Magazine 2014-2015 #1
Studentenportretten Megan Davis Jordy Dik Leif de Leeuw Monika Neverauskaite
Interviews Wilma Franchimon André Heuvelman Tim Tomassen Leo Vervelde
Theatercollectief CLUB GEWALT:
‘Wij gaan niet voor subtiliteit’
De Lijnbaan Normaal gesproken steken deze twee dansstudenten van Codarts gewoon een straat over, ook in Rotterdam, maar voor de foto wilden ze er wel een keer iets bijzonders van maken. Ana Torre en Lino Hernández bevinden zich op het zebrapad waar de Aert van Nesstraat de Lijnbaan doorsnijdt, in het centrum van de stad dus. De Lijnbaan – vernoemd naar de hier tussen 1667 en 1845 gevestigde touwfabriek – was de eerste verkeersvrije winkelpromenade in Nederland. Het ontwerp kwam van architectenbureau Van den Broek en Bakema. Met de aanleg werd in 1949 begonnen, de opening vond plaats in 1953. Later is de Lijnbaan nog doorgetrokken. In oktober 2013 werd het 60-jarig bestaan van de winkelstraat gevierd. Op de achtergrond, aan het einde van de Aert van Nesstraat, is een deel van de Rotterdamse Schouwburg zichtbaar.
2
3
Foto Arash Nikkhah.
6
12
De Lijnbaan Twee dansstudenten gefotografeerd op het zebrapad waar de Aert van Nesstraat de Lijnbaan doorsnijdt. Hartje Rotterdam, dus. De Lijnbaan was de eerste verkeersvrije winkelpromenade in Nederland. pagina 2 & 3
CLUB GEWALT Een gesprek met Amir Vahidi en Suzanne Kipping van theatercollectief CLUB GEWALT over risico’s, rompslomp, ruig Rotterdam en alles daar tussenin. pagina 6, 7 & 8
Kunsten & gezondheid Codarts schenkt volop aandacht aan het thema kunsten & gezondheid. Dit komt op allerlei manieren tot uiting, bijvoorbeeld in het programma Student Life en de Master Danstherapie. pagina 9
Portret: Leif de Leeuw Tweedejaarsstudent Pop / gitaar. pagina 10
14
Portret: Megan Davis Tweedejaarsstudente Turkse Muziek / zang. pagina 11
Wilma Franchimon Codarts Rotterdam heeft een nieuwe collegevoorzitter: Wilma Franchimon. Met ingang van 1 augustus jl. is zij door de Raad van Toezicht voor vier jaar benoemd. Een nadere kennismaking. pagina 12 & 13
André Heuvelman Trompettist André Heuvelman ijvert ervoor dat Codarts haar studenten opleidt tot ‘musici die niet achterin de bus gaan zitten, maar die voorop willen lopen in de maatschappij’. pagina 14 & 15
Portret: Jordy Dik Tweedejaarsstudent Docent Dans. pagina 16
Portret: Monika Neverauskaite Vierdejaarsstudente Circus. pagina 17
4
Tim Tomassen Hij is er trots op dat hij kan zeggen: ‘Ik heb Docent Muziek gestudeerd!’ Afgelopen zomer sloot Tim Tomassen die opleiding af. Nu geeft hij les. En treedt hij op met z’n band, want hij is ook singer-songwriter. pagina 18 & 19
Leo Vervelde Het orkest OTRA, de spil van de specialisatie Argentijnse tango van de afdeling Wereldmuziek, bestaat twintig jaar. Oprichter en leider van OTRA is bandoneónist Leo Vervelde. pagina 20 & 21
Codarts on stage Een fotografische impressie van drie voorstellingen: Showcase (muziektheater), Talent On The Move (dans) en Take It Off (circus). pagina 22 & 23
Highlights Iets meer dan een handvol korte berichten. pagina 24 & 25
Magazine schooljaar 2014-2015 #1
17
18
20
24
Beste lezer, Codarts Rotterdam heeft een nieuwe collegevoorzitter: Wilma Franchimon. Met ingang van 1 augustus jl. is zij door de Raad van Toezicht voor vier jaar benoemd. Ze volgt interim-voorzitter Max Merkx op. Het College van Bestuur van Codarts bestaat nu uit voorzitter Wilma Franchimon en lid Samuel Wuersten. Op pagina 12 & 13 kun je nader kennismaken met Wilma Franchimon. ‘Als het aan mij ligt,’ zegt ze daar, ‘groeit Codarts uit tot een parel aan de Maas.’ Verder bevat deze editie van Codarts Magazine weer portretten van en interviews met kleurrijke studenten, interessante docenten en succesvolle oudstudenten. Eveneens in deze uitgave: een artikel over het thema kunsten & gezondheid (pagina 9), een fotografische impressie van een muziektheater-, een dans- en een circusvoorstelling (pagina 22 & 23) en iets meer dan een handvol korte berichten (pagina 24 & 25). Op deze plaats wijzen we je als lezer van Codarts Magazine graag op het Jaarmagazine 2013 van Codarts. Deze exclusieve online-uitgave, te vinden op jaarmagazine.codarts.nl, biedt een niet-alledaagse terugblik op het kalenderjaar 2013. In het Engelstalige magazine vind je onder meer interviews met studenten, een blik achter de schermen en een overzicht van highlights (bijzondere optredens en prijswinnaars), geïllustreerd met prachtige foto’s. We wensen je weer veel lees- en kijkplezier met deze uitgave van Codarts Magazine. De volgende editie verschijnt in februari 2015. De redactie
5
Codarts Magazine Jaargang 12, nummer 1 September 2014 Codarts Magazine, een uitgave van Codarts Rotterdam, verschijnt twee maal per schooljaar. Ga voor een gratis abonnement naar codarts.nl Redactie Hans Boerrigter Geertje Cornelissen Claudia Klaassen Karlijn Verschoor Vertaling Jane Harvey Grafisch ontwerp 75B, Rotterdam Druk Veenman+, Rotterdam Codarts Magazine Kruisplein 26 3012 CC Rotterdam 010-2171172
[email protected] Foto omslag: Aldo Olijrhook
Foto Aldo Olijrhook.
Amir Vahidi en Suzanne Kipping van CLUB GEWALT: ‘Ons devies is: less is less, more is more.’
6
CLUB GEWALT
‘Wij gaan niet voor subtiliteit’ Ze waren nog geen jaar afgestudeerd en stonden al op het Performa Festival in New York. Het gerenommeerde Festival d’Avignon volgde, evenals talloze optredens in Nederland. Ze schrijven teksten en muziek, ze zingen, acteren en bespelen instrumenten. ‘Ze’ zijn CLUB GEWALT, bestaande uit acht Muziektheater-alumni van Codarts. Een gesprek met Amir Vahidi (Teheran, 1990) en Suzanne Kipping (Den Bosch, 1991) over risico’s, rompslomp, ruig Rotterdam en alles daar tussenin.
Jullie studeerden af in de zomer van 2013. Eén zomer later hebben jullie op grote festivals gespeeld in binnenland (waaronder De Parade en de Operadagen Rotterdam) en buitenland. De recensies zijn lovend. Hoe verklaar je dit succes? Suzanne: ‘We horen vaak dat het met jonge, frisse energie te maken heeft. We willen zo veel doen in dit vak. Dat stralen we uit. Daarnaast schrijven we alles zelf en zijn we multiinzetbaar. We zingen en acteren goed en de meesten van ons bespelen instrumenten.’ Amir: ‘Wat ook hielp was dat we van januari 2014 tot pakweg april weinig te doen hadden. In die periode hebben we als gekken vergaderd en zaken geregeld. We hebben ons zo’n beetje overal voor aangemeld. Toen kwamen de reacties vanuit festivals: ja, prima, kom maar. Plotseling werd het een gekkenhuis.’
Suzanne: ‘In het begin geloofden we het niet. Dat je zoiets een half jaar na je afstuderen meemaakt. Echt bizar.’ En bij een flitsende start hoort een flitsende website. Wie clubgewalt.nl opent, komt terecht in een kakofonie van bewegende beelden en felle kleuren. Wat zegt die uitstraling over jullie? Amir: ‘Het zegt alles over ons. Zo zijn we ook met elkaar. Onze repetities verlopen niet geordend. Iedereen komt constant met nieuwe ideeën. Het is moeilijk om dan stapsgewijs te werk te gaan.’ Suzanne: ‘We gaan zelden voor subtiliteit. Ons devies is: less is less, more is more. Het moet heftig en energiek zijn. Dat past bij ons.’ Hoe komt de keuze voor een stuk tot stand? Suzanne: ‘Dat gebeurt spontaan. Iemand gooit een idee in de groep en er groeit een voorstelling uit.’ Amir: ‘De ideeën komen overal vandaan. Een kwijtgeraakte sleutelhanger kan al tot een verhaal leiden.’ Suzanne: ‘We gaan nooit uit van een maatschappelijk thema. Misstanden aankaarten is geen uitgangspunt voor ons. Het gaat zo: jongens, we spelen op het Café Theater Festival. Café, carnaval… We maken een carnavalsvoorstelling! [Met Carnavalskinderen won CLUB GEWALT in 2013 de eerste prijs op het Café Theater Festival in Utrecht.] Uiteindelijk gaat het heel vaak over onze generatie. Over
Vóór die ‘aanmeldperiode’ stonden jullie op het Performa Festival (New York) met de muziektheaterproductie The Humans, van schrijver en beeldend kunstenaar Alexandre Singh. Amir: ‘De productieleidster zocht een groep en kwam via een Codarts-docent bij ons terecht. We kregen een e-mailtje met het verzoek om auditie te doen. Natuurlijk pakten we die kans. En met succes! Eerst speelden we de voorstelling in de Rotterdamse Schouwburg, daarna in de Verenigde Staten.’
7
Foto Aldo Olijrhook.
CLUB GEWALT compleet (van links af): Robbert Klein, Loulou Hameleers, Suzanne Kipping, Sanna Elon Vrij, Annelinde Bruijs, Dook van Dijck, Amir Vahidi en Gerty Van de Perre.
‘Ons creatieve proces verloopt in een flow.’
verwoorden. Soms moet je iets zien en beleven.’ Suzanne: ‘Natuurlijk begrijp ik welk doel het dient. Maar het is jammer dat we meer met de rompslomp eromheen bezig zijn dan met het creatieve proces. Al die droge vragen, zoals: “Wanneer is je project geslaagd”?’ Even terug naar waar het begon: Muziektheater bij Codarts. Hoe hebben jullie de opleiding ervaren? Amir: ‘De docenten zijn heel vakkundig. Je krijgt het beste van beide werelden, muziek en theater.’ Suzanne: ‘Je wordt in de eerste plaats opgeleid tot uitvoerend artiest; niet tot theatermaker. Maar als je wilt creëren, dan krijg je daar alle ruimte voor. Wanneer je initiatief toont, denkt de opleiding met je mee. Dat is heel tof.’ Amir: ‘En de stad Rotterdam betekent veel voor ons.’ Suzanne: ‘Ja, dat is onze basis. Er gebeuren hier allerlei nieuwe, gekke dingen. Ook vanuit Codarts. Dat is mooi om te merken en uit te dragen.’ Amir: ‘De stad past goed bij dat ruige en vieze dat wij soms ook hebben.’
veel en snel. Een veelheid aan prikkels en keuzes die je moet maken.’ Amir: ‘Ongeduld…’ Suzanne: ‘ Ja, ongeduld. Maar dat is nooit een vooropgezet plan. Het blijkt gaandeweg.’ Jullie voorstelling Man On Wire is gebaseerd op de gelijknamige, Oscar-winnende documentaire over het leven van Philippe Petit. In 1974 spande hij een koord tussen de Twin Towers en balanceerde 45 minuten boven de skyline van New York. Een belangrijk thema is – niet verwonderlijk – risico’s nemen. Wat betekent dit thema voor jullie? Suzanne: ‘Heel veel. We vonden zijn verhaal zo tof. Dat hij dacht: fuck it, ik span gewoon een draad en ga lopen. Het staat symbool voor wat wij doen. Alles ligt plat in de kunst en cultuur, maar wij laten ons niet tegenhouden en beginnen een collectief. In de voorstelling bespelen we allemaal een instrument, hoewel sommigen van ons dat nooit eerder hadden gedaan. Het voelt alsof je zelf op een draad loopt.’ Amir: ‘Als artiest moet je, bij wijze van spreken, op de rand van een gebouw staan wil je op je toppen presteren. Je moet risico’s durven nemen en een geweldige concentratie kunnen opbrengen.’
Dat vieze? Amir: ‘Je hoeft hier niet binnen de lijntjes te kleuren. Het fijne aan Rotterdam is dat het…’ Suzanne: ‘…super lelijk kan zijn. En dan ineens weer heel mooi. Wil je met grote letters opschrijven dat theater De Gouvernestraat moet blijven? Dat is bij uitstek een plaats waar jonge makers de kans krijgen om hun werk uit te proberen.’ Stel we zijn nog eens tien zomers verder. Waar heeft CLUB GEWALT dan opgetreden? Suzanne: ‘Man On Wire zouden we het liefst in New York spelen, op de plek waar de Twin Towers stonden. We oriënteren ons nu op festivals in Berlijn. Maar ook in Nederland is nog zo veel te doen. Denk aan Over het IJ en Theaterfestival Boulevard in Den Bosch.’ Amir: ‘Oerol en natuurlijk het Holland Festival.’ Suzanne: ‘Ja, het Holland Festival. Als je echt mag dromen.’ Amir: ‘Dat is nog een stapje te ver.’ Suzanne: ‘Wie weet, over tien jaar!’
En je creatie aan de man kunnen brengen. Aan een subsidieverstrekker, bijvoorbeeld. Hoe ervaar je dat? Die verantwoording? Amir: ‘Ons creatieve proces verloopt in een flow. Een sfeer van enthousiasme waarin we beslissen: ja, dit gaan we doen! Het is demotiverend als je voor een subsidieaanvraag je keuzes tot in detail moet uitleggen. Niet alles laat zich
clubgewalt.nl
8
kunsten & gezondheid
uniek in nederland Om als kunstenaar een topprestatie te kunnen leveren, is een goede gezondheid onontbeerlijk. Daarnaast heeft kunst zelf vaak een helende werking. Logisch dat Codarts volop aandacht schenkt aan het thema kunsten & gezondheid. Dit komt op allerlei manieren tot uiting. Bijvoorbeeld in het unieke programma Student Life en de Master Danstherapie.
decanaat en studieloopbaanbegeleiding. Programmacoördinator Stephanie Keizer: ‘Het belangrijkste doel is studenten een goede fysieke en mentale weerbaarheid mee te geven. We zoeken de balans tussen belasting en belastbaarheid.’
Via een uitgebreid pakket aan theorie- en praktijklessen leren studenten hoe zij (toekomstige) cliënten kunnen begeleiden met behulp van dans. De kunstvorm leent zich uitstekend voor het uiten van gevoelens die niet in woorden te vatten zijn. De opleiding is internationaal georiënteerd. De voertaal is Engels en zowel de studenten als de docenten komen overal vandaan: van Noord- en ZuidAmerika tot Zweden en van Canada tot Spanje. Die variatie in culturele achtergronden verrijkt de opleiding; ook in het werkveld krijgt een therapeut te maken met cliënten vanuit allerlei culturen. De Master Danstherapie staat midden in de samenleving. In het collegejaar 2014-2015 starten verschillende praktijkprogramma’s in Rotterdam, in samenwerking met de GGD. In één daarvan begeleiden danstherapeuten
Foto Konrad Szymanski.
Master Danstherapie Codarts biedt de enige danstherapieopleiding op masterniveau in Nederland. Het is een driejarig programma dat eens in de twee jaar start. Studenten beschikken over een relevante hbo-opleiding en werkervaring, bijvoorbeeld in de dans of gezondheidszorg. Ook hebben ze auditie gedaan om hun uitdrukkingsvaardigheid via dans te laten zien. Afgestudeerden komen op allerlei plekken terecht: van de GGZ en het speciaal onderwijs tot de geriatrie. Daarnaast beginnen veel alumni een eigen praktijk.
Codarts biedt de enige danstherapieopleiding op masterniveau in Nederland.
ouders van wie de kinderen met overgewicht kampen. De masterstudenten ondersteunen hen daarbij. Zowel vanuit de overheid als het werkveld is veel vraag naar professionals op masterniveau. Mede om daaraan tegemoet te komen start in september 2016 een tweede therapeutische Codarts-master: Muziektherapie. Meer informatie hierover volgt op codarts.nl. Student Life Student Life is er voor alle niet-opleiding gerelateerde vragen van studenten. Het programma, dat in 2012 in het leven is geroepen, omvat een health center, international office, mentoraat,
9
Het concept van Student Life is uniek in Nederland. Zo heeft geen enkele andere kunstvakhogeschool een geïntegreerd health team dat voor alle studenten toegankelijk is. Ze kunnen bijvoorbeeld gebruikmaken van de vrije inloopuren van de logopedist, fysiotherapeut of diëtist. Daarnaast is Student Life geïntegreerd in de programma’s van een aantal opleidingen. Dit begon bij de dansafdelingen; in 2010-2011 volgde Circus Arts en in 2013 Muziektheater. Studenten volgen onder meer lessen op het gebied van voeding, verantwoord stemgebruik en blessurepreventie. Ze worden gestimuleerd om slim en verantwoord te trainen. Ook een goed gehoor is van cruciaal belang voor elke artiest. Tijdens de Protect your ears-bijeenkomsten van Student Life krijgen studenten een gratis gehoortest, oordopjes voor een gereduceerd tarief en persoonlijk advies. Meer informatie over Student Life? Lees het interview met coördinator Stephanie Keizer in het Codarts Jaarmagazine 2013 (Engelstalig): jaarmagazine.codarts.nl.
Leif de Leeuw, Pop
Hij was een jaar of elf toen hij bluesgitarist Johnny Winter zag in Paradiso. Een eyeopener voor Leif de Leeuw (Amersfoort, 1995), tweedejaarsstudent gitaar van de studierichting Pop. ‘Wat een emotie, wat een energie! Dat wilde ik ook.’ In die periode switchte hij van de akoestische gitaar naar de elektrische (‘dat was meer mijn instrument’) en bestudeerde de gitaarkunsten van Eric Clapton, Joe Walsh (The Eagles) en David Gilmour (Pink Floyd). ‘Ik imiteerde loopjes om technisch beter te worden. Ik gaf er wel een eigen draai aan.’ Muziek werd meer en meer – zoals hij het zelf noemt – een ‘levensstijl’. ‘Er kwam geen concreet moment waarop ik dacht: nu weet ik het zeker, ik word professioneel gitarist. Een muziekopleiding lag zo in lijn met wat ik dagelijks deed. Met mijn hobby, mijn passie. Het was een logisch vervolg.’ Voor zijn toelating bij Codarts speelde Leif al in verschillende bands, waaronder zijn vierkoppige Leif de Leeuw Band. De muzikanten studeren aan verschillende conservatoria en brengen ‘blues-rock, met uitstapjes naar funk, soul en fusion.’ Als solist boekte Leif succes tijdens onder meer de gitaarcompetitie Sena Young Talent Guitar Awards; twee maal werd hij eerste. Op zijn veertiende kreeg hij de titel ‘beste gitarist’ en vorig jaar won hij een op maat gemaakte gitaar. Volgens de jury speelde Leif ‘met gevoel’. ‘Daar ben ik blij mee, want dat vind ik ongelofelijk belangrijk. Het gaat erom dat je een verhaal kunt overbrengen. Bij goede muzikanten hoor je emotie in elke noot. Eén noot kan al snijden.’ Het vakmanschap dat daarvoor nodig is, krijgt ruim aandacht bij Codarts, aldus Leif. ‘Goed worden op je instrument staat centraal. Wat in mijn hoofd zit, kan ik steeds beter naar mijn vingers brengen.’ Op de vraag naar zijn artistieke ambities antwoordt hij: ‘Natuurlijk is het gaaf om op grote festivals te staan. Maar, alles op zijn tijd. Als ik maar kan spelen. En lesgeven. Dat doe ik nu twee avonden per week, aan de Amsterdamse Guitar Academy. Het is zo’n mooi gevoel als je een leerling kunt geven waar hij behoefte aan heeft.’
Foto’s Marcel van Oostrom.
‘Emotie in één noot’
Megan Davis, Turkse Muziek
‘Grensoverschrijdende muziek’ Country, pop en rock. Dat waren de muziekstijlen waar Megan Davis (Verenigde Staten, 1989) mee opgroeide. Op haar twaalfde verhuisde ze naar Nederland, waar ze een internationale school bezocht. Een muzikale openbaring volgde. ‘Via klasgenootjes kwam ik in aanraking met Turkse muziek en werd op slag verliefd. Ik kreeg kippenvel van die bijzondere ritmes en klanken. Natuurlijk verstond ik de teksten niet, maar ik begreep de emotie.’ Megan wist dat ze met muziek – vooral zang – verder wilde en volgde eerst een popopleiding op mbo-niveau. ‘Westerse pop trekt mij ook nog steeds.’ In 2009 begon ze als barmedewerker op het World Music & Dance Centre (WMDC) in Rotterdam, waar onder meer de afdelingen Jazz, Pop en Wereldmuziek van Codarts gevestigd zijn. Zo ontmoette ze Kemal Dinç en Alper Kekeç, beiden docent Turkse Muziek, één van de specialisaties van Wereldmuziek. ‘Ik mocht een paar lessen volgen en pakte de melodieën heel snel op. Ik ging steeds met een enthousiast gevoel weg.’ Ze werkte hard aan haar zangrepertoire en deed succesvol auditie voor het schooljaar 2013-2014. ‘De kennismaking met Kemal en Alper was doorslaggevend voor mijn keuze. In mijn ogen zijn zij muzikale genieën en heel openminded. Als ik ter afwisseling met een Bulgaars of Arabisch nummer aankom, begeleiden ze mij daar uitstekend bij.’ Hoewel Megan niet de ambitie heeft om beroemd te worden (‘normaal over straat gaan is wel zo fijn’), heeft ze al een bijzonder televisieoptreden achter de rug. ‘De grootste Turkse tvzender, TRT, heeft opnames gemaakt tijdens een lesdag op onze afdeling. Ze vonden het opmerkelijk dat een Amerikaanse zo weg is van hun muziek.’ Lachend: ‘De uitzending duurde een halfuur en ik ben twintig minuten in beeld.’ Na haar opleiding wil Megan als uitvoerend artiest aan de slag én lesgeven. ‘Vooral aan kinderen. Ik ben er nu al mee bezig en merk hoe snel ze dingen oppakken. Ook niet-Westerse ritmes en melodieën. Prachtig is dat.’ Als zangeres brengt ze graag een combinatie van Westerse pop en Turkse muziek ten gehore. ‘Die werelden samenbrengen spreekt me aan. Muziek is grensoverschrijdend en dat wil ik delen.’
Als kind wilde ze concertpianist worden, vertelt Wilma Franchimon (Delft, 1956). Een piano kwam er thuis echter niet in; ze heeft zichzelf piano leren spelen op een instrument dat ze aantrof in de dependance van de plaatselijke muziekschool. Wilma werd uiteindelijk docent op een basisschool in Rotterdam-West, maar de passie voor muziek bleef. Twee jaar nadat ze via een buurvrouw op zangles was gegaan, studeerde ze klassieke zang aan het Rotterdams Conservatorium (nu Codarts), bij Wendela Bronsgeest. ‘Toen ik begon, in 1988, was ik moeder van twee kinderen en had ik met een vriendin een Weill/ Brecht-programma. Geen idee hoe ik dat allemaal gedaan heb… Ik volgde de dagopleiding, we waren vaak op tournee, maar het is me gelukt. Geweldige tijd!’ Op het conservatorium heeft ze alle kennis en muziek ‘opgezogen’. ‘Ik had wat in te halen.’ Ze houdt van Schubert, Mozart en Strauss, maar is vooral liefhebber van twintigste-eeuwse muziek. Ze noemt onder anderen Webern, Schönberg, Heppener, Barber, De Leeuw en Sciarrino. Wilma heeft twaalf jaar op het podium gestaan als sopraan. Al tijdens haar conservatoriumtijd had ze een grote privépraktijk opgezet. ‘Veel van mijn leerlingen zijn doorgestroomd naar conservatoria.’ Gedurende haar zangcarrière werd ze ook steeds vaker gevraagd door organisatieadviesbureaus, met name voor trainingen op het gebied van teambuilding en presentatietechnieken. ’Blijkbaar doe ik iets met groepen dat hen enthousiasmeert.’ Verder bekleedde Wilma diverse managementfuncties en bestuurlijke functies en adviseerde ze bij verandertrajecten. Voordat ze naar Codarts kwam, was ze kwartiermaker bij Cultuurweb Westland, met als opdracht het bouwen van een netwerkorganisatie voor culturele instellingen en organisaties. Ze heeft een passie voor muziek, maar is ook een groot liefhebber van de beeldende kunsten, dans, theater en circus. Wilma: ‘In mijn werk ben ik met alle vormen in aanraking gekomen. Ik ben een omnivoor als het de kunsten aangaat.’ Wilma is gehuwd, heeft twee kinderen en woont in Rotterdam. Ze is geboren en getogen in Delft, maar haar hart ligt in de Maasstad. ‘Het is hier altijd in beweging, niets is gek genoeg. Het culturele aanbod, de skyline, de bedrijvigheid van de haven, de brede samenstelling van de bevolking, het uitgaansleven en dan vooral de restaurants – ik haal hier mijn hart op.’
12
Foto Marcel van Oostrom.
Nieuwe collegevoorzitter Wilma Franchimon:
‘Codarts parel aan de Maas’ Codarts Rotterdam heeft een nieuwe collegevoorzitter: Wilma Franchimon. Met ingang van 1 augustus jl. is zij door de Raad van Toezicht voor vier jaar benoemd. Ze volgt interim-voorzitter Max Merkx op. Het College van Bestuur van Codarts bestaat nu uit voorzitter Wilma Franchimon en lid Samuel Wuersten. Een nadere kennismaking.
Wilma Franchimon is niet nieuw bij Codarts; in september 2013 kwam ze er in dienst als manager van de afdelingen Dans, Circus en Muziektheater. Bovendien studeerde ze van 1988 tot 1992 klassieke zang aan het Rotterdams Conservatorium (nu Codarts). ‘Nee, dat ik bij dit instituut nog eens een managementfunctie zou gaan bekleden, is nooit bij me opgekomen.’ Wilma wil zich de komende jaren vooral richten op het verder positioneren van Codarts als internationaal georiënteerde excellente kunsthogeschool. ‘Er is al veel bereikt, maar het kan altijd beter. Hier werken allemaal professionals die zich met hart en ziel inzetten om het beste onderwijs aan te bieden en de beste onderwijsondersteuning te leveren. We kunnen nu vervolgstappen maken, met name met betrekking tot internationalisering, onderzoek en scouting & talentontwikkeling – dat nemen we op in onze nieuwe missie en visie.’
Nieuwsgierig zijn naar kennis en nieuwe ontwikkelingen, dat is voor Wilma ‘een belangrijke drive’, en die verwacht ze ook bij Codarts-medewerkers. Dat geldt eveneens voor flexibiliteit en het vermogen tot reflectie. ‘De wereld verandert met steeds grotere snelheid, en we hebben elkaar nodig om zorg te dragen voor een hernieuwde, positieve status van de kunsten, en daarmee voor het creëren van een goede arbeidsmarkt voor al onze (inter)nationale talenten. Niet alleen de opleidingen voor de uitvoerende kunsten zijn van belang, maar ook de docentenopleidingen. Immers, docenten ontdekken en creëren de talenten van de toekomst.’ Het versterken van elkaars kwaliteiten, en ook weten waar je niet goed in bent, dat is het parool, aldus Wilma. ‘We hebben elkaar dus hard nodig.’ Mede daarom streeft ze naar het versterken van de diverse samenwerkingsverbanden in de stad Rotterdam en met
13
culturele instellingen en collegaonderwijsinstellingen in binnen- en buitenland. ‘Codarts heeft het lef en de daadkracht om innovatieve ideeën om te zetten in een prachtig eindresultaat. Als het aan mij ligt, groeit Codarts uit tot een parel aan de Maas.’ Ze is ‘een echte people manager’, zegt Wilma. ‘En ik ben resultaatgericht, ik sta voor doen wat je zegt en ik ben voortdurend op zoek naar nieuwe kansen,’ besluit ze. ‘Het is niet de makkelijkste tijd voor de kunsten. Juist nu moeten we alert acteren. En kansen pakken. Liggen die er niet, dan creëren we ze. Discussies ga ik niet uit de weg. Sterker nog: iedere frictie is een kans. De discussie houdt je scherp.’
Wilma Franchimon: ‘Discussies ga ik niet uit de weg. Sterker nog: iedere frictie is een kans.’
Heuvelman spreekt Een excellente vakman/vrouw met een eigen identiteit – aan musici met dat profiel heeft de maatschappij van vandaag behoefte, aldus André Heuvelman. De hoofdvakdocent trompet ijvert ervoor dat Codarts haar studenten opleidt tot ‘musici die niet achterin de bus gaan zitten, maar die voorop willen lopen in de maatschappij’. André Heuvelman (Rhenen, 1966) is goed bezig. Lekker bezig. En daar heeft hij het maar druk mee. Klagen? Echt niet! Fijn, dat is het. Helemaal fijn. Want ja, Heuvelman is eerste trompettist bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest, prominent lid van het Nederlands Blazers Ensemble, artistiek leider van Klassiek aan de Plas (Rotterdam) en Klassiek aan de Grift (Veenendaal), theatermaker, cultureel ondernemer. Onder meer, hè. Bovendien – en daarom zijn we nu hier – is hij hoofdvakdocent trompet bij Codarts. Daarzo, in Rotterdam, is hij zelf in 1989 cum laude afgestudeerd, bij Ad van Zon. Met zo’ n staat van dienst heb je recht van spreken. En spreken, dat doet Heuvelman graag. Of, zoals hij het zelf noemt, ‘delen’.
André Heuvelman: ‘Kom achter je instrument vandaan en laat zien wie je bent!
Waarom hij muzikant geworden is? ‘Ik denk,’ zegt hij, ‘omdat ik het fijn vind om dicht bij mensen te komen. Als muzikant mag je binnen komen zonder kloppen. Overal. De kwetsbaarheid, de echtheid van je muziek laat mensen voelen wie ze zijn, wie ze écht zijn. Door dicht bij mensen te komen, kun je ze raken. Dankzij muziek ervaren mensen hun eigen unieke kracht.’ Heuvelman vervolgt: ‘De muziek die ik maak, is mijn muziek. Mijn sound, mijn manier van doen, en die zit heel dicht bij me. Daar vertrouw ik ook heel erg op. Tijdens mijn opleiding voelde ik dat ik de ruimte kreeg om mezelf te zijn, mezelf te worden. Er bestonden geen dogma’s. Ad van Zon, George Wiegel, Arie van Beek, die mensen waren destijds heel belangrijk voor me. Ook bij het Nederlands Blazers Ensemble voelde ik vrijheid, meteen vanaf het begin. Daar ben ik erg gegroeid. Dat wil ik graag delen.’
wie je zelf bent. Dat moet je uitvinden. Zelf. Succesvolle musici, zoals Eric Vloeimans, Jörgen van Rijen en Flip Noorman, hebben zichzelf gevonden. Daar kregen ze bij Codarts de ruimte voor en die hebben ze genomen. Naast excellente vaklui zijn zij musici die dicht bij mensen staan.’ Vaklui, jazeker. Want vergeet niet: ‘Je kunt als musicus pas tot bloei en wasdom komen als je skills 100 procent in orde zijn. Daar moet je ongelooflijk hard aan werken.’ Techniek is een middel, geen doel, benadrukt Heuvelman. ‘Als je op het podium staat, zo wordt algemeen aangenomen, dan moet je iets kunnen. Natuurlijk moet je iets kunnen, maar op het podium moet je vooral iets zijn, denk ik. Ik vind dat wij er
Alleen de ambitie om eerste trompettist in een symfonisch orkest te worden, is anno 2014 niet meer voldoende, zegt Heuvelman. ‘ Als je dicht bij mensen wilt komen, moet je weten
14
Foto Govert Govers.
zijn om het publiek impulsen te geven. Vroeger was muziek ter lering ende vermaak. Dat moet terugkomen: muziek ter lering ende vermaak 2.0. We lopen echter nog te vaak achterop. Musici zijn over het algemeen geen innovators, hoewel ze dat wel kunnen zijn. Zouden moeten zijn. Kom achter je instrument vandaan en laat zien wie je bent! Als voorbeeld voor anderen. Voor bankdirecteuren bijvoorbeeld.’
excellente musici worden die anderen de weg gaan wijzen, door muziek te maken vanuit hun eigen identiteit.’ Hij ijvert ervoor dat Codarts haar studenten opleidt tot ‘musici die niet achterin de bus gaan zitten, maar die voorop willen lopen in de maatschappij’. ‘Hier in Rotterdam kan alles. Deze school biedt niet alleen Klassieke Muziek, maar onder meer ook Argentijnse tango, Pop, Dans, Turkse muziek, Jazz, Circus, Flamenco… Als je ervoor open staat, zijn de mogelijkheden hier onbegrensd. Codarts is een safe place om jezelf te ontwikkelen.’
‘Studenten komen hier bij Codarts binnen met een enorme passie voor muziek. Wij moeten dat vuur brandend houden of eventueel opstoken,’ doceert Heuvelman. ‘ Die jongelui dienen zich wel te realiseren dat ze ambassadeurs zijn van de nieuwe orde. Ze hebben een grote verantwoordelijkheid:
Heuvelman heeft gesproken. andreheuvelman.com
15
Jordy Dik, Docent Dans
‘Ik heb veel geleerd’ Hij werd ‘gescout’ door Ingrid Stoepker, het hoofd van de bacheloropleiding Docent Dans, in een dansoriëntatieklas. ‘Ik danste toen pas ruim een jaar,’ vertelt Jordy Dik (1994) uit Gouda. ‘Ingrid vroeg me of ik auditie wilde komen doen bij Codarts. Dat was op een maandag. De volgende dag heb ik m’n solo voorbereid en de schrijfopdracht gemaakt (reflectie op de vijf pijlers van de opleiding). En ’s woensdags deed ik auditie.’ Met succes, dus. Hij is nu tweedejaarsstudent. Het eerste jaar typeert Jordy als ‘zwaar’. ‘Maar ik heb veel geleerd.’ Lachend: ‘In het begin voelde ik me tijdens de balletlessen een sukkel, omdat ik er weinig van bakte. Ik ben een perfectionist. Toch vond ik de balletles vaak de leukste les van de week, omdat ik er het meeste leerde.’ Dans is voor hem geen doel op zich, zegt Jordy, maar een middel om z’n maatschappelijke betrokkenheid in praktijk te brengen. ‘Het feit dat community arts een prominente plaats inneemt in het lesprogramma, speelde voor mij een grote rol om na die auditie ook daadwerkelijk te kiezen voor deze opleiding. Community arts verbindt kunst en het maatschappelijke. Graag laat ik anderen kennismaken met wat ik mooi en interessant vind.’ Jordy is blij met z’n keuze. ‘Wat ik tof vind, is dat de opleiding open staat voor eigenheid. Iedere student kan z’n eigen route kiezen, de school stippelt niet één bepaalde weg uit.’ Overigens is zijn keuze voor een podiumkunst alles behalve toevallig. ‘Ik hou van bewegen. En ik sta al vanaf m’n vijfde op het toneel. Mijn basisschool deed veel aan theater en op m’n twaalfde ben ik lessen gaan volgen bij het Jeugdtheaterhuis in Gouda. Ik was vroeger nogal verlegen. Op het podium echter voelde ik me zeker. En vrij – en ik ben erg gesteld op m’n vrijheid…’ Na de basisschool was Jordy vwo gaan doen in z’n woonplaats, tot iemand hem wees op de Theaterhavo/vwo in Rotterdam. ‘Daar viel alles op z’n plek. Ik heb er met veel plezier klas 4, 5 en 6 gedaan, en het vwo-diploma behaald.’ En toen werd hij ‘gescout’…
Monika Neverauskaite, Circus
Foto’s Marcel van Oostrom.
‘Eén grote circusfamilie’ Dat ze een opleiding tot circuskunstenaar zou gaan volgen, lag niet voor de hand. Als kind wilde ze docente worden. Later werd dat actrice, en weer later danseres. Bovendien staat het hedendaagse circus in Litouwen, haar geboorteland, nog in de kinderschoenen. ‘Een opleiding zoals die van Codarts bestaat bij ons niet,’ aldus Monika Neverauskaite. Monika’s wieg stond in Vilnius, de hoofdstad van Litouwen. Ze werd er geboren in 1990, ‘het jaar van onze onafhankelijkheid’. Nadat ze het gymnasium had doorlopen, volgde ze een jaar een volksdansopleiding in Noorwegen. Daarna verhuisde ze naar Denemarken, waar ze een half jaar les nam aan het inmiddels opgeheven Performers House, een school die programma’s aanbood voor jongeren met een bijzondere interesse in muziek, dans, theater en circus. ‘Ik wilde dans gaan studeren,’ vertelt Monika. ´Op een dag attendeerde een kennis me op circus: dat is pas interessant! Ja, waarom niet, dacht ik. Toevallig werd in die tijd bij Codarts een werkweek georganiseerd. We mochten toen ook een soort auditie doen; dat wilde ik wel proberen! Ik stapte daar heel ontspannen in. Na twee maanden kreeg ik bericht dat ik aan de circusopleiding mocht beginnen. Ik was blij verrast. Nou, als ik word toegelaten, dacht ik, dan ga ik het doen ook!’ Inmiddels is Monika vierdejaarsstudente. In eerste instantie had ze zich gespecialiseerd in handstand (‘dat is vanwege de vereiste kracht en concentratie één van de moeilijkste disciplines die er zijn’), sinds vorig schooljaar focust ze zich op cyr wheel (‘als je je ogen dicht doet, ervaar je de draaiende bewegingen van het wiel pas echt goed’). Het liefst, zegt Monika, treedt ze op in een theater. ‘In het donker kun je met licht een sfeer creëren. Daar houd ik van.’ Tijdens haar act wil ze wat ze voelt delen met het publiek. ‘Dan gaat het meestal over vrijheid. En schoonheid, wat dat ook moge zijn.’ Ze vindt het leuk om het publiek, en ook zichzelf, te verrassen. ‘Bijvoorbeeld door te improviseren.’ Van haar keuze voor de circusopleiding in Rotterdam heeft ze alles behalve spijt. ‘Ik voel me thuis in deze stad. En op school heerst een gemoedelijke sfeer. We zijn één grote circusfamilie.’
Tim Tomassen
Foto McKlin Fotografie.
‘Ik heb Docent Muziek gestudeerd!’
Tim Tomassen: ‘Het is een hele uitdaging om met leerlingen diep de muziek in te gaan.’
18
In de loop van de afgelopen vier jaar heeft hij de docent in zichzelf ontdekt, zegt Tim Tomassen. ‘Ik heb geleerd hoe je lesstof op een aantrekkelijke manier kunt aanbieden en dat het hartstikke leuk is om anderen iets aan te leren.’ Hij is er dan ook trots op dat hij kan zeggen: ‘Ik heb Docent Muziek gestudeerd!’ Afgelopen zomer sloot Tim die opleiding af. Nu geeft hij les. En treedt hij op met z’n band, want hij is ook singer-songwriter. De plaat van Tim Tomassen (de EP ‘Het Vraagstuk’) telt vijf Nederlandstalige liedjes. Voor zijn teksten laat Tim zich inspireren door mensen die hij om zich heen ziet. ‘Ik schrijf niet autobiografisch,’ zegt hij. Als hij een opzet heeft, ‘gooi ik die in de groep en dan bouwen we het samen op’. ‘Daar hebben we allemaal onwijs veel plezier in.’ En dat resulteert steeds weer in een ‘luisterliedje’. ‘Ons publiek is luisterpubliek. Ik wil mensen mijn muziek laten horen, en hen zo een verhaal vertellen en wellicht aan het denken zetten.’
In de loop van de afgelopen vier jaar heeft hij de docent in zichzelf ontdekt, zegt Tim Tomassen. ‘Ik heb geleerd hoe je lesstof op een aantrekkelijke manier kunt aanbieden en dat het hartstikke leuk is om anderen iets aan te leren.’ Hij is er dan ook trots op dat hij kan zeggen: ‘Ik heb Docent Muziek gestudeerd!’ Afgelopen zomer sloot Tim die opleiding af. Nu geeft hij les. En treedt hij op met z’n band, want hij is ook singer-songwriter. ‘Ik zie mezelf als promotor van muziek. Mijn doel is om anderen te inspireren en hen net zo veel plezier te laten beleven aan muziek als ik eraan beleef,’ vertelt Tim Tomassen (Arnhem, 1992). Hij geeft acht uur per week les op een basisschool in Rotterdam, maakt twee voorstellingen met cursisten van de SKVR (Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam) en is vocal coach/dirigent van een 40+ rockkoor in Waddinxveen. ‘Daarnaast wil ik graag beschikbaar zijn voor kortlopende projecten, zoals het verzorgen van een workshop of een schrijfopdracht.’
Zelf naar muziek luisteren, dat doet Tim al van jongs af aan. Lachend: ‘Als kind zat ik samen met mijn vader op de bank naar Queen te kijken.’ De lessen AMV (Algemene Muzikale Vorming) op de basisschool wakkerden zijn muzikale interesse verder aan en zijn muziekdocente op de middelbare school stimuleerde hem om gitaar te gaan spelen. ‘Destijds was ik Metallica-fan en ik kocht dus een elektrische gitaar. Ik dacht dat ik me zelf wel kon leren spelen, maar dat viel vies tegen… Toen ben ik lessen klassieke gitaar gaan nemen op een muziekschool.’ Het was dezelfde docente die Tim, inmiddels leerling van klas 2, op een ander spoor zette: ze liet hem auditie doen voor de schoolmusical, Les Misérables. Hij kreeg de rol van het straatkind Gavroche. ‘Ik bleek musical erg leuk te vinden; dat was toch heel wat specialer dan alleen maar gitaar spelen.’ En hij maakte er werk van… Gedurende zijn middelbareschooltijd volgde hij twee jaar lang in de weekeinden lessen bij de MusicAllFactory in Tilburg. Vervolgens werd hij aangenomen op de vooropleiding Muziektheater van het toenmalige Conservatorium Alkmaar (één jaar drie dagen per week les). Daarna deed Tim met succes auditie bij de afdeling Muziektheater van Codarts.
Dankzij zijn opleiding, aldus Tim, weet hij hoe hij zich als docent voor een groep moet opstellen. ‘Het is een hele uitdaging om met leerlingen diep de muziek in te gaan, zeker als je in een achterstandswijk werkt. Hoe bied je de lesstof aan? Wat kan wel, wat kan niet? Ik vind het onwijs gaaf dat ik kinderen van groep 3 tot en met 8 perfect noten heb leren lezen. En dat ik via zanglessen in tien weken tijd van een groep individuen een team heb gemaakt. Samen met leerlingen muziek maken, dat vind ik geweldig.’ Terugblikkend op de afgelopen vier jaar betitelt Tim de bacheloropleiding Docent Muziek als ‘heel inspirerend’. ‘Vanwege het brede curriculum, mijn gemotiveerde medestudenten en het hoofd van de opleiding, Leo Molendijk. Waar een wil is, is een weg bij Leo. Zo kon ik lessen volgen bij de Pop-afdeling van Codarts. En de presentatie van de eerste plaat van mijn band – in mei tijdens een optreden hier in Rotterdam – mocht deel uitmaken van mijn eindexamen. Echt te gek!’
‘Hier kwam ik er achter dat ik toch te veel muzikant ben om muziektheater te doen,’ vertelt Tim. ‘Ik vond muziektheater nog steeds tof, maar niet meer voor mezelf. M’n vrienden studeerden Docent Muziek; halverwege het eerste jaar ben ik overgestapt. Dat voelde meteen helemaal goed. Omdat ik wel wat meer uitdaging zocht in het uitvoerende, ben ik lessen gaan volgen bij zangdocenten van de Pop-afdeling; eerst bij Harjo Pasveer, later bij Brian Zalmijn. Harjo vroeg me een keer of ik ook muziek schreef. Ja, blufte ik. Nou, zei hij, dan wil ik volgende week graag een nummer van je horen… Toen ben ik gaan schrijven,’ lacht Tim. ‘Een nieuwe versie van dat allereerste liedje staat op Het Vraagstuk.’
Die band, die de naam draagt van de singer-songwriter, bestaat drie jaar. Tim: ‘Voordat we daadwerkelijk zijn gaan optreden, hebben we lang gerepeteerd. We gaan voor kwaliteit.’ Naast Tim (zang, gitaar) bestaat de band uit Jirre Stoutjesdijk (gitaar), Emile Hal (toetsen), Thijs Mijnster (drums) en Casper Draak (bas) – allen (oud-)student Docent Muziek bij Codarts. ‘Zij zijn muzikaal erg goed en de samenwerking is heel fijn.’ Het vijftal repeteert wekelijks.
timtomassen.nl
19
Met haar vijf totaal verschillende muziekgenres tellende afdeling Wereldmuziek is Codarts uniek in de wereld. De afdeling biedt (bachelor en master) lesprogramma’s aan voor flamencogitaar, Indiase muziek, Afro-Caribische muziek, Braziliaanse muziek en Latin/Latin jazz, Turkse/Anatolische en Ottomaanse muziek én Argentijnse tango. Het orkest OTRA, de spil van laatstgenoemde specialisatie, bestaat twintig jaar.
Oprichter en leider van OTRA – Orquesta Tanguera de Rotterdam integrada por Alumnos – is bandoneónist/hoofdvakdocent/vakgroepleider Leo Vervelde (Dordrecht, 1960). ‘Dankzij het orkest is het praktische aspect van de tango ingebed in de opleiding. In de hoofdvaklessen – bandoneón, viool, contrabas, piano, gitaar – staan techniek en interpretatie centraal, via OTRA bieden we onze studenten letterlijk en figuurlijk een podium.’ Samen met collega-studenten, oud-studenten en docenten spelen ze, in wisselende bezettingen, traditionele tango’s en aan het genre verwante ritmen. ‘Daarnaast zoeken we verbindingen met de huidige tijd,’ vertelt Vervelde, ‘onder meer door samenwerking met andere vakgroepen van de afdeling Wereldmuziek. Ook spelen we werk van pianist/hoofdvakdocent Wim Warman en van jonge tangocomponisten uit Frankrijk en Argentinië.’ OTRA is een zogeheten orquesta típica, wat wil zeggen dat het de kenmerkende bezetting van een tango-orkest heeft: een strijkerssectie (minimaal drie violen, soms uitgebreid met altviool en cello), een bandoneónsectie (minimaal drie bandoneóns) en een ritmesectie (piano en contrabas). Het muzikale niveau van OTRA is hoog, aldus Vervelde, en de waardering voor het orkest groot. ‘Overal waar we spelen, reageert het publiek waanzinnig enthousiast. Onze thuisbasis is de Doelen, het concertgebouw in het hart van Rotterdam. Verder hebben we de afgelopen jaren optredens verzorgd in Luxemburg, België, Estland, Duitsland, Frankrijk,
Spanje… en in Buenos Aires. Daar namen we in 2006 deel aan een tangofestival. Eén van onze concerten is toen live uitgezonden op de Argentijnse tv. Dat was grandioos.’ Argentijnse tango is ruim honderd jaar geleden ontstaan in Buenos Aires en Montevideo. In sloppen- en volkswijken mengden immigranten muziektradities uit Italië, Spanje en Oost-Europa met inheemse ZuidAmerikaanse muziek. Nadat de bandoneón als vast instrument was opgenomen, ontstond de weemoedige (dans)muziek die tango wordt genoemd. Tussen 1915 en 1920 was het genre enorm populair in veel Europese hoofdsteden, Parijs voorop. In het thuisland beleefde de tango zijn hoogtijdagen in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw. Vervelde: ‘Argentijnse tango gaat over de interactie tussen mensen, sensualiteit, armoede, spanning en creativiteit, soms over geluk of het zoeken naar geluk – en is in wezen van alle tijden, dus ook van de 21ste eeuw.’ Zoals improvisatie ‘het creatieve principe’ is bij jazz, is het arrangement dat bij tango, zegt Vervelde. ‘Inmiddels bezitten wij honderden door studenten gemaakte arrangementen en transcripties. Die zijn veelal gebaseerd op de oerversies van componisten/orkestleiders als Aníbal Troilo, Carlos Di Sarli, Horacio Salgán en met name Osvaldo Pugliese.’ De oude meester Pugliese – die wordt gezien als een wegbereider voor de vernieuwingsdrift van de jongere Ástor Piazzolla – was van 1993 tot zijn dood, in 1995, artistiek leider van de vakgroep Argentijnse tango. Hij werd opgevolgd
20
door pianist/componist Gustavo Beytelmann, die nog altijd verbonden is aan Codarts. Vervelde: ‘OTRA kent een echte Pugliese-dynamiek, maar heeft tegelijkertijd een eigen, herkenbaar geluid.’ Het lesprogramma van de vakgroep Argentijnse tango kent geschiedenislessen, analyselessen, transcriptielessen, sectierepetities en tuttirepetities. Uiteindelijk monden de lessen/repetities uit in concerten met OTRA. Als onderdeel van hun examen moeten tango-studenten twee eigen stukken presenteren met het orkest, dat bij die gelegenheid onder leiding staat van de betreffende afstudeerder. Tango is volgens kenner Vervelde ‘een waanzinnig internationale beweging’. ‘Zelfs in Japan en China leeft het genre.’ Oud-studenten Argentijnse tango zijn dan ook overal te vinden; in hun thuislanden, maar ook in de bakermat. ‘Onze alumni worden geaccepteerd in alle tango-scenes van Buenos Aires,’ meldt Vervelde trots. ‘Ze spelen daar in bestaande orkesten of ze richten er met generatiegenoten hun eigen orkest op. En ze verdienen er nog goed ook! Echt te gek.’ Zaterdag 4 oktober 2014 viert OTRA zijn 20-jarig bestaan met een concert in de Doelen. Dat is het eerste van een serie concerten die dit seizoen onder de titel Tango Time plaatsvinden in het Rotterdamse concertgebouw. Daartoe behoort ook de tango special die de Doelen op 29 november 2014 organiseert in samenwerking met Codarts en tangoschool Cuartito Azul. otra-rotterdam.nl
Foto Marga Beesemer.
OTRA
existe veinte años OTRA bestaat twintig jaar
OTRA, met links vooraan Leo Vervelde, tijdens The Big Day in de Doelen. ‘Onze alumni worden geaccepteerd in alle tango-scenes van Buenos Aires.’
21
Codarts on stage Showcase Voorstelling van alle studenten Muziektheater, 17 maart 2014, oude Luxor Theater, Rotterdam.
Take It Off Eindexamenvoorstelling van de vierdejaarsstudenten Circus, 26 juni 2014, Rotterdamse Schouwburg.
22
Talent On The Move
Foto’s Jan Hordijk.
Voorstelling van de tweede- en derdejaarsstudenten Dans, 18 juni 2014, Rotterdamse Schouwburg.
23
Graduated with honours This summer at Codarts two Classical Music students graduated with honours: Martijn Appelo (horn) and Luca Köszeghy (voice). They both attended the Bachelor of Music study programme. The term honours is used when students graduate with (very) high grades. Luca Koszeghy. Photo Chaim Steller.
highlights
Scholarships Friends Foundation The Friends of Codarts Foundation has awarded its 2014 scholarships to Benjamin Kuitenbrouwer, graduated from the Bachelor of Circus Arts study programme, flutist Joséphine Poncelin, graduated from the Bachelor of Music study programme (Classical Music department), and percussionist Ruven Ruppik, graduated from the Bachelor of Music study programme (World Music department, Latin/Latin jazz/ Brazilian specialization). The aim of the foundation is to stimulate the professional arts education at Codarts. The foundation does this through financially supporting various initiatives, such as masterclasses, concerts, performances, lectures and CDs/DVDs. In addition, the foundation awards scholarships on an annual basis. Also see codarts.nl.
Kylián book presented On 26 May, Marjan Hammersma, directorgeneral Culture and Media of the Dutch Ministery of Education, Cultural Affairs and Science, received the first copy of the book One Of A Kind, The Kylián Research Project. This lavishly illustrated English-language edition reports on the professorship of choreographer Jiří Kylián at Codarts (2010-2013). The book launch was part of the Kylián Festival in Korzo in The Hague. One Of A Kind, The Kylián Research Project (196 pages, about 200 photos) can be ordered through webshop.codarts.nl; the price is € 39.95 (excl. postage and packing). Also see codarts.nl. Marjan Hammersma and Jirí Kylián. Photo Joke Schot.
The five lucky ones. Photo Fernanda Lopes.
Benjamin Kuitenbrouwer and Friends’ chairman Henk Klaassen. Photo Jan Hordijk.
Benjamin Kuitenbrouwer en Vrienden-voorzitter Henk Klaassen. Foto Jan Hordijk. Marjan Hammersma en Ji í Kylián. Foto Joke Schot.
Marjan Hammersma, directeur-generaal Cultuur en Media van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, heeft 26 mei jl. het eerste exemplaar van het boek One Of A Kind, The Kylián Research Project in ontvangst genomen. Deze rijkelijk geïllustreerde Engelstalige uitgave doet verslag van het lectoraat van choreograaf Ji í Kylián bij Codarts (2010-2013). De boekpresentatie maakte deel uit van het Kylián Festival in Korzo in Den Haag. One Of A Kind, The Kylián Research Project (196 pagina’s, circa 200 foto’s) is te bestellen via webshop. codarts.nl; de prijs bedraagt € 39,95 (exclusief verzendkosten). Zie ook codarts.nl.
Kylián-boek gepresenteerd
De Stichting Vrienden van Codarts heeft haar stipendia 2014 toegekend aan Benjamin Kuitenbrouwer, afgestudeerd aan de Bacheloropleiding Circus Arts, fluitiste Joséphine Poncelin, afgestudeerd aan de Bacheloropleiding Muziek (afdeling Klassieke Muziek), en percussionist Ruven Ruppik, afgestudeerd aan de Bacheloropleiding Muziek (afdeling Wereldmuziek, specialisatie Latin/Latin jazz/Braziliaans). Het doel van de stichting is het bevorderen van het kunstvakonderwijs bij Codarts. Dat doet de stichting door het financieel ondersteunen van uiteenlopende initiatieven, zoals masterclasses, concerten, voorstellingen, lezingen en cd’s/dvd’s. Daarnaast kent de stichting jaarlijks stipendia toe. Zie ook codarts.nl.
Luca Köszeghy. Foto Chaim Steller.
Deze zomer zijn bij Codarts twee studenten Klassieke Muziek cum laude afgestudeerd: Martijn Appelo (hoorn) en Luca Köszeghy (zang). Beiden volgden de Bacheloropleiding Muziek. Cum laude (Latijn voor ‘met lof’) is een aanduiding die wordt gebruikt als studenten met (heel) hoge cijfers afstuderen.
Cum laude afgestudeerd
Stipendia Stichting Vrienden highlights
Young Talent Orchestra With the aim to introduce classical music and the profession of orchestral musician to talented young musicians between around 12 and 18 years, in 2013 Codarts and the music institute Hellendaal have formed the Young Talent Orchestra (YTO). Annually, the orchestra performs two projects/concerts under the direction of a professional conductor. Besides full rehearsals there are section rehearsals. Rehearsals are on Saturday afternoons (at Codarts Rotterdam). Do you want to audition or do you have a question about YTO? Send an email to
[email protected]. The audition and rehearsals are free of charge. YTO: introduction to classical music. Photo Ed van Ree.
highlights
Scholarships Dansfonds Corrie Hartong On 18 June, at the end of the 2014 Talent On The Move performance in Rotterdamse Schouwburg, six students from the Bachelor of Dance study programme at Codarts received a study scholarship from Dansfonds Corrie Hartong: Brecht Bovijn (Belgium), Lino Hernández (Spain), Alessandra Mazza (Italy), Lorenzo Ponteprimo (Italy), Luigi Sardone (Italy) en Efthimis Tsimageorgis (Greece). Dansfonds Corrie Hartong aims to contribute towards the development of dance, especially by financially supporting dance students of Codarts. Also see codarts.nl.
In Praise of Medicine 2014 On Friday 3 October 2014, the ninth edition of In Praise of Medicine (Lof der Geneeskunst) will take place, the annual public lecture about medical science and people from Erasmus MC (the largest of the eight medical centres of the Netherlands). The theme this time is ‘Don’t give cancer a chance’. Students from Codarts will grace the occasion once more with short performances. Joy Kammin and Joan Ferré Gomez will dance The Eyes’ History, created by Spanish choreographer Marina Mascarell Martinez; on the organ of the Doelen, Magdalena Jones will play the composition Miroir by Dutch Ed Wammes; partner acrobats Marta Alstadsaeter and Tom-André Refvik Henden will perform their act Moving Further. Also see erasmusmc.nl. Marta Alstadsaeter and Tom-André Refvik Henden. Photo Philippe Remels. Neda Boin. Photo Eric van Nieuwland.
The six lucky ones. Photo Jan Hordijk.
De zes gelukkigen. Foto Jan Hordijk. Marta Alstadsaeter en Tom-André Refvik Henden. Foto Philippe Remels.
Op vrijdag 3 oktober vindt de negende editie plaats van Lof der Geneeskunst, de jaarlijkse publiekslezing over medische wetenschap en mensen van Erasmus MC (het grootste van de acht universitair medische centra van Nederland). Het thema is deze keer ‘Maak kanker kansloos’. Studenten van Codarts luisteren de middag weer op met korte optredens. Joy Kammin en Joan Ferré Gomez dansen The Eyes’ History, gemaakt door de Spaanse choreografe Marina Mascarell Martinez; Magdalena Jones speelt op het Doelenorgel de compositie Miroir van de Nederlander Ed Wammes; partneracrobaten Marta Alstadsaeter en Tom-André Refvik Henden vertonen hun act Moving Further. Zie ook erasmusmc.nl.
Lof der Geneeskunst 2014
Zes studenten van de Bacheloropleiding Dans van Codarts ontvingen op 18 juni jl., na afloop van de voorstelling Talent On The Move 2014 in de Rotterdamse Schouwburg, een studiebeurs van Dansfonds Corrie Hartong. De gelukkigen zijn Brecht Bovijn (België), Lino Hernández (Spanje), Alessandra Mazza (Italië), Lorenzo Ponteprimo (Italië), Luigi Sardone (Italië) en Efthimis Tsimageorgis (Griekenland). Dansfonds Corrie Hartong wil een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de dans, in het bijzonder door het financieel ondersteunen van dansstudenten van Codarts. Zie ook codarts.nl.
Beurzen Dansfonds Corrie Hartong
YTO: kennismaken met klassieke muziek. Foto Ed van Ree.
Met als doel jonge getalenteerde muzikanten tussen circa 12 en 18 jaar kennis te laten maken met klassieke muziek en het vak van orkestmusicus, hebben Codarts en Muziekinstituut Hellendaal in 2013 het Young Talent Orchestra (YTO) opgericht. Dit orkest voert jaarlijks twee projecten/concerten uit onder leiding van een professionele dirigent. Naast orkestrepetities wordt gerepeteerd in secties. De repetities zijn op zaterdagmiddagen (bij Codarts in Rotterdam). Auditie doen bij of een vraag stellen over het YTO? Stuur een e-mail naar
[email protected]. Aan de auditie en repetities zijn geen kosten verbonden.
Young Talent Orchestra
highlights
Codarts on stage Showcase Performance by all Music Theatre students, 17 March 2014, old Luxor Theater, Rotterdam.
Take It Off Final exam performance by the fourth-year Circus students, 26 June 2014, Rotterdamse Schouwburg.
22
Talent On The Move
Photo’s Jan Hordijk.
Performance by the second- and third-year Dance students, 18 June 2014, Rotterdamse Schouwburg.
23
With its World Music department consisting of five completely different music genres, Codarts is unique in the world. The department offers (Bachelor’s and Master’s) study programmes for flamenco guitar, Indian music, Afro-Caribbean music, Brazilian music and Latin/Latin jazz, Turkish/Anatolian and Ottoman music, and also Argentinian tango. The OTRA orchestra, linchpin of the last-named specialization, is twenty years old.
The founder and leader of OTRA – Orquesta Tanguera de Rotterdam integrada por Alumnos – is bandoneónist/main subject teacher/ team leader Leo Vervelde (Dordrecht, 1960). ‘Thanks to the orchestra, the practical aspect of tango is embedded in the study programme. In the main subject lessons – bandoneón, violin, double bass, piano, guitar – technique and interpretation are central, through OTRA we offer our students a platform, both literally and figuratively.’ In varying formations, together with fellow-students, former students and teachers they play traditional tangos as well as rhythms related to the genre. ‘In addition we seek out connections with the present-day,’ relates Vervelde, ‘among other things through collaboration with different disciplines from the World Music department. We also play works by pianist/main subject teacher Wim Warman and by young tango composers from France and Argentina.’ OTRA is a so-called orquesta típica, which means it has the characteristic formation of a tango orchestra: a string section (minimum three violins, sometimes extended by viola and cello), a bandoneón section (minimum three bandoneóns) and a rhythm section (piano and double bass). The musical level of OTRA is high, says Vervelde, and the appreciation for the orchestra is great. ‘Everywhere we play, the audience responds incredibly enthusiastically. Our home base is de Doelen, the concert hall in the heart of Rotterdam. Further, over
the past years we’ve given performances in Luxembourg, Belgium, Estonia, Germany, France, Spain… and in Buenos Aires. In 2006 we took part in a tango festival there. One of our concerts then was broadcast live on Argentinian TV. That was terrific.’ Argentinian tango originated over a hundred years ago in Buenos Aires and Montevideo. In slum areas and working-class districts, immigrants combined music traditions from Italy, Spain and Eastern Europe with indigenous South American music. After the bandoneón was adopted as a regular instrument, the melancholy (dance) music called tango came into existence. Between 1915 and 1920 the genre was enormously popular in many European capital cities, especially Paris. In its home country, tango experienced its heyday in the nineteen-forties and fifties. Vervelde: ‘Argentinian tango is about the interaction between people, sensuality, poverty, excitement and creativity, sometimes about luck or searching for happiness – and essentially belongs to all times, including the 21st century.’ Just as improvisation is ‘the creative principle’ for jazz, arrangement is that for tango, says Vervelde. ‘We now possess hundreds of arrangements and transcriptions made by students. These are often based on the original versions of composers/orchestra leaders such as Aníbal Troilo, Carlos Di Sarli, Horacio Salgán and particularly Osvaldo Pugliese.’ The old master Pugliese – who is seen as pioneer for the innovative drive of the younger Ástor Piazzolla – was artistic director of the Argentinian tango discipline
28 20
from 1993 until his death in 1995. He was succeeded by pianist/composer Gustavo Beytelmann, who still teaches at Codarts. Vervelde: ‘OTRA has a real Pugliese dynamic, but at the same time has its own, recognizable sound.’ The curriculum of the Argentinian tango discipline has history lessons, analysis lessons, transcription lessons, section rehearsals and full rehearsals. Ultimately the lessons/rehearsals lead to concerts with OTRA. As a part of their examination, tango students have to present two of their own pieces with the orchestra, which for the occasion is directed by the graduating student concerned. According to connoisseur Vervelde, tango is ‘an incredible international movement’. ‘Even in Japan and China, the genre is alive.’ Former students of Argentinian tango are to be found everywhere: in their home countries, but also in the cradle of tango. ‘Our alumni are accepted in all the tango scenes of Buenos Aires,’ says Vervelde proudly. ‘They play there in existing orchestras or they start their own orchestra with peers. And they make good money too! It’s amazing.’ On Saturday 4 October 2014, OTRA celebrates its 20 years of existence with a concert in de Doelen. This is the first of a series of concerts taking place in the Rotterdam concert hall this season under the title of Tango Time. The series also includes the tango special that de Doelen is organizing on 29 November 2014 in collaboration with Codarts and Cuartito Azul tango school. otra-rotterdam.nl
Photo Marga Beesemer.
OTRA
existe veinte años OTRA is twenty years old
Part of OTRA, with Leo Vervelde left front. ‘Our alumni are accepted in all the tango scenes of Buenos Aires.’
21
Tim Tomassen
Photo McKlin Fotografie.
‘I’ve studied Music in Education!’
Tim Tomassen: ‘It’s a big challenge to go deep into the music with pupils.’
18
Over the past four years he’s discovered the teacher in himself, says Tim Tomassen. ‘I’ve learned how you can present lesson material in an attractive way and that it’s really nice to teach something to others.’ He’s proud that he can say: ‘I’ve studied Music in Education!’ Last summer Tim concluded this training. Now he teaches. And performs with his band, because he’s also a singer-songwriter.
Tim Tomassen’s record (the EP ‘Het Vraagstuk’) has five songs in Dutch. For his lyrics, Tim draws inspiration from people he sees around him. ‘I don’t write autobiographically,’ he says. If he has an idea, ‘I throw it into the group and then we build it up together’. ‘We all have a great deal of fun with this.’ And time and again, it results in a ‘listening song’. ‘Our audience is a listening audience. I want to let people listen to my music, tell them a story through it and perhaps get them thinking.’
Over the past four years he’s discovered the teacher in himself, says Tim Tomassen. ‘I’ve learned how you can present lesson material in an attractive way and that it’s really nice to teach something to others.’ He’s proud that he can say: ‘I’ve studied Music in Education!’ Last summer Tim concluded this training. Now he teaches. And performs with his band, because he’s also a singer-songwriter. ‘I see myself as a promoter of music. My aim is to inspire others and let them get just as much pleasure out of music as I myself experience,’ says Tim Tomassen (Arnhem, 1992). He teaches at a primary school in Rotterdam for eight hours a week, is preparing two performances with course participants at SKVR (the Rotterdam Arts Education Foundation) and is vocal coach/conductor of a 40+ rock music choir in Waddinxveen. ‘In addition I want to be available for short-term projects, like giving a workshop or doing a writing assignment.’
Listening to music himself is something Tim has been doing from a young age. Smiling: ‘When I was a kid, my father and I sat on the sofa together watching Queen.’ The music lessons in primary school further stirred up his interest, and his music teacher at secondary school encouraged him to start playing guitar. ‘At the time I was a Metallica fan so I purchased an electric guitar. I thought I’d surely be able to teach myself to play, but that didn’t work out at all… Then I started to take classical guitar lessons at a music school.’
Thanks to his training, according to Tim, he knows how to act as a teacher for a group. ‘It’s a big challenge to go deep into the music with pupils, especially if you work in a deprived area. How do you present the lesson material? What can you do, and what not? I think it’s incredibly cool that I’ve taught children from groups 3 up to 8 to read notes perfectly. And that in ten weeks’ time I’ve created a team from a group of individuals through singing lessons. Making music together with pupils, I think it’s great.’
It was the same teacher who put Tim, now a pupil in class 2, on another track – she had him do an audition for the school musical, Les Misérables. He was given the part of the street urchin Gavroche. ‘As it turned out, I liked musicals a lot; after all, it was much more special than just playing guitar.’ And he put a lot into it… During his time at secondary school, for two years he attended lessons at the MusicAllFactory in Tilburg at the weekends. Subsequently he was admitted to the preparatory course in Music Theatre at the then-Alkmaar Conservatoire (lessons three days per week for one year). After that Tim successfully auditioned for the Music Theatre department at Codarts.
Looking back over the past four years, Tim describes the Bachelor of Music in Education study programme as ‘very inspiring’. ‘Because of the broad curriculum, my motivated fellowstudents and the head of the department, Leo Molendijk. Where there’s a will, there’s a way, with Leo. For instance, I was able to follow lessons in the Pop Music department of Codarts. And the presentation of the first record of my band – in May at a performance here in Rotterdam – could be part of my final examination. Really far out!’
‘Here, I found out that I’m too much of a musician to do music theatre,’ relates Tim. ‘I still thought music theatre was great, but it wasn’t for me anymore. My friends were studying Music in Education; halfway through the first year, I switched over. That felt right, immediately. Because I was searching for more of a challenge in performing, I started to take lessons from vocal teachers in the Pop Music department: first from Harjo Pasveer, later from Brian Zalmijn. One time Harjo asked me if I wrote music as well. Yes, I bluffed. Well, he said, next week I’d like to hear one of your songs… Then I started to compose,’ smiles Tim. ‘A new version of that very first song is included in Het Vraagstuk.’
This band, which bears the name of the singer-songwriter, has been going for three years. Tim: ‘Before we actually started to perform, we rehearsed for a long time. We’re into quality.’ As well as Tim (vocals, guitar) the band consists of Jirre Stoutjesdijk (guitar), Emile Hal (keyboards), Thijs Mijnster (drums) and Casper Draak (bass) – all (former) students of Music in Education at Codarts. ‘They’re musically very good and we work together very well.’ The five of them rehearse on a weekly basis.
timtomassen.nl
19
Jordy Dik, Dance in Education
‘I learned a lot’ He was ‘scouted’ by Ingrid Stoepker, head of the Bachelor of Dance in Education study programme, in a dance orientation class. ‘I’d only been dancing for just over a year then,’ relates Jordy Dik (1994) from Gouda. ‘Ingrid asked me if I’d like to come and do an audition at Codarts. That was on a Monday. The next day I prepared my solo and did the written assignment (reflection on the five pillars of the study programme). And on the Wednesday I took the audition.’ Which he passed. He is now a second-year student. Jordy characterizes the first year as ‘hard-going’. ‘But I learned a lot.’ Smiling: ‘In the beginning I felt like an idiot during the ballet classes, because I was making quite a mess of it. I’m a perfectionist. I still thought the ballet class was often the best class in the week, because that’s where I learned the most.’ Dance isn’t an end in itself for him, says Jordy, but a means to put his social involvement into practice. ‘The fact that community arts occupies a prominent place in the curriculum played a big role for me in actually choosing this study programme after the audition. Community arts connects art and the social. I like to share what I find beautiful and interesting with others.’ Jordy is happy with his choice. ‘What’s great is that the study programme is open to individuality. Every student can choose his own route; the school doesn’t prescribe one pathway in particular.’ Moreover, his choice for a performing art is anything but coincidental. ‘I love to move. And since I was five years old I’ve been on the stage. My primary school did a lot of drama and when I was twelve I started going to classes at a youth theatre house in Gouda. I used to be quite shy. However, on the stage I felt confident. And free − and I’m very fond of my freedom…’ After primary school Jordy started vwo secondary education in his home town, until someone told him about the Theaterhavo/vwo in Rotterdam. ‘There, everything fell into place. I had a lot of fun doing classes 4, 5 and 6 there, and I obtained my vwo certificate.’ And then he was ‘scouted’…
Monika Neverauskaite, Circus
Photos Marcel van Oostrom.
‘One big circus family’ That she would train to become a circus artist did not go without saying. As a child she wanted to become a teacher. Later it was actress, and even later, dancer. Furthermore, contemporary circus in Lithuania, her native country, is still in its infancy. ‘We don’t yet have a study programme like in Codarts,’ says Monika Neverauskaite. Monika came into the world in Vilnius, the capital of Lithuania. She was born there in 1990, ‘the year we became independent’. After completing gymnasium, she followed a folk dance study programme in Norway for a year. Afterwards she moved to Denmark, where she attended classes for six months at the now defunct Performers House, an education centre that offered programmes for young people with a special interest in music, dance, theatre and circus. ‘I wanted to study dance,’ explains Monika. ´One day an acquaintance drew my attention to circus: that’s really interesting! Yes, why not, I thought. By chance, at that time a study week was being organized at Codarts. Then we could also do a kind of audition; I certainly wanted to try it! I jumped in, quite relaxed. After two months I received a notice that I could start in the circus study programme. I was pleasantly surprised. Well, if I’ll be admitted, I thought, then I’m really going to do it!’ Now Monika is a fourth-year student. At first she had specialized in handstand (‘because of the strength and concentration needed, that’s one of the most difficult disciplines there is’), and since last academic year she has focused on cyr wheel (‘you can only experience the turning movements of the wheel really well if you close your eyes’). What she likes best, says Monika, is to perform in a theatre. ‘In the darkness you can create an atmosphere with light. I like that.’ During her act, she wants to share what she feels with the audience. ‘Then it’s mostly about freedom. And beauty, whatever that is.’ She likes to surprise the audience, and herself too. ‘For example, by improvising.’ She has anything but regret for choosing the circus study programme in Rotterdam. ‘I feel at home in this city. And the school has a friendly atmosphere. We’re one big circus family.’
Heuvelman speaks An excellent professional with their own identity – today’s society needs musicians with this profile, says André Heuvelman. The teacher of trumpet as a main subject is ardently in favour of Codarts training its students to be ‘musicians who are not going to sit in the back of the bus, but who want to be active at the forefront of society’. André Heuvelman (Rhenen, 1966) is doing well. Enjoyably occupied. And it keeps him very busy. Complaints? Not at all! Fine, that’s what it is. Very fine. Because yes, Heuvelman is first trumpet in Rotterdam Philharmonic Orchestra, prominent member of the Dutch Wind Ensemble, artistic director of Klassiek aan de Plas (Rotterdam) and Klassiek aan de Grift (Veenendaal), theatre maker, cultural entrepreneur. Among other things, indeed. Moreover – and that’s why we’re here now – he teaches trumpet as a main subject at Codarts. There too, in Rotterdam, he himself graduated with honours in 1989, as a student of Ad van Zon. With a record of service like that you have the right to speak. And Heuvelman does like to speak. Or, as he calls it, ‘share’.
André Heuvelman:
‘Come out from behind your instrument and show who you are!’
Why did he became a musician? ‘I think,’ he says, ‘because I like getting close to people. As a musician you can come in without knocking. Everywhere. The vulnerability, the authenticity of your music allows people to feel who they are, who they really are. By getting close to people, you can affect them. Thanks to music, people experience their own unique power.’ know who you are yourself. You have to discover this. Yourself. Successful musicians, such as Eric Vloeimans, Jörgen van Rijen and Flip Noorman, have found themselves. They were given the space for this at Codarts and they took it. As well as excellent professionals they are musicians who are close to people.’ Professionals, yes, sure. Because don’t forget: ‘You can only come to fruition and growth as a musician if your skills are 100 percent in order. You have to work incredibly hard at this.’
Heuvelman continues: ‘The music I make, is my music. My sound, my way of doing it, and that’s very close to me. I also rely on it very much. During my training I felt I was given the space to be myself, become myself. There were no dogmas. Ad van Zon, George Wiegel, Arie van Beek, those people were very important to me at the time. I also experienced freedom in the Dutch Wind Ensemble, right from the beginning. I grew a lot there. I want to share that.’
Technique is a means, not an end, emphasizes Heuvelman. ‘If you’re on the stage, it is generally assumed, you are able to do something. Of course you have to be able to do something, but on the stage you mainly have to be something, I think. In
Just having the ambition to become first trumpet in a symphony orchestra is no longer sufficient in the year 2014, says Heuvelman. ‘If you want to get close to people, you have to
14 34
Photo Govert Govers.
my opinion we’re there to give impetus to the audience. Music used to be for education and entertainment. That should be brought back: music for education and entertainment 2.0. However, we still stay behind too often. Musicians are generally not innovators, although they can be. Should be. Come out from behind your instrument and show who you are! As an example to others. For example, to bank directors.’
by making music using their own identity.’ He is ardently in favour of Codarts training its students to be ‘musicians who are not going to sit in the back of the bus, but who want to be active at the forefront of society’. ‘Here in Rotterdam you can do everything. This school offers not only classical music, but among other things also Argentinian tango, Pop music, Dance, Turkish music, Jazz, Circus, Flamenco… If you’re open to it, the possibilities here are unlimited. Codarts is a safe place to develop yourself.’
‘Students come into Codarts with an enormous passion for music. We have to keep that fire burning or if necessary stir it up,’ tutors Heuvelman. ‘ These young people must realize that they are ambassadors of the new order. They have a big responsibility: to become excellent musicians who show others the way,
Heuvelman has spoken. andreheuvelman.com
15 35
13
As a child she wanted to become a concert pianist, relates Wilma Franchimon (Delft, 1956). However, her family didn’t have a piano; she taught herself piano on an instrument she came across in the annex of the local music school. Wilma eventually became a primary school teacher in Rotterdam-West, but the passion for music remained. Two years after she started singing lessons, through a neighbour, she was studying classical voice at Rotterdam Conservatoire (now Codarts), with Wendela Bronsgeest. ‘When I began, in 1988, I was the mother of two children and I had a Weill/Brecht programme with a girlfriend. No idea how I did all of that… I followed the daytime classes, we were often on tour, but I succeeded. A wonderful time!’ At the conservatoire, she ‘sucked up’ all the knowledge and music. ‘I had some catching-up to do.’ She likes Schubert, Mozart and Strauss, but is particularly fond of twentieth-century music. She names among others Webern, Schönberg, Heppener, Barber, De Leeuw and Sciarrino. Wilma performed onstage as a soprano for twelve years. During her time at the conservatoire she had already established a large private practice. ‘Many of my pupils went on to conservatoires.’ During her singing career, she was also increasingly sought by management consultancies, especially for training in the area of team building and presentation techniques. ‘Apparently I’m doing something with groups that inspires them.’ Further, Wilma held management and administrative positions, and she was an advisor in change processes. Before she came to Codarts, she was quartermaster at Cultuurweb Westland, with the task of building a network organization for cultural institutions and organizations. She has a passion for music, but is also a great lover of the fine arts, dance, theatre and circus. Wilma: ‘In my work, I came into contact with all types. I’m an omnivore as the arts are concerned.’ Wilma is married, has two children and lives in Rotterdam. She was born and brought up in Delft, but her heart lies in the city on the Maas. ‘Here there’s always movement; nothing is too strange. The cultural offering, the skyline, the activity of the port, the broad composition of the population, the nightlife and then especially the restaurants – I can really enjoy myself here.’
12
Photo Marcel van Oostrom.
Wilma Franchimon, new Executive Board president:
‘Codarts a pearl on the Maas’ Codarts Rotterdam has a new Executive Board president: Wilma Franchimon. Starting from 1 August 2014, she has been appointed by the Board of Governors for four years. She succeeds interim-president Max Merkx. The Codarts Executive Board now consists of Wilma Franchimon, president, and Samuel Wuersten, member of the board. A closer introduction.
Wilma Franchimon is not new at Codarts; in September 2013 she came to work as manager of the Dance, Circus and Music Theatre departments. Moreover, from 1988 to 1992 she studied classical voice at Rotterdam Conservatoire (now Codarts). ‘No, the thought that once I would fulfil a management function at this institute never occurred to me.’ In the coming years, Wilma mainly wants to focus on the further positioning of Codarts as an internationally oriented excellent university for the arts. ‘A lot has been achieved already, but there is always room for improvement. All those who work here are professionals committed to offering the best education and providing the best educational support. We can now take further steps, particularly with regard to internationalization, research, and scouting & talent development – we’re including this in our new mission and vision.’
Being curious about knowledge and new developments, that’s ‘an important drive’ for Wilma, and she also expects this from Codarts staff members. This applies equally to flexibility and the capacity for reflection. ‘The world is changing with increasing speed, and we need each other in ensuring a renewed, positive status of the arts, and thus for creating a good employment market for all our (inter)national talents. It’s not only the study programmes for the performing arts that are important, but also the teacher training programmes. After all, teachers discover and create the talents of the future.’ Strengthening each others’ qualities, and also knowing what you’re not good at, that’s the watchword, according to Wilma. ‘So we really need each other.’ Partly for this reason, she strives towards strengthening the various joint ventures in the city of Rotterdam and with cultural institutions and fellow
13
educational institutions both at home and abroad. ‘Codarts has the courage and decisiveness to turn innovative ideas into a marvellous end result. If it’s up to me, Codarts will develop into a pearl on the Maas.’ She’s ‘a real people manager’, says Wilma. ‘And I’m result oriented; I stand for doing what you say and I’m continually searching for new opportunities,’ she concludes. ‘It isn’t the easiest time for the arts. Right now we need to be on our toes. And seize chances. If there aren’t any, we’ll create them. I don’t avoid discussions. Even stronger: every friction is an opportunity. The discussion keeps you alert.’
Wilma Franchimon: ‘I don’t avoid discussions. Even stronger: every friction is an opportunity.’
Leif de Leeuw, Pop Music
He was around eleven years old when he saw blues guitarist Johnny Winter at Paradiso. An eyeopener for Leif de Leeuw (Amersfoort, 1995), first-year guitar student in the Pop Music department. ‘What emotion, what energy! I wanted that too.’ In this period he switched from acoustic guitar to electric guitar (‘that was more my instrument’) and studied the art of guitar by Eric Clapton, Joe Walsh (The Eagles) and David Gilmour (Pink Floyd). ‘I imitated licks to improve my technique. I did give my own twist to them.’ Music became more and more – as he himself calls it – a ‘lifestyle’. ‘There wasn’t a concrete moment when I thought: now I know for sure, I’ll become a professional guitarist. A music training was just in line with what I did every day. With my hobby, my passion. It was a logical consequence.’ Before his admission to Codarts, Leif already played in various bands, including his own four-member Leif de Leeuw Band. The musicians study at different conservatories and play ‘blues-rock, with excursions into funk, soul and fusion.’ As a soloist, Leif had success among other things in the guitar competition Sena Young Talent Guitar Awards; he came first twice. When he was fourteen he was given the title of ‘best guitarist’, and last year he won a tailor-made guitar. According to the jury, Leif played ‘with feeling’. ‘I’m happy with that, because I think it’s incredibly important. What matters is that you can convey a story. With good musicians you hear emotion in every note. A single note can get to you.’ The craftsmanship that’s needed for this, gets plenty of attention at Codarts, says Leif. ‘To become good at your instrument is the main thing. I’m getting better and better at communicating to my fingers what I have in my mind.’ To the question about his artistic ambitions he answers: ‘Of course it’s cool to play at big festivals. But everything in its own time. As long as I can play. And teach. I’m doing that two evenings a week now, at the Amsterdam Guitar Academy. It’s such a fine feeling if you can give a pupil what he needs.’
Photos Marcel van Oostrom.
‘Emotion in a single note’
Megan Davis, Turkish Music
‘Border-transcending music’ Country, pop and rock. Those were the music styles Megan Davis (United States, 1989) grew up with. When she was twelve she moved to the Netherlands, where she attended an international school. A musical revelation followed. ‘Through classmates I came into contact with Turkish music and fell in love with it instantly. I got goose pimples from those special rhythms and sounds. Of course I didn’t understand the lyrics, but I understood the emotion.’ Megan knew she wanted to continue with music – in particular singing – and first of all followed a pop music course at intermediate vocational level. ‘Western pop music still attracts me.’ In 2009 she started working in the bar at the World Music & Dance Centre (WMDC) in Rotterdam, which houses the Codarts departments of Jazz, Pop and World Music, among other things. That’s how she met Kemal Dinç and Alper Kekeç, both teachers of Turkish Music, one of the specializations of World Music. ‘They let me take a few lessons and I picked up the material very quickly. I always went away feeling enthusiastic.’ She worked hard on her singing repertoire and successfully auditioned for the academic year 2013-2014. ‘Meeting Kemal and Alper was the deciding factor in my choice. In my view they are musical geniuses and very openminded. If I turn up with a Bulgarian or Arabic song for a change, they give me excellent guidance.’ Although Megan doesn’t aspire to become famous (‘walking down the street normally is fine for me’), she has already experienced a special television appearance. ‘The biggest Turkish television broadcaster TRT made recordings during a lesson day in our department. They thought it was remarkable for an American to be so crazy about their music.’ Smiling: ‘The broadcast lasted half an hour and I was on the screen for twenty minutes.’ After her studies, Megan wants to start as a performing artist and teach as well. ‘Mainly children. I’m already doing so and I notice how quickly they pick things up. Non-Western melodies and rhythms too. It’s wonderful.’ As a singer she likes to perform a combination of Western pop and Turkish music. ‘Bringing these worlds together appeals to me. Music transcends borders and I want to share this.’
Photo Aldo Olijrhook.
CLUB GEWALT all there (from the left): Robbert Klein, Loulou Hameleers, Suzanne Kipping, Sanna Elon Vrij, Annelinde Bruijs, Dook van Dijck, Amir Vahidi and Gerty Van de Perre.
‘Our creative process works as a flow.’
Suzanne: ‘Of course I understand what purpose it serves. But it’s a pity that we’re more occupied with the paperwork around it than with the creative process. All those dry questions, such as: “When is your project successful”?’ Let’s go back to where it started: Music Theatre at Codarts. What did you think of the study programme? Amir: ‘The teachers are very skilled. You get the best of both worlds, music and theatre.’ Suzanne: ‘In the first place you’re trained to be a performing artist; not a theatre producer. But if you want to create, you’re given a great deal of space. When you show initiative, the school thinks along with you. That’s really cool.’ Amir: ‘And the city of Rotterdam means a lot to us.’ Suzanne: ‘Yes, that’s our base. All kinds of new, crazy things happen here. From Codarts as well. That’s fine to observe and carry out.’ Amir: ‘The city fits well with the rough and dirty element we sometimes have too.’
Amir: ‘Impatience…’ Suzanne: ‘ Yes, impatience. But that’s never a preconceived plan. It emerges as you go along.’ Your performance Man On Wire is based on the Oscarwinning documentary of the same name about the life of Philippe Petit. In 1974 he stretched a tightrope between the Twin Towers and balanced above the New York skyline for 45 minutes. An important theme – not surprisingly – is taking risks. What does this theme mean to you? Suzanne: ‘A great deal. We were so impressed with his story. That he thought: fuck it, I’ll just stretch a tightrope and walk on it. It’s a symbol for what we do. Everything is at a standstill in the arts and culture, but we don’t allow ourselves to be held back: we start a collective. In the performance we all play an instrument, although some of us had never done so before. It feels as if you’re walking on a tightrope yourself.’ Amir: ‘As an artist you have to stand on the edge of a building, so to speak, if you want to perform at your best. You have to dare to take risks and be able to come up with incredible concentration.’
Dirty? Amir: ‘You don’t have to colour between the lines here. The fine thing about Rotterdam is that it…’ Suzanne: ‘…can be super-ugly. And then in a moment really beautiful again. Can you write in capital letters that De Gouvernestraat theatre must stay? That’s pre-eminently a place where young producers get a chance to try out their work.’ Let’s suppose that we’re ten summers further on. Where will CLUB GEWALT have performed, then? Suzanne: ‘We’d most like to perform Man On Wire in New York, on the spot where the Twin Towers stood. Now we’re orienting ourselves towards festivals in Berlin. But in the Netherlands as well, there’s still so much to do. For instance, Over the IJ and Boulevard Theatre Festival in Den Bosch.’ Amir: ‘Oerol and of course Holland Festival.’ Suzanne: ‘Yes, Holland Festival. If you’re really allowed to dream.’ Amir: ‘That’s still a step too far.’ Suzanne: ‘Who knows, in ten years’ time!’
And be able to sell what you create. To a subsidy-giver, for example. How do you experience this? This responsibility? Amir: ‘Our creative process works as a flow. An atmosphere of enthusiasm in which we decide: yes, we’re going to do this! It’s demotivating when you have to explain your choices in detail for a subsidy application. Not everything can be articulated. Sometimes you have to see and experience something.’
clubgewalt.nl
8
arts & health
unique in the netherlands To be able to deliver a good performance as an artist, good health is essential. In addition, art itself often has a healing effect. So it’s logical for Codarts to pay plenty of attention to the theme of arts and health. This is reflected in a variety of ways. For example in the unique Student Life programme and the Master in Dance Therapy. Master in Dance Therapy Codarts offers the only dance therapy programme at master’s level in the Netherlands. It’s a three-year programme starting once every two years. Students have a relevant higher professional education qualification and work experience, for instance in dance or health care. They have also auditioned to show their expressive skill through dance. Graduates end up in all kinds of places: from the public health service and special education to geriatrics. In addition, many alumni begin their own private practice. Through a wide range of theory and practical lessons, students learn how they can guide (future) clients using dance. The art form is ideal for expressing feelings that cannot be grasped in words. The training is internationally oriented. The official language is English and both the students and the teachers come from all over: from North and South America to Sweden and from Canada to Spain. This variation in cultural backgrounds enriches the study programme; in the working field too, a therapist encounters clients from all kinds of cultures. The Master in Dance Therapy is in the middle of society. In the academic year 2014-2015 several practical programmes are starting in Rotterdam, in collaboration with the public health
Photo Konrad Szymanski.
comprises a health centre, international office, mentor system, student counselling and study coaching. Programme coordinator Stephanie Keizer: ‘The most important goal is to give students a good physical and mental resilience. We are looking for the balance between load and load-bearing capacity.’
Codarts offers the only dance therapy programme at master’s level in the Netherlands.
service. In one of them, dance therapists accompany parents whose children are struggling with overweight. The master’s students give them support in this. Both from the government and the working field, there is a lot of demand for professionals at master’s level. Partly to cater for this, a second therapeutic master’s at Codarts will begin in September 2016: Music Therapy. Further information about this will follow on codarts.nl. Student Life Student Life is for all kinds of non-study programme related queries from students. The programme, created in 2012, 41 9
The concept of Student Life is unique in the Netherlands. Thus no other professional arts university has an integrated health team accessible to all students. For example, they can make use of the free walk-in hours of the speech therapist, physiotherapist or dietician. In addition, Student Life is integrated into the curricula of a number of study programmes. This started with the dance departments; Circus Arts followed in 2010-2011 and Music Theatre in 2013. Students take classes in nutrition, sensible use of the voice and injury prevention, among other areas. They are encouraged to train in a smart and responsible way. A good sense of hearing is also crucial for every artist. At the Protect Your Ears meetings of Student Life, students get a free ear test, earplugs for a reduced price and personal advice. Further information about Student Life? Read the interview with coordinator Stephanie Keizer in the Codarts Annual Report 2013 (English-language): jaarmagazine.codarts.nl.
Photo Aldo Olijrhook.
Amir Vahidi and Suzanne Kipping of CLUB GEWALT: ‘Our motto is: less is less, more is more.’
6
CLUB GEWALT
‘We don’t go in for subtlety’ They’d graduated less than a year before, and were already taking part in the Performa Festival in New York. The renowned Avignon Festival followed, as well as countless performances in the Netherlands. They compose lyrics and music, they sing, act and play instruments. ‘They’ are CLUB GEWALT, consisting of eight Music Theatre alumni from Codarts. An interview with Amir Vahidi (Tehran, 1990) and Suzanne Kipping (Den Bosch, 1991) about risks, paperwork, rough Rotterdam and everything in between.
You graduated in the summer of 2013. One summer later you’ve performed in big festivals both at home (including The Parade and the Rotterdam Opera Days) and abroad. The reviews are full of praise. How do you explain this success? Suzanne: ‘We often hear that it has to do with young, fresh energy. We want to do so much in this profession. That’s what we radiate. In addition we write everything ourselves and we’re versatile. We sing and act well and most of us play instruments.’ Amir: ‘What also helped was that from January 2014 till about April, we didn’t have much to do. In that period we were meeting and arranging things like crazy. We pretty much applied everywhere. Then the responses came in from festivals: yes, that’s fine, do come. Suddenly it turned into a madhouse.’
thing like that six months after your graduation. Really bizarre.’ And with a flying start goes a flashy website. If you open clubgewalt.nl, you get a cacophony of moving images and bright colours. What does this effect say about you? Amir: ‘It says everything about us. That’s how we are with each other, too. Our rehearsals are not very organized. Everyone constantly comes up with new ideas. Then it’s hard to proceed step by step.’ Suzanne: ‘We seldom go in for subtlety. Our motto is: less is less, more is more. It has to be intense and energetic. That suits us.’ How does a piece get chosen? Suzanne: ‘That happens spontaneously. Someone throws an idea into the group and a performance grows out of it.’ Amir: ‘The ideas come from everywhere. A lost key ring, for instance, might lead to a story.’ Suzanne: ‘We never start with a social theme. Exposing abuses is not one of our points of departure. It goes like this: guys, we’re performing in the Café Theatre Festival. Café, carnival… We’ll create a carnival performance! [In 2013, CLUB GEWALT won first prize at the Café Theatre Festival in Utrecht with Carnival Children.] Ultimately, it’s very often about our generation. About lots and quickly. A multitude of stimuli and choices you need to make.’
Before this ‘applications period’, you took part in the Performa Festival (New York) with the music theatre production The Humans, by writer and visual artist Alexandre Singh. Amir: ‘The producer was looking for a group and found us through a Codarts teacher. We received an email asking us to do an audition. Of course we took that chance. And we were successful! First we did the performance in Rotterdamse Schouwburg, afterwards in the United States.’ Suzanne: ‘At first we didn’t believe it. Experiencing some-
7
6
12
The Lijnbaan Two dance students photographed on the zebra crossing where the Aert van Nesstraat crosses the Lijnbaan. Thus in the centre of the city. The Lijnbaan was the first traffic-free shopping promenade in the Netherlands. pages 2 & 3
CLUB GEWALT An interview with Amir Vahidi and Suzanne Kipping of theatre collective CLUB GEWALT about risks, paperwork, rough Rotterdam and everything in between. pages 6, 7 & 8
Arts & health Codarts pays plenty of attention to the theme of arts and health. This is reflected in a variety of ways, for example in the Student Life programme and the Master in Dance Therapy. page 9
Portrait: Leif de Leeuw Second-year student Pop Music / guitar. page 10
14
Portrait: Megan Davis Second-year student Turkish Music / voice. page 11
Wilma Franchimon Codarts Rotterdam has a new Executive Board president: Wilma Franchimon. Starting from 1 August 2014, she has been appointed by the Board of Governors for four years. A closer introduction. pages 12 & 13
André Heuvelman Trumpet player Andre Heuvelman is ardently in favour of Codarts training its students to be ‘musicians who are not going to sit in the back of the bus, but who want to be active at the forefront of society’.
Tim Tomassen He’s proud that he can say: ‘I’ve studied Music in Education!’ Last summer Tim Tomassen concluded this training. Now he teaches. And performs with his band, because he’s also a singer-songwriter. pages 18 & 19
Leo Vervelde The OTRA orchestra, linchpin of the last-named specialization, is twenty years old. The founder and leader of OTRA is bandoneónist Leo Vervelde. pages 20 & 21
Codarts on stage A photographic impression of three performances: Showcase (music theatre), Talent On The Move (dance) en Take It Off (circus).
pages 14 & 15
pages 22 & 23
Portrait: Jordy Dik
Highlights
Second-year student Dance in Education.
Slightly more than a handful of short messages.
page 16
pages 24 & 25
Portrait: Monika Neverauskaite Fourth-year student Circus. page 17
4
Magazine school year 2014-2015 #1
17
18
20
24
Dear reader, Codarts Rotterdam has a new Executive Board president: Wilma Franchimon. Starting from 1 August 2014, she has been appointed by the Board of Governors for four years. She succeeds interim-president Max Merkx. The Codarts Executive Board now consists of Wilma Franchimon, president, and Samuel Wuersten, member of the board. On the pages 12 & 13 you can get acquainted with Wilma Franchimon. ‘If it’s up to me,’ she says there, ‘Codarts will develop into a pearl on the Maas.’ Furthermore, this edition of Codarts Magazine again contains portraits of and interviews with colourful students, interesting teachers and successful alumni. Also in this issue: an article on the topic of arts and health (page 9), a photographic impression of a music theatre, a dance and a circus performance (pages 22 & 23) and slightly more than a handful of short messages (pages 24 & 25). Here, we want to draw the attention of the readers of Codarts Magazine to the Annual Report 2013 of Codarts. This exclusive online edition, available at jaarmagazine.codarts.nl, offers an unconventional retrospective of the calendar year 2013. In the English language magazine you will find, among other things, interviews with students, a look behind the scenes and an overview of highlights (special performances and award winners), illustrated with beautiful pictures. We wish you a lot of fun in leafing through and reading this edition of Codarts Magazine. The next issue will be published in February 2015. The editors 5
Codarts Magazine Volume 12, number 1 September 2014 Codarts Magazine, a publication of Codarts Rotterdam, appears twice per school year. For a free subscription you go to codarts.nl Editors Hans Boerrigter Geertje Cornelissen Claudia Klaassen Karlijn Verschoor Translation Jane Harvey Graphic design 75B, Rotterdam Printing Veenman+, Rotterdam Codarts Magazine Kruisplein 26 3012 CC Rotterdam The Netherlands +31-10-2171172
[email protected] Photo cover: Aldo Olijrhook
The Lijnbaan Normally these two dance students would just cross over a street, in Rotterdam too, but for the photo they wanted to create something special for a change. Ana Torre and Lino Hernández are on the zebra crossing where the Aert van Nesstraat crosses the Lijnbaan, thus in the centre of the city. The Lijnbaan – named after the rope factory located here between 1667 and 1845 – was the first traffic-free shopping promenade in the Netherlands. The design came from the Van den Broek and Bakema architectural firm. Construction started in 1949, and the opening took place in 1953. Later the Lijnbaan was extended further. In October 2013, the 60-year anniversary of the street was celebrated. In the background, at the end of the Aert van Nesstraat, a part of Rotterdamse Schouwburg is visible.
46
47
Photo Arash Nikkhah.
Magazine 2014-2015 #1
Student portraits Megan Davis Jordy Dik Leif de Leeuw Monika Neverauskaite
Interviews Wilma Franchimon André Heuvelman Tim Tomassen Leo Vervelde
Theatre collective CLUB GEWALT:
‘We don’t go in for subtlety’