Witte Donderdag
Protestantse Gemeente Elburg - Ichthuskerk 2 april 2015 om 19.30 uur
Voorganger: ds. Th.J.S. van Staalduine Kleur: wit Organist: Johan Hoeve Lector: Annemarie Bergstra 1
Op Witte Donderdag gedenken we de laatste avond voor het sterven van Jezus, de avond waarop Hij met zijn vrienden aan tafel zat. Vrienden die hem vereerden en verrieden! Juist omdat Hij wist hoe ze waren, gaf Hij hen een voorbeeld om na te volgen: De meester diende Zijn leerlingen in het wassen van hun voeten. En Hij vertelde hen dat er geen groter liefde is dan je leven te geven voor je vrienden. En toen schonk Hij hun in het Pascha-maal Zijn eigen lichaam en bloed. Orgelspel Welkom en mededelingen Aansteken van de Paaskaars v: Wij mogen er voor bewaard blijven te roemen anders dan in het kruis van onze Heer Jezus Christus, in wie ons heil is, ons leven en de opstanding, door wie wij verlost en bevrijd zijn. (naar Galaten 6:14) Jongere: Waarom is deze avond anders dan alle andere avonden? Voorganger: Omdat we denken aan de uittocht uit Egypte. God bevrijdde zijn volk uit de benauwdheid, om hen te brengen naar het land van belofte. Die avond wachtten zij op een teken van de Heer. Allen: Zo willen wij vertrouwen op God die met ons meetrekt, door het donkere water van angst en dood naar de morgen van het licht. Jongere: Maar waarom is deze avond anders dan alle andere avonden? Voorganger: Omdat we verlangen naar een toekomst van vrede waar geen verdriet is, geen honger en geen pijn, waar mensen meeleven en elkaar dienen en kinderen vrij kunnen spelen. Allen: Zo willen wij vertrouwen op God die ons kracht geeft, om te blijven geloven in een wereld vol liefde. Jongere: Maar waarom is deze avond anders dan alle andere avonden? Voorganger: Omdat we denken aan Jezus en Zijn moed om de minste te willen zijn en zich op te offeren in liefde. Zijn leerlingen hadden hun hoop gevestigd op Jezus als Verlosser. Hij gaf hun zichzelf in brood en wijn als kracht voor onderweg en als vreugde voor de toekomst. Allen: Zo willen wij vertrouwen op God die ons niet in de steek laat, die ons laat zien dat Zijn leven sterker is dan onze dood. allen gaan staan 2
Begroeting: v: De Heer zij met u! g: OOK MET U ZIJ DE HEER! Moment van stilte Aanvangslied: 67: 1 God zij ons gunstig en genadig. Hij schenke ons 't gezegend licht dat overvloedig en gestadig straalt van zijn heilig aangezicht: opdat hier op aarde elk uw weg aanvaarde en tot U zich wend', zo, dat allerwegen ieder volk de zegen van uw heil erkent. Bemoediging en drempelgebed: v: Onze hulp is in de Naam van de Heer g: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT v: die trouw is tot in eeuwigheid g: EN NIET LOSLAAT HET WERK DAT ZIJN HAND BEGON. v: Niet om gediend te worden, maar om te dienen, zijt Gij gekomen, o God. g: LEER ONS ONSZELF LOS TE LATEN EN TE DOEN WAT U ONS HEBT VOORGEDAAN. v: Vervul ons met Uw liefde, die gaat tot het uiterste. g: AMEN allen gaan zitten Kyriegebed: v: Laten wij bidden om ontferming. v: - daarom bidden wij te samen g: HEER ONTFERM U v: - daarom bidden wij te samen g: HEER ONTFERM U v: - daarom bidden wij te samen g: HEER ONTFERM U v: Moge de Almachtige God Zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven en ons geleiden tot het eeuwige leven. g: AMEN
3
Zingen: Glorialied 146a:1, 3 Laat ons nu vrolijk zingen! Kom, hef uw lied’ren aan voor Hem, wie alle dingen altijd ten dienste staan. Ik wil de Heer daarboven lofprijzen hier op aard, ja, Hem van harte loven, die veilig mij bewaart.
Hij is de Heer, de sterke, in Hem is alle macht. Dat zeggen ons zijn werken, dat zeggen dag en nacht, de aarde en de hemel, de mensen en het vee, en alles wat er wemelt in ’t water van de zee.
Gebed voor de Witte Donderdag: v: Het is ons een vreugde, Heer onze God, op deze avond het paasmaal te vieren. Dat wij voor elkaar en met elkaar mogen doen, wat uw Zoon ons heeft voorgedaan. Open ons hart voor uw bevrijdend Woord om de weldaad te erkennen, die Gij in onze handen legt: Jezus Messias, vergeving van zonden, brood gebroken voor het geluk van alle mensen, in deze goede dagen en heel ons leven. g: AMEN Lezing: Joh. 13: 1-15 Zingen: 19:3, 5 Volmaakt is 's Heren wet, die ons verkwikt en redt, waarbij de ziel herleeft. Getrouw en gans gewis is Gods getuigenis, dat dwazen wijsheid geeft. Des Heren woord is goed, wie zijn bevelen doet, zijn hart wordt opgetogen. Recht is het woord van God en louter zijn gebod, een licht voor onze ogen.
Zo helpt Gij, God, uw knecht, en houdt zijn paden recht in 't spoor door U gewild. Wie uw geboden acht, wie trouw uw wet betracht beloont Gij ruim en mild. Maar zonder U, o Heer, verdwaal ik altijd weer op zelfgekozen wegen. O, reinig metterdaad mij van 't verborgen kwaad, en leid mij met uw zegen!
Overdenking
4
Zingen: 377: 1, 2, 4, 5 1. Zoals ik ben, kom ik nabij, met niets in handen dan dat Gij mij riep en zelf U gaf voor mij o Lam van God, ik kom.
2. Zoals ik ben, met al mijn strijd, mijn angsten en onzekerheid, mijn maskers en mijn ijdelheid – o Lam van God, ik kom.
4. Zoals ik ben, ontvangt Gij mij, reinigt, vergeeft, omarmt Gij mij, vervult, verlicht, verwarmt Gij mij – o Lam van God, ik kom.
5. Zoals ik ben, in U te zijn en Gij in mij, in brood en wijn: uw ziel, uw levenskracht wordt mijn – o Lam van God, ik kom.
Predikant gaat met twee diakenen aan de tafel zitten. Voorbede Nodiging en onderwijzing: Broeders en zusters, In het Heilig Avondmaal gedenken wij hoe onze Heer en Heiland Jezus Christus in de wereld is gekomen om ons te verlossen. Wij vieren en gedenken hoe Hij geleefd heeft ten bate van anderen, zonder voorbehoud, ten einde toe. Onschuldig is Hij ter dood veroordeeld, tot de dood op het kruis. Voor ons is Hij gestorven en begraven. Op de derde dag is Hij opgewekt uit de doden en nieuw leven heeft Hij gebracht: verzoening voor allen die gebukt gaan onder het juk van zonde en dood. Vele malen heeft onze Heer gegeten en gedronken met tollenaars en zondaars, met al wie zijn leven wilde delen, met zijn vrienden, zoals in die laatste nacht, toen Hij een teken heeft gesteld van zijn eindeloze liefde en trouw en zichzelf gegeven heeft als brood voor de wereld. Aan hen die Hem zo lief waren, en ook aan ons, heeft Hij de opdracht gegeven om te doen wat Hij gedaan heeft; brood en wijn delen - tot zijn gedachtenis. En zo nodigt Hij ons hier en nu aan zijn maaltijd, een vreugdemaal voor heel het volk van God. Ja, van oost en west, van noord en zuid zullen de volken der aarde komen en aanzitten in het koninkrijk van God. Laat ons dan delen in het feest dat de Heer voor ons bereid heeft. De Ichthus gemeente van Elburg viert het avondmaal met belijdende en doopleden, maar het is de viering van de gemeente van de Heer wereldwijd. Ook zij die hier vandaag te gast zijn, en met ons het lijden, sterven en opstaan van onze Heer willen gedenken, zijn van harte uitgenodigd deel te zijn van deze kring rond de tafel waar het brood ons zal verzadigen en de wijn ons hart verheugt. 5
Collecte: 1. Kerk – 2. Eigen diaconie Daarna is er gelegenheid om aan tafel te gaan. Gebed Gezegend zijt Gij, God onze Vader en gezegend is Jezus die komt in uw Naam. Want Hij heeft ons de weg gewezen, toen Hij ons allen voorging door de nacht van onze duisternis naar de morgen van uw licht. Hij is U trouw gebleven en heeft ons liefgehad tot het bittere einde van zijn eenzame gang. En toen Hij gekruisigd werd als de minste der mensen, hebt Gij Hem opgewekt uit de dood als de eerste van ons allen En Hem de Naam gegeven boven alle naam. En wij bidden tezamen de woorden die Hij ons geleerd heeft: ONZE VADER…. En wij weten wat Hij ons opgedragen heeft: Want in de nacht van de overlevering, dat is in deze nacht, heeft Hij het brood genomen, daar de dankzegging over uitgesproken, het gebroken en aan Zijn discipelen gegeven en gezegd: Neemt en eet, dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt, doet dit tot mijn gedachtenis. Zo heeft Hij ook de beker genomen, daar de dankzegging over uitgesproken, hem rondgegeven en gezegd: Drinkt allen daaruit, deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed dat voor u en voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis. g: ZIJN DOOD GEDENKEN WIJ, ZIJN OPSTANDING BELIJDEN WIJ, ZIJN TOEKOMST VERWACHTEN WIJ. MARANATHA. v: Bijeen tot zijn gedachtenis komen wij tot U, o God, met brood en wijn en wij bidden U: gedenk het offer van de Zoon van uw liefde en aanvaard ons offer van lof en dank. 6
Gemeenschap van brood en wijn: De voorganger neemt het brood, breekt het en zegt: Het lichaam van Christus, voor u gegeven. De voorganger heft de beker op en zegt: Het bloed van Christus, voor u vergoten. (uitdeling brood, druivensap en wijn) Tot slot na het delen van brood en wijn: Bemoediging en zingen: 103c:1, 2 Loof de koning, heel mijn wezen, gij bestaat in zijn geduld, want uw leven is genezen en vergeven is uw schuld. Loof de koning, loof de koning, tot gij Hem ontmoeten zult.
Loof Hem als uw vad’ren deden, eigent u zijn liefde toe, want Hij bergt u in zijn vrede, zegenend wordt Hij niet moet. Loof uw Vader, loof uw Vader, tot uw laatste adem toe.
Dankgebed na de maaltijd: God van liefde, Gij hebt ons gevoed met uw gaven: het brood uit de hemel en de wijn van het koninkrijk. Wij bidden U: blijf ons nabij ook in de nacht die komt. Laat ons nooit alleen, zelfs niet in de dood. Dat bidden wij U in de naam van Hem die ons is voorgegaan naar U: Jezus de Levende. g: AMEN Zingen: 245:1, 3 'k Wil U, o God, mijn dank betalen, U prijzen in mijn avondlied. Het zonlicht moge nederdalen, maar Gij, mijn licht, begeeft mij niet. Gij woudt mij met uw gunst omringen, meer dan een vader zorgdet Gij, Gij, milde bron van zegeningen: zulk een ontfermer waart Gij mij.
Ik weet, aan wie ik mij vertrouwe, al wisselen ook dag en nacht. Ik ken de rots waarop ik bouwe: hij feilt niet, die uw heil verwacht. Eens aan de avond van mijn leven breng ik, van zorg en strijden moe, voor elke dag, mij hier gegeven, U hoger, reiner loflied toe.
7
Luthers avondgebed: Heer blijf bij ons, want het is avond en de nacht zal komen. Blijf bij ons en bij uw ganse kerk aan de avond van de dag. aan de avond van het leven. aan de avond van de wereld. Blijf bij ons met uw genade en goedheid, met uw troost en zegen met uw Woord en sacrament. Blijf bij ons wanneer het over ons komt de nacht van beproeving en van angst, de nacht van twijfel en aanvechting, de nacht van de strenge, bittere dood. Blijf bij ons in leven en in sterven in tijd en eeuwigheid. g: AMEN Onder zacht orgelspel verlaten we de kerk.
Aan het einde van deze dienst wordt de zegen niet uitgesproken. Dat is niet omdat Gods zegen vandaag aan mensen onthouden zou worden, maar omdat de viering van de Stille Week alleen maar even onderbroken wordt.
Wilt u dit boekje a.u.b. in de kerk achterlaten? We gebruiken het morgen weer
8
Goede Vrijdag
Protestantse Gemeente Elburg - Ichthuskerk 3 april 2015 om 19.30 uur
Liturg: Organist: Lector:
Henny de Zwaan Johan Hoeve Joël Land
9
Wij komen stil de kerk binnen. Stilte (als de kerkenraad voor in de kerk is gaan allen staan) Gebed: v: Heer onze God, een mens in dodelijke verlatenheid, een Man van smarten stelt Gij ons tot een teken van leven. Wij bidden u omwille van zijn lijden: Sterk in ons het geloof, dat Gij ons nooit alleen laat, dat wij ons kunnen verlaten op U in alles wat ons overkomt, vandaag en tot in alle eeuwigheden. g. AMEN We gaan weer zitten Zingen: 578:1, 2, 4, 6 1. O kostbaar kruis, o wonder Gods, waaraan de prins der glorie stierf; ik wil om U zijn zonder trots, ik acht verlies wat ik verwierf. 2. Bewaar mij dat ik roemen zou dan in mijns Heren Christi dood. Al wat ik anders noemen zou is niets bij dit mysterie groot. 4. Het rode bloed, zijn koningskleed bedekt het schandelijke kruis, dat wordt door alles wat Hij leed de levensboom van ’t paradijs. 6. De aarde zelf is veel te klein voor wie U waarlijk loven wil. Uw liefde is een groot geheim, zij vraagt geheel mijn hart en ziel.
10
LEZING VAN HET LIJDENSVERHAAL Lezen: Johannes 18: 1-11: De gevangenneming Statie - Jezus, verraden door Judas, wordt gearresteerd Zingen: 587:1 Licht voor de wereld, geeft U zich gevangen in deze nacht van duistere belangen? Ik zoek U, Heer, en vraag U: maak mijn oren heel om te horen. Lezen: Johannes 18: 12-27 Jezus voor Annas Statie 3 – Jezus wordt veroordeeld in het Sanhedrin Zingen: 587: 2 Eén mens moet sterven om een volk te redden. Door uw gehoorzaam lijden kan ik verder, warm ik mij aan uw liefde die niet loochent. Open mijn ogen. Lezen: Johannes 18: 28-40 Jezus voor Pilatus Statie - Jezus wordt berecht door Pilatus Zingen: 587: 3 Hemelse koning, door God uitgekozen, waarom staat U terecht als rechteloze? U hebt geen schuld, de waarheid is geschonden. U draagt mijn zonden. Lezen: Johannes 19: 1-16a ‘Zie de mens’ Statie – Jezus wordt gegeseld en gekroond met doornen Zingen: 587: 4 Hier is God zelf, ontdaan van alle glorie, de mens die uit de hemel is geboren. Ik ben de gesel die Hem openhaalde, ik laat hem vallen. Lezen: Johannes 19: 16b-30 De kruisiging Statie – Jezus neemt het kruis op Statie – Jezus wordt gekruisigd (vanaf vers 21) Statie – Jezus aan het kruis spreekt tot zijn moeder en zijn discipel (vanaf vers 25)
11
Zingen: 587: 5 Jezus, gekruisigd – met ontzag en deernis zie ik uw zorg voor moeder en voor leerling, liefde is dorst naar vrede zonder einde, water dat wijn wordt. Lezen: Johannes 19:31-37 De kruisafname Statie – Jezus sterft aan het kruis Zingen: 587: 6 Zing met de psalm: geen woord is er gebroken – de waarheid is gezien om te geloven. Daarom Heer Jezus, met de ooggetuige wil ik mij buigen. De paaskaars wordt gedoofd; moment van stilte Lezen: Johannes 19: 38-42 De begrafenis Statie – Jezus wordt in een graftombe gelegd Zingen: Lied 587:7 Rijke geschenken zou ik willen geven, eerbied en dank, de mirre van mijn leven. Eer aan de Heer, die dood en duister keerde, Licht voor de wereld GEBED OM ONTFERMING. Op Goede Vrijdag denken wij aan het lijden Jezus, mens geworden om God en mensen te dienen. Hij heeft zich ontfermd over de aardse schepping van zijn hemelse Vader en over ons mensen in het bijzonder. Het lijden van Jezus, de Zoon, is ook het lijden van God, de Vader. Het lijden van Gods schepping is ook het lijden van de Heer zelf. Wat heeft de mensheid in al die eeuwen geleerd? Wij hebben als mensheid in de afgelopen 2000 jaar veel geleerd, maar nog steeds schiet de mens wereldwijd te kort in liefde voor God, in liefde en zorg voor elkaar, voor de aarde, voor planten, dieren en mensen. Zoals Petrus verloochenen wij ook op verschillende momenten van ons leven onze Heer Daarom zeggen wij samen na elke keer : bidden wij ‘Heer, ontferm u!’ v. Voor de aarde die God ons heeft toevertrouwd, zijn tuin die op veel plaatsen een wildernis is geworden, zijn scheppingswerk waar mensen nog steeds dood en verderf zaaien, bidden wij … g. HEER, ONTFERM U. 12
v. Voor alle onderdrukten, voor de tallozen die worden getergd en geteisterd door terreur en tirannie, voor onschuldige burgers in oorlogsgebieden bidden wij ... g. HEER, ONTFERM U v. Voor de mensen die worden vervolgd en gedood omwille van hun geloof, hun ras, hun huidskleur of hun geaardheid, bidden wij … g. HEER, ONTFERM U v. Voor de leiders van deze wereld en in het bijzonder voor de vredestichters bidden wij … g. HEER, ONTFERM U v. Voor alle kinderen, kleinen en groten, die geen huis, geen verwarming, geen kleding en geen voedsel hebben bidden wij … g. HEER, ONTFERM U. v. Voor nieuw licht voor verdwaalden, voor mensen die valse goden volgen, die misleid worden en ervoor kiezen anderen en zichzelf te doden bidden wij g. HEER, ONTFERM U. v. Verlicht ook ons leven elke dag opnieuw. Help ons te leven naar uw wil. Daarom bidden wij … g. HEER, ONTFERM U. Zingen: 575:1, 2 1. Jezus, leven van ons leven, Jezus, dood van onze dood, Gij hebt U voor ons gegeven, Gij neemt op U angst en nood, Gij moet sterven aan uw lijden om ons leven te bevrijden. Duizend, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
2. Gij die alles hebt gedragen al de haat en al de hoon, die beschimpt wordt en geslagen, Gij rechtvaardig, Gij Gods Zoon, als de minste mens gebonden, aangeklaagd om onze zonde. Duizend, duizendmaal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.
13
v: Gebed (we sluiten af met het gezongen AMEN) Goede God, hier zijn wij, uw schepselen, met lege handen, mensen van een wereld waar haat en tweedracht onrecht en verdriet is. Bevrijd ons daarvan door de kracht van uw liefde, die sterker is dan de dood. Omwille van Hem die een mens van liefde was en is en om ons allen een man van Smarten werd: Jezus uw Zoon, ons levenslicht dit uur en in eeuwigheid. g: AMEN. In stilte verlaten we de kerk
Wilt u dit boekje a.u.b. in de kerk achterlaten? We gebruiken het morgen weer
14
Paaswake op Stille Zaterdag - 10.00 uur
Liturgen: Kleur: Diakenen: Lector: Organist:
Peter Bloemendaal en Fré Tilkema Paars – Wit Margreet van Leeuwen en Guido Verveer Hannah Lipke Johan Hoeve
15
In de kerk is het stil en donker, de paaskaars ontbreekt. Wij komen in stilte de kerk binnen, er is geen orgelspel. We waken in de nacht en zien uit naar het licht dat komt. Stilte (als de kerkenraad voor in de kerk is, gaan allen staan) Gebed voor de Stille Zaterdag: v: Uit de diepten roepen wij tot U, uit de diepten van de geschiedenis uit de diepten van de verlorenheid van Jezus, de rechtvaardige die is gedood. Ja, wij roepen tot U uit de diepten waarin Uw Zoon is afgedaald om uw licht te verkondigen en dat licht te zijn. Zingen: Lied 247: 1 en 2 Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt. De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt. Andere helpers, Heer, ontvallen mij. Der hulpelozen hulp, wees mij nabij. Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt. Alles verdoft wat glans bezat en gloed. Alles vervalt in 't wisselend getij, maar Gij die eeuwig zijt, blijf mij nabij. allen gaan zitten Terugblik op de afgelopen gebeurtenissen in 14 beelden met muziek: de Arabische versie van J. S. Bach’s ‘Erbarme dich’ Duur: 7 minuten DE LOF VAN HET LICHT De paaskaars wordt binnengedragen, de gemeente gaat staan Achter in de kerk roept de diaken: Het licht van Christus! gemeente: HEER, WIJ DANKEN U! Halverwege de kerk roept de diaken: Het licht van Christus! gemeente: HEER, WIJ DANKEN U! Voor in de kerk roept de diaken: Het licht van Christus! gemeente: HEER, WIJ DANKEN U!
16
De lichten in de kerkzaal gaan aan, de kaars wordt neergezet en het kanselkleed wordt gewisseld evenals het kleed op de liturgietafel (van paars naar wit). v: Het Licht van Christus die in heerlijkheid verrezen is, moge de duisternis uit ons leven verdrijven. De nacht is voorbijgegaan, de dag is aangebroken: de zon der gerechtigheid gaat over ons op. allen gaan zitten Zingen: Gezang 313: 1 en 6 1. Zonne der gerechtigheid, ga ons op in deze tijd, opdat al wat leeft de dag in uw kerk aanschouwen mag. Erbarm U, Heer.
6. Laat ons zo uw heerlijkheid zien in deze donk’re tijd, opdat wij nu en voortaan trouw U ter beschikking staan. Erbarm U, Heer.
Muzikaal intermezzo: Marissa van de Pol en Tirsa van der Schaaf zingen ‘Via Dolorosa’ en ‘Zie, hoe Jezus lijdt voor mij’, met pianobegeleiding van Stephan Koridon. DIENST VAN HET WOORD (De lezingen herinneren aan Gods bevrijding in heden en verleden uit en door het water) Lezing I: Gen. 7: 1-4; 9:1 en 8-17 De belofte voor Noach Zingen: 350: 3, 5, 7 3. Tot ondergang zijn wij gedoemd, als God ons niet bij name noemt, maar God-zij-dank, Hij doet ons gaan door 't water van de doodsjordaan. 5. Met Noach en zijn regenboog, Mozes die uit Egypte toog en Jona uit het hart der zee, bidt heel uw kerk aanbiddend mee. 7. Gij heft de aarde aan het licht door diepte heen en door gericht, eens zal zij bloeien als een roos, een dal van rozen, zondeloos! 17
Lezing II: Openbaring 21: 1-6 Zingen: 737: 1, 2 en 5 1. Jeruzalem, mijn vaderstad, mijn moederhuis, wanneer zal ik u zien zoals ge zijt, de bruid van onze Heer?
In plaats van de zee het water des levens 2. Daar is geen pijn en geen verdriet, geen afgunst en geen nijd, en angst en armoe zijn er niet maar altijd vrolijkheid.
5. God geve mij, Jeruzalem, dat ik eens op een dag een pelgrim aan uw poorten ben en dat ik binnen mag. DOOPGEDACHTENIS: (er wordt water in het doopvont gegoten door een diaken) v: Dit is de nacht, waarin wij worden teruggebracht naar de oorsprong van de doop: ook wij zijn door het water getrokken, bekleed met licht, beademd met nieuw leven. Deze nacht gedenken wij, hoe ook wij zijn geroepen uit de dood en duisternis. Zingen: Geloofsbelijdenis uit Evangelische liedbundel 289 (melodie lied 913: ‘Wat de toekomst brenge moge’) 1. Ik geloof in God de Vader die een bron van vreugde is, louter goedheid en genade, licht in onze duisternis. Hij, de koning van de kosmos, - het gesternte zingt zijn eer – heeft uit liefde mij geschapen en tot liefde keer ik weer.
2. Ik geloof in Jezus Christus die voor ons ter wereld kwam. Zoon van God en Zoon des Mensen goede Herder, Offerlam. Door te lijden en te sterven - groot is het geheimenis – schenkt Hij mij het eeuwig leven, dat uit God en tot God is.
3. Ik geloof dat mijn Verlosser door de dood is heengegaan en op Pasen – God zij glorie – uit het graf is opgestaan. Door het brood – dit is mijn lichaam – door de wijn – dit is mijn bloed – geeft de Vredevorst mij vrede, maakt Hij alle dingen goed.
18
Muzikaal intermezzo: met vertoning van kruiswegstatie 15 – De Opstanding Johan Hoeve speelt een koraalvoorspel van J.S. Bach over ‘Christ lag in Todesbanden’ (Lied 618 NLB) v: Dit is de nacht van het licht, waarin EEN uit ons midden de banden van de dood verbrak en opstond uit het graf als Eersteling van allen. Dit is de nacht waarvan David in Psalm 139 zegt: “Al zie ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’ ook dan zou het duister voor u niet donker zijn, de nacht zou oplichten als de dag, het duister helder zijn als het licht.’ Want … de Heer is waarlijk opgestaan! gemeente: DE HEER IS WAARLIJK OPGESTAAN! Slotlied (staande): Joh. de Heer 25 ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem’ Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, Die galmt door gans Jeruzalem; Een heerlijk morgenlicht breekt aan; De Zoon van God is opgestaan! Geen graf hield Davids Zoon omkneld, Hij overwon, die sterke Held, Hij steeg uit 't graf door eigen kracht, Want Hij is God, bekleed met macht! Nu jaagt de dood geen angst meer aan. Want alles, alles is voldaan. Die in ‘t geloof op Jezus ziet, Die vreest voor dood en helle niet! Want nu de Heer is opgestaan, Nu vangt het nieuwe leven aan, Een leven door zijn dood bereid, Een leven in zijn heerlijkheid. Wij verlaten de kerk tijdens orgelspel.
19
20