Wim Monnereau- school speciaal basisonderwijs Veendam

2011 – 2015

Wim Monnereau- school speciaal basisonderwijs Veendam

Inhoudsopgave Inleiding

04

Kwaliteitszorg

05

 Het INK-model PDCA-cyclus

05

 De plaats van het schoolplan in het kwaliteitszorgsysteem

06

 Overige instrumenten en werkwijzen in he kader van kwaliteitszorg

07

 Externe factoren

07

De Wim Monnereau-school

08

 Strategisch beleid SCHOLENGROEP OPRON

08

 Kernwaarden

08

 Ambities SCHOLENGROEP OPRON

08

 Identiteit / onderwijsconcept

08

 Beschrijving van de school en de schoolomgeving

09

 Ketenpartners

11

Resultaten en opbrengsten

13

 Resultaten en opbrengsten van ons onderwijs

13

 Waardering personeel

14

 Waardering ouders en leerlingen

14

 Waardering maatschappij

14

Visie

16

 Dieptezorg in het samenwerkingsverband

16

 Cirkel van aandacht

16

 Ontwikkelingsperspectief

16

 Onze medewerkers

17

 Profilering

17

 ICT-plan

17

Leiderschap en management

18

Personeel

20

 Integraal personeelsbeleid (IPB)

20

 Instrumenten personeelsbeheer, personeelszorg en personeelssturing

20

Cultuur en klimaat

21

 School en cultuur

21

 Cultuur voor medewerkers

21

 Cultuur voor leerlingen

21

 Cultuur voor ouders

22

Middelen en voorzieningen

23

 Huisvesting

23

 Financiën

23

 Het materiaalbeleid

24

Schoolplan 2011/2015 Wim Monnereau- school voor speciaal basisonderwijs

2

Management van primaire en secundaire processen

25

 Visie op ontwikkeling en onderwijs

25

 Pedagogische huisstijl

25

 Didactisch ontwerp

25

 Leerstof aanbod

26

 Overige vak- en vormingsgebieden

28

 Differentiatie in de school

29

 Passend onderwijs; leerlingenzorg

30

 Begeleiding naar het voortgezet onderwijs

30

 Lesroosters

31

 Management van secundaire processen

31

Beleidsvoornemens

32

Schoolgegevens Naam school:

Wim Monnereau-school

Postadres:

Postbus 449

Woonplaats:

Veendam

Bezoekadres:

Boven Westerdiep 10

Telefoon/fax:

0598-612063

E-mail:

[email protected]

Internet:

www.monnereau.picto.nl

9640 AK


3

1. INLEIDING Het schoolplan is een wettelijk verplicht document (art. 12 WPO, art. 21 WEC) voor telkens een periode van vier jaar. Dit schoolplan van onze school voor speciaal basisonderwijs geeft de beoogde schoolontwikkeling weer voor de periode 2011-2015. Anders gezegd: waar staat de Wim Monnereau- school op dit moment en waar wil de school zijn in 2015? Door dit te beschrijven willen we de ouders, de inspectie en het bestuur duidelijkheid bieden over onze huidige uitgangspositie en verantwoording afleggen over onze plannen voor de periode tot en met medio 2015. Het schoolplan is een instrument in het kader van kwaliteitsbeleid. De indeling van dit schoolplan is gebaseerd op het INK model. In hoofdstuk 2 gaan we nader in op de plaats van het schoolplan in het systeem van kwaliteitszorg en de kwaliteitszorg op onze school. Na een beschrijving van de Wim Monnereau- school in hoofdstuk 3 worden in hoofdstuk 4 de resultaatgebieden beschreven. Op basis van de huidige resultaten bepalen we onze beleidsvoornemens voor de komende jaren In de hoofdstukken 5 t/m 10 komen achtereenvolgens de zes organisatiegebieden aan de orde en de beleidsvoornemens voor deze gebieden.

Om het schoolplan hanteerbaar en leesbaar te houden, zullen we waar nodig naar ondersteunende en/of wettelijk verplichte beleidsdocumenten verwijzen. De concepten van dit schoolplan zijn besproken met het schoolteam en de medezeggenschapsraad. Op basis van deze besprekingen is deze versie van het schoolplan tot stand gekomen. Het plan is ter instemming voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Het definitieve plan is toegezonden aan de inspectie en uitgereikt aan de medewerkers en de leden van de medezeggenschapsraad.

1

“Omdat er op de l.o.m.- scholen kinderen worden geplaatst, welke gestoord zijn in bepaalde sectoren van leren en gedrag, zal het

onderwijs moeten aansluiten bij de individuele geaardheid van het kind. Het onderwijs zal dus een sterk individueel karakter dragen. We dienen immers rekening te houden met o.a. aanleg, het werktempo, het concentratievermogen, uithoudingsvermogen, belangstelling, school -en leervakrijpheid van het kind etc. Toch zal, waar de mogelijkheden aanwezig zijn, klassikaal onderwijs gegeven worden, met name in de oudere groepen. Uit het bovenstaande moge blijken dat het leerplan niet tot een in alle onderdelen vastgelegd plan kan en mag zijn. Het leerproces, dat in vele gevallen gestoord is, dient grondig geanalyseerd te worden, teneinde tot een goede didactische aanpak te komen. De pedagogische taak hierbij ligt in het scheppen van die voorwaarden, welke een didactische ontsluiting mogelijk maken.”

1

W.B.H. Monnereau, Hoofd der School van “de Rosmolen”, openbare school voor Buitengewoon Lager Onderwijs aan kinderen met

leer- en opvoedingsmoeilijkheden uit Leerplan blz 2 , Veendam 18 mei 1967


4

2. KWALITEITSZORG 2.1 Het INK-model PDCA-cyclus Het schoolplan is opgesteld op basis van het INK- managementmodel. Met dit model leggen we een basis voor een integraal en cyclisch kwaliteitszorgsysteem. De keuze voor het INK model is gelegen in het feit dat dit model het beste past bij onze visie op de school als onderwijsorganisatie. In het INK managementmodel zijn de verschillende aandachtsgebieden in hun onderlinge samenhang weergegeven. De aandachtsgebieden beslaan alle aspecten die voor de besturing van de school van belang zijn. In het model wordt onderscheid gemaakt in twee soorten aandachtsgebieden, de organisatiegebieden en de resultaatgebieden. In de organisatiegebieden wordt het functioneren van de school beschreven. In de resultaatgebieden wordt de daarmee behaalde resultaten aangegeven. De samenhang tussen „resultaat‟ en „organisatie‟ bepaalt de mate waarin wij als school in staat zijn om te leren verbeteren en excelleren.

Personeel

Management van onderwijsprocessen

Leiderschap en management

Waardering door de klanten

Visie Cultuur en klimaat

Middelen en voorzieningen

Organisatiegebieden

Waardering door het personeel

Resultaten en opbrengsten

Management van ondersteunende processen Waardering door de maatschappij

resultaatgebieden

Afbeelding 2. Het INK managementmodel

Voor de uitvoering van het schoolplan zelf en de schooljaarplannen passen we de Deming cyclus toe (plan – do –check – act). Zie afbeelding 3.


5

ACT

PLAN

CHECK

DO

Afbeelding 3 PDCA cyclus (Deming)

2.2 De plaats van het schoolplan in het kwaliteitszorgsysteem Het schoolplan is geen losstaand document in onze organisatie. Er is een koppeling met het strategisch beleidsplan van SCHOLENGROEP OPRON. In het strategisch beleidsplan zijn de hoofdlijnen van het beleid op bestuursniveau vastgesteld. (Zie paragraaf 2.1). Deze vinden zijn vertaling in het schoolplan en worden aangevuld met schoolspecifiek beleid. Het schoolplan beschrijft het beleid op hoofdlijnen voor een periode van vier jaar. Het beleid en de daarmee te bereiken doelen worden jaarlijks uitgewerkt in een schooljaarplan. Het schooljaarplan bestaat uit 2 delen, het jaarverslag en het jaarplan. Daarmee ontstaat er een cyclisch proces van schoolverbetering. Uitwerkingen, afspraken. protocollen liggen vast in uitvoerings-

Bestuursniveau

en borgingsdocumenten. (zie afbeelding 1)

Strategisch beleidsplan

Schoolniveau

Schoolplan

jaarverslag

jaarplan

schooljaarplan jaarverslag

jaarplan

schoolgids

jaarverslag

jaarplan

schooljaarplan jaarverslag

jaarplan

schoolgids

Borgings- en uitvoeringsdocumenten: Zorgplan, handboek kwaliteitszorg, handboek personeelsbeleid, protocollen, etc.

Afbeelding 1. Positionering schoolplan

Startpunt voor de ontwikkeling van dit schoolplan was een grondige evaluatie en analyse. Daarbij hebben we in de eerste plaats gekeken naar onze opbrengstgegevens (zowel eind- als tussentijds), vervolgens naar de evaluatie van het beleid in de afgelopen jaren, landelijke ontwikkelingen en de omgeving van de school. De evaluatie, ontwikkeling en tussenstand van de school is geïnitieerd door de directie en in samenwerking met het schoolteam vormgegeven. Aan de hand van PowerPoint presentaties, een persoonlijk essay van de


6

directeur, verslagen van onderwijsinhoudelijke teamvergaderingen, nascholingsplan en een managementrapportage is deze ontwikkeling vastgelegd. De directeur gebruikt deze ijkpunten voor het schoolportfolio. Belangrijk hierbij was ook de uitkomst van het onderzoek door de inspectie. Al deze gegevens zijn in samenhang bekeken en geanalyseerd. Vervolgens hebben we onze ambities en beleid vastgesteld.

2.3 Overige instrumenten en werkwijzen in het kader van kwaliteitszorg Schoolplan, schooljaarplan (jaarverslag en jaarplan), schoolgids en de borgings- en uitvoeringsdocumenten zijn “instrumenten” in ons systeem van kwaliteitszorgsysteem. De opbrengsten worden periodiek geëvalueerd en verwoord in het jaarverslag, evenals het leren en onderwijzen. Door het uitwerken van de verbeterplannen in het schooljaarplannen en periodieke evaluatie hiervan (pdca –cyclus) wordt planmatig gewerkt aan verbeteractiviteiten. Het vastleggen van werkwijzen etc. in documenten en deze periodiek te bespreken draagt bij aan de borging van de kwaliteit. De school rapporteert in het jaarverslag en de schoolgids aan belanghebbenden. Daarnaast zetten we meerdere kwaliteitsinstrumenten cyclisch in, zoals functionerings- en competentiegesprekken, ouder- en personeelsenquêtes, diverse overlegvormen, klassenbezoeken, collegiale consultatie etc. Voor een volledige uitwerking van onze kwaliteitszorg, verwijzen naar de “Handleiding Kwaliteitszorg”. 2.4 Externe factoren Het onderwijs is volop in beweging. Allerlei ontwikkelingen zullen in de komende jaren op ons af komen. Daarbij doen zich ontwikkelingen voor waarop wij als school geen of nauwelijks invloed hebben. Hierbij denken wij onder andere aan het overheidsbeleid. Met betrekking tot ontwikkelingen waarop wij als school min of meer wel invloed kunnen uitoefenen, zal een weloverwogen keuze worden gemaakt. Daartoe is het belangrijk ook in de toekomst (onderwijskundige) ontwikkelingen op de agenda van team- en MRvergaderingen te plaatsen, opdat schoolontwikkeling met breed gedragen besluiten aangepakt kunnen worden. De belangrijkste ontwikkelingen zijn: o

Passend onderwijs

o

Invoering referentiekader

o

Good governance

o

Krimp / daling aantal leerlingen als gevolg van demografische ontwikkelingen


7

3. De Wim Monnereau-school De Wim Monnereau-school is een openbare school voor speciaal basisonderwijs en maakt onderdeel uit van SCHOLENGROEP OPRON, de stichting voor openbaar primair onderwijs in de gemeenten Menterwolde, Stadskanaal en Veendam. De stichting is in 2008 opgericht. 3.1 Strategisch beleid SCHOLENGROEP OPRON Voor alle scholen behorende bij SCHOLENGROEP OPRON is door bestuur, algemene directie en directies van de scholen een strategisch beleidsplan opgesteld. De doelen en ambities die zijn opgenomen in dit beleidsplan zijn medebepalend voor het schoolplan van onze school. 31.1 Kernwaarden SCHOLENGROEP OPRON heeft vijf kernwaarden geformuleerd die essentieel zijn voor de gehele organisatie en dus ook voor onze school. Deze kernwaarden komen tot uiting in ons dagelijks doen en laten en ons onderwijs. De kernwaarden zijn  Resultaatgericht; kwaliteit en doelgericht, hoge verwachtingen,ambitieus, duurzaam  Mensgericht; veiligheid en vertrouwen, respect, zorg, coöperatief  Diversiteit; pluriform, passend onderwijs, wijk/buurtgericht  Innovatief; ontwikkeling van talenten, creatief, eigentijds en actueel  Transparant; openbaar en toegankelijk, klantvriendelijk, openheid en communicatie 3.1.2 Ambities SCHOLENGROEP OPRON In het strategisch beleidsplan zijn elf ambities vastgelegd. De drie meest belangrijke zijn: 

Opbrengstgericht werken (=het systematisch en doelgericht werken aan het voor elk kind maximaal haalbare prestatie). We moeten op alle niveaus binnen de scholengroep werken aan een opbrengstgerichte cultuur en aan het realiseren en borgen van een opbrengstgerichte werkwijze. Het realiseren van professionele leergemeenschappen van directies, interne begeleiders, leerkrachten/teams is daarbij een belangrijk middel. Het onderwijs op de OPRON scholen worden door de inspectie ten minste als voldoende gewaardeerd.



Passend onderwijs Elke OPRON-school moet daarnaast in staat zijn om in het kader van passend onderwijs leerlingen een passend onderwijsarrangement kunnen bieden in samenwerking met de partners op het gebied van onderwijs en zorg.



Professionalisering Een derde ambitie is het voortdurend blijven werken aan de professionalisering van alle medewerkers. De kwaliteit van het onderwijs staat of valt met de kwaliteit van de leerkrachten, interne begeleiders, (algemene) directie en bestuur.

Deze ambities zijn bouwstenen voor het beleid op de Wim Monnereau-school. In volgende hoofdstukken werken we dit voor onze school uit. 3.2 Identiteit / onderwijsconcept Missie: De Wim Monnereau-school laat alleen leerlingen toe met een positieve beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg en van wie vaststaat dat zij een speciale benadering vragen. Onze leerlingen kunnen een ononderbroken ontwikkelingsproces volgen. De Wim Monnereau-school streeft ernaar om elk kind zo ver mogelijk te brengen, zowel op sociaal-emotioneel terrein als op de leerinhouden. Het uitgangspunt is dat elk kind en alle gezindten zich op de Wim Monnereau-school thuis voelen.


8

Het motto van de school is: Een cirkel van aandacht. Onderwijsvisie: De Wim Monnereau- school streeft er naar een plek te zijn waar kinderen graag vertoeven en zich veilig en geborgen voelen. De Wim Monnereau- school wil een school zijn die het “zijn” van zijn leerlingen accepteert. Ze leert leerlingen omgaan met eigen belemmeringen en die van anderen. Zij wil een school zijn waar kinderen het maximaal haalbare leren maar ook een school zijn waar kinderen zich kunnen ontwikkelen tot een individu met zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag. De Wim Monnereau- school wil bijdragen aan een goede persoonlijkheidsontwikkeling en aan een goede ontwikkeling van burgerschap. In het document Schoolprofiel staat op hoofdlijnen beschreven wat dit betekent voor de inrichting van het onderwijs, kwaliteiten van het werkzaam personeel en de systematiek van de zorg rondom onze leerlingen. Een schoolspecifiek, extra accent ligt op de taalontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de motorische ontwikkeling. 3.3 Beschrijving van de school en de schoolomgeving De Wim Monnereau- school is een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) in Veendam. Deze school is ontstaan uit de samenvoeging van de A.G. Wildervanckschool (voorheen mlk) en de Rosmolen (voorheen lom). De leerlingen die onze school bezoeken zijn woonachtig in de gemeenten die vallen onder het Samenwerkingsverband 1.04. Dit samenwerkingsverband bestaat uit openbare en bijzondere scholen uit de gemeenten Veendam en omstreken. Tot 1 augustus 2012 is de procedure dat de leerlingen door de ouders aangemeld worden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De huidige PCL beoordeelt tot 2012 of de leerling toelaatbaar is tot de Wim Monnereau- school, op basis van ons onderwijszorgprofiel. Vanwege de ophanden zijnde stelselwijziging beschreven in de wet op het Passend Onderwijs, geïnitieerd en opgedragen door de overheid, gaat de huidige manier van indiceren veranderen. Tevens gaat de samenstelling van de samenwerkingsverbanden grootschaliger worden. De uitwerking moet door de verantwoordelijke besturen nog worden geïnitieerd en uitgevoerd. In juni 2011 gaan 147 leerlingen naar onze school. De Wim Monnereau-school biedt onderwijs aan leerlingen dat aansluit op hun leerbehoeften. Dit betekent dat wij onze dieptezorg inrichten op kenmerken van onze leerlingenpopulatie. Als belangrijkste plaatsingsvoorwaarde noemen wij dat leerlingen beïnvloedbaar zijn op hun gedrag. Daarnaast moeten zij kunnen functioneren in een groep van 10-15 leerlingen en kunnen profiteren van instructie. Wij onderscheiden de volgende kenmerken binnen onze leerlingenpopulatie: Peildatum juni 2011:



Intelligentieniveau (Resing en Blok, 2002)

Binnen de school zijn de volgende intelligentiescores aanwezig: 55-69: licht verstandelijk beperkt 70-79 : laag begaafd/moeilijk lerend 80-89 : benedengemiddeld 90-110: gemiddeld > 110: bovengemiddeld



Psychiatrie geïndiceerd :

Leerlingen waarbij sprake is van Autistisch Spectrum Stoornissen (ASS) Leerlingen waarbij sprake is van Attention Deficit (Hyperactivity) Disorder (AD(H)D) Leerlingen waarbij sprake is van Oppositinal Defiant Disorder (ODD) Leerlingen waarbij sprake is van angststoornissen


9



Visueel motorische problemen:

Leerlingen waarbij sprake is van lateralisatie Leerlingen waarbij sprake is van een zwakke coördinatie 

Motorische problemen en fysiotherapie:

Leerlingen met een zwak ontwikkelde lichaamscoördinatie Leerlingen met een zwak ontwikkeld lichaamsschema en begrippenkader Leerlingen met een stoornis in de ontwikkeling van de coördinatie van bewegingen : Developmental Coordination Disorder (DCD)



Leerproblematiek en leerstoornissen:

Lees- taalproblematiek, spraakproblemen en dyslexie Rekenproblematiek en dyscalculie 

Sociaal culturele factoren:

Leerlingen waarbij sprake is van een complexe thuissituatie. 

Jonge Risico Kinderen in observatiegroep; minimaal 2 jaar

2

leeftijd 4-7 jaar; maximaal 10 kinderen in Zorgprogramma klasgroep Vervolgplekken, gericht op integratie in: -blijvend in specialistische onderwijsvoorziening speciaal basisonderwijs; -blijvend in specialistische onderwijsvoorziening zeer moeilijk lerend; -overplaatsing regulier basisonderwijs; -overplaatsing onderwijs voor Ernstige Spraak en taalmoeilijkheden; -overplaatsing onderwijs voor ernstiger psychiatrische problematiek De opleidingsniveaus en de achtergronden van de ouders/ verzorgers in onze regionale school zijn divers. Op onze school kennen wij de volgende uitstroomniveaus naar het vervolgonderwijs: VSO Praktijkonderwijs (PRO) VMBO basis beroeps gericht met en zonder leerwegondersteuning (VMBO LWOO) VMBO kader beroeps gericht met en zonder leerwegondersteuning VMBO gemengd theoretisch met en zonder leerwegondersteuning Orthopedagogisch Didactisch Centrum (OPDC) HAVO


10

Uitstroom/schooljaar

2008-2009

2009-2010

2010-2011

VSO cluster 1 VSO cluster 2

3

VSO cluster 3 VSO cluster 4

1

1

PRO

15

9

16

VMBO bbl met lwoo

12

18

16

3

3

5

2

2

VMBO bbl zonder lwoo VMBO kbl met lwoo VMBO kbl zonder lwoo VMBO gl met lwoo

1

VMBO gl zonder lwoo HAVO

3.4 Ketenpartners De Wim Monnereau-school werkt samen met de volgende instanties: 

Accare en Lentis: instellingen voor kinderen jeugdpsychiatrie;



Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK);



Bureau Jeugdzorg: de centrale toegangspoort voor alle vormen van jeugdzorg in de provincie, bedoeld voor vragen die te maken hebben met ernstige problemen rond opgroeien en opvoeden van kinderen tot 18 jaar;



Cedin: onderwijsadvies- en begeleidingsbureau;



Gemeentelijke Gezondheids dienst (GGD);



Gemeentelijke Gezondheids Zorg (GGZ);



Molendrift; hulpverleningsinstelling biedt hulp op het gebied van leeproblemen, gedragsproblemen, omgangsprolemen en opvoedingsproblemen;



Raad van Kinderbescherming;



Jeugdhuizen Veendam: biedt crisisopvang aan jeugdigen voor korte of langere periode;



Stichting Compaen (school) maatschappelijk werk;



Stichting MEE: biedt ondersteuning voor mensen met handicap of een langdurige beperking;



Werkrelaties met: Rijks Universiteit Groningen (RUG), Hoger Beroeps Onderwijs (HBO) en Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO);



Vormen van voortgezet onderwijs: waaronder Voortgezet Speciaal Onderwijs (PRO), Praktijkonderwijs (PRO), Voortgezet Middelbaar Beroeps Onderwijs (VMBO) Orthopedagogisch Didactisch Centrum (OPDC) vertegenwoordigd in de scholengemeenschappen of scholen:

Winkler Prins in Veendam Ubbo Emmius in Veendam Augustinuscollege afdeling opdc in Groningen Margaretha Hardenbergschool voor so in Veendam De Catamaran in Stadskanaal 2

De samenwerking met de betrokken instanties wordt gezocht: Zie “onze ambitie” Schoolplan 2011/2015 Wim Monnereau- school voor speciaal basisonderwijs

11

De Bolster in Assen Dr. Aletta Jacobs scholengemeenschap in Hoogezand Dollard College in Delfzijl AOC Terra in Assen of Emmen 

Scholengroep Opron en andere basisscholen in het samenwerkingsverband;



Zorgplatform (ZPF) van het samenwerkingsverband: het zorgplatform is de schakel tussen de reguliere basisscholen en de speciale basisschool. Zij doen onderzoek en geven adviezen aan scholen;



School voor Ernstige Spraak- en Taal moeilijkheden(ESM) cluster 2 in Groningen;



School voor zeer moeilijk lerenden (ZML) cluster 3 Margaretha Hardenbergschool Veendam;



Scholen voor gedragsmoeilijkheden cluster 4



Commissie van Indicatiestelling (CVI): bepaalt of een kind recht heeft op speciale hulp of begeleiding en doet dit aan de hand van landelijke criteria voor het Speciaal Onderwijs (SO). Deze CVI‟s gaan verdwijnen.



Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL): is een commissie die op aanvraag van de ouders bepaalt of een leerling toelaatbaar is voor een speciale school voor basisonderwijs. De criteria van de PCL gaan veranderen in de nieuwe wet op het Passend Onderwijs.


12

4. RESULTATEN EN OPBRENGSTEN Vanaf 2008 hebben we in het kader van het project “Duurzaam leren” gewerkt aan de invoering van een opbrengstgerichte cultuur en werkwijze. We willen systematisch en doelgericht werken aan het bereiken van zo hoog mogelijke prestaties voor elke leerling. Dit beleid willen we de komende jaren voortzetten. De resultaten van het onderwijs, de waardering door het personeel, de ouders en de leerlingen en de waardering van de inspectie op basis van het toezichtkader geven we hier onder op hoofdlijnen weer. Voor verdere gegevens en analyses verwijzen we naar het schooljaarplan. 4.1 Resultaten en opbrengsten van ons onderwijs Uitstroomgegevens 2010-2011: Streefdoel

Aantal leerlingen

Daadwerkelijk

Aantal leerlingen

uitstroomniveau VSO ZMLK

2

VSO ZMLK

3

Praktijkonderwijs

19

Praktijkonderwijs

15

VMBO BB/BK

21

VMBO BB/BK

23

VMBO GT/TL

1

VMBO GT/TL

2

totaal

43

totaal

43

De verwachtingen die we vooruit hebben aangegeven in ons begeleidingsplan zijn grotendeels uitgekomen. 7% van de leerlingen is in een hogere leerstroom terecht gekomen. 2,3% van de leerlingen is in een lagere leerstroom terecht gekomen. 90,7% van de leerlingen worden geplaatst conform de verwachtingen. 1 leerling zat gezien haar IQ en leerprestaties op het grensniveau tussen VSO-ZML en praktijkonderwijs. Gezien haar emotionele kwetsbaarheid is er een cluster 3 aanvraag gedaan en toegewezen. Vandaar 1 leerling extra naar VSO-ZML. 3 leerlingen met een verwacht uitstroomperspectief praktijkonderwijs hebben het niveau van VMBO-BB kunnen behalen en worden daar nu geplaatst. Bovengenoemde leerling had praktijkadvies en is binnen het VSO-ZML geplaatst. 1 leerling heeft VMBO-BB/BK als advies gekregen en heeft door positieve ontwikkelingen in de thuissituatie en daarmee samenhangend zijn emotionele ontwikkeling VMBO GT/TL kunnen halen.

Ontwikkelingsperspectief van leerlingen met een dl van 25 in jan 2011: (startmeting) Streefdoel

Aantal leerlingen

VSO ZMLK Praktijkonderwijs

16

VMBO BB/BK

1

VMBO GT/TL

1

totaal

18


13

Twee leerlingen gaan van school; zij zijn teruggeplaatst naar de basisschool

4.2. Waardering personeel De waardering door het personeel meten we door om de vier jaar een tevredenheidsonderzoek onder de medewerkers te houden.3 Wij gebruiken hiervoor de tevredenheidspeilingen van het Bureau voor Praktijkgericht onderzoek te Groningen. In een periode van vier jaar wordt met elk personeelslid tenminste drie keer een functioneringsgesprek gehouden. De conclusies van het uitgebreide onderzoek waren dat de personeelsleden over het algemeen met plezier naar school gaan. Vertaald in beleid betekent dit dat de school zich kan profileren op een negental aspecten binnen de school: Schoolklimaat, Pedagogisch klimaat, Leermiddelen, Werkklimaat, Interne communicatie, Externe communicatie, Management en Organisatie. Er komen geen punten voor beleid naar voren. Er zijn wel een aantal kritiekpunten die naar voren komen, die opgepakt moeten worden binnen de invloedssfeer van de (algemene) directie. Zo wordt er werkdruk ervaren en gebrek aan ontspanningsmogelijkheden in de pauzes. Onze school werkt met een continurooster en met leerlingen die intensieve zorg vragen. De leerkrachten zijn onafgebroken bezig met hun vak. De documentatielast is daarnaast hoog. Verder is een redelijk groot deel ontevreden over het functioneren en betrokkenheid van “het bestuur”. Tenslotte is men ontevreden over het aanwezige meubilair.

4.3. Waardering ouders en leerlingen Om de vier jaar meten we de waardering van onze school door de ouders. Hiervoor gebruiken we ook de eerder genoemde tevredenheidspeiling van het Bureau voor Praktijkgericht Onderzoek te Groningen. Onze ouders zijn over het algemeen zeer tevreden over onze school. Vertaald in beleid betekent dit dat de Wim Monnereau-school zich kan profileren op de volgende aspecten: Begeleiding, Sfeer, Kennisontwikkeling, Persoonlijke ontwikkeling, Organisatie, De leerkracht en Contact met de school . Er zijn geen punten voor beleid. Een klein deel van de ouders geeft aan dat zij de weg naar school enigszins onveilig vinden. Elk jaar organiseert onze regionale school een groter evenement waar de ouders in grote getale op af komen (Kerstmarkt, Bazaar, Project) De opkomst op onze jaarlijkse voorlichtingsavond was met de opkomst van 55% van de gezinnen echter beneden verwachting. Voor een goede communicatie met ouders is de wederzijdse inspanningsverplichting nodig. Gezien de opkomst is dit is een punt van aandacht. De mening van de leerlingen peilen we eveneens om de vier jaar vanaf de leeftijd van ongeveer 10 jaar. De kinderen vinden computers, gym en uitstapjes belangrijk. Ze moeten wennen aan een onbekende meester of juf voor de klas. De omgang met kinderen onder elkaar vinden zij niet altijd even prettig. Verder vinden zij de wc‟s niet fris. Erg tevreden zijn de kinderen over het contact met de leerkracht en de ondersteuning die zij ontvangen. Bij de leerlingen overheerst de algemene tevredenheid. 4.4 Waardering maatschappij De inspectie voor het onderwijs heeft in juni 2010 een kwaliteitsonderzoek op onze school uitgevoerd. De indicatoren m.b.t. de voorwaarden voor kwaliteitszorg, de kwaliteitszorg, het didactisch handelen, de

3

J. Boelhouwer-Bureau voor praktijkgericht onderzoek Groningen 2010 Schoolplan 2011/2015 Wim Monnereau- school voor speciaal basisonderwijs

14

afstemming, het leerstofaanbod, het didactisch handelen en de tijd waren voldoende. Onvoldoende scoorden: -

de planmatige uitvoering van de zorg

-

het signaleren van zorg en analyseren van de resultaten

-

het nagaan van de effecten die de aangeboden zorg heeft gehad

-

De instructievaardigheden van de leerkrachten

In het schooljaar 2010-2011 hebben we een investering gedaan in de vorm van teamscholing aangaande het didactisch handelen van leerkrachten. Aan de hand van het gekozen instructiemodel “Interactieve Gedifferentieerde Directe Instructie” hebben wij het onderwijsleerproces versterkt. De systematiek binnen de zorg (werken volgens de 1-zorgroute) en het Handelingsgericht werken zijn in de steigers gezet. Wij maakten hierbij de koppeling met het vakgebied technisch lezen. In het nascholingsplan 2010-2011 met bijbehorende evaluatie is dit geborgd. In het nascholingsplan 2011-2012 is (de scholing) van de 1zorgroute en het handelingsgericht werken op teamniveau vastgelegd. De collega‟s die zich extern scholen halen de nodige kennis en vaardigheden en brengen dit terug naar het team.


15

5. VISIE De doelstellingen van het onderwijs op de Wim Monnereau- school worden voor het grootste deel bepaald door de in de Wet op het primair onderwijs (WPO) gegeven inhoudelijke kaders: brede vorming, ononderbroken ontwikkeling en de voorbereiding op de multiculturele samenleving. Daarnaast zijn voor ons de vernieuwde Kerndoelen Primair Onderwijs van belang. Op deze kerndoelen richten wij ons onderwijs in. Het opbrengstgericht werken is voor alle OPRON-scholen de komende jaren een centraal thema. (zie paragraaf 2.1.2). In het kader van het project “Duurzaam leren” hebben we in de afgelopen twee jaar gezamenlijk en op de Wim Monnereau-school hieraan de nodige aandacht besteed. In de schoolplanperiode 2011 -2015 willen wij dit implementeren en borgen. Van het team willen we een professionele leergemeenschap maken, een leergemeenschap waarin iedereen leiderschap toont, we van elkaar leren en elkaar stimuleren tot leren en voortdurend werken aan onze eigen professionaliteit. Voor de Wim Monnereau-school vinden wij in het bijzonder het volgende van belang: Dieptezorg in het samenwerkingsverband Het doel dat het Samenwerkingsverband gesteld heeft dat het Speciaal Basisonderwijs in 2015 een kleinschalig, orthopedagogische- en orthodidactische voorziening is. De school maakt dan deel uit van een expertisecentrum in de regio en biedt dieptezorg aan kinderen met complexe onderwijs- en zorgbehoeften. De school maakt integraal onderdeel uit van het Samenwerkingsverband. We krijgen leerlingen uit het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs. Wij hebben kennis van het regulier en specialistisch onderwijs en kunnen onze collega‟s uit het regulier basisonderwijs ondersteunen en adviseren. Cirkel van aandacht De kern van onze visie is dat het kind altijd tot zijn recht moet komen en met een goede bagage de school verlaat. Er mogen geen leerlingen tussen wal en schip geraken. Voor elk kind dient er passend onderwijs in de regio te zijn. Een cirkel van professionele aandacht is de kracht van onze school. Ons doel is om samen met de leerling het maximaal mogelijke doel te halen zodat hij trots de school verlaat. Aandacht geven betekent in onze visie ook het stellen van grenzen en het bieden van structuur in een samenleving die complex en veeleisend is. Ontwikkelingsperspectief In het basisonderwijs werken wij met een didactische leeftijd (DL). De DL is het aantal maanden dat een leerling onderwijs heeft gehad, geteld vanaf groep 3. Elke school heeft tien onderwijsmaanden, te beginnen vanaf september groep 3. De DL wordt berekend op basis van de huidige groep van de leerling, het moment van toetsafname (groep en maand) en het aantal doublures vanaf begin groep 3. In het speciaal basisonderwijs werken wij voor elke leerlingen met een Ontwikkelingsperspectief (OPP) Het OPP is de inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden over een bepaalde, langere periode. Het is gebaseerd op het verwachte uitstroomniveau van een leerling, namelijk welk type vervolgonderwijs haalbaar is. Door het instroomniveau en het te verwachten uitstroomniveau te verbinden ontstaat de prognose- of ontwikkelingslijn. Op onze school heeft elke leerling een OPP vanaf de didactische leeftijd (DL) van 25 maanden. Dit is ongeveer midden groep 5 van de basisschool. Het ontwikkelingsperspectief wordt bij plaatsing vastgesteld door de orthopedagoog. Zij baseert zich op het aangeleverde dossier en verdere gegevens van de PCL, eventueel aangevuld met verder onderzoek. De groepsleerkracht beschrijft aan de hand van ontwikkelings- en leerlijnen een plannend aanbod voor de lange termijn.


16

Vanaf de DL van 15/20 (midden groep 4/eind groep 4) worden per vakgebied de Leerrendementsverwachtingen (LRV) van de leerling bepaald. Bij leerlingen tot aan de DL van 15/20 maanden (kleuters en leerlingen tot groep 4) wordt met het leerlingenvolgsysteem gegevens verzameld en worden deze gegevens gebruikt om hoge doelen voor deze leerlingen te stellen en het onderwijs doelgericht te plannen. Wij hebben hoge verwachtingen van de leerlingen. Dat wil zeggen dat wij realistische doelen stellen en ons beraden op wat gedaan kan worden om de belemmerende factoren van de leerlingen al dan niet te verminderen om tot prestaties te komen.

Onze medewerkers Onze teamleden werken voortdurend aan hun professionele ontwikkeling en kunnen reflecteren op eigen handelen. Zij zijn flexibel, verbeteringsgericht en staan open voor moderne, maatschappelijke ontwikkelingen. Onze teamleden hebben een basishouding die gericht is op zelfreflectie en invoelen. Wij kunnen lesgeven aan kinderen die in complexe ontwikkelings - en thuisomstandigheden verkeren. Wij kunnen elkaar opleiden en indien gevraagd begeleiden in het regulier onderwijs. Ons basispersoneel bestaat uit groepsleerkrachten waaronder vakdocenten bewegingsonderwijs en onderwijsondersteunend personeel met de functies orthopedagoog, logopedist, onderwijsassistent, administratief medewerker, en de conciërge. Verder zijn er interne begeleiders. Wij huren extern personeel in waaronder de maatschappelijk werker. Ook werken wij nauw samen met de jeugdarts en de sociaal verpleegkundige van de Gemeentelijke Gezondheids Dienst (GGD) De fysiotherapeut behandelt leerlingen in het speellokaal van de school. De directie bestaat uit de adjunct-directeur en de directeur die gezamenlijk de directie vormen. Profilering Wij zijn trots op onszelf en onze leerlingen. Voor elke leerling willen wij het maximale doel bereiken, zowel op cognitief gebied als wel op de wijze waarop het kind zich in sociaal-emotioneel opzicht in de maatschappij kan redden. Door middel van de website treden wij actief naar buiten. Onze website is actueel en informatief.

ICT-plan In de moderne tijd wordt er steeds meer geautomatiseerd. Wij beschikken over een geautomatiseerd leerlingenvolgssysteem Esis-B en benutten de gegevens voor een effectieve en snelle overdracht, ook tussen scholen en het bestuur. Elk leslokaal heeft een digitaal schoolbord en werkstations voor het gebruik van compenserende software bij dyslexie. De interne communicatie in het team vindt per email plaats zodat er een snelle informatievoorziening gewaarborgd is. De collega‟s hebben thuis een computer om thuis op de schoolserver te werken. Alle medewerkers houden jaarlijks hun ict- vaardigheden bij.


17

6. LEIDERSCHAP EN MANAGEMENT 6.1 Leiderschap Handel met kennis en twijfel aan wat je weet De Wim Monnereau-school maakt deel uit van SCHOLENGROEP OPRON, de stichting voor openbaar primair onderwijs in de gemeenten Menterwolde, Stadskanaal en Veendam. SCHOLENGROEP OPRON is een professionele onderwijsorganisatie met een bestuur, algemene directie en schooldirecties. Essentieel onderdeel van het leiding geven aan het opbrengst gericht werken is het onderwijskundig leiderschap. De onderwijskundig leider is zichtbaar in de school aanwezig, bezoekt regelmatig de lessen en stelt zich toegankelijk op voor het personeel. De onderwijskundig leider stelt duidelijke doelen voor de school en weet deze doelen over te brengen op de leerkrachten. De onderwijskundig leider ondersteunt de dagelijkse onderwijspraktijk door te werken aan het gewenste onderwijsgedrag van de leerkrachten, neemt deel aan teamscholing en geeft consequent voorrang aan het onderwijskundig belang. Van belang is verder dat de onderwijskundig leider de juiste voorwaarden schept, voor de benodigde faciliteiten zorgt zodat de leraren hun taken zo goed mogelijk kunnen uitvoeren. Leiderschap in de school is niet iets wat voorbehouden is aan de schoolleider. Elke medewerker moet op zijn terrein leiderschap ontwikkelen en tonen. Het is een belangrijke taak van de schoolleider de personeelsleden in zijn/haar organisatie leiderschap aan te leren. Als we als schoolleider anderen leren leiderschap te ontwikkelen en tonen, draagt dit bij aan de kwaliteit van het onderwijs op onze school. Een speerpunt voor de komende jaren is het (om)vormen van het team tot een professionele leergemeenschap. De besluitvormingsprocedures op (naam school) zijn helder te noemen. Er is voldoende toezicht op de uitvoering van de besluiten van de teamvergadering door de directie. Er wordt voldoende gezorgd voor een ongestoord verloop van de onderwijsleerprocessen. In nieuwsbrieven en managementrapportages vindt verslaggeving plaats over het schoolgebeuren aan ouders, MR en de algemene directie. 6.2 Management Het management van de scholen wordt gevormd door de algemene directie en de directies van de scholen. De verdeling van taken en verantwoordelijkheden is vastgelegd in het managementstatuut. De algemene directie is primair verantwoordelijk voor de bovenschoolse zaken en eindverantwoordelijk voor de totale organisatie. De schooldirectie is integraal verantwoordelijk voor de eigen school. De algemene directie en de schooldirecties worden ondersteund door het ondersteuningsbureau. Ontwikkelingen en beleidsvoornemens van belang voor de totale organisatie op het gebied van het onderwijs, personeel, financiën en huisvesting worden besproken in het directieoverleg. Het beleid wordt mede voorbereid door vier beleidsadviesgroepen (algemeen, onderwijs, personeel en financiën/huisvesting). In het schooljaar 2010-2011 is het schooljaarplan ingevoerd. Het schooljaarplan is een combinatie van jaarverslag en een jaarplan. (Zie ook paragraaf 1.1). In het jaarverslag worden de resultaten van het onderwijs zelf gepresenteerd en de evaluatie van de veranderingsprocessen. In het jaarplan wordt vastgelegd welke concrete beleidsvoornemens in het volgende schooljaar zullen worden uitgevoerd en welke middelen / faciliteiten daarvoor beschikbaar zijn. Twee keer per jaar wordt het schooljaarplan en de stand van zaken m.b.t. tot de onderwijsresultaten en de veranderingsprocessen geëvalueerd tijdens een overleg tussen algemene directie en schooldirectie.


18

Jaarlijks worden er functioneringsgesprekken gehouden tussen directeur en onderwijs- en onderwijsondersteunend personeel. Het persoonlijk ontwikkelingsplan en het taakbeleid is een onderdeel van het functioneringsgesprek. Aan de hand van het nascholingsplan worden competentiegesprekken gehouden. De gesprekken tussen algemene directie – schooldirectie en schooldirectie – leerkrachten (onderwijsondersteunend personeel) hebben het karakter van “support and pressure”. Het gaat niet om afrekenen, maar om ieders verantwoordelijkheid en het elkaar ondersteunen en helpen om te komen tot een zo goed mogelijke kwaliteit van het onderwijs. We vinden dit een belangrijk onderdeel van leiderschap.


19

7. PERSONEEL 7.1 Integraal personeelsbeleid (IPB) Onze school wil met het te voeren personeelsbeleid de doelen van de school zo optimaal mogelijk verwezenlijken en daartoe het functioneren van het personeel en hun welbevinden in de werksituatie bevorderen. Op bovenschools niveau is in de jaren 2008 - 2009 en 2009 – 2010 jaren gewerkt aan een stapsgewijze ontwikkeling en implementatie van het personeelsbeleid. Er is voor SCHOLENGROEP OPRON een integraal personeelsbeleidsplan (IPB) vastgesteld (zie verder paragraaf 6.2). Dit personeelsbeleidsplan is ook van toepassing voor onze school. IPB heeft tot doel het systematisch afstemmen van de organisatiedoelen op de motieven en ambities van medewerkers. Voor onze school betekent dit dat IPB een bijdrage zal leveren aan het proces van verbetering en borging van de kwaliteit van onderwijs aan de leerlingen. Voor wat betreft de evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding is op bestuursniveau een apart document opgesteld. Als streefsituatie is geformuleerd dat ten minste 50 % van directiefuncties ingevuld worden door vrouwen. Voor dit onderdeel verwijzen we verder naar het op bestuursniveau vastgestelde document. De uitwerking van de Wet BIO is een onderdeel van het integraal personeelsbeleidsplan. 7.2 Instrumenten personeelsbeheer, personeelszorg en personeelssturing In het kader van Integraal Personeelsbeleid is op bovenschools niveau een groot aantal procedures en instrumenten ontwikkeld. Deze zijn ondergebracht in het Integraal Personeelsbeleidsplan voor SCHOLENGROEP OPRON. In het integraal personeelsbeleidsplan zijn o.a. de volgende onderwerpen opgenomen. 1

Organisatie, functies en taken: organisatiestructuur, communicatie en informatie, sociaal jaarverslag, functieboek

2

Arbeidsduur en formatiebeleid: taakbeleid, werktijden, deeltijdarbeid, leeftijdsbewust personeelsbeleid, begeleiding nieuwe personeelsleden, begeleiding vervangers, stimuleren van vrouwen in de schoolleiding, formatiebeleid

3

Vergoeding en financiële regelingen: beloningsbeleid, spaarloonregeling

4

Professionele ontwikkeling en scholing: mobiliteit, competentiebeleid, gesprekkencyclus, functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek, persoonlijk ontwikkelingsplan, portfolio/bekwaamheidsdossier

5

Werkgelegenheid, afvloeiing en overplaatsing: afvloeiingsregeling, overplaatsing

6

Overige rechten en plichten: veiligheidsplan, arbobeleid, verzuimbeleid, werving en selectie

7

Aanvullend eigen beleid: gedragscode, teamvorming, exit-interview, vitaliteit personeel.

Alle procedures en instrumenten zijn in een handleiding IPB ondergebracht. Voor de inhoud verwijzen we naar het personeelsbeleidsplan en voor relevante regelgeving naar de CAO Primair Onderwijs.


20

8 CULTUUR EN KLIMAAT 8.1 School en cultuur We willen bekend staan als een kwalitatief goede school waarin specialisten werken die goede resultaten bereiken met leerlingen die speciale zorg nodig hebben. De speciale zorg bieden wij aan kinderen van vier t/m twaalf jaar. De specialisten werken nauw samen met elkaar en met scholen voor regulier onderwijs en andere instellingen en organisaties. Binnen onze school werken wij met een Ontwikkelingsperspectief voor elke leerling met de didactische leeftijd vanaf 25 maanden. In het Ontwikkelingsperspectief staat welke doelen en uitstroomniveau wij willen behalen. De kracht van onze school ligt in de professionele cirkel van aandacht. Aandacht voor het kind, aandacht voor elkaar, aandacht voor de ouders, aandacht voor de omgeving. Het team bestaat in juli 2011 uit 27 personeelsleden die zorgen voor kwalitatief goed en doelgericht onderwijs. Wij bieden op onze school dieptezorg. Onder dieptezorg verstaan wij de zorg in gespecialiseerde voorzieningen in het Samenwerkingsverband of in de regio, gegeven in settings of groepen . De verantwoordelijkheid voor de leerling wordt overgedragen aan deze voorziening. Voor elke leerling met een didactische leeftijd vanaf 25 maanden maken wij een begeleidingsplan waarin het ontwikkelingsperspectief beschreven staat. 8.2 Cultuur voor medewerkers Bij cultuurverandering neemt de leiding het voortouw. Alle leidinggevenden in de school zien zichzelf als onderdeel van de professionele eenheid leidinggevenden. In kleinere eenheden, kernteams, vindt onderwijskundig en organisatorisch werkoverleg plaats. We zijn allen spelers in persoonlijk leiderschap. Als de professionele leereenheid zelf aan het werk is aan en met hun eigen professionele cultuur, kunnen ze leiding geven aan de cultuurontwikkeling van andere professionele eenheden in de school.4 Wij zijn professionals die willen dat wij steeds blijven leren. Een professionele cultuur biedt kansen om professioneel beter te worden, maar stelt ook eisen aan de professional. De school streeft ernaar om een gezond werken leefklimaat na te streven. Hierbij hoort het in acht nemen van werktijden en een evenwichtig samengesteld taakbeleid. Op tijd naar huis gaan, bewaken van de balans tussen privé en werk, voldoende afstand nemen, kunnen relativeren en bijtanken zijn belangrijke zaken om gezond te blijven. Het taakbeleid zal worden herzien en aangepast. 8.3 Cultuur voor leerlingen Op onze school hebben wij een klimaat waar naast de didactiek accenten worden gelegd in het structureren van de situatie en de omgeving van het kind. De manier waarop de leerkracht contact heeft met de leerling is voorspelbaar en duidelijk. Wij bieden onze leerlingen onderwijsleersituaties aan die verduidelijkt of vereenvoudigd worden. Tevens wordt op onze school expliciet en structureel aandacht besteed aan leerstofoverstijgende vaardigheden, zoals leren- leren en leren samenwerken. Vier keer per schooljaar stellen wij groepsplannen op door op deze wijze telkens in deelstappen de korte termijn doelen vast te stellen. Vervolgens bespreken wij of wij met de leerlingen nog op koers liggen in relatie tot het lange termijndoel dat in het ontwikkelingsperspectief is vastgesteld.

4

A. C.van Emst- “Professionele cultuur in onderwijsorganisaties” APS/Edukern Utrecht 1999 Schoolplan 2011/2015 Wim Monnereau- school voor speciaal basisonderwijs

21

De kerncompetentie van onze school is dat wij voor leerlingen pedagogische doelen stellen. Pedagogische doelen zijn van invloed op de didactische vorderingen en uiteindelijke uitstroom van onze leerlingen. Wij interveniëren om het leerrendement te verhogen. Verder kijken wij naar de sociaal-emotionele ontwikkeling, werkhouding, de spraak- taal situatie en de invloeden van thuis.

8.4 Cultuur voor ouders Met de ouders streven wij een open communicatie na. Wij organiseren contactavonden, informatieavonden en thema- ochtenden. De leerkrachten gaan een keer per jaar bij alle leerlingen op huisbezoek. Tijdens de huisbezoeken wordt over de ontwikkeling en het welzijn van de leerling gesproken. Op de jaarkalender voor de ouders wordt aangegeven wanneer er contactmomenten zijn. Wij hechten belang aan een goede betrokkenheid van ouders. Deze betrokkenheid kan zich ook uiten in het daadwerkelijk helpen bij uiteenlopende activiteiten. De leerkracht houdt zich op de eerste plaats bezig met het onderwijs. De wijze waarop wij ouders betrekken is in een visie- en uitvoeringsdocument beschreven en besproken in de medezeggenschapsraad. De eindverantwoordelijkheid blijft altijd bij de leerkrachten en de ouders, welke activiteiten zij ook doen, gaat altijd in opdracht en onder leiding van leerkrachten. Onze school heeft een medezeggenschapsraad waarbij het ouderdeel en het personeelsdeel geformaliseerde gesprekspartners zijn aangaande bijvoorbeeld formatie en overig beleid van de school. In de Medezeggenschapsraad hebben drie ouders en drie personeelsleden zitting. De informatievoorziening aan de ouders over het onderwijs en de school is geregeld via nieuwsbrieven, website, schoolgids, schoolplan en jaarkalender. De school neemt zich voor om de veranderende nieuwsgeving, communicatiemiddelen en doelgroepen in te bedden in een communicatieplan.


22

9 MIDDELEN EN VOORZIENINGEN 9.1 Huisvesting De architectuur Op het moment dat wij dit profiel schrijven is de Wim Monnereau- school gehuisvest in eén gebouw. Het is een mooi , maar energiekostend gebouw, met veel ruimte voor een actieve leeromgeving voor onze leerlingen. Er zijn twee schoolpleinen en een binnenplein voor de jonge en de oudere leerlingen. De school beschikt over 11 leslokalen, ontvangstruimte, een computerlokaal, een leskeuken, een speellokaal, een handvaardigheidlokaal, een orthotheek, een taal- leeslokaal en een ruimte waar sociale vaardigheidstraining wordt gegeven. Daarnaast zijn er werken ontvangstruimten van de directie, administratie, gedragswetenschappers en interne begeleiders. Het schoolplein is omheind met een fraai hekwerk. Een goede werkomgeving De Wim Monnereau-school streeft er naar om naast goede lesruimten een prettig ingerichte personeelskamer en goed ingerichte leslokalen te hebben. De lokalen stralen rust uit en zijn opgeruimd. Het streven is dat de inrichting functioneel en netjes is en de prikkelgevoelige leerlingen niet afleidt. Op weg naar 2015 is het meubilair Arbo –goedgekeurd. De stijl van het meubilair is consequent doorgevoerd en heeft een uitnodigende uitstraling. De Wim Monnereau- school werkt met de moderne digitale middelen. Elk lokaal heeft een digibord. In elk leslokaal bestaat de mogelijkheid voor leerlingen om van compenserende middelen gebruik te maken. De aankleding van ruimten in gangen zijn uitnodigend en netjes. Een veilige leeromgeving De school vindt een veilige leeromgeving belangrijk. Wij hebben gecertificeerde Bedrijfs Hulp Verleners die minimaal twee keer per schooljaar een ontruimingsoefening uitvoeren. Zij volgen jaarlijks een vervolgcursus. De bevindingen worden geëvalueerd en het plan wordt indien nodig bijgesteld.

9.2 Financiën Het formatieve deel van de lumpsum wordt toegekend aan elke school, inclusief de schoolbestuurlijk middelen voor onderwijsachterstandsbeleid. De middelen voor de formatie worden aangevuld met middelen vanuit het budget personeels- en arbeidsmarktbeleid voor IB en ICT, ondersteuning, uitbreiding taakrealisatie. Daarnaast wordt vanuit het WSNS samenwerkingsverband middelen toegekend voor interne begeleiding. Vanuit het budget personeels- en arbeidsmarktbeleid heeft de school jaarlijks de beschikking over een budget voor scholing en een klein budget voor overige personele doeleinden. Jaarlijks krijgt de school vanuit de Londo vergoeding een schoolbudget OLP voor de jaarlijkse exploitatie en vervanging van onderwijsleerpakketten en andere onderwijsmaterialen. De directie van de school is voor dit schoolbudget budgethouder. De school voert voor wat betreft sponsoring een terughoudend beleid. We doen het zeker niet wanneer daar naar de leerlingen toe bepaalde verplichtingen aan verbonden zouden zijn. Sponsering wordt uitgevoerd conform het convenant sponsoring. In de schoolgids hebben we aangegeven hoe we omgaan met sponsoring. Het beleid m.b.t. de ouderbijdragen staat beschreven in de schoolgids.


23

9.3 Het materieel beleid Voor het onderhoud is een meerjarig onderhoudsplan vastgesteld. Jaarlijks wordt dit plan geactualiseerd. Over de uitvoering van het jaarlijks onderhoud wordt overleg gepleegd met de algemene directie en de medewerker huisvesting van het stafbureau. Voor de vervanging van materialen onderwijsleerpakket (methodes en aanvullende materialen) is een investeringsplan opgesteld. Deze wordt jaarlijks geactualiseerd. Op het gebied van ICT maakt onze school deel uit van het samenwerkingsverband PICTO. PICTO verzorgt het beheer en onderhoud van de systemen. Tevens verzorgt PICTO de beleidsondersteuning voor de scholen en de netwerkverbinding voor de scholen. Alle scholen zijn aangesloten op een glasvezelverbinding. De hardware wordt om de vijf jaar vervangen. Hiervoor is een investeringsplan opgesteld. Een deel van de middelen vanuit de LONDO vergoeding is voor de school bestemd voor o.a. de aanschaf van software of licenties.


24

10. MANAGEMENT VAN PRIMAIRE EN SECUNDAIRE PROCESSEN 10.1 Visie op ontwikkeling en onderwijs Ons doel is om de leerlingen voldoende weerbaar te maken zodat zij succesvol het vervolgonderwijs kunnen doorlopen. We willen de basis leggen voor een optimale ontwikkeling van de eigen mogelijkheden op weg naar zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. We laten de leerlingen vaardigheden verwerven die hen in staat stellen om zichzelf te kunnen redden in de maatschappij. Uitgangspunt voor ons onderwijs is het ontwikkelingsperspectief van de leerling. Iedere leerling werkt aan zijn toekomst op zijn niveau. 10.2 Pedagogische huisstijl Speciaal basisonderwijs is vooral anders dan regulier basisonderwijs. De leerkracht is niet alleen didactisch functionaris maar de pedagogische as waarom het onderwijs draait. Dit stelt dan ook hoge eisen aan de professional. Meestal hebben de leerlingen een achterstand of beschadiging opgelopen. Vaak hebben de kinderen weinig geloof meer in eigen kunnen en zijn ze het vertrouwen in anderen kwijt. De Wim Monnereau-school streeft er naar een plek te zijn waar kinderen graag vertoeven en zich veilig en geborgen voelen. De omgang met de kinderen is open, altijd vanuit een positief opvoedingsperspectief. De sociaal-emotionele ontwikkeling en het ontwikkelen van een goede werkhouding vormen de basis van het leren. De Wim Monnereau-school is een school voor Speciaal Basisonderwijs die een schoolklimaat voor de leerlingen weet te scheppen, waarin gemotiveerd en geconcentreerd gewerkt kan worden. In het toekomstige, verplichte onderwijszorgprofiel geven wij aan welke zorg en welke onderwijszorgkenmerken bij leerlingen wij kunnen bedienen. Tevens zijn er voor ons ook onmogelijkheden . Bij grensoverschrijdend gedrag en ernstige misdragingen maken wij gebruik van het protocol schorsen en verwijderen. Veiligheid van personeel en kinderen staat bij ons voorop. 10.3. Didactisch ontwerp Het onderwijsleerproces is ingericht op het model Interactieve Groepsgerichte Directe Instructie.(IGDI) Het belangrijkste waar onze school invloed kan uitoefenen ligt op het gebied van de instructievaardigheden van de leerkracht. Instructie geven vinden wij dan ook de kerntaak van de leerkracht. In het kader van de professionele leergemeenschap werken de leerkrachten jaarlijks aan hun instructievaardigheden. Ook zijn het thuismilieu en de kenmerken van de leerling zelf van invloed op wat een kind kan bereiken. Op onze school werken leerkrachten, die na ruim vijf jaar onderwijservaring, hun lesgeven maximaal kunnen intensiveren met uitdagende coöperatieve werkvormen en gerichte, ondersteunende feedback. Het onderwijs wordt gegeven in jaargroepen. Voor het vak lezen wordt er gewerkt in niveaugroepen. De school gebruikt onderwijsmethoden voor Taal en Rekenen waarbij de referentieniveaus zoals beschreven door de PO- raad en vastgelegd in de Wet Referentieniveaus (1 augustus 2010) als uitgangspunt dienen. Wij stellen doelen en leerlijnen op en zetten deze zo maximaal mogelijk vast. Dit wordt beschreven in het Ontwikkelingsperspectief. Omdat onze leerlingen op divers niveau binnenkomen en uitstromen bekijken wij zorgvuldig wat haalbaar is. Wij kijken naar wat een kind wèl kan en niet wat het kind niet kan. Binnen het onderwijsleerproces van het IGDI variëren wij in tijd en instructie om het doel te bereiken. Ons aanbod is plannend.


25

10.4 Leerstofaanbod Op 1 augustus 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in werking getreden. De referentieniveau beschrijven wat de leerlingen gedurende hun schoolloopbaan moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen. Voor het taal- en rekenonderwijs nemen we de referentieniveau als uitgangspunt. Bij de vervanging methoden zullen we uitgaan van de referentieniveaus. Vanaf 2010 hebben wij de focus aangelegd ten aanzien van lezen. De meeste leerlingen leren lezen niet vanzelf. Dat geldt zeker voor leerlingen in het SBO. Zij hebben naast directe instructie en begeleide inoefening voldoende tijd nodig om de vaardigheid onder de knie te krijgen. Belangrijk is om elke dag voor lezen in te plannen en onnodig lesuitval tegen te gaan voor therapieën en andere belangrijke zaken. Leerlingen in het SBO lopen risico laaggeletterd te worden. Dit maakt het voor hen extra moeilijk om zich een goede plek te verwerven in onze samenleving. Voor de leesontwikkeling is het van belang om in ieder geval rond het zesde levensjaar met lezen te beginnen, en niet later te starten omdat “de leerling er nog niet aan toe is”of omdat eerst alle aandacht uit moet gaan naar de primaire stoornissen. De leesontwikkeling kan namelijk de taalontwikkeling ondersteunen (dit is vooral van belang in cluster 2 en 3) en leesvaardigheid kan een positief effect hebben op het gedrag. De landelijke richtlijn voor het aanvankelijk en voortgezet technisch lezen in het SBO is elke dag ten minste 1 uur te besteden aan gerichte instructie en (begeleide) oefening van de elementaire leeshandeling. Het advies is om 8 à 10 uur per week voor technisch lezen, mondelinge taal en woordenschat te reserveren. Het aanvankelijk en voortgezet technisch lezen is als volgt verdeeld: Groep 1 en 2

5

Geplande tijd per week en per

Doelgerichte instructie en

dag

oefening

5 à 8 uur per week

Minimaal elke dag een

1 à 1,5 uur per dag

kwaliteitsuur met doelgerichte taalactiviteiten.

Tenminste 1 uur per week extra

Belangrijke onderdelen:

instructie en begeleiding voor

Beginnende geletterdheid

risicoleerlingen, verdeeld in 3

Mondelinge taalontwikkeling

sessies van 20 minuten of 4

Woordenschat

sessies van 15 minuten.

Begrijpend luisteren Elke dag minimaal 15 minuten (interactief) voorlezen. In het tweede kleuterjaar (groep 2 of vijfjarigen) 4 à 5 keer per week 15 minuten aandacht voor fonemisch bewustzijn en letterkennis.

5

H.Wentink (M&O-groep), M. Goudswaard (CED-groep) en F. Scheltinga (Expertisecentrum Nederlands) in opdracht van Projectbureau Kwaliteit/PO-Raad, Kwaliteitskaart Tijd voor lezen in het s(b)o, Utrecht 2009 Schoolplan 2011/2015 Wim Monnereau- school voor speciaal basisonderwijs

26

Groep 3 en eerste helft 4



dag

oefening

8 à 10 uur per week

Aanvankelijk lezen volgens een

1,5 à 2 uur per dag

moderne methode Voorlezen (minimaal 15 minuten per dag), leesvormen en gevarieerde activiteiten rondom boeken in samenhang met woordenschatontwikkeling. Taal (mondelinge taal, stimulering uitdrukkingsvaardigheid) 4 à 5 keer per week 20 minuten extra instructie en begeleide oefening voor leerlingen die moeite hebben met leren lezen, gericht op het automatiseren en herhaald lezen (pre- en reteaching)

Groep 4 (2e helft), 5,6 en 7



dag

oefening

2,5 uur per week

Voortgezet technisch lezen

0,5 uur per dag

volgens een moderne methode

1 uur per week

Extra aandacht voor automatiseren en herhaald lezen

1,5 à 2 uur per week

Voorlezen, vrij lezen en gevarieerde activiteiten rond boeken in samenhang met leesbegrip en woordenschatontwikkeling.

1 uur per week

4 à 5 keer per week 20 minuten extra instructie en begeleide inoefening voor de risicolezers, gericht op automatiseren en herhaald lezen (pre- en reteaching)


27

Groep 8



dag

oefening

2 à 2,5 uur per week

Voortgezet technisch lezen volgens een moderne methode (onderhouden bij leerlingen die AVI-9/AVI-E6 al hebben behaald)

30 minuten

Voorlezen, vrij lezen en gevarieerde activiteiten rond boeken in samenhang met leesbegrip en woordenschatontwikkeling.

1 uur per week

4 à 5 keer per week 20 minuten extra instructie en begeleide oefening voor de risicolezers, gericht op automatiseren en herhaald lezen (pre- en reteaching)

Naast expliciete onderwijstijd voor lezen is er tevens onderwijstijd voor andere onderdelen van de Nederlandse taal, ongeveer vanaf de tweede helft van groep 4. Hieronder vallen spreken, luisteren, spellen, stellen, woordenschat en taalbeschouwing. Vanaf groep 6 komt daarbij begrijpend lezen. Een richtlijn voor de hoeveelheid tijd die op de Wim Monnereau-school aan taalonderwijs/begrijpend lezen/luisteren/schrijven wordt besteed: Groep 1 en 2

Geïntegreerd met lezen 5 à 8 uur

Groep 3


Groep 4 vanaf de tweede helft


Groep 5


Groep 6


Groep 7 en 8


10.4.1 Overige vak- en vormingsgebieden Voor de doorgaande lijn gebruiken wij de doelen die in de handleiding zijn beschreven. De doelen zijn in het Begeleidingsplan van elke leerling beschreven. Vakgebied

Methode

Basisvaardigheden Ontwikkelingsmateriaal en beredeneerd aanbod

Onderbouwd

kleuters

Schatkist

Aanvankelijk technisch lezen

Veilig leren lezen stap voor stap

Voortgezet technisch lezen

Estafette

Begrijpend lezen

Nieuwsbegrip XL

Taal/spelling

Taal op maat

Rekenen

Rekenrijk en Maatwerk. Deze methode wordt in januari 2012 vervangen.


28

Schrijven

Handschrift

Engels

Real English

Zaakvakken: Geschiedenis

Speurtocht

Aardrijkskunde

De Blauwe Planeet

Natuur en techniek

Wijzer door natuur en techniek

Verkeer

Veilig Verkeer Nederland: Op voeten en fietsen, Stap vooruit, Verkeersexamen oefeningen

Expressie Drama/handvaardigheid/tekenend

Moet je doen

Wereldoriëntatie geïntegreerd voor kleuters

Wijzer

In de moderne tijd wordt er steeds meer geautomatiseerd. Wij beschikken over een geautomatiseerd leerlingenvolgssysteem Esis-B en benutten de gegevens voor een effectieve en snelle overdracht, ook tussen scholen en het bestuur. Elk leslokaal heeft een digitaal schoolbord en werkstations voor het gebruik van compenserende sofware bij dyslexie. De interne communicatie in het team vindt per email plaats zodat er een snelle informatievoorziening gewaarborgd is. De collega‟s hebben thuis een computer om thuis op de schoolserver te werken. Alle medewerkers houden jaarlijks hun ict- vaardigheden bij.

10.5 Differentiatie in de school De school werkt op basis van zeven uitgangspunten van Handelings Gericht Werken (HGW) Deze zijn: 

De onderwijsbehoeften van de leerlingen staan centraal;



Er is afstemming en wisselwerking;



De leerkracht doet er toe;



We benaderen de leerling vanuit positieve aspecten: wat kan het kind wel;



Constructieve samenwerking;



Doelgericht werken;



Systematisch, stapsgewijs en transparant werken.

Hierbij volgt de school de zes stappen uit de 1-zorgroute van de cyclus Handelings Gericht werken: Deze zijn: 

Verzamelen van leerling-gegevens uit groepsoverzichten;



Signaleren van onderwijsbehoeften;



Benoemen van onderwijsbehoeften;



Clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften;



Opstellen van groepsplannen;



Uitvoeren van groepsplannen.


29

De groepsgrootte bedraagt maximaal 15 leerlingen; bij oudere leerlingen soms enkele leerlingen meer. De zorg wordt zoveel mogelijk binnen de groep gegeven omdat de leerkracht in staat wordt geacht om met verschillen om te gaan. Bij incidentele gevallen worden er handelingsplannen buiten de klas ingezet met het doel om weer met de klas mee te kunnen. De specifieke leestoetsen en de pedagogisch-didactische onderzoeken vinden eveneens buiten de groep plaats.

10.6 Passend onderwijs; leerlingenzorg De invoering van “Passend Onderwijs”is een beleidsvoornemen van de landelijke overheid. Scholen / schoolbesturen krijgen daarbij een zgn. zorgplicht. De school moet de leerlingen die aangemeld worden bij de school en extra zorg nodig hebben een passend onderwijsarrangement bieden binnen de eigen school of er voor zorgen dat de betreffende leerling op een andere school binnen of buiten het samenwerkingsverband passend onderwijs kan krijgen. Scholen en schoolbesturen werken daartoe samen met andere scholen en schoolbesturen in een samenwerkingsverband. De wijze waarop wij onze huidige leerlingenzorg hebben ingericht, hebben we vastgelegd in ons zorgplan. In dit zorgplan hebben we tevens beschreven welke voorzieningen zijn getroffen voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Voor de beschrijving van de zorgstructuur op onze school verwijzen we naar ons zorgplan. Alle scholen in een samenwerkingsverband worden verplicht een onderwijszorgprofiel op te stellen. Hierin moet worden beschreven welke zorg een school kan bieden en op termijn wil kunnen bieden. Welke leerlingen, die aangewezen zijn op extra zorg, kan de school zelf een passend onderwijsarrangement bieden en voor welke leerlingen kan de school dit (nog) niet. Dit vereist een aanscherping en/of uitbreiding van ons zorgplan/ zorgprofiel. Het landelijk beleid is er op gericht meer leerlingen die aangewezen zijn op extra zorg deze zorg te bieden in het reguliere onderwijs. Passend Onderwijs vraagt van de teamleden dan ook een verdere professionalisering zowel in deskundigheid als in vaardigheden.

10.7 Begeleiding naar het voortgezet onderwijs Wanneer het kind in een schoolverlatergroep zit, wordt aan het begin van het schooljaar tijdens de groepsouderavond uitgelegd welke onderzoeken en welke stappen genomen moeten worden om tot aanmelding bij de volgende school te komen. Tijdens de contactavond worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek met de groepsleerkracht. In dit gesprek wordt een advies gegeven voor het beste vervolgonderwijs. De leerkracht houdt in het advies rekening met de volgende punten: - de vorderingen - de capaciteiten - de interesse en motivatie - het toelatingsbeleid van het vervolgonderwijs - de voorkeur van ouders en kind Ook is er een informatieavond voor alle ouders van schoolverlaters. Op deze avond wordt geeft het voortgezet onderwijs informatie over hun school en de toelating.


30

De ouders beslissen op basis van het schooladvies van Wim Monnereau-school op welke school voor vervolgonderwijs hun kind aangemeld wordt. De leerkracht zal de ouders helpen bij het invullen van de inschrijfformulieren en de verdere aanmeldingsprocedure. 10.8 Lesroosters De verdeling van uren ten aanzien van de vak- en vormingsgebieden leest u in bijlage 1. 10.9 Management van secundaire processen De directie maakt een jaarkalender waarin de interne en externe communicatiestructuur alsmede de 1zorgroute geborgd is. In dit document staan onder meer de volgende soorten overleg: 

Margedagen voor het team, waarin het gehele team met scholing bezig is (studiedagen)



Zorgteamvergaderingen voor leerlingenbesprekingen



Overleg directie en interne begeleiders



Groepsbesprekingen o.l.v. de interne begeleider



Bouwvergaderingen voor huishoudelijke zaken



Plenaire teamvergaderingen



Vergaderingen medezeggenschapsraad



Nieuwsbrieven ouders



Schoolkrant



Bijeenkomsten permanente commissie leerlingenzorg



Directievergaderingen extern



Werkgroepen ouders in de school


31

11.0 Beleidsvoornemens

Onze ambitie voor de komende vier schooljaren: Wij veronderstellen dat wij in 2015 wellicht onderdeel zijn van een expertisecentrum met lesplaatsen voor leerlingen in de onderwijsvoorziening in de regio Veendam. De Wim Monnereau- school zal in dit expertisecentrum gaan samenwerken met de Margaretha Hardenbergschool

6

en het Medisch Kleuter Dagverblijf (MKD) van stichting Elker.7

Wij nemen ons voor om een observatiegroep te ontwikkelen op onze school voor kleuters die nog niet toe zijn aan de instroom in het regulier onderwijs en meer tijd nodig hebben om te rijpen. Hiervoor hebben wij contact met de gemeente, Medisch Kinderdagverblijf en de Margaretha Hardenbergschool. De Wim Monnereau-school stemt af op het nieuw te vormen Samenwerkingsverband en wisselt expertise uit ten behoeve van de reguliere basisscholen. De belangrijkste voorwaarde om onze ambitie te realiseren is de steun en facilitering in menskracht, middelen en werkvisie van de betrokken besturen. Onze voornemens voor de komende jaren in dit kader zijn : 

Het (verder) ontwikkelen/opstellen van een onderwijszorgprofiel;



Verdere professionalisering van de interne begeleider en leerkrachten zowel wat betreft het bevorderen van de deskundigheid als ten aanzien van het vergroten van vaardigheden. Deze kennis en vaardigheden hebben betrekking op instructie, begeleiden en coachen.

Ons beleid voor de komende vier schooljaren: 

Verder implementeren van het model Interactieve Gedifferentieerde Directe Instructie dat wij reeds hebben ingezet;



Aanschaf en Implementatie van nieuwe methoden voor aanvankelijk en voortgezet technisch lezen en beredeneerd aanbod 4-7 jarigen die voldoen aan de referentieniveaus voor taal en rekenen;



Versterken van de systematiek binnen de zorg en borgen in de zorgjaarkalender.

Onze werkwijze en instrumenten waarlangs wij onze ambitie en beleid ontwikkelen: Om de school verder te ontwikkelen richten wij ons de komende jaren op de uitwerking van de volgende zaken: 

Het werken volgens de professionele werkcultuur;



Het inrichten van ons curriculum en expertise ten aanzien van jonge risicoleerlingen 4-7 jaar;



Van het team een professionele leergemeenschap maken, waarin leren van elkaar centraal staat en waarin iedereen op zijn eigen niveau leiderschap ontwikkelt;



Het implementeren van het in het schooljaar 2010-2011 ontwikkelde schooljaarplan;



Het invoeren van bekwaamheidsdossier en persoonlijk ontwikkelingsplan voor elk personeelslid;



Het opzetten van een adequaat communicatieplan.

Instrumenten kwaliteitszorg voor directie, interne begeleiders en leerkrachten Instrument

2011-2012

2012-2013

2013-2014

2014-2015

Wie

Onderdeel Schoolplan

6 7

augustus

directie

Margaretha Hardenbergschool, zml -onderwijs Veendam Elker Jeugd- en opvoedhulp Medisch Kleuter Dagverblijf Veendam Schoolplan 2011/2015 Wim Monnereau- school voor speciaal basisonderwijs

32

Schoolgids

augustus

augustus

augustus

augustus

directie

Schooljaarverslag

oktober

oktober

oktober

oktober

directie

Handleiding kwaliteitszorg

Hele jaar

Hele jaar

Hele jaar

Hele jaar

directie

CITO +analyses

Jan./juni

Jan./juni

Jan./juni

Jan./juni

Leerkrachten/interne begeleiders

Scoll + analyses

Nov./mei

Nov./mei

Nov./mei

Nov./mei


Methodegebonden toetsen +

Hele jaar

Hele jaar

Hele jaar

Hele jaar

analyses


Groepsplannen

Lesbezoeken

September

September

September

September

November

November

November

November

Februari

Februari

Februari

Februari

April

April

April

April

maart

maart

maart

maart

Leerkrachten

Interne begeleiders/directeur

Collegiale visitatie a.d.h.v.

november

november

november

november

Leerkrachten

kijkwijzer Enquêtes/tevredenheidspeilingen Rapportbesprekingen/

april Januari/juni

Januari/juni

Januari/juni

Directie Januari/juni

contactavonden Lesrooster actualiseren Huisbezoeken

specialisten Juni/juli Voor januari

Sociale veiligheidsplan Scholingsplan

Leerkrachten en

Juni/juli

Juni/juli

Juni/juli

Leerkrachten

Voor

Voor

Voor

Leerkrachten

januari

januari

januari

juni juni

juni

juni

juni

Directie

juni

Directie

Bijlage 1. Verdeling uren over vak- en vormingsgebieden


33

Wim Monnereau- school speciaal basisonderwijs Veendam

Recommend Documents