WIE werkt!
Wmo, Werk & Ondernemen
Inhoudsopgave
Teamcoaches aan het woord
4
Bij WIE ligt de focus?
6
Salima Dchar
10
Jermaine Sandvliet
12
Ariëtte Furtado
14
Marijke Dankoor en Gemma Diels
16
Richard de Boer
18
Loekie Visser
20
Ouahiba Achbar
22
Rick Raalte
24
Fatima Lamkharrat en Joke Machielse
26
Elske Geleedst
28
Mahender Autar
30
Jacqueline Walden
32
Natalie Dupon
34
Mattis van den Bogaard
36
Ingmar Elias
38
Atilla Nazligul
40
Nawoord
42
Teamcoaches aan het woord “Samen maken we meer mogelijk. Daar worden de bewoners van Rotterdam Centrum blij van, en wij ook. De verhalen in dit boekje zijn daar de voorbeelden van. Veel leesplezier!”
Han Riksten (l.) en Jolanda Moerkerke (r.)
Twee teamcoaches voor de medewerkers van Rotterdam Centrum. Twee mensen met een verschillende achtergrond, die verantwoordelijk zijn om deze medewerkers te steunen, uit te dagen en te trainen. Zodat zij bewoners meer in hun eigen kracht kunnen brengen, een netwerk hebben en werken vanuit wederkerigheid. Zo worden bewoners verantwoordelijk gesteld voor hun eigen welzijn en welbevinden. Soms gaat het vanzelf, maar niet altijd. Het is een prachtig karwei!
Han: “WIE-focus? Doen!” “Onze ambitie is een samenleving die voor elkaar zorgt, waarin mensen talenten, kansen en mogelijkheden benutten. Sterke mensen dus, die alleen als het echt nodig is ondersteuning krijgen van professionals, loketten of de overheid. De WIE-focus is het werktuig dat wij hiervoor gebruiken: Wederkerigheid, Informele netwerken en Eigen kracht zijn hierbij de kernbegrippen. Als teamcoach ben ik er vanaf het begin bij betrokken. Ook met de werving van kracht- en buurtcoaches. Waar hebben we op gelet? Welk profiel past daarbij? Terugkijkend denk ik dat houding en gedrag heel belangrijk zijn. We zochten naar
mensen die de WIE-focus al, bewust of onbewust, toepasten. Wat is dan belangrijk? Positief in het leven staan, oprecht geïnteresseerd zijn in de medemens en oplossingsgericht werken. Dan begint het. Met een open vizier, transparant en durven te leren. Eropaf, ondernemend, maar natuurlijk mogen er ook fouten gemaakt worden. De WIE-focus is geen vaststaande, ingekaderde werkwijze. Het is in ontwikkeling, moet ontdekt worden. Eigen kracht moet je voelen, je moet erin geloven en eraan werken. Het netwerk uitbreiden en aanspreken betekent dat je over drempels gaat, trots overwint en kwetsbaar bent. Voor Wederkerigheid
moet je prikkelen, toetsen en uitdagen. Het werd spannend. We gingen het uitOns vertrekpunt riep in het begin ook zoeken, ideeën bij elkaar oproepen en weerstand op: “Jullie elkaar meehelpen. willen niets doen”, Daar waar de hulp “Positief in het leven staan, “ik ga mijn buurvan de ander niet als oprecht geïnteresseerd zijn in man niet wassen” vanzelf kwam gingen en “het is gewoon wij hulp ’bestellen’. de medemens en oplossingsbezuinigen”. GelukHet werd leuk, cregericht werken.” kig ontmoetten we atief en spontaan. ook enthousiasme: Wij werden er beter “We kunnen het gewoon weer zelf doen”. in, wij werden knapper in het toepassen De knoppen vinden om het echte verschil en zien van het rendement van de WIEte maken blijft een spannend avontuur, focus. Wij leerden dat we al veel geven en waarin we ook nog steeds leren. Leren weggeven.Voor ons is het immers vanzelfvan en met elkaar en met de bewoners sprekend om veel hulp en ondersteuning van Rotterdam Centrum”. te geven. Een tegenprestatie komt vaak spontaan, als het niet als een verplichting wordt geJolanda: “Fris!” zien. Veel mensen zijn bereid anderen te “Al in de eerste week werd mij duidelijk helpen, zeker als ze van elkaar houden. dat iedereen die bij Radar Wmo, Werk Veel mensen kunnen geven zodra ze steren Ondernemen aan het werk is, werk ker zijn geworden, meer kracht hebben en maakt van de WIE-focus. Het toepassen, meer mensen om zich heen hebben die het in de vingers krijgen werd door ie- van betekenis zijn. Het is fris, een frisse kijk dereen belangrijk gevonden. Er werd over op hoe we mensen sterker willen maken. gepraat, er werd op gereflecteerd, er wer- Het is een sympathiek, geduldig, nauwkeuden grapjes over gemaakt. Het begrip we- rig proces waarbij we de antwoorden niet derkerigheid kwam hierbij het meest ter weten en het niet kunnen voorzeggen. sprake. Want dan wordt het flauw, een protocol en dreigen wij gelijkwaardigheid met de Als we uitgaan van gelijkwaardigheid is ander uit het oog te verliezen. Ik geloof een gift beantwoorden met een tegen- dat het daarom gaat. We willen luisteren gift vanzelfsprekend, het is wederzijds. naar de mensen, wij zien hen voor vol aan Wederkerigheid hield mij bezig: moet de en nemen hun inspanning serieus. De tebewoner dan direct iets terug doen? Kan gengift komt, bijna, als vanzelf.” een klant die slachtoffer is van geweld dit ook werkelijk realiseren? Is het niet boter bij de vis? Voor wat hoort wat? Tegen de Han Riksten & Jolanda Moerkerke, klippen op, tegen wil en dank? Ik betrapte teamcoaches. medewerkers en mijzelf op een soort n schaamte, een terughoudendheid. 5
Bij WIE ligt de focus? In mijn rol als trainer en in mijn persoonlijk leven heb ik de laatste tien jaar de focus gelegd op het onderzoek naar hoe je je eigen kracht kunt ontwikkelen en inzetten. Mijn passie is mensen te ondersteunen om het beste in zichzelf naar boven te halen. Elselien de Wolf
Ik heb groepsgericht en individueel mogen werken met mensen die een baan hebben, mensen die langdurig zonder werk zitten, ouderen, jongeren, mensen met een lichte verstandelijke beperking, professionals in de zorg, welzijnswerkers, coaches en therapeuten, mensen met verschillende culturele achtergronden, managers en mensen die in armoede leven… Het luisteren naar de mensen en aansluiten bij wat hen bezig houdt is het beginpunt van het proces om hen in beweging te brengen en hen (weer) te laten geloven in eigen kracht. De klant en dus niet de professional is bepalend voor welke stappen er gezet worden in het proces. Het faciliteren dat hierbij hoort vraagt om een vraag-en oplossingsgerichte benadering in plaats van een sturende en probleemgerichte benadering
In Rotterdam is de ontwikkeling van deze nieuwe manier van werken vanaf het begin ingezet. Radar heeft voorzien dat het je eigen maken van deze werkwijze lastig kan zijn voor de medewerkers. Om die reden ben ik gevraagd hen te begeleiden in de vorm van leercirkels. Het doel hiervan is om de medewerkers zelf te laten groeien in geloof in eigen kracht, te oefenen en kennis en ervaring uit te wisselen rondom het toepassen van de nieuwe werkwijze in het contact met hun klanten. Ze krijgen tools in handen, zodat ze zich werkelijk kunnen gaan committeren aan de nieuwe werkwijze. De uitgangspunten van de werkwijze worden kort en krachtig verwoord in de WIE-focus. Alles verandert, dus waar focus je op? Er is nogal wat gaande in het sociale domein, alles is in beweging, de context waarbinnen je als professional werkt wijzigt zich als gevolg van de transities. De
medewerkers van de teams van Radar Wmo, Werk en Ondernemen, het bedrijf, hebben zich verbonden aan de werkwijze van de WIE-focus. Voor de meesten van hen een andere werkwijze dan die gevolgd werd in hun vorige functie. Ook de inhoud van hun professionele rol verandert, van specialist worden ze meer en meer gespecialiseerd integraal werker. Dit vraagt een verandering in hun gedrag als individu. De klant wordt uitgenodigd het heft weer in eigen handen te nemen en deel te nemen aan de maatschappelijke context waar in hij leeft.
klant. Dit brengt de klant bij zijn drijfveren, motivatie en zingeving. Zo begeleidt hij de klant naar zelfsturing en het zelf vinden van oplossingen. Dus meer steunen en stimuleren en minder sturen. Door de wisselwerking ontstaat er een positief geladen sfeer in de samenwerking, zowel in de individuele- als de groepscontacten. Deze positief geladen sfeer is direct voelbaar als je bij de Kipstraat in Rotterdam binnenloopt.
De focus ligt bij de professional Eén van de uitgangspunten in het team is dat iedereen vanuit dezelfde werkwijze opereert en van elkaar leert. Dit betekent De focus ligt bij de klant(en) dat je van specialist steeds meer een geEr ontstaat een toename van eigen kracht specialiseerd integraal werker wordt. In je bij zowel de professional als de klant, manier van kijken neem je in toenemende wanneer de professional de klant bena- mate kennis en inzichten mee die je opdert vanuit geloof in eigen kracht. Klan- steekt van je collega-specialisten in het ten (her)vinden hun kracht als ze wor- team. Er wordt van je verwacht dat je van den aangesproken op hun kwaliteiten en alle markten thuisbent. Als je je als protalenten. De successen fessional hebt geïdenen de groei van klanten tificeerd met je rol als “Het luisteren naar de versterken weer het specialist, bijvoorbeeld, mensen en aansluiten geloof en vertrouwen ‘ik ben dé maatschapbij wat hen bezig houdt van de professionals in pelijk werker’, dan moet is het beginpunt van het de methodiek. Dit geeft je dat voor een deel proces om hen in bewe- gaan loslaten. Dat geeft energie om te volharden in het faciliteren van de in eerste instantie een ging te brengen” klant, ook als de klant gevoel van onzekerheid: slechts in staat is met ‘wie of wat ben ik nu hele kleine stappen te winnen aan auto- nog wel?’ Je hart ligt niet voor niets bij nomie en eigen verantwoordelijkheid. De de doelgroep waar je oorspronkelijk voor professional stimuleert wederkerigheid hebt gekozen, zoals jongeren, ouderen of en benut informatie van het informele probleemgezinnen. netwerk van de klant. Er is een verande- Dat kan allerlei emoties en verwarring ring nodig in de houding van de professio- over je rol met zich meebrengen. Een hernal en de wijze waarop hij omgaat met de oriëntatie is nodig. 7
Bij WIE ligt de focus? Voor een andere professional is het een verademing om integraal werker te kunnen worden, het geeft ruimte aan creativiteit en de mogelijkheid tot pionieren. De manier waarop je met dit proces om kunt gaan is afhankelijk van wie jij bent als individu.
krijg je een plek in het team, is er voldoende wederkerigheid, zodat je bereid bent een bijdrage te leveren? Hoe werk je samen in een team waarin je met elkaar nieuwe werkprocessen, anders dan waar je vandaan kwam, moet ontwikkelen op basis van de afgesproken methodiek. Hoe blijf je trouw aan jezelf, hoe word je een gespecialiseerd integraal werker?
Focus op de eigen kracht van de professional als individu Waar zit de éigen eigen kracht van de Focus op het lerende team professional? Dat is natuurlijk een samen- In het lerende team is het leren reflectespel van karakter, opvoeding, werk- en ren op de eigen manier van werken, de levenservaring, opleiding en vaardigheden. samenwerking in het team en het gedrag Hoeveel inzicht heb je in hoe jij zelf je ei- van klanten één van de te ontwikkelen gen kracht in zet in je werk en hoe reflec- vaardigheden. Zo kan er naar voren koteer je daar op? Ken je men dat er in het lejezelf ook in je kwetsrende team behoefte is “Hoe meer inzicht je in baarheid? Dat wil zegaan ondersteuning op jezelf hebt hoe beter je gen, wat zijn de vragen het ontwikkelen van en de onzekerheden specifieke vaardigheweet op welke manier JIJ die jou bezig houden den, gekoppeld aan de in staat bent klanten in in deze omgeving vol directe situaties in de hun kracht te zetten” veranderingen. Wat praktijk. Zoals feedback zijn jouw kwaliteiten geven en ontvangen, en hoe kan je ze in deze werksituatie ten omgaan met agressief gedrag of omgaan volle benutten? Hoe meer inzicht je in je- met weerstanden. Maar ook het zoeken zelf hebt hoe beter je weet op welke ma- naar grenzen moet besproken en geoenier JIJ in staat bent klanten in hun kracht fend worden.Waar ligt de grens tussen de te zetten. verantwoordelijkheid van de klant en die van de professional? Hoe krijg je klanten die niet lijken te kunnen of willen in beweFocus op het teamontwikkelingsproces ging? Durf je, vanuit het niet van tevoren Je komt als specialist binnen in het team weten wat de uitkomst zal zijn, iets nieuws en er wordt van je verwacht dat je je ta- en onbekends uit te proberen? Je creatilenten inzet en je theoretische en prak- viteit in te zetten? Vergeet je niet de grote tische kennis en ervaring met je teamge- en kleine successen te benoemen en te noten deelt, zodat iedereen min of meer vieren? Faciliteer je ook iemand naar eiintegraal werker kan worden. Is er een gen kracht als je eerst een klant voordoet sfeer van veiligheid en vertrouwen in het hoe het kan, zodat de klant het nieuwe geteam? Word je gezien, word je gehoord, drag van je over kan nemen? Hoe leer je
open en zonder (voor)oordelen te kijken en te luisteren? Mag je als teamlid, net als je klanten, van je fouten leren? Dan blijkt het levende “leermateriaal” rond te lopen. Door één van de klanten, die vrijwilligerswerk doet in Rotterdam Centrum, zijn verhaal te laten vertellen tijdens een leercirkel wordt de werking van de toegepaste methodiek een emotionele en confronterende werkelijkheid. De professionals worden zich bewust van de mate waarin zij zich de methodiek hebben eigen gemaakt. Kortom, hun meerwaarde als onbewust bekwame professionals wordt omgezet naar bewust bekwame professionals. Focus op de trainer De trainer ontsluit in de leercirkels het potentieel van de professionals vanuit geloof in hùn mogelijkheden en kracht. Als trainer sta je model voor hoe je dat doet. Om geloofwaardig te zijn moet je het geloof in eigen kracht belichamen en uitstralen. Naast het inzetten van trainersvaardigheden is het belangrijk dat de trainer ook systemisch en proces analytisch kan waarnemen. De trainer is dus zowel trainer als procesfacilitator. Het effect van de wederkerigheid raakt mij ook in mijn rol. Mijn bijdrage in de leercirkels wordt gezien en gewaardeerd. Dat faciliteert de groei van eigen kracht van mij als trainer en geeft energie en zin om een bijdrage te blijven leveren.
De Focus ligt bij….. De focus ligt bij de klant, de professional, het individu, het team, de trainer, de organisatie en de maatschappij. Voor iedereen is er moed en doorzettingsvermogen nodig om mee te bewegen met alle veranderingen. Het vraagt om constant risico durven nemen, heel veel vallen en weer opstaan. En dat... is de enige weg naar het vinden van Eigen Kracht. Elselien de Wolf, trainer en procesfacilitator n
“Wat ik zag was een hele make-over, een transformatie op en top. Hij kwam binnen met een baard, ingevallen gezicht, enorme wallen, mager, somber en niet verzorgd. Aan het einde kwam er een meneer op kantoor, hij rook fris, zijn haren waren geknipt, het was een jongeman met een glimlach op zijn gezicht, hij was sterk en zelfverzekerd. Hij had zijn levenslust weer teruggevonden.” Salima werkt als krachtcoach met de doelgroep van nul tot ongeveer zeventig jaar. “Als krachtcoach coach je, ben je ondersteunend en sturend, tegelijkertijd boor je de kracht van de klant aan en focus je daarop. De klant leunt dus niet achterover tot jij het hebt opgelost.” Salima Dchar
De fles werd zijn beste vriend Isidoro, een man van 52 jaar werd bij ons aangemeld door de huisarts omdat hij aangaf psychische problemen te hebben. Hij werkte fulltime bij een timmersmansbedrijf, tot twee jaar geleden zijn vrouw van hem wilde scheiden. Zijn vrouw, dochter en zoon waren zijn alles. Hij raakte in een depressie, had het gevoel dat hij als vader gefaald had. Salima nodigt hem uit voor een gesprek. “Toen we het eenmaal over zijn vrouw en kinderen hadden werd hij heel emotioneel. Hij leefde op toen hij aangaf dat hij in Mexico heel erg van tekenen hield. Hij werd er rustig van en kon altijd zijn gedachten op orde krijgen.” Salima komt er achter dat Isidoro moeite heeft zijn financiën op orde te brengen. Ze besluit dat samen met hem aan te pakken. “Zijn huis, elektra en water moeten allereerst veilig gesteld worden. Dat zijn de primaire levensbehoeften van een mens om van daaruit verder te kunnen bouwen.” Salima vraagt Isidoro naar zijn bankafschrif-
ten. Ze geven inzicht in hoe iemand leeft en waaraan iemand zijn geld uitgeeft. “Ik zag heel vaak de slijterij langskomen, dus dat heb ik benoemd. Hij dronk elke dag en moest elke dag blowen voor het slapen. Zijn wens om naar Mexico te gaan is vluchtgedrag.“ “Dat tekenen, dat is een kracht” Salima kan alleen met Isidoro verder werken als er iets aan de verslavingen wordt gedaan. “Ik heb hem uitgelegd wat er gebeurt als hij zo doorgaat, zowel lichamelijk als sociaal, daar schrok hij enorm van. Ik heb ook geschetst welke stappen we kunnen ondernemen om het probleem aan te pakken.” Bij Bouman zijn ze gespecialiseerd in verslavingszorg, maar dan moet je wel open kaart spelen naar de huisarts en aangeven dat je hulp wilt. Je mag zelf kiezen! Isidoro kiest voor dat laatste en wordt ‘aangenomen’ bij Bouman. “Hij was bang dat hij bij de intake zijn verhaal niet goed kon vertellen, dus ik heb gevraagd of hij het fijn vond als ik hem ondersteunde.”
Salima Dchar Dat gaf hem echt een push: “Als jij niet mee was gegaan, weet ik niet of ik wel was gegaan.” Het is voor Salima belangrijk wat haar rol hierin is. “Jij gaat praten, jij geeft aan waar je problemen liggen; ik ben er voor als je vraagt of ik je kan helpen. Ik was dus fysiek aanwezig, hij heeft het hele proces zelf gedaan.”
antwoordelijkheid bij hemzelf leggen. Zijn kinderen waren zijn drive, dus dat heb ik ook telkens als uitgangspunt genomen.”
Wanneer je investeert in de klant, komt de efficiëntie vanzelf Salima vindt het lastig wederkerigheid te vragen van mensen met veel problemaBouman komt met een plan van aanpak tiek, dus ook iets terugvragen van mensen dat Salima en Isidoro samen bespreken. die echt in de put zitten. Dit was ook het Hij heeft in totaal drie maanden intern geval bij Isidoro. “Hij heeft al zoveel meegezeten, heeft zelf over zijn verslaving aan gemaakt. Dan wil ik iemand redden en het zijn werkgever verovernemen. Toen we teld. Zijn werkgever zijn administratie gin“Jij gaat praten, jij geeft aan geeft hem de tijd, hij gen doen, en ik zag dat waar je problemen liggen; raakt zijn baan niet hij niet geconfronteerd kwijt. “Toen hij aan wilde worden met al ik ben er voor als je vraagt het detoxen was, had dat papierwerk, was ik of ik je kan helpen.” hij mij gevraagd langs geneigd om het over te komen. Ik zag dat te nemen. Vanuit de hij weer gestart was met tekenen, hij had gedachte dat als ik het doe het veel snelweer rust.” Salima benoemt het tekenen ler gaat. Samen doen kost me veel meer als zijn kracht. “Probeer stil te staan bij de tijd. Daarnaast heb ik nog veel andere krachten, dat tekenen, dat is een kracht! afspraken staan. Ik worstelde ook bij de Niet iedereen kan dat, niet iedereen kan intake bij Bouman. Ik realiseerde me dat dat zo mooi. Je bent bezig met iets wat jou ik achterover moest leunen. Dat kost mij veel energie geeft, zo krijgt jouw verdriet veel moeite, ik ben continu bezig op mijn een andere rol en plek in je leven.” tong te bijten en niks te zeggen. Deze casus heeft me ervan bewust gemaakt dat Salima geeft aan dat ze ook iets terugver- wanneer je meer investeert in de klant wacht van Isidoro. Isidoro gaat op vrijwil- zelf, het resultaat vanzelf komt. Uiteindelige basis helpen met het maken van ven- lijk leert iemand om het zelf te doen, daar sterbanken, kozijnen en tafeltjes, als een wil je naartoe.” klusjesman. Daarnaast helpt hij een vrienn din in haar restaurant en leert hij weer andere mensen kennen via haar. “ Ik heb hem nu gevraagd of hij als spokesman wil fungeren voor mensen in dezelfde situatie. Het succes zit in transparant zijn in je begeleiding, opties creëren en de ver11
Jermaine Sandvliet
Tim (l.) en Jermaine Sandvliet (r.)
Via de overlastcoördinator kwam hij in contact met Tim: een slimme jongen die echter hele dagen thuis zat en overlast veroorzaakte in de wijk. Tim had een softdrugsprobleem, zag het niet meer zitten en voelde zich nutteloos. “Ik ben langs gegaan bij Tim thuis en merkte dat we meteen een klik hadden. We konden praten over dingen zoals voetbal en vrouwen, de belangrijke dingen in het leven.” Jermaine vertelt ons hoe de klik tussen hem en jongeren ontstaat. “De klik tussen mij en de jongere ontstaat door mijn inlevingsvermogen. Wanneer ik jongeren laat vertellen over hun ervaringen in het leven probeer ik me constant in hun te verplaatsen waardoor ze het gevoel krijgen dat ik hetzelfde voel. Daarnaast luister ik goed, wat erg belangrijk is voor jongeren, en vertel ik over de nodige levenservaring die ik heb opgedaan.” Zowel Jermaine als Tim beamen dat deze klik heel belangrijk was. “Omdat we die klik hadden kon Jermaine makkelijk op, voor mij, moeilijke onderwerpen inspelen”, vertelt Tim ons. Jermaine is met Tim in gesprek gegaan en samen hebben ze in kaart gebracht wat
“Je weet mensen goed in te schatten en dat wat er in ze zit weer aan te spreken. In die zin ben je een grote motivator.” Jermaine Sandvliet, coach in het project voor vroegtijdig schoolverlaten, weet jongeren aan te spreken op hun talenten. Hij zoekt jongeren op die thuiszitten zonder startkwalificatie en motiveert hen om weer naar school of aan het werk te gaan.
er allemaal speelde bij Tim. “Ik kon op dat moment de kracht niet meer vinden om er zelf uit te komen en zat in een slachtofferrol, waar Jermaine me uit heeft gehaald.” Een reden om uit je bed te komen Jermaine besluit Tim uit zijn isolement te halen door hem weer onder de mensen te brengen. “In het kader van het project voor vroegtijdig schoolverlaten leg ik huisbezoeken af om uiteindelijk jongeren te motiveren weer naar school te gaan. Ik heb Tim meegenomen op deze bezoeken, omdat hij goed over zijn studie-ervaringen kan vertellen aan andere jongeren. Ik heb gekeken naar de talenten van Tim. Hij is een slimme jongen waardoor hij mij kan helpen en kan meedenken in dit project. Het is me gelukt om Tim mee te krijgen op huisbezoek, door hem betrokken te maken in mijn aanpak van de jongeren. Ik heb Tim, als jongere, de gelegenheid gegeven zijn mening te uiten over mijn aanpak. Hierdoor ontstond er betrokkenheid. Waar Tim aanvankelijk begon met
administratief werk in het project, ging hij vervolgens mee op pad naar de huisbezoeken.”
bedrijf en krijg het zo op een presenteerblaadje aangeboden, dus dit is een mooie kans.” Daarnaast gaat Tim zijn studie Planologie weer oppakken en heeft hij een Tim vindt het aanvankelijk spannend om eigen woning weten te regelen. Jermaine mee te gaan op huisbezoek, maar merkt is trots op Tim, het is één van zijn sucal snel dat hij weer een reden heeft om cesverhalen. Ook Tim merkt een groot drie keer per week uit zijn bed te komen. verschil met het begin van het traject. “Ik Jermaine spoort Tim ook aan om in zijn heb het vertrouwen in mezelf weer meer eigen netwerk te teruggekregen en kijken. “Constant heb geleerd dat ik Tim: “Ik heb het vertrouwen in heb ik erop gehadoor moet blijven merd dat hij om zetten.” mezelf weer teruggekregen en zich heen moet kijheb geleerd dat ik door moet ken. Hij moet met Als je de hele blijven zetten.” mensen omgaan WIE-focus bij elwaaraan hij zich kaar noemt, komt kan optrekken en van wie hij gebruik kan eigenlijk elk onderdeel van de WIE in dit maken.” Tims moeder spoort hem aan traject met Tim terug vertelt Jermaine om vrijwilligerswerk te gaan doen, maar ons. “De wederkerigheid heeft Tim me gedat ziet hij niet zitten. “Een beetje werken geven door mee te gaan op huisbezoeken, voor niks, wat heb ik daar nu weer aan?” mee te denken, maar ook doordat ik zie Totdat hij via een goede kennis vrijwilli- dat hij vooruit gaat. Zijn eigen kracht heeft gerswerk gaat doen bij woningcoöperatie hij bewezen doordat hij zijn eigen woning Woonstad. “Als je helemaal niks hebt in je heeft geregeld en zijn studie weer gaat leven, geen dagbesteding, studie of werk, oppakken. Binnen zijn informele netwerk dan is het zo moeilijk je week in te rich- heeft hij Woonstad weten te overtuigen ten. Maar na drie dagen bij Woonstad zag voor vrijwilligerswerk en mogelijk voor ik: ik kan dit gaan doen, ik kan dat gaan zijn afstudeerstage.” Jermaine beschrijft doen, het werd gewoon weer opgestart. ook de wederkerigheid die hij terugkrijgt Als ik nu op een punt in mijn leven beland van zijn werk. “De wederkerigheid voor dat ik geen baan heb of zo, dan moet ik mij is als iemand met een goed gevoel vrijwilligerswerk gaan doen.” wegloopt en een stap verder durft te maken in zijn leven.” n Vertrouwen in mezelf Tim werkt op dit moment nog steeds bij Woonstad en gaat hier mogelijk ook zijn afstudeerstage doen. “Ik kan iets voor hen betekenen door iets te onderzoeken waar zij geen tijd voor hebben. Ik ken het 13
Ariëtte Furtado Ariëtte werkt als coach samen met bewoners. Ze is verantwoordelijk voor het opzetten en doorontwikkelen van bewonersinitiatieven in de wijk. “Men was gewend dat alles voor hen gedaan werd. De Marokkaanse groep vroeg zich verbaasd af hoe het nu zonder programma verder moest. Men voelde zich een beetje aan hun eigen lot overgelaten. Alsof verder gaan zonder programma en een vast budget onmogelijk was.” Ariëtte Furtado
Ariëtte heeft veel werkervaring en de visie om het initiatief bij de bewoners zelf te leggen. Dus zelf zorgen dat er wat gebeurt in plaats van te denken dat er voor je gezorgd wordt. Dat vraagt van de bewoners heel wat, zeker als je dat niet gewend bent. “Ik heb me, in die voor bewoners ook wat onzekere situatie, altijd laten leiden door drie centrale thema’s: veel van wat vanzelfsprekend was is niet meer, wat kunnen bewoners zelf en wat kan je als coach ervoor teruggeven. En dan merk je al snel dat mensen zelf de dingen overnemen, als je hen tenminste ook daartoe de mogelijkheden geeft. Wat ik als coach aan hen teruggeef is dat ze zelf verantwoordelijk zijn en dat ze ook verantwoordelijkheid leren delen. Ik stuur dan vooral op allerlei groepsprocessen waardoor mensen steeds meer leren die verantwoordelijkheid te nemen. Dat betekent dat ik erop let dan men elkaar niet uitsluit en elkaar vertrouwt.” Vallen en opstaan Ariëtte vertelt dat dit een proces is van vallen en opstaan. Er is ook sprake van on-
derlinge strijd en twist. “Dat hoort er ook bij. Als er een beperkt aantal plekken is om een training te volgen dan moeten zij daar bij de selectie zelf uitkomen. Ik houd dat natuurlijk wel op de achtergrond in de gaten.” Daarmee heeft Ariëtte soms ook een bemiddelende rol. Die wordt geaccepteerd omdat ze hierbij neutraal is. “Het is belangrijk dat we als collega’s dezelfde visie uitdragen. Bewoners kunnen wel eens in hun oude rol terugvallen en gaan dan shoppen bij collega’s om iets voor elkaar te krijgen, bijvoorbeeld een budget voor een activiteit.” Aan de slag met bewonersinitiatieven: de praktijk Zes bewoners sluiten zich aan bij de werkgroep kinderactiviteiten. Zij wonen aan een plein met een locatie waarbinnen de kinderactiviteiten worden georganiseerd. Na verloop van tijd worden de activiteiten gestopt omdat de locatie gesloten is. De bewoners zoeken naar mogelijkheden om de activiteiten elders voort te zetten. Dat betekent dat zij op zoek moeten naar meerdere activiteiten om het geheel fi-
nancieel mogelijk te maken. Meerdere ac- Wees niet bang! Conflicten zijn onderdeel tiviteiten vragen ook om meerdere part- van het proces ners uit de wijk.Toevallig komt een andere, “Deze casus kent ook conflicten. Dat goedkopere locatie vrij in de wijk. De be- hoort er bij en is een teken dat het iets woners hebben nu voldoende partners van de bewoners is. Zo heeft een van de om met woningcorporatie Woonstad te leden van de beheersgroep laten weten onderhandelen over een huiskamer. Maar dat ze het teveel vond en is daarom tedat levert een machtsstrijd op tussen de ruggetreden. Een goede zaak, omdat ze verschillende activiteitengroepen omdat heeft geleerd haar grenzen aan te geven. iedereen een eigen locatie wil. Ariëtte on- Het uiteindelijke resultaat is dat men erg dersteunt de groep en speelt een bemid- enthousiast is.” De bewoners zien dat ze delende rol tussen ‘een stap naar vo“Wij hebben als coaches nog wel ren’ kunnen zetde groep en Woonstad. Dat leidt tot ten. Ze geven hun eens de neiging harder te lopen een overeenkomst eigen grenzen aan. dan de bewoners.” met afspraken over En ze zijn goed in de voorwaarden staat met de vele waaronder de werkgroepen de locatie vrijwilligers de netwerken in de buurt van Woonstad mogen betrekken. Elke aan elkaar te verbinden. De worsteling werkgroep heeft een vertegenwoordiger die Ariëtte heeft met deze werkwijze is in de beheersgroep. Er wordt door de de angst om de bewoners te overvragen. deelgemeente eenmalig een startsubsidie “Wij hebben als coaches nog wel eens de verstrekt (voor gas, licht en dergelijke). neiging harder te lopen dan de bewoners. De werkgroepen dienen zelf voor een ei- Zij hebben meer ruimte nodig terwijl ik gen bijdrage te zorgen. een aantal deadlines heb. En dan ontstaat de neiging om dingen over te gaan nemen. Wat Ariëtte de bewoners in dit geval te- En dat staat haaks op onze werkwijze.” ruggeeft is het eigen beheer en de ver- Ariëtte beklemtoont nog eens dat ze de antwoordelijkheid. Ze leren daarmee een manier van werken onderschrijft en altijd eigen plek te creëren en het gezamenlijk zo heeft gewerkt of heeft willen werken. beheer te voeren. De bewoners zijn dan In haar vorige baan hadden jongeren altegelijk gebruiker en beheerder. Ze leren tijd al de neiging om dingen bij haar neer geen andere groepen uit te sluiten en hun te leggen. “En dat heb ik nooit gewild. Ze eigen rol beter te kennen. Ze zijn verant- moesten het zelf oppakken. Die gedachte woordelijk voor hun eigen takenpakket komt ook voort uit de manier waarop (inkopen, voorraad bijhouden, schoonma- ik zelf ben opgevoed. Mij is altijd geleerd ken). Ze weten dat het niet nakomen van op mezelf terug te vallen en mijn verantde afspraken het einde van de locatie kan woordelijkheid te nemen.” betekenen. n
15
Marijke Dankoor en Gemma Diels “Als wij binnen vier tot zes maanden samen met de bewoner(s) alles weer op de rit krijgen en zij zelf weer de regie oppakken, dan leggen wij een basis voor wederkerigheid. Alleen als het zich uitbetaalt zijn wij meestal al weg.” Marijke en Gemma werken beiden als krachtcoach in het wijkteam Volwassenen Centrum. Ze zijn gespecialiseerd in multi-problem casussen, waarin vaak ook huiselijk geweld voorkomt. Gemma Diels (l.) en Marijke Dankoor (r.)
Wanneer er sprake is van huiselijk geweld gaan ze samen op huisbezoek. Marijke en Gemma erkennen het verdriet, de trauma’s en spreken de persoon daarna aan op een hun eigen kracht. “Het is de slachtofferrol die ze moeten afleren. Maar de basis moet wel eerst op orde zijn, je moet wel inkomen regelen. Ik kan wel zeggen dat het allemaal goed komt, maar wat als jij geen brood kan kopen aan het einde van de week. Dan heb ik wel een prachtverhaal maar het werkt niet. Je moet zo’n moeder dus eerst praktisch sterk maken, in haar kracht zetten en uitleggen wat er moet gebeuren. Je hebt het overleefd en bent niet alleen slachtoffer. Vaak zijn er kinderen in het spel, dan doe je een appel op de moederrol: ‘Nu moet je opstaan en jouw rol pakken!’ We spreken ze er heel direct op aan. Zo’n vrouw heeft er niks aan als we zeggen ‘oh het is zo zielig voor jou.’” “Het is lastig om in dit geval het netwerk in te zetten. Iemand die te maken heeft met huiselijk geweld is al langere tijd door
de pleger geïsoleerd en heeft een schaamtegevoel. Dus inzetten op het netwerk werkt in eerste instantie niet. Ze willen eerst alles op orde hebben, voordat ze hun familie onder ogen durven komen.Wij gaan puur en alleen op de eigen kracht zitten en op het moment dat iemand zijn leven weer op orde heeft ga je aan het herstel werken van dat netwerk.” Beheerst door zwarte magie Marijke en Gemma komen in hun werk ook een ander soort problematiek tegen. Zo kwam Gemma in aanraking met een mevrouw die ervan overtuigd was bezeten te zijn door zwarte magie. “Het begon bij haar gezin en later bij de hele familie. Zij had een goede baan en jonge kinderen. Daar was al snel niets meer van over. Ze werd lichamelijk ziek, had geen werk meer en haar huwelijk ging kapot. In haar familie werd het opgevat alsof ze door zwarte magie bezeten was. Die neemt jou over en zorgt ervoor dat je op alle leefgebieden niet meer verder komt.” Gemma heeft de
familie altijd heel serieus genomen. “Oké, ik zit hier met mijn westerse hoofd. Als ik met mijn westerse hoofd blijf denken, denk ik jij bent echt knettergek, wij gaan naar de psychiater. Ik moet gezien de multiculturele samenleving breder kijken en denken. Hierdoor krijg je het vertrouwen van mevrouw en kunnen we samen open minded zoeken naar oplossingen.”
Door het voor haar praktisch te maken en dit aanbod te doen, ging haar eigen molen draaien. Ik zei: ”ik ben zo trots op jou, je hebt het zelf gedaan, met je eigen systeem, zonder ons als professional.” Sindsdien ziet Gemma weer een andere vrouw. “ Ze heeft weer energie, heeft het overzicht weer, is fysiek sterker, slaapt beter en ze maakt haar huis weer schoon.” Nadat ze ook een specifieke kamer van haar zus hebben gedaan, gaat het met haar ook beter. Nu is de volgende stap om ook als familie het huis van de ouders te gaan doen.
Gemma zag een vrouw die moe was en alleen maar passiever werd, en besloot praktisch te worden. “Op welke plek in je woning voel je je het meest slecht, waar zou volgens jou de zwarte magie ingezet zijn?” Mevrouw geeft aan welke ruimte dit is en dat het vooral onder de vloerbedekking zit. ”Weet je wat?” zegt Gemma, ”we Onze inzet betaalt zich later met wedergaan een datum prikken, ik neem Marijke kerigheid uit en een jongerenwerker mee en we halen Marijke worstelde aan het begin met het die hele kamer leeg.We pakken alles eruit, inzetten van wederkerigheid. “Het netde meubels, de vloerbedekking en jij zorgt werk bepaalt dat ik klanten krijg, het netvoor nieuw tapijt en vraagt je broer om werk bepaalt ook wanneer ik het moet te komen witten.” Gemma prikt samen afsluiten. Maar dan ben ik nog helemaal met mevrouw de datum en niet toe aan wederkerigorganiseert de mensen. Een heid in mijn beleving. Gaan“Yes, fantastisch! dag van te voren verwacht deweg bedacht ik dat voor Wat een winst Gemma dat ze gaat afbellen. ‘gewone klanten’ wederkeis dit.” ’s Morgens gaat de telefoon, righeid inderdaad zit in iets het is mevrouw die vertelt leuks terug doen voor de dat ze met haar zus, een straat of wijk. Terwijl voor nicht en haar dochter de hele kamer heeft de multi-probleemzaken die wij hebben leeggehaald. Ze hebben de vloerbedek- het belangrijk is dat mensen weer zelf de king weggehaald waaronder een enorme regie over hun leven kunnen en willen klinknagel lag, die ervoor zorgde dat ze voeren. Hierdoor zijn zij weer in staat hun niet verder kon gaan in haar leven. Deze rol als man, vrouw, moeder, vader, partner, klinknagel staat symbool voor de zwarte dochters op te pakken. Ook dat is wedermagie. Ze heeft ’s avonds met haar broer kerigheid.” de kamer gewit en de volgende dag kwam n de nieuwe vloerbedekking. Toen dacht ik: “yes, fantastisch! Wat een winst is dit.” 17
Richard de Boer “WIE-focus? Ik denk gewoon logisch over dingen na!
Jan-Pieter Schregel (l.) en Richard de Boer (r.)
Richard de Boer is ondernemer en voorzitter van de winkeliersvereniging. Zijn schoenenwinkel Richard Shoes zit gevestigd aan de Westkruiskade in het Oude Westen.Vanuit zijn ondernemersdrift creëert hij samen met ondernemers en bewoners een veilige en levendige Westkruiskade, de ader van de wijk. Onder de noemer Stage aan de kade, wist hij in anderhalve maand tijd 50 bedrijven te accrediteren als stageplaats voor de jongeren van de Westkruiskade.
Voordat Richard uit de doeken doet hoe ‘Stage aan de kade’ is ontstaan, schetst hij ons de situatie van zes, zeven jaar geleden. “De criminelen, jongeren die drugs dealden, hadden de straat in de hand. Iedereen liep er gewoon langs, niemand wilde zich met die ellende bemoeien. Het Oude Westen werd bestempeld als onveilige wijk, maar door bewoners juist ook gezien als een gezellige wijk die ze niet wilden verlaten.” Doordat ondernemers, bewoners en politie de handen ineen sloegen, ontstond er een kentering in de wijk. Het uiterlijk van de Westkruiskade werd opgeknapt, maar ook het innerlijk, het ‘wij zijn de wijk en moeten het met zijn allen doen’ werd versterkt. Mensen voelen zich weer trots op hun straat.
Stage aan de kade Vanuit Radar zijn er gesprekken gevoerd met Richard, die ontzettend veel ideeën heeft voor de Westkruiskade. Jan Pieter Schregel, medewerker bij Radar, herkent zijn ondernemersdrift en selecteert de ideeën van Richard die kans van slagen hebben. Eén van die ideeën groeit uit tot Stage aan de kade. “Stage aan de kade is geboren uit het idee dat ik jongeren kan benaderen en dat ik het gevoel heb dat we als ondernemers daar wat mee moeten. We moeten ze niet wegjagen maar juist kijken wat er aan de hand is. Het zijn dan misschien wel hangjongeren, maar het zijn ook onze jongeren. Jongeren die op dit moment lastig aan een stageplek komen. Als voorzitter van de winkeliersvereniging heb ik andere ondernemers van de Westkruiskade overtuigd en samen hebben we
besloten onze jongeren een kans te bieden door voor hen stageplekken te realiseren. Zo bieden we jongeren niet alleen een kans, maar krijgen de ondernemers ook veel meer feeling met de wijk. We gaan op jongeren af en gaan met hen in gesprek. We kijken waar hun talenten liggen en zorgen er samen als ondernemers voor dat er stageplekken voor hen zijn. Zo komen jongeren ook in aanraking met een ander netwerk. We geven hen referenties mee zodat ze een stap verder komen.” Het goede idee van Stage aan de kade van Richard en het plan dat Jan Pieter hiervoor schrijft, leveren een budget op vanuit de deelgemeente om 25 stageplaatsen te accrediteren aan de Westkruiskade. Richard voelt aan wat jongeren kunnen, waar hun talenten liggen In Richards schoenenwinkel werken stagiairs. Richard vertelt ons over zijn aanpak, die anders is dan die van professionals. “Ik respecteer jongeren en spreek hen aan op hun eigen verantwoordelijk. Zo had ik een stagiair die er echt als een zoutzak bijstond in mijn winkel. Ik heb hem toen de verantwoordelijkheid voor mijn website gegeven. Deze was hard toe aan een upgrade. Die jongen ging meteen aan de slag, keek om zich heen wie van zijn vrienden kon helpen. Met als resultaat een site die er veel beter uit ziet.” Zo voelt Richard dat aan, wat jongeren kunnen, waar hun talenten liggen. Richard schetst ook zijn visie op het leerproces van jongeren.
“Je moet jongeren laten leren in de praktijk zodat ze er een beleving bij hebben. En als je een ondernemersschool hebt, behandel ze dan ook als ondernemer. Als je als leerling te laat komt moet je niet zeggen: ‘ja, nu krijg je straf’. Als je te laat komt, dan slaag je niet als ondernemer, dan haal je je diploma niet. Zo moet je omgaan met die gasten.” Richard werkt in deze aanpak niet bewust vanuit de WIEfocus, hij heeft er zelfs nog niet eerder van gehoord. “WIE-focus? Ik denk gewoon logisch over dingen na! Is er een andere manier dan werken vanuit wat mensen goed kunnen?” Hij vindt dat veel mensen in het vakgebied houden van etiketjes plakken terwijl hij werkt vanuit zijn gevoel. “En ligt er een probleem? Gewoon oplossen!” Naast het realiseren van stageplekken op de Westkruiskade zit Richard zit vol met nieuwe ideeën. “Misschien moeten we een soort uitzendbureau maken zodat we jongeren referenties kunnen geven en we ze kunnen selecteren voor werkgevers. Daarnaast heb je nog genoeg talenten die ondernemer willen worden. Misschien moeten we die koppelen aan een buddy met ervaring.” Alle ideeën komen samen op de website aan de kade, waar onder de noemers Stage aan de Kade, Werken aan de Kade, Vrijwilligers aan de Kade, Vacatures aan de Kade, een netwerk van mogelijkheden gerealiseerd wordt. Het succes van Stage aan de kade schrijft Richard toe aan de gezamenlijkheid. “We kennen onze eigen jongeren, we helpen ze zich te ontwikkelen en brengen ze op een hoger niveau, dat is eigenlijk de clou. We verbeteren hierdoor het totaal van de wijk en iedereen werkt mee aan dit succes.” n 19
Loekie Visser
“Ik heb mijzelf het doel gesteld om bij ouderen een sociaal isolement te voorkomen en te doorbreken. In de nu ontstane situatie realiseerde ik me dat niet alleen de oude vrouw in een isolement zat maar dat ik juist ook het sociaal isolement bij de zoon moest voorkomen. De oudere vrouw zag alleen haar zoon doordat ze door hem werd verzorgd maar hij kwam hierdoor nauwelijks meer de deur uit vanwege zijn zorgtaken als mantelzorger.” Loekie kwam tijdens haar werkzaamheden als ouderenwerker in contact met een man van 75 die bij zijn 95-jarige moeder inwoonde en haar verzorgde. “We vergeten dat mensen steeds ouder worden en dat daardoor steeds oudere kinderen hun vader of moeder moeten verzorgen. De kinderen zijn zelf dan vaak ook al bejaard en niet altijd zelf meer goed ter been.”
zitten.” Loekie heeft vervolgens de zoon gebeld en hem zijn mening gevraagd over de vrijwilliger. “Hij bleek alle vertrouwen in de vrijwilliger te hebben maar vond het wel zinvol de eerste keer een uurtje weg te gaan zodat ook de vrijwilliger haar draai kon vinden. Ik heb aangegeven dat dat prima was en dat hij dat zelf met de vrijwilliger kon afspreken.”
Loekie Visser
Loekie werd opgebeld door een wijkverpleegkundige en de huisarts met de vraag of zij iets kon doen voor het gezin aangezien de zoon plots een hernia had gekregen. Normaal deed hij de was, douchte zijn moeder en zorgde voor haar. Hij kon zijn moeder niet alleen laten vanwege haar dementie. Wat zou u graag willen doen? Ik vond dat er iets moest veranderen aan de situatie van de man maar wilde hierbij het initiatief bij hem laten. Ik heb hem gevraagd: “Wat zijn uw dromen, wat zou u nou willen doen als u niet de zorg voor uw moeder had?” Toen kwam naar voren dat hij graag zou gaan vissen, aan zijn bootje wilde klussen en zijn vriendenclub in de haven wilde zien. Hij vertelde dat
hij dit allemaal niet meer deed. “Het zou leuk zijn als u dat allemaal weer kan doen zodat u opnieuw uw contacten weer aan kan halen”, aldus Loekie. Ik heb hem toen
“Ik vond dat er iets moest veranderen aan de situatie van de man; maar het initiatief wilde ik bij hem laten” voorgesteld dat ik een vrijwilliger zou zoeken om twee dagdelen op zijn moeder te passen. Ik heb aangegeven dat het wel moest klikken en dat ik met een vrijwilliger zou langsgekomen om kennis te maken. Na deze kennismaking heb ik bij de vrijwilliger gepolst wat ze ervan vond; van de situatie, van het huis, van de zoon en zijn moeder. Ze gaf aan dat ze het wel zag
zelf niet in een sociaal isolement raakte.”
Het mes snijdt aan vier kanten “Ik heb na het overlijden van zijn moeder nog contact met de zoon gehad om hem te condoleren. Daarna ben ik thuis bij hem langs geweest om te vragen of alles goed was verlopen. Hij gaf aan dat zowel hij als zijn moeder de aanwezigheid van de vrijwilliger als heel positief hadden ervaren. Het vertrouwen moet groeien Daarnaast voelde de vrijwilliger, die werkAan het begin bleek de zoon wat wan- loos was en zich weinig nuttig voelde voor trouwig en vroeg hij zich af of de vrijwil- de maatschappij, zich door haar inzet weer liger wel goed voor zijn moeder zorgde. van meer waarde voor de maatschappij. Hij ging daarom de eerHet mes snijdt in deze ste keer ook maar een situatie dus eigenlijk aan “Hoe groter het uurtje weg.Toen hij thuisvier kanten, want naast de gevoel van welzijn en kwam zag hij dat de vrijzoon, zijn moeder en de tevredenheid bij deze williger aan zijn moeder vrijwilliger heb ik er zelf aan het voorlezen was en mensen, hoe minder zij baat bij gehad. Het scheelt dat zij aandacht aan haar mij veel tijd, die ik anders ons gaan bellen.” besteedde. Dat was voor had moeten besteden aan hem het teken dat hij met individuele begeleiding. een gerust gevoel weg kon gaan van huis Want let wel: hoe groter het gevoel van en ook nog wel langer dan een uurtje. Op welzijn en tevredenheid bij deze mensen, die manier groeide een vanzelfsprekende hoe minder zij ons gaan bellen.” Als ik er situatie dat hij langer weg kon blijven en zo naar terugkijk is deze situatie vlot verde vrijwilliger automatisch langer bleef. lopen. Ik kende de vrijwilliger van te voren Door de komst van de vrijwilliger kwam en had goed ingeschat dat het een juiste de zoon in de gelegenheid meer en vaker match zou zijn. Daarnaast heb ik de zoon zijn eigen vrienden te ontmoeten en was met zijn hulpvraag kunnen helpen zodat hij veel minder aan huis gebonden. Uit- hij nu dus niet meer op ons lijstje staat.” eindelijk is de vrijwilliger tot aan de dood n van mevrouw elke week, op afspraak met de zoon, gekomen. Zij hadden redelijk goed contact en ze hebben dan ook gezamenlijk de begrafenis geregeld. “Toen zijn moeder overleed, merkte je dat onze inzet preventief had gewerkt. Hij had zijn contacten weer aangehaald waardoor hij 21
Ouahiba Achbar
“Mirjem kwam echt binnen met een muur om haar heen; die is nu helemaal weg. Voor haar was de drempel heel hoog om naar een hulpverlener te gaan om een afspraak te maken. Het is heel vervelend om over jezelf te vertellen. Voor haar was het een stap om het over haar verleden te hebben, wat ze kan en wat niet, wat voor schulden ze heeft, wat ze heeft meegemaakt.” Ouahiba Achbar
Ouahiba komt in haar werk als krachtcoach en maatschappelijk werker in contact met Mirjem, een jonge vrouw die zichzelf heeft aangemeld omdat ze hulp nodig heeft bij het aanvragen van een uitkering. “Mirjem was ontslagen en het lukte haar maar niet een nieuwe baan te vinden.” Samen brengen ze in kaart wat Mirjem zelf kan en wat niet. “Mirjem heeft zelf de benodigde documenten bij elkaar gezocht voor de aanvraag. Stapsgewijs hebben we alles samen ingevuld en opgestuurd.” Ouahiba brengt ook het netwerk van Mirjem in kaart en komt erachter dat het haar als alleenstaande moeder van een zoon van dertien jaar niet altijd even gemakkelijk afgaat. “Mirjem vertelde me dat haar zoon geschorst was van school. Hij werd ervan verdacht dat hij een telefoon had gestolen. De laatste tijd vond ze het lastig met haar zoon om te gaan. Hij was aan het puberen en is op zoek naar een vaderfiguur en reageert alles op haar af. Ik heb toen een
jongerenwerker ingeschakeld om haar zoon te coachen en hem respect voor zijn moeder bij te brengen.” Voor wat, hoort wat Ouahiba vraagt voor haar ondersteuning wel wat terug aan Mirjem. “Ik ondersteun jou in het aanvragen van jouw uitkering of hulp voor je zoon, jij geeft dan iets terug. Het is echt voor wat, hoort wat.” Tijdens de gesprekken met Mirjem vraagt Ouahiba naar haar talenten. “Sporten bleek één van haar hobby’s en passies te zijn; ze sportte twee keer per dag. Daarnaast kwam ik erachter dat Mirjem altijd al wat in de sportbranche had willen doen.” Ouahiba besluit Mirjems hobby te koppelen aan een andere activiteit. “Samen met een andere collega waren we begonnen met het starten van een vrouwenbijeenkomst. Mirjem kwam direct met het voorstel om sport te geven. Toen is het balletje gaan
rollen. Uiteindelijk geeft ze nu elke dinsdagmiddag een bewegingsuur, sportactiviteit of buikdansen. Daarnaast spreekt ze ook nog op andere dagen af om met de dames naar de sportschool te gaan.”
ze niet gedaan. Vanaf dat moment merkte ik dat het minder met haar ging. Ze had geen zin meer: ‘ik kan niks, kan niet eens een aanvraag indienen.’” Ouahiba nodigt Mirjem uit voor een gesprek en vraagt haar wat ze zelf kan gaan doen om de uitkering toch voor elkaar te krijgen.“Mirjem kwam zelf met het voorstel een advocaat in de arm te nemen en in hoger beroep te gaan. Ik heb haar toen ook uitgelegd hoe belangrijk zij voor de groep is. Zonder Mirjem doet de groep niets. Ik probeer haar uit die negatieve sleur te trekken.”
Het is jouw verantwoordelijkheid “Aan het begin ging het sporten wat moeizaam, maar nu loopt het prima. Nu is ze wekelijks aanwezig, ze is op tijd, heeft er zin in en bereidt het voor. Ze is positief en voelt zich verantwoordelijk. Het is echt haar uurtje. Voorheen was het ‘ik heb mijn cd’tje niet bij me’ of ‘het gaat me toch niet lukken om te komen’ Ik kwam Die WIE-focus start bij nul er naarmate de tijd vorderde steeds meer “Ik vind het lastig om de WIE-focus in te achter dat je veel meer moet neerleggen zetten bij een gezin met huiselijk geweld bij haar: ‘het is jouw verantwoordelijkheid, of met torenhoge schulden. Ik wil mensen ik sta achter je maar jij moet sturen’” Ou- dan niet gaan afschrikken door te zeggen: ahiba kijkt ook in haar eigen netwerk hoe ‘jij hebt tachtigduizend euro schuld zie ik, ze Mirjem kan ondermaar wat zijn eigenlijk steunen. “Ik heb zelf je hobby’s?” Bij een ook mijn netwerk “Nu is ze wekelijks aanwezig, groot aantal cliënten ze is op tijd, heeft er zin in gebruikt om te kijken pas ik het ook niet of ik iets voor Mirjem direct toe, dat komt en bereidt het voor. Ze is kon betekenen. Toepositief en voelt zich verant- in een later stadium vallig kwam er een en dat heeft echt te woordelijk. ” collega op mij af die maken met de problevroeg of ik iemand men die ze hebben. In kende die goed kan aansturen en lekker principe wil je van ‘min drie’ naar nul toeactief is om een groep wwb’ers aan te stu- werken en dan vanaf nul starten vanuit de ren.Toen heb ik haar voorgesteld. Morgen WIE-focus. Mijn cliënten beginnen meestal heeft ze een gesprek voor die baan, ik vind bij min drie of min twee, dan werk je eerst dat echt geweldig voor haar!” stap voor stap naar boven.” n Het gaat goed met Mirjem tot ze te horen krijgt dat haar uitkering niet is toegewezen. “Mirjem had brieven ontvangen die ze nog moest beantwoorden en had meer documenten moeten overleggen. Dat had 23
Rick Raalte Rick houdt zich bezig met ondernemerschap en talentontwikkeling. “Ik werk met jongeren die een ondernemerswens hebben. Die probeer ik samen met hen te realiseren. Ik richt me hierin op het duoondernemerschap, dus ondernemen naast school of je baan. Tegelijkertijd probeer ik al die losse ondernemers bij elkaar te brengen, zodat ze kijken naar elkaars kwaliteiten en voor elkaar doen waar ze goed in zijn.” Rick Raalte
Dream chasers “Twee jaar geleden heb ik voor Radar de eerste social firm opgezet. Het was een oude fietsenwinkel waar tweedehands fietsen werden gerepareerd en verkocht. Naast die fietsenwinkel heb dus ik vier verschillende ondernemingen in het pand ondergebracht: een kapperszaak, een zaak voor pasfoto’s, een zaak waar T-shirts bedrukt kunnen worden en een sieradenzaakje. Samen met jongeren en ondernemers heb ik dit opgezet. Er komen vanzelf jongeren op af, je raakt met ze aan de praat en er blijken er een aantal zelf al ondernemende dingen te doen, alleen heel erg los en zonder enige gedachte erachter. Ik ben die jongeren gaan begeleiden. Ik leerde een dame kennen die een online webshop had voor handgemaakte sieraden. Zij was een klant van één van de ondernemers en zo ben ik met haar in gesprek geraakt. Ze gaf aan dat ze merkte dat mensen behoefte hadden om de sieraden te zien en te voelen, wat online toch lastig is. Zo ben ik met haar in gesprek gegaan over wat zij wilde, hoe ze het voor zich zag en uiteindelijk heeft ze nu in het gebouw haar
eigen ruimte waar ze sieraden verkoopt. Je ziet nu dat zij ook samen met de jongen die de T-shirts ontwerpt, gezamenlijk dingen gaat maken: hij ontwerpt shirtjes, zij zet de sieraden erop. Het zijn eigenlijk gewoon dingen die je aan elkaar vastknoopt. Er kwam vaak een jongen langs om zijn ontworpen kleding te laten bedrukken. Zo ben ik met hem in gesprek geraakt en kwam ik erachter dat hij vanuit huis werkte, wat lastig was. Waarom ga je niet bij hen zitten? Drie keer in de week, doe hier je ding. De jongeren kenden elkaar eerst niet, nu noemen ze zich een ondernemersplatform onder de naam Dream chasers. Het is de bedoeling dat we het langzaamaan gaan overdragen aan hen.” De next generation “Twee maanden geleden kreeg ik een mailtje van hen: ‘we hebben een idee en willen met je overleggen’. ‘Wij willen andere jongeren werkplekken aanbieden met dezelfde intentie, inspiratie en motivatie als wij hadden toen wij startten. Zo kunnen we hen het vak leren, kennis overdragen maar
tegelijkertijd ook zelf kijken of we ruwe kunnen kijken wat jullie voor elkaar kundiamantjes tegenkomen voor onze eigen nen betekenen? Je ziet ook dat ze onderonderneming zodat we kunnen groeien’. ling voor elkaar inspringen, bijvoorbeeld Geweldig, ik heb dit idee met hen om- tijdens de vakantie. “ armd en uitgewerkt. Mijn idee was dat ze gezamenlijk met elkaar de onderne- Je moet de WIE-focus verwerken in jouw ming gingen runnen. Maar zij zijn een stap manier van werken verder en willen hun kennis en expertise “Je gaat niet aan die jongeren uitleggen als overdragen aan de next generation. Het je begint wat de WIE-focus inhoudt. Dit traject duurt acht tot veertien weken en zijn hele jonge, hippe mensen, die nu in het de jongeren leren over ondernemerschap, leven staan. Het gaat om kleding, schoekrijgen een stukje begeleiding van ‘wie ben nen, sieraden, dan breng je het op een anik, wat kan ik, wat wil ik?’ Met alles wat ze dere manier. De WIE-focus is een manier leren organiseren ze van werken die je je een eindevenement. “De WIE-focus is een manier ook nog eens eigen Inclusief modeshow, van werken die je je ook nog moet maken als jouw kaartverkoop, sponmanier van werken, eens eigen moet maken als soring, catering, het jouw aanpak. Ik geloof jouw manier van werken,” huren van de zaal en niet dat je dingen één het slotfeest. Tijdens op één kan knippen het project realiseren ze ook hun eigen en plakken. Je moet je goed realiseren dat ondernemersplan, dat ze gaan pitchen het te maken heeft met doelgroepen en voor een onafhankelijke jury. Het geld dat je manier van werken. Voor mij is het een dit project oplevert, is het startkapitaal stuk gemakkelijker dan voor een maatvoor de jongere met het beste plan.” schappelijk werker om zo te werken omdat de jongeren gelijk resultaat zien: mijn boekhouding wordt gedaan, dan maak ik Wie zit er in je netwerk? jouw zaak wel schoon. Ik worstel er niet “Ik heb ze ondersteund en zij wilden daar mee en werk al heel lang zo. Het is de wat voor terugdoen. Nu bieden zij andere realiteit, zo zit het leven in elkaar, je kunt jongeren kansen en mogelijkheden. Tege- niet verwachten dat anderen altijd maar lijkertijd kijken ze voor de jongeren die ze alles voor je blijven doen.” nu benaderen in hun eigen netwerk. Dit n doen ze ook voor hun onderneming. Je hoeft niet altijd bij professionals te gaan kijken, kijk eens in je eigen netwerk, heb je niet een broer, zus, oom of tante die je boekhouding kan doen?” “Er zit een dame bij die heel goed is met administratie en een jongen die daar een broertje dood aan heeft. Zouden jullie twee niet even 25
Joke Machielse (l.) en Fatima Lamkharrat (r.)
Wat zou je zelf kunnen doen? “We hebben de mensen bij elkaar gezet en dachten: laten we eens kijken wat ze willen, waar hun behoeften liggen en of die een beetje gelijk zijn of niet.” Fatima en Joke kwamen er al snel achter dat zij allen ex-mantelzorgers waren. “We hebben een paar keer met dit groepje samen gepraat en eigenlijk hadden ze dezelfde soort vraag: ‘Ik heb altijd voor mijn partner gezorgd, daar ging al mijn tijd in zitten, ik heb mijn netwerk verwaarloosd en moet weer opnieuw beginnen want ik wil niet geïsoleerd raken. Ik wil graag dingen gaan doen, maar niet alleen.’” De vijf exmantelzorgers wilden graag iets doen op zondagmiddag, met muziek, lekker eten en samenzijn. “Logische vragen die daarop volgde voor ons waren: ‘wat zou je daar zelf in kunnen betekenen? Wat zou je zelf kunnen doen? Welke rol zou je daarin willen spelen?’” De ex-mantelzorgers reageren verrast en vinden het spannend. “Moeten wij dat dan doen? En hoe dan? Dat is eigenlijk wel eng, kunnen we dat wel?” Fatima en Joke besluiten samen met de vijf ouderen te kijken waar hun kwaliteiten en talenten liggen. “Eén vrouw kwam uit de horeca en wordt enthousiast van het klaarmaken
“Kijk, het Thé-dansant is natuurlijk gewoon een middel om andere mensen te ontmoeten en samen dingen te ondernemen. Zo maak je dat netwerk gewoon weer groter. Want die ene zondag gaat voorbij, maar wat het oplevert daar gaat het om.” Joke en Fatima kwamen elkaar in het team tegen omdat ze allebei signalen hadden opgevangen van alleenstaande ouderen die op zoek waren naar activiteiten. Samen met een groep ex-mantelzorgers ouder dan 55 jaar kwamen zij tot het organiseren van een Thé-dansant. Daarbij sloten ze aan op de wensen en talenten van deze ouderen.
van lekkere dingen, ze kan het ook heel goed. Eén man vertelde dat hij iets met muziek wilde doen. We hebben dat aan elkaar gekoppeld en toen is er een Thédansant uit gekomen. Een gezellig middag met muziek, een hapje en een drankje.” Het werkt en we doen het zelf! De voorbereidingen voor de eerste Thédansant verliepen voorspoedig. “We hebben samen een programma bedacht en een flyer gemaakt. Joke heeft een draaiboekje gemaakt als houvast en eigenlijk is er vanzelf een taakverdeling ontstaan. Van lieverlee loopt het gewoon.” De Thé-dansant was dan ook een groot succes. “De eerste keer kwamen er 23 mensen, allemaal 55-plus. Er werd gezellig gedanst.” Het effect van dit succes straalt af op de vijf ex-mantelzorgers.“Ze werden heel enthousiast: het werkt en we doen het zelf! Toen hadden ze ook meteen zoiets van ‘oh dit moeten we vaker doen.” We hebben dan ook afgesproken om elke laatste zondag van de maand een Thé-dansant te
Fatima Lamkharrat en Joke Machielse organiseren.” Na het succes van de eerste keer sluiten er vier nieuwe vrijwilligers aan, die ervaring hebben met vrijwilligerswerk. Joke en Fatima proberen de Thé-dansant nu te verzelfstandigen, zodat de ex-mantelzorgers het in eigen beheer kunnen doen. Langzaamaan trekken de dames zich terug. “De volgende keer willen we meer naar de achtergrond, dan zijn we wel aanwezig maar dan als gast. Ik kan me ook voorstellen, vertelt Joke, dat wij op een gegeven moment niet meer komen op zondag maar dan heb je nog wel overleg over hoe het was, wat er nog verbeterd kan worden en of onze hulp nodig is.” Zelfvertrouwen “Die positieve reacties”, vertelt Fatima, “doen iets met mensen.” “Dat ze een drempel genomen hebben en dat dat positief gewaardeerd wordt” vult Joke aan. “Richard, de meneer die de muziek regelde, werd positiever omdat iedereen zo enthousiast op de muziek reageerde. Het was een beetje een chagrijnige, mopperige man. Hij is nu positiever, opener en leuker. De man die de financiën doet die was van ‘ik kan niks’. Maar hij doet het wel, hij zet de tafels klaar en doet de financiën bij de entree. Zo krijgt hij toch wat meer vertrouwen in zijn eigen kunnen door het gewoon te doen.” Ook het netwerk van de ex-mantelzorgers wordt uitgebreid. “Met kerst heeft één van de dames de andere uitgenodigd voor het kerstdiner. Dat was echt leuk, normaal zouden ze de kerst dan helemaal alleen doorbrengen. Het kwam ter sprake in het overleg en toen heb ik
geopperd: ‘waarom gaan jullie niet iets samen doen’? Door het te benoemen werd het een mogelijkheid.”
“De Thé-dansant was een groot succes; De eerste keer kwamen er 23 mensen, allemaal 55-plus.”
“Ik vind het wel zoeken hoe je mensen in hun eigen kracht zet, wat de juiste manier daarvoor is. Soms kom je bij mensen waar je zelf nog heel veel vertrouwen moet winnen en die toch heel wat problemen hebben. Ik kom in de Burgertriade vooral in contact met geïsoleerde mensen, hoe krijg ik die in hun eigen kracht?” Waar Joke aan de ene kant worstelt met de eigen kracht, vindt Fatima de wederkerigheid het lastigst. “Ik kan mijn vinger er niet opleggen wanneer het wederkerigheid is en wanneer je het inzet. Ik heb cliënten die zo met hun eigen problemen bezig zijn. Moet je iemand dan vragen of hij iets voor iemand anders kan doen? Soms helpt het mensen juist, dan gaan ze eropuit, zien ze andere mensen. Dus soms lukt het wel en soms niet, dat is heel intuïtief.” “Ik vind het fijn” sluit Fatima af, “dat deze oudere mensen die in een bepaalde fase in hun leven zitten op ons zijn afgestapt. Ze hebben op late leeftijd nog zelf het initiatief genomen en aangegeven dat ze bang zijn in een sociaal isolement te raken, en dat ze daar iets aan willen doen. Het is nu een groep van negen. Ik vind het leuk en krijg er echt energie van.” n 27
Elske Geleedst
Elske Geleedst
“Uiteindelijk bepaalt iemand zelf te grens. Dat blijft ingewikkeld, want hoe ver ga je? Ik denk dat wij ver gaan, wij zeggen niet gauw van: ‘nou, laten we het maar zitten’. Ik vind het dan ook knap als het je lukt door te dringen tot iemand, dat dingen ook wel eens anders zouden kunnen zijn dan hij of zij gewend is.” Een greep uit de ervaringen van Elske, coördinator en belegeider van vrijwilligers van de organisatie Belfleur.
Belfleur biedt hulp aan huis door vrijwilligers. Elske traint hen, werkt aan hun klantgerichtheid en neemt vrijwilligers mee op intake om ervaring op te doen.
haar boodschappen te doen. Nu doet de meneer één keer per week de boodschappen, bereidt zij de maaltijd en eten ze samen voor het sociale contact.”
De ene wederkerigheid is de andere niet Elske kijkt bij de intake met vrijwilligers ook hoe hun situatie is en of ze mensen om zich heen hebben die iets betekenen. “Het is belangrijk dat mensen goed in hun vel zitten om goed het vrijwilligerswerk te kunnen doen. Er moet dus ook aandacht voor hen zijn. Daarnaast vragen wij aan de vrijwilliger inzet, dat betekent dat je aan ons ook iets mag vragen.” Bij de klant is de wederkerigheid echter veel ingewikkelder. “Mensen mankeren zoveel en zijn gefocust op hun problemen, ze zijn afhankelijk van de hulp van anderen. Een meneer die dood wil, gaat helemaal niks meer voor een ander doen. Toch kan de wederkerigheid ook in kleine dingen zitten. Zo hebben we een weduwnaar die niet goed zelf kon koken gekoppeld aan een mevrouw die iemand nodig had om
Online mijn boodschappen bestellen, dat kan ik toch helemaal niet? “Vrijwilligers zeggen soms dat ze het idee hebben dat ze gebruikt worden; heeft iemand mijn hulp echt wel nodig? Dan gaan we echt kijken wat iemand zelf kan, hoe het zit met het netwerk en of het terecht is hier een vrijwilliger wordt ingezet.” Dit was ook het geval bij de vrijwilliger die werkte bij meneer Bakker.“Meneer Bakker is door een herseninfarct halfzijdig verlamd geraakt en eet erg veel. Elke week komt er een vrijwilliger voor de boodschappen, die zich een ongeluk sjouwt. Deze vrijwilliger moet ook de potjes opendraaien en in de ijskast zetten en voor de hele week de broodjes snijden. Meneer Bakker kan dat zelf niet meer. Die man presteert het dan ook nog om gewoon tv te gaan kijken
en helemaal niets te zeggen. Vaak zegt hij niet meer dan: ‘hier ligt het lijstje en hier ligt het geld’. De vrijwilliger die sinds oktober kwam vond dat hier iets mee gedaan moest worden. ‘Meneer heeft een computer, wellicht dat hij dan ook online boodschappen kan bestellen.” Elske vindt het een goed voorstel, dus de vrijwilliger legt het aan de man voor. “Maar die computer daar kan ik toch niks mee want ik ben halfzijdig verlamd, en ik heb ook nog eens geen internet!” “Nou”, zei de vrijwilliger, “dan moeten we dat gaan aanvragen. Misschien dat uw zoon het kan regelen?” Elske ontvangt een boos telefoontje van meneer Bakker: ‘Nou wil die vrijwilliger dat ik boodschappen ga bestellen op de computer en dat kan toch helemaal niet’? Elske komt erachter dat de man bang is dat de boodschappen thuisbezorgd worden maar dat er dan niemand voor hem is om het uit te pakken. Ze weet meneer Bakker gerust te stellen: “U maakt een afspraak wanneer er bezorgd wordt en wij regelen dat er iemand is om uit te pakken en de bestellingen met u te doen”, vertelt ze hem. Elske vertelt ons waarom het zo belangrijk is dat deze stap wordt gezet: “Qua tijdsbesteding maakt het natuurlijk niet uit, maar het gaat erom dat de man zelf ook weer wat gaat doen.” Elske spreekt de man ook aan op zijn houding. “Maar als we dan ook nog samen achter de computer gaan zitten, wordt het tijd dat u een beetje gezelliger gaat doen, want kijk ik doe dit ook vrijwillig. Dan is het ook prettig als u zich wat netter kleedt, want zo’n half naakte man...”. Elske ziet het effect van deze aanpak bij meneer Bakker. “Dan zie je gewoon dat er iets ge-
“De man is veel spraakzamer geworden, hij vertelt meer. ” beurt. Je merkt dat hij het toch belangrijk vindt dat de vrijwilliger blijft komen, ook al is hij het er niet helemaal mee eens dat hij actief wordt ingeschakeld. Hij vindt het blijkbaar toch belangrijk het contact met de vrijwilliger goed te houden. Dan ben je bijna een half jaar verder voordat er iets gebeurt, maar het is hartstikke belangrijk dat er iets gebeurt.” “Die man is veel spraakzamer geworden, hij vertelt meer. Hij is zelf nu bezig met hoe dat moet met de computer. We zijn nog niet zover dat het besteld is, maar de basis is gelegd; een klimaat waarin het misschien wel kan. Het gaat toch om het idee dat we die man op een of andere manier helpen met ontdekken wat hij nog meer kan.” Op naar de toekomst: ‘Wij doen dit met zijn allen”! “Ik ondersteun de vrijwilligers, maar ik heb het liefst dat als iets niet lekker loopt de klanten en vrijwilligers het zelf oplossen.” Dit sluit aan bij het idee dat Belfleur een organisatie wordt die geheel van de bewoners zelf is, waar geen professional zich mee hoeft te bemoeien. “ Ik probeer de komende jaren (jaar) om een structuur om de organisatie heen te bouwen waarin de bewoners invloed hebben en de vrijwilligers kunnen ondersteunen; een soort van ‘wij doen dit met zijn allen’ als klanten en vrijwilligers.” n
29
Mahender Autar ‘Ik had niet verwacht dat je ons zo waardeert’, kreeg ik terug van één van de ambassadeurs. Ik laat het aan hen over, zij hebben de regie en ik ben de coach die faciliteert.” Mahender zet taalcursussen in om de allochtone populatie uit Rotterdam centrum perspectieven te bieden. Hij weet zijn cursisten te bereiken via ambassadeurs. Inmiddels zijn er 172 cursisten en binnenkort starten er nog 140. De aanmeldingen blijven binnen komen. Mahender Autar
Ik heb hier alles, wat moet ik daar? “De allochtone populatie vestigde zich in het Oude Westen, puur om de cultuur. Alle primaire behoeften waren in de omgeving. Wat gebeurde er, al die migranten voelden zich thuis, kwamen en komen amper in aanraking met de Nederlandse bevolking. Het gevolg hiervan is de taalachterstand, het taalniveau is gigantisch laag gebleven. We zitten nu in de derde en vierde generatie. Hoe bestaat het dat ze de Nederlandse taal en cultuur niet beheersen? Het heeft te maken met de voorzieningen, die zijn in je eigen omgeving waardoor je cocongedrag gaat vertonen. Ik heb hier alles, wat moet ik daar?” Taal en cultuur Mahender besluit taal en cultuur als instrumenten in te zetten. “We moeten iets aan de taal verbeteren en tegelijk de cultuur hieraan koppelen. We hebben het als één product aangeboden: taallessen én kennismaking met de Nederlandse cultuur door elke cursist te koppelen aan
een taalmaatje.” Je kan natuurlijk niet iedereen aan een cursist koppelen. “We hebben geëxperimenteerd met een groep ambtenaren; ga nu eens in het veld kijken, wat leeft er, wat speelt er? Daarnaast hebben we burgers via de vacaturebank en via mond-op-mond reclame benaderd. De derde groep zijn derdejaars studenten maatschappelijke dienstverlening van het ROC. Zij moeten stage lopen en leren wat hulpverlening is. Op deze manier leren ze hun klant kennen.” Hoe organiseer je zoiets? “Je gaat kijken naar bestaande structuren: waar zit de doelgroep? Wie zijn de ambassadeurs binnen de doelgroep en instellingen. Al snel kwam ik op twee dingen: het eerste wat ik miste was een stabiele structuur, het tweede wat ontbrak was perspectief bij de doelgroep.” Mahender gaat aan de ene kant praten met de ambassadeurs en doelgroepen. Hij voedt hen met informatie en mogelijkheden, en legt de verantwoordelijkheid
bij hen neer. “Zij vroegen aan mij: Wat ga Kruip in de huid van de ander jij doen? ‘Ik ga niks doen, wij zorgen voor “Onze doelstelling met dit project is zelfde organisatie en jullie moeten het doen’, management; dat mensen niet meer hun was mijn antwoord. Maar jullie zijn toch handje op moeten houden van ‘ik kan de professionals, jullie moeten het toch niet lezen, ik kan niet schrijven’. Je voordoen? Nee, we gaan het anders doen, jul- komt dat doordat mensen in een ander lie zijn de deskundigen en waar het mis netwerk komen, meer naar buiten komen en fout kan gaan zijn wij er als ondersteu- en de taal leren. Dan ga je met een heel ner om jullie te coachen.” andere bril naar het leven Aan de andere kant gaat kijken, met een Neder“We moeten iets aan Mahender in gesprek met landse bril.” Mahender bebeleidsmedewerkers over nadrukt dat het belangrijk de taal verbeteren faciliteiten, materialen en is voor de migranten om en tegelijk de cultuur leslokalen. Zo komt hij in uit hun cocon te ontsnaphieraan koppelen. ” contact met Stichting lepen. “Je moet weten welzen en schrijven, die verke omgangsvormen er zijn rast reageert als Mahender vertelt over in het publieke domein, waarom er in de zijn project. “Ik heb 90 mensen die taalles Nederlandse samenleving een bepaalde willen volgen, maar ik heb geen aanbod. openheid, humor is.” Ze keken naar mij van, hoe heb je dat verzonnen?” Via Lezen en schrijven krijgt Mahender zowel materiaal voor de taal- Een kijkje in de gaarkeuken van beroepen lessen als een aanbod om zijn taalvrijwil- “Als ik eenmaal de cursisten heb leren ligers te trainen. kennen zie ik talenten: jij kan dit en jij dat. Dan prikkel ik ze en zie je ze beweMahender legt het eigenaarschap bij de gen. Wij hebben een leeszaal die wordt ambassadeurs. “Ik heb hen constant on- beheerd door vrijwilligers. Vier van mijn dersteund, bij vragen meteen ingespron- cursisten staan daar nu ook ingeroosterd gen en geen loze beloftes gedaan. Dan om te beheren, zij zijn daar dus actief. zie je dat zij de eigenaars zijn, de groep Wat ik nu wil is dat ze andere dingen gaan is van hun en wij faciliteren alleen maar”. doen. Morgen is het Chinese spreekuur, Hij geeft hen een rol en positie: “Oké, jul- twee vrijwilligsters worden ingezet om de lie hebben een groep mensen en het ei- boel te vertalen. Eentje zei van joh dit vind genaarschap ligt bij jullie. Jullie hebben de ik leuk. Misschien wil ik wel staatsexamen kennis en de knowhow hoe je die mensen doen en een opleiding volgen. Je laat ze in bereikt. Waarom zou ik jullie overslaan en de gaarkeuken kijken van bepaalde beroerechtstreeks naar de doelgroep gaan? Jul- pen, biedt ze perspectief en dan willen ze lie zijn mijn ogen en oren, en weten wat er verder leren.” speelt. Het is jullie omgeving, jullie buurt, n maak er iets moois van!”
31
Jacqueline Walden
In haar werk als vrijwilligersmakelaar kwam Jacqueline in contact met mevrouw Meijer, een vrouw met zware COPD die hele dagen op bed ligt te roken. Mevrouw Meijer is een gracieuze vrouw van 76, die jazz-danseres is geweest en haar eigen jazzcafé heeft gehad. Zij had behoefte aan ondersteuning bij haar administratie. “Bij mijn eerste bezoek aan mevrouw Meijer merkte ik dat haar administratie op orde was, er moest alleen iets kleins uitgezocht worden. Naar mijn idee had ze meer behoefte aan aandacht en ondersteuning, aangezien ze door de herindicatie minder recht had op zorg.” Jacqueline besluit voor de administratie een student aan mevrouw Meijer te koppelen die helemaal weg is van jazzmuziek. “Hij vindt haar verhalen prachtig en hangt echt aan haar lippen, je ziet hem helemaal opbloeien. Dit is een goede match, waardoor mevrouw Meijer ook iets terug kan doen.” Daarnaast regelt ze een honden uitlaatpoule aangezien de thuiszorgmedewerker de
Jacqueline is vrijwilligersmakelaar. Via de sociale dienst worden er mensen met een uitkering naar haar doorverwezen. “Ik moet ervoor zorgen dat ze weer gaan participeren, ze moeten minstens 20 uur per week vrijwilligerswerk doen. Deze groep heeft meestal een grote afstand tot de arbeidsmarkt, ze zijn vaak laaggeletterd. Ik zorg daarnaast voor de verbinding tussen het bedrijfsleven en kleine zelfstandigen. Binnen die verbindingen moet ik werkplekken realiseren voor vrijwilligers, mogelijk stageplekken en het liefst betaald werk.” Naast het werven is Jacqueline ook degene die vrijwilligers begeleidt en traint. “De balie wordt gerund door vrijwilligers, die ik coördineer. Zij zijn op zoek naar betaald werk.” In de trainingen maak ik ze bewust van wie ze zijn en wat ze kunnen, krijgen ze sollicitatietraining, leren ze hoe ze zichzelf moeten presenteren en werken we aan bewustwording.”
hond van mevrouw Meijer niet meer mag uitlaten. Samen met haar zoon en jongens uit de buurt pakt ze dit op. Voortaan pakt ze het zelf op! Jacqueline zorgt niet alleen voor een vrijwilliger voor mevrouw Meijer, maar verwacht ook dat mevrouw Meijer zelf meer gaat doen, vanuit haar eigen kracht. “Toen ik daar kwam kon de thuiszorgmedewerker niks goed doen, mevrouw Meijer klaagde, was ontevreden en commandeerde haar. Dan had haar thuiszorgmedewerker een warme prak gebracht en vond mevrouw het de lauw, snauwde ze haar tot drie keer toe af om het op te warmen. Mevrouw Meijer vindt dat ze genoeg voor
Jacqueline Walden de thuiszorgmedewerker doet, aangezien Ze is vrolijker, klaagt minder zij met haar werk bij mevrouw Meijer Jacqueline verwacht van mevrouw Meijer haar vaste lasten kan betalen.” Jacqueline ook iets terug. “Wij kwamen daar binnen spreekt mevrouw Meijer hier op aan. “Zij en zij lag altijd op bed. Dan moest je bij zorgt ervoor dat jij je dag op een mens- haar langs komen op de slaapkamer want waardige manier doorze was ‘oh zo moe’ en komt. Dus als zij uw ‘oh zo ziek’. Ik zeg: ‘me“Ik zie nu in dat het infor- vrouw Meijer, je vindt maaltijd heeft gebracht meel netwerk breder is en u vindt het te koud, het leuk dat mijn jondan alleen je familie, het is gens en ik langskomen dan kunt u ook zelf naar de keuken lopen en het maar we hebben dan ook je naaste buur. ” eten opwarmen.” “Mewel een probleempje; vrouw Meijer sputtert wij roken niet en jij tegen: ‘maar daar is zij toch voor, dat is heel veel. Wij moeten elkaar daarin zien haar taak?’ ‘Mijn taak was ervoor te zor- tegemoet te komen’. Dan merk je dat ze gen dat iemand je hielp met je administra- bereid is minder te roken als je er bent.” tie’, aldus Jacqueline. ‘Mevrouw Meijer, je hebt nu iemand die je hond uitlaat, je hebt “Mevrouw Meijer heeft nu een goed netgezelschap, dat viel ook niet binnen mijn werk om haar heen, dat is uitgebreid met taak maar dat doe ik gewoon binnen mijn mensen uit de buurt”. Jacqueline kan dus mogelijkheden’. Dat heeft wel geholpen; met een gerust hart een stapje terug doen. voortaan pakt ze het zelf op en biedt ze “Ik bel haar af en toe op en dan merk ik haar thuiszorgmedewerker ook wel eens dat het goed gaat, dat ze niet eenzaam is. vanuit zichzelf een kopje koffie aan.” Ze heeft contact met haar buurvrouw, met jongens uit de buurt”. Jacqueline merkt dat mevrouw Meijer door haar Het informeel netwerk is breder dan je aanpak nu beter in haar vel zit. “Ze komt familie, het is ook je naaste buur je nu meer tegemoet. Zo gaat ze met mij Mevrouw Meijer heeft al tien jaar geen mee naar buiten om korte stukjes te locontact meer met haar zoon. Voorheen pen. Ze is ook vrolijker, klaagt minder. Ze zou Jacqueline erop hebben inzet om dit is nu bereid vanuit zichzelf iets terug te contact te herstellen. Nu merkt Jacque- doen, ze deelt haar prachtige verhalen en line echter dat ze anders kijkt naar het al haar kennis over jazzmuziek.” netwerk dan voorheen. “Ik zie nu in dat agt minder. Ze is nu bereid vanuit zichzelf het informeel netwerk breder is dan al- iets terug te doen, ze deelt haar prachtige leen je familie, het is ook je naaste buur. verhalen en al haar kennis over jazzmuBinnen die omgeving moet je ervoor zor- ziek.” gen dat iemand niet geïsoleerd en eenn zaam leeft. Alleen het gevoel dat ze een netwerk heeft waar ze op kan terugvallen, geeft haar een gerust gevoel.” 33
Natalie Dupon
Tikkende tijdbom Al een paar weken ging er een seksueel getint filmpje rond waarop één van de meiden uit de buurt te zien was met een jongen. “Het was uiterst belangrijk om deze situatie ‘onder ons’ te houden. Onze aanpak hiervoor was in volle gang; één van de onderdelen hiervan was dat het betreffende meisje meeging met het weerbaarheidsweekend.” Twee dagen voor vertrek dreigt het filmpje echter uit te lekken naar de familie, er was een grote kans op eerwraak. “Ik heb direct de meiden van het vorige weekend en meiden die ervan wisten geappt en bij elkaar gebracht voor spoedoverleg. Ik heb ook agenten die hiervan op de hoogte waren en het meisje waar het over ging hiervoor uitgenodigd, ze wist niet wat haar te wachten stond.” Natalie zet heel bewust in op het netwerk van het meisje. “Wat er ook ge-
Natalie is vanuit haar achtergrond als buurtcoach bekend met de bewoners van Rotterdam centrum. Dit komt haar goed van pas in haar werk als coach, waarbij ze zich inzet op jeugd, jeugdparticipatie, preventie en overlast. “Ik was veel bezig met meiden en seksueel grensoverschrijdend gedrag.We zijn twee weekenden weggeweest met een groep van dertien meiden, in samenwerking met de politie. Het eerste weekend ging over weerbaarheid in het algemeen en het tweede over weerbaarheid en seksueel grensoverschrijdend gedrag. De doelstelling van de training was meiden alert te maken en elkaar niet te veroordelen. Als een meisje seksueel grensoverschrijdend gedrag vertoont komt dat ergens door, dan is er iets aan de hand. Stoot zo’n meisje niet af, maar omarm haar en vraag wat er aan de hand is.”
beurt, zij moet een veilig netwerk hebben, een groep vriendinnen waar zij op terug kan vallen”. Ze bespreekt dit ook met de groep. “We zijn er niet om mensen af te kraken, jullie konden het ook zijn. Ga elkaar niet afvallen, meiden moeten elkaar
“Het was een tikkende tijdbom.” juist steunen.” Samen met een taakagent jeugd haalt Natalie de situatie uit de taboesfeer en spreekt ze af dat het meisje meegaat op weekend. Ook heeft ze contact met de moeder die nog steeds van niets weet, maar het goed vindt dat haar dochter meegaat op het weekend. “Het was een tikkende tijdbom.”
Natalie Dupon Bij thuiskomst zwaait er wat! den door de wijk, uit de familie, op school. Zoals Natalie heeft afgesproken met de Uiteindelijk is het goedgekomen, door meiden die achterblijven in de wijk, hou- middel van verschillende gesprekken met den ze haar gedurende het weekend op het gezin en door goede begeleiding. Maar de hoogte. Zo ontvangt Nathalie een be- het had ook heel anders kunnen aflopen.” richt van hen met de boodschap: ‘ze we- Natalie merkt daarnaast dat het gelukt ten het, de moeder weet het!’. De moe- is een netwerk te creëren dat klaarstaat der van het meisje zoekt voor het meisje. “De “Uiteindelijk is het contact en vraagt Natalie groep heeft niet alleen op een kalme, vriendelijke goedgekomen, maar het iemand uit hun eigen toon aan de telefoon hoe groep ondersteund, had ook heel anders het gaat op het weekend. maar ook op school zijn kunnen aflopen” “Ik vond het erg verontze er voor haar. Ze zijn rustend dat het filmpje niet er bewust mee bezig aan de orde kwam, aangezien ik wist dat door te bemiddelen of elkaar te helpen ze ervan op de hoogte was.” De taakagent en juist niet door te roddelen. Twee van jeugd besluit na dit telefoontje haar colle- die meiden zitten bij haar op school en ga’s te bellen om te inventariseren wat de spraken haar erop aan dat ze een strakke risico’s zijn. Twee agenten gaan thuis langs. legging aanhad. Die meiden zeggen dan Er lijkt niks aan de hand te zijn, tot één niet: ‘Je bent een hoer, je roept het op je van de broers zich verspreekt. “Toen we af’ maar ‘Hé, dat is niet zo handig als je dat van het weekend thuiskwamen hadden aanhebt. Je weet toch waar we het over we daarom afgesproken dat ik haar samen hebben gehad?’” met de politie naar huis ging brengen.Vervolgens kwam haar broer haar halen, echt op zo’n toon van ‘ik maak je af’. Hij had Seksueel grensoverschrijdend gedrag is zijn vrienden meegenomen, die haar uit- echt een issue! scholden voor hoer.” De politie besluit de Natalie blijft zich in de toekomst inzetten crisisopvang in te schakelen, daar verblijft voor meiden en seksueel grensoverschrijhet meisje drie tot vier weken, tot het dend gedrag. “Ik ga met een kleine groep weer veilig is om naar huis te gaan. van vijf meiden verder en hen trainen. Vijf meiden die gemotiveerd zijn om echt wat voor andere meiden te betekenen en met Bewustzijn hen in gesprek te gaan. Ik ga ook inzet“Het was goed voor de dames om op ten op de overgang van de basisschool het trainingsweekend mee te maken dat naar het voortgezet onderwijs. Je ziet dat seksueel grensoverschrijdend gedrag een ze in de eerste klas qua uiterlijk en gezeer actueel en confronterend thema is. drag van klein meisje ineens in een jonge Het heeft hun ogen geopend dat zoiets vrouw veranderen. Ik hoop dat we in de ‘onschuldigs’ veel gevolgen kan hebben. toekomst meer kunnen betekenen voor Het meisje had verstoten kunnen wor- die meiden.” n 35
Mattis van den Bogaard
Mattis van den Bogaard
Mattis gaat in haar werk echt langs bij ouderen thuis, ze gaat eropaf. Ze neemt de tijd voor mensen en krijgt het vaak voor elkaar dat ze zich voor haar openstellen. Dit gebeurde ook bij meneer van der Velde, met wie ze in contact kwam via de huisartsenlijst. “Meneer van der Velde is een zelfstandige man, die al zijn hele leven alleen is. Ik ging bij hem op huisbezoek en merkte dat het contact wat stroef ging. Van een collega van mij had ik gehoord dat meneer van der Velde van beleggen hield. Ik zag in zijn huis ook allemaal boekjes over beleggen liggen. Ik besloot daarom hierover in gesprek te gaan met hem. Ik heb hem gewoon gevraagd hoe beleggen in zijn werk gaat, of hij me dat eens uit kon leggen.” Door de tijd voor dit gesprek te nemen en te praten over zijn hobby merkt Mattis dat er contact ontstaat.
“Als je maar een klein verschil in iemands leven kan maken dan geeft dat zo’n kick”. Mattis werkt als krachtcoach van 26 jaar met ouderen boven de 70 jaar. Ze werkt graag met deze doelgroep omdat er nog zoveel te halen valt. Via een lijst die ze van de huisarts heeft gekregen benadert ze alle ouderen van 80 jaar en ouder, samen met een groep collega’s. “We kijken of er belemmeringen zijn in het zelfstandig functioneren en of de kwaliteit van leven nog verbeterd kan worden.” Naast haar werk als krachtcoach werkt Mattis als aandachtsfunctionaris mantelzorg. “Ik ga mantelzorgers bij mijn collega’s op de kaart zetten, zodat ze er meer oog voor hebben.”.
Probeer het nou gewoon eens; als het niets is, is het niets Een belangrijk onderdeel van Mattis’ baan is het uitbreiden van het netwerk van mensen om eenzaamheid te voorkomen. Ze is er bewust mee bezig mensen met elkaar in contact te brengen. “Mijn collega Cindy kwam met het idee om meneer van der Velde in contact te brengen “Als het niks is, met meneer Zeilis het niks en stra. Meneer Zeilstra is ook een zelfstan- bent u zo weer dige man, die net weg.” als meneer van der Velde interesse heeft in beleggen. Dit leek ons dus een goede match.” Mattis heeft meneer Zeilstra wel een zetje moeten geven om dit contact aan te gaan: “Probeer het nou gewoon eens, als het niks is, is het niks en bent
u zo weer weg.” Door de drempel voor hiervoor openstaat. Zo heeft meneer van hem te verlagen, gaat meneer Zeilstra der Velde vroeger bij de ING gewerkt en overstag. “Samen met Cindy ben ik met heb ik geprobeerd hem zo ver te krijgen de twee heren een hapje gaan eten. Het dat hij jongeren een sollicitatiecursus gesprek kwam aardig op gang en beiden ging geven. Helaas is het me niet gelukt heren gaven achteraf aan dat ze het leuk hem zover te krijgen; hij vond zijn kenhadden gehad. Aangezien ze zelfstandig en nis te verouderd en het te spannend om op zichzelf zijn, zoeken te doen. Als mensen niet ze elkaar echter niet zo willen, dan willen ze het “Als mensen niet willen, niet en moet je het ook snel op.” Mattis geeft dan willen ze het niet niet op en blijft inzetloslaten, ook dat is onten op het netwerk van derdeel van mijn werk.” en moet je het ook beide heren. “ We hebAan de andere kant was loslaten” ben weer een aantal achet voor Mattis een eyetiviteiten georganiseerd opener om mensen te en telkens nodig ik meneer van der Velde benaderen vanuit wat ze kunnen en wat en meneer Zeilstra weer uit. Ik probeer ze leuk vinden om te doen. “Het is goed ze dan met elkaar in contact te brengen. om mensen sterker te maken, zeker omJe weet dat het klikt; ze zitten gezellig met dat je als professional niet eeuwig langs elkaar te praten. Zo breid je toch het net- kan blijven gaan. Door in te zetten op hun werk uit”. In het geval van deze casus le- eigen kracht worden mensen sterker en ven beide heren een wederkerigheid naar gaan ze stralen.” elkaar. Praten over elkaars hobby’s draagt n bij tot minder eenzaamheid. Eenzaamheid is een van de ingewikkeldheden en natuurlijke processen van ouder worden. Dit ontstaat door een langzaam verdrogend netwerk door stoppen van werk, afname hobby’s, teruggang mobiliteit en een veranderende woonomgeving vanwege bijvoorbeeld nieuwe buren of wegvallen van leeftijdsgenoten. Eyeopener Mattis vindt het soms lastig iets van de mensen terug te vragen. “Ik probeer de wederkerigheid in te zetten door te vragen: ‘Wat vind je leuk en zou je het leuk vinden daar wat mee te doen’? Soms vind ik dat wel lastig, aangezien niet iedereen 37
Ingmar Elias
Ingmar Elias
Het jeugdnetwerk, dat jongerenwerker Ingmar opzet in het oude-westen, komt niet zonder slag of stoot van de grond. “De jongeren in deze buurt zijn opgegroeid als consument: in een periode dat anderen voor hen iets organiseerden. Deze aanbodgerichte manier van werken is gestopt en het is de taak van de jongerenwerker om jongeren aan te sporen, uit te dagen, te faciliteren en adviseren om activiteiten op te zetten voor zichzelf of voor anderen.”
“Deze winkelier steunt de jongeren uit het oude westen” Het jeugdnetwerk is een groep jongeren uit de wijk die zich graag wil inzetten voor anderen en die mee wil denken over “jong zijn in de wijk en wat is er dan belangrijk voor de jeugd en ouders.” Ze gaan activiteiten voor zichzelf en voor andere jongeren organiseren. Het jeugdnetwerk wordt verantwoordelijk hiervoor. Jongeren en de jongerenwerker komen hiermee in een andere rol. “We verbinden jongeren aan elkaar in het netwerk. Al deze jongeren staan in contact met vriendjes en vriendinnetjes van dezelfde leeftijd en soms dezelfde interesse. Zo komt er snel op tafel wat er onder jongeren speelt en leeft.” Vorig jaar is Ingmar gestart met een eerste opzet van dit netwerk met als schijnbaar simpel resultaat een kookcursus. Samen met jongeren is Ingmar op pad gegaan om de winkeliers van de Westkruiskade te benaderen voor een budget hiervoor. “Ik heb de jongeren twee opties geschetst: of we gaan naar de deelgemeente en vragen om een potje, of we benaderen de on-
dernemers van de West-kruiskade. Want waarom zouden we altijd maar afhankelijk willen zijn van subsidie van de gemeente en jullie moeten wel wat doen wil je iets organiseren?” Ingmar weet de jongeren te prikkelen en uit te dagen, want nu moeten ze zelf aan de bak en gaan leuren bij een winkelier. Ze gaan met een flyer met als quote “Deze winkelier steunt de jongeren uit het oude westen” op pad. Na de eerste succeservaring bij een winkel waar de jongeren 250 euro krijgen, lukt het ze een mooi bedrag bij elkaar te halen. “Jongeren worden enthousiast van deze aanpak, ze krijgen inzicht in het proces, van hoe iets tot stand komt. Juist door ze mee te nemen in het proces gaan ze ook anders naar mijn werk kijken.” Mij gaat het om situaties arrangeren waar jongeren succes en leerervaringen opdoen. De inzet van dit jeugdnetwerk ebt na de eerste succeservaring echter weg. “Jongeren zijn vluchtig en stellen soms andere prioriteiten. Het blijft in het begin moeilijk hen te prikkelen en te verleiden iets zelfstandig te doen, ze zijn het niet gewend. Overnemen
door de jongerenwerker ligt dan voor de hand. We hebben afgesproken dat we dat niet doen.” Ingmar maakt een nieuwe start met drie andere jongeren, waarom zou je je beperken tot een kleine groep jongeren. Start bij jongeren die iets willen, de rest komt op termijn vanzelf wel mee. Met name jongeren die minder gewend zijn aan de oude stijl van consumptief jongerenwerk vinden het de gewoonste zaak van de wereld dat je iets moet doen wil je wat bereiken. Initiatieven die triggeren Het netwerk bestaat nu uit drie jongeren die graag iets voor zichzelf en andere jongeren willen betekenen: één jongen met politieke ambities, één jongedame die graag iets wil doen met zang en één dame die via pleinwerk met kinderen wil gaan werken. “Hier komen dus al twee initiatieven uit voort: een zangklasje en pleinwerk met kinderen. Dit gaan de jongeren zelf opzetten, het is hun verantwoordelijkheid.” Aan de dame van het zangklasje vraagt Ingmar om haar ideeën op papier te zetten over hoe ze het wil aanpakken en inrichten. Ze weet hem te verrassen met haar voortvarende aanpak. “Ik zit met haar aan tafel en houd mijn hart vast: dit wordt vast weer zo’n uurtje dat je alles eruit moet trekken. Maar die dame trekt haar kladblok en zegt:’ ik wil dit, ik wil dat, ik wil het zo, ik had dit in gedachte en wat denk jij daarvan’? Ik zat echt met mijn mond vol tanden. Het is leuk dat ze er zo voor gaat, het laat zien hoe serieus zij er mee bezig is. Het prikkelt mij ook om er druk achter te zetten en het voor elkaar te krijgen,” aldus Ingmar. “Tevens
“Het jeugdnetwerk is een groep jongeren uit de wijk die zich graag wil inzetten voor anderen en die mee wil denken over “jong zijn in de wijk” word ik geconfronteerd met mijn eigen aanname en beelden. Ik dacht... ze zal wel niet hebben nagedacht. Wat dus niet waar is. Dit geeft maar weer eens aan dat het talentgericht werken ook voor mij een omslag is en dat we veel meer van jongeren moeten vragen en eisen. We bereiden ze nu voor op die grote samenleving. We moeten ze leermomenten en succes en faalervaringen op laten doen. En dus niet zo bang zijn om jongeren echt serieus te nemen en eisen aan ze te stellen.” “We hebben nu een clubje dat kritisch naar elkaar en naar de wijk kijkt. Ik vind de drie jongeren een succes, ze hebben goed in beeld wat ze willen en kunnen, en ieder heeft zijn eigen rol binnen het netwerk. Daarnaast zijn ze zich bewust van hun achterban en van wat er speelt. Ik denk dat het wel gaat lukken met het netwerk, ze doen het zelf!”. Dit clubje gaat weer andere jongeren activeren om aan te sluiten, van het een komt het ander. Een van deze jongeren is nu met een VSVcoach bezig met een plan voor werken in de haven…mooi toch! n
39
Atilla, pleincoach bij Radar, heeft het voor elkaar gekregen buurtbewoners weer de verantwoordelijkheid terug te geven voor de pleinen waar ze aan wonen. “Je bent constant talenten aan elkaar aan het koppelen en je schat in en vraagt aan bewoners wat voor hen haalbaar is. De bewoners pakken de regie van het plein en op een gegeven moment hebben ze mij niet meer zo intensief nodig. Het plein geef ik terug aan de buurt. De volgende stap is dat ik meer mensen ga betrekken, en vervolgens een groep mensen vorm die gaan besturen”.
Vanuit Thuis Op Straat (TOS) was Atilla jarenlang met zeven betaalde pleincoaches, jongeren en vrijwilligers actief op pleinen om daar activiteiten voor kinderen aan te bieden. In 2013 is burgerkracht het leidende principe voor het werken op de pleinen. Er is door Radar gekozen voor één pleinwerker en de inzet van buurtbewoners en stagiaires. Als pleincoach kreeg hij de opdracht te zorgen dat de bewoners weer eigenaar worden van hun eigen plein en dat het pleinenwerk niet afhankelijk is van professionals. De bewoners wonen aan de pleinen dus het is tijd hen de verantwoordelijk voor de sfeer en leefbaarheid op deze pleinen terug te geven. De eerste vrijwilligers Atilla gaat aan de slag op Het Landje, waar al een container vol speelgoed staat. “Mijn belangrijkste vraag was: hoe ik mensen zo snel mogelijk kon betrekken bij de werkzaamheden in én rondom die container? Ik dacht er slim aan te doen gebruik te maken van een aantal stagiairs. Dat lever-
Atilla Nazligul beroep op een van de buurtbewoners die er de eerste keer ook aanwezig was. Atilla weet de buurtbewoner uiteindelijk te interesseren voor een aantal activiteiten die ook de kinderen leuk vinden. Dat leidt voortaan elke vrijdag tot het opzetten van een tent op het plein, waarin muziek wordt gemaakt en kinderen rondom een tafel kunnen tekenen en knutselen.
Atilla Nazligul
de intern de nodige discussie op omdat de kans groot is dat je uiteindelijk toch de stagiairs het werk laat doen voor de bewoners. Het gaat er niet om meer handen te organiseren rondom de bewoners maar dat bewoners hun handen zelf gaan gebruiken”. Atilla weet zijn eerste buurtbewoner te betrekken door hem mee te nemen naar een bijeenkomst over Het Landje. “Voor het plein was voorheen een convenant afgesloten met zeven verschillende partners. Ik heb deze partners uitgenodigd met de vraag wat zij in de nieuwe situatie konden betekenen voor de organisatie van allerlei activiteiten rondom het plein. Helaas gaven slecht twee partners gehoor aan de uitnodiging. Ik liet me hierdoor niet uit het veld slaan. Met het plein hebben we immers goud in handen. De deelgemeente heeft hier drie jaar geleden behoorlijk in geïnvesteerd. Er wordt een planning gemaakt over de activiteiten en er worden verdere afspraken gemaakt. Bij een volgende bijeenkomst doet Atilla een
woners het plein meer in eigen handen te geven besluit Atilla een stapje terug te doen. “Op een gegeven moment zei ik: ‘ik kan niet meer elke dag komen, ik heb namelijk geen stagiaires nu want het is vakantie’. Toen zeiden zij: ’Nou, dan komen wij toch?’ Dus ik had gewoon drie keer per week buurtbewoners in de container. De kinderen kwamen elke dag terug”. Atilla besluit meer en meer ruimte te geven aan de vrijwilligers. Aan een dame die Een actieve benadering graag poetste, vraagt hij of ze een dagje Atilla krijgt het voor elkaar om meer mee wil draaien omdat het een puinhoop buurtbewoners bij het plein en andere is in de container. Maria beaamt dit, en pleinen te betrekken door hen actief te zegt toe. Atilla vertrekt en roept: ‘tot volbenaderen. “Op een gegeven moment gende week’! Maria vraagt zich verbaasd hadden we afgesproken de zomervakan- af of Atilla deze week dan niet meer komt. tie af te sluiten met een feest. ‘Atilla’, zei Atilla vertelt haar dat hij alleen maandag de buurtbewoner, ‘we en woensdag kan kohebben vrijdag een feest, men en creëert hiermee maar ik heb niet genoeg De vrijwilligers pakken ruimte voor haar. Maria het zelf op en krijgen mensen’. ‘ik zei... ik zie vraagt zich af of ze zelf de daar een plein en ik zie container niet af en toe de sleutel! daar buurtbewoners zitmag opengooien. Hierten’. Ik ben toen tussen de mee krijgt Atilla precies buurtbewoners gaan zitten en heb gezegd: voor elkaar wat hij wil bereiken: de vrij‘We geven vrijdag een feestje voor de kin- willigers pakken het zelf op en krijgen de deren, en jullie zijn er ook bij toch?’ Ik pak sleutel! het zo aan, ik leg de focus op de kinderen, waardoor de buurtbewoners uitgedaagd Atilla vindt de nieuwe werkwijze en het worden om te helpen. En jawel hoor, procesmatige aanpak die het vraagt zeer vrijdag stonden ze er, de container werd prikkelend naar zijn eigen acteren . “Ik schoongemaakt en er schoven allemaal vind het als enthousiaste professional mensen uit de buurt aan. Dat feest was soms lastig als je belangrijke processtapeen succes!” pen ziet, de volgende stap wil maken en dan even moet wachten en inhouden.Wat ik aan de vrijwilligers merk is dat ze blij Een stapje terug zijn dat ze eigenaar worden van een plein, Na het succesvolle feest worden er tij- dat ze zich nuttig en betrokken voelen en dens de zomervakantie ook elke dag ac- dat ze gezien worden door anderen. “ tiviteiten georganiseerd. Om de buurtben 41
Nawoord Een boekje samenstellen over de WIE-focus aan de hand van interviews met professionals, zo luidde onze opdracht. U heeft het resultaat in de voorafgaande pagina’s kunnen lezen. Het is niet onze taak om conclusies te trekken. Dat zou teveel afbreuk doen aan hetgeen de werkers en trainer al zo duidelijk hebben verwoord. Voor ons, als relatieve buitenstaanders, was het een ontdekking te merken hoe ook wij steeds meer in beslag werden genomen door die nieuwe manier van werken. Hoe snel kan een abstract begrip als de WIE tot leven komen als je het oor te luisteren legt bij werkers die zich zo verbonden voelen met de bewoners met wie ze werken. Gedreven verhalen hoe iedereen op zijn eigen wijze de wijk weer teruggeeft aan de mensen die er wonen: jong en oud, werkenden en werkzoekenden, hulpbehoevenden en eenzamen. Gewoon door het benutten van hun eigen mogelijkheden, kansen en talenten. Voortdurend alert om niet terug te vallen in oude gewoontes waarbij je teveel gewend was te werken vóór de bewoners en het van hen over te nemen. Hoe stimulerend kunnen zaken overkomen als je stapje voor stapje in staat bent mensen zelf initiatieven te laten nemen. Leren loslaten dus en pas echt ondersteunen als dat nodig is. Dit boekje beschrijft praktijkgevallen die dit nader illustreren. Dat komt des te overtuigender over als je soms ook de worsteling hoort van de professionals om hun uiteindelijk doel te halen. Meestal een stap naar voren, soms een stapje terug, maar uiteindelijk voorgoed de juiste richting in. Afdoende bewijs dat WIE werkt! Ben Vermolen & Marjolein Keltjens
Dit boekje is opgedragen aan Belinda Baan. Belinda was inspirator eigen kracht bij Radar Wmo, Werk en Ondernemen. Belinda zou dit boekje voor ons schrijven maar is hier vanwege haar ziekte niet aan toe gekomen.Ze kon de gewichtige wetenschap klein maken tot voor de uitvoerende professionals begrijpbare bestanddelen. In december 2013 is Belinda overleden. Han Paulides, programmaleider Radar Wmo, Werk & Ondernemen 43
Colofon Han Paulides, programmaleider Radar Wmo, Werk en Ondernemen Tekst Ben Vermolen en Marjolein Keltjens Fotografie Mattis van den Bogaard Vormgeving Tanja Langmuur
Dit boekje kan besteld worden via Radar Wmo diensten Wmo, Werk en Ondernemen Rotterdam Centrum Adres : Kipstraat 37, 3011 RS Rotterdam Tel : 010-485 58 98 Website : www.wmoradar.nl