echt te kunnen winnen mis ik koerservaring en het echte killerinstinct. Ik koers ook liever (h)eerlijk dan een plaatsje dichter te eidigen door leep te rijden. Hoe dan ook zijn er in mijn reeks mannen die leven als profs en er zijn er zeker tien sterker dan ik. In Ljubljana heb ik de nodige motivatie opgedaan om me nog eens volledig in te zetten op de UWCT-Final 2015 in Aalburg – Denemarken.”
“Ik fiets nu een goeie 7 jaar. Hoe voelt het bij de sprinters als enige vrouw? Dat valt prima mee. Er zouden nog wat vrouwen mogen meefietsen, maar ik weet natuurlijk ook dat het niet zo evident is. Er moet wel wat karakter bijkomen, als vrouw, maar ik fiets gewoon graag en ‘t mag wel al eens vooruit gaan. Ik ben eigenlijk samen met fietsen ook beginnen skiën, eigenlijk nog zo’n verborgen talent. Na twee jaar heb ik m’n diploma initiator gehaald. Vanaf dan geef ik les op ski-
piste Aspen te Wilrijk, sinds vorig jaar ook op de sneeuw bij Skifriends. Les geven is leuk, zeker aan de kids, die nu ook allen uitstekend skiën, maar het mooiste en meeste plezier haal ik uit het toerskiën. Met het fietsen kan ik inmiddels ook terugblikken op enkele hoogtepunten. Zo deed ik onder meer al de Marmotte, Luik-Bastenaken-Luik en stond ik samen met de kinderen bovenop de Mont Ventoux (foto). Dat was een zeer fijne ervaring.”
Tandemkoersen Willy De Keyser
“Na een zware rugoperatie in de jaren ‘80 kwam ik in contact met een blinde kinesist die tandemkoersen organeseerde en zelf ook reed. Hij zocht ‘stokers’ (zoals ze de voorrijder noemde). Zo begonnen we te trainen 3à4 keer per week. De Ronde van Belgie, die telkens het weekend van O-H-Hemelvaart is gepland; bestaat uit 5 koersen en werd een succes. Ook de geweldige vriendschapsbanden met buitenlanders hoorden er bij. Ongeveer 10 jaar reed ik mee; in Belgie, Nederland,
Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. Het geweldigste moment van elke koers was na aankomst de welgemeende schouderklop zonder woorden.”
Bier brouwen Ben Vekemans
“Ik ben altijd een fervent bierliefhebber geweest. Er zijn zoveel verschillende soorten met elk een eigen smakenpalet en dat is misschien ook eigen aan ons land. Ik kan dan ook
geen streek bezoeken en niet een van de lokale bieren te hebben geproefd. In 2011 ben ik begonnen aan een cursus bierbrouwen en zo is de bal aan het rollen geraakt. Ik heb dan geïnvesteerd in een bescheiden brouwinstallatie en heb dat de laatste jaren stilletjes uitgebreid. Zo heb ik sinds twee jaar ook een temperatuurkamer waar ik het gistingsproces van het brouwsel nauwkeurig kan bijhouden. Het eerste brouwsel was al niet slecht, maar ik ben altijd blijven innoveren met leuke resultaten tot gevolg. Ik maak voornamelijk blonde bieren, maar heb ook geëxperimenteerd met bruine soorten. Over het algemeen zijn de reacties zeer positief, wat natuurlijk erg fijn is om te horen. Of ik van plan ben te ‘Veek’ uit te brengen? Mijn zoon zou dat wel willen, maar ik hou het voorlopig rustig op een hobby.”
Porscheclub
Milaan-Sanremo
Luc ‘Den Beenhouwer’ Argeerts
“Ik zit bij Porscheclub Antwerpen. Zij organiseren evenementen op het circuit en (meerdaagse) rally’s. De wagen is niet bedoeld om te koersen. Wel om te genieten samen met mijn vrouw. Ik rijd wel eens graag hard, maar het hebben van zo’n mooie wagen was een droom. Het heeft wel lang geduurd, want ik heb jaren moeten werken alvorens ik er een kon kopen (lacht). Het zijn echt prachtige wagens zowel qua uitzicht als op technologisch vlak. In een erkende Porschegarage kunnen ze met de computer perfect de oorzaak van problemen aan de motor zien, dus je moet daar niet met een smoes afko-
Walter Verhaegen
“Een wielerclub uit de buurt organiseerde zo’n twintig jaar gelden een trip naar Italië voor de Gran Fondo Milan-Sanremo, een event voor wielertoeristen en dus zijn wij met een vijftal leden mee naar daar getrokken en verbleven we in een hotel in Milaan. Ik weet nog dat we in een restaurant de grootste fles wijn bestelden, want we hadden grote dorst. We kregen een gewone fles maar met een hele hoge men als je zelf je motor hebt kapotge- hals. Het was inderdaad de grootste reden. Wat ik het liefste doe, fietsen of fles in de zaak. (lacht) Goed gegeten autorijden? Als ik eerlijk ben: de Por- en gedronken de avond voordien, versche. Fietsen doe ik dolgraag, maar het trokken we al vroeg voor Milaan-Sanis fysiek erg zwaar en ik had er in mijn remo, afgezien van de Turchino waar beginjaren wat moeilijkheden mee. Ik heb dan ook aan stoppen gedacht. Ik kan echter niet naar een andere club gaan. Volgen is geen probleem, want ze rijden overal trager, maar de men- Robert Van de Plas sen in de club zou ik niet kunnen missen. Sinds ik 4/5e ging werken en nog “Ik ben op mijn veertiende begonnen meer vanaf mijn pensioen, kan ik wel bij Beerschot Atletiek. Toen ik naar genoeg trainen en is het sportieve ook Lier verhuisde, ging ik lopen bij AC Lierse. Lange afstanden was mijn speeen stuk leuker. ” cialiteit. Alles boven de 3.000meter. Ik was niet top, maar kon wel mijn mannetje staan. Ik heb twintig jaar aan atletiek gedaan tot ik ben beginnen sukkelen met de achillespees. Ik heb daarna wel nog aan bergbeklimmen gedaan. Na een cursus tot alpinist heb Daar zijn onder andere boekjes bij van in de jaren ’70 en dat had toen geen waarde, maar nu wel. Ik contacteer de renners in kwestie dan via het internet Theo Versmissen en sociale media en ze stellen het erg op prijs dat je die oude knipsels door- Van alle straffe verhalen binnen de stuurt. Nu zijn er ook een aantal die club is het verhaal van de Theo en de mij al via Facebook contacteren en TGV ongetwijfeld het strafste. “Ik heb dan zoek ik voor hen uit of er ergens de bonnetjes nog liggen. Het was een oude foto’s of artikels te vinden zijn. hele ervaring. Hoe ik daartoe gekomen In mijn vriendenlijst zitten intussen ben, daar ga ik niet over uitweiden, heel wat bekende oud-renners van dat was een samenloop van omstanover de hele wereld waarmee ik dan digheden. Het enige dat ik uiteindelijk contact hou of herinneringen kan mee bij me had was mijn portefeuille. Op ophalen. Ik ben erg gefascineerd door zich was het wel de moeite om eens de geschiedenis van de koers. Zelf rijd te hebben meegemaakt. Die trein rijdt ik dan ook in retrokoersen waar je met ongelofelijk snel. Het is echt een knap een oude fiets en uitrusting koerst. Schakelen is bijvoorbeeld nog aan de buis.”
foto: Nico Caignie
“Ik verzamel wieler gerelateerde artikels uit oude kranten en magazines over collega-wielrenners. Daaruit digitaliseer ik dan foto’s en artikels.
Mosselen
TGV
Duivensport
ik nog vele bergen en ijswanden overwonnen met als hoogtepunt de Mont Blanc via de moeilijke Brenva-flank. Ik heb dat heel graag gedaan omdat ik er dan eens tussenuit was, in de natuur met drie kameraden. Ik zie ze vandaag de dag nog, maar klimmen doe ik niet veel meer. Daar moet je jonger voor zijn. Dat is een groot verschil. Als dertiger stormde ik de Mont Blanc op. Dat zou nu veel rustiger gaan.”
staaltje technologie. Alles is ook goed geregeld, want je krijgt gewoon een stoel toegewezen. Dan van Lyon naar Parijs reizen is geen probleem, maar vervolgens naar Brussel gaan is moeilijk als je het niet kent. Ik heb dat ook drie keer moeten vragen. Ik ben er in elk geval wel geraakt. Achteraf gezien was het wel echt een belevenis voor mij, maar het is wel bij die ene keer gebleven.”
Swa Heynen
Charel Smits
Charel eet graag mosselen en heeft daar veel voor over. “Zo’n 15 jaar geleden kwamen er mensen mosselen eten bij mij. Ze waren net aan het werken in onze straat en je kon er niet met de wagen over rijden. Ik heb dan maar de fiets van mijn vrouw genomen om mosselen te gaan halen in Yerseke (65km van Wommelgem nvdr.). Alle kwekerijen liggen daar langs elkaar en verser kan je ze niet vinden. Ik bestelde 15 kilogram mosselen die net uit het water kwamen. Op mijn fiets had
we niet op mochten, een identiek parcours aan dat van de profs. Swa Van Camp verscheen voor de eerste keer met een helm op en had die bij de start achterstevoren op. Dat vergeet ik nooit meer. (lacht) Hoe dan ook; alles was afgesloten voor ons want op elk kruispunt stond iemand met een fluitje en rode lichten mochten worden genegeerd. Dat was daar blijkbaar normaal. Je bent een hele dag onderweg, want Milaan-Sanremo is bijna 300km lang, dus het was wel indrukwekkend dat onderweg al het verkeer eigenlijk moest wijken voor een hoop wielertoeristen.”
Alpinist en atletieker
Retrowielrennen Erik Van Herck
4
ik achterop een bak geïnstalleerd om de zak mosselen te kunnen vervoeren. In Zandvliet reed er een wagen achter mij die claxonneerde. Ik stond recht op de trappers en met al dat gewicht sukkelden de mosselen in de grachtkant. Ik moest de bak terug op de fiets installeren en dan was het nog een heel stuk tot ik thuis was, wind op kop en bij slecht weer. Een straf verhaal? Ik had gezegd dat we mosselen gingen eten en er waren mosselen. (lacht)”
“Ik ben in de jaren ’60 begonnen met duivensport en ben dat nog lang blijven doen. Ik kon ook ’s morgens vroeg gaan fietsen als de duiven al waren uitgevlogen en kwam ik terug tegen dat ze arriveerden. Of ik vaak gewonnen heb? Toch wel. In die tijd was het financieel een mooi extraatje. Het was ook een leuke tijd. Twee keer per jaar
kwamen duivenmelkers uit Taiwan naar hier om duiven van mij te kopen. Het straffe was dat ik aanvankelijk niks van duiven kende. Ik wist uiteraard welke mijn sterkste duiven waren en die zette ik samen zodat die zouden paren. Ik was geen echte duivenmelker. Ik had gewoon goeie vogels.” Cois is het oudste lid van de club “Het voelt alsof ze elk jaar sneller en sneller rijden. Dat kan ik niet meer volgen. Ik wil ook niet dat al de rest op mij zou moeten wachten. Dat vind ik belangrijk. Ik amuseer me zo ook wel. Het voornaamste is dat ik nog bij de club hoor.”
Tafeltennis
Marathon
Jef Sterkens
“Via de vriend van mijn zuster ben ik destijds bij een tafeltennisclub terechtgekomen. Dat was in die tijd wel meer drinken dan pingpongen uiteindelijk (lacht). Daarna werd er dan weer meer gesport. Of ik goed was? Ik kon dat redelijk goed. Ik heb in het katholiek en het Belgisch verbond gespeeld, maar echt heel hoog was dat allemaal niet. Hoop en al ben ik er wel vijftien jaar mee bezig geweest. Of ik het nu
Dansen
André Bellens nog doe? Nooit. Zelfs niet als ze een palet in mijn handen stoppen. Er zijn periodes van komen en van gaan. Net zoals nu, want ik ben gevallen met de fiets en dus moet ik een tijdje aan de kant. Voor mij valt het revalideren wel mee, maar voor de vrouw is het minder. Het enige wat ik momenteel kan is pinten drinken en tv kijken. Dat vind ik niet zo erg. Volgend jaar sta ik er wel weer.”
Dirk Timmermans
“Ik heb nooit iets met dansen gehad, maar ‘de vrouwen’ willen dat eens doen en zo zijn we gestart met koppeldansen en daarna zijn we nog met hiphop begonnen. Voor de jeugd heb je er enorm veel wedstrijden in en met een zotte kop zijn we dan ook nog met competitiedansen begonnen. Je steekt muziek in elkaar en een choreografie
Waterski
en van het een kwam het ander. We stonden in België wel alleen in onze categorie en zo zijn we dus ook Belgisch kampioen geworden (lacht). Het hoogtepunt was dat we dan naar het WK in Oostenrijk konden. Dat was een unieke ervaring. We gingen er eigenlijk van uit dat we laatste zouden worden, maar dat is niet gebeurd. We waren uiteindelijk 16e van de twintig, waar we meer dan tevreden mee waren. We hadden ons nog nooit kunnen meten met anderen, we wisten niet eens hoe dat wereldje in elkaar zat. Kortom we hebben ons goed geamuseerd. Vandaag doe ik enkel nog aan koppeldansen.”
Wim Dobbels
Basketbal
5
“Ik ben beginnen lopen in 1987 op mijn 37ste, na een bescheiden carriëre als voetballer. Het begon zoals zo dikwijls met een weddenschap aan de toog: binnen het jaar een marathon uitlopen, liefst in een tijd van om en bij de 3 uur! In het begin kon ik amper één km aan één stuk lopen. Voetballers-zeker in die tijd- hadden geen fysiek. Stilaan werd de frequentie en het aantal km opgedreven : na een half jaar tot 50 km per week en na een jaar reeds bijna 100km. Mijn eerste marathon: oktober 1988 in Berchem liep ik in 3u 15 min, maar slechts één maand later, in Eindhoven, was ik binnen op 2u 59. Vanaf toen heb ik gedurende 15 jaar onafgebroken 100km per week getraind. Grootse prestaties heb ik nooit kunnen leveren, maar ik heb wel een regelmatig parcours afgelegd. Mijn mooiste herinneringen zijn mijn deelname aan de marathon van Berlijn in 1990 met een eindtijd van 2u 48 en mijn drie deelnames aan de Jungfraumarathon (met een hoogteverschil van 1700m) waar ik toch telkens binnen de 4 uur binnen was.”
Johan Wuyts
“Ik ben beginnen basketten op mijn 6 jaar. Op dat moment ben je dus ongeveer even groot als de bal. Driepunters bestonden nog niet, het waren nog 2 helften ipv 4 kwarters... Het was zeker een mooie tijd, ploegsport heeft toch nog een extra dimensie, maar missen doe ik het niet. Topmomenten, als die er al waren: de eerste keer mogen meespelen met de eerste ploeg op 16 jaar bij Angelique Lier. Nadien met Nila kampioen gespeeld, ik denk dat het in 2de provinciale was. Een ander hoogtepunt was met het Sint Gummaruscollege de scholencompetitie van Vlaanderen winnen, de enige keer in 6 jaar dat ik de toenmalige directeur Eddy Delaet heb zien lachen.”
Motorrijden Koen Van Duyse & Guy De Wolf
“Ik ben een paar keer Belgisch kampioen geweest in het waterskiën. Wegens tijdgebrek heb ik me nooit kunnen meten op Europees niveau, maar op Belgisch niveau heb ik enkele jaren meegedaan voor de prijzen. De Sprinters kennen me ook wel als iemand die zich ergens voor kan smijten om dan dat doel te bereiken. Ik heb uiteindelijk tien jaar meegedraaid, maar het is een sport die enorm veel van je lichaam vraagt. Het is hoe dan ook de meest complete sport die ik ooit gedaan heb. Het is zowel fysiek, moto-
risch en het is een teamsport. Je hebt een piloot, een copiloot en de skiër. Je moet elkaar goed verstaan om resultaten te behalen. Als skiër hang je dan ook zo’n zestig meter achter de boot en daar moeten ze aan lichaamstaal kunnen zien wanneer ik moe begin te worden enzovoort. Zo hebben ze mij ooit eens gevraagd om copiloot te zijn en op die manier ben ik erin gerold. Het was een zeer fijne periode uit mijn leven, maar ik ben nu met even veel plezier bezig met andere dingen, zoals fietsen.”
Koen: “We volgden een cursus op het circuit en we reden steeds vaker. Je ziet jezelf evolueren en je wil ook beter worden en zo zijn we eigenlijk met motorracen begonnen. Het is eigenlijk net zoals met de fiets. Als je er mee begint, rij je maar wat mee, maar na verloop van tijd zie je jezelf verbeteren en je wilt ook beter worden. In 2011 kwam er door een ongeval wel en abrupt einde aan het rijden op het circuit. Zo ben ik bij de Sprinters terecht gekomen. Of ik nog met de moto rijd? Ik heb geen moto meer. Ik heb veel geluk gehad en dan begin je te beseffen dat je –op de baan- een heel zwakke weggebruiker bent als motard. Ik ging ook graag lopen om mijn conditie op peil te houden, maar dat kon ik niet meer. Fietsen lukt echter zeer
goed en ik doe het ook heel graag. Je leert er ook weer andere mensen mee kennen.” Guy: “We zijn eigenlijk met het motorrijden gestopt toen Koen een ongeluk heeft gehad. Dan zijn we beginnen fietsen en sponsoren we nu het wielrennen, iets waar we zelf in zitten. Ik rijd nog wel met de moto in het verkeer, maar dat is eerder beperkt. Wat ik nu het liefste doe? Met de fiets rijden. Daar haal ik het meeste voldoening uit. Je rijdt met een moto al vaak te snel, maakt makkelijker verkeersovertredingen en met de fiets kan je je overal uitleven, met de moto kan dat enkel op het circuit. Bovendien vind ik fietsen een erg sociaal gebeuren en dat maakt dat het nu een van mijn favoriete bezigheden is geworden.”
ECD Classics groot succes
Kurt Cautereels, feestleider van de Sprinters, kwam samen met de andere bestuursleden op het idee om een nieuw klassement uit de grond te stampen. “Het idee om de ECD-classics te organiseren kwam er omdat de opkomst voor grote ritten en semi-klassiekers verminderde”, zegt Cautereels. “Het waren niet de kilometers die het probleem vormden, maar vooral de afstand tussen Wommelgem en de start van de rit. Je bent een hele dag onderweg. Dat is niet meer.” De nieuwe formule wordt door de leden zeker gesmaakt. “We hebben gemiddeld gezien zo’n twintig leden per rit gehad en dat zegt genoeg over de interesse die er is in het concept”, zegt Cautereels trots. “Dat stemt mij dan ook erg tevreden. Er zijn tien ritten per jaar en
de leden die willen mogen zelf zo’n rit uitstippelen. Voorwaarde is dat we vertrekken vanuit Wommelgem. We rijden vooral langs streken waar je zelf quasi niet komt. En zo heb je de een mooie combinatie tussen sporten en genieten van mooie landschappen of unieke plekken in België. Er hangt uiteindelijk een mooie prijzenpot aan vast en dat motiveert de leden misschien ook. We hopen nu dat er nog leden een rit willen uitstippelen zodat het circuit nog verder kan worden uitgebouwd.”
Rit naar Veerle 1 mei 2014. Gemiddeld reden 20 renners mee tijdens elke rit.
Grymonprez & Zoon Kerkplaats 24 Wommelgem
6