Wie praat wanneer met het kind? Methodisch Kind- Interview. Afstemming noodzakelijk. Voorwerk! Methodisch kind-interview

Wie praat wanneer met het kind?

Methodisch KindInterview Aafke Scharloo & Irene Martens

Voorwerk!

Aafke Scharloo en Irene Martens

Afstemming noodzakelijk

-

Afstemming politie

-

Informatie verzamelen

-

Via de ouder/ begeleider het kind voorbereiden

-

Toestemming gezagsdragers

-

Meerdere scenario’s denken Aafke Scharloo en Irene Martens

Methodisch kind-interview     



Introductie / uitleg documentatie Gespreksregels Oefenen van een narratief Transitie naar onderwerp van zorg Verhaal van het kind: free recall & verdieping Afronding


Introductie Ik ben …. en ik praat met kinderen over allerlei dingen.

Vandaag praat ik met jou. Ik ga je eerst wat dingen uitleggen.

 Interviewer is flexibel! Aafke Scharloo en Irene Martens


Uitleg

Instructies

Daar staat een camera en die neemt ons op





“Niet gokken” “Vertel ‘t me als je me niet begrijpt” “Corrigeer me als ik een foutje maak”



Beloof me dat je de waarheid vertelt



Ik heb pen en papier zodat ik wat op kan schrijven En dat is omdat ik het heel belangrijk vind wat je mij vertelt


Belang van belofte 

 

Kans op waarheid neemt toe, kans op leugens neemt af Benadrukt dat het een serieus gesprek is Reactie hierop kan belangrijke info geven (‘kan ik niet’, ‘durf ik niet’)


Narratief oefenen 

 




Oefenen van een narratief 

Wat vind jij het allerleukste om te doen?



Wat is het leukste wat je de laatste tijd hebt gedaan?

Baseline informatie; kan een kind open vragen beantwoorden? Ontwikkelingsniveau Oefenen van een narratief – kun je later op terughaken Contact leggen


Aan de slag!

Vertel me daar alles over!



Let op:

Afbakenen 

Afbakenen: informatie over één keer, Uitnodigen: kind vrij laten vertellen Doorvragen: (lineair / sequentieel) Focus: details vragen (mensen, zintuigen, plekken) Ophelderen: wat vaag of onduidelijk was

 




Uitnodigen 

  

Open vragen om een verhaal te krijgen dat je een globaal idee geeft van hoe de gebeurtenis verliep “vertel me daar alles over” “vertel me alles van het begin tot het eind” “vertel me alles wat je weet, zelfs de kleine dingen waarvan je misschien denkt dat ik ze niet belangrijk vindt”

Kies één gebeurtenis Evt. aan ouder/ verzorger vragen Wat vind het kind leuk om te vertellen (leukste dat je deze week deed/ iets wat je gedaan hebt waar je blij van werd/ leukste plek om te spelen en laatste keer dat je er was) Vakantie, verjaardag, feestdag


Doorvragen Tijd segment:  “Ik wil nog wat meer erover weten. Vertel me alles wat er gebeurde vanaf…..tot …..(woorden van het kind).“ Tijd kader:  Context uitvragen: wat gebeurde er net voor en erna?



Focus

Ophelderen

Aanvullende vragen gericht op:

 

-

Mensen

-

Plaats

-

Sensorische informatie

  


“wat bedoel je als je ….zegt?” “hoe weet je dat….?” “Je zei…. Hoe ben je daar achter gekomen?” “ ik ben in de war…leg het me nog eens uit” “Vertel me meer over … zodat ik het goed begrijp”


Aan de slag!

Transitie 

Nu ken ik je wat beter – vertel me nu: waarover kom jij vandaag met me praten?

(….) Het is heel belangrijk dat je het me vertelt.


Closure 


Open vragen

Is er nog iets anders dat je me wilt vertellen?

 





Degene uit de wachtkamer halen en samen afsluiten. Kort zeggen als kind verteld heeft maar niet wát het kind letterlijk gezegd heeft (i.v.m. mogelijke getuigenis ouder bij politie)





Vertel eens… Vertel eens meer… Vertel me alles wat er gebeurde vanaf het moment dat je gisterenavond ging eten tot het moment dat je naar bed toe ging? Vertel me alles wat er is gebeurd…

Afsluiten met psychoeducatie: vanmiddag even wat leuks doen, etc. Aafke Scharloo en Irene Martens


Multiple choice •

Een open vraag als laatste optie: “Of iets anders?” -



“Had je je kleren aan?” Mijn kleren waren aan…

versus -

Probeer het antwoord dat je verwacht niét toe te voegen! (dan kwam het niet als eerste uit jouw mond)


Wat gebeurde er met je kleren?”  Mijn onderbroek hing aan mijn enkels en hij deed mijn shirt omhoog boven mijn buik •


Training -

3 trainingsdagen + 1 terugkomdag Theoretische kaders + practica

-

Supervisie Jaarlijkse terugkomdag

-

Voor gedragswetenschappers

-


Wie praat wanneer met het kind? Methodisch Kind- Interview. Afstemming noodzakelijk. Voorwerk! Methodisch kind-interview

Recommend Documents