3e advent: vrouwen ontmoeten elkaar Muziek Welkom De kaarsen worden aangestoken Stilte Lied 139: 1 en 2 Vg. Onze hulp is in de naam van de Heer, gm. die hemel en aarde gemaakt heeft. Genade zij u en vrede, van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus Zoals u al heeft kunnen opmaken uit het feit dat u een liturgieboekje heeft gekregen, hebben we vandaag een wat bijzondere dienst. Bijzonder is vooral het proces er naartoe geweest. 17 vrouwen uit onze gemeente hebben meegedacht over de schriftlezing waarin Elisabeth en Maria elkaar ontmoeten. Ik had hen per email een aantal vragen gesteld over die schriftlezing en in reactie op die vragen kreeg ik ervaringsverhalen, liederen, psalmen en andere teksten en zelfs een afbeelding. Die afbeelding is een goede inleiding op het thema. Op de afbeelding ziet u Maria en Elisabeth, de een in het blauw, de kleur van de hemel, en de ander in het oranje, de kleur van de aarde. In de reacties kom je beide kanten tegen. Aan de ene kant is er de pijn van het aardse leven en aan de andere kant de vreugde van goddelijke inspiratie en aanwezigheid. In de ontmoeting van Elisabeth en Maria is ruimte voor beide: voor hemel en aarde, voor donker en licht. En juist in die ontmoeting ontstaat de vreugde die kan leiden tot de lofzang. Daarom wil ik als openingsgebed uitspreken: Hart van de hemel hart van de aarde, wil elkaar raken, opdat wij mensen niet verloren staan. Lied 281: 1, 2 en 10 Gebed om ontferming Liefdevolle God, Wij bidden U om ontferming over allen die kwetsbaar door het leven gaan. Voor de eenzamen, de zieken, de gekwetsten. Soms is het juist op weg naar het feest van het licht zo aardedonker in hun leven. Om al die mensen die u bij name kent, bidden wij u tezamen: Wij bidden u om ontferming over de vrouwen die rondzwerven in Europa, Afrika en het Midden Oosten
op zoek naar een veilig huis voor henzelf en soms ook voor hunnen gezinnen. Over de vluchtelingenvrouwen die hier in Nederland zijn gekomen en zich nog steeds niet veilig voelen. Daarom bidden wij u tezamen: Wij bidden u om ontferming over allen die zich blijven verzetten tegen onrecht, die blijven verlangen naar recht en gerechtigheid voor alle mensen. Om allen die tegen de stroom in blijven zwemmen, soms dodelijk vermoeid of de wanhoop nabij, daarom bidden wij u tezamen: Lied: Heer, leer ons zien. Een lied uit de Bajesbundel. Heer, leer ons zien, want soms lijkt dit bestaan, zinloos en vaag, in nevels op te gaan, voelen wij ons verloren en alleen, dwalen wij zomaar rond en nergens heen. Heer, onze God, U maakt ons duister licht; in onze mist schept U een vergezicht,
ieder van ons, hoe nietig hij ook is, heeft in uw samenhang betekenis. U bent de kracht die ons tot leven riep, U bent de hoop van allen die U schiep. U bent de band die heel de mensheid bindt, U het geluk dat zij tenslotte vindt.
Hedwig Kaufman schreef: De lofzang van Maria spreekt me aan, omdat hierin duidelijk wordt hoe God kiest voor de kwetsbaren, degenen die zich niet verheven wanen. In mijn ogen gaat het niet altijd om materiële armoede, om de ondergeschikte positie. De zeggingskracht hiervan voor mij is hier dat het gaat om degenen die zich kwetsbaar durven opstellen, die open staan om zich te ontwikkelen. Degenen die hun geloof niet in beelden willen vastleggen, in teksten die ‘de waarheid’ verkondigen. De ‘minste dienares’ zou je wel op het verkeerde been kunnen zetten. Het klinkt zo nederig. Het gaat er juist om in die kwetsbaarheid kracht te zien. Een leven van voortdurend leren en ontwikkelen. Want daar gaat het denk ik om bij het ervaren van ‘Goddelijkheid’: open staan voor de wereld en de liefde die daarin al alom aanwezig is. Aan ons is de opdracht om open te staan, te kunnen ontvangen en te geven. Geraakt durven worden en anderen raken. In het hier en nu. Het gedicht dat aansluit bij deze gedachte zal ze nu zelf voorlezen. Daarna luisteren we naar meditatieve muziek van Enya en proberen wij ons open te stellen voor God. DE ZIELE BETRACHT DE NABIJHEID GODS Ik meende ook: de Godheid woonde verre, In ene troon, hoog boven maan en sterre, En hefte menigmaal mijn oog Met diep verzuchten naar omhoog. Maar toen Gij U beliefde te openbaren, Toen zag ik niets van boven nedervaren, Maar in de grond van mijn gemoed, Daar werd het liefelijk en zoet.
Daar kwaamt Gij uit de diepten uitwaarts dringen En als een bron mijn dorstig hart bespringen, Zodat ik U, O God, bevond Te zijn de grond van mijne grond. Dies ben ik blij, dat Gij, mijn hoogbeminde, Mij nader zijt dan al mijn naaste vrinden! Was nu alle ongelijkheid voort En ‘t harte rein gelijk het hoort, Geen hoogte noch geen diepte zou ons scheiden: Ik smolt in God, mijn Lief: wij werden beiden Eén geest, één hemels vlees en bloed, De wezenheid van Gods gemoed. Dat moet geschiên! Och help, getrouwe Here, Dat wij ons gans in Uwe wille keren! JAN LUIJKEN (1649 – 1712) Muziek: Enya: Dreams are more precious (wegdraaien bij 2.34 minuten) Nu we gaan lezen uit de bijbel is het mooi om de trouwtekst van een van de vrouwen te laten klinken: “Ik geef inzicht en wijs de weg die je moet gaan. Ik geef raad, op jou rust mijn oog”. Lucas 1: 24-25, Thijs Gerlach (Gerie Vonk) zal de lector zijn. Daarna zingen we lied 650 vers 1 en 2 (in het vroegere liedboek was dat gezang 223) 24
Korte tijd later (nadat Zacharias was teruggekeerd uit de tempel) werd zijn vrouw Elisabeth zwanger. Ze leefde vijf maanden lang in afzondering en zei bij zichzelf: 25 De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten. gezang 223: 1 en 2, lied 650 De aarde is vervuld Lucas 1: 39-45 39
Kort nadat Maria van de engel Gabriël had gehoord dat ze in kind zou verwachten reisde Ze in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, 40 waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. 41 Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest 42 en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! 43 Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? 44 Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. 45 Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’ Lied: 216: 1, 2 en 3 Lucas 1: 46-56 46 Maria zei: ‘Mijn ziel prijst en looft de Heer, 47 mijn hart juicht om God, mijn redder:
48 hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, 49 ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn naam. 50 Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht, voor al wie hem vereert. 51 Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen, 52 heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien. 53 Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen. 54-55 Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd: hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.’ 56 Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en ging toen terug naar huis. Ria Boekhorst schreef naar aanleiding van de lofzang van Maria: |”Het Magnificat werd in de katholieke eredienst gezongen tijdens de Mariafeesten. Als dit schitterende gregoriaanse gezang werd gezongen, werden de kerkklokken geluid. Als kind maakte dat altijd een grote indruk op mij”. Helaas kunnen wij hier niet gregoriaans zingen, maar we gaan wel in het Latijn zingen. We zingen een keer eenstemmig en daarna in twee groepen 3 keer in canon.
Geliefde mensen van God, Zo vriendelijk en veilig als het licht, zoals een mantel om mij heen geslagen. Zo liefdevol en zacht zijn niet alle lees ervaringen met het verhaal over de ontmoeting tussen Elisabeth en Maria. De tekst roept bij veel vrouwen pijn op, omdat ze raakt aan eigen pijnlijke ervaringen. Het verdriet om een niet vervulde kinderwens, dat in verschillende stadia van je leven weer opspeelt. Het verdriet om leven dat te vroeg ten einde kwam. Deze tekst, zo schreef iemand, lijkt te zeggen dat je niet meetelt als je geen kinderen hebt, daarom doet het pijn. En die gedachte kom je helaas tot nu toe nog tegen: mensen die je beklagen omdat je geen kinderen hebt. En waarom wordt Maria zo opgehemeld omdat ze zwanger is. Elisabeth hoeft zich toch niet haar mindere te voelen?
Veel vrouwen gaven aan goed mee te kunnen voelen met Elisabeth. Mensen hadden haar veracht vanwege haar kinderloosheid. Er staat niet veel geschreven over haar verdriet, maar je voelt de parallel met Hanna, de vrouw van Elkana. Gelukkig gaat het lied “zo vriendelijk en veilig als het licht” ook verder: zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht ik roep zijn naam, bestorm hem met mijn vragen. In donkere tijden van verdriet en rouw, gingen sommige vrouwen de strijd aan. Ze bevrijdden zich van oude dogma’s. Ze zochten God op in hun opstandigheid en stelden God de vraag naar het waarom? Of ze hielden God een tijdje op afstand, omdat het leven zo al ingewikkeld genoeg was. Geloof kan soms zo ongrijpbaar zijn en soms lijkt God zo ver weg. Dan is het fijn als je na verloop van tijd kunt terugkijken en merken dat anderen je door een moeilijke tijd hebben geholpen. En soms komt er na een tijd ook weer een nieuwe ervaring met God. Achteraf zeggen sommigen dat God hen heeft vastgehouden, juist in die donkere tijd. Dat ze misschien zelf niet op zoek waren gegaan naar God, maar dat God hen wel had gezocht. Iemand schrijft: God heeft in mijn leven een heel grote rol gespeeld. Vanuit diepe duisternis ben ik gekomen tot waar ik nu ben: een dankbaar mens. Ik bidt elke dag dat ik dit gevoel tot mijn sterven toe mag vasthouden. Het Bijbelverhaal dat zo raakt aan onze aardse realiteit en aan ons aards verdriet, wil misschien ook wel iets anders vertellen, dan dat een zwangerschap de enige verlossing is van alle verdriet en pijn. Hoe mooi en ontroerend het ook is om een geboorte mee te maken. Uiteindelijk is het een verhaal over de komst van de Messias op aarde. Een verhaal dat de uniciteit van Jezus wil benadrukken en dat Maria afschildert als een vertegenwoordiger van de kwetsbaren der aarde. Zij ontvangt. Zij hoeft niets te presteren, zij hoeft niemand te zijn, zij mag een onbeschreven blad zijn. Daarin kan zij ons voorgaan in eenvoud en kwetsbare ontvankelijkheid: Niet onze opleiding, onze status, niet onze carrière of ons aanzien zijn van belang. Onze openheid om dat te ontvangen wat van God komt, daar gaat het om. En wat er dan gebeurt is meer dan een individuele spirituele ervaring. Maria en Elisabeth, zij die nog niemand was en de vrouw wier kansen al verkeken waren delen in alle kwetsbaarheid elkaars geluk. Elisabeth roept de lofzang in Maria wakker en het mooie van die lofzang is dat die zich niet beperkt tot de omkering van haar eigen lot, maar dat de hele wereldorde daarin wordt meegenomen. Die omkering is nog een droom. In onze wereld ziet het er nog niet zo uit dat de machthebbers van de troon zijn gestoten. Er zijn nog steeds mensen die zich verheven voelen boven anderen en de armoede neemt wereldwijd alleen maar toe. En toch is er iets gebeurd, lijkt Lucas te willen zeggen, toch is er iets gebeurd waardoor de wereld niet meer hetzelfde is. Want dit hele verhaal is de opmaat voor het evangelie over het leven van Jezus de zoon van Maria. Hij liet zich niet leiden door machthebbers en belangrijke mensen, maar zocht juist omgang met eenvoudige mensen. En is het niet bijzonder hoe vaak hij zich juist tot vrouwen richtte, kwetsbare vrouwen en vrouwen in nood? Die kwetsbaarheid is denk ik één van de belangrijkste thema’s in dit verhaal.
De aardse kwetsbaarheid van vrouwen zoals Maria en Elisabeth, die makkelijk buitengesloten worden, maar die bij Jezus juist kunnen rekenen op liefdevolle aandacht en ondersteuning. De sociale kwetsbaarheid waarin de vrouwen durven te treden door elkaar hun verdriet, maar ook hun blijdschap en hun dankbaarheid te delen. In de reacties die ik binnen heb gekregen op mijn vragen, zaten ook een paar brieven van moeders die in hun omgeving een of meerdere vrouwen kenden met een onvervulde kinderwens. Zij schreven dat juist deze vrouwen op zo’n zorgzame en betrokken manier in het leven stonden en dat zij zo genoten van hun liefdevolle aandacht. Durven we dat soort dingen ook wel eens te zeggen tegen elkaar? En tot slot de spirituele kwetsbaarheid. De ontvankelijkheid. Het verhaal over Elisabeth en Maria nodigt ons uit of daagt ons misschien wel uit om onze zekerheden en onze behoefte aan controle los te laten en te ontvangen wat op ons toekomt. Durven we zo kwetsbaar te zijn? Durven we open te staan voor Gods aanwezigheid in ons levensverhaal? En durf jij zelf ook aanwezig te zijn in het verhaal van God? Iemand deelde de volgende ervaring: Ooit logeerde een uitgeprocedeerd vluchtelingenechtpaar enkele weken bij ons. Eigenlijk als uitstel van executie .Hopend op een wonder of? Zij was zwanger, eerste kind, haar naam: Marijam. Al gauw noemden we hen Josef en Maria. Er werd hulp gevonden bij een lieve vroedvrouw, die haar onder controle nam en ook een eerste echo liet maken. Ik mocht mee en was getuige van puur geluk! Hoezo uitzichtloos? Ze kregen een kind, een jongetje! Voor mij een moment dat ik de ervaring had in het grote verhaal te leven. Het is een verhaal van hoop en licht, bijna een kerstverhaal om met elkaar te delen. Zouden wij dat kunnen, net als de oudere Elisabeth en de jonge Maria, ons verheugen in elkaars geluk, maar ook gevoelig zijn voor elkaars verdriet? Zouden wij elkaar zo kunnen ontmoeten, zo met elkaar op weg kunnen gaan, dat we de lofzang in elkaar wakker roepen om het moois dat er gebeurt. Een lofzang die tegelijk ook een lied van verlangen mag zijn naar een wereld die rechtvaardig is? De geschiedenis van Elisabeth en Maria leert ons dat we dat niet alleen hoeven doen. Dat er iemand is die met ons mee gaat. Gods Geest gaat met ons mee: De trooster, de inspiratie, de levensadem. Dat zij ook in jullie leven licht mag brengen. Amen Lied: 657: 1 en 2 Collecte Als gemeente zijn wij geroepen om te getuigen van Jezus, de Opgestane Heer. Laten we dan ook in Zijn Licht opstaan, om in eerbied en met dankbaarheid de naam te gedenken van een gemeentelid dat deze week is overleden. Wij ontvingen een rouwkaart van de familie van mevrouw Sara Maria de Jong-de Pooter. Zij is overleden op 4 december jl. op een leeftijd van 93 jaar. Mw. de Jong woonde sinds september in Zeeuws Vlaanderen, daarvoor woonde zij in Overdal. De begrafenis heeft op 9 december jl. in besloten kring plaatsgevonden. Het correspondentieadres van de familie is bekend bij de ouderling van dienst en het kerkelijk bureau.
Als teken van ons geloof in Hem die de Opstanding en het leven is steken we een kaars aan met het Licht van de Paaskaars. Daarna zingen we het 4e couplet van lied 657 Laten we danken en bidden: Liefdevolle God, Wij danken u voor het verhaal van Elisabeth en Maria, vrouwen uit de bijbel die ons leven delen, met al zijn aanvechtingen. Wij danken u voor de verhalen die wij van elkaar mochten horen, zo veelkleurig en divers als ze zijn, verbinden ze ons met elkaar en met u. Wij danken u voor uw inspiratie, dat we soms even kunnen ervaren dat u de grond bent onder ons bestaan dat wij voor een tijd een plaats van God kunnen zijn. Wij bidden u voor alle mensen en alle momenten dat dat gevoel er niet is. Dat wij zoeken en tasten in het duister en de wanhoop of het verdriet soms te groot zijn. Wij bidden u: houd ons dan nog vast. Wij bidden u voor allen die het leven deelden met mw. de Jong, geef dat zij troost vinden in de herinnering aan wie zij was en help hen om de herinnering aan haar levend te houden. Wij weten haar geborgen in uw ontferming, zoals wij onze geliefden ook bij u geborgen weten, in leven en in sterven. Barmhartige God, Wanneer wij bidden alle kwetsbare mensen op aarde dan bidden wij in het bijzonder voor vrouwen en kinderen. Soms zijn ze op de vlucht voor oorlogsgeweld, maar lijden ze daarnaast ook nog door onderdrukking en vernederingen in hun eigen gezin of in de omgeving waar ze worden opgevangen. Voor de vrouwen in Heumensoord bidden wij, die ook in het opvangcentrum niet vrij zijn om zich te kleden zoals zij zelf willen Wij bidden u ook voor de vluchtelingenvrouw Tigist, die de afgelopen weken bij ons in de Vredebergkerk naar de kerk ging. Zij voelde zich thuis bij ons, na een lange en moeilijke vlucht naar Nederland. Nu is ze weer overgeplaatst naar een andere plaats en moet ze weer opnieuw beginnen. Wees met haar en alle vrouwen die leven als opgejaagd wild. Wij bidden voor het diaconale project de Oase, dat gisteren officieel geopend werd. Geef dat het een plek zal zijn voor mensen waar ze zichzelf kunnen hervinden en werkelijk zullen opbloeien. Geef dat er ontmoetingen zullen plaatsvinden, zoals die tussen Maria en Elisabeth. In de stilte van het moment laten wij ons hart tot u spreken. (Onze Vader) (dit alles bidden wij u in Jezus naam) Amen
Lied 657: 3 Tafelgebed Eeuwige God, met recht en met reden, spreken wij onze lofzegging uit, hier en nu, overal en altijd, want U geeft zin aan ons bestaan, U gaat met ons de tijden door, op weg naar de laatste onthulling van uw kracht en koninkrijk, dat U voorgoed bevestigd hebt in uw geliefde Zoon, de Gekruisigde. U blijft ons mensen nabij op onze tocht door alle eeuwen, vol risico en struikeling. U zult ons nooit laten vallen, uw hand draagt ons ook in de diepte van dood en eenzaamheid. U begeleidt ons naar het land achter die gevreesde grens van ons beperkt bestaan. Daarom zingen wij u de lofprijzing met de getuigen van de gemeente van alle tijden en plaatsen. Gezang 457: 4 Heilig, heilig, heilig! HEER God almachtig hemel, zee en aarde verhoogt uw heerlijkheid. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, Drievuldig God, die één in wezen zijt. Gezegend is Jezus, die met zijn komst ons leven met Uw Naam heeft verbonden. Hij heeft op de avond voor zijn dood zijn liefde voor ons heeft bezegeld met de tekenen van deze gaven, toen Hij een brood nam. de dankzegging daarover uitsprak. het brak en aan zijn leerlingen gaf met de woorden: Dit is mijn lichaam voor u; doet dit tot mijn gedachtenis! Ook nam Hij na de maaltijd de beker, sprak de dankzegging daarover uit, en gaf die aan zijn leerlingen met de woorden: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed; doet dit, zo dikwijls ge die drinkt, tot mijn gedachtenis Zo gedenken wij, o God, het geheim van de Gekruisigde, Jezus Christus, de Rechtvaardige, die Gij uit de dood hebt opgewekt. Zend, bidden wij, uw heilige Geest over deze gaven van brood en wijn;
stort uw Geest ook uit over ons: dat wij elkaar dragen en verdragen op onze weg naar uw toekomst, om met alle volken het feestmaal te vieren. Samen met al uw mensen, in hemel en op aarde, loven wij, God van liefde, uw Naam, zegenen wij, God van genade, uw glorie, en prijzen wij, God van belofte, uw trouw door Hem en met Hem en in Hem, Jezus Christus, onze Heer, die ons leerde bidden: Allen: Onze Vader die in de hemel zijt, Het brood dat wij breken is de gemeenschap met het lichaam van Christus. De drinkbeker der dankzegging waarover wij de dankzegging uitspreken, is de gemeenschap met het bloed van Christus. --------------delen van brood en wijn-------------------Laten wij danken: Dat wij uw Woord hebben gehoord, dat wij het brood hebben gedeeld met elkaar, laat dat voor ons een teken zijn dat U dicht bij ons bent, dat wij uw mensen zijn, door U gevoed, door U bemind. Verlaat ons nooit, zo wij bidden U, wees als het daglicht om ons heen, wees onze vaste grond, en meer dan dat: onze toekomst, onze Vader. Amen
Wanneer wij de zegen uitspreken in een lied en in een franciscaanse zegenbede, dan doen wij dat vanuit het besef dat beschreven staat in Psalm 139:5 “Heer, U bent voor me en achter me, en uw hand ligt op mijn schouder” Slotlied: 416: 1 en 2 Franciscaanse zegenbede Moge God ons zegenen met ongemak bij gemakkelijke antwoorden, halve waarheden, en oppervlakkige verhoudingen zodat we diep vanuit ons hart mogen leven.
Moge God ons zegenen met woede bij onrechtvaardigheid, onderdrukking, en uitbuiting van Gods schepselen zodat we mogen werken aan rechtvaardigheid, vrijheid, en vrede. Moge God ons zegenen met tranen om te vergieten voor hen die lijden aan pijn, verwerping, honger, en oorlog, zodat we onze handen kunnen uitstrekken om hen te troosten en om hun pijn in vreugde te veranderen. En moge God ons zegenen met genoeg dwaasheid om te geloven dat we een verschil kunnen maken in de wereld, zodat wij kunnen doen waarvan anderen zeggen dat het niet gedaan kan worden. Lied 416: 4 en gezongen amen