Nieuws brief VO November/december 2010 (nr. 35) Inhoud • WMS-congres: NKO-consulent heeft beste presentatie • Drugsgebruik op school: ouders en schoolbeleid • Zorgen over passend onderwijs • Leerlingenkrimp in het voortgezet onderwijs • Wat kost een leerling? • Minder profielen in HAVO en VWO • Begrotingsdebat: overgang VMBO-t – HAVO-4 • Overgang VMBO’ers: wat kan beter op VMBO en HAVO? • Reacties minister en NKO • Maatschappelijke stage naar 30 uur • Steeds meer jongeren raken verslaafd aan gamen • Dyslectische leerlingen: waar kunnen zij op rekenen? • Uit het Inspectieoverleg: misverstanden • De inspectie en de vrijwillige ouderbijdrage: verscherpt toezicht • Tegen de barbarij: Erasmus en het onderwijs • Een TOOST
--------
WMS-congres: NKO-consulent heeft beste presentatie Deelnemersevaluaties Wij zijn trots op Cissy Stoker. Op het vierde landelijke WMS-congres dat op 24 november jl. in de Reehorst in Ede werd georganiseerd, verzorgden drie NKO-consulenten workshops. Cissy Stoker deed de workshop De canon van de medezeggenschap; Piet Vromans de workshop Oudervriendelijk jaarverslag en Peter Kanters de workshop Binnenmilieu, de (G)MR en een gezonde leer- en werkomgeving op basisscholen. 277 van de 300 bezoekers hebben een evaluatieformulier ingevuld. Daaruit blijkt dat Cissy Stoker van alle inleiders de beste score heeft behaald. In de eerste en derde ronde respectievelijk 8,2 en 9,1 voor de inhoud en respectievelijk 7,8 en 9,1 voor de presentatie. Wij zeggen altijd dat onze consulenten kwaliteit leveren, want ook Piet en Peter scoorden hoog. het blijkt natuurlijk ook uit de deelnemersevaluaties van onze cursussen. Maar toch is het leuk om het van eveneens anderen te horen. Inspiratiemodules Wil je ook profiteren van ons hoge kwalitatieve aanbod. Er is een ruime keus aan Inspiratiemodules voor de (G)MR beschikbaar. Daar is over nagedacht, want niet elke (G)MR heeft behoefte aan hetzelfde aanbod. Vandaar dat, in overleg, twee modules per avond kunnen worden gekozen. Een betere pasvorm kunnen wij niet verzinnen. Doe jezelf daarom aan het eind van het jaar een scholingsavond cadeau. Hier vind je al onze inspiratiemodules.
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
1
--------
Drugsgebruik op school: ouders en schoolbeleid Enquête Ouders van schoolgaande tieners willen dat drugsgebruik en –handel op en rond scholen harder wordt aangepakt. Dat blijkt uit de resultaten van een enquête door onderzoeksbureau Peil.nl in opdracht van de Telegraaf onder 2.000 ouders met kinderen in de leeftijd van 12-19 jaar. De belangrijkste bevindingen zijn: • Veel ouders maken zich ernstig zorgen over de aanwezigheid van drugs en vinden dat er te weinig tegen wordt gedaan. Zo’n 90% vindt dat er strenger moet worden opgetreden. • Ouders vinden dat er meer moet worden gecontroleerd door docenten, maar ook door de politie. Bijvoorbeeld door het openmaken van kluisjes. • 42% van de ouders weet dat er op de school van hun kinderen drugs worden gebruikt. Een op de zes meldt dat zijn kind wel eens drugs krijgt aangeboden op of rond de school. • Een kwart van de ouders vindt een urinetest geoorloofd. Gesnapte leerlingen moeten streng worden gestraft. Leerlingen die drugs verkopen, moeten strafrechtelijk worden vervolgd. • Een ruime meerderheid vindt dat leerlingen met naam en toenaam bekend moeten worden gemaakt als zij om drugs worden geschorst. • Leveranciers moeten strenger worden bestraft en de politie moet actiever naar hen op zoek. • Ongeveer 75% van de ouders vindt dat de minimumleeftijd voor bezoek aan een coffeeshop omhoog moet naar 21 jaar. En 84% wil dat de coffeeshops verdwijnen uit de nabije omgeving van de scholen. Overheidsbeleid Minister Van Bijsterveldt vindt dat het creëren van een minimale afstand tussen het schoolplein en coffeeshops prioriteit heeft. In antwoord op vragen in de Tweede Kamer heeft zij verder gezegd dat zij scholen vanaf volgend schooljaar wil verplichten drugsincidenten te registreren en te melden aan de Inspectie van het Onderwijs en de politie. Drugshandel door scholieren is een strafbaar feit en moet door de scholen altijd bij de politie worden aangegeven. Zij wil echter voorkomen dat scholen te maken krijgen met te veel administratieve verplichtingen. In december stuurt ze de Tweede Kamer een Veiligheidsbrief met een aantal maatregelen. Wel benadrukt de minister dat ook ouders zelf een verantwoordelijkheid hebben en niet alles kunnen verwachten van de overheid. Minister Opstelten (ministerie van Veiligheid en Justitie) is er voorstander van dat de naam van leerlingen die drugs gebruiken bekend wordt gemaakt aan ouders, leraren en medescholieren. Jongeren die dingen verkeerd doen, moeten volgens hem nadrukkelijk zichtbaar zijn. De VO-Raad vindt echter dat dit niet past bij de opvoedkundige taak die de school heeft. Een betere maatregel vindt de Raad het (tijdelijk) niet meer toelaten tot de les. Verder is minister Opstelten er voorstander van dat scholen bij drugsgebruik de politie inschakelen, maar hij wil het ze niet verplichten. Ook vindt hij dat ouders een belangrijke taak hebben om hun kinderen van drugsgebruik af te houden. Schoolbeleid Drugsgebruik op school wordt nu vaak niet bekend gemaakt uit vrees voor de goede naam van de school. De vraag is natuurlijk of dit zich juist niet tegen de school keert, omdat het toch als gerucht bekend raakt. Daarmee komen we aan het beleid dat scholen voeren. Veel scholen hebben een ‘Beleid ten aanzien van drugs en alcohol’ op papier staan. Toch is het goed als ouders (in de OR en MR) dit beleid weer eens agenderen in het gesprek met de schoolleiding. Is het nog wel geënt op de zich voordoende schoolrealiteit? Zijn de sancties nog adequaat? Is het nodig, zoals uit de enquête als ouderwens blijkt, om de ouders in te lichten als het voorkomt? Is er een beleid met betrekking tot de kluisjes of met betrekking tot het inschakelen van de politie?
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
2
Wat nodig is, zal van school tot school verschillen. Vanuit het perspectief van een veilige leeromgeving is het goed als dit beleid regelmatig wordt geëvalueerd. En daarbij geldt dat ook de school het niet alleen kan. Vanuit de partnerschapsgedachte doen ouders er goed aan om er ook over na te denken wat zij zelf kunnen doen. ---------
Zorgen over passend onderwijs De directeur van de NKO, Lucille Barbosa-Biesbroeck, nam op 9 november jl. deel aan het debat over Passend onderwijs met de Tweede Kamerleden. Daar is ook de petitie van de landelijke onderwijsorganisaties (waaronder NKO) aangeboden tegen de € 300 mln. bezuinigingen van het kabinet, die met name zorgleerlingen zullen treffen. --------
Leerlingenkrimp in het voortgezet onderwijs Vorige maand verscheen het SBO-rapport Krimp als kans. Het duurt nog vijf jaar in de meeste regio’s, maar dan is er ook in het voortgezet onderwijs landelijk sprake van leerlingenkrimp. Tussen nu en 2015 is er in het voortgezet onderwijs nog een groei van 3%, van 2015 tot 2020 gaat het om een krimp van 7%. Nu is er vooral in Zuid-Limburg en Groningen sprake van leerlingenkrimp, vanaf 2015 zal daarvan in het gehele land sprake zijn. Wel zijn er verschillen per regio. De cruciale vraag is natuurlijk: wat betekent dat voor de scholen? In ieder geval betekent daling van het leerlingenaantal dat de school minder geld krijgt (zie de volgende bijdrage). Mogelijk komt daardoor de onderwijskwaliteit onder druk te staan. In het rapport kun je de gegevens van je eigen regio vinden. Speelt de school daar al op in? Hoe doen ze dat? Welke keuzes worden gemaakt? Verschraalt bijvoorbeeld het vakkenaanbod of worden er locaties gesloten? Voor de OR en MR kan het rapport aanleiding zijn om dit te agenderen voor bespreking met de schoolleiding. Zie, indien nodig, ook dit artikel.
--------
Wat kost een leerling? De vorige bijdrage roept natuurlijk de vraag op: wat betaalt de samenleving voor een leerling? Of vanuit de school geredeneerd: welk bedrag ontvangt het schoolbestuur voor elke leerling? In een handig overzicht heeft met ministerie van OCW dit op een rij gezet voor allerlei schoolsoorten. ------
Minder profielen in HAVO en VWO Argumenten In de paragraaf onderwijs van het Regeerakkoord VVD-CDA werd het al aangekondigd, maar onlangs heeft minister Van Bijsterveldt in het nieuwsbericht over het Actieplan Beter Presteren bevestigd dat zij het aantal profielen wil terugbrengen van vier naar twee. Wat is de achtergrond van deze keuze? 1. Een argument dat al langer speelt, betreft de vroegtijdige keuze die leerlingen (vóór hun 16e jaar) moeten maken en de belemmeringen die zij daarvan kunnen ondervinden bij hun latere studiekeuze. Bovendien sluiten de huidige profielen ook slecht aan op de talrijke keuzes (1000 à 1500 studies) in het hoger onderwijs.
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
3
2. Een nieuw argument komt voort uit de leerlingenkrimp. In regio’s waar nu en in de nabije toekomst de leerlingenaantallen krimpen, wordt het voor scholen steeds problematischer om alle vier profielen en alle afzonderlijke vakken van die profielen aan te bieden. Minder profielen Drie jaar geleden is er al eens voorgesteld om één breed maatschappij- en één breed natuurprofiel te maken. Maar er was destijds onvoldoende draagvlak om, na de vorige veranderingen, opnieuw aan de tweede fase te gaan sleutelen. Inmiddels zijn veel universiteiten en hogescholen bezig de wildgroei aan studies te beteugelen door het opzetten van een breed eerste studiejaar. En in het MBO worden vanaf 1 augustus 2011 zestien domeinen onderscheiden om de oriëntatie op de beroepskeuze van instromende VOleerlingen te verbeteren. Scholen die (vanwege minder profielen) minder vakken geven, hoeven hun leerlingen over minder klassen te verdelen. Door de grotere klassen die op die manier ontstaan, blijft het onderwijs ook op kleinere scholen (krimpscholen) betaalbaar. Dat er nu wel draagvlak is voor minder profielen komt mede, omdat minder profielen tot grotere klassen leiden. En die leveren dit kabinet geld op dat hard nodig is om de beoogde bezuinigingen te realiseren (dit was overigens ook één van de bezuinigingsvoorstellen van de ambtelijke Heroverwegingscommissie Productiviteit onderwijs – zie pagina 9). Beroepsgerichte vakken Een ander aansluitingsprobleem rondom de profielen betreft het gemis van een of twee beroepsgerichte vakken. In het Advies Vroeg of Laat stelde de Onderwijsraad onlangs voor om de profielen voor HAVO, en wellicht ook voor VWO, aan te vullen met één of twee beroepsgerichte vakken. Dat zal de doorstroom naar het vervolgonderwijs verbeteren. Voor het VMBO bepleitte de Raad de samenvoeging van de gemengde leerweg (met een beroepsgericht vak) met de theoretische leerweg. Dat er ook in het onderwijs zelf behoefte bestaat aan oplossingen in deze richting blijkt uit initiatieven voor bijvoorbeeld havisten competent, waaraan verschillende scholen deelnemen. Daarin beoogt men door het gericht versterken van bepaalde competenties de kansen van HAVO-leerlingen in het HBO te verbeteren. De veronderstelling achter al deze voorstellen is dat HAVO- en VWO-leerlingen dan beter kunnen kiezen in het vervolgonderwijs. Het zal tevens het veelvuldige switchgedrag en de uitval verminderen. Overigens geldt dit ook voor het MBO, want voor vroegtijdig uitgestroomde havisten is dat het vervolgonderwijs (Zie op pagina 56 t/m 66 van dit recente onderzoek voor meer informatie hierover). Als er dan toch gesleuteld gaat worden aan de profielen, kan de optie van één van twee beroepsgerichte vakken wellicht meteen worden meegenomen. *Nu kunnen leerlingen kiezen uit de volgende vier profielen: Cultuur & Maatschappij; Economie & Maatschappij; Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek. Steeds meer wordt er door met name VWO-leerlingen echter ook gekozen voor een combinatie van de twee maatschappij- of natuurprofielen. --------
Begrotingsdebat: overgang VMBO-t - HAVO-4 Transparant Op 16 november jl. heeft de Tweede Kamer met een kleine meerderheid de motie Van der Ham e.a. aangenomen om de doorstroming van VMBO-t naar HAVO-4 te verbeteren. Daarin wordt de regering gevraagd ervoor te zorgen dat HAVO’s transparant en eenduidig zijn in hun toelatingseisen. Ook wordt de regering gevraagd ervoor zorg te dragen dat scholen in staat worden gesteld de doorstroom te begeleiden. Wat betreft de toelatingseisen heeft de NKO al eerder bepleit dat scholen deze op het openbare gedeelte van hun website zetten. We hebben nog niet de indruk dat scholen hiermee veel voortgang hebben geboekt. Minister Van Bijsterveldt heeft in de vorige
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
4
regeerperiode met de VO-Raad afgesproken dat scholen zelf het initiatief kunnen nemen. Als zij echter op dit punt onvoldoende daadkracht tonen, dan zal de minister overgaan tot regelgeving. De bal ligt dus bij de scholen. Het punt van de eenduidigheid slaat op de soms sterk uiteenlopende gemiddelde cijfers die scholen voor de toelating hanteren. Daarover zal de minister in overleg met de VO-Raad gaan. Verantwoordelijkheid scholen Het tweede deel van de motie heeft zowel betrekking op de verantwoordelijkheid van de VMBO-t-scholen als op de verantwoordelijkheid van HAVO-scholen. VMBO-t-scholen zijn ervoor verantwoordelijk dat zij een doorstroompakket of -module aanbieden voor leerlingen, die in potentie geschikt zijn voor HAVO. De HAVO-scholen op hun beurt zijn verantwoordelijk voor de extra begeleiding van VMBO-t-leerlingen gedurende het eerste jaar op de HAVO. Bovendien kunnen zij de regel afschaffen dat VMBO-leerlingen niet in HAVO-4 mogen blijven zitten. In dat licht is het merkwaardig dat in de motie is te lezen: ‘in staat worden gesteld’. Scholen hebben nu immers al de ruimte om hun verantwoordelijkheid naar eigen inzicht in te vullen. De meeste VMBO-t-scholen wijzen echter naar het vervolgonderwijs en zo’n 20% van de VMBO-t-scholen voelt zich in het geheel niet verantwoordelijk (zie ook de volgende bijdrage). Sommige HAVO-scholen steken wel tijd en energie in de begeleiding van VMBO-t-leerlingen Terugkijkend op het debat over de Onderwijsbegroting zijn het allemaal punten die al onder het vorige kabinet onderwerp van discussie zijn geweest. VO-scholen maken echter nog steeds te weinig haast met genoemde verbeteringen. Daarom is het goed dat de Tweede Kamer de overgang VMBO-t – HAVO-4 opnieuw heeft opgepakt. --------
Overgang VMBO’ers: wat kan beter op VMBO en HAVO? Nieuw onderzoek bevestigt de actualiteit van de overgang van VMBO-t naar HAVO-4. Onlangs verscheen het onderzoeksrapport ‘Van VMBO naar HAVO: tweestrijd of tweesprong’. Met name de samenvatting op de pagina’s 49 t/m 57 is voor ouders lezenswaardig. Hieronder volgt een beknopte samenvatting van de resultaten. • In totaal stromen er jaarlijks zo’n 9.000 leerlingen door van VMBO-t naar HAVO-4. Dat aantal lijkt zich de laatste jaren te stabiliseren. • VMBO’ers en havisten doen, volgens decanen van HAVO-scholen, qua zelfstandig werken, studiehouding en beheersing van studievaardigheden niet voor elkaar onder. Wel is het vakkenpakket van havisten breder. • Een kwart van de VMBO-decanen en directies is niet in staat een inschatting te maken van de eigenschappen van VMBO-gl/tl’ers die naar HAVO-4 doorstromen. De overige driekwart noemt wel eigenschappen als studievaardigheden, lees- en schrijfvaardigheid, leermotivatie, werkhouding en zelfstandigheid. • In totaal haalt 24% van de ingestroomde VMBO’ers en 11% van de havisten niet het HAVO-diploma. Hierbij moet wel aangetekend worden dat op 7 van de 12 HAVO-scholen VMBO-leerlingen in HAVO-4 niet mogen blijven zitten. Ruim driekwart van de VMBOleerlingen stroomt via de HAVO door naar het HBO. • VMBO-decanen vinden de instroomeisen ‘gemiddeld een 7, een positief advies van de VMBO-decaan of –mentor en een goede werkhouding/motivatie’ gerechtvaardigd. • Als de bovenbouw HAVO en VMBO op dezelfde locatie zitten, vindt veelal terugkoppeling plaats over hoe de leerlingen het op het HAVO doen. Bij zelfstandige VMBO’s gebeurt dat veel minder vaak. • Als ze op de hoogte zijn van de begeleiding van VMBO-leerlingen op de HAVO, vinden de VMBO-decanen dat er te weinig begeleiding is in de gewenning aan een ander leerklimaat. • Een kleine minderheid (5%) van de VMBO-decanen is er tegen dat VMBO-leerlingen kunnen doorstromen naar HAVO-4. Zij zien het VMBO als schakel in de beroepskolom
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
5
•
•
•
VMBO-MBO-HBO. De meeste decanen staan (enigszins) positief tegenover doorstromen naar HAVO-4. Van structurele hulp van VMBO’ers die naar HAVO willen, is op VMBO-scholen maar in beperkte mate sprake. 4 op de 10 scholen geeft, indien noodzakelijk, extra wiskunde en 3 op de 10 een extra theoretisch vak. Minder dan de helft van de VMBO-decanen vindt het eigen programma adequaat om leerlingen, die naar de HAVO willen daar goed op voor te bereiden. Een derde is van mening dat het programma voldoende adequaat is om de juiste studievaardigheden te ontwikkelen. Op de vraag of er in VMBO een aparte stroom HAVO en een aparte stroom MBO moet komen, zijn de meningen verdeeld (vandaar de titel van dit onderzoek). -------
Reacties minister en NKO Minister Minister Van Bijsterveldt vindt het ongewenst dat VMBO-leerlingen in HAVO-4 niet mogen doubleren. Daarom heeft zij de inspectie opdracht gegeven dit te onderzoeken. Ook zal de inspectie nagaan of de toelatingseisen wel transparant zijn. De NKO veronderstelt dat hiermee wordt bedoeld dat ze op het openbare gedeelte van de website staan. Het ongeduld op het ministerie neemt overigens toe. Als het onderwijs zelf geen maatregelen neemt, zal er snel wet- en regelgeving komen. NKO De NKO vindt dat elke leerling met een VMBO-diploma toegelaten moet worden tot HAVO-4, mits: • zij met succes de doorstroom- of aansluitingsmodule hebben afgerond; • een positief advies van de school hebben. Ouders en leerlingen mogen van de HAVO verwachten dat: • de toelatingscriteria op het openbare deel van de website van de school staan; • er extra begeleiding voor VMBO-leerlingen is in het eerste half jaar; • VMBO-leerlingen mogen blijven zitten in HAVO-4. Ouders mogen van de VMBO-t-school verwachten dat de school: • zijn verantwoordelijkheid neemt voor een goede voorbereiding van leerlingen die naar de HAVO willen; • een doorstroom- of aansluitingsmodule aanbiedt, inhoudelijk toegesneden op de (inhoudelijke) aansluiting HAVO-4; • na afronding van deze module een positief advies voor doorstroom afgeeft. -------
Maatschappelijke stage naar 30 uur In een wetsvoorstel dat minister Van Bijsterveldt onlangs naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, is te lezen dat de maatschappelijke stage, die vanaf het schooljaar 2011/2012 verplicht wordt in het voortgezet onderwijs, zal worden teruggebracht naar 30 uur. Dat geldt voor alle schooltypen (van praktijkonderwijs tot VWO). Uiteraard mogen leerlingen en scholen kiezen voor meer uren. De vergoeding voor het huidige schooljaar is vastgesteld op € 60,- per leerling. Het is de bedoeling dat dit bedrag structureel wordt. Scholen met (te) weinig leerlingen ontvangen minimaal € 18.000,-. -------
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
6
Steeds meer jongeren raken verslaafd aan gamen Uit recent promotieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam blijkt dat in Nederland zeker 20.000 jongeren tussen de 12 en 17 jaar verslaafd zijn aan gamen. Lees hier de samenvatting. Met name online games als World of Warcraft en Call of Duty zijn de grote boosdoeners. Maar het zijn niet de games die bepalen of iemand verslaafd raakt of niet. Oorzaak is veeleer de psycho-sociale gesteldheid van jongeren. Volgens het onderzoek zijn vooral eenzame jongens met een laag zelfbeeld en weinig sociale vaardigheden een risicogroep. Dat wil echter niet zeggen dat andere jongeren geen risico lopen. Daarbij is ook de rol van ouders cruciaal. Een goed voorbereide ouder telt voor twee. De NKO biedt daarom de ouderavond De virtuele wereld: games wat moet je ermee? aan. Bedoeld voor ouders in het basis- en (onderbouw) voortgezet onderwijs. Meer informatie:
[email protected] -------
Dyslectische leerlingen: waar kunnen zij op rekenen? School aanspreken Tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer naar aanleiding van de aanscherping van de exameneisen (1) bleek dat sommige scholen niet bekend zijn met de regelingen en hulpmiddelen die er voor dyslectische leerlingen in het voortgezet onderwijs beschikbaar zijn. Het gevolg is dat ze er niet, of onvoldoende, gebruik van maken. Om ouders en school daarbij te helpen, heeft het ministerie er een overzicht van gemaakt. Ouders kunnen de school er dan op aanspreken als die in gebreke blijft. De noodzaak van de hulpmiddelen moet wel worden aangetoond door middel van een dyslexieverklaring. Regelingen en hulpmiddelen • Het begint er natuurlijk mee dat ouders bij de schoolkeuze kunnen laten meewegen welke voorzieningen de school biedt. Niet onbelangrijk als je kind dyslectisch is! • Scholen voor primair en voortgezet onderwijs zijn verplicht gratis schoolboeken beschikbaar te stellen. Dit geldt ook voor aangepaste (digitale) schoolboeken voor leerlingen met dyslexie. De schoolboeken worden, met subsidie van de rijksoverheid, toegankelijk gemaakt door Dedicon. • Leerlingen met dyslexie kunnen de Daisyspeler en de Daisyprogrammatuur vergoed krijgen vanuit het basispakket van de zorgverzekering. Zorgverzekeraars stellen verschillende voorwaarden aan deze vergoeding. • Daarnaast kunnen sinds 2009 kosten verbonden aan dyslexiehulpmiddelen worden opgenomen als aftrekpost in de belastingsaangifte, bijvoorbeeld de kosten voor het aanschaffen van leesprogramma's zoals Kurzweil of Claroread of een readingpen. • Artikel 55 van het Examenbesluit VWO, -HAVO, -MAVO, -VBO vermeldt dat de school in bepaalde gevallen extra examentijd kan verlenen. • Het College voor Examens stelt jaarlijks een lijst op met toegestane hulpmiddelen bij de examens. Onderzoek In Antwoorden op Kamervragen (pagina 6/7) vermeldt het ministerie dat het Kohnstamm Instituut onderzoek heeft gedaan naar de technologische ontwikkelingen op het gebied van leer- en hulpmiddelen voor leerlingen met een visuele beperking en dyslexie. In het onderzoek is ook een internationale vergelijking uitgevoerd van het beleid ten aanzien van leer- en hulpmiddelen. De aanbevelingen uit het onderzoeksrapport, dat binnenkort verschijnt, zullen worden betrokken bij het verder oplossen van de knelpunten op het terrein van leer- en hulpmiddelen. Daaronder valt ook digitaal lesmateriaal voor leerlingen met dyslexie.
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
7
(1) In het schooljaar 2011/2012 worden de exameneisen voor HAVO/VWO aangescherpt. Leerlingen mogen dan maximaal één 5 halen voor één van de drie kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde (gemiddelde SE en CE). Ook moeten ze gemiddeld een voldoende hebben voor het centraal examen. Voor VMBO wordt eerst de evaluatie van de haalbaarheid van de referentieniveaus taal en rekenen (in 2014 voor het eerst geëxamineerd) afgewacht.
-------
Uit het inspectieoverleg: misverstanden De NKO neemt deel aan het overleg van de inspectie met de onderwijsorganisaties. Daar bleek dat er bij VO-scholen, volgens de inspectie, een aantal misverstanden leven rondom het toezicht. 1. Afstroombeleid Als gediplomeerde HAVO-leerlingen doorstromen naar VWO doen ze er weliswaar een jaar langer over dan gewone VWO-leerlingen. Toch waardeert de inspectie deze leerlingen op dezelfde manier als leerlingen die zonder zittenblijven hun VWO-diploma halen. Het kan om deze reden voor de school dus geen argument zijn om doorstroom te verhinderen (Zie ook de Antwoorden op Kamervragen, pagina 15/16). 2. Leerlingen meetellen voor opbrengstenkaart bij overgang naar VAVO Als een VO-school een leerling zijn opleiding laat afronden op het VAVO, dan neemt de inspectie deze leerling niet mee bij de beoordeling van de opbrengsten van de school (opbrengstenkaart). Een besluit om een leerling op het VAVO zijn opleiding af te laten maken, kan dus puur in het belang van de leerling worden genomen. De school heeft er voor- noch nadeel bij. ----------
De inspectie en de vrijwillige ouderbijdrage: verscherpt toezicht Misstanden In het najaar van 2009 onderzocht de inspectie in het basis- en voortgezet onderwijs of de scholen zich houden aan de wet- en regelgeving rondom de vrijwillige ouderbijdrage. Daarmee was wel het een en ander mis (zie daarvoor www.onderwijsinspectie.nl). Kort samengevat: • In het voortgezet onderwijs wordt bij de vrijwillige ouderbijdrage vaak geen melding gemaakt van een reductie- of kwijtscheldingsregeling of van de keuzemogelijkheden die ouders hebben. Ook worden overeenkomsten, die er slechts op een kwart van de scholen zijn, vaak gebruikt voor de hele schoolloopbaan. De geldigheid betreft echter één schooljaar. • Op slechts een kwart van de VO-scholen stemde de oudergeleding MR in met de hoogte en de bestemming van de vrijwillige ouderbijdrage. Verder klopte de informatie in het Inspectierapport over de rol van de ouderraad en de oudervereniging niet helemaal. Zie daarover ook het artikel ‘Missers in publicatie vrijwillige ouderbijdrage’. Sancties Nu heeft de inspectie onlangs haar handhavingsregels bekend gemaakt voor scholen die zich niet houden aan de wet- en regelgeving rondom de vrijwillige ouderbijdrage. Het gaat om de volgende acties en sancties 1. Scholen die niet aan de wet voldoen, ontvangen van de inspectie een brief met de opdracht dit te verbeteren. 2. Vervolgens controleert de inspectie of dit is gebeurd. 3. Als dat niet het geval is, gaat de inspectie in gesprek met het schoolbestuur. 4. Levert dat nog geen resultaat op, dan kan de minister een deel van de bekostiging van de school inhouden. Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
8
Hopelijk hoeft het niet zo ver te komen en pakken scholen hun verantwoordelijkheid serieus op. ---------
Tegen de barbarij: Erasmus en het onderwijs 500 jaar geleden verscheen de eerste editie van de Lof der Zotheid, de beroemde satire van Desiderius Erasmus van Rotterdam. In zijn boek nam hij alle geledingen van de Europese samenleving van zijn tijd op de hak, ook het onderwijs en de onderwijzers. Het Nationaal Onderwijsmuseum heeft hieraan van18 december t/m 8 januari de tentoonstelling Tegen de barbarij gewijd. Deze legt de bezoeker de uitgangspunten van Erasmus’ ideeën over onderwijs voor en roept nieuwe vragen op. Zoals: in hoeverre leven de ideeën van Erasmus voort? Is het huidige onderwijs gericht op morele vorming van mensen of levert het enkel arbeidskrachten? In de tentoonstelling staan vier pijlers van zijn gedachtegoed centraal: geloof, humanisme, taal en Europa. Aan de hand van verschillende tekst-, beeld- en geluidfragmenten en een interactieve animatie maak je op een aantrekkelijke manier kennis met de ideeën van deze beroemde Nederlander. Kijk hier voor meer informatie naar. ---------
Een TOOST Soms steekt het TOOS-beginsel (Trots Op Onze School) de kop op. Misschien wel te weinig, want er gebeuren prachtige dingen op school. Laten we daarom het nieuwe kalenderjaar goed starten met een welgemeende TOOST: een Trots Op Onze School Teken. En als u denkt, dat andere ouders dat ook mogen horen/lezen, mail dan naar
[email protected] --------
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
9