Wijkbeeld Vleuten-De Meern

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling

Wijkbeeld Vleuten-De Meern

www.utrecht.nl

en de subwijken De Meern-Rijnenburg, Vleuten-Haarzuilens en Veldhuizen-Vleuterweide 2006-2010


2



Voorwoord Utrecht, februari 2006

Een belangrijke ambitie van het Utrechtse gemeentebestuur is het wijkgerichte werken van de gemeentelijke organisatie te versterken. Om dit voor ‘de sociale sector’ handen en voeten te kunnen geven, is het altijd handig als je weet waar je over praat. Er is veel nuttige informatie beschikbaar, die wij per wijk bij elkaar hebben gebracht in ‘wijkbeelden’. Die geven inzicht in hoe de wijk scoort op de terreinen van educatie (‘burgerschap’), vrije tijd (‘kwaliteit van leven’) en zorg (‘maatschappelijk evenwicht’) – zaken waar de DMO voor staat. Het gemeentebestuur gebruikt dit inzicht om prioriteiten te stellen in wanneer we wat waar en met wie doen. Maar daarnaast kan deze informatie nuttig zijn, ook voor anderen die willen investeren in de kwaliteit van de Utrechtse wijken. Daarom is van elke wijk een uitgewerkt wijkbeeld beschikbaar, waarvan er één nu voor u ligt. Als u wilt, dan helpen onze wijkaccountmanagers graag mee om dit wijkbeeld te vertalen in praktische acties die u met uw organisatie kunt ondernemen1.

Jan Lagendijk, Directeur Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO)

1

Neem hiervoor contact op met de wijkaccountmanager van wijkbureau Vleuten-De Meern


Samenvatting

De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Utrecht maakt van elke Utrechtse wijk een Wijkbeeld. Doel van een wijkbeeld is zicht te krijgen op de sociale status van de (sub)wijk(en) en vergelijking tussen de wijken. Op basis hiervan stelt de DMO haar Sociale Opgave voor de wijk voor de periode van 2006-2010 vast en kunnen prioriteiten gesteld worden voor de DMO-inspanningen en investeringen. In dit wijkbeeld staan gegevens over de gehele wijk Vleuten-De Meern en de subwijken De Meern-Rijnenburg, Vleuten-Haarzuilens en Veldhuizen-Vleuterweide.


Type wijk Vleuten–De Meern is een wijk met twee gezichten. Enerzijds bestaat de wijk uit de twee oude dorpskernen Vleuten en De Meern en de bijbehorende buitengebieden, inclusief de polder Rijnenburg en de kleine dorpskern Haarzuilens. Anderzijds is er het gedeelte dat onderdeel uitmaakt van de Vinex-locatie Leidsche Rijn met als wijken Veldhuizen en Vleuterweide. De komende jaren komen daar nog bij de Balije, de Woerd en Haarzich. De Sociale Structuur van Vleuten–De Meern scoort op dit moment op vrijwel alle DMO-kernambities boven gemiddeld, waarvan verschillende kernindicatoren behoren tot de besten van Utrecht. Alleen het percentage inwoners dat actief is in de buurt en de tevredenheid over culturele voorzieningen scoren onder gemiddeld. De enorme groei in en om de wijk heeft echter een grote impact op het sociale en maatschappelijke leven in de wijk. Alles verandert in een rap tempo en vraagt veel flexibiliteit van de inwoners en organisaties. De toekomstverwachting scoort gemiddeld laag in de wijk.

Sociale staat In Vleuten-De Meern wonen in totaliteit meer kinderen tot 12 jaar dan gemiddeld in de stad. Binnen de wijk zijn de verschillen echter behoorlijk groot. De subwijk Veldhuizen-Vleuterweide kent een relatief jongere bevolking, terwijl de andere twee subwijken juist meer ontgroend en vergrijsd zijn. De komende jaren veranderen deze verhoudingen heel snel. Over tien jaar zal het aandeel jongeren een kwart van de bevolking in dit gebied zijn. Preventief investeren is derhalve van groot belang. Kenmerkend voor Vleuten-De Meern is het aandeel gezinnen met kinderen, dat behoorlijk hoger is dan gemiddeld, het aandeel alleenstaanden is juist lager. Het aandeel koopwoningen is in alle subwijken relatief hoog, evenals de waarde van de woningen. De werkgelegenheid is ten opzichte van het stedelijk gemiddelde minder gunstig. Subwijk De Meern-Rijnenburg is hierin een uitzondering. Vleuten-De Meern scoort hoog op het gebied van burgerschap en maatschappelijke stabiliteit. Opvallend is de hoge opkomst bij de 2e kamer verkiezingen. De subwijk Veldhuizen-Vleuterweide scoort echter iets minder gunstig op Burgerschap, terwijl de subwijk De

Meern-Rijnenburg het meest gunstige scoort van de drie subwijken. Op het gebied van Veiligheid, Gezondheid en Sociale uitsluiting van kwetsbare groepen scoort de hele wijk beter dan gemiddeld. Alleen op het gebied van Kwaliteit van leven scoort Vleuten-De Meern onder gemiddeld. De tevredenheid over de culturele voorzieningen is lager dan gemiddeld. Het oordeel over de sportvoorzieningen is gemiddeld, terwijl de sportdeelname bovengemiddeld is. Het voorzieningenaanbod is over het algemeen voldoende tot goed te noemen. Er is best een aantal knelpunten te noemen, bijvoorbeeld ten aanzien van voorzieningen voor jongeren, ouderen en kwetsbare groepen. Met het oog op de ontwikkelingen in de komende jaren is dit een punt van aandacht. Op fact-sheets zijn in dit wijkbeeld de gegevens uitgewerkt van de subwijken van Vleuten-De Meern: MeernRijnenburg, Vleuten-Haarzuilens en Veldhuizen-Vleuterweide.

Sociale opgave Doelstellingen Sociale Pijler Voor de komende jaren zijn voor Vleuten-De Meern de volgende doelstellingen geformuleerd: Het bevorderen van de Leefbaarheid en Sociale Cohesie. Voor de uitbreidingsgebieden betekent dit: het leefbaar en levendig houden van deze wijken. In Vleuterweide en Veldhuizen ligt de nadruk hierbij op het versterken van de binding en sociale cohesie. Voor de oude kernen ligt de nadruk op het behoud van het maatschappelijke kapitaal dat al aanwezig is. Ook de sociale samenhang tussen beide behoeft stimulans. Het vergroten van de Veiligheid, vooral in Vleuterweide en Veldhuizen maar ook elders in de wijk, waar grote groepen jongeren voor overlast (dreigen te) zorgen. Het komen tot goede woonvormen voor ouderen in de oude kernen Vleuten en De Meern in en het creëren van goede voorzieningen in hun directe woonomgeving (de woonservicezones). Doel hierbij is het bevorderen van een goede doorstroming in woningen, zodat ouderen in de kern kunnen blijven wonen en nieuwe inwoners zich kunnen vestigen in de oude kernen.

•

• •


•

Het opbouwen van een samenleving waarin oud en nieuw, jong en oud, allochtoon en autochtoon zich verhouden, elkaar ontmoeten en elkaar “verstaan”. Het stimuleren van vrijwilligerswerk en ontmoeting.

•

Speerpunten Om de doelstellingen te bereiken zijn de volgende speerpunten geformuleerd: bevorderen betrokkenheid inwoners: aandacht voor de terugval in betrokkenheid nadat inwoners actief zijn geworden in kopersverenigingen, e.d; het zo lang mogelijk zelfstandig kunnen laten wonen van inwoners op alle niveaus en vooral voor de zorgen hulpbehoevenden in de bijzondere woonvormen; het verlenen van diensten aan in de bijzondere woonvormen en het activeren van deze inwoners; communicatie op het gebied van Veiligheid met als doel: het verminderen van gevoelens van onveiligheid; het inhoudelijk invullen van de voorzieningenclusters en invulling geven aan de openbare ruimte; inzet op flexibiliteit van instellingen en voorzieningen met als doel: de gewenste veranderbaarheid van instellingen en voorzieningen te realiseren; continue aandacht voor activiteiten en evenementen; bevorderen sociale contacten en uitbouwen van vrijwilligerswerk; het in programmatische zin ondersteunen van het gebiedsdossier Wonen in Verscheidenheid. Het merendeel van de speerpunten en doelstellingen is neergelegd in het gebiedsdossier Wonen in Verscheidenheid in Leidsche Rijn/Vleuten-De Meern. Het gebieds dossier is een instrument om het benutten van kansen en het aanpakken van problemen integraal (per gebied en/of onderwerp) op te pakken.

• • • • • • • • •


Complexiteit Op het eerste gezicht lijkt de Sociale Opgave voor Vleuten–De Meern in vergelijking tot andere Utrechtse wijken niet complex. De uitgangssituatie is redelijk goed, alle woonmilieus zijn vertegenwoordigd, er is veel maatschappelijk kapitaal in de oude kernen en de inwoners zijn tevreden over het wonen in Vleuten-De Meern. Er zijn echter toch factoren die de Sociale Opgave tot een moeilijke maken. Deze wijk is een wijk in ontwikkeling, wat een geheel eigen aanpak vraagt. Van groot belang is dat preventief op ontwikkelingen wordt gestuurd. Veel beleid reageert echter op problemen. De stedelijke budgetten vloeien meestal naar de wijken met een cumulatie van manifeste problemen. Wijken waar sociale problemen nog niet of nauwelijks voorkomen komen maar moeizaam aan bod. Vleuten–De Meern heeft het hierdoor moeilijk om aandacht en capaciteit toegewezen te krijgen. Daarbij komt dat de inwoners van Vleuterweide en Veldhuizen voor een deel bestaan uit relatief druk bezette tweeverdieners. Deze inwoners hebben minder tijd om zich actief in te zetten voor de wijk of buurt beperkt. Het realiseren van sociale binding en het betrekken van de inwoners bij hun wijk of buurt is hierdoor lastig.

Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenvatting 4 Inleiding

8

De Sociale opgave

10

Toelichting op fact-sheets

14

Vleuten-De Meern

20

De Meern-Rijnenburg 38 Vleuten-Haarzuilens 48 Veldhuizen-Vleuterweide

60


Inleiding


Wijkbeelden De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) van de gemeente Utrecht is in het najaar van 2005 gestart met de ontwikkeling van Wijkbeelden. Doelstelling van de wijkbeelden is om: Zicht te krijgen op de sociale kwaliteiten van de stad, de wijken en de subwijken Op basis van deze inzichten de Sociale Opgave voor de stad, de wijken en de subwijken te kunnen vaststellen. DMO-inspanningen en investeringen onderling te kunnen prioriteren. De wijkbeelden beogen meerwaarde te bieden ten opzichte van bestaande instrumenten in de stad Utrecht op de volgende punten: Niet uitsluitend een analyse van de bestaande situatie, maar vooral ook een analyse van trends, ontwikkelingen en aangrijpingspunten. Niet uitsluitend een analyse van kwantitatieve gegevens, maar vooral ook voor leefstijlen, woonmilieus en andere kwalitatieve gegevens. Niet uitsluitend een gerichtheid op sociale problemen, maar ook oog voor kansen van wijken en subwijken. Naast oog voor de stad en de wijken een gerichtheid op subwijken en zelfs buurten.

• • • • • • •

Werkwijze De wijkbeelden die nu worden ontwikkeld zijn een Eerste Proeve, die tijdens een volgende cyclus verder worden uitontwikkeld. Centraal in de ontwikkeling van deze Eerste Proeve staan de volgende uitgangspunten: De wijkbeelden zijn ontwikkeld op basis van bestaande informatie en onderzoeken. Er is vooral geput uit de informatie van Bestuursinformatie (Monitor Sociale Infrastructuur), Projecten (DUO, IAB, VO-Masterplan), Motivaction (woonmilieus) en de kennis en ervaring van de wijkaccount-managers. Bij de ontwikkeling van de Eerste Proeve is getracht om de grote hoeveelheid informatie die beschikbaar is over de stad, wijken en subwijken zo inzichtelijk mogelijk te maken. Daartoe is beschikbare data zo kernachtig mogelijk weergegeven, waarbij vooral gebruik wordt gemaakt van grafische vormen van presentatie (tabellen, grafieken, onderscheidend kleurgebruik en symbolen). De wijkbeelden en de Sociale Opgave zijn zoveel als mogelijk ontwikkeld in samenwerking met tal van DMOfunctionarissen en vertegenwoordigers van maatschappelijke instellingen in de wijken.

• • •

Leeswijzer Deze rapportage start met een beschrijving van de Sociale Opgave van de wijk en de wijze waarop de gemeente deze opgave denkt te kunnen realiseren. Vervolgens treft u een toelichting aan op begrippen, tabellen, symbolen en kleurgebruik van de gegevens over de wijk en de subwijken die daarna worden weergegeven. De gegevens over de wijk en subwijken (de fact-sheets) dient u vooral op te vatten als “onderlegger en onderbouwing” van de Sociale Opgave. Allereerst treft u de gegevens aan van de totale wijk, waarna de gegevens per individuele subwijk volgen.


De Sociale Opgave

Vleuten–De Meern is een wijk met minstens twee gezichten. Enerzijds bestaat de wijk uit de twee oude dorpskernen Vleuten en De Meern, anderzijds zijn er de grote uitbreidingsgebieden Veldhuizen en Vleuterweide, die deel uitmaken van Vinex Leidsche Rijn. De Sociale Structuur van Vleuten–De Meern is ronduit sterk. Op vrijwel alle DMO-kernambities scoort de wijk bovengemiddeld en de scores van circa de helft van de kernindicatoren behoren tot de besten van Utrecht. Uitsluitend het percentage inwoners dat actief is in de buurt en de tevredenheid over culturele voorzieningen scoren ondergemiddeld.

10


De kern van de Sociale Opgave is vanzelfsprekend het behoud/verder uitbuiten van deze sterke punten, waarbij geldt dat er accentverschillen zijn tussen de oude kernen en de uitbreidingswijken. In de oude oude kernen gaat het vooral om het behoud van de sterke sociale binding, het verenigingsleven en (maatschappelijk) kapitaal. De opgave voor de uitbreidingswijken is dezelfde als die voor Leidsche Rijn (hoe ervoor te zorgen dat binding en een levendige en gezellige wijk ontstaan). Verder geldt voor Vleuten–De Meern het leggen van de relatie tussen de oude kernen en de uitbreidingswijken – ook in sociaal opzicht.

Doelstellingen Sociale Pijler Voor de komende jaren zijn de volgende doelstellingen geformuleerd voor Vleuten–De Meern: Leefbaarheid en Sociale Cohesie: Voor de uitbreidingsgebieden wordt deze kern ambitie ingekleurd door het leefbaar en levendig houden van deze wijken. De nadruk legt op versterking van binding en sociale cohesie in Veldhuizen en Vleuterweide. Indien het lukt om binding te realiseren van de inwoners met hun wijk, dan is – naast goede woningen en een aantrekkelijke woonomgeving – voldaan aan de basisvoorwaarde om deze wijken ook in sociaal opzicht aantrekkelijk te laten zijn. Voor de oude kernen legt de nadruk op het behoud van het maatschappelijke kapitaal dat al aanwezig is. Een tweede doelstelling heeft betrekking op de Veiligheid, zij het dat deze verbetering vooral geldt voor Vleuterweide en Veldhuizen, waar grote groepen jongeren voor overlast dreigen te zorgen. De derde doelstelling heeft betrekking op Gezondheid. Deze doelstelling geldt vooral voor de oude kernen Vleuten en De Meern. Doelstelling is te komen tot goede woonvormen voor ouderen en

• •

•

•

•

• •

goede voorzieningen in hun directe woonomgeving (de woonservicezones). Dit alles om een goede doorstroming in woningen te bevorderen, zodat ouderen in de kern kunnen blijven wonen en nieuwe inwoners zich kunnen vestigen in de oude kernen. De vierde doelstelling richt zich op het opbouwen van een samenleving waarin oud en nieuw, jong en oud, allochtoon en autochtoon zich verhouden, elkaar ontmoeten en elkaar “verstaan”. De vijfde doelstelling is het stimuleren van vrij willigerswerk en ontmoeting.

Speerpunten en wijkdossiers Om de doelstellingen te bereiken zijn de volgende speerpunten geformuleerd:

• • • • • • •

Bevorderen betrokkenheid inwoners: aandacht voor de terugval in betrokkenheid nadat inwoners actief zijn geworden in kopersverenigingen, e.d. Het zo lang mogelijk zelfstandig kunnen laten wonen van inwoners op alle niveaus en vooral voor de zorgen hulpbehoevenden in de bijzondere woonvormen. Dit speerpunt wordt ingevuld door middel van de woonservicezones. Het verlenen van diensten aan/het activeren van de inwoners in de bijzondere woonvormen. Het verbeteren van de communicatie op het gebied van Veiligheid teneinde de subjectieve gevoelens van onveiligheid weg te nemen. Het inhoudelijk invullen van de voorzieningenclusters en invulling geven aan de openbare ruimte. Inzet op flexibiliteit van instellingen en voorzieningen teneinde de gewenste veranderbaarheid van instellingen en voorzieningen te realiseren. Continue aandacht voor activiteiten en evenementen. Bevorderen sociale contacten en uitbouwen van vrijwilligerswerk Het in programmatische zin ondersteunen van Wonen in Verscheidenheid

Deze speerpunten zijn volledig in lijn met de wijkvisie Vleuten–De Meern en vormen een nadere detaillering van een aantal hoofddoelstellingen uit deze wijkvisie. Het merendeel van de speerpunten en doelstellingen is neergelegd in twee wijkdossiers. Dat zijn het dossier Wonen in Verscheidenheid en het dossier Jong Zijn in Leidsche Rijn/Vleuten-De Meern. De wijkdossiers zijn een instrument om het benutten van kansen en het aanpakken van problemen integraal (per gebied en/of onderwerp) op te pakken.

Gevolgen voor beleid en capaciteit Voor veel van de doelstellingen en speerpunten geldt dat de gemeente in de huidige situatie al de nodige capaciteiten inzet. Het realiseren van de doelstellingen en speerpunten is dan ook niet altijd een kwestie van “meer”, maar vooral een kwestie van continue aandacht,

11


zorgvuldige monitoring en samenwerking met bewoners en maatschappelijke partners. Op enkele onderdelen lijkt uitbreiding van de capaciteit wenselijk, maar over het algemeen is uitbreiding niet nodig. Voortdurende monitoring is/blijft noodzakelijk in het kader van het op elkaar afgestemd blijven van de (veranderende) vraag en het te leveren aanbod. Dit geldt voor zowel de gebouwde voorzieningen als de activiteiten.

De complexiteit van de Sociale Opgave Op het eerste gezicht lijkt de Sociale Opgave voor Vleuten–De Meern in vergelijking tot andere Utrechtse wijken – niet complex. De uitgangssituatie is goed, er is sprake van differentiatie naar woonmilieus (alle woon milieus zijn vertegenwoordigd), er is veel maatschappelijk kapitaal in de oude kernen en de inwoners (van zowel oude kernen als de uitbreidingswijken) zijn tevreden over het wonen in Vleuten–De Meern. Er zijn echter toch factoren die de Sociale Opgave tot een moeilijke maken. In de eerste plaats geldt dat de inzet van capaciteiten vanuit de sociale pijler doorgaans probleemgericht wordt vastgesteld. De budgetten vloeien meestal naar de wijken met een cumulatie van manifeste problemen. Wijken waar sociale problemen nog niet of nauwelijks voorkomen (en waar de inzet van de sociale pijler vooral is gericht op het aantrekkelijk houden van een wijk en het uitbuiten van de sterke punten) komen maar moeizaam aan bod. Alhoewel de prioritering voor de sociaal zwakkere wijken begrijpelijk en verdedigbaar is, hebben wijken als Vleuten–De Meern het veelal moeilijk om aandacht en capaciteit toegewezen te krijgen. Op de tweede plaats geldt dat de inwoners van Vleuterweide en Veldhuizen voor een deel bestaan uit relatief druk bezette tweeverdieners. De hoeveelheid vrije tijd van deze inwoners (en daarmee tijd om zich actief in te zetten voor de wijk of buurt) is beperkt. Het realiseren van sociale binding en het betrekken van de inwoners bij hun wijk of buurt is tegen die achtergrond een lastige.

12


De aanpak Voor Vleuten–De Meern geldt dat een vraaggerichte benadering van gemeente en maatschappelijke partners gewenst is. De gemeente stelt zich vooral op als een partij die luistert, alert is op initiatieven van bewoners, deze initiatieven – voor zover mogelijk – stimuleert en faciliteert en ruimte biedt. Ook geldt dat de gemeente samenwerking zoekt en onderhoudt met andere maatschappelijke partners.

13


Toelichting op fact-sheets

Algemeen De fact-sheets starten met enkele algemene gegevens over de wijk of subwijk. Het betreft gegevens over de inwonersaantallen, inwoners samenstelling, culturele diversiteit, de kenmerken van de huishoudens en woningen en de situatie met betrekking tot werk en inkomen. Ook treft u – in ieder geval voor de totale wijk – de situatie van de woonmilieus aan. Daarover het volgende:

14


Woonmilieus en woonbelevingsgroepen De gemeente Utrecht heeft enkele jaren geleden een onderzoek laten uitvoeren door onderzoeksbureau Motivaction waarbij een woonmilieukaart is opgesteld voor de stad. Een woonmilieu is een (bij elkaar passende) mix van sociale, economische en fysiek-ruimtelijke elementen van, rond en gekoppeld aan wonen op een bepaalde plaats. Een woonmilieu bestaat uit één of meerdere woonbelevingsgroepen. Een woonbelevingsgroep is een cluster van bewoners die een gemeenschappelijke voorkeur voor een bepaald woonmilieu hebben. Motivaction onderscheidde destijds zeven woonbelevingsgroepen, te weten: Huiselijken, Gemeenschapsgezinden, Buurtgeörienteerden, Gehaaste middenklasse, Actieve individualisten, Tolerante socializers en Gesettelde idealisten. In de onderstaande figuur zijn de woonbelevingsgroepen schematisch weergegeven op twee assen, t.w. sociaal-economische status en waardeoriëntatie. De waardeoriëntatie (wat vindt men belangrijk) onderscheid drie hoofdgroepen, traditioneel, modern en post-modern. Vooral deze drie-deling is sterk onderscheiden voor de verwachtingen van inwoners m.b.t. wonen, woonomgeving, voorzieningen en dienstverlening van de (gemeentelijke overheid).

Sociaal economische status

Pijler/ Kernthema Kernambitie Kernindicator

Hoog

Midden

GemeenActieve schapsGehaaste indivigezinTolemidden- duaden rante klasse losten socializers Huiselijken Buurtgeoriënteerden

Gesettelde idealisten

Laag Traditioneel

Modern

Postmodern

Waarden

Gegevens over Sociale Structuur Voor de wijken en subwijken worden in de fact-sheets gegevens gepresenteerd over de sociale structuur van de wijk en de subwijken. Deze gegevens zijn gepresenteerd aan de hand van de DMO-indeling naar Pijlers en Kernambities. Vervolgens is voor elk van de kernambities een aantal kernindicatoren weergegeven en vergeleken. De volgende indeling van Pijlers, kernambities en kernindicatoren is gehanteerd:

Burgerschap: Inwoners voldoende toerusten om betekenisvolle relaties te kunnen aangaan en een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan de samenleving Het versterken van leefbaarheid en sociale cohesie Rapportcijfer algeheel buurtoordeel Rapportcijfer cohesie Tolerantie Het vergroten van participatie % Actief als vrijwilliger % Actief voor de buurt Medeverantwoordelijk voor buurt Opkomst 2e kamer verkiezingen Opkomst gemeenteraadsverkiezingen Houdt zich bezig met gemeentebeleid Het vergroten van zelfredzaamheid Bruto participatiegraad: beroepsbevolking gedeeld door de potentiële beroepsbevolking Zelfredzaamheid Pijler/ Kernthema Kernambitie Kernindicator Maatschappelijke stabiliteit: Realiseren van sociaal evenwicht voor het vreedzaam kunnen samenleven Verbeteren van de gezondheid Slechte gezondheid Vergroten van de veiligheid % Overlast van jongeren % Onveilig gevoel in de buurt Woninginbraken per 1.000 woningen Autokraken per 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen Geweldsdelicten per 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen Overlast 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen Voorkomen van sociale uitsluiting en bevorderen sociale integratie van kwetsbare groepen Maatschappelijk welbevinden Persoonlijk welbevinden Komt niet rond Onvoldoende sociale contacten Kwaliteit van leven: Mogelijkheden bieden voor ontspannen, ontmoeten, ontdekken, inspiratie opdoen, oftewel kleur en fleur aanbrengen % Tevredenheid culturele voorzieningen % Tevredenheid sportvoorzieningen Sportdeelname

15


NB Binnen de Kernambitie “Voorkomen Sociale Uitsluiting….” is een van de kernindicatoren “onvoldoende sociale contacten”. In de fact-sheets worden daarover percentages gerapporteerd, die staan voor het percentage inwoners dat heeft aangegeven onvoldoende sociale contacten te hebben. Voor zowel de jaren 2002 als 2004 zijn voor deze kernindicator gegevens beschikbaar. Echter, de vergelijkbaarheid van deze gegevens is beperkt door een verschillende wijze van enquêteren (telefonisch versus schriftelijk). Dit is van belang omdat in vrijwel alle wijken en subwijken het percentage “onvoldoende sociale contacten” tussen 2002 en 2004 behoorlijk is gestegen. Die stijging lijkt uitsluitend terug te voeren op de wijze van enquêteren, omdat andere indicatoren (niet in deze fact-sheets opgenomen) duiden op een vermindering van het percentage “onvoldoende sociale contacten”. Dit houdt in dat de vergelijking van dit percentage in 2004 ten opzichte van andere wijken en de stad houd snijdt, maar dat de vergelijking met het verleden met de nodige voorzichtigheid moet worden geïnterpreteerd.

De ontwikkelingen (DUO, Integraal Accommodatiebeleid en VO-Masterplan) In de fact-sheets is een overzicht gegeven van de ontwikkelingen in de sociale infrastructuur ten gevolge van de DUO-opgave, het Integraal Accommodatiebeleid en het VO-Masterplan. De ontwikkelingen zijn tot deze drie programma’s afgebakend, daar de fact-sheets betrekking hebben op de Sociale Pijler. Uitsluitend fysieke ingrepen, voortvloeiend uit of effecten hebben op de Sociale Pijler zijn in de fact-sheets opgenomen. Voor de ontwikkelingen in het kader van DUO geldt specifiek dat in de fact-sheets de plaats/naam van projecten en de veranderingen in het woningaanbod worden weergegeven. Deze projecten zijn in de factsheets gecategoriseerd naar hardheid (hard of zacht) en naar afhankelijkheid van derden (A, B of C). “Harde” projecten zijn projecten waarvan de realisatie (nagenoeg) zeker is, “zachte” projecten zijn projecten waarvan de realisatie nog onzeker is. A-projecten zijn projecten waar de gemeente niet of nauwelijks afhankelijk is van derden, voor de realisatie van B-projecten is de gemeente meer afhankelijk van derden en voor C-projecten is de gemeente in hoge mate afhankelijk van derden.

Ranking In de fact-sheets wordt een aantal Top 3-en of Top 5-en gepresenteerd (rankings). Doelstelling van deze gegevens

16


is om een kort en bondig overzicht te geven van de kernindicatoren die positieve of negatieve uitschieters zijn en de kernindicatoren die de afgelopen jaren een positieve of juist negatieve ontwikkeling hebben laten zien. Top 3 of Top 5? Soms is een Top 3 weergegeven en soms een Top 5. Bij de fact-sheets voor de totale wijk treft u een Top 3 aan, bij de fact-sheets voor de subwijken een Top 5. De reden voor dit verschil is gelegen in het aantal wijken/ subwijken waarmee wordt vergeleken. Er zijn in Utrecht 10 wijken en 29 subwijken. Een van de rankings geeft aan voor welke kernindicatoren de betreffende wijk of subwijk hoort bij de wijken/of subwijken met de hoogste scores in Utrecht. Voor wijken is in dat geval een Top 3 aangehouden (behoort de score van de wijk bij de drie hoogste scores in Utrecht), voor subwijken een Top 5. Top 3/Top 5 van sterkten/zwakten Utrecht (Vergelijking (sub)wijk met de stad) In de Fact-sheets wordt een top3/top5 van sterkten en zwakten van de wijk/subwijk weergegeven. Hierbij is gekeken met welke kernindicatoren de betreffende wijk of subwijk behoort bij de 3 (in geval van een wijk) of 5 (in geval van een subwijk) sterkste/zwakste wijken of subwijken van Utrecht. Per kernindicator is een ranglijst gemaakt voor alle wijken en subwijken. Per (sub)wijk wordt in de fact-sheets aangegeven welke kernindicatoren bij de 3 of 5 sterkste horen en welke kernindicatoren bij de 3 of 5 zwakste horen. Ten overvloede: een wijk of subwijk kan met geen enkele kernindicator bij de top van sterkten of zwakten behoren. Een wijk bijvoorbeeld die op alle kernindicatoren gemiddeld of ondergemiddeld scoort zal met geen enkele kernindicator behoren tot de Top 3 van sterkten. Omgekeerd geldt hetzelfde. Een wijk kan met vele kernindicatoren bij de top van sterkten of zwakten behoren. In diezelfde overzichten in fact-sheets kan in de kolom ‘Ranking’ worden teruggevonden op welke plaats de betreffende (sub)wijk is geëindigd op de ranglijst. In het overzicht met sterkten betekent een ranking van 1 dat er geen (sub)wijk beter heeft gescoord dan deze (sub)wijk. In het overzicht met zwakten betekent een ranking van 10 (in het geval van de ranking van de wijk) en 20 (in geval van de ranking van de subwijk) dat er geen (sub)wijk slechter heeft gescoord dan deze (sub)wijk.

Top 5 sterkten/zwakten van de (sub)wijk (Vergelijking score indicatoren binnen de (sub)wijk) Hier is gekeken naar de 5 kernindicatoren die het meest negatief (zwakten) en positief (sterkten) afwijken van het Utrechtse gemiddelde. De kolom ‘Ranking’ geeft aan welke kernindicator van de 5 het sterkst afwijkt van de Utrechtse gemiddelden. In het overzicht van zwakten betekent een ranking van 1 dus dat deze kernindicator het zwakste scoort van alle kernindicatoren in de (sub)wijk. In het overzicht van sterkten betekent een ranking van 1 dus dat deze kernindicator het beste scoort van alle kernindicatoren in de (sub)wijk. Het is niet voor alle (sub)wijken mogelijk geweest een complete top 5 te leveren. Sommige (sub)wijken hebben over het algemeen dermate lage scores dat er geen 5 kernindicatoren zijn, die positief afwijken t.o.v. het Utrechtse gemiddelde en andersom. Top 5 verbeteringen/ verslechteringen (Vergelijking ontwikkeling indicatoren binnen de (sub)wijk) Dit geeft een opsomming van de 5 kernindicatoren die de afgelopen jaren de grootste verbetering/verslechtering hebben laten zien. Algemeen Sommige kernindicatoren hebben een negatieve formulering (hoe hoger de score, hoe minder gunstig) en andere kernindicatoren hebben juist een positieve formulering (hoe hoger de score, hoe gunstiger). Bij het bepalen van sterkten en zwakten is hiermee rekening gehouden.

van de scores voor de totale stad. Daarbij is de volgende kleurstelling aangehouden:

Kleur

Score t.o.v. stad < 75% 75% - 95% 95% - 105% 105% - 125% 125% >

Voor elke kernindicator is de procentuele afwijking van de score van de (sub)wijk ten opzichte van de stad berekend. Aan de hand van de bovenstaande staffels is vervolgens de kleur weergegeven. Daarbij geldt dat sommige kernindicatoren een negatieve formulering hebben (hoe hoger de score, hoe minder gunstig). In die situatie is de omgekeerde kleurstelling gehanteerd. Op die manier is tot een eenduidige kleurstelling gekomen, waarbij licht groen en donker groen kunnen worden gezien als sterke punten, oranje en rood als zwakke punten en zwart als neutraal. Sociale Infrastructuur Ook de kwaliteiten van de Sociale Infrastructuur (accommodaties en voorzieningen) is d.m.v. steekwoorden en kleuren kernachtig weergegeven. Het oordeel over de sociale infrastructuur is weergegeven over de aspecten capaciteit, kwaliteit/functionaliteit en spreiding/ samenhang. De volgende kleurstelling is gehanteerd:

slecht

voldoende

SWOT-analyse

onvoldoende

goed

In de fact-sheets zijn ook SWOT-analyses opgenomen. Deze SWOT-analyses zijn opgesteld door de wijkaccountmanagers van de betreffende wijken.

matig/voldoende

Kleuren en symbolen Sociale Structuur Al eerder is vermeld dat de kenmerken van de sociale structuur worden weergegeven in een tabel met scores van de wijk of subwijk per kernindicator. In het geval van een wijk geeft de tabel ook de scores weer voor de totale stad, in geval van een subwijk geeft de tabel ook de scores weer van de wijk en de stad. De scores van de (sub)wijk hebben een kleur. Doelstelling van deze kleurstelling is om de lezer in 1 oogopslag inzicht te geven in de mate waarin de scores afwijken

17


Kleuren en symbolen (vervolg) Ontwikkelingen In de fact-sheets zijn ook de ontwikkelingen in de afgelopen jaren weergegeven, waarbij vooral de ontwikkelingen van de kernindicatoren relevant zijn. In de betreffende tabellen zijn (voor zover beschikbaar) de scores voor de jaren 2000, 2002 en 2004 weergegeven. De scores van 2004 hebben een kleur meegekregen. Deze kleur geeft in 1 oogopslag weer of en in hoeverre de scores zijn verbeterd of juist verslechterd ten opzichte van het basisjaar. Bij de interpretatie zijn de volgende aspecten relevant: 1. Het basisjaar is 2002 2. Indien het cijfer “0” in de tabel is weergegeven, betekent dit dat er geen gegevens bekend zijn over de betreffende kernindicator in het betreffende jaar. 3. De volgende kleurstelling is aangehouden:

Kleur

Score t.o.v. basisjaar < 75% 75% - 95% 95% - 105% 105% - 125% 125% >

Voor elke kernindicator is de procentuele afwijking van de score over 2004 ten opzichte van het basisjaar 2002 berekend. Aan de hand van de bovenstaande staffels is vervolgens de kleur weergegeven. Daarbij geldt dat sommige kernindicatoren een negatieve formulering hebben (hoe hoger de stijging, hoe minder gunstig). In die situatie is de omgekeerde kleurstelling gehanteerd. Op die manier is tot een eenduidige kleurstelling gekomen, waarbij licht groen en donker groen kunnen worden gezien als verbeteringen, oranje en rood als verslechteringen en zwart als neutraal.

18


Rankings In de Top 3/Top5-en zijn ook symbolen opgenomen. Dit om te laten zien of sterke of juist zwakke punten de afgelopen jaren een verbetering of juist verslechtering hebben laten zien. De volgende symbolen zijn gehanteerd:

19


Vleuten-De Meern

Vleuten-De Meern is: Een wijk met ‘twee verschillende gezichten’. Enerzijds is er het bestaande deel met daarin de dorpen Haarzuilens, Vleuten en De Meern en het bijbehorende buitengebied. Anderzijds is er het gedeelte dat onderdeel uitmaakt van de Vinex-locatie Leidsche Rijn met als wijken Veldhuizen en Vleuterweide. Vleuten-De Meern is opgedeeld in drie subwijken, te weten De Meern-Rijnenburg, Vleuten-Haarzuilens en Veldhuizen-Vleuterweide.

20


Vleuten-De Meern Algemeen Aantal inwoners: 27.900 VleutenHaarzuilens

VeldhuizenVleuterweide

De MeernRijnenburg

Leeftijdsklassen t.o.v. stad

Etniciteit t.o.v. stad

Ne derl

0 t/ m 1 1

T u rk s/M a ro k

1 2 t/ m 2 4

S u r / A n til

2 5 t/ m 5 4

T .o .v . s ta d

T .o .v . s ta d

G IS P

5 5 t/ m 6 4

O v N - w e s te r s 6 5 t/ m 7 9

W e s te r s 8 0 jr e .o .

-2 0 % -1 0 %

-5 %

0%

5%

-10 %

0%

10%

20%

10%

Kenmerken huishoudens t.o.v. stad

Kenmerken woningen t.o.v. stad

%

%

k o o p w o n in g e n

a l le e n s t a a n d

% huur p a r t ic u l ie r

% eenouder T .o .v . s ta d % paar

T .o .v . s ta d % h u u r s o c ia a l

z o n d e r k in d

Gem . W OZ% paar m et

w a a rd e

k in d

-40 % -30 %

-20 %

-10 %

0%

10%

-2 0%

0%

20%

40%

20%

21


Kenmerken werk en inkomen t.o.v. stad

Woonmilieus t.o.v. stad Geen gegevens bekend T .o .v . s ta d

In zijn totaliteit valt op dat het aandeel kinderen tot 12 jaar groter is dan gemiddeld in de stad, het aandeel jongeren (12 tot 25 jaar) is juist kleiner dan gemiddeld. Binnen de wijk zin de verschillen echter behoorlijk groot. De subwijk Veldhuizen-Vleuterweide kent een relatief jongere bevolking, terwijl de andere twee subwijken juist meer ontgroend en vergrijsd zijn.

# b e d r ijv e n p e r 1 .0 0 0 in w

# banen per 1 . 0 0 0 in w Gem b e s te e d b h h in k % hh m et la a g in k o m e n

-60%

-4 0 %

-2 0 %

0%

Doorstroming t.o.v. stad T .o .v . s t a d

20%

40%

Kenmerkend voor Vleuten-De Meern is het aandeel gezinnen met kinderen, dat behoorlijk hoger is dan gemiddeld, het aandeel alleenstaanden is juist lager. De drie subwijken laten op dit vlak ongeveer hetzelfde beeld zien. Ook in de woningvoorraad is een redelijk homogeen beeld voor de wijk te zien. Het aandeel koopwoningen is in alle subwijken relatief hoog en de waarde van de woningen is in alle subwijken relatief hoog.

In p e r 1 .0 0 0

De werkgelegenheid is ten opzichte van het stedelijk gemiddelde minder gunstig. Subwijk De Meern-Rijnenburg valt in positieve zin uit de toon met een juist gunstiger dan gemiddelde werkgelegenheid. De overige twee subwijken zijn in lijn met het totaalbeeld van de wijk.

in w o n e r s

U it p e r 1 .0 0 0 in w o n e r s

-6 0 %

22

-4 0 %

-2 0 %


0%

De staat van Vleuten-De Meern Sociale Structuur BURGERSCHAP

Vleuten de Meer

Utrecht

Leefbaarheid en sociale cohesie Rapportcijfer algeheel buurtoordeel

7,9

7,4

Rapportcijfer cohesie

6,6

5,8

Tolerantie

6,3

6,1

% Actief als vrijwilliger

33,9

30,6

% Actief voor de buurt

24,1

25,1

Medeverantwoordelijk voor buurt

94,7

90,4

Opkomst 2e kamer verkiezingen

83,9

77,6

Opkomst gemeenteraadsverkiezingen

57

43,5

Houdt zich bezig met gemeentebeleid

29

26

Participatie

Zelfredzaamheid Bruto participatiegraad

76,8

65,8

Zelfredzaamheid

7,9

7,9

% LOA-populatie

0

MAATSCHAPPELIJKE STABILITEIT

Vleuten de Meer

0 Utrecht

Gezondheid Slechte gezondheid

11

17

Veiligheid % Overlast van jongeren % Onveilig gevoel in de buurt Woninginbraken per 1.000 woningen Autokraken per 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen Geweldsdelicten per 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen Overlast 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen

8,7

16,4

16,6

34,8

8,1

19,1

11,6

24,9

3,3

6,3

22,1

39,3

Sociale uitsluiting kwetsbare groepen Maatschappelijk welbevinden

8,2

8

Persoonlijk welbevinden

7,7

7,5

Komt niet rond

6

12

Onvoldoende sociale contacten

5

KWALITEIT VAN LEVEN

Vleuten de Meer

8 Utrecht

% Tevredenheid culturele voorzieningen

70

82

% Tevredenheid sportvoorzieningen

62

63

Sportdeelname

81

63

kleur

Score t.o.v. stad <75% 75% - 95% 95% - 105% 105% - 125% <125%

23


Burgerschap Op alle kernambities scoort Vleuten-De Meern beter dan gemiddeld in Utrecht. Afhankelijk van de kernindicator is betreft een gunstigere of een gelijkwaardige waardering aan het gemiddelde. Opvallend is de hoge opkomst bij de 2e kamer verkiezingen. Ook de verschillende subwijken laten een dergelijk beeld zien, wel met diverse nuanceringen daarin. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat Veldhuizen-Vleuterweide iets minder gunstig scoort op Burgerschap en De Meern-Rijnenburg het meest gunstige van de drie subwijken. Maatschappelijke stabiliteit De Maatschappelijke stabiliteit in Vleuten-De Meern is beduidend beter dan gemiddeld in Utrecht. Vooral op de kernambitie Veiligheid scoort de wijk en ook alle drie de subwijken zeer goed. Ook de andere kernambities, Gezondheid en Sociale uitsluiting kwetsbare groepen zijn bovengemiddeld en per subwijk vergelijkbaar. Kwaliteit van Leven Kwaliteit van leven is de enige van de drie aspecten waarop Vleuten-De Meern niet bovengemiddeld scoort. De tevredenheid over de culturele voorzieningen is lager dan het gemiddelde, het oordeel over de sportvoorzieningen is gemiddeld, terwijl de sportdeelname bovengemiddeld is. De drie subwijken vertonen ongeveer hetzelfde beeld, waarbij Veldhuizen-Vleuterweide iets minder gunstig scoort dan de andere twee subwijken. Sociale Infrastructuur

Capaciteit

Kwaliteit/ functionaliteit

Spreiding en samenhang

Burgerschap

Over het algemeen zijn vraag en aanbod in evenwicht. Bij basisonderwijs en voorscholen een tekort.

Knelpunten bij peuterspeelzaal ‘t Hamhuus en bso Mik Mak. Over geheel voldoende.

Veelal op korte afstand van elkaar gelegen. In nieuwbouw clustering. Spreiding voldoende.

Maatschappelijke stabiliteit

Met name tekort aan activiteitenruimten voor ouderen en jongeren. Ook tekort bijzondere woonvormen.

Geen knelpunten geconstateerd.

Spreiding bijzondere woonvormen niet geheel conform spreiding behoefte.

Kwaliteit van leven

De capaciteit is passend bij de behoefte.

Knelpunten bij accommodaties Azotod (afgebrand) en De Schakel. Over geheel voldoende.

Spreiding is voldoende.

Slecht

Voldoende

Onvoldoende

Goed

Matig/voldoende

Voorzieningen/Sociale Infrastructuur Het voorzieningenaanbod is over het algemeen voldoende tot goed te noemen. Er is best een aantal knelpunten te noemen, bijvoorbeeld ten aanzien van voorzieningen voor jongeren, ouderen en kwetsbare groepen, maar in vergelijking met bijvoorbeeld andere wijken in de stad doen zich geen schrijnende situaties voor.

24


De ontwikkeling van Vleuten-De Meern Algemeen Bevolking en leeftijd

1995

2000

2005

2010

27.900

41.237

-

2.054

3.097

-

3.308

4.727

-

-

1.885

2.553

18 t/m 24

-

-

1.499

3.038

25 t/m 34

-

-

3.914

7.222

35 t/m 44

-

-

5.724

8.043

45 t/m 55

-

-

3.252

4.943

55 t/m 65

-

-

2.703

3.421

75 t/m 79

-

-

2.845

3.389

80 jr e.o.

-

-

716

804

2005

2010

Aantal inwoners

-

-

0 t/m 3

-

4 t/m 11

-

12 t/m 17

Etniciteit

1995

2000

Nederl

-

-

83,7

80,3

Turks/Marok

-

-

3,2

5,4

Sur/Antil

-

-

2,8

3,3

GISP

-

-

0,9 -

Ov N-westers

-

-

4,2

Westers

-

-

5,3

5,7

2005

2010

Huishoudens

1995

2000

% alleenstaand

-

-

% eenouder

-

-

5

% paar zonder kind

-

-

32,3

% paar met kind

-

% koopwoningen

24,5

-

Woningen

38,2

1995

2000

2005

-

69,8

% huur particulier

-

11,8

% huur sociaal

€

Inkomen en Werk

1995 -

# banen per 1.000 inw

-

Gem besteedb hh ink % hh met laag inkomen Doorstroming

2010

18,4

Gem. WOZ-waarde # bedrijven per 1.000 inw

5,4

2000

2005

-

2010

47

€

235.349

386 €

30.500

€

30.500

0

5,1

5,1

1995

2000

2005

In per 1.000 inwoners

63,2

Uit per 1.000 inwoners

39,4

kleur

2010

Score t.o.v. basisjaar <75% 75% - 95% 95% - 105% 105% - 125% <125%

25


Uit de tabel op de vorige pagina valt al enigszins af te leiden welke ontwikkeling Vleuten–De Meern doormaken. Tussen nu en het jaar 2010 zal het inwoneraantal van Vleuten–De Meern Leidsche Rijn met bijna 50% toenemen. Daarbij geldt dat in dat jaar de wijk nog niet volledig is ontwikkeld. In 2015 zal het inwoneraantal met nog eens 4.000 inwoners zijn toegenomen. In het jaar 2020 bereikt de wijk haar piek in inwonersaantal (nog eens een toename met 2.000 inwoners ten opzichte van 2015). Het spreekt voor zich dat deze uitbreiding van het inwoneraantal een forse opgave is voor alle gemeentelijke diensten en maatschappelijke partners. Samen met de uitbreidingsgebieden van Leidsche Rijn geldt dat een complete middelgrote stad wordt gerealiseerd. Sociale Structuur BURGERSCHAP

2000

2002

2004

Rapportcijfer algeheel buurtoordeel

7,5

7,5

7,9


6,3

6,3

6,6

0

0

6,3

Leefbaarheid en sociale cohesie

Tolerantie Participatie % Actief als vrijwilliger

0

0

33,9


26

26,9

24,1


93

92,3

94,7


0

84,2

83,9


0

0

57


0

0

29


0

0

76,8

Zelfredzaamheid

0

7,6

7,9

% LOA-populatie

0

10,61

0

2000

2002

2004

0

0

11

MAATSCHAPPELIJKE STABILITEIT Gezondheid Slechte gezondheid Veiligheid % Overlast van jongeren

0

7,9

8,7

% Onveilig gevoel in de buurt

0

14,4

16,6

Woninginbraken per 1.000 woningen

0

9,7

8,1

Autokraken per 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen

0

14,9

11,6

Geweldsdelicten per 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen

0

3

3,3

Overlast 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen

0

27,1

22,1

Maatschappelijk welbevinden

0

7,4

8,2


0

7,5

7,7

Komt niet rond

0 -


0

3

5

2000

2002

2004


0

0

70


0

0

62

Sportdeelname

0

0

81

Sociale uitsluiting kwetsbare groepen

KWALITEIT VAN LEVEN

kleur

6

Score t.o.v. basisjaar <75% 75% - 95% 95% - 105% 105% - 125% <125%

26


Burgerschap De wijk Vleuten-De Meern laat een overwegend statisch beeld zien. Alleen het rapportcijfer voor het algehele buurtoordeel is verbeterd de afgelopen jaren, het aandeel inwoners dat actief is in de buurt is verminderd. Ook de subwijken laten op hoofdlijnen op dit onderdeel een overwegend statisch beeld zien, hoewel VleutenHaarzuilens op onderdelen wat verschillen laat zien. Maatschappelijke stabiliteit De gezondheidssituatie in de wijk en in alle drie de subwijken is stabiel. De veiligheid is op het gebied van woningen auto-inbraken en overlast in het algemeen verbeterd. De overlast van jongeren, het aandeel met een onveilig gevoel in de buurt en het aantal gewelds delicten is toegenomen. Vleuten-Haarzuilens en De Meern-Rijnenburg laten in zijn algemeenheid een zelfde beeld zien, hoewel op onderdelen nog behoorlijke verschillen zichtbaar zijn. Negatieve uitschieter is Veldhuizen-Vleuterweide waar op vijf van de zes factoren een verslechtering zichtbaar. Kwaliteit van leven Geen ontwikkeling bekend.

Cultuur Campus

Masterplan VO: Huisvesting De Bruine Lyceum in Cultuur Campus Vleuterweide. Voorzieningenaanbod Voorschoolse educatie Peuterspeelzalen Kinderopvang Buitenschoolse Opvang Buitenruimte speeltuinen Primair Onderwijs Sociaal cultureel Doelgroepenaccommodatie wv sociaal cult Bibliotheek Cultuur Gezondheidscentrum Wijkservicecentrum Gymzalen Sportzalen Sporthallen Zwembad Voetbal Hockey Overig Tennis Atletiek Klein sportcomplex

Eenheid # ruimten # ruimten # ruimten # ruimten M2 BVO # lokalen M2 BVO M2 BVO M2 BVO M2 BVO M2 BVO M2 BVO # zalen # zalen # hallen M2 water # wedveld # wedveld #ban/veld # banen # banen # velden

Subtotaal 0 5 26 9 10.700 110 2.358 4.223 1.050 1.660 630 4.935 0 0 2 2 0 0 0 0 0 0 6

Het voorzieningenaanbod in Vleuten-De Meern is passend en vergt relatief beperkte ingrepen. Daarnaast wordt in Leidsche Rijn een groot aantal nieuwe voorzieningen gerealiseerd die ook een functie voor Vleuten-De Meern zullen hebben, bijvoorbeeld de buitensport voorzieningen in Leidsche Rijn Park, maar ook bijzondere woonvormen. Binnen de bestaande kernen zijn nog wel enkele ingrepen gewenst, met name op het gebied voor jongeren en ouderen. Gezien het huidige ontwikkelingsstadium van de uitbreidingsgebieden spreekt het voor zich dat op het gebied van wonen, voorzieningen, kantoren, e.d. tal van ontwikkelingen spelen. Een deel van de geplande woningen moet bijvoorbeeld nog worden gerealiseerd. Ook op het gebied van voorzieningen geldt dat een relatief groot deel al is gerealiseerd, dat sommige voorzieningen op dit moment worden gerealiseerd en dat een deel van de voorzieningen nog in de planvormingsfase verkeren. Het voert te ver om al deze ontwikkelingen tot in detail te beschrijven. Om toch een inzicht te verstrekken in de omvang van de operatie, bovenstaand een tabel met de voorzieningen die in Vleuten-De Meern worden gerealiseerd.

27


De kansen, bedreigingen en aangrijpingspunten in Vleuten-De Meern Vleuten-De Meern in Top 3 zwakten Utrecht IN TOP 3 ZWAKTEN UTREC HT % Tevredenheid culturele voorzieningen

Ranking

Ontwikkeling

1

Kernambitie Kwaliteit van leven

Vleuten-De Meern in Top 3 sterkten Utrecht IN TOP 3 STERKTEN UTREC HT

28

Ranking

Ontwikkeling

Kernambitie


1



1

Participatie


1

Participatie

Bruto participatiegraad

2

Zelfredzaamheid

Slechte gezondheid

3

Gezondheid

% Overlast van jongeren

2

Veiligheid


1

Veiligheid


1

Veiligheid


1

Veiligheid


3

Veiligheid


3

Veiligheid


2


Komt niet rond

1



2



3

Participatie


Toegenomen = positief

Afgenomen = negatief

Toegenomen = negatief

Gelijk gebleven

Afgenomen = positief

Ontwikkeling niet bekend

Top 5 zwakten Vleuten-De Meern TOP 5 ZWAKTEN

Ranking

Ontwikkeling

Kernambitie


1

Kwaliteit van leven


2

Participatie


3

Kwaliteit van leven

Zelfredzaamheid

4

Zelfredzaamheid


5


Top 5 sterkten Vleuten-De Meern TOP 5 STERKTEN

Ranking

Ontwikkeling

Kernambitie


1

Veiligheid


2

Veiligheid


3

Veiligheid

Komt niet rond

4



5

Veiligheid

Toegenomen = positief

Afgenomen = negatief

Toegenomen = negatief

Gelijk gebleven

Afgenomen = positief

Ontwikkeling niet bekend

Top 5 verbeteringen binnen Vleuten-De Meern TOP 5 VERBETERINGEN

Kernambitie


Veiligheid


Veiligheid


Veiligheid





Top 5 verslechteringen binnen Vleuten-De Meern TOP 5 VERSLECHTERINGEN

Kernambitie




Veiligheid


Participatie


Veiligheid


Veiligheid

29


Sterk

Zwak

Burgerschap

Burgerschap

Er is een ontwikkeling gaande dat scholen afspraken maken over een evenwichtige spreiding van de leerlingen-populatie

Vestiging scholen sterk denominatief gericht ; meer mogelijkheden voor bijzonder neutrale vestiging, waardoor meer diversiteit wordt mogelijk gemaakt Geen aanwezigheid school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs (MLK; ZMLK) Er is onvoldoende rekening gehouden met voorscholen In cluster ’t Zand niet opgenomen jeugdgezondheidszorg en algemeen maatschappelijk werk ter ondersteuning van het achterstandenbeleid. Programmatisch ( ambulant) aanbod moet oplossing bieden Ontstaan overschot aan voorzieningen voor kinderopvang

Sterk

Zwak

Kwaliteit van leven

Kwaliteit van leven

Vooralsnog lijkt dat vraag en aanbod van voorzieningen en activiteiten in evenwicht zijn. (Ten aanzien van de grote populatie jongeren zorgen over algemeen aanbod voor deze groep en specifiek voor probleemjongeren)

Multifunctioneel gebruik van accommodaties niet volledig doorgevoerd. Veel eigen ruimten en in veel mindere mate ruimten voor gezamenlijk/openbaar gebruik.

Goede spreiding van voorzieningen Op basis vraag extra inspanningen voor extra m2 Welzijn t.b.v. jeugd in Onderwijs en Opvangcluster Veldhuizen, Kindercluster Noord en Cultuurcampus In de planning staan voldoende bouwspeeltuinen

Onvoldoende aandacht voor implementatie van inhoudelijke samenwerking (Veel energie gaat uit naar fysieke ontwikkelingen b.v. Wonen, Welzijn en Zorg en de clusters) Vrije buiten-speelruimte is beperkt – onvoldoende jongerenontmoetingsplekken gepland Vestiging tijdelijk jongerencentrum ter overbrugging naar nieuwe stadsdeelcentrum is niet duidelijk; Of in de Sport Campus Parkwijk of in ‘t Zand Definitieve locaties bouwspeeltuinen nog niet bekend Door daling budget Cultuur kunnen minder activiteiten geprogrammeerd worden Onduidelijkheid over definitieve locaties Cultuur; relatie met overschot m2 welzijn en zoeken van combinatiemogelijkheden Geplande aanbod zwemwater niet voldoende voor recreatief zwemmen; wel voldoende voor schoolzwemmen en verenigingsgebruik. Onduidelijkheid over de komst van een Centrum voor Diversiteit

30


Sterk

Zwak



Krachtig concept woonservicezones inclusief gezondheidscentra met spreiding over het gehele gebied

Nog geen duidelijkheid over bovenwijkse voorzieningen op het gebied van Maatschappelijke Opvang o.a. dak- en thuislozen

Programma Bijzondere Woonvormen op basis van Innovatieprogramma Zorg en Welzijn

In omvangrijke wijk Vleuterweide zijn de zorgvoorzieningen geconcentreerd. Veel bijzondere woonvormen waardoor voor deze bewoners mobiliteitsproblemen ontstaan

Veel vrijwilligerswerk en actieve en betrokken bewoners Wijkzorgcentrum Parkwijk. Nog toevoegen functies informatie en advies, maatschappelijke dienstverlening en opvang en jeugdgezondheidszorg Terwijde, Zorgcluster Spoor. Ontbreken specifieke ruimte voor informatie & advies, maatschappelijke dienstverlening en opvang en jeugdgezondheidszorg Tekorten aan bijzondere woonvormen

Kans

Bedreiging

Burgerschap

Burgerschap

Forum-clusters en kwaliteit: volgen van ontwikkelingslijn van jongeren samenhang van en in functies binnen en buitenschoolse activiteiten ouderbetrokkenheid aan de clusters

Het Forum-concept is meer een bedrijfsverzamelgebouw met stand-alone organisaties dan dat het een meerwaarde heeft ten aanzien van integrale benadering en uitvoering.

Niet huisvestingsgerelateerde punten


Extra budget beschikbaar stellen of minder breed uitvoeren takenverdunning over de stad

Budgetten die niet direct afhankelijk zijn van de behoefte/bevolkingsomvang: Onderwijs/Leerplicht: tekort aan formatie; Onderwijs/Algemeen Onderwijsbeleid: tekort op kunsteducatie, vredeseducatie, schoolzwemmen en de verkeerstuin Onderwijs/Onderwijsachterstandenbeleid: tekort op Voor- en Vroegschoolse Educatie, VSV, Schakelklassen, RMC en Volwasseneneducatie

31


Kans

Bedreiging

Burgerschap (vervolg)

Burgerschap (vervolg) Budgetten die afhankelijk zijn van de bevolkingsomvang Sociale Zaken & Werkgelegenheid: Peildatum hoogte uitkering voor vluchtelingen en asielzoekers loopt minstens een jaar achter Onderwijs/Lokaal Achterstandenbeleid: Peildatum voor beschikbaar budget loopt achter op werkelijke situatie voor School Maatschappelijk Werk, veiligheid, schoolbegeleiding, Vroeg en Voorschoolse educatie, verlengde Schooldag, zorg en basisvoorzieningen. Beleidsmatig, Ontbrekend beleid/afspraken Onderwijs – Achterstandenbeleid: gevolgen van nieuwe Wet nog niet inzichtelijk voor Leidsche Rijn. Onderwijs – Tussenschoolse Opvang: Vanaf 1-6-2006 wijziging Rijksbeleid m.b.t. verantwoordelijkheid scholen voor primair onderwijs ten aanzien tussenschoolse opvang. Uitwerking nog niet duidelijk. Nieuwe Wet Inburgering-Oudkomers: Aanvullend beleid/planvorming nodig specifiek voor Leidsche Rijn i.v.m. toeleiding.

Kans

Bedreiging

Kwaliteit van leven

Kwaliteit van leven

Als gevolg van de grote bouwopgaaf is er veel belangstelling voor het gebied en dit biedt mogelijkheden voor het verkrijgen van (extra) landelijke middelen, pilots, innovaties c.a.

Gemeentelijk beleid m.b.t. de stedelijke herverdeling van wijkwelzijnsgelden leidt tot verlaging beschikbare budgetten in het gebied

Goed aanbod voor zorg voor de Jeugd

Stijgende Jongerenoverlast

Inrichting van Woonservicezones

Toenemende feitelijke en subjectieve onveiligheid



Extra budget beschikbaar stellen of minder breed uitvoeren takenverdunning over de stad

Budgetten die niet direct afhankelijk zijn van de behoefte/bevolkingsomvang: Cultuur: tekorten op basissubsidie Amateurkunst Sport&Recreatie: tekorten op sportstimulering

32


Kans

Bedreiging

Kwaliteit van leven (vervolg)

Kwaliteit van leven (vervolg) Ambitieniveau in relatie tot beschikbare budgetten Cultuur-Actieplan Cultuurbereik; budget voor Cultuur is gerelateerd aan het inwonertal. Instandhouding en exploitatie van accommodaties voor Cultuur vooruitlopend op de totale vestiging van alle bewoners kunnen met de huidige bevolkingsomvang en bijbehorend budget niet gedekt worden. Beleidsmatig, Ontbrekend beleid/afspraken Cultuur: Beleid rond Werkplaatsen Culturele Activiteiten op basis van van Cultureel Ondernemerschap is nog niet vastgesteld waardoor in de ontwikkeling van Leidsche Rijn hier geen rekening mee kan worden gehouden Algemeen: de programmering van het Manifestatieterrein; nog geen definitieve afspraken over taken en verantwoordelijkheden vastgelegd. Sport&Recreatie: Stimulering sportbeoefening voor allochtone meisjes. Beleidsmatige kaders ontbreken nog. Sport&Recreatie en Welzijn: Professionalisering en vercommercialisering van Verenigingen en Stichtingen. Hoe hiermee om te gaan nog niet bekend.

33


Kans

Bedreiging



Diversiteit aan woonmilieus biedt vele kansen

Hoge score negatieve toekomstverwachting van bewoners bestaande kernen van Vleuten en De Meern als gevolg van de grootschalige ontwikkelingen in de omgeving

Gebiedsgerichte Integrale aanpak binnen Sociale Wijkontwikkeling via Wijkouderenperspectief en Wonen in Verscheidenheid

Door een te grote clustering van sociale woningbouw in bepaalde deelgebieden als gevolg van de overschrijding van de norm van 30%, worden traditionele problemen niet voorkomen; zet sociale cohesie onder druk; geeft extra vraag naar voorzieningen

Sterke sociaal economische ontwikkeling Groeiende sociale samenhang Groeiende aandacht voor veiligheid

Dreiging van het ontstaan van een grijs gebied tussen het aanbod van het reguliere welzijnswerk en de zorgaanbieders mbt organisatie, financiering en bemensing van activiteiten voor bijzondere doelgroepen

Niet huisvestingsgerelateerde punten Niet huisvestingsgerelateerde punten Extra budget beschikbaar stellen of minder breed uitvoeren takenverdunning over de stad

Budgetten die niet direct afhankelijk zijn van de behoefte/bevolkingsomvang: Sociale Zaken & Werkgelegenheid: extra druk op gemeentelijke middelen voor Bijstand; druk op budget en formatie Schuldhulpverlening

34


Vleuten-De Meern, overall t.o.v. Utrechtse wijken W

NW

Ov

NO

O

BS

Z

ZW

LR

VM

BURGERSCHAP Leefbaarheid en sociale cohesie Rapportcijfer algeheel buurtoordeel

5

8

10

1

2

3

7

9

6

4


3

7

10

2

3

8

6

9

5

1

Tolerantie

5

7

10

1

2

2

5

9

7

4

Participatie % Actief als vrijwilliger

6

8

7

5

1

2

4

9

10

3


5

10

2

8

6

1

4

9

3

7


6

9

8

3

5

4

7

10

2

1


6

9

9

1

2

2

5

8

7

4


6

10

8

2

3

4

5

8

7

1


1

9

10

6

1

4

7

8

1

4


6

7

10

3

9

3

5

8

1

2

Zelfredzaamheid

5

8

10

2

2

1

5

8

4

5

MAATSCHAPPELIJKE STABILITEIT Gezondheid Slechte gezondheid

4

2

1

6

6

10

5

2

8

8

Veiligheid % Overlast van jongeren

5

4

2

10

7

3

6

1

8

9


3

5

2

8

7

4

6

1

9

10


4

5

8

3

1

6

2

7

9

10


2

1

6

4

8

3

7

5

9

10

Geweldsdelicten per 1.000 inwoners + arbpl

6

3

5

7

9

1

4

2

10

8


7

2

4

6

9

1

3

5

10

8

Sociale uitsluiting kwetsbare groepen Maatschappelijk welbevinden

5

9

10

1

2

2

5

8

5

4


6

6

10

2

4

1

6

4

6

2

Komt niet rond

4

1

1

7

5

5

8

3

9

10


5

2

1

7

10

7

5

2

2

9


5

6

7

3

2

1

4

8

9

10


7

4

5

3

2

9

1

7

10

5

Sportdeelname

8

7

9

3

5

1

6

10

4

2

KWALITEIT VAN LEVEN

35


Vleuten-De Meern, overall Sociale Structuur

36

Ontwikkeling Sociale Structuur

Voorzieningen Sociale Infrastructuur

Burgerschap

Over het algemeen een beter dan gemiddelde situatie.

In zijn algemeenheid weinig veranderingen.

In zijn algemeenheid voldoet het aanbod.


Op alle kernambities een bovengemiddelde situatie.

Veiligheid op onderdelen in ontwikkeling. Algemeen oordeel statisch.

Aandacht voor voorzieningen voor jongeren, ouderen en kwetsbaren.

Kwaliteit van leven

Bovengemiddelde sportdeelname, ongunstiger oordeel culturele voorzieningen.

Geen ontwikkelingen bekend.

Oordeel van vooral culturele voorzieningen is minder gunstig.


Ontwikkeling Sociale Infrastructuur

37


De Meern-Rijnenburg

De Meern-Rijnenburg is: Een subwijk bestaande uit het dorp De Meern, nieuwbouwbuurt De Woerd, bedrijventerrein Oudenrijn en de polder Rijnenburg. De Meern is de grootste kern van Vleuten-De Meern. De Meern heeft in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw een groeiperiode doorgemaakt en heeft daarmee kenmerken van een forensenwijk.

38

Wijkbeeld De Meern-Rijnenburg

De Meern-Rijnenburg Algemeen Aantal inwoners: 10.812

Leeftijdsklassen t.o.v. Vleuten-De Meern en stad

Etniciteit t.o.v. Vleuten-De Meern en stad

N e d e rl

0 t/ m 1 1

T u rk s/M a ro k

1 2 t/ m 2 4

2 5 t/ m 5 4

T . o . v . V le u t e n - d e M ee rn T .o . v . s ta d

5 5 t/ m 6 4

S u r / A n t il

T . o . v . V le u t e n - d e M ee rn

G IS P

T .o . v . s ta d

O v Nw e s te r s

6 5 t/ m 7 9

W e s te r s

8 0 jr e .o . -2 0%

-1 0 %

-5 %

0%

-1 0 %

0%

10%

20%

5%

Kenmerken huishoudens t.o.v. Vleuten-De Meern en stad

Kenmerken woningen t.o.v. Vleuten-De Meern en stad

%

%

a lle e n s ta a n d

k o o p w o n in g e n % huur

% eenouder

T . o . v . V le u t e n - d e

T . o . v . V le u t e n - d e

p a r t i c u l ie r

M ee rn

M ee rn T .o . v . s ta d

% paar

T .o . v . s ta d

% h u u r s o c ia a l

z o n d e r k in d

G em . W O Z-

% paar m et

w aa rde

k in d

-40 % -4 0 %

-2 0 %

0%

-2 0 %

0%

20%

40%

20%

39


Kenmerken werk en inkomen t.o.v. Vleuten-De Meern en stad

Woonmilieus t.o.v. stad Geen gegevens bekend

T . o . v . V l e u te n - d e M e e rn T . o . v . s ta d

#

Het dorpse karakter van deze subwijk kenmerkt zich ondermeer door een samenstelling van de bevolking waarin relatief veel gezinnen – al dan niet met kinderen – aanwezig is en waarin een hogere mate van vergrijzing zichtbaar is. Ook het aandeel autochtone inwoners, dat behoorlijk groter dan het Utrechtse gemiddelde, is een kenmerk van het dorpse karakter.

b e d r ij v e n

p e r 1 . 0 0 0 in w

#

banen

per

1 . 0 0 0 in w

Ge m

be stee db h h in k

%

h h m e t la a g in k o m e n

- 10%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

Doorstroming t.o.v. Vleuten–De Meern en stad T . o . v . V le u t e n - d e M eern T .o .v . s ta d

I n p e r 1 .0 0 0 in w o n e r s

U it p e r 1 .0 0 0 in w o n e r s

-80%

40

-60%

-4 0 %


-2 0 %

0%

De woningen bestaan voornamelijk uit particuliere koopwoningen. De gemiddelde WOZ-waarde van de woningen is aanzienlijk hoger dan het Utrechtse gemiddelde. Datzelfde geldt voor de werkgelegenheid. De inkomenssituatie is gemiddeld te noemen.

De staat van De Meern-Rijnenburg Sociale Structuur BURGERSCHAP

De Meern/R'b

VDM

Utrecht


8,1

7,9

7,4


6,7

6,6

5,8

Tolerantie

6,2

6,3

6,1

39,8

33,9

30,6


Participatie % Actief als vrijwilliger % Actief voor de buurt

24

24,1

25,1

94,8

94,7

90,4


85

83,9

77,6


56

57

43,5


28

29

26



73,4

76,8

65,8

Zelfredzaamheid

7,8

7,9

7,9

% LOA-populatie

0

0

0

De Meern/R'b

VDM

Utrecht

13

11

17


6,6

8,7

16,4

19,5

16,6

34,8

7,5

8,1

19,1

12

11,6

24,9

2,5

3,3

6,3

16,5

22,1

39,3


8,1

8,2

8


7,6

7,7

7,5

Komt niet rond

8

6

12


6

5

8

De Meern/R'b

VDM

Utrecht


69

70

82


62

62

63

0

81

63

% Onveilig gevoel in de buurt Woninginbraken per 1.000 woningen Autokraken per 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen Geweldsdelicten per 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen Overlast 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen Sociale uitsluiting kwetsbare groepen

KWALITEIT VAN LEVEN

Sportdeelname

Voorzieningen/Sociale Infrastructuur Het voorzieningenniveau in De Meern-Rijnenburg is over het algemeen toereikend te noemen. Er zijn niet direct schrijnende situaties op het gebied van capaciteit en kwaliteit. Er is echter wel een aantal aandachtspunten te weten: er is een tekort aan buitenschoolse opvang en primair onderwijs, er is behoefte aan een ontmoetingsplek voor jongeren en de de bijzondere woonvormen en activiteitenruimten voor ouderen en hulpbehoevenden zijn ontoereikend.

41


De ontwikkeling van De Meern-Rijnenburg Algemeen Bevolking en leeftijd

1995

2000

2010 11.844

-

-

0 t/m 3

-

-

573

640

4 t/m 11

-

-

1.259

1.263

12 t/m 17

-

-

832

863

18 t/m 24

-

-

652

889

25 t/m 34

-

-

1.102

1.626

35 t/m 44

-

-

1.986

1.938

45 t/m 55

-

-

1.516

1.721

55 t/m 65

-

-

1.237

1.293

75 t/m 79

-

-

1.340

1.275

80 jr e.o.

-

-

315

336

2005

2010

Etniciteit

1995

2000

Nederl

-

-

88,1

87,7

Turks/Marok

-

-

1,3

1,4

Sur/Antil

-

-

1,5

1,4

GISP

-

-

0,5 -

Ov N-westers

-

-

3,6

Westers

-

-

5

5,1

2005

2010

Huishoudens

1995

2000

% alleenstaand

-

-

% eenouder

-

-

4,7

% paar zonder kind

-

-

32,9

% paar met kind

-

% koopwoningen

37,2

1995

2000

2005

-

10

% huur sociaal

-

18,6

Gem. WOZ-waarde

€

Inkomen en Werk

1995

# bedrijven per 1.000 inw

Doorstroming

2000

756 €

1995

30.459

€

30.459

7

7

2000

2005


32,9


27,7


2010

63

0 -

228.861 2005

0 -

# banen per 1.000 inw % hh met laag inkomen

2010

71,5

% huur particulier

Gem besteedb hh ink

4,4

25,2

-

Woningen

42

2005 10.812

Aantal inwoners

2010

De ontwikkeling van De Meern-Rijnenburg Sociale structuur BURGERSCHAP

2000

2002

2004


7,6

7,5

8,1


6,2

6,3

6,7

0

0

6,2 39,8



0

0


25,2

23,6

24

94

94,8

94,8


0

84,9

85


0

0

56


0

0

28



0

0

73,4

Zelfredzaamheid

0

7,5

7,8

% LOA-populatie

0

2,5

0

2000

2002

2004

0

0

13


0

5,4

6,6


0

17,3

19,5


0

12,3

7,5


0

15,6

12


0

3,1

2,5


0

20

16,5


0

7,3

8,1


0

7,3

7,6

Komt niet rond

0 -


0

4

6

2000

2002

2004


0

0

69


0

0

62

Sportdeelname

0

0

0


KWALITEIT VAN LEVEN

8

43


De ontwikkeling van De Meern-Rijnenburg DUO-opgave: A-projecten: Geen B-projecten: Geen C-projecten: Geen

IAB: Geen ontwikkelingen

Voor De Meern wordt gewerkt aan een kernplan. Het woonservicezone-concept, inclusief de relatie in het woonprogramma met de behoefte aan bijzondere woonvormen, verdient hierin bijzondere aandacht. Uit een voorlopige studie is gebleken dat het voornamelijk gaat om herinrichting van de openbare ruimte, het realiseren van parkeervoorzieningen en commerciële bebouwing. Een voortvloeisel van het kernplan De Meern is dat het bestaande winkelcentrum Mereveldplein wordt verplaatst. Dit winkelcentrum ligt tussen de bibliotheek en De Schalm enerzijds en de scholen De Meander, de Beatrixschool, buitenschoolse opvang Mik Mak en sportzaal de Marehal anderzijds. De afgebrande accommodatie van Azotod wordt vervangen door een Cultuurhuis Leidsche Rijn. Hiervoor is de bestaande locatie van Azotod één van de mogelijke locaties.

44


Masterplan VO: Geen ontwikkelingen

De kansen, bedreigingen en aangrijpingspunten in De Meern-Rijnenburg De Meern-Rijnenburg in Top 5 zwakten Utrecht IN TOP 5 ZWAKTEN UTREC HT % Tevredenheid culturele voorzieningen

Ranking

Ontwikkeling

27


De Meern-Rijnenburg in Top 5 sterkten Utrecht IN TOP 5 STERKTEN UTREC HT Rapportcijfer cohesie

Ranking

Ontwikkeling

Kernambitie

2



2

Participatie


4

Participatie


4

Participatie


5

Zelfredzaamheid


3

Veiligheid


4

Veiligheid


1

Veiligheid


4

Veiligheid


3

Veiligheid


4

Veiligheid

Top 5 zwakten De Meern-Rijnenburg TOP 5 ZWAKTEN % Tevredenheid culturele voorzieningen

Ranking

Ontwikkeling

1



2

Participatie


3

Kwaliteit van leven

Zelfredzaamheid

4

Zelfredzaamheid


5


Top 5 sterkten De Meern-Rijnenburg TOP 5 STERKTEN Woninginbraken per 1.000 woningen

Ranking

Ontwikkeling

Kernambitie

1

Veiligheid


2

Veiligheid


3

Veiligheid


4

Veiligheid


5

Veiligheid

45


De kansen, bedreigingen en aangrijpingspunten in De Meern-Rijnenburg Top 5 verbeteringen binnen De Meern-Rijnenburg TOP 5 VERBETERINGEN

Kernambitie


Veiligheid


Veiligheid


Veiligheid


Veiligheid



Top 5 verslechteringen binnen De Meern-Rijnenburg TOP 5 VERSLECHTERINGEN

Kernambitie




Veiligheid


Veiligheid

-

Veiligheid is de kernambitie die het sterkst verbeterd is gedurende de afgelopen jaren. Vier van de vijf aspecten in de Top 5 hebben op deze indicator betrekking. Het andere aspect in de Top 5 heeft betrekking op Sociale uitsluiting kwetsbare groepen. Opvallend is dat juist in de Top 5 van verslechteringen – waarin in De Meern-Rijnenburg slechts drie aspecten voorkomen omdat er op niet meer aspecten een verslechtering heeft plaatsgevonden – weer de kern ambities Veiligheid en Sociale uitsluiting kwetsbare groepen terugkomen. Met name bij de kernambitie veiligheid is een verschil zichtbaar tussen de objectief meetbare aspecten, die verbeterd zijn, en de meer gevoelsmatige aspecten die juist verslechterd zijn. Voor De Meern-Rijnenburg geldt dat de gunstige sociaaleconomische situatie, het dorpse karakter en de grote hoeveelheid gezinnen zorgdragen voor een klimaat waarin Veiligheid, Participatie en Leefbaarheid en Sociale cohesie goed scoren. Tegelijkertijd schuilt daarin ook de valkuil. Vooral Veiligheid in de vorm van een onveilig gevoel en overlast van jongeren ontwikkelt zich

46


negatief, hetzelfde geldt voor het aantal mensen met onvoldoende sociale contacten. Kortom, De Meern-Rijnenburg is een aantrekkelijk woongebied, vooral voor gezinnen met kinderen. Daardoor ontstaat het gevaar dat de wat meer kwetsbare groepen, zoals jongeren, ouderen en hulp behoevenden, onderbelicht blijven. De samenstelling van De Meern-Rijnenburg biedt echter een goede basis om juist die groepen de juiste ondersteuning te bieden.

De Meern-Rijnenburg, overall Sociale Structuur



Burgerschap

Alle kernambities scoren beter dan het Utrechts gemiddelde.

Over het algemeen stabiel. Leefbaarheid, sociale cohesie enigszins beter.

Aanbod is over het algemeen op orde. Geringe aanpassingen gewenst.


Beter dan het Utrechts gemiddelde, het is er vooral zeer veilig.

Algemeen stabiel, maar divers beeld per kernambitie en indicator.

Op orde. Wel aandacht nodig voor kwetsbare groepen.

Kwaliteit van leven

Gemiddeld. Het oordeel over culturele voorzieningen is minder gunstig.

Geen ontwikkeling bekend.

Kwantitatief op orde, maar oordeel bevolking minder positief.


47


Vleuten-Haarzuilens

Vleuten-Haarzuilens is: Een subwijk bestaande uit de dorpskernen Vleuten en Haarzuilens en bij Haarzuilens behorende landelijk gebied. Ook Rijnsche Park, het groene hart tussen de dorpen Vleuten en De Meern behoort tot de subwijk VleutenHaarzuilens. Vleuten is de grootste kern, een dorp met een grote diversiteit aan woningbouw uit verschillende perioden en met verschillende bouw stijlen. Haarzuilens heeft een specifiek karakter, voornamelijk veroorzaakt door kasteel Haarzuilens en de authentieke dorpskern.

48

Wijkbeeld Vleuten-Haarzuilens

Vleuten-Haarzuilens Algemeen Aantal inwoners: 8.071



N e de rl

0 t/ m 1 1

T urk s/M a ro k

1 2 t/ m 2 4

2 5 t/ m 5 4

T .o .v . V le u te n - d e

S u r / A n t il

G IS P

T .o .v . s ta d

5 5 t/ m 6 4

T .o .v . V le u te n - d e M ee rn

M ee rn

T .o .v . s ta d

O v Nw e s te r s

6 5 t/ m 7 9

W e s te r s 8 0 jr e .o .

-2 0% -1 0 %

-5 %

0%

5%

-1 0%

0%

10%

20%

10%



%

%

a ll e e n s t a a n d

k o o p w o n in g e n % huur

% eenouder



p a r tic u lie r

M ee rn

M ee rn T .o .v . s ta d

% paar

T .o .v . s ta d


z o n d e r k in d

Gem . WOZ-

% paar m et

w a arde

k in d -4 0%

-20 %

0%

20%

-40 %

-20 %

0%

20%

40%

49



Woonmilieus t.o.v. stad Geen gegevens bekend

T . o . v . V le u te n - d e M e e r n T . o . v . s ta d

#

Het dorpse karakter van Vleuten-Haarzuilens is in grote lijnen vergelijkbaar met dat van De Meern-Rijnenburg. Ook hier kenmerkt het zich ondermeer door een bevolkingssamenstelling met relatief veel gezinnen – al dan niet met kinderen – en een hogere mate van vergrijzing. Ook het aandeel autochtone inwoners, dat behoorlijk groter dan het Utrechtse gemiddelde, is een kenmerk van het dorpse karakter.

b e d r ij v e n p e r 1 . 0 0 0 in w

#

banen

pe r

1 . 0 0 0 in w

Gem

beste edb h h in k

%

h h m e t la a g in k o m e n

- 80%

- 60%

- 40%

- 20%

0%

20%

40%

Doorstroming t.o.v. Vleuten-De Meern en stad T .o . v . V le u te n - d e M e e rn T .o .v . s ta d

I n p e r 1 .0 0 0 in w o n e r s

U it p e r 1 . 0 0 0 in w o n e r s

-6 0 %

50

-4 0 %

-2 0 %


0%

20%

De woningen bestaan voornamelijk uit particuliere koopwoningen. De gemiddelde WOZ-waarde van de woningen is aanzienlijk hoger dan het Utrechtse gemiddelde. De werkgelegenheid is opvallend lager dan het stedelijk gemiddelde. De inkomenssituatie is gemiddeld te noemen.

De staat van Vleuten-Haarzuilens Sociale Structuur BURGERSCHAP

Vleuten, H'z

VDM

Utrecht


8,3

7,9

7,4


6,9

6,6

5,8

Tolerantie

6,9

6,3

6,1


34,7

33,9

30,6


22,4

24,1

25,1


93,7

94,7

90,4


86,1

83,9

77,6


61,2

57

43,5


33

29

26


Participatie


77,6

76,8

65,8

Zelfredzaamheid

8,1

7,9

7,9

% LOA-populatie

0

0

0

Vleuten, H'z

VDM

Utrecht

11

11

17


9,2

8,7

16,4

15,2

16,6

34,8


8,1

8,1

19,1


9,6

11,6

24,9


3,5

3,3

6,3

30,7

22,1

39,3


8,4

8,2

8


7,8

7,7

7,5

Komt niet rond

3

6

12


3

5

8

Vleuten, H'z

VDM

Utrecht


76

70

82


66

62

63

0

81

63


Overlast 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen Sociale uitsluiting kwetsbare groepen

KWALITEIT VAN LEVEN

Sportdeelname

Voorzieningen/Sociale Infrastructuur Het voorzieningenaanbod in Vleuten-Haarzuilens is over het algemeen in voldoende mate aanwezig en voldoet aan de gestelde voorwaarden voor kwaliteit en functionaliteit. Er is echter een klein aantal knelpunten geconstateerd. Deze hebben betrekking op tekort aan oppervlak voor sociaal-cultureel werk, tekort aan ontmoetingsplekken voor jongeren en een grotere behoefte dan er aanbod is van woonvormen en activiteitenruimten voor ouderen en hulpbehoevenden.

51


De staat van Vleuten-Haarzuilens Algemeen Bevolking en leeftijd

1995

2000

2005

2010

8.071

7.864

-

497

398

-

924

885

-

-

541

546

18 t/m 24

-

-

418

497

25 t/m 34

-

-

815

799

35 t/m 44

-

-

1.588

1.328

45 t/m 55

-

-

1.018

1.154

55 t/m 65

-

-

888

882

75 t/m 79

-

-

1.075

1.075

80 jr e.o.

-

Aantal inwoners

-

-

0 t/m 3

-

4 t/m 11

-

12 t/m 17

-

Etniciteit

1995

2000

300 2010 87,6

Nederl

-

-

86,8

Turks/Marok

-

-

1,1

1

Sur/Antil

-

-

2

1,6

GISP

-

-

0,6 -

Ov N-westers

-

-

3,6

Westers

-

-

5,9

5,7

2005

2010

Huishoudens

1995

2000

% alleenstaand

-

-

% eenouder

-

-

5

% paar zonder kind

-

-

33,4

% paar met kind

-

% koopwoningen

34,7

1995

2000

2005

-

63,5

% huur particulier

-

20,1

% huur sociaal

€

Inkomen en Werk

1995

# bedrijven per 1.000 inw

Doorstroming

2000

238 €

1995

31.033

€

31.033

3,2

3,2

2000

2005


37,1


46,1


2010

47

0 -

247.210 2005

0 -

# banen per 1.000 inw % hh met laag inkomen

2010

16,3

Gem. WOZ-waarde

Gem besteedb hh ink

4,2

27

-

Woningen

52

307 2005

2010

De ontwikkeling van Vleuten-Haarzuilens Sociale Structuur BURGERSCHAP

2000

2002

2004


7,6

7,8

8,3


6,4

6,5

6,9

0

0

6,9



0

0

34,7


23,6

32,1

22,4


91,2

88,4

93,7


0

86,7

86,1


0

0

61,2


0

0

33


0

0

77,6

Zelfredzaamheid

0

7,6

8,1

% LOA-populatie

0

6,2

0

2000

2002

2004

0

0

11


0

10,8

9,2


0

14,8

15,2


0

7,3

8,1


0

15,2

9,6


0

3,6

3,5


0

38,5

30,7


0

7,4

8,4


0

7,7

7,8

Komt niet rond

0 -


0

3

3

2000

2002

2004


0

0

76


0

0

66

Sportdeelname

0

0

0

MAATSCHAPPELIJKE STABILITEIT Gezondheid Slechte gezondheid Veiligheid


KWALITEIT VAN LEVEN

3

53


De ontwikkeling van Vleuten-Haarzuilens DUO-opgave: A-projecten: Geen B-projecten: Geen C-projecten: Geen

IAB: Geen ontwikkelingen.

Voor de kern van Vleuten is een concept stedenbouwkundig plan opgesteld. Onderdeel van dat plan is de herinrichting van het winkelcentrum en tegenover liggend terrein. Er zijn onder andere plannen voor het realiseren van een woningen met een zorgaanbod, waarbij een combinatie met het aanbod van Jozefzorg en het bestaande medisch centrum van Weidesticht een mogelijke aanvulling is. De wonen, welzijn en zorg partijen hebben besloten inhoud te geven aan het woonservicezone-concept. Bijzondere woonvormen in het woningprogramma verdienen speciale aandacht. Voor de Willibrordschool geldt dat het plan is om één volwaardig gebouw te realiseren van 18 tot 20 lokalen. Dit plan valt binnen het exploitatiegebied van de kernplan-ontwikkeling.

54


Masterplan VO: Geen ontwikkelingen

De kansen, bedreigingen en aangrijpingspunten in Vleuten-Haarzuilens Vleuten-Haarzuilens in Top 5 zwakten Utrecht IN TOP 5 ZWAKTEN UTREC HT

Ranking

Ontwikkeling

Kernambitie

-

Vleuten-Haarzuilens in Top 5 sterkten Utrecht IN TOP 5 STERKTEN UTREC HT

Ranking

Ontwikkeling

Kernambitie


4



1


Tolerantie

4



5

Participatie


1

Participatie


3

Participatie


3

Zelfredzaamheid

Zelfredzaamheid

3

Zelfredzaamheid

Slechte gezondheid

5

Gezondheid


2

Veiligheid


2

Veiligheid


2

Veiligheid


3


Komt niet rond

1



2


55


De kansen, bedreigingen en aangrijpingspunten in Vleuten-Haarzuilens Top 5 zwakten Vleuten-Haarzuilens TOP 5 ZWAKTEN

Ranking


Ontwikkeling

1

Kernambitie Participatie


2

Kwaliteit van leven

Zelfredzaamheid

3

Zelfredzaamheid


4

Participatie


5


Top 5 sterkten Vleuten-Haarzuilens TOP 5 STERKTEN

Ranking

Komt niet rond

Kernambitie Sociale uitsluiting kwetsbare groepen


2



3

Veiligheid


4

Veiligheid


5

Veiligheid

Vleuten-Haarzuilens is met geen enkele kernindicator vertegenwoordigd in de Top 5 van zwakten in Utrecht. Dit positieve beeld wordt versterkt door het gegeven dat Vleuten-Haarzuilens met maar liefst 15 kernindicatoren in de Top 5 van sterkten in Utrecht vertegenwoordigd. Het gaat daarbij om meerdere indicatoren vallend onder de kernambities Leefbaarheid en sociale cohesie, Participatie, Zelfredzaamheid, Veiligheid en Sociale uitsluiting kwetsbare groepen. Ook de kernambitie Gezondheid is vertegenwoordigd. Vergeleken met de stad Utrecht is een aantal indicatoren als ‘zwak’ betiteld, maar de term ‘minder sterk’ zou hier beter passen. Treffend voorbeeld hierbij is dat het persoonlijk welbevinden en zelfredzaamheid als zwakte wordt betiteld, terwijl het ook voorkomt in de Top 5 van sterkten in Utrecht. Op het gebied van Sociale uitsluiting kwetsbare groepen en Veiligheid wordt Vleuten-Haarzuilens het best gewaardeerd.

56

Ontwikkeling

1


De kansen, bedreigingen en aangrijpingspunten in Vleuten-Haarzuilens Top 5 verbeteringen binnen Vleuten-Haarzuilens TOP 5 VERBETERINGEN

Kernambitie


Veiligheid


Veiligheid


Veiligheid



Zelfredzaamheid

Zelfdredzaamheid

Top 5 verslechteringen binnen Vleuten-Haarzuilens TOP 5 VERSLECHTERINGEN

Kernambitie


Participatie


Veiligheid


Veiligheid


Participatie

-

Vleuten-Haarzuilens is met geen enkele kernindicator vertegenwoordigd in de Top 5 van zwakten in Utrecht. Dit positieve beeld wordt versterkt door het gegeven dat Vleuten-Haarzuilens met maar liefst 15 kernindicatoren in de Top 5 van sterkten in Utrecht vertegenwoordigd. Vergeleken met de stad Utrecht is een aantal indicatoren als ‘zwak’ betiteld, maar de term ‘minder sterk’ zou hier beter passen. Treffend voorbeeld hierbij is dat het persoonlijk welbevinden en zelfredzaamheid als zwakte wordt betiteld, terwijl het ook voorkomt in de Top 5 van sterkten in Utrecht. De verbeteringen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden in Vleuten-Haarzuilens uiten zich het sterkst bij de kernambitie Veiligheid. Ook het maatschappelijk welbevinden en de zelfredzaamheid zijn verbeterd. Er zijn vier indicatoren die de afgelopen jaren zijn verslechterd. Deze hebben betrekking op de kernambities Veiligheid en Participatie. Vleuten-Haarzuilens is een subwijk met leefbaarheid, veiligheid, sociale verbondenheid en betrokkenheid als sterke punten. Dit biedt tezamen met het dorpse karakter een passende woonomgeving voor gezinnen met kinderen maar ook voor ouderen.

57


Vleuten-Haarzuilens, overall Sociale Structuur

58



Burgerschap

Nagenoeg alle indicatoren zijn beter dan het stedelijk gemiddelde.

Voor zover bekend vindt er een overwegend gunstige ontwikkeling plaats.

Aanbod is over het algemeen op orde.


Veiligheid en gezondheid zijn aanzienlijk gunstiger dan het gemiddelde.

Voor zover bekend vindt er een overwegend gunstige ontwikkeling plaats

Op orde. Wel aandacht nodig voor kwetsbare groepen.

Kwaliteit van leven

Culturele voorzieningen zijn minder goed beoordeeld als gemiddeld.

Er zijn geen ontwikkelingen bekend.

Kwantitatief op orde, maar oordeel bevolking minder positief.



59


Veldhuizen-Vleuterweide

Veldhuizen-Vleuterweide is: onderdeel van de Vinex-locatie Leidsche Rijn. Veldhuizen is voor het grootste gedeelte al gerealiseerd. De bewoners van Veldhuizen komen voor het overgrote deel uit de directe omgeving. Ruim een derde is verhuisd vanuit Utrecht, een kwart woonde reeds in Vleuten-De Meern en nog eens een kwart komt uit omliggende gemeenten. Vleuterweide is een gebied dat nog volledig in ontwikkeling is, waar uiteindelijk circa 6.000 woningen komen te staan. Verwacht wordt dat Vleuterweide in 2009 gerealiseerd is.

60

Veldhuizen- Vleutweweide

Leeftijdsklassen t.o.v. Vleuten-De Meern en stad Aantal inwoners: 9.017



Ne derl

0 t/ m 1 1

T u rk s /M a r o k

1 2 t/ m 2 4

S u r / A n til

2 5 t/ m 5 4


T .o .v . V le u te n - d e M e e rn

M e e rn G IS P

T .o .v . s ta d

T .o .v . s ta d

5 5 t/ m 6 4

Ov Nw e s te r s

6 5 t/ m 7 9 W e s te r s

8 0 jr e .o .

-1 0 %

-1 0%

-5 %

0%

5%

-5 %

0%

5%

10%

10%



% %

a ll e e n s t a a n d

k o o p w o n in g e n

% eenouder

T .o .v . V le u te n - d e M e e rn

% huur T .o .v . V le u te n - d e

p a r t i c u li e r

M e e rn

T .o .v . s ta d

% paar z o n d e r k in d

% paar m et

G em . W OZ-

k in d

w a arde

-40 %

T .o .v . s ta d


-20 %

0%

20%

40%

-20 %

0%

20%

40%

61



Woonmilieus t.o.v. stad

T . o . v . V le u te n - d e M e e rn T .o .v . s ta d

T r a d i t io n e le n

# b e d r ij v e n p e r 1 . 0 0 0 in w

M o de rne n # banen per 1 .0 0 0 in w

P o s t- m o d e r n e n G e m b e s te e d b h h in k

-1 ,0 %

-0 ,5 %

0 ,0 %

0 ,5 %

1 ,0 %

% h h m e t la a g in k o m e n

-1 0 0 % -8 0 %

-6 0 %

-4 0 %

-2 0 %

0%

20%

40%

Doorstroming t.o.v. Vleuten-De Meern en stad

I n p e r 1 .0 0 0 in w o n e r s

T . o . v . V l e u te n - d e

U it p e r 1 . 0 0 0

M e e rn

in w o n e r s

T . o . v . s ta d

-5 0 %

62

0%


50%

100%

Opvallend is dat de bevolking voor een groot deel bestaat uit gezinnen met jonge kinderen en dat het aantal alleenstaanden beperkt is. Ten opzichte van de wijk is de culturele diversiteit groter, maar ten opzichte van de stad is die diversiteit juist kleiner. Ten opzichte van de stad is er een groot aandeel koopwoningen en de de gemiddelde waarde daarvan behoorlijk hoger. De werkgelegenheid in minder gunstig, zowel ten opzichte van de wijk als de stad.

De staat van Veldhuizen-Vleuterweide Sociale Structuur BURGERSCHAP

V'Huiz/V'Wei

VDM

Utrecht

7,2

7,9

7,4

6

6,6

5,8

5,9

6,3

6,1


23,5

33,9

30,6


26,3

24,1

25,1


95,7

94,7

90,4


79,2

83,9

77,6


48,4

57

43,5


27

29

26

Leefbaarheid en sociale cohesie Rapportcijfer algeheel buurtoordeel Rapportcijfer cohesie Tolerantie Participatie


80,7

76,8

65,8

Zelfredzaamheid

8

7,9

7,9

% LOA-populatie

0

0

0

V'Huiz/V'Wei

VDM

Utrecht

8

11

17


11,5

8,7

16,4


13,8

16,6

34,8

9,1

8,1

19,1

13,1

11,6

24,9

4,8

3,3

6,3

24,7

22,1

39,3


8,2

8,2

8


7,7

7,7

7,5

Komt niet rond

7

6

12


6

5

8

V'Huiz/V'Wei

VDM

Utrecht


64

70

82


55

62

63

0

81

63

Woninginbraken per 1.000 woningen Autokraken per 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen Geweldsdelicten per 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen Overlast 1.000 inwoners + arbeidsplaatsen Sociale uitsluiting kwetsbare groepen

KWALITEIT VAN LEVEN

Sportdeelname

Voorzieningen/Sociale Infrastructuur Voor Veldhuizen geldt dat een groot deel of zo niet alle voorzieningen zijn gerealiseerd, in Vleuterweide is dat nog niet het geval. Over het algemeen voldoet het voorzieningenaanbod aan de behoefte. Op enkele vlakken zijn nog knelpunten gesignaleerd. Het betreffen voornamelijk knelpunten die ontstaan door pieken in de

behoeften, zoals primair onderwijs en buitenschoolse opvang. Ontbrekende voorziening in VeldhuizenVleuterweide is de voorschool, terwijl verwacht wordt dat daaraan wel behoefte is. Ook geldt dat er een behoefte bestaat aan een voorzieningen-aanbod dat specifiek is gericht op jeugd- en jongerenwerk.

63


De ontwikkeling van Veldhuizen-Vleuterweide Algemeen Bevolking en leeftijd

1995

2000

2005

2010

9.017

21.529

-

984

2.059

-

1.125

2.579

-

-

512

1.144

18 t/m 24

-

-

429

1.652

25 t/m 34

-

-

1.997

4.797

35 t/m 44

-

-

2.150

4.777

45 t/m 55

-

-

718

2.068

55 t/m 65

-

-

578

1.246

75 t/m 79

-

-

430

1.039

80 jr e.o.

-

-

94

168

2005

2010

Aantal inwoners

-

-

0 t/m 3

-

4 t/m 11

-

12 t/m 17

Etniciteit

1995

2000

Nederl

-

-

75,6

73,6

Turks/Marok

-

-

7,2

9,1

Sur/Antil

-

-

5,2

5

GISP

-

-

1,5

-

Ov N-westers

-

-

5,4

6,4

Westers

-

-

Huishoudens

1995

2000

6 2010

% alleenstaand

-

-

% eenouder

-

-

5,6

% paar zonder kind

-

-

30,7

% paar met kind

-

% koopwoningen

21,1

-

Woningen

42,6

1995

2000

2005

-

% huur particulier

-

5

% huur sociaal

-

20,4 €

Inkomen en Werk

1995

# bedrijven per 1.000 inw # banen per 1.000 inw % hh met laag inkomen Doorstroming In per 1.000 inwoners Uit per 1.000 inwoners


2000

74 €

1995

2010

26

0 -

229.924 2005

0 -

Gem besteedb hh ink

2010

74,6

Gem. WOZ-waarde

64

5,1 2005

29.228

€

29.228

4,2

4,2

2000

2005 135,5 48,8

2010

De ontwikkeling van Veldhuizen-Vleuterweide Sociale Structuur BURGERSCHAP

2000

2002

2004 7,2

Leefbaarheid en sociale cohesie Rapportcijfer algeheel buurtoordeel

7,2

7


6,1

5,9

6

0

0

5,9


0

0

23,5


33

25,4

26,3

94,4

93,1

95,7


0

79,8

79,2


0

0

48,4


0

0

27



0

0

80,7

Zelfredzaamheid

0

7,7

8

% LOA-populatie

0

21

0

2000

2002

2004

0

0

8


0

8,1

11,5


0

9,2

13,8


0

8,5

9,1


0

12,4

13,1


0

2

4,8


0

29,7

24,7


0

7,4

8,2


0

7,6

7,7

Komt niet rond

0 -


0

3

6

2000

2002

2004

MAATSCHAPPELIJKE STABILITEIT Gezondheid Slechte gezondheid Veiligheid


KWALITEIT VAN LEVEN

7


0

0

64


0

0

55

Sportdeelname

0

0

0

65


De ontwikkeling van Veldhuizen-Vleuterweide DUO-opgave: A-projecten: Geen B-projecten: Geen C-projecten: Geen Cultuur Campus

IAB: Geen

De ontwikkeling van Veldhuizen en met name Vleuterweide gaat gepaard met de ontwikkeling van nieuwe voorzieningen. Het betreft onder andere twee kind clusters, een gezondheidscentrum, een woon-zorg centrum, een cultuurcampus, tijdelijke voorzieningen en bijzonder woonvormen.

66


Masterplan VO: Huisvesting De Bruine Lyceum in Cultuur Campus Vleuterweide.

De kansen, bedreigingen en aangrijpingspunten in Veldhuizen-Vleuterweide Veldhuizen-Vleuterweide in Top 5 zwakten Utrecht IN TOP 5 ZWAKTEN UTREC HT

Ranking

Ontwikkeling

Kernambitie


27

Participatie


29

Kwaliteit van leven


27

Kwaliteit van leven

Veldhuizen-Vleuterweide in Top 5 sterkten Utrecht IN TOP 5 STERKTEN UTREC HT

Ranking

Ontwikkeling

Kernambitie


1

Participatie


2

Participatie

Slechte gezondheid

2

Gezondheid


1

Veiligheid


3

Veiligheid


5

Veiligheid

Komt niet rond

4


Top 5 zwakten Veldhuizen-Vleuterweide TOP 5 ZWAKTEN % Actief als vrijwilliger

Ranking

Ontwikkeling

Kernambitie

1

Participatie


2

Kwaliteit van leven


3

Kwaliteit van leven

Tolerantie

4



5


Top 5 sterkten Veldhuizen-Vleuterweide TOP 5 STERKTEN % Onveilig gevoel in de buurt

Ranking 1

Ontwikkeling

Kernambitie Veiligheid

Slechte gezondheid

2

Gezondheid


3

Veiligheid


4

Veiligheid

Komt niet rond

5


67


De kansen, bedreigingen en aangrijpingspunten in Veldhuizen-Vleuterweide Top 5 verbeteringen binnen Veldhuizen-Vleuterweide TOP 5 VERBETERINGEN

Kernambitie


Veiligheid



Zelfredzaamheid

Zelfredzaamheid


Participatie



Top 5 verslechteringen binnen Veldhuizen-Vleuterweide TOP 5 VERSLECHTERINGEN

Kernambitie


Veiligheid




Veiligheid


Veiligheid


Veiligheid

Veldhuizen-Vleuterweide komt drie keer voor in de Top 5 zwakten in Utrecht. Het betreft twee indicatoren die onder de kernambitie Kwaliteit van leven vallen, namelijk de tevredenheid over de sport en de culturele voorzieningen. Ook het percentage dat actief is als vrijwilliger – kernambitie Participatie – komt in de Top 5 zwakten voor. In de Top 5 van sterkten komt Veldhuizen-Vleuterweide zeven keer voor. Vooral Veiligheid komt vaak (3) voor. Daarnaast gaat het om de kernambities Participatie (2), Gezondheid en Sociale uitsluiting kwetsbare groepen. Kijkend naar de Top 5 van zwakten in VeldhuizenVleuterweide dan geldt voor de kernambitie Kwaliteit van leven dat men ontevreden is over de sport en culturele voorzieningen, voor Leefbaarheid en sociale contacten geldt dat de tolerantie en het algehele buurtoordeel laag zijn. Ook Participatie is hierin vertegenwoordigd met de indicator aantal mensen actief als vrijwilliger. De Top 5 van verbetering in Veldhuizen-Vleuterweide laat vijf verschillende kernambities zien. Alle vijf de indicatoren zijn in hun essentie terug te herleiden op de buurt of de wijk. Het beeld ontstaat dat de leefbaarheid in brede zin is verbeterd.

68


De verslechteringen zijn voor het grootste deel terug te herleiden op de kernambitie Veiligheid. Ook het aantal mensen met onvoldoende sociale contacten neemt toe.

Veldhuizen-Vleuterweide, overall Sociale Structuur



Burgerschap

In zijn algemeenheid laat Burgerschap een gemiddeld beeld zien.

Voor zover bekend, laten alle indicatoren een statisch beeld zien.

Deel van de voorzieningen nog knelpunten in capaciteit (voorscholen).


Overwegend veel indicatoren zijn sterk beter dan het gemiddelde.

Vooral op het vlak van Veiligheid is een verslechtering zichtbaar.

Toekomstig voorzieningenaanbod van voldoende niveau.

Kwaliteit van leven

De tevredenheid over sport cultuur voorzieningen is lager dan gemiddeld.

Geen ontwikkelingen bekend.

Oordeel inwoners is niet goed, maar veel voorzieningen nog i n ontwikkeling.


69


70


Colofon Uitgave Gemeente Utrecht Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling sectie Accountmanagement Postbus 2158 3500 GD Utrecht

Rapportage Hospitality Consultants Dick Leijen Tim van Asch

Vormgeving OPHIS/New Impulse, Utrecht

Fotografie Anton van Daal Gemeente Utrecht

Teksten Gemeente Utrecht

Drukwerk Reproservice gemeente Utrecht

Meer informatie Secretariaat Accountmanagement 030 - 286 26 46 [email protected]

Datum Februari 2006

71


Bezoekadres Kaatstraat 1, Utrecht Postbus 2158, 3500 BK Utrecht Telefoon 030 - 286 26 44 Fax 030 - 286 26 44 E-mail [email protected] www.utrecht.nl

Wijkbeeld Vleuten-De Meern

Recommend Documents