Gemeente Heerenveen Afdeling Wimo/Afdeling Samenleving Juli 2012 Klara Booij/Marijke van Dun/Wike Swart
Inhoud 1.
Aanleiding ................................................................................................... 3
2.
Huidige situatie ............................................................................................ 4
3.
Gewenste situatie en te bereiken doelen ......................................................... 5 1.
Inleiding................................................................................................... 5
2.
Preventie, curatie en nazorg vanuit de afdeling Wimo .................................... 5
3.
Preventie , curatie en nazorg vanuit de afdeling Samenleving ......................... 7
4.
Hoe de gewenste situatie en beleidsdoelen te realiseren? .................................. 9
5.
Prestatie indicatoren ....................................................................................11
6.
Financiën....................................................................................................14
7.
Planning .....................................................................................................16
Bijlage1. Formatiecalculatie.................................................................................17 Bijlage 2. Beleidsuitgangspunten uit het beleidsplan „Meer grip op schuldhulpverlening‟ ..........18
Bijlage 3. Stroomschema‟s uitvoering Wimo ..........................................................19 Bijlage 5. Maatschappelijk rendement ..................................................................21
2
1.
Aanleiding
Het voorliggende uitvoeringsplan is een co-productie van de afdeling WIMO en de afdeling Samenleving. De aanleiding voor het voorliggende uitvoeringsplan schuldhulpverlening is drieledig: 1. Beleidsplan “Meer grip op de schuldhulpverlening” In mei 2012 heeft de gemeenteraad van Heerenveen het beleidsplan “Meer grip op schuldhulpverlening” 2012-2016 vastgesteld. In dit beleidsplan voor de komende jaren zijn een zestal beleidsuitgangspunten geformuleerd. Deze punten die in bijlage 2 zijn opgenomen en de nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening vormen het kader van het voorliggende uitvoeringplan. De centrale doelstelling in het beleidsplan is als volgt: 1. Hanteerbare schulden voor mensen met (problematische) schulden via een integrale aanpak. 2. Het voorkomen dat Heerenveense burgers (opnieuw) in problematische schulden raken Deze doelstelling is uitgewerkt in een zestal beleidsuitgangspunten. De beleidsuitgangspunten vormen de basis voor dit uitvoeringsplan. De kern van de beleidsuitgangspunten: -
Investeren in curatie, preventie en nazorg Selectief aanbieden van schuldhulpverlening Inzet van nieuwe instrumenten Korte wachttijden De gemeente voert de regie Maatwerk, waarin de klant centraal staat
2. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Deze nieuwe wet verplicht gemeenten om burgers te ondersteunen wanneer ze schulden hebben. De Algemene Wet Bestuursrecht is hierdoor van toepassing. De gemeente moet aanvragen in behandeling nemen en vervolgens besluiten daarop nemen in de vorm van een voor bezwaar vatbare beslissing. In de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening wordt schuldhulpverlening gedefinieerd als: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg. Dat betekent dat gemeentelijke schuldhulpverlening gericht is op het aflossen van schulden en de nazorg. Dit is verder uitgewerkt in beleidsuitgangspunt 2 van het beleidsplan, het selectief aanbieden van schuldhulpverlening. 3. Ombuigingstaakstelling De afgelopen jaren is het budget voor schuldhulpverlening fors overschreden. In het verleden konden schuldhulpverleningstrajecten deels nog betaald worden uit het reintegratiebudget, onderdeel van het participatiebudget. Door de forse kortingen van het rijk op dit budget is daarvoor sinds 2011 geen ruimte meer. Er ligt een taakstelling om de uitgaven te beperken tot € 300.000. In de paragraaf Financiën wordt hierop nader ingegaan.
3
2.
Huidige situatie
De gemeente biedt op dit moment schuldhulpverlening aan iedere burger die daarom vraagt. In het verleden was dit nog voorbehouden aan mensen met een laag inkomen, maar sinds 2005 is dit niet meer het geval. De gemeente had tot voor kort geen plicht om schuldhulpverlening aan te bieden, maar voerde (kort gezegd) als beleid dat burgers met schulden geholpen worden. De schuldhulpverlening wordt uitgevoerd door PLANgroep, een werkmaatschappij van Conclusion. PLANgroep is in 2007 gecontracteerd via een aanbesteding. Budgethouder is de afdeling WIMO. De werkzaamheden van PLANgroep bestaan uit:
Intake Stabilisatie Schuldbemiddeling (het „minnelijk traject‟) (Preventief) budgetbeheer Budgetbegeleiding Afgeven van WSNP-verklaringen Crisisinterventie bij huisuitzettingen of afsluiten energie Deelname aan Sociaal Team
Het contract met PLANgroep liep tot 1-1-2012. In afwachting van de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is het contract verlengd tot 1-1-2013. In de looptijd van het (oorspronkelijke) contract is de vraag naar schuldhulpverlening sterk gestegen, wat mede een oorzaak is van de stijging van de kosten. In het beleidsplan “Meer grip op schuldhulpverlening” is een evaluatie opgenomen. De conclusie is dat er een verbetering mogelijk is door de uitvoering slimmer te organiseren, de instroom te beperken en scherpe en doordachte keuzes te maken.
4
3.
Gewenste situatie en te bereiken doelen
1. Inleiding. Het uitvoeringsplan gaat er van uit dat de uitvoering van de gemeentelijke schuldhulpverlening door de gemeente zelf gedaan wordt. De uitvoering van schuldhulpverlening is een zaak van Wimo en Samenleving samen, ieder vanuit de eigen rol. Uitvoering in eigen beheer geeft een veel grotere mogelijkheid tot het voeren van regie en op het sturen van de uitvoering. De risico‟s van uitbesteding zijn het verlies van regie, onvoldoende zicht op de oorzaken van uitval en geen greep hebben op de kosten van de uitvoering, met name als het gaat om efficiency en effectiviteit. Zelf uitvoeren past ook bij de nieuwe werkwijze waarin integraal werken, vraaggericht en maatwerk centraal staan. Het nadeel van eigen uitvoering is dat dit niet binnen de bestaande formatie van de afdeling Wimo kan gebeuren en de gemeente dus mogelijk mensen moet aannemen. Daarbij geldt dat de formatie-uitbreiding binnen het budget schuldhulpverlening opgevangen wordt. De uitvoering door de afdeling Samenleving bestaat uit het opzetten van preventie gemeentebreed, het organiseren van de inzet van vrijwilligers, het organiseren van flankerende hulpverlening in het kader van de schuldhulpverlening door gesubsidieerde of andere partners en het maken van afspraken met betrokken organisaties. De uitvoering van de afdeling Wimo bestaat uit schuldhulpverlening en preventie op individueel klantniveau. Een uitzondering hierop is het budgetbeheer. De uitvoering daarvan dient te voldoen aan de voorschriften van de NVVK (brancheorganisatie voor professionele schuldhulpverlening én sociale kredietverlening in Nederland). Op dit moment kan de gemeente daar zelf niet aan voldoen. Het uitvoeren van budgetbeheer zonder te voldoen aan het lidmaatschap van de NVVK heeft te veel risico‟s voor de gemeente en voor degene wiens budget beheerd wordt. Dit leidt er toe dat budgetbeheer uitbesteed moet worden aan een organisatie die wel aan de eisen van de NVVK voldoet. Heerenveen biedt schuldhulp aan burgers die gemotiveerd zijn om iets aan hun situatie te veranderen, die zich aan afspraken houden en bij wie de schuldsituatie is op te lossen met schuldhulpverlening. Preventie, curatie en nazorg zijn belangrijke onderdelen. De aanpak van de schulden maakt onderdeel uit van een integrale aanpak. Preventie Het doel van preventie is het voorkomen van het ontstaan van problematische schulden van alleenstaanden en gezinnen en de hieruit voortvloeiende maatschappelijke kosten. Curatie Het doel van curatie is burgers met (problematische) schulden een oplossing te bieden die gericht is op het aflossen van schulden (de minnelijke schuldregeling). De oplossing wordt geboden door professionele schuldhulpverleners die zorgen voor een integrale aanpak zo nodig in samenwerking met andere hulpverlening. Nazorg Het doel van de nazorg schuldhulpverleningstraject.
is
het
voorkomen
van
terugval
2. Preventie, curatie en nazorg vanuit de afdeling Wimo a. Preventie
5
na
afloop
van
het
Individuele inwoners zijn in dit verband de mensen met wie de gemeente in contact komt doordat ze een uitkering aanvragen of ontvangen, of als ze een Wmo-voorziening nodig hebben. Wanneer de afdeling Wimo vroegtijdig financiële problemen signaleert en oplost samen met de burger, is daarmee winst te behalen. Preventie wordt een integraal onderdeel van de contacten die de afdeling Wimo heeft met burgers vanuit de Wmo en de huidige WWB. Curatie De afdeling Wimo verleent schuldhulpverlening op aanvraag van burgers. Wimo is gemandateerd namens het college een aanvraag toe te kennen of af te wijzen. Beoordeling van de aanvraag gebeurt op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, (nog op te stellen) beleidsregels en de onderstaande klantprofielen. Klantprofielen Regelbare schuldenaar
Onregelbare schuldenaar
Regelbaar schuldenpakket
Schuldsituatie lossen met verlening
is op te schuldhulp-
Mogelijkheden hangen af van individueel dossier: soms stabiliseren, soms geen oplossing
Onregelbaar schuldenpakket
Schuldhulpsituatie is alleen te stabiliseren
Gemeente kan niets of nauwelijks iets doen; deze groep blijft wel in beeld door monitoring
Bij schuldhulpverlening zal de focus vooral liggen op de inwoners met een klantprofiel van regelbare schuldenaar met een schuldsituatie die is op te lossen met schuldhulpverlening of is te stabiliseren. De werkwijze is in stroomschema‟s gevat, die als bijlage bij gevoegd zijn. Wanneer de conclusie is dat schuldhulpverlening niet mogelijk is, wordt de schuldenaar doorverwezen of overgedragen naar passende hulpverlening zoals het Algemeen Maatschappelijk Werk, GGZ of Verslavingszorg Noord Nederland. De gemeente zal bij afwijzing in ieder geval zo mogelijk de financiële situatie stabiliseren. De gemeente is niet verantwoordelijk voor verdere hulpverlening aan deze schuldenaren, maar zal zich er voor inspannen dat deze verantwoordelijkheid door de daarvoor bedoelde organisatie(s) opgepakt wordt, binnen de afspraken die daarover door de afdeling Samenleving zijn gemaakt. Gedurende de looptijd van het plan van aanpak kan de klantmanager schuldhulpverlening gebruik maken van vrijwillige schuldhulpmaatjes. Zij worden ingezet tijdens de inventarisatiefase (ordenen van de administratie bijvoorbeeld) en tijdens het schuldbemiddelingstraject. De schuldhulpmaatjes nemen dan de individuele begeleiding op zich, zoals het bevorderen dat de klant gemotiveerd blijft. Bij multi-problem gezinnen en onregelbare schuldenaren wordt in principe geen vrijwilliger ingezet, maar vindt begeleiding mede in samenspraak en samenwerking plaats door (reeds aanwezige) hulpverlening en de klantmanager schuldhulpverlener. Crisisinterventie is onderdeel van de curatie en zal niet op zichzelf staan. In geval van crisisinterventie wordt nauw samengewerkt en afgestemd met het Sociaal Team. Budgetbeheer de gemeente Uiteindelijk is moet een
in het kader van schuldhulpverlening is altijd tijdelijk. Budgetbeheer door is geen structurele oplossing voor gezinnen die dit zelf niet kunnen. het doel dat burgers zelfredzaam worden. Is daar geen uitzicht op, dan structurele oplossing in de professionele hulpverlening, een
6
beschermingsbewind of curatele gezocht worden, waarbij de gemeente een verwijzende rol heeft. Budgetbegeleiding kan onderdeel van het schuldhulpverleningstraject zijn en zal vooral door inzet van vrijwilligers plaatsvinden. Preventieve budgetbegeleiding en preventief budgetbeheer past niet in de gemeentelijke schuldhulpverlening. Het is onderdeel van de preventie die door vrijwilligersorganisaties, als de Barones en Humanitas wordt ondersteund. De afdeling Samenleving overlegt en maakt afspraken met betrokken organisaties over hun inzet. b. Nazorg Wanneer de curatie is afgerond, is nazorg een belangrijk onderdeel. Ook hierbij bepaalt de gemeente welke nazorg nodig is en welke instrumenten daarvoor gebruikt worden. Bij nazorg kan de klantmanager eveneens gebruik maken van vrijwilligers. 3. Preventie , curatie en nazorg vanuit de afdeling Samenleving De afdeling Samenleving maakt afspraken met (gesubsidieerde) partners over hun rol bij preventie, curatie en nazorg. Preventie/curatie Schuldpreventie is een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die erop gericht zijn dat mensen financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij hun financiën op orde houden. Dit in het belang van de burgers maar ook om de toename van schuldhulpverlening te beperken en zo de kosten te beheersen. We gaan inzetten op: 1. Schuldhulpmaatjes De geschoolde schuldhulpmaatjes worden lokaal gecoördineerd, inclusief werving, scholing en intervisie, door het Vrijwilligersservicepunt (VSP). (De werving, scholing, intervisie en helpdesk is voorlopig belegd bij Solidair Friesland) a. Voor preventie en bij nazorg worden de geschoolde Schuldhulpmaatjes toegevoegd aan de vrijwilligersorganisaties (o.a. aan een aantal deelnemende organisaties van de regiegroep armoedebeleid). Zij vallen onder de dagelijkse aansturing van de desbetreffende vrijwilligersorganisatie. De centrale coördinatie van de schuldhulpmaatjes is belegd bij het Vrijwilligerssteunpunt, onderdeel van Caleidoscoop. b. De schuldhulpmaatjes worden ingezet als onderdeel van de schuldhulpverlening bij niet te zware problemen (regelbare schuldenaren met regelbare schulden). 2. De uitwerking van een preventieplan voor de integrale schuldhulpverlening. Het preventieplan bestaat uit een combinatie van preventieactiviteiten. De inzet van het te kiezen instrument is afhankelijk van de vraag of er veel mensen zijn die al (problematische) schulden hebben of dat we ons richten op mensen die het risico lopen op schulden. Het antwoord op die vraag bepaald welk type preventie ingezet wordt. Uit de evaluatie en het vervolg komt naar voren dat jongeren een belangrijke doelgroep zijn voor een preventieve aanpak. Vooral jongeren die starten met zelfstandig wonen lopen groot risico om in de financiële problemen te raken. Voor het ontwikkelen van een plan moeten een aantal stappen worden gezet: Stap 1: Keuze maken wat we beogen met preventie, welke maatschappelijke effecten willen we bereiken? Stap 2: Uitzoeken uit landelijke gegevens waar gemiddeld de meeste schulden zijn. Welk soort schulden scoren hoog bij welke doelgroepen en life events? Welke accenten liggen er lokaal ?
7
Stap 3: Informatie inwinnen partners, binnen de gemeente (afdeling Wimo en afdeling samenleving), Scholen, Woningcorporaties, Algemeen maatschappelijk werk/Omtinkers, gezinscoaches, CJG, deelnemers van de Regiegroep armoede en Sociaal Team. Stap 4: Analyse van de lokale behoefte. Stap 5: Selectie maken waarop we bij het preventie willen inzetten 1. Welke doelgroepen en bij welke social events 2. Brede preventie versus selectieve preventie (bijvoorbeeld recidive voorkomen) 1. Gericht op de hele populatie, deelverzameling of op individuen 2. Preventieprogramma‟s gericht op gedragsverandering 3. Kiezen voor de lange adem. Het plan kan ontwikkeld worden door een HBO student, sociaal juridische dienstverlening. De afdeling samenleving heeft hiervoor de verantwoordelijkheid (en biedt begeleiding). 3. Contractafspraken met professionele en vrijwillige ketenpartners We willen gaan werken vanuit het principe één gezin één plan. Afhankelijk van de instelling (professionals of vrijwilligers) worden afspraken gemaakt over de soort inzet. Deze kan bestaan uit preventie/ vroegsignalering, advies, verwijzing, motivering, praktische hulp of ondersteuning of coachen. We brengen eerst in beeld welke afspraken er al gemaakt zijn en wie wat al doet. Als dit beeld compleet is kan bepaald worden wat noodzakelijk is om de doelen in het plan van aanpak te bereiken. De te maken afspraken sluiten aan bij de nieuwe afspraken en werkwijze van het Sociaal Team. Er zijn verschillende stappen te onderscheiden. Stap 1: De afdeling Samenleving (beleid en regie) maakt samenwerkingsafspraken met de coördinator van het Sociaal team. Stap 2: De afdeling Samenleving/regie maakt afspraken met alle instellingen 1 die hierbij betrokken zijn. De accounthouders van de specifieke instellingen zorgen ervoor dat er heldere afspraken worden gemaakt met die instellingen waarover zij regie voeren. Stap 3 : De afdeling Wimo maakt afspraken op klantniveau met instellingen die gekoppeld zijn aan het schuldhulpverleningstraject of nazorg. Nazorg Het nazorgplan zal in 2013 ontwikkeld worden en heeft dezelfde kenmerken en opbouw als het preventieplan. De organisatie en instrumenten voor nazorg worden in nauw overleg ontwikkeld met de afdeling Wimo en met organisaties als de Barones, Humanitas, Stichting Aanzet etcetera.
1
(voortgezet) onderwijs, jongerenwerk, woningcorporaties, energiebedrijven, GGZ, CJG, Maatschappelijk werk Fryslân, Thuishulporganisaties, VNN, Omtinkers, MEE, GKB, Sociaal team, Humanitas, De Barones, Stichting Aanzet, Raad van Kerken, Turkse moskee, Islamitische vereniging, Voedselbank, Stichting Houvast, Leergeld, Cosbo, Vluchtelingenwerk, Bureau sociaal raadslieden, 8
4.
Hoe de gewenste situatie en beleidsdoelen te realiseren?
Voor het realiseren van de gewenste situatie en de beleidsdoelen is een stevige regie door de gemeente noodzakelijk zowel op klant- als op de organisaties. Een deel van de budgettaakstelling moet bereikt worden door de poortwachterfunctie van de gemeente maar ook door onder andere de inzet van schuldhulpmaatjes en de betrokken vrijwilligersorganisaties. Zij signaleren vroegtijdig bij dreigende schuldenproblematiek bij inwoners. De regie en uitvoering op klantniveau ligt zoals gezegd bij de dienst P&V/afdeling Wimo. Concreet bestaat dit uit: Preventie Alle medewerkers van de afdeling zijn alert op dreigende financiële problemen bij uitkeringsontvangers of anderen met wie de afdeling in contact komt. Bij constatering van dreigende financiële problemen, maakt de klantmanager of Wmoklantmanager direct afspraken met de betreffende persoon. Zo mogelijk treft de klantmanager samen met de burger een snelle regeling, indien nodig door vaste lasten of aflossingen tijdelijk rechtstreeks van de uitkering door te betalen. De gemeente kan met toepassing van artikel 57 WWB mensen met uitkering verplichten er aan mee te werken dat hun vaste lasten rechtstreeks van de uitkering doorbetaald worden. Dit kan als er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de betreffende persoon (tijdelijk) niet in staat is zijn bestaansmiddelen verantwoord te besteden. Dit maakt dat onregelbare schuldenaren met een uitkering in ieder geval onderdak blijven houden en hun situatie gestabiliseerd kan worden. Curatie - Invullen van de poortfunctie, de beoordeling wie volgens objectieve criteria wel of niet voor schuldhulpverlening in aanmerking komt. - Opstellen van het plan van aanpak en het afgeven van de beschikking. - Realiseren van het plan van aanpak, met inzet van de benodigde instrumenten Nazorg - Het organiseren van de nazorg op klantniveau De afdeling Samenleving maakt onder meer afspraken met het Vrijwilligersservicepunt (VSP) van Caleidoscoop over de inzet van schuldhulpmaatjes. De Schuldhulpmaatjes zijn vrijwilligers die opgeleid zijn om mensen te begeleiden tijdens schuldhulpverlening. In de volgende tabel staat een overzicht van de meest voor de hand liggende taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen vrijwilligers en professionals.
9
Professionals
Vrijwilligers
Intake fase Uitvoeren intake Bepalen plan van aanpak
Ordenen beschikbare papieren Opvragen ontbrekende papieren ( bankafschriften, kopieën contracten etc)
Ondersteunen van de schuldenaar bij het rondkomen van het beschikbare leefgeld of het vastgestelde budget „Dagelijkse‟ begeleiding en ondersteuning
Stabiliseren
Bepalen leefgeld Aanschrijven crediteuren dat traject stabilisatie wordt ingezet (al dan niet in samenhang met budgetbeheer)
Schuldregelen
Inventariseren hoogte totale schuld Uitwerken voorstel schuldregeling conform NVVK gedragscode Crediteuren verzoeken om medewerking
Ondersteuning bieden om actuele stukken aan te leveren (waar mogelijk inclusief actuele saldi) Ondersteunen van de schuldenaar bij het rondkomen van het beschikbare leefgeld of het vastgestelde budget „Dagelijkse‟ begeleiding en ondersteuning
Nazorg
Antwoord geven op vragen
Voor zover nodig ondersteuning rond te komen van het beschikbare inkomen en te budgetteren opdat er een buffer wordt opgebouwd en jaarlijkse lasten zoals verzekeringen voldaan kunnen worden.
Dit betekent dat er zowel op klantniveau (welke vrijwillige inzet past bij het te bereiken resultaat, en de inzet van de vrijwilliger is zoals afgesproken) als op organisatieniveau (organiseren en faciliteren van de vrijwillige inzet) een duidelijk rol voor de gemeente is weggelegd.
10
5.
Prestatie indicatoren
In samenspraak tussen de afdeling Wimo en de afdeling Samenleving zijn prestatieindicatoren opgenomen in het uitvoeringsplan. Omdat de toeloop op de schuldhulpverlening niet goed voorspelbaar is, kunnen we geen absolute cijfers geven. Wij moeten uitgaan van de cijfers zoals die door Plangroep geleverd worden. De opzet van de nieuwe schuldhulpverlening is echter anders dan de uitvoering door Plangroep. In de nieuwe opzet zullen wij waarschijnlijk minder mensen toelaten doordat wij nu een wettelijke uitsluitinggrond hebben en doordat wij gaan werken met klantprofielen. Daardoor zetten wij uiteindelijk minder schuldhulpverlening in. De trajecten schuldhulpverlening die wij wel aangaan, hebben daarom een grotere kans van slagen. Kanttekening bij de doelen is dat de uitvoering op deze manier gebaseerd is op nieuw beleid. Ook het zelf uitvoeren van de schuldhulpverlening is nieuw voor de gemeente. De doelen zijn daarom ook deels gebaseerd op aannames. Wanneer de toeloop groter is dan geraamd of wanneer de inzet van vrijwilligers minder goed verloopt dan wij verwachten, heeft dit gevolgen voor de te bereiken doelen. Op basis van de bestaande cijfers komen wij tot de volgende verwachtingen en prestatieafspraken:
11
Prestatie indicatoren afdeling Wimo Product
Aantal per jaar
Toelichting
Doelstelling
Aanmeldingen
300
Personen die zich melden bij de afdeling WIMO met een vraag naar schuldhulpverlening
Inventarisatiegesprekken
250
Personen met wie na de eerste aanmelding vervolggesprekken worden gevoerd
Schuldhulpverlening Stabilisatie Minnelijk traject Beperkt budgetbeheer Schuldhulpverlening Stabilisatie Schuldaflossing
150
Personen die toegelaten zijn tot de schuldhulpverlening, in de vorm van een minnelijk traject
De in het beleidsplan genoemde wachttijden worden in 95% van de aanmeldingen gehaald. Na het eerste gesprek is duidelijk De globale schuldensituatie De noodzaak voor crisisinterventie De aanwezigheid van uitsluitingsgronden Aanwezigheid van onregelbare schulden Verder te nemen stappen Na de inventarisatiegesprekken is in alle gevallen binnen uiterlijk 3 maanden duidelijk: Het klantprofiel Toekenning of afwijzing van de aanvraag Het te bereiken resultaat Na 1 jaar is de uitval niet hoger dan 20%; 80% van de in gang gezette schuldhulpverlening wordt afgesloten met het bereikte doel
50
Stabilisatie voor ‘nietklanten’
50
Crisisinterventie door klantmanager
20
Personen die toegelaten zijn tot schuldhulpverlening, in de vorm van volledige aflossing binnen 1 jaar Het aantal personen dat afgewezen wordt op grond van het klantprofiel of een uitsluitingsgrond, maar bij wie stabilisatie noodzakelijk is voor de volgende stap Personen bij wie ingrijpen noodzakelijk wordt geacht
Nazorg
150
WSNP-verklaring
10
Informatie – en advies
?
Aantal personen voor wie na afloop van het afgeronde shv-traject nazorg geleverd wordt Aantal personen bij wie het minnelijk traject niet mogelijk is Aantal personen dat algemene informatie over shv vraagt
12
80% van de trajecten wordt afgesloten met het te bereiken resultaat
Stabilisatie duurt niet langer dan 3 maanden, waarna overdracht naar hulpverlening, of eventueel bij uitkeringsontvangers voortzetten met verplichte doorbetaling van vaste lasten Crisisinterventie, binnen 24 uur, leidt in 80 % van de gevallen tot het treffen van een regeling waardoor de crisis wordt afgewend. Nazorg duurt maximaal 12 maanden Na afloop van de nazorg is bij 80% geen sprake van terugval binnen 2 jaar
Prestatie-indicatoren afdeling Samenleving Product
Wie
Wanneer
Realisatie van het schuldhulpmaatjespro ject
Regie en beleid
Juni/juli 2012
Regie
Ontwikkelen, vaststellen en organiseren: september – maart 2013
Afspraken met de Caleidoscoop/VSP Afspraken met de Regiegroep armoede
Preventieplan
Uitvoering: april 2013 Contractafspraken met:
professionele instellingen, als AMW Fryslan en Caleidoscoop vrijwillige ketenpartners
Afdeling samenleving
Voorbereiding 3e kwartaal 2012
(gemeenschappelijk)
Invoering 1e kwartaal 2013
Regie bij 1 accounthouder
13
6.
Financiën
In de afgelopen jaren is in de gemeentebegroting een budget opgenomen van € 150.000. Er is sprake van een structurele overschrijding van het budget de afgelopen jaren. In de V&P-nota 2012 is hierop een toelichting gegeven. Gezien de toeloop op de schuldhulpverlening zal het beschikbare budget ook voor 2012 en de jaren daarna niet toereikend zijn. Er is bovendien sprake van een open einderegeling. Burgers kunnen een beroep doen op de gemeente op grond van een wet. Beperking van de toelating op grond van gebrek aan budget is niet aan de orde. Om de gestelde doelen te bereiken is een bepaalde formatie nodig. De integrale aanpak vraagt om de inzet van een professional op het niveau van de klantmanager, zoals die bij Wimo aanwezig zijn op het gebied van re-integratie van uitkeringsontvangers en de Wmo. De klantmanager Schuldhulpverlening moet niet alleen zicht hebben op de technische kant van de aanpak van de oorzaak van de problemen. Ook de gedragskant, het motiveren van mensen, het opsporen van de werkelijke oorzaak van het hebben van schulden en hiermee aan de slag gaan is belangrijk voor een schuldenvrije toekomst. Ook de poortwachterfunctie van deze professional, het goed kunnen beoordelen welk klantprofiel van toepassing is, is cruciaal om de kosten binnen de perken te houden. Naast het werk van de klantmanager is er sprake van aanzienlijke en tijdrovende administratieve activiteiten, zoals het aanschrijven van schuldeisers en inventariseren van schulden. Dit is werk op het niveau van administratieve ondersteuning. Naast de bovengenoemde functie is er sprake van de inzet van kwaliteitsmedewerkers en management. Het onderdeel preventie zorgt voor enige uitbreiding van de functies klantmanager (Wmo) en inkomensconsulent. De uitbreiding kan in de bestaande formatie opgevangen worden. Het doorbetalen van vaste lasten via de uitkering levert meer administratieve lasten op. Met gebruik van het formatiecalculatie model van Stimulansz is een opzet gemaakt van de kosten van de uitvoering. Dit model is enigszins aangepast omdat de inzet van vrijwilligers er niet in voorkomt.
14
Kosten uitvoering schuldhulpverlening Klantmanager shv Administratieve ondersteuning
Eenmalig
Jaarlijks
2 fte
€ 150.000
0,5 fte
€ 25.000
Kwaliteitsmedewerker, management
Bestaande formatie
Regisseur
Bestaande formatie
Kosten faciliteren vrijwilligers
€ 10.000
Inkoop budgetbeheer (schatting)
€ 85.000
Software registratie (schatting)
Oplopend tot
€ 50.000
€ 55.000
Vrijwilligers Service Punt
Bestaande subsidie
Opleiding klantmanagers
pm
Totaal
€ 300.000
Frictiekosten Afronding PLANgroep
€ 200.000
e
Extra begeleiding 1 jaar
€ 35.000
Totaal
€ 235.000
De nieuwe uitvoering start per 1 januari 2013. De dan nog lopende schuldhulpverleningstrajecten worden door de Plangroep afgerond met een nader af te spreken maximale duur. Daarnaast zal in het eerste jaar van de uitvoering extra begeleiding noodzakelijk zijn. Hierdoor ontstaan frictie-kosten. Het benodigde budget voor schuldhulpverlening zal naar verwachting structureel € 300.000 per jaar bedragen. Dit budget is reeds in de meerjarenbegroting geraamd. Wanneer er meer aanvragen toegekend worden, is dit budget niet toereikend. Wij zullen dit via een kwartaalcyclus gaan monitoren. We gaan kwaliteit en analyse vragen om ons te adviseren bij het opstellen van een goede kwartaalmonitor. Landelijk is er een trend dat steeds meer mensen te maken krijgen met problematische schulden en een beroep doen op schuldhulpverlening. Tot slot van deze paragraaf wijzen wij er nog op dat door een tijdige en goede aanpak van schuldhulpverlening een aanzienlijke besparing van kosten kan opleveren. Inzicht hierin is opgenomen in bijlage 4 van dit uitvoeringsplan. Daar staat een overzicht van de cijfers van het rapport Schuldhulpverlening loont . Dit onderzoek naar de kosten en baten van schuldhulpverlening van Regioplan in samenwerking met de Hogeschool Utrecht is in juli 2011 gepubliceerd.
15
7.
Planning
In de onderstaande tabel is de planning weergegeven van de in het uitvoeringsplan genoemde onderdelen.
Wat
Wie
Wanneer
1.Overgangsafspraken maken de Plangroep over de periode 1 juli 2012- 1 januari 2013
Afdeling Wimo
Juni/juli 2012
2.Besluitvorming bouwteam en college
Afdeling Wimo
Augustus 2012
3.Overleg met Kwaliteit en analyse over monitoring van resultaten, inzet instrumenten en kosten
Afdeling Wimo en afdeling samenleving
Augustus 2012
3.Schuldhulpmaatjesproject
Afdeling Samenleving
Juni/juli 2012
4.Preventieplan
Afdeling Samenleving
Ontwikkelen, vaststellen en organiseren: september – maart 2013 Uitvoering: april 2013
5.Contractafspraken met professionele en vrijwillige ketenpartners
Afdeling Samenleving
Voorbereiding 3e kwartaal 2012 Invoering 2013
16
1e
kwartaal
Bijlage1. Formatiecalculatie
Het formatiecalculatie-model is geleverd door Stimulansz Landelijke referentienorm (gemiddelde van richtlijnen NVVK, Handreiking integrale Minuten per schuldhulpverlening klant per en platform jaar schuldhulpverlening) 45 43
Product Aanmelding Intake (incl. plan van 359 aanpak) Crisisinterventie 248
Aantal klanten per jaar 300
Uren jaar 225
419
250
1.496
1.375
1,09
per Productieve uren per jaar Formatie 1.375 0,16
248
10
41
1.375
0,03
Informatie en advies
40
232
30
20
1.375
0,01
Nazorg Beperkt klantmanagement Volledig klantmanagement Stabilisatie
137
137
150
343
1.375
0,25
300
300
100
500
1.375
0,36
500
500
50
417
1.375
0,30
0
750
0
0
1.375
0,00
Budgetbeheer
760
760
40
507
1.375
0,37
Schuldregeling
910
910
50
758
1.375
0,55
Betalingsregeling
200
-
0
0
1.376
0,00
WSNP verklaring
243
234
10
41
1.375
0,03
Totaal
0
0
0
0
0
3,16
17
Bijlage 2. Beleidsuitgangspunten uit het beleidsplan ‘Meer grip op schuldhulpverlening’
Beleidsuitgangspunt 1: Heerenveen investeert naast een curatieve aanpak ook in preventie en nazorg omdat dit beter is voor inwoners en voor de beheersing van de kosten. Beleidsuitgangspunt 2: Heerenveen biedt schuldhulpverlening selectief aan. Het kader en de klantprofielen vormen de basis. Gezinnen met minderjarige kinderen vormen hierop een uitzondering. Beleidsuitgangspunt 3: De inzet van de instrumenten wordt vernieuwd:
minder budgetbeheer
meer budgetbegeleiding
waar mogelijk wordt een eigen bijdrage gevraagd
waar mogelijk meer met gerichte ondersteuning van vrijwilligers/sociaal netwerk
Beleidsuitgangspunt 4:
De wachttijd bij een standaard schuldsituatie is twee weken.
De wachttijd in acute situaties is zo kort mogelijk maar maximaal 24 uur.
Beleidsuitgangspunt 5:
De gemeente voert de regie op de schuldhulpverlening
De ketenpartners werken samen op basis van een gemeenschappelijke doelstelling. Deze doelstelling wordt vastgelegd in een protocol waar iedere organisatie zich aan committeert.
Beleidsuitgangspunt 6: Aanbieden van maatwerk. Binnen de gestelde kaders staat de klant centraal.
18
Bijlage 3. Stroomschema’s uitvoering Wimo
19
20
Bijlage 4. Maatschappelijk rendement Schuldhulpverlening kan een bepalende rol spelen bij het voorkomen van maatschappelijke kosten. Uit onderzoek blijkt dat de grootste besparingen worden gerealiseerd door een kortere uitkeringsduur, met name bij de gemeentelijke sociale dienst. Door de inzet van schuldhulpverlening wordt hier per 100.000 inwoners circa 1,4 miljoen euro bespaard op WWB-uitkeringen en re-integratietrajecten. Een andere grote besparing is het voorkomen van huisuitzettingen van de schuldenaren, ongeveer 1,1 miljoen euro. Het gaat o.a. om kosten die woningcorporaties maken bij huisuitzettingen en kosten voor het organiseren van maatschappelijke opvang. Andere kostenbesparingen vinden plaats bij de verslavingszorg en de ggz.
Onderdelen
Kosten
1. Verkorting van de uitkeringsduur WWB met gemiddeld 4 maanden 2. Voorkomen kosten huisuitzetting
€ 4.600 per persoon
3. Voorkomen kosten bijzondere bijstand herhuisvesting 4. Voorkomen kosten maatschappelijk werk
€ 1.500 per aanvraag om herinrichting
5. Voorkomen kosten van de maatschappelijke opvang (dak- en thuislozen)
€ 43.100 (verblijf in 24uurs opvang per jaar)
6. Voorkomen kosten extra beroep op een uitkering bij relatiebreuken
€ 10.500 (uitkering alleenstaande ouder)
7. Voorkomen extra lasten gas/water/elektriciteit
€ 500 (afsluiting heraansluiting)
bij
21
afsluiting
€ 6.000 per huisuitzetting
€ 550 per persoon
+