Winnaar van de Verpleegkundeprijs 2014
Mark van der kloet(CRAZ), met Marjorie M. Ouwehand en Willy Arjaans, Winnaars verpleegkundeprijs 2014
Projectnaam: Kan verpleegkundige plaatsing van een post-pylorische1 voedingssonde op de verpleegafdeling een bijdrage leveren aan de continuïteit van klinisch voeden en het patiënten welzijn in het VUmc ? Een voorstudie naar de introductie van de Cortraksonde in het VUmc. Indieners: Marjorie M. Ouwehand, sr. Verpleegkundig consulent & Willy Arjaans, sr. Verpleegkundig consulent Zorgeenheid: Voedingsteam, Voedingswetenschappen & diëtetiek Samenvatting: Het belang van voedingstherapie ter ondersteuning van de medische behandeling, vermindering van het risico op complicaties, bevordering van herstel en lichamelijk en psychisch welbevinden van de patiënt is heden ten dage binnen het VUmc goed bekend. Ook wordt het belang van (vroegtijdig) enteraal voeden meer en meer onderkend. Ondanks een breed scala aan maatregelen ter bevordering van de maagontlediging lukt het regelmatig niet bij een (postoperatieve) gastroparese een maagretentie van minder dan 150ml/6uur op de verpleegafdeling respectievelijk minder dan 250ml/6uur op de IC te bereiken. In dat geval is de plaatsing van een post-pylorische voedingssonde geïndiceerd. [2] Oudemans-van Straaten, H.M, 2002. Helaas zijn er verscheidene courante scenario’s waarbij een eerder geplaatste duodenumsonde onbruikbaar raakt, denk hierbij aan ‘meekomen’ bij (on)bedoelde verwijdering van een maaghevel,
[ 1 Post-pylorisch: voorbij de kringspier tussen de maag en het duodenum ]
braken, verwijdering door een verwarde patiënt, accidentele tractie, dislocatie t.g.v. retrograde peristaltiek, verstopping door voeding, medicatie of knikken of door een niet te achterhalen oorzaak. Wanneer een duodenumsonde sneuvelt of initiële plaatsing niet op korte termijn in te plannen is, betekent dit in de praktijk vaak een meer of minder langdurige onderbreking of onnodig uitstel van de voedingstherapie. Dit kan leiden tot achteruitgang van de voedingstoestand of vertraagt herstel van een onvoldoende voedingstoestand. De behandeling als geheel en het welbevinden van de patiënt kan hieronder lijden. Naast de gezondheidsrisico’s kan een onvoldoende voedingstoestand ertoe leiden dat de patiënt zich moe, futloos, terneergeslagen en hongerig of dorstig voelt. Vertraging in herplaatsing van de duodenumsonde komt voort uit de logistiek door de noodzaak tot patiëntenvervoer, een volle planning op de poliklinische zorgeenheid MDL, de onmogelijkheid tot herplaatsing bij een patiënt verblijvend in contactisolatie, de onwenselijkheid een (verwarde of delirante) patiënt in weer een onbekende en prikkelrijke omgeving te brengen. Naast de onderbreking van de voedingstherapie brengt de gangbare endoscopische plaatsing van een duodenumsonde een aantal andere nadelen voor de patiënt met zich mee, waaronder risico op complicaties, belasting met straling, belasting met sedativa en ook voor de niet-verwarde patiënt een vermoeiende transfer van de verpleegafdeling naar de poliklinische zorgeenheid MDL en weer terug. De Cortraksonde[1] is een duodenumsonde die door de verpleegkundige aan het bed van de patiënt kan worden ingebracht. De patiënt behoeft geen andere sedatie dan een eventuele applicatie van lidocaïnegel voor in de neus, zoals gebruikelijk bij het plaatsen van een neusmaagsonde. De patiënt ligt achterover in bed en er ligt een lichtgewicht ontvanger ter grootte van een smartphone op zijn buik ter hoogte van het middenrif. De Cortraksonde heeft een diameter van 8 of 10 charrière (gelijk aan de gangbare duodenumsondes en gelijk aan of dunner dan de dunste volwassen neusmaagsondes), bevat een voerdraad met een elektromagnetisch zendertje en wordt ingebracht als een neusmaagsonde. De verpleegkundige volgt op een monitor in twee- of driedimensionaal beeld de weg die door de sonde wordt afgelegd door de neus, keel, slokdarm en maag. Dit ziet eruit als een route op het scherm van de door wandelaars gebruikte GPS of een route op een navigatiesysteem in de auto. De verpleegkundige kent de anatomie van dit deel van het maagdarmkanaal en weet dus welke route de Cortraksonde moet afleggen en hoe de lijn op de monitor moet verschijnen. Met geduld en behendigheid kan zij de tip van de Cortraksonde voorbij de pylorus, in het duodenum of zelfs het jejunum plaatsen. De plaatsing neemt gemiddeld 15 minuten in beslag. De voedingstherapie kan hierna direct herstart worden. Een studie uitgevoerd in het AMC en gepubliceerd in 2010 waarbij 260 Cortrakplaatsingen op zowel de verpleegafdelingen als op de ICU zijn verricht vermeldt een succesvolle plaatsing in 72%-89,4% van de plaatsingen op een verpleegafdeling en een slagingspercentage van 74% bij ernstig zieke patiënten op de ICU. Wanneer het niet lukte een Cortraksonde te plaatsen, werd deze alsnog op de poliklinische zorgeenheid MDL geplaatst waarbij in de helft van de gevallen een verklaring werd gevonden voor de onmogelijkheid een Cortraksonde te plaatsen. Er zijn in het geheel geen complicaties zoals plaatsing in de luchtwegen, perforatie van de luchtwegen of perforatie van het maagdarmkanaal opgetreden.[3] Mathus-Vliegen, E. e.a 2010
Overige inzendingen: Titel Indieners Zorgeenheid Samenvatting
Beweegkamer in plaats van wachtkamer Jolanda Hensbergen en Elleke Verkerke Polikliniek interne geneeskunde In de zorg aan chronische patiënten besteden verpleegkundigen veel aandacht aan de begeleiding en het inpassen van de ziekte in het dagelijks leven. Educatie door verpleegkundigen is veelal gericht op leefstijl en gedrags- verandering. Mensen met diabetes en / of reumatische aandoeningen moeten zich, vaak veel meer dan zij gewend zijn, aanzetten tot lichaamsbeweging. Gedragsverandering is moeilijk: kennis alleen is niet voldoende, juist het ervaren van de mogelijkheden en het effect er van kunnen bijdragen aan succesvol veranderen van leefstijl. Toegang tot begeleiding van de fysiotherapeut wordt steeds lastiger in verband met de verandering van de basis zorgverzekering. Er zijn veel campagnes die mensen willen stimuleren meer te bewegen. Ook om het groeiende aantal mensen met obesitas tot stilstand te brengen en terug te dringen. Deze feiten zijn tevens aanleiding voor ons project. Op de polikliniek speelt alles zich zittend af. Wachten in de wachtkamer, gesprek in de spreekkamer, nergens is een prikkel om de beweegadviezen meteen in praktijk te brengen. Wij, twee gespecialiseerde verpleegkundigen in de reuma / diabeteszorg, willen het bewegen al in de wachtkamer laten beginnen en onze patiënten zo over de eerste drempel van hun gedragsverandering heen helpen. Ook kleine hulpmiddelen kunnen al bijdragen in uitbreiden van lichamelijke activiteit. Ons idee is: de ‘wachttijd’ in de wachtkamer om te zetten in ‘beweegtijd’. Dit idee sluit aan bij de zwaartepunten die de raad van Bestuur beschrijft in de kerntaken ‘onderzoek en patiëntenzorg’ (intranet Raad van Bestuur VUmc, zwaartepunten). Hier is ‘bewegen’ er één van. Doel van het project en gewenst resultaat Patiënten tot beweging aan te zetten. Patiënten te enthousiasmeren en motiveren om meer te bewegen. En dit meenemen in hun dagelijks leven. Aanzetten tot bewustwording dat, met behulp van eenvoudige hulpmiddelen een positief effect (fysiek en mentaal) bereikt kan worden. Gewenst resultaat is bereikt wanneer de volgende resultaten zijn behaald: 1. 80% van de patiënten zegt na 6 maanden ‘ja’ op de vraag of de apparaten moeten blijven staan. 2. De beweegkamer geeft geen vertraging op de spreekuren van de (verpleegkundig) specialisten. 3. 80% van de patiënten geven aan dat zij in het dagelijks leven meer zijn gaan bewegen. 4. 50% van de patiënten die één of meerdere keren van de apparaten gebruik heeft gemaakt, is ook buiten de poli meer gaan bewegen. Dit zullen wij inventariseren aan de hand vragenlijsten, die wij de patiënten gaan voorleggen.
Titel Indieners Zorgeenheid Samenvatting
Follow-Up Intensive Care en Medium Care patiënten Alex Beers, teamleider IC 7C Intensive Care Volwassenen (ICV) Doel:
Kan ICV bijdragen aan het reduceren van complicaties bij post ICV patiënten op de ZE door: a. de med/vpk overdracht te verbeteren door directe interactie na overgang ICV naar de ZE. b. nazorg aan te bieden aan een selecte groep post ICV patiënten met een check op specifieke ICV gerelateerde (potentiële) verpleeg/gezondheidsproblemen? Gewenst resultaat: Patiënten worden bezocht als deze langer dan 7 dagen op de ICV hebben gelegen en/of bekend zijn met specifieke verpleeg/gezondheidsproblemen. Gedurende het bezoek van ongeveer 5-10 minuten, wordt het verdere herstel en verloop op de ZE geëvalueerd. Zo nodig wordt er i.o.m. de intensivist verdere ondersteuning aangeboden. Door de kans op complicaties te verminderen en herstel te bespoedigen is het waarschijnlijk dat het aantal onverwachte ICV (her)opnames gereduceerd kan worden wat de kwaliteit van de directe patiëntzorg ten goede komt.
Titel
Indieners Zorgeenheid Samenvatting
Titel Indieners Zorgeenheid Samenvatting
Project Anamnese: Specifieke hematologie anamnese gericht op patiënten die een indicatie hebben voor een allogene stamceltransplantatie. Mascha van Lienden, Sylvia Geuzinge Hematologie, afdeling 3b Patiënten die allogeen getransplanteerd worden gaan een periode van ongeveer 2 jaar van behandeling, onaangename bijwerkingen, onzekerheid over het aanslaan van de behandeling van en afhankelijkheid van hulpverleners en mantelzorgers. In de praktijk blijkt dat de getransplanteerde patiënt vaak tegen onvoorziene situaties aanloopt. Om beter en eerder te kunnen anticiperen op de zorgbehoefte van de te transplanteren patiënt willen wij het afnemen van de anamnese op specifieke punten verbeteren. Ons beoogd eindresultaat is om de beste kwaliteit van zorg te bieden aan deze specifieke patiëntencategorie. Hiervoor wordt de huidige anamnese aangevuld met een te ontwikkelen flowsheet en een vragenlijst. Hiermee wordt in kaart gebracht op welke gebieden de allogene transplantatie een risico vormt voor de patiënt. Denk hierbij aan het sociale netwerk, medicatie inname en therapietrouw (wekelijkse poli afspraken) etc. Tevens willen we interventies in kaart brengen om deze risico’s te verminderen.
Ontslag Matrix Mirjam Al en Simone Kok VCCH – Cardio Chirurgie Middels het MOD wordt er in het VUmc toegewerkt naar het ontslag van de patiënt. Wanneer er een ontslagdatum bekend is, kunnen zowel verpleegkundigen als het medische team naar deze datum toewerken met alles wat daarvoor geregeld moet worden. De praktijk laat zien dat het stellen van een MOD niet altijd het makkelijkste is. Als verpleegkundigen zijn wij van mening dat hier veel winst uit valt te behalen. Wanneer er een duidelijk MOD is kan de verpleegkundige zijn of haar voorbereidingen treffen en de patiënt voorbereiden op zijn of haar ontslag en
zal het MOD gedurende de opname een houvast worden voor zowel de patiënt als het medische team. Met een goed ingezet MOD voorkom je dat patiënten onnodig lang in het ziekenhuis liggen, er niets vergeten wordt voor ontslag en daarnaast voorkom je ook frustraties van de patiënt. Ons idee is om per ziektebeeld een steekproef af te nemen van het aantal patiënten dat is behandeld voor een cardiologisch ziektebeeld. Wij kunnen met deze steekproef zien hoe lang een patiënt met een specifiek ziektebeeld in het ziekenhuis heeft gelegen. Hiervan maken wij een gemiddelde. Met dit gemiddelde kan er een MOD worden vastgesteld.
Titel Indieners Zorgeenheid Samenvatting
Valpreventie bij patiënten met een verhoogd valrisico Edith de Vast en Astrid Verburg VMPU/INW/Ouderengeneeskunde In het VUMC worden gegevens bijgehouden over patiënten die mogelijk een risico hebben op vallen. Mocht een patiënt de afgelopen zes maanden voor opname zijn gevallen of tijdens de ziekenhuisopname een val hebben doorgemaakt, dan is het van belang om de risicofactoren voor vallen in het ziekenhuis in kaart te brengen. Zo wordt er een inschatting gemaakt of de patiënt een verhoogd risico op herhaaldelijk vallen heeft. Risicofactoren voor vallen in het Ziekenhuis: • Eerder gevallen • Mobiliteitsstoornissen • Lange opnameduur (> 20 dagen) • Ziekten van het hartvaatstelsel (inclusief orthostatische hypotensie) • Verwardheid (op basis van delirium of dementie) • Gebruik van psychofarmaca, cardiovasculaire medicatie of anti-Parkinson medicatie • Cognitieve stoornissen • Visusstoornissen • Gehoorstoornissen • Ziekte van Parkinson • Frequent toiletbezoek De meeste valincidenten doen zich voor bij ouderen. De helft van de geïnstitutionaliseerde ouderen valt tenminste 1x per jaar. Voor ouderen is vallen een groot probleem, vaak met een potentieel slechte uitkomst. Behalve de hoge incidentie van valpartijen is ook de incidentie van val gerelateerde letsels zorgwekkend. Valincidenten kunnen aanzienlijke fysieke gevolgen hebben zoals een wond, een (heup)fractuur, een hoofdtrauma en andere ernstige letsels. Naast fysieke gevolgen kunnen er ook psychische en sociale gevolgen van vallen optreden, bijvoorbeeld angst om te vallen en sociaal isolement. Volgens de Wereld Gezondheid Organisatie (WHO) zijn letsels ten gevolge van een valpartij de derde belangrijkste oorzaak van ongezonde levensjaren bij ouderen. In Nederland komen 90.000 ouderen/jaar op de SEH na een val. Vallen is de belangrijkste oorzaak van overlijden door een ongeval bij ouderen boven de 65 jaar.
Er zijn daarom extra maatregelen nodig om het vallen te voorkomen. Deze maatregelen verschillen per patiënt. Om vast te stellen welke maatregelen noodzakelijk zijn wordt hierbij aandacht gegeven in het opnamegesprek. Daarbij wordt gedacht aan afspraken over het gebruik van goed schoeisel, het licht, de bediening van het bed, het gebruik van het alarm, het gebruik van het meubilair, het voorkomen van natte vloeren en het omgaan met een eventueel infuus, drain of katheterzak.
Titel Indieners Zorgeenheid Samenvatting