Wie erft de Jobs-factor?
Op expeditie met Martijn Arets
Alles over Apple
0 0 1
103 grootste gevaar ben je zelf! 102 Malware, Mountain het Lion, OS X voor de achterbankgeneratie
r me m nu
102 Mountain Lion, OS X voor de achterbankgeneratie
Yes, CS6!
Alles over Apple
101 Dat kan beter, Tim
Anna Drijver koestert MacBook Inside Apple@Leidseplein Wedstrijd: 25 keer prijs Zo winkel je slim bij Apple Fotogalerie na MobileMe
Alles over Apple
100 Wie erft de Jobs-factor?
Alles over Apple
• Interviews en columns • Workshops en tests • Achtergronden • Gidsen voor apps en iTunes
Interview Jelle Brandt Corstius
Ferry in iPhone-Hollywood Red je kostbaarheden nummer 100 mei juni 2012 prijs € 7,95
iPhone 5: XL en supersnel
Drie draadloze topluidsprekers Reizen en internetten
BP cover-mf100-4.indd 1
Dokterdan Tinus op de MacBook Air • Een slimmere agenda iCal • Eindelijk een handig adresboek • E-mail zonder gedoe • En nog veel meer alternatieven voor MacBooks metstandaardsoftware 5.414.400 retina pixels Apples 11-04-12 14:05
nummer 101 juli / augustus 2012 prijs € 7,95
Digataal kerst versieren Kies de fijnste hoofdtelefoon
cover-mf101-6.indd 1
Malware
Het grootste gevaar ben je zelf!
BP
nummer 102 september / oktober 2012 prijs € 7,95
13-06-12 14:42
Schermpenseel-plus
BP mf102-cover-def.indd 1
nummer 103 november / december 2012 prijs € 7,95
15-08-12 16:51
BP mf103•cover-def.indd 1
09-10-12 20:48
“B&W has taken their world-class, pro-tier studio speakers and shrunk them into two little ear buds” New York Post
“De C5 hoofdtelefoon klinkt geweldig” Telegraaf.nl
Concert for one C5 Bowers & Wilkins introduceert haar eerste inear hoofdtelefoon, de C5. Het verbazingwekkende heldere geluid en innovatieve design maken de C5 tot een uniek product. Het Secure Loop ontwerp zorgt voor een ultra stabiele en comfortabele pasvorm. De geavanceerde drive units, het ingenieuze Micro Poreuze Filter en de premium materialen zorgen voor een natuurlijk, gedetailleerd en open geluid. www.bowers-wilkins.com/c5
Redactioneel
Welkom bij MacFan
Inhoud
R Colofon
beeld
Miro Lucassen Gemma Geurts
W
elk bedrijf zorgt er geregeld voor dat de wereld de adem inhoudt? Dat is Apple Inc., de maker van de iMac, iPhone, iPad, iPod en bijbehorende randapparatuur. Voor de gebruikers van deze prachtspullen maken wij sinds 1995 MacFan, waarvan je hier een selectie aantreft van recente artikelen. Apple is in. De computer zonder virussen die gewoon doet wat je wilt, geniet een ongekende populariteit. De telefoon die de industrie overhoop gooide, geeft wereldwijd de toon aan. Geen concurrent heeft een antwoord op het succes van de iPad en bij de muziekspelers is de iPod nog steeds marktleider.
R
d
tekst
Als makers van dit onafhankelijke tijdschrift weten we dat het niet alles goud is wat er blinkt. Niet ieder nieuw product is een verrijking. De eigenzinnige kwaliteit van de Apple-producten staat hoog bij ons in het vaandel, maar ook deze fabrikant laat zo nu en dan een steekje vallen. Datzelfde geldt voor de programmeurs van apps, de makers van accessoires en digitale dienstverlening op internet. We schrijven graag loyaal en enthousiast, maar stellen ons tegelijkertijd kritisch op, zodat je de juiste keuze uit het overweldigende aanbod kunt maken.
3 4 7 8 10 12 16 19 20 30 32 35
Welkom, inhoud, colofon Retina-weelde smaakt naar meer Olloclip Fluwelen update met ijzeren vuist Multicam voor iedere filmer Wie erft de Jobs-factor? Drie draadloze topspeakers Strip Mac & Maggie Yes, CS6! Duimpjes dansen op vedergewicht Interview Anna Drijver Column: Zoeken als een bezetene
36 38 41 42 44 49 50 54 56 59 60 62
MacFan is een praktisch blad voor mensen die plezier aan hun computer beleven. Of je nu thuiscomputeraar bent, hobbyist of kleinzakelijke gebruiker: je zal veel van je gading vinden. Dit gratis nummer bevat een dwarsdoorsnede van de redactionele formule. Je treft besprekingen aan van producten, een interview, columns en tips. Wanneer de kennismaking bevalt, kun je in elke goed gesorteerde tijdschriftenwinkel de nieuwste MacFan vinden en je bent net zo welkom als abonnee. Veel leesplezier!
De nieuwe iPad Slimmer Apple-winkelen Origamischild voor iPad Lightroom blijft verbazen Een dagje iPhone-Hollywood De muisklikker Netwerkschijven op de uitkijk Kiekeboe met Windows Interview Jelle Brandt Corstius Replies verstuurt je beste antwoorden Schermschilderen Het mooiste beeld
MacFan, Blauw-roodlaan 7, 2718 JN Zoetermeer, tel 079 82 00 265, fax 084 83 13 341,
[email protected], www.macfan.nl Hoofdredacteur Miro Lucassen Art director Cor Otte Redactie www.macfan.nl Nieuws: Ruud Dingemans Software: Bert Rozenberg Medewerkers Bram Belloni, Giulia Carta, Jan van Die, Mars Gremmen, Hans Erik Hazelhorst, Albo Helm, Bas den Hond, Tjeerd Jansen, Marieke Henry, Felix Kalkman, Alfred Konijnenbelt, Helma van der Linden, Garm Lucassen, Natasja van Loon, Ronald Meeus, Ben Melis, Gaston Melis, Jack Nouws, Cees Picauly, Ferry Piekart, Dirk Schoofs, Peter van der Steilen, Richard Veenstra, Michel van der Ven, Peter Villevoye, Gerard Voshaar, Tonio van Vugt, Marijn van der Waa, Robin de Wever, Albert Zeeman Uitgever Paul Bloemers MacFan is een uitgave van Void Media, J.B.Bakemakade 34, 3071 ME Rotterdam, tel 010 820 87 61, fax 084 831 33 41
[email protected]
66 69 70 72 74 76 78 79 80 82 83
Vijf jaar iPhones Pianovariaties MacMagic AppGids OS X AppGids iOS GameGids (Mac en iOS) iBookGids FilmGids MuziekGids Column: Retro Wordt abonnee
Abonnementen Mirjam van Brecht, 079 820 02 65,
[email protected] Abonnementen kunnen elk nummer ingaan. Opzeggingen moeten twee maanden vóór het verstrijken van het abonnementsperiode schriftelijk ingediend worden. U ontvangt hiervan altijd een bevestiging. Advertentie-exploitatie Wiet Kamp, 06 34 72 06 77,
[email protected] Druk Habo DaCosta, Vianen Verspreiding Nederland Betapress, Gilze 0161 45 78 00 Verspreiding België AMP/PVD, Brussel, 02 525 14 11 Het copyright op alle artikelen in dit blad berust bij Void Media. Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden overgenomen of vermenigvuldigd, in welke vorm dan ook, dan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1383-2271
tekst
Miro Lucassen
Retina-pixelweelde smaakt naar meer B
eeldschermen van laptops kregen er geleidelijk pixels bij de afgelopen jaren, met meer werkruimte als gevolg. De 15 inch MacBook Pro bijvoorbeeld maakte in 2006 al een sprong voorwaarts als opvolger van de PowerBook G4: van 1280 bij 854 pixels naar 1440 bij 900. Vier jaar daarna beklom Apple de volgende traptrede: 1680 bij 1050 pixels, wat volgens sommige gebruikers te kleine systeemletters veroorzaakte en gepriegel op een beperkt oppervlak. Anderen hingen juist de vlag uit omdat ze zoveel mogelijk panelen en gereedschappen willen zien, bijvoorbeeld tijdens beeldbewerking of bij het vergelijken van teksten. Naast een update van de bekende modellen MacBook Pro presenteerde Apple kort voor de zomer een geheel vernieuwde uitvoering met eigen behuizing en een Retina-display. Deze daalt enerzijds weer een trede van de resolutietrap af, maar springt anderzijds naar de volgende verdieping. Het paneel in de machine telt 2880 bij 1800 pixels, meer nog dan de 27 inch iMac. Deze pixelweelde gebruikt de computerbouwer echter niet voor de traditionele manier van weergeven, die tot extreem kleine lettertjes zou leiden. In plaats daarvan simuleert het scherm
q
24 |
102
de resolutie van 1440 bij 900. Aangezien er voor de weergave van elk traditioneel beeldpunt nu vier retinapixels beschikbaar zijn, oogt het eindresultaat extreem scherp. Je moet flink je best doen om de pixels met het blote oog te zien, net zoals op de nieuwste iPad en de iPhone 4.
Wol op je pixels Apple kon zich voorbereiden op deze vernieuwing. Mountain Lion, iPhoto, Aperture, Pages, Numbers, Keynote en natuurlijk Final Cut Pro X weten wel raad met het nieuwe fenomeen in de Mac-beeldschermenfamilie. Ze gebruiken de extra scherpte optimaal bij de weergave van details in foto’s en video. Videobewerking is nu mogelijk met full HD-weergave in een voorvertoningsvenster terwijl er nog alle ruimte is voor gereedschappen. Tekst zag er nog nooit zo fraai uit op een computerscherm. In Mountain Lion heeft Apple bovendien de resolutie van programma-iconen verder opgeschroefd naar 1024 bij 1024 pixels. Menubalken, dialoogvensters en alle standaardelementen van OS X profiteren overal van de verhoogde resolutie. Maar voor het overige moeten de programmeurs aan de bak: zonder update voor retina
w
Test
Onontbeerlijk? Nee, echt hard nodig heb je het retina beeldscherm van de nieuwe MacBook Pro niet. Maar net als champagne en bonbons smaakt deze luxe naar meer. Apple brengt met dit 5,4 miljoen pixels tellende beeldscherm de Casanova van de laptops op de markt.
S
oogt alle tekst in vensters net niet scherp genoeg. Bij de weergave van afbeeldingen moet de gelukkige met een retina Mac-scherm zich voorbereiden op teleurstellingen. Uit zichzelf maakt geen enkel programma optimaal gebruik van de aanwezige pixels en dat zie je na de eerste dag onverbiddelijk. Wat tot die tijd normaal was, krijgt nu het stempel ‘wollig’. De aanpassingen vergen wat tijd en aandacht, maar maken het de programmeur niet speciaal moeilijk. Adobe is al druk aan de slag met Photoshop en ook in de Mac App Store verschijnen updates met ondersteuning voor het retina beeldscherm. Microsoft heeft echter nog geen signaal gegeven over de MacBook Pro. Het kan dus even duren voordat Office de stap maakt. Gespecialiseerde software voor de productie van schermafbeeldingen heeft het moeilijk met de nieuwe retina-resoluties. De marktleiders Snapz Pro X en Snagit legden tijdens de test slechts een kwart van het scherm vast, wat deze gereedschappen feitelijk onbruikbaar maakt. Aangezien hun routines diep in het systeem snuffelen kan een oplossing enige tijd op zich laten wachten. Op het internet staat de gebruikers van de geavanceerde laptop nog een flinke confrontatie met de
e
traditionele weergave voor gewone displays te wachten. Plaatjes vallen simpelweg tegen als je de ultrascherpte van iconen en bureaublad eenmaal hebt ervaren. De tekst van websites ziet er alleen in Safari goed uit, zolang Chrome en Firefox nog geen retina-update hebben uitgebracht. Voor betere kwaliteit logo’s, afbeeldingen en decoratie is de beurt aan iedere webmaster van het universum. Maken zij voor die ene laptop van Apple met een ander eisenpakket de stap naar bronbestanden met meer details? De extra scherpte voegt zo’n voorloper alleen toe voor het selecte gezelschap met een retina-scherm en het vereist heel wat aanpassingen om de andere gebruikers zo min mogelijk hinder te laten ondervinden van die ingreep. Ook op www.apple.com waren tijdens het schrijven van dit artikel nog niet alle afbeeldingen op retinaniveau. Het web in HD staat op de drempel, net zoals je vijf jaar geleden vrijwel geen tv-uitzendingen binnen kon halen op je HD thuistheater. We weten hoe dat is afgelopen. Dus reken er maar op dat andere computerfabrikanten de MacBook Pro met Retina-display nauwgezet volgen. Zodra blijkt dat Apple ook hier weet wat de consument wil, begint de opmars van de imitaties – zie de hevige navolging van de ooit weggelachen MacBook Air.
r
q Websites gaan op de MacBook Pro met Retina-display snel de mist in. Safari geeft de tekst ultrascherp weer, maar niet aangepaste logo’s zien er wollig uit.
w In de Systeemvoorkeuren kun je de retina-weergave verder opschroeven dan de simulatie
van 1440 bij 900 pixels. Op de maximale stand blijft geoptimaliseerde software zoals Pages goed leesbaar. e De tekstweergave van Safari (rechts) oogt veel beter dan het nog niet aangepaste Firefox. Van de afbeeldingen en logo’s kan Safari ook niet meer maken dan de webmaster er in stopt. r Reparatiewebsite iFixit publiceerde deze foto van het binnenwerk van de retina MacBook Pro. De vingers halen de SSD-opslagchips los uit hun Apple-specifieke connector. Bovenin de ventilator met asymmetrische schoepen.
102 | 25
Onbereikbaar binnenwerk De ultralichtgewicht Air, eveneens van een update voorzien maar nog zonder Retina-display, heeft veel van zijn goede eigenschappen overgedragen aan de vernieuwde MacBook Pro. In het nieuwe ontwerp kozen de ontwerpers radicaal voor lichtgewicht zonder in te leveren op professionele prestaties. Voor de opslagcapaciteit trok Apple de Flash-geheugenchips naar eigen ontwerp uit de kast in groottes van 256, 512 of 768 GB. Het werkgeheugen is leverbaar als 8 of 16 GB. Je beslissing bij de bestelling is definitief: deze MacBook Pro kun je als klant niet openen zonder de garantie te verspelen en als je toch het binnenwerk bereikt valt daar weinig te beginnen. De reparatiewizards van iFixit.com haalden een exemplaar uit elkaar en ontdekten een vastgelijmde accu, gesoldeerd werkgeheugen en een display waar evenmin iets aan te herstellen valt als het uitvalt. Terug naar de leverancier is het enige dat erop zit.
Sterker dan iMac Je koopt een MacBook Pro natuurlijk niet om hem te slopen. De Mac moet gewoon werken en graag sneller dan zijn voorganger. Op dat onderdeel zit het wel goed met de retina-nieuwkomer. In de testprogramma’s Geekbench en Cinebench neemt het door Apple uitgeleende testexemplaar met 2,3 GHz Core i7-processor en Nvidia GeForce GT 650M grafische kaart natuurlijk een flinke voorsprong op de nieuwste MacBook Air en de Mac mini uit de zomer van 2011. De vorig jaar geteste iMac 27 inch met 2,7 GHz i5-processor blijft de laptop nog net voor bij de prestaties van de grafische kaart, maar verliest ruimschoots bij een oordeel over de volle breedte: 8.658 versus 12.017 punten in Geekbench. Het is de hoogste tijd dat Apple ook de iMac bij de tijd brengt, maken deze cijfers duidelijk. De kracht van de MacBook Pro schuilt in een behuizing die nét iets meer weegt dan 2 kilo, maar ruim een halve kilo minder dan de ‘gewone’ MacBook Pro. Het ontwerp kan zo compact doordat Apple een flink aantal vertrouwde onderdelen weglaat. De MacBook Pro met Retina-display heeft geen ethernet, FireWire en audio-invoer. Wel is hij voorzien van twee Thunderbolt-uitgangen en HDMI voor directe aansluiting op een tv. De SD-sleuf voor fotokaartjes is gebleven en net als bij de MacBook Air zit er aan beide kanten van de behuizing een USB 3.0-poort. Voeding ontvangt de laptop via de vernieuwde platte MagSafe-connector. De accu met een capaciteit van 95 Wattuur gaat volgens Apple zeven uur mee als je er op het web mee surft. Tijdens videobewerking met intensief gebruik van de Nvidia grafische kaart en de processor kom je een stuk minder ver, maar voor een werkdag in het mobiele kantoor van schrijven, surfen en mailen is deze accu
26 |
102
heel geschikt. De grafische weergave schakelt bij zulk gebruik automatisch terug naar de zuinige ingebouwde Intel HD Graphics op het moederbord. De duurtest waarbij de laptop continu films afspeelt in iTunes leidde tot een werkbare tijd van ruim zes uur. Daarmee presteert de retina-uitvoering net zo goed als andere MacBook Pro’s die een stuk minder pixels onder hun hoede hebben.
Ritme van de regen De ‘gewone’ MacBook Pro scoort na de laatste vernieuwing net zo goed als de retina-versie op de benchmarksoftware en is in zijn basisconfiguratie 400 euro goedkoper. Dat verschil lijkt groter dan het is: het ‘instapmodel’ heeft slechts 4 GB werkgeheugen en een klassieke harddisk van 500 GB. Zodra je in Apples online winkel de MacBook Pro opwaardeert naar 8 GB en 256 GB SSD-opslag is hij bijna 300 euro duurder dan de standaard retina-uitvoering. Dat is dan weer best veel geld voor een dvd-brander en twee poorten die op weg zijn naar hun pensioen. Zonder SSD blijf je wel goedkoper uit, zelfs wanneer je de harddisk opwaardeert naar de maximaal leverbare 1 TB. De geluidsweergave valt lastig te vergelijken. In de gewone MacBook Pro zit een subwoofer ter ondersteuning van de basweergave. De retina-uitvoering doet het met twee nieuw ontworpen speakers die samen een verrassend vol geluid geven. Maar het blijft natuurlijk kruimelwerk in vergelijking met ieder thuistheater of stereoset. Intern geluid van de koeling hoor je alleen als de MacBook Pro vol aan de bak moet. Dan klinkt geruis als bij een milde regenbui. Dat komt van de asymmetrische ventilators waar Apple zo enthousiast over pochte tijdens de presentatie van de machine. Ze werken samen met sleuven onderin de behuizing. In hoeverre zich daar stof zal ophopen tijdens jarenlang gebruik moet in de praktijk blijken. Daar kan een test als deze geen uitsluitsel over geven.
Conclusie De MacBook Pro met Retina-display is z’n tijd vooruit. Met de enorme scherpte en rijke details van het beeldscherm brengt Apple een niet eerder vertoond kunstje op de markt voor creatieve professionals. Als je voor deze voorloper valt, lever je meer in dan de dvd-drive, ethernet en de FireWire-poort: het internet zal er voorlopig minder fraai uitzien dan je gewend bent en je gedigitaliseerde VHS-tapes ogen aftandser dan ooit. Dankzij de Flash-geheugenchips, de snelle processor en de krachtige grafische kaart werk je op deze MacBook Pro in hoog tempo en met veel plezier. Wij kunnen al met al niet wachten tot het retina beeldscherm meer Macs bereikt.
Test
Olloclip verlegt de iPhone-focus
R
De camera die je altijd bij je draagt (lees: een iPhone 4 of 4S) mist nog wat. Een macro-stand voor een detailopname bijvoorbeeld, net wat meer groothoek om een krappe kamer volledig in beeld te krijgen of een fisheye-optie voor bijzondere effecten bij landschapsfotografie. De inventieve Olloclip belooft het allemaal in een handzaam draagzakje.
D
e palmbomen op de boulevard, de weidsheid van een heideveld, tere bloesemblaadjes: je komt ze onderweg tegen, je grijpt naar je iPhone en je merkt dat het net niet lukt om de beeldimpressie vast te leggen die je voor ogen stond. Natuurlijk valt er altijd nog wat te Photoshoppen, maar een opzetlensje werkt een stuk directer. Vanuit die gedachte verscheen in 2011 de Olloclip op de markt, een setje optisch vernuft dat sinds kort ook een distributeur voor de Benelux kent. De producent past een aloud fotografisch principe toe: als je weet hoe de vaste lens van de camera reageert, kun
tekst Miro Lucassen
je zijn eigenschappen uitbuiten door er simpelweg een tweede objectief voor te plaatsen. Macro- en teleconverters verleggen al tientallen jaren de grenzen van allerlei camera’s en de kwalitatief goede lens van de iPhone 4 schreeuwt om eenzelfde behandeling. Eén extra objectief toevoegen is een kwestie van een lens in een klemmetje vatten. De Olloclip kiest voor krasvrij zwart plastic dat stevig om de behuizing van de iPhone past. Het bevat ruimte voor twee lenzen, aangezien je de klem kunt omkeren. De ene zijde doet dienst als fisheye, de andere als groothoek. Die laatste bestaat uit twee delen en om er echt alles uit te persen, kun je het bovenste losschroeven. Dan blijkt het onderste stukje glas opeens een krachtige macrolens voor extreem nabije opnamen. Het minuscule draagtasje is ook nog inzetbaar om de lens te poetsen.
Centimeterwerk Een eerste poging om de net opgekomen hyacinten met deze macrostand te benaderen loopt niet goed af: je moet de kelkjes op een centimeter afstand vastleggen en als je zo dichtbij staat, kun je je hand niet stil genoeg houden voor een scherpe opname. Naast de macrolens moet er dus ook een statief in de tas, bijvoorbeeld een GorillaPod met flexibele pootjes en bijpassende telefoonklem. Heb je al een andere driepoot, kijk dan eens naar The Glif, een handige houder met een statiefmoer waar je Apples telefoon zo inschuift en die je in diverse standen kunt zetten. In het plantsoen is de beurt aan de fisheye en de groothoek. De foto’s laten het effect van deze extraatjes zien: een attractief totaalplaatje met meer beeldruimte, inclusief de daarbij onvermijdelijke vertekening in de hoeken, maar ook duidelijke problemen met de scherpte aan de randen.
Conclusie De Olloclip vult de fotografische kwaliteiten van je iPhone 4 of 4S aan, waarbij je wel rekening moet houden met wat beperkingen. Voor de ware macro-liefhebber die al jaren met statief de natuur in stapt, betekent de iPhone-variant hooguit een aardig extraatje. Andere gebruikers zullen deze optie af en toe thuis toepassen, want zij fotograferen met de iPhone om zo min mogelijk bagage mee te dragen. Zo’n Olloclip-zakje kan er wel bij, maar een statief veroordeelt je tot een rugzak of een survivalvest. Zonder driepoot geniet je wel van de fisheye, vooral aardig voor vakantiewerk en een incidentele bijzondere opname. De groothoek haalt flink wat meer beeldhoek tevoorschijn, ten koste van wat vertekening en randonscherpte. Als je daar rekening mee houdt, kun je met je Olloclip-fotografie vrienden en bekenden imponeren. Olloclip, € 79,99, www.olloclip.com
Zocherplantsoen in Amersfoort, gefotografeerd met een kale iPhone 4S en nogmaals inclusief de Olloclip in groothoek- en fisheye-stand.
s Drie lenzen in één opzetstuk Extra beeldhoek voor betere totaalplaatjes t Randonscherpte bij groothoek Onzeker of hij op de volgende iPhone past
MacFanScore
u 100 | 39
Mountain Lion
Fluwelen update met een
tekst Miro Lucassen
Wat valt er nog te bereiken na een systeem met de koninklijke naam Lion? Apples antwoord heet Mountain Lion - net zoals Snow Leopard een wilde kat die nieuwe richtingen inslaat zonder het oude pad te verlaten. De pre-release voor ontwikkelaars blijkt al opmerkelijk stabiel en geeft een goed inzicht wat er deze zomer op het publiek afkomt: meer eenvoud, opnieuw iets hogere systeemeisen en een betere samenhang tussen Mac en iDevices.
H
oewel OS X 10.7 Lion bij het verschijnen van deze MacFan nog niet eens een jaar beschikbaar is voor het grote publiek, vindt Apple het alweer tijd voor een volgend versienummer. Journalisten van geselecteerde Amerikaanse media kregen in persoonlijke briefings uitleg van marketingbaas Phil Schiller over de allereerste bètaversie die het daglicht mocht zien, nog voordat ontwikkelaars aan de beurt waren. Daarbij noteerde blogger John Gruber van Daring Fireball dat OS X voortaan net als iOS kan rekenen op een jaarlijkse update. Mountain Lion breekt deze zomer los, kondigt Apple op zijn website aan. Ergens tussen medio juni en eind september dus.
Test R
ijzeren vuist
q
Herinneringen De computerbouwer belooft een bescheiden update, net als de sprong van Leopard naar Snow Leopard. Het gaat om verbeteringen in iCloud en nieuwe technieken, maar ook om Macversies van apps die je al kent van iPad en iPhone. Herinneringen bijvoorbeeld, goed voor taken en boodschappenlijstjes, vervangt de vergelijkbare functie binnen iCal. Hoewel je agenda nog steeds een logische plek voor zulke kattebelletjes blijft, vindt Apple integratie van allerlei taken binnen één toepassing niet van deze tijd. Terugkijkend begon deze marsroute al met de splitsing van AppleWorks in de losse pakketten Pages, Keynote en Numbers.
Notities Naast Herinneringen verschijnt ook Notities op de Mac: een kladblok met een scheurrandje. Je typt in het lettertype Noteworthy en er zijn opties voor al dan niet genummerde lijstjes. Schetsen of afbeeldingen bijvoegen is er niet bij. Onderaan het velletje tref je een vertrouwd iOS-symbool aan: een pijltje dat uit een vakje springt. Deze aanduiding duikt overal in Mountain Lion op en betekent dat de toepassing zijn materiaal kan delen. Niks nieuws, want je kent dat al uit de menubalk, maar wel anders vormgegeven op een prominente plek. Bij Notities deel je langs twee wegen: een e-mail of een iMessage. Beide bevatten de tekst van je boodschap. Bij de iMessage stuurt je Mac die ook gewoon als sms naar een telefoonnummer.
Twitterliefde Apple is momenteel diep verliefd op de microberichtendienst Twitter. Het kwetterende vogeltje duikt prominent op in allerlei voorkeuren en systeemfuncties. Geef je eigen twitter-account op in de Systeemvoorkeuren en de Mac biedt onder Mountain Lion aan om Adresboek bij te werken met de Twitter-identiteit van je vrienden en zakelijke relaties. Vanuit Adresboek kun je met ctrlklik de laatste berichten van de gevonden persoon opvragen in je Twitter-app. En dan ben je nog slechts één klik verwijderd van de
34 |
100
beslissing om de gelukkige te volgen. Zelf kwetter je naar hartenlust direct vanuit iPhoto en Safari. Zelfs als je elke ochtend met Photo Booth je uitgeslapen hoofd aan de wereld wilt tonen - inclusief het effect van de dag - is Apple je graag ter wille.
Berichtencentrum Mocht je Growl gebruiken, dan ben je gewend aan meldingen op je scherm wanneer er op de achtergrond nieuwe informatie binnenkomt. Op de iPhone en iPad kregen deze notificaties een flinke opknapbeurt bij de verschijning van iOS 5. OS X Mountain Lion verwelkomt ze nu ook. Programma’s kunnen een korte boodschap in een strook laten oplichten of een permanente melding rechtsboven in beeld zetten. De volledige lijst bereik je via een icoon uiterst rechts in de menubalk. Inderdaad: dat is de plek waar je de afgelopen jaren Spotlight aantrof. Het zoekgereedschap schuift, wellicht onder protest, een stukje op. Wat je precies te zien krijgt in het Berichtencentrum stel je af via het bijbehorende paneel in Systeemvoorkeuren.
Gatekeeper Hoewel de Mac nog steeds de veiligste computer voor consumenten en zakelijke gebruikers is, blijft Apple verwikkeld in een race met de kwaadwillenden op internet. Het nieuwste antwoord op nep-software en andere gevaarlijke verlokkingen draagt de naam Gatekeeper. Een Mac met Mountain Lion werpt een barrière op tegen software van buiten de Mac App Store, tenzij de ontwikkelaar zich door Apple laat certificeren. De controle van de digitale handtekening garandeert jou als gebruiker dat je een oorspronkelijk installatiebestand te pakken hebt en geen schimmige kopie waarin malware zit verstopt. Deze procedure is bedoeld voor ontwikkelaars die niet willen of kunnen voldoen aan de
w
e
q De app Notities verzendt je
aantekeningen eenvoudig als iMessage. w Per applicatie stel je precies in wat voor meldingen het Berichtencentrum mag weergeven. Je bureaublad toont de volledige lijst via het icoon rechtsboven. e Vanuit Photo Booth zet je jezelf sneller en eenvoudiger voor aap op Twitter. r Zolang vertrouwde aanbieders nog geen Apple-certificaat ophalen, vindt Mountain Lion hun software verdacht. t De opslagruimte van iCloud benader je via de Open-opdracht van de betrokken toepassing - in dit geval Voorvertoning. Mappen aanmaken werkt net als onder iOS: gewoon het ene icoon op het andere slepen. y Safari laat voortaan duidelijker zien dat je via een beveiligde verbinding surft.
toelatingseisen van de Mac App Store. Macroprogramma’s als Keyboard Maestro bijvoorbeeld wijzigen zaken aan het systeem die de App Store verbiedt. Dankzij de Gatekeeper-handtekening geeft het systeem ze toch het groene licht. Software buiten dat universum kun je nog steeds downloaden zo veel je wilt, maar bij het starten grijpt Gatekeeper in. De beveiliging biedt geen direct achterdeurtje om zo’n geblokkeerd installatieprogramma alsnog te openen. Wel kun je de volledige Gatekeeper uitschakelen. Zo neem je je Mac weer 100 procent in eigen hand, inclusief de risico’s op een malware-infectie.
iCloud In de testversie van Mountain Lion blijken diverse apps al een stap verder naar iCloud te zetten. Zo kunnen Teksteditor en Voorvertoning nu rechtstreeks documenten bewaren en ophalen uit de online service. Natuurlijk gebeurt dit via een map in je verborgen persoonlijke bibliotheek, maar als gebruiker zonder bovengemiddelde speurzin zie je daar niks van. Apple doet zijn uiterste best om de iCloud-opslagruimte juist niet in te richten als de zoveelste map in Finder, maar redeneert steevast vanuit de applicatie: opslaan in Teksteditor, dan ook weer openen in Teksteditor. Moet een document naar een andere app, dan zoek je het deelpijltje. Dit werkt nog niet overal intuïtief, maar dat heb je met bètasoftware. Het kán wel: de app ‘iA Writer’ deelt nu al vlekkeloos iCloud-documenten tussen iPad en Mac, zelfs tussen Mountain Lion en Lion. En als Apple eindelijk zwicht voor de druk van zijn klanten komt Snow Leopard daar nog wel bij.
r
t
y
het afwachten blijft of ze de finale editie halen. Safari kent niet langer een apart zoekveld rechtsboven: in navolging van Google Chrome heeft Apple deze functie geïntegreerd met de adresbalk. Ook de aanduiding dat je een website bezoekt via een gecertificeerde beveiligde verbinding is duidelijker dan voorheen. Apple brengt tevens enthousiast het Game Center voor het voetlicht, het centrale scorebord voor je digitale ontspanning. Daar valt nog weinig aan te zien: in de Mac App Store zullen pas spellen met GameCenter-ondersteuning verschijnen als Mountain Lion aan zijn eerste publieksversie toe is. De systeemeisen van de preview zijn weer iets pittiger dan bij Lion, waardoor modellen uit 2006 en een deel van 2007 moeten afhaken. De Mac mini telt pas mee vanaf voorjaar 2009. De definitieve systeemeisen kunnen nog afwijken van de ontwikkelaarseditie.
Conclusie
Klein grut
Mountain Lion geeft de indruk van een bescheiden update, maar bevat een in fluweel verpakte ijzeren vuist voor ontwikkelaars. Zij moeten zich strikter aan Apple binden om als vertrouwde partij mee te doen op de Macs met het nieuwe systeem. Voor de eindgebruiker is dat een plezierige ontwikkeling die de veilige positie van de Mac in de digitale rimboe versterkt. Daarnaast zet iCloud duidelijke stappen voorwaarts, die we pas goed kunnen beoordelen als de testversie deze zomer in het wild los mag. En verder vinden we dat Apple iCloud geschikt moet maken voor Snow Leopard.
De tweede versie voor ontwikkelaars die we bekeken tijdens het afronden van deze MacFan bevat allerlei wijzigingen waarvan
OS X Mountain Lion, prijs nog onbekend, www.apple.com/macosx/mountain-lion
100 | 35
Met twee of drie camera’s leg je een bruiloft, wedstrijd of bedrijfsevenement nog veel fraaier vast dan met eentje. Het monteren van zo’n reeks opnames tot een productie met professionele allure doe je gewoon met de laatste versie van Final Cut Pro X, belooft Apple. De fijne kneepjes van deze techniek blijken tussen de oren te zitten.
Test
Multicam voor iedere filmer R
tekst Albert Zeeman
H
obbyisten houden van Final Cut Pro X, maar professionele video– makers hoor je nog steeds mokken over de extreme make-over van hun troetelkind. De nieuwe X-editie verscheen met tekortkomingen en het duurde maanden voordat Apple ze de wereld uit hielp. Concurrent Adobe sprong dan ook gezwind in het gat met een promotiecampagne voor zijn Premiere-suite die wél van alle geavanceerde snufjes is voorzien. Inmiddels heeft Apple het bestandsbeheer op orde en valt materiaal te delen tussen verschillende gebruikers. FCPX kan overweg met projecten van zijn voorganger als je 8 euro investeert in de app 7toX, ontwikkeld met steun van Apple. Het gemor van zelfstandigen en professionele organisaties die hun brood verdienen met videoproducties slaat dan ook langzaam om in stille aanvaarding. De serieuze hobbyist
kan intussen opnieuw een gat in de lucht springen vanwege de ondersteuning voor meerdere camera’s.
Dicht op de huid Elke filmer kent de afweging: je wilt een diploma-uitreiking vastleggen inclusief toespraken, emoties van de gelauwerden en hun familie. Vanaf het statief in het midden registreer je nauwkeurig, maar emotieloos. Uit de hand werk je dicht op de huid maar veel fragmentarischer, Je moet van alles smokkelen tijdens de montage om een geloofwaardig geheel te bereiken. Meerdere camera’s die ieder vanuit hun eigen hoek werken zijn dé oplossing voor dit dilemma. Final Cut Pro X verwerkt net zo makkelijk beelden van professionele camera’s als van iPhones en consumenten-camcorders, al herkent
Welke camera? Vrijwel elke camera is geschikt. Maar als je werkelijk professioneel aan de slag wilt, kies je bijpassende hardware. Superieure audio: Zoom Q3 Naast de bewezen kwaliteit van de Zoom audiorecorders leek dit type met extra lensje van smartphonekwaliteit kansloos. Maar voor audiotracks in multicam-projecten blijkt de Q3 ideaal. Het professionele geluid ondersteunt de beelden bij de montage en als je einddoel YouTube is, heb je er een extra camerastandpunt bij. Gebruik de Q3 wel professioneel, dus regel het opnamevolume alert en met de hand.
Praktische Pro: JVC GY-HM100 en GY-HM150 De eerste (en enige) videocamera met het label ‘gemaakt voor Final Cut Pro’ is de JVC GY-HM100. De import verloopt razendsnel als je in QuickTime-formaat filmt. De zojuist geïntroduceerde opvolger GY-HM150 blijft trouw aan dit concept met betere
52 |
100
Apple nog steeds niet ieder videoformaat. De fijne kneepjes ontdek je het best door een test waarbij je van het resultaat mag leren - experimenteer niet met die ene bruiloft. De volgende wetmatigheden gelden voor iedere multicam-registratie: • Camera’s van vergelijkbare kwaliteit vergroten de kans op een mooi eindresultaat, al kan de kleurcorrectie van FCPX heel wat aan. • Trek een denkbeeldige halve cirkel rond je onderwerp en zet de camera’s in dat gebied neer. Het lijkt heel creatief om een band ook van achter de drummer te filmen, maar voor de kijker is deze sprong ‘over de as’ alleen maar verwarrend. • Plaats één camera zo dat hij de hele gebeurtenis in één take kan registreren met de best mogelijke geluidskwaliteit. Deze track gebruikt FCPX als basis voor de tijdlijn.
stabilisatie, een professioneel menu en een raster in de zoeker. Als belangrijkste nieuwtje registreert hij simultaan op twee snelle SD-kaarten. Zo kun je de ene direct na het evenement aan de opdrachtgever overhandigen en met de andere aan de slag in FCPX.
Creatieve Pro: Sony NEX-VG20 Deze crème de la crème videocamera levert fantastisch geluid maar vooral super beeld. Verwisselbare lenzen zorgen voor veel creatieve mogelijkheden. Alles is afgestemd op de filmer die langdurig wil registreren. De voortreffelijke beeldstabilisatie en standaardlens (18-200 mm) maken het mogelijk vanuit de hand te filmen en dicht op het onderwerp in te zoomen. Daarnaast fotografeert de VG20 tussen de shots door in spiegelreflexkwaliteit. Wil je Sony’s videoformaat bewerken, dan moet je het omzetten naar FCPX-vriendelijke bestanden met ClipWrap ($ 50).
q
w
q Het informatiepaneel van de camera moet onderin een naam vermelden.
w Preview van de multicam clip. e Het volledige werkscherm.
e
horen. Kies vervolgens ‘New Multicam Clip’ uit het File-menu en een dialoogvenster opent. In alle testprojecten bleken de automatische instellingen prima. Klik op OK om de magische FCPX-machine te starten. Deze vergelijkt de audiotracks van de gekozen fragmenten en smelt het materiaal samen tot één multicam clip. Je herkent het speciale karakter hiervan aan het multicam icoon met zijn witte vlakjes linksboven de preview. Wanneer FCPX niet in staat is een clip correct in de tijdlijn te plaatsen, volgt een melding. Vaak blijkt een slechte audiotrack of onbenoemde Adieu clapper camera de oorzaak. Je lost deze probleemDe multicam montage begint met het importeren van de beelden. Na elke camera- gevallen achteraf met de hand op. Meteen nauwkeurig werken is beter, want dit wil je import selecteer je alle nieuwe bestanden niet te vaak doen. en open je de Inspector. Controleer wat er staat in het tabblad Info. Vul de cameranaam of camerahoek in als die ontbreekt. Meesterlijk muizen Op basis van dit veld veegt FCPX namelijk Final Cut Pro X weet nog niet welke later alle clips bij elkaar. beelden uit de multicam-clip je publiek Wanneer alle beelden uit de camera’s op te zien krijgt. Als je hem selecteert en de deze manier zijn verwerkt, begint het video start, zie je op mini-monitoren het feest. Vergeet het tijdrovende zoeken materiaal synchroon draaien. Net als in naar de clapper in elke scène om de tracks een regiekamer selecteer je de afwissesynchroon te plaatsen. Je selecteert gewoon lende camerastandpunten met de muis. de clips van alle camera’s die bij je project Zo vul je de tijdlijn, waarbij elke wisseling • De andere camera’s hoeven niet de hele tijd te draaien, zolang ze in hun clips ook maar geluid opnemen. Apple gebruikt de audio namelijk als sleutel om tijdens de montage alle fragmenten op de juiste plek in de tijdlijn te leggen. • Voor een experiment begin je met twee camera’s. Het echte werk doe je met drie of vier. Voel je behoefte om er nog meer in te schakelen, besef dan wel dat je de montage complexer maakt en dat je behoefte aan vrije schijfruimte akelig snel groeit.
van standpunt in de montage een nieuwe clip definieert. Tussen de passages plaatst FCPX een stippellijn. Je pakt die later beet om de exacte overgang wat eerder of later te plaatsen. Als je liever meerdere sporen audio en video boven elkaar ziet, kun je dat ook instellen. Naar keuze loopt de audio van een camera door onder de hele montage. Wisselen per overgang mag eveneens. Apples werkwijze is bijzonder eenvoudig, maar ook enigszins rigide. Wijk je af van de aanbevolen workflow, dan gooi je ook de automatische aanmaak van een multicam track overboord. Handmatig blijft mogelijk, maar kost meer tijd. Als de beelden in de multicam viewer stotteren, vink dan bij het importeren ‘proxy media’ aan om een werkversie van lagere kwaliteit toe te voegen. Dit vreet weliswaar schijfruimte, maar op de vele minimonitoren speelt het videobeeld zichtbaar vloeiender af.
Conclusie Final Cut Pro X kreeg al eerder een lovende kritiek in MacFan en daar kan nog een schepje bovenop nu de multicamtoevoeging het pakket heeft opgewerkt tot een professioneel hulpmiddel met het bedieningsgemak van iMovie. De samensmelting van een groot aantal camerastandpunten ziet er werkelijk magisch uit. Oefening baart kunst, maar voor iedereen die een optreden of gebeurtenis filmt met meerdere camera’s is FCPX dé route. Final Cut Pro X 10.0.03, € 239,99 www.apple.com/finalcutpro s Optimaal gebruiksgemak Eenvoudige multicam verwerking t Ondersteuning bijzondere videoformaten blijft achter bij Premiere
MacFanScore
o 100 | 53
Achtergrond
R
Wie erft de
Jobs-factor? Wie vervult de rol van opperkeurmeester, hoe komen nieuwe ideeën tot stand en langs welke lijnen bepaalt Apple zijn koers zonder Steve Jobs? Rond Chief Executive Officer Tim Cook staat een geroutineerd team dat nu voor het eerst zelf moet bepalen hoe de toekomst van Apple eruitziet. tekst Ruud Dingemans Wie van hen weet de Jobs-factor over te nemen?
Tim Cook
Chief Executive Officer CEO Cook is het publieke gezicht van Apple. Hij stapt in de voetsporen van communicator Steve Jobs als fan van Bob Dylan, maar verder vallen er vooral verschillen in het oog. De 51-jarige Cook is geen showman en gedraagt zich in discussies eerder terughoudend dan agressief. Het etiket visionair past hem niet. Schreeuwen tegen zijn medewerkers doet hij nooit, excuses accepteren evenmin: ‘Hij vraagt je zaken waarvan hij al weet dat je ze niet kunt beantwoorden, en vraagt dan vervolgens nog verder door.’ Tim Cook groeit op in zuidelijk Alabama als de middelste van drie broers en studeert technische bedrijfskunde aan de universiteit van Auburn. Zijn carrière begint bij Jobs’ toenmalige aartsvijand IBM. In Alabama en Virginia staat hij ook op de fabrieksvloer, onder andere om de productie op tijd af te krijgen voor Kerstmis. In de avonduren haalt hij zijn MBA-titel aan de Duke-universiteit. Na een intermezzo als Chief Operating Officer (COO) bij Intelligent Electronics stapt Tim Cook rond 1996 over naar pcklonenmaker Compaq. Binnen een half jaar komt hij op de radar van Steve Jobs, die hem bij Apple aanstelt als Senior Vice President for Worldwide Operations. Jobs ruikt snel Cooks grote talent voor procesbeheersing en logistiek management. Eerst komt de sales-afdeling onder zijn verantwoording, vervolgens de klantenservice en de Macintosh-hardware. Samen met toenmalig financieel directeur Fred Anderson voert hij Jobs’ strategie uit om Apple na het bijna-faillissement van 1995 terug te brengen naar de kern. Cook sluit de eigen fabrieken en besteedt de productie steeds verder uit. Hij verwerft een reputatie als de
18 |
100
man die bekend is met zowel het complete overzicht als nagenoeg alle details. Zijn focus op kleine marges en flexibele levering gunt hardwareproducenten weinig speelruimte. Onverstoorbaar snijdt hij concurrenten de pas af door als belangrijkste klant grote voorraden van het veelgevraagde Flash-geheugen voor Apple op te eisen. Tim Cook is ongetrouwd, heeft geen kinderen, en staat bekend als een workaholic met een droog gevoel voor humor. Hij is een groot fan van wielrenner Lance Armstrong en draait mee in uitputtende fietstochten ten bate van MS-patiënten. Cook kan toe met weinig slaap. Hij werkt het grootste gedeelte van zijn dagelijkse taken af op zijn iPad. Tijdens vergaderingen verslindt hij energierepen terwijl hij medewerkers bij moeilijkheden lang fronsend aankijkt tijdens lange, oncomfortabele pauzes. Ontspanning is er ook bij: voor zijn entertainment kan hij eigenlijk niet meer zonder zijn Apple TV. Cook woont in een relatief bescheiden huis in de omgeving van het Apple-hoofdkwartier. Sommigen noemen hem the most powerful gay in the village, maar over dat aspect van zijn privéleven heeft hij nooit publiekelijk gesproken. Net als andere Apple-topmensen verdient hij tientallen miljoenen dollars: circa $ 59 miljoen in 2010. Via twee invalbeurten voor de door ziekte geplaagde Jobs groeit hij in zijn rol als komende CEO. Voor pers en publiek heeft hij bij lange na niet het charisma van de wereldberoemde topman, maar niemand klaagt over een gebrek aan grilligheid. Cooks kalme en blundervrije optreden maakt de geesten buiten het bedrijf geleidelijk rijp voor het nieuwe tijdperk terwijl hij intern feitelijk allang de touwtjes in handen heeft. Inmiddels zorgt Cook voor meer communicatie richting klanten en aandeelhouders. Apple opent een steunprogramma voor goede doelen, informeert milieugroepen uitgebreider en bemoeit zich actiever met de discussie over de omstreden arbeidsomstandigheden bij toeleveranciers in China. Zelfs het tot de rand toe gevulde geldpakhuis blijkt niet langer heilig: er mag wat af voor dividend en een inkoopprogramma voor eigen aandelen.
Jonathan Ive
Senior Vice President Industrial Design Om Jonathan Ive, voor vrienden Jony, kan bij Apple niemand heen. De beroemde ontwerper uit het Londense Chingford, sinds vorig jaar volbloed geridderd door de Queen, blijft met zijn afdeling bepalend voor de daadwerkelijke output van Apple. Ive raakt besmet door zijn eerste aanraking met de Mac SE. Net zoals zovelen ‘voelde hij meteen het product aan’ en daarmee ‘ook de mensen die erachter zaten’. Het Britse talent arriveert in 1992 in Californië, opgemerkt door zijn voorganger Robert Brunner, mede-ontwerper van de eerste generatie PowerBooks. De toenmalige roerganger John Sculley en diens opvolgers maken Ive ongelukkig: design staat niet centraal, de techniek heeft de overhand. Hij overweegt de firma te verlaten, maar vindt in de teruggekeerde Jobs vanaf 1997 zijn grote voorvechter en zielsverwant. Ive streeft naar elegante en efficiënte eenvoud, vaak geïnspireerd door Japans minimalisme en dat van industrieel ontwerper Dieter Rams bij Braun. Daarmee zit hij nagenoeg op dezelfde golflengte als de Apple-oprichter. Zijn eerste belangrijke ontwerp is de opvallende platte 20th Century Mac uit 1997. De iMac bezorgt Jony Ive én Apple ruim een jaar later wereldfaam. De bolvormige computers in zuurtjeskleuren halen het merk uit de financiële moeilijkheden, met steun van de concurrentie die gewillig vasthoudt aan karakterloze beige pc-dozen. Ives ontwerpen positioneren Apple als trendsetter en een tegenwicht op dat terrein ontbreekt bij de concurrenten. Het bedrijf weet dit later met daverend succes uit te buiten door de lancering van de iPod, de iPhone en de iPad. Ive heeft sindsdien nooit meer voor zijn positie binnen Apple hoeven te vechten. De baas van de ontwerpstudio beschikt niet over groot bedrijfspolitiek talent, of het nu gaat om marketing, management of financiën. Evenmin brandt bij hem ambitie om zich binnen de firma te doen gelden. Steve Jobs regelt juist daarom een ‘in steen gebeitelde’ positie voor de ontwerpafdeling als hij beseft dat hij ooit zijn persoonlijke bescherming zal moeten opgeven. Ive, met vrouw en twee kinderen permanent woonachtig in San Francisco, heeft daardoor na Tim Cook waarschijnlijk de meest doorslaggevende stem in Apples productbeleid. Zijn team is met circa twintig man relatief klein. Hun ontwerpruimte, inclusief machinerie voor rapid prototyping, behoort tot de best afgeschermde van Cupertino. Van alle proefnemingen verlaten uiteindelijk slechts de meest verfijnde het hoofdkwartier aan Infinite Loop. Eindeloos schaven tot het goed is blijft het mantra van de afdeling, gewoon omdat het moet. ‘Als consumenten zijn we de hele dag omringd door een veelvoud aan producten waarvan het de makers niet echt kan schelen hoe het ontwerp eruit ziet’, zo stelde Ive ooit. Apple laat het hem heel anders doen en daar profiteren zowel de ontwerper als het bedrijf van.
Scott Forstall
Senior Vice President iOS Software Ondanks zijn relatief jonge leeftijd (44) hoort Scott Forstall in veel opzichten bij de oudgedienden. Zijn basissalaris bedraagt circa $ 700.000, maar vergeet de aanvulling van een slordige 13 miljoen dollar in aandelenopties niet. Velen omschrijven Forstall als een jongensachtige mini-Steve. Zelfde type auto, zelfde soort kleren, zelfde talent om mensen te motiveren en tegelijkertijd tegen zich in het harnas te jagen. Eenvoudiger liefdesleven: Forstall trouwt gewoon zijn eerste verkering uit de schoolbanken in Washington. De jongeling cultiveert zijn relatie met Jobs in veel opzichten. Hij is fan sinds hij als scholier leert programmeren op een stokoude Apple II. Met een mastertitel computerwetenschappen van de Stanforduniversiteit gaat hij - waar anders - aan de slag bij Jobs’ toenmalige superproject, NeXT. Daar werkt hij onder meer aan het besturingssysteem NeXTSTep dat later uit zal groeien tot Mac OS X. Als Apple het bedrijf overneemt en Jobs terughaalt, komt Forstall mee. Zijn fortuin groeit met dat van zijn werkgever. Forstall levert bijdragen aan de roemruchte Aqua-interface, het ‘likbare’ uiterlijk van Mac OS X dat rond 2000 veel opzien baart. Apple telt op computergebied weer mee en kijkt na het succes van de eerste iPod-generaties weer met zelfvertrouwen naar toekomstige projecten zoals de iPhone. Forstall zit daar met zijn nog kleine softwareteam bovenop. Hij heeft inmiddels een reputatie ontwikkeld van ijverige en getalenteerde programmeur, kundig presentator en vurig teamleider, wat hem regelmatig in conflict brengt met andere ‘cellen’ binnen Apple. Sommige teamleiders kunnen Forstall en diens mantra ‘dat is niet wat Steve zou willen’ na verloop van tijd niet meer uitstaan en nemen ontslag. Anderen lopen juist weg met de getalenteerde sous-chef. Jobs zelf houdt Forstall kort aan de lijn. Hij blijft in de coulissen bij de lancering van de iPhone en dat stemt de ambitieuze vazal naar verluidt bepaald niet vrolijk. Het enorme succes van de smartphone en daarmee ‘zijn’ iOS doet zijn ster vanzelf verder rijzen. Zijn invloed binnen de bedrijfsleiding neemt evenredig toe: het iOS-team kaapt gaandeweg steeds meer getalenteerde programmeurs weg bij het OSX-team. Net als Jobs weet Forstall volgens medewerkers doorgaans precies wat hij wil en gaat hij vaak tot het uiterste om zijn doel te bereiken. Hij kan discussiëren om iedere pixel, maar al dat harde werk levert wel resultaten op. Inmiddels komt bijna driekwart van de Apple-omzet uit iOS-apparatuur en daarmee heeft Forstall zijn positie in Cupertino verzekerd. Alleen Tim Cook en Jonathan Ive kunnen hem nog remmen
100 | 19
Phil Schiller
Senior Vice President Worldwide Marketing Hoofd marketing Phil Schiller is een echte Apple-veteraan. Hij werkte er al in 1987, toen de allereerste generatie Macs net plaats maakte voor de snellere Mac II. Schiller groeit op in Newton, Massachussetts, en mikt op een loopbaan als bioloog. Zijn bachelor-titel haalt hij, maar tijdens de colleges zeebiologie op Boston College duiken begin jaren tachtig de eerste personal computers op als hulpmiddel in de klaslokalen. Net zoals zoveel leerlingen kan Phil zijn vingers er niet van afhouden. Hij werkt als systeemanalist, laborant en informatiemanager, waarna hij de stap naar Apple zet en zich als junior-werknemer al doende specialiseert in marketing. Enkele jaren later verliest de firma terrein ten opzichte van de opkomende pc-klonen en in 1993 neemt Schiller ontslag. Hij verwerft de functie Senior Vice President Marketing bij de softwarebedrijven Firepower Systems en Macromedia. Vier jaar later keert Schiller terug naar Cupertino, vrijwel gelijktijdig met herintreder Steve Jobs en diens NeXT-brigade. Jobs veegt alle zittende marketingspecialisten bij Apple de mantel uit als clowns en schenkt Schiller zijn vertrouwen. Het grote publiek leert hem kennen als Jobs’ soms wat suffige maar sympathieke sidekick bij de roemruchte Keynotepresentaties rond de eerste generatie iMacs en iBooks. Schiller krijgt het als hulpje niet makkelijk. Zo moet hij in 1999 van zes meter hoog naar beneden springen op een podiumkussen, om live de schokbeveiliging en AirPort-verbinding in de eerste iBook te demonstreren. Achter de schermen beheert hij de voor Apple uiterst belangrijke en effectieve marketingafdeling, onder meer verantwoordelijk voor de uitvoering van de roemruchte campagnes Think Different en I’m a Mac. Al in 2006 bedraagt zijn basisloon bijna een half miljoen dollar en door aandelenopties komt daar in dat jaar al zo’n 11 miljoen bij. De vaak onderschatte Schiller bemoeit zich met veel meer dan het managen van reclame, product placement, doelgerichte hype en marketingresearch. De click wheel-besturing van de eerste iPod komt uit zijn koker. Het is tot op de dag van vandaag in gebruik in de iPod Classic. Ook bij de opmars van draadloze WiFi-netwerken in de Macs van 1998 speelt Schiller een belangrijke rol. Hij raakt tijdens een kerstfeestje overtuigd van de bruikbaarheid van de techniek en pleit er binnen de Apple-top zo overtuigend voor dat het bedrijf WiFi onder de naam AirPort omarmt voordat het in de rest van de pc-industrie doorbreekt. Binnen de harde kern van Apple-topmanagers valt Schiller op doordat hij relatief veel communiceert. Niet over het bedrijf of interne roerselen, maar op zijn Twitterkanaal pschiller laat hij zich zo nu en dan kennen als sport- en muziekfan, kenner van Japanse anime-films en liefhebber van klassieke auto’s. Bijvoorbeeld: ‘Jammer van Saab, ik had er één uit 1978 waarvan ik de motorkap steeds moest openen om de motor koel te houden.’ Tot zijn favoriete Macs rekent Schiller de SE/30 en de MacBook Air en als geliefd marketingboek noemt hij het roemruchte ‘The Art of War’ van Sun Tzu. Uit dat werkje haalt hij vast de nodige tactieken voor productmarketing bij Apple: gedegen voorbereiding en het verrassen van de tegenstander. Schiller past ze al jaren toe bij de lancering van nieuwe producten. Gezien het belang van marketing voor Apple weegt zijn stem binnen de Apple-top zwaar.
20 |
100
Bob Mansfield
Senior Vice President Hardware Engineering In productvideo’s zingt hardwarechef Bob Mansfield soms de lof van nieuwe chips en andere onderdelen. De relatieve nieuweling bij Apple, in 1999 meegekomen met het overgenomen Raycer Graphics, past op het persoonlijke vlak eerder bij de wat kalmere karakters van Cook en Ive dan bij opgewonden standje Forstall. Aan de universiteit van Texas volgt de wat gedrongen gebouwde Mansfield een opleiding tot ingenieur, waarna hij in dienst komt van Silicon Graphics (SGI). Deze roemruchte producent van professionele workstations voor de grafische markt geldt in de jaren tachtig als geduchte concurrent van Apple en NeXT. Daarnaast is het bedrijf de bakermat van de 3D-softwarestandaard OpenGL. Mansfield klimt bij SGI op tot senior-bestuurder en specialiseert zich later bij Raycer op het grafische vlak. Na de overname door Apple wint hij het vertrouwen van Steve Jobs en dan gaat het snel. In 2004 verlaat de kort tevoren tot Mac-hardwarechef benoemde Tim Bucher stilletjes het bedrijf na interne conflicten met onder meer Jobs. Mansfield neemt zijn positie in. Eind 2010 herhaalt de geschiedenis zich als het voormalige IBM-wonderkind Mark Papermaster bij Apple niet blijkt te aarden. Mansfield krijgt nu ook de leiding over de iPhone- en iPod-hardware in handen. Een half jaartje later haalt de chef van het ijzer flink wat geld op door 99 procent van zijn aandelenopties Apple te ruilen voor harde dollars: 13,7 miljoen. Zakenmagazine Fortune berekent dat hij inmiddels bijna 38 miljoen dollar netto heeft ‘bijverdiend’ met actieve handel in Appleaandelen. Hoewel Mansfield enkele belangrijke afdelingen leidt, lijkt zijn stem - als het er echt om draait - minder zwaar te wegen dan die van Ive of Forstall.
Peter Oppenheimer
Senior Vice President and Chief Financial Officer
Eddy Cue
Senior Vice President of Internet Software and Services Eduardo Cue is bij Apple zowel mister Internet als mister iTunes. De relatief bescheiden omzet van zijn afdelingen wijst erop dat hij bepaald niet de allerzwaarste positie bekleedt, maar zijn persoonlijke inbreng staat aan de wieg van het online-imperium van de computerbouwer. Hij begint bij Apple na zijn studie computerwetenschappen aan Duke University op de support-afdeling en groeit met de technologie mee tot internet-wizard. Samen met Steve Jobs trekt Cue er in 2002 en 2003 op uit om ‘s werelds grootste platenlabels te verleiden. Ze moeten hun waar aan laten bieden via de digitale iTunes-muziekwinkel in plaats van de online markt in de hoek van piraterij te houden. De op het eerste gezicht beminnelijke Cue staat niet alleen vanwege dit kunststukje bekend als Apples toponderhandelaar bij complexe overeenkomsten met grote mediabedrijven. De Appleveteraan met 23 dienstjaren draagt naast het mediaconglomeraat van iTunes ook de verantwoordelijkheid voor de App Stores, het advertentiesysteem iAd, iBooks en de gewaardeerde softwarebundel iLife.
Het financiële opperhoofd Peter Oppenheimer houdt zich van alle topmensen in het bedrijf het meest op de achtergrond voor het grote publiek. Aangezien Apple niet met afgescheiden afdelingsbudgetten werkt, hebben Oppenheimer en Tim Cook in feite alle financiële touwtjes in handen. Onder aandeelhouders en analisten is hij niet bijzonder geliefd: een behoorlijk deel van hen vraagt zich af in hoeverre ze zijn uitspraken kunnen vertrouwen. Zijn verwachtingen voor komende kwartalen blijken steevast onderschattingen. En vlak voor de lancering van de Mac mini ontkende Oppenheimer dat Apple werkte aan een goedkope instapcomputer. Tja, wat zou je anders verwachten van iemand die werkt voor de geheimhoudingsmachine van Steve Jobs? Het enorme zakelijke succes en de riante financiële positie van Apple kan hij voor een groot deel tot zijn verdienste rekenen. Zijn kennis stoelt op een MBA-opleiding aan de California Polytechnic en Santa Clara University. De harde financiële praktijk leert hij onder andere kennen bij accountantskantoor Coopers & Lybrand. Oppenheimer stapt in 1996 over naar Apple, waar hij de lokale Amerikaanse financiën onder zijn hoede krijgt. Die staan er op dat moment beroerd voor, maar de nieuweling weet met efficiënte bezuinigingsmaatregelen het tij te keren. Al snel komt hij in beeld als mogelijke opvolger voor de toenmalige financiële topman Fred Anderson. Als die het inmiddels uiterst winstgevende Apple moet verlaten na een botsing met de beursautoriteiten, belandt Oppenheimer in een gespreid bedje. Zijn grootste probleem de afgelopen jaren: hoe berg je 100 miljard vrij vermogen veilig op zodat een beursval of bankencrisis er geen grote hap uit neemt. Oppenheimer breekt zich hierover succesvol het hoofd tegen een basissalaris van zo’n $ 700.000 en ook voor hem daalt er zo nu en dan een milde regen aandelenopties neer.
Conclusie Iedere hoge functionaris van Apple heeft wel een stukje Steve Jobs in zijn zakelijke DNA. Tim Cook beschikt over het haviksoog waaraan geen detail ontsnapt, Jony Ive ademt de passie voor design, Scott Forstall zweept zijn mensen op tot ongekende prestaties, Phil Schiller regisseert de hype rond nieuwe producten, Bob Mansfield eist het uiterste van hardware, Eddy Cue sleurt exclusieve deals met de amusementsindustrie binnen en Peter Oppenheimer zorgt voor ruime financiële zekerheid. De Jobs-factor is verspreid over een getraind team dat jaren vooruit kan. 100 | 21
AirPlAy-bAttle
Drie draadloze topspeakers Test
Een iPhone of iPad is als een goed gevulde Wurlitzerjukebox… zonder de klankkast. Met een AirPlay-luidspreker pas je daar gelukkig snel een draadloze mouw aan. MacFan testte systemen van Loewe, Teufel en B&O uit het luxere segment, inclusief een draagbare oplossing.
Loewe AirSpeaker V
an Loewe ontvingen we de meest flashy uitvoering van de AirSpeaker: die met het knalgele inlegplaatje. Dat bovenkantje is verwisselbaar en te verkrijgen in allerlei uitvoeringen (van chroom tot ebbenhout) en diverse kleuren. Tegen een meerprijs van – jawel – 100 euro spuit Loewe het onderdeel zelfs met plezier in de RAL-kleur van je aluminium ramen. Voor de behuizing Recht uit de doos klinkt heb je keuze uit zilver zwart. Dit alles hij voor sommige oortjes en vormt een goede misschien een fractie te koel reden om het toestel niét online via de Apple Store te bestellen, want dan staat de postbode standaard met een zilveren AirSpeaker met zwarte inlay voor je deur. In de verpakking tref je naast de design-luidspreker enkel nog een handleiding, netsnoer en ethernetkabel aan. Die laatste heb je nodig voor de eenmalige configuratie. De installatie van de AirSpeaker verloopt volledig via Safari of een andere browser. Er zijn bij die installatie twee scenario’s. Als je netwerk over een zogeheten DHCP-server beschikt, wat meestal wel het geval is, prik je de luidspreker via de ethernet-
26 |
101
kabel in de router. Door je browser vervolgens naar het adres http://airspeaker-[xxxxxx].local/index.asp te sturen (vervang de kruisjes door de laatste zes tekens van het MAC-adres van de AirSpeaker – zie onderop het toestel), zou de webinterface in beeld moeten verschijnen. Bij ons gebeurde dat echter niet – waarschijnlijk door de strenge beveiliging van de router, die later in de test pas écht voor problemen zou zorgen. Optie twee dan maar: een configuratie via de Mac, waarbij je de AirSpeaker rechtstreeks met de ethernetpoort van de computer verbindt. Dat lukte gelukkig meteen. Het menu dat zich vervolgens ontvouwt stelt je in staat het toestel ‘in the air’ te krijgen (draadloos netwerk selecteren, wachtwoord invoeren), de naam van het apparaat te veranderen en eventuele firmware-updates te installeren. Loewe scoort een zeven(tje) voor deze manier van configureren. Het kan nog veel omslachtiger, maar ook beduidend makkelijker; verderop in deze test krijg je van beide uitersten een voorbeeld. Op de geluidskwaliteit valt weinig aan te merken. Met twee luidsprekers, twee subwoofers en een totaalvermogen van 80 Watt produceert de AirSpeaker een heldere, goed gedefinieerde sound waar je gemakkelijk een middelgrote woonkamer mee vult. Recht uit de doos klinkt hij voor sommige oortjes misschien een fractie te koel (noem
het een Duits trekje), maar met een degelijke equalizerapp kan je dat vrij eenvoudig bijsturen naar een meer zuidelijk temperament. Misschien bezit je ook nog wel een Apple-device dat geen AirPlay ondersteunt, zoals een iPod classic. Zo’n apparaat mag je via een standaard dockingkabel AirSpeaker, € 799, www.loewe.tv/nl gewoon in de USB-poort van de AirSpeaker pluggen. Goed geluid Deze verbinding biedt een betere geluidskwaliteit dan Uitgebreid te personaliseren de 3,5 mm lijningang. Switchen tussen de verschiliPod-aansluiting via USB lende audiobronnen doe je met de S-toets bovenop. Configuratie kan beter Led-indicatie niet altijd duidelijk Een meerkleurige LED moet duidelijk maken welke Erg prijzig bron geselecteerd is, maar overdag zie je daar jammer genoeg nauwelijks iets van. MacFanScore
i
iTeufel Air O
ok het tweede testtoestel komt uit Duitsland. Teufel ken je wellicht vooral van de stereoluidsprekers en homecinema-systemen, maar de Berlijnse fabrikant heeft ook aardig wat ervaring met WLANnetwerkspelers en multiroommuziekinstallaties. Van WiFi is het een kleine stap naar AirPlay en dat resulteerde zopas in de eerste draadloze iLuidspreker van het bedrijf, de iTeufel Air. Net als de beide andere speakers heeft de iTeufel Air een uitgesproken design waar je van moet houden. De behuizing is gelakt in hoogglans wit, maar doordat het zwarte speakerdoek aan de zijkanten tot de achterkant doorloopt zie je daar jammer genoeg niet veel van. De metalen voet kreeg een chroombad, net als de powerknop en volumetoetsen bovenop. Met 5,7 kilo is het toestel ongeveer net zo zwaar als de Loewe (6 kilo), maar de iTeufel neemt wel beduidend meer plaats in beslag. We legden de voorbije jaren al heel wat AirPlay-luidsprekers op de testbank. Toch kennen we maar een handvol toestellen dat zich op een vlotte, gebruiksvriendelijke manier laat configureren. Eén van de weinige fabrikanten die weet hoe het wél moet is Philips. Een toestel als de Fidelio DS3800W (€ 279,99) heb je bijvoorbeeld in minder dan een minuut aan de praat, zonder dat er een ethernetkabel aan te pas komt. Bij Teufel hebben ze daar duidelijk een voorbeeld aan genomen: de installatie lijkt als twee druppels water op die van Philips. Leentjebuur gespeeld of niet; dat kunnen we alleen maar toejuichen. Als je router over een WPS-functie beschikt (WiFi Protected Setup) ben je met één druk op de knop al klaar. Maar de alternatieve methode loopt ook gesmeerd: zodra je op de setupknop drukt stuurt de iTeufel Air z’n eigen WiFi-signaal uit. Pik dat op met je Mac of iApparaat en je kan in principe al meteen muziek streamen. Deze configuratie
is ontzettend handig als je de luidspreker een keer meeneemt naar vrienden of een vakantiehuisje waar je geen (toegang tot het) draadloos netwerk hebt. Van de geteste toestellen biedt alleen de iTeufel de mogelijkheid om ad-hoc, dus rechtstreeks van toestel naar toestel te ‘airplayen’. Thuis verdient het echter de voorkeur om de luidspreker netjes in het netwerk op te nemen. Bij een ad-hoc verbinding verliest je iDevice namelijk de connectie met je router en dus kun je niet meer op het internet. Ook deze configuratie heeft weinig voeten in de aarde: surf met je iPhone, iPad of Mac (maar via de ad-hoc verbinding) naar het adres 192.168.1.1 zodat je op de ingebakken webpagina van de iTeufel terecht komt. Selecteer daar je Dit bedoelen we dus met een draadloze thuisnetwerk, voer het tien voor installatiegemak wachtwoord in en klaar is Kees. Als Loewe en B&O meelezen: dit bedoelen we dus met een tien voor installatiegemak. Qua geluid hinkt de iTeufel Air achterop in deze test. Niet omdat deze 80 Watt luidspreker slecht klinkt, maar vooral omdat de sound van z’n twee beduidend duurdere concurrenten werkelijk tot de top behoort. Toch hadden we voor bijna € 500 – ook niet bepaald goedkoop – een wat meer genuanceerd klankbeeld verwacht. De woofer zorgt voor een redelijk laag, maar de hoge tonen zijn te scherp en daardoor nogal overheersend. Bij hogere volumes treedt er ook wat vervorming op. iTeufel Air, € 499,99, www.teufelaudio.nl Superbe installatiegemak Rechtstreeks streamen van toestel naar toestel Mist warmte door de scherpe hoge tonen Weinig extra’s (alleen een lijningang)
MacFanScore
u 101 | 27
B&O Play Beolit 12 B
&O Play is het nieuwe submerk van Bang & Olufsen waarmee het Deense bedrijf de jongere ‘digitale’ generatie wil aanspreken. Naast de geteste Beolit 12 omvat het gamma sinds kort nog een tweede AirPlay-oplossing (de BeoPlay A8), een luxe iPad-houder met geïntegreerde luidsprekers (A3) en de BeoPlay V1 led-televisie. De producten kenmerken zich stuk voor stuk door een hip en speels design, maar het ontwerp van de Beolit 12 spant toch de kroon: door z’n specifieke vorm en het lederen draadriempje heeft het toestel meer weg van een picknickmand dan van een audiosysteem. Gedurfd en misschien zelfs een tikkeltje ‘vrouwelijk’, maar wij houden er wel van. De 2.1-luidspreker is overigens verkrijgbaar in vier verschillende kleurencombinaties – zij het niet in elk land. Een unieke feature van de Beolit 12 is de oplaadbare batterij die het zo’n acht uur uitzingt. Ultra-portable kan je de luidspreker met 2,8 kilo bezwaarlijk noemen, maar dankzij het handvat neem je hem vlot overal mee naartoe. Dat wil zeggen: overal waar je WiFi tot Gedurfd en misschien zelfs je beschikking Rechtstreeks een tikkeltje ‘vrouwelijk’ hebt. ‘airplayen’ van iDevice naar luidspreker, zoals bij de iTeufel, ondersteunt de Beolit namelijk niet. Gelukkig biedt het toestel ook nog gewoon een mini-jack en een USB-aansluiting om je muziekspeler bekabeld in te pluggen (zelfs inclusief een bakje met antisliplaag bovenop om je player in te leggen). De USB-poort laadt je iApparaat meteen op (zonder netspanning welteverstaan) en levert zelfs genoeg vermogen om een iPad bij te tanken. Wil je toch per se draadloos streamen, op WiFi-loze plaatsen zoals het strand en de camping, dan kan dat met een accessoire. Voor zo’n 38 euro voorziet een BoomBoom 75-dongle de Beolit van een Bluetoothontvanger. Je werkt het extraatje weg in een klein compartiment in de behuizing van de luidspreker. Voor we de loftrompet steken over de klank van deze luidspreker van liefst 120 Watt, moeten we toch eerst even ons beklag doen over de omslachtige configuratiemethode. Het begon goed, want B&O zorgt als enige uit de test voor een gratis app om je hierbij te helpen. Het mocht niet baten. Zo lang we ons draadloos netwerk beveiligd hielden (met WPA2-PSK) was de Beolit 12 er met geen stokken op te krijgen. Dat hadden we al eens eerder meegemaakt, met de
28 |
101
Zeppelin Air van Bowers & Wilkins. Toen bood een firmware-update tijdens de testperiode uiteindelijk soelaas. Bij de Beolit hielp maar één ding: de netwerkbeveiliging uitschakelen. Gelukkig mochten we die na de configuratie wel gewoon weer activeren. Ook het resetten van het toestel en updaten van de firmware verloopt niet zonder slag of stoot. B&O heeft er onmogelijke toetsencombinaties voor bedacht (wat is er mis met een paperclip?) die je bovendien pas kan invoeren wanneer de juiste lampjes oplichten. Dit gehannes levert het toestel een dikke onvoldoende voor installatiegemak op. Gelukkig hoef je deze lijdensweg slechts eenmaal af te leggen en maakt de geluidskwaliteit van de Beolit 12 alles, maar dan ook werkelijk alles goed. De Deense picknickmand klinkt zelfs nog iéts beter dan de Loewe AirSpeaker, wat gezien het draagbare concept en het gewichtsverschil van dik drie kilo een hele knappe prestatie is. De lage tonen zijn bijzonder warm en vol, en ook op het midden en het hoog valt nauwelijks iets aan te merken. Beolit 12, € 699, www.beoplay.com Wat een geluid! Bluetooth kan (optioneel) ook Drie instelbare WiFi-profielen (voor verschillende locaties) Configuratie is veel te complex
MacFanScore
o
Conclusie De scores in deze test weerspiegelen vooral de geluidskwaliteit. Design is iets heel persoonlijks. Het installatieproces telt mee, maar niet heel zwaar: zelfs al ben je een uur aan het hannesen en vloeken, dat te overwinnen ongemak valt in het niet bij het jarenlange luisterplezier dat volgt. Niettemin een dikke pluim voor Teufel, voor de voorbeeldige configuratie van de iTeufel Air. Bij de écht dure jongens wint de Beolit 12 nipt van de Loewe AirSpeaker. Dat de AirPlay-oplossing van B&O draagbaar is en honderd euro minder kost is – letterlijk – mooi meegenomen.
Test R
Yes, CS6! Op je lauweren rusten is er voor niemand bij in de creatieve industrie en de consumentenelektronica. Aangemoedigd door de opmars van tablets en het ontluiken van de Cloud verscheen de zesde versie van Adobe Creative Suite keurig op schema en dat is zeker niet te vroeg. De makers nemen zakelijk een revolutionaire stap en voegen tal van verbeteringen toe.
J
e kan lang zoeken naar iemand in de creatieve industrie die zonder Adobe-software succesvolle producten maakt. Toch moest deze reus de afgelopen twee jaar flink z’n best doen om in de gunst te blijven. De vijfde versie van de Creative Suite zette zwaar in op het Flash-platform en dat bleek alleen al vanwege de iPad een misser. Adobe ging fors aan de bak om zich te voegen naar de HTML5-standaard en de ruimte te geven aan klanten die graag hun eigen richting kiezen. Van Flash horen we beduidend minder in Creative Suite 6.
Photoshop
tekst
Marieke Henry
Soms vraag je je af waarom het zo lang duurt voordat er logische en praktische oplossingen op de markt komen zoals airbags in een auto, spaarlampen of het vernieuwde gereedschap Uitsnijden in Photoshop CS6. Waarom Adobe tot nu toe weinig aandacht heeft besteed aan het verbeteren van de standaardhandelingen blijft een raadsel, maar het moment is eindelijk aangebroken. Degene die sinds Creative Suite 2 geen behoefte voelde om op te waarderen zal daar nu ongetwijfeld anders over denken vanwege de verfijning van de meest gehanteerde functies. De professionele gebruiker werkt er ook nog eens vlotter mee. De nieuwste Photoshop lijdt niet aan overgewicht van leuke trucs, maar staat klaar als een gespierde, slimme variant die krachtiger en efficiënter werkt dan ooit. De snelheidsverbetering zit ‘m ook in de Mercury Graphics Engine die de wachttijd bij zware functies
30 |
101
Het zwaartepunt ligt weer op creatieve instrumenten, snelheid en efficiency. In de suite zit een antwoord op de groeiende markt van tablets en smartphones met allerlei verschillende schermgroottes. Ook voor het web verrast CS6 met fraai en functioneel gereedschap. Verder hebben de oerproducten Photoshop en Illustrator aandacht verdiend en onderscheidt de videosuite zich door een drastisch vereenvoudigde bediening. Bij de creatie van ‘content’ voor digitale media kun je met de Adobe-programma’s weer alle kanten op.
merkbaar vermindert. Het filter Vage lens werkte 25 procent vlotter dan in voorganger CS5 en dat betekent per handeling al snel een winst van 25 seconden. Nog meer tempo: aangezien Photoshop voortaan je werk op de achtergrond opslaat, kun je direct aan de volgende foto beginnen. Talrijke praktische oplossingen verkorten het proces: je kunt bijvoorbeeld lagen filteren op type of naam, zodat ze gemakkelijker te vinden en te bewerken zijn. Zo pas je alle lagen in een groep tegelijkertijd aan. Een ander belangrijk tijdbesparend gereedschap is de Galerie Vervagen. Hier zorgen Veld vervagen en Iris vervagen voor een natuurlijk verloop in scherpte. De twee werken vrij effectief: niet langer hoef je een pad te trekken of verloopgereedschap in te zetten. Bij Veld
de hoek of de verhouding in centimeters in beeld. Voorinstellingen als Regel van derden, Gulden snede of Gouden spiraal helpen je aan optimale verhoudingen. Een rechte horizon is zo gepiept: je trekt een lijn waar hij ligt en Photoshop doet de rest. Al deze aanpassingen gebeuren ook nog eens in real time. Bij Veld vervagen geef je in Photoshop met prikpunten aan welke delen van de afbeeldingen Bij een nieuwe levensfase hoort een nieuw onscherp moeten zijn. De positie en de zwaarte van het effect stel je per punt in. jasje. De interface van Photoshop CS6 oogt opvallend schoner, professioneler en vooral rustiger met gestroomlijnde iconen en vereenvoudigde menu’s. De standaardkleur donkergrijs mag je variëren naar drie alternatieven, waaronder het klassieke uiterlijk. Het meegeleverde Camera Raw 7.0 sluit wederom aan bij de Lightroom-methode. Alle schuifbalken staan ook hier in het midden zodat je bewerkingen kunt versterken en verzachten. De optie Lichtopvulling is gesplitst in Hooglichten, Schaduwen, Witte tinten en Zwarte tinten. Met deze schuifbalken haal je enorm veel informatie terug uit onder- en overbelichte beelden. Zó veel dat het verleidelijk is om oude rawbestanden opnieuw te bewerken, zeker Het uitsnedegereedschap van Photoshop kantelt de foto in plaats van het kader; dat hadden de nu je met een penseel alle opties in mag makers eerder mogen doen. kleuren: minder ruis, maar alleen op de onderbelichte partijen. vervagen geef je aan welke delen van de afbeeldingen Het Photoshopfilter Adaptief groothoek creëert onscherp moeten zijn door deze delen te ‘prikken’. compleet nieuwe effecten. Lenscorrecties zijn geen Elke aangebrachte punt kun je verplaatsen en ook nieuw fenomeen, maar deze verbetering betekent een de zwaarte van het effect stel je per onderdeel in. enorme vooruitgang. Staat een tafel, gebouw of ander Een leuke bonus is Kantelen en Verschuiven voor voorwerp gekromd in beeld, dan trek je een lijn over het verkrijgen van het populaire Tilt-Shift-effect dat die vertekening om aan te geven wat recht hoort te gebouwen en landschappen eruit laat zien als een zijn. Dit valt ook creatief in te zetten. De combinatie schaalmodel. van vertekening en correctie bewerkstelligt een uniek Photoshop is niet alleen sneller, maar ook wijzer. Hoe effect dat met lenzen onhaalbaar is. vaak ben je vergeten tussendoor op te slaan en heb Onder de minder opvallende verbeteringen noteren je daardoor je werk verloren? Dat hoeft niet meer. we de terugkeer van Contactblad II voor het samenTijdens je creatieve arbeid slaat CS6 wijzigingen autostellen van overzichten. De penseelgrootte groeit tot matisch op. Je bepaalt zelf of dit elke vijf minuten 5000 pixels, Photoshop geeft je nog meer bitdiepte gebeurt of pas na een uur. Het vernieuwde gereedin TIFF-bestanden en bij vectortekeningen kent de schap Uitsnijden voegt eveneens veiligheid toe. De software nu gestippelde lijnen. Nog wat snufjes voor pixels die je verwijdert blijven bewaard in een onzicht- erbij: uitbreidingen in de 3D-mogelijkheden en de bare laag. Weg is niet langer weg, je kunt later tijdens basismontage van video. het bewerkingsproces op je schreden terugkomen door Helaas houdt Adobe je toch een beetje voor de gek met de snede bij te stellen of helemaal ongedaan te maken. de veelbesproken functie ‘Verplaatsen met behoud van Photoshop heeft voor deze vernieuwing goed gekeken inhoud’. Hoewel dit gereedschap je ontzettend veel tijd naar Lightroom. kan besparen, blijkt de technologie minder magisch Ga je roteren, dan draait de foto zelf in plaats van het dan je in de demonstraties op YouTube ziet. Daar verplaatst productmanager Bryan O’Niel Hughes bijvoorselectiekader, zodat je meteen het eindresultaat ziet. beeld een vrouw op een grasveld met een gebouw op De software past de verhoudingen aan en je kunt de achtergrond. Photoshop presteert onberispelijk, vult binnen het kader blijven of het canvas vergroten om het gras aan en weet zelfs een stuk dak erbij te rekemeer ruimte te maken. Je ziet dan een transparante nen. In de praktijk van je eigen foto’s loopt het toch laag verschijnen om de ‘gaten’ te vullen. Terwijl je vaak anders. Bij een simpele actiefoto van een bal op de selectie trekt of draait, verschijnen de graden van
101 | 31
vernieuwde Reparatiefunctie werkt goed. Daarmee bepaal je bij het weg werken van storende oneffenheden, vlekjes enzovoorts voortaan zelf uit welk gedeelte van de foto de vervan gende pixels komen. Vreemde kleur lekkages van de rand of stukjes onge wenste vorm zijn verleden tijd. Gebruikers die onder de indruk waren van de in MacFan•100 besproken Scribbleselectiefunctie van Photo shop Touch vinden deze niet terug De tand des tijds heeft deze parkeermeters al aangetast, maar ‘Verplaatsen met behoud van inhoud’ in Photoshop CS6. Je selecteert nog gooit daar nog een schepje bovenop. steeds met de gebruikelijke gereed gras laat Photoshop zich foppen door de schaduw; een schappen, waarbij Snelle selectie goed werkt in meisje op het strand steekt na afloop van de bewerking combinatie met Rand verfijnen. De nieuwe gezichten nog scherp af tegen de zonsondergang en eist wat detector wil het selecteren van huidskleur eenvoudiger retoucheren; bij een foto van een set parkeermeters maken. Je vindt hem bij Kleurbereik voor huidskleur in gaat het helemaal mis. Het onderwerp zelf verliest het menu Selecteren, maar de resultaten zijn nog mid grote brokken informatie en is daardoor vervormd. delmatig. Zelf ‘ouderwets’ kleuren aanwijzen met het Vanwege de onregelmatige uitkomst kun je niet altijd pincet werkt nauwkeuriger. op dit gereedschap rekenen. Houd je masker en kloon Photoshop CS6 is net als zijn recente voorgangers voor vaardigheden dus gewoon op peil. veel meer bedoeld dan foto’s bewerken. Bij deze update Betere prestaties levert de extensieoptie van het profiteert de professionele fotograaf wel optimaal van gereedschap ‘Inhoud behouden’. Hiermee selecteer je de wijzigingen die je werk sneller, gemakkelijker en een element in de foto om het langer te maken. Ook de soepeler laten verlopen.
Illustrator
tekst
Albo Helm
Illustrator is voorzien van dezelfde nieuwe gebruikersinterface als Photoshop. De donkere werkomgeving met zijn dia positieve iconen geeft een aangenaam intieme sfeer die concentratie op het can vas verhoogt. Maar als je de voorkeur geeft aan het vertrouwde middelgrijs van de vorige versie en witte artboards, kun je ook Illustrator instellen op die klassieke stand of nog twee varianten. Doordat Adobe Illustrator volledig opnieuw is geprogrammeerd, toegesneden op de laatste 64bits processors, sluit het uiterlijk beter aan bij de andere onderdelen van CS6. Met de belofte van meer stabiliteit en snelheidsverbeteringen: Mercury performance. Dat klinkt goed, maar viel nauwelijks op bij een paar tests: identieke handelingen in een versie CS4 en een CS6 op dezelfde 64bits Mac. Complexe bestan den openden en renderden in iets andere volgorde, maar dat verliep in de nieuwste Illustrator niet per se kwikzilveriger Dat zelfde gold voor het omzetten van kleuren foto’s naar vectoren, het zogeheten tracen. Andere opbouw, minimaal tijdverschil. Als je al een uptodate computer hebt lijkt
32 |
101
snelheidswinst geen sterk argu ment om de laatste Illustrator te wensen. Je zou dat wel kunnen doen vanwege extra functionaliteit, bijvoorbeeld dat tracen. Het heet nu ‘Image trace’ in plaats van ‘Live trace’ en je treft alle handelingen en instellingen aan in één overzichtelijk paneel. De resultaten van het overtrekken zijn beslist een stuk efficiënter dan voorheen. Uit gaande van dezelfde parameters telden we in een met CS6 behandelde foto bijna de helft minder paden dan in CS4. Het uitein delijke beeld had daar kwalitatief niets van te lijden. Illustrator zet verder een grote stap voor waarts op het gebied van patronen. De bundeling van de benodigde handelingen in een patroonpaneel is een verademing. Op dit punt voelt Illustrator niet meer stroef en nerdy. Het paneel bevat een automatische voorvertoningmodus die elke selectie op een grotere oppervlakte herhaalt. Dat helpt enorm, want hoe je patroonblokje er in gebruik uit zou zien
wist je vroeger pas als het klaar was. Vervolgens kun je aan die selectie alles wat je maar wilt veranderen en aanpassen, ook alle overlap. Je ziet de vertaling van je ingrepen direct in het raster terug. Met een druk op de knop staat je patroon vervolgens opgeslagen in een Staal voor toekomstig gebruik. Ben je daar niet tevreden mee dan open je met een dubbelklik het patroonpaneel weer om de basis verder aan te passen. Kinderspel. Wat nog helemaal niet kon in vorige ver sies van Illustrator was kleurverlopen op een pad zetten. Ja, als je zo’n pad omzette naar Outline, oftewel een vorm, dan kwam die optie beschikbaar. Maar met het potlood regenbooglijntjes trekken, vergeet het maar. Kan wel in CS6, en hoe. Alle opties zijn beschikbaar: radiaal of lineair, in de lengte of in de breedte van de lijn en het uiterlijk van het verloop
valt à la minute aan te passen. Het is wel zeker dat creatievelingen met deze optie nieuwe slimme oplossingen ontwikkelen bij de samenstelling van illustraties. Denk maar eens aan een pad met variabele breedte én verloop: dat lijkt wel een vorm. De verdere verbeteringen zijn minder spectaculair en werken hooguit wat kleine ergernissen weg. Een paar voorbeelden: net als in Photoshop benoem je nu zonder apart dialoogvenster in het lagenpalet de objecten, groepen en lagen. Fonts in de knoppenbalk tonen hun uiterlijk, wat voorheen beperkt was tot het optiemenu voor lettertypes. Gaussiaans filter en slagschaduw geven hun voorvertoning op het canvas zelf. En je mag de uitklapvensters van gereedschapsknoppen loshaken om ze neer te zetten waar je maar wilt. Spectaculaire vernieuwingen aan een pakket als Illustrator zijn lastig te bedenken, aangezien de grote lijnen van
InDesign
Overtrekken levert in de nieuwe Illustrator fors minder paden op dan in voorganger CS5. Dat is pure winst.
deze software allang voltooid zijn. De herprogrammering voor 64-bits processors kon niet langer wachten, maar van dat enorme karwei ziet de gemiddelde
tekst
gebruiker niet zo veel. Naast de technologische ingreep wisten de makers toch nog enkele aardige verversingen te plegen aan deze klassieker.
Peter Villevoye
Als er één CS6-programma een revolutionaire stap doormaakt, dan is het wel InDesign. De lancering van de Digital Publishing Suite gaf ruim een jaar geleden het eerste signaal. Met deze set hulpmiddelen in en om InDesign kon je tablet-publicaties uitbrengen. Je bleef werken zoals je dat gewend was, maar moest de meeste inhoud twee keer vormgeven
Schaalbaar opmaken met InDesign speelt zich met name af tussen het Paginagereedschap en -paneel. Let op de bruine stippen aan alle zijden van objecten; daarmee bepaal je hoe een object schaalt of schuift.
en soms wel vier keer. Dat gebeurde ook nog eens in allemaal losse bestanden. InDesign CS6 levert meer samenhang bij de productie van opmaak in meerdere formaten. Het Paginaselectiegereedschap kent nu regels voor het schalen en/of verschuiven van een pagina of aparte objecten. Daarmee maak je in luttele minuten of zelfs seconden meerdere variaties van een pagina, of beter: een artikel. Je productie bestaat staand of liggend, voor iPad, iPhone of Android. Regels bepalen bijvoorbeeld dat je tekst over een flexibel aantal kolommen verspreid staat en terug kan vallen naar twee of zelfs één op kleinere schermen. Aanverwante nieuwe technieken maken het mogelijk inhoud snel te hergebruiken en synchroniseren in bepaalde opzichten. Je wilt inspelen op de Apple Retina-schermen, je wilt dat pagina’s automatisch worden aangevuld of verwijderd indien nodig en je wilt typografie afstemmen op het fysieke formaat van een scherm. De tablet-revolutie zorgt met InDesign CS6 voor een nieuwe discipline binnen het vak van opmaken: de juiste schalende regels opstellen voor layout en typografie. Maar als echte grafo houd je vast wel van wat pittig denkwerk vooraf.
101 | 33
Muse Krap een jaar geleden verscheen Muse al in een openbare preview-release, maar inmiddels is dit pakket aangeland bij een heuse versie 1.0. Je krijgt het verder uitsluitend bij een abonnement op de Creative Cloud, en niet meer als zelfstandige download. Je hebt het Cloud-abonnement nodig voor bijbehorende diensten die dit pakket onderscheiden van andere software om websites te maken zonder code te kloppen. Muse slaat nu echt de brug tussen makers van printmedia en webdesign, want dat is nog steeds nodig. Ondanks twaalf versies Dreamweaver, tientallen andere frameworks (waaronder WordPress, Joomla en Drupal) en honderden hulpmiddelen om sites te ontwerpen en te bouwen, bleven visuele ontwerpers gruwen van de gedachte dat ze iets met codes zouden moeten doen. Muse doorbreekt die impasse. Ken je InDesign, al is het maar een beetje? Dan zul je Muse wel prettig vinden. Ken je InDesign niet? Ook geen nood. Want Muse lijkt niet moedwillig op InDesign, maar de opzet van een website komt nu eenmaal in grote lijnen overeen met wat InDesign doet. Als basis gebruik je een stramien/master/basispagina/grid/raster. Voor de meeste tekst pas je typografische stijlen toe en de pagina-indeling is een vogelvrij grafisch canvas. Nou ja, niet geheel vogelvrij maar een beetje zoals Apple het aanpakte met iWeb.
Muse biedt basispagina’s en typografische stijlen – wat wil je als grafo nog méér? Op de basis pagina stel je onder andere de (verschuivende) grenzen van de inhoud, de pagina en het browservenster in. In het paneel Tekst zie je hoe simpel je Typekitwebfonts gebruikt.
Muse hanteert een paar cruciale uitgangspunten die passen bij de structuur van informatie op het web, namelijk schaalbare inhoud die op basis van hiërarchie naar zijn plek op de pagina stroomt. Om die reden zijn in een Muse-website veel elementen genest, net zoals je wellicht nog kent van de eerste versies van Quark XPress. Geneste onderdelen horen bij elkaar en schuiven samen door als er in hun omgeving iets verandert. De reden is simpel: webpagina’s groeien neerwaarts naarmate je inhoud toevoegt of de lezer van je website de tekstletter groter instelt. Er haperen nog wat instellingen in Muse en sommige elementen van de interface doen houterig aan. Ondanks deze kleinigheden kun je met dit krachtige stuk software een behoorlijke kleine tot middelgrote website maken en onderhouden. Maximaal vijf daarvan parkeer je als abonnee van Creative Cloud gratis bij Business Catalyst (eventueel te koppelen aan je eigen domeinen) dat al je bezoekers turft. Bij de vormgeving mag je de bijzonder fraaie Typekit-lettertypen inzetten. Dat verdient echt een pluim, omdat het goed én eenvoudig werkt.
’n Site die je werk uit handen neemt? Achter de schermen van een website gebeurt
De ontwikkeling van
selectief informatie van andere bronnen toont.
meer dan je denkt. Soms zelfs héél veel. Noem
een slimme website begint
Die kaartjes verkoopt, incasseert én verstuurt.
met een intelligent gesprek.
En nog heel veel meer. CoMedia ontwikkelt
Bel (033) 455 84 26 of mail
zulke slimme sites en services en verzorgt
’t toeters en bellen. Maar dan wel heel handige! Denk aan een site die zichzelf actueel houdt. Die nieuwsbrieven en persberichten verstuurt
naar
[email protected].
professionele hosting op Xserves en Mac mini’s
zonder dat je er iets extra’s voor hoeft te doen.
van Apple. Inclusief e-mail, webmail en IMAP
Een site die zelf RSS-feeds aanbiedt, maar ook
(ideaal voor iPhone!). www.comedia.nl
Dreamweaver Bij de introductie van Creative Suite 5, twee jaar geleden, haalde Apple hard uit naar Adobe met het advies om de kaarten op de toekomstige HTML5-standaard te zetten. Die terechte aansporing mocht Dreamweaver zich aantrekken. Adobe heeft de raad opgevolgd, te beginnen met de tussenversie 5.5. De oplossingen vertonen ook in de CS6-editie tekenen van halfbakken haastwerk. Strikt genomen biedt Dreamweaver ruime ondersteuning voor HTML5 en CSS3, zodat je site de nieuwste
technieken kan gebruiken. De meeste van die specificaties moet je dan wel als code kennen en uit lange lijsten kiezen of zelfs intikken. Als het even tegenzit mag je ze zelfs in drievoud invoeren, omdat veel code nog niet officieel is vastgelegd. Met de nieuwe Dynamische Raster-layouts van Dreamweaver CS6 stel je snel een complexe indeling samen met hulplijnen en kolommen voor allerlei apparaten en schermen. Leuk bedacht, maar de uitvoering heeft last van een rommelige en haperende interface. Hopelijk werkt het Dreamweaver-team hard aan een CS6.1versie die via de Creative Cloud verschijnt voordat de hele suite aan zijn volgende update toe is. Adobe kiest in Dreamweaver CS6 meer en meer voor de techneut. De makers lijken niet van plan er een visueel prettig en elegant programma van te maken. Dat deel van de markt moet het kennelijk doen met Muse. Ben jij juist wel zo’n deskundige techneut, dan sta je versteld van alle integraties die Dreamweaver intussen biedt: WordPress-, Joomla- en Drupal-templates, HTML5 en CSS3, Live CSS- en JS-inspectie, code-completion voor talloze syntaxen, widgets voor ruim 60 populaire en simpel configureerbare scripts, AJAX, Spry, jQuery (Mobile), PhoneGap, versiebeheer, FTP-sync, kortom: één programma in plaats van pakweg zestig losse tooltjes.
Dreamweaver laat je bij een nieuwe pagina van meet af aan een Dynamisch Layout Raster kiezen en instellen, zodat pagina’s een grid en een schaalbare inhoud en vorm krijgen per type browser. Deze ontwerp, maak, bewerk en zie je direct in Dreamweaver.
Apps Een beetje creatieveling weet dat het ook de hoogste tijd is om apps te maken. Voor dat doel kun je in CS6 met diverse programma’s aan de slag, afhankelijk van het soort app en de inhoud. Je maakt eerst de overweging: wat biedt mijn app aan de gebruiker? Als het zwaartepunt bij publiceren ligt, dan kies je InDesign CS6 en de daarbij behorende Digital Publishing Suite. Visueel complexe apps en spelletjes produceer je in Flash Pro en dan bied je ze aan als Air-app. Daar heeft Apple niks op tegen en er ligt dan ook heel wat van dat soort werk in de App Store voor iPhone en iPad. Voor web-apps is Dreamweaver je nieuwe kameraad. Bij de ondersteunde gereedschappen zag je de hulpmiddelen jQuery (Mobile) en PhoneGap al staan. Ze maakten hun entree al in CS5.5, maar zijn voor CS6 weer wat verbeterd. Voor het ontwerp van het concept en alle beeldelementen grijp je bijvoorbeeld naar Photoshop, Illustrator of FireWorks.
Je maakt apps voor iOS en andere mobiele systemen vanuit Dreamweaver met hulp van PhoneGap en vanuit Flash Pro als AIR-app.
101 | 35
Edge Nu je Flash maar beter kunt vergeten als je het mobiele webpubliek zoekt, breekt de tijd aan voor een alternatief. Als nakomertje van CS6 staat Edge te trappelen om
deze rol op zich te nemen. Edge verkeert nog in de Preview-fase en valt daarom op het moment van schrijven gratis te downloaden in Adobe Labs. Het programma
zit ook in het Cloudaanbod. Voor zover je Edge de vervanger van Flash kunt noemen, gaat het om de Flash-versie uit de tijd dat die nog eenvoudig en leuk was. Edge heeft als hoger doel om niet alleen maar een HTMLanimatie te maken en die in een webpagina of tablet-publicatie te plaatsen, maar ook om alle benoemde kaders (DIVs) in een moderne HTML-pagina als geheel te animeren. De interface is in de huidige zesde previewversie al behoorlijk geraffineerd. Je moet wel even wennen aan een zoveelste tijdlijn met keyframes, maar dat mag de pret niet drukken. Als je ermee aan de slag gaat, vergeet dan niet met de Easing-opties te spelen. Die variaties in tempo en pad van de animatie zorgen voor de helft van de lol.
Edge geeft al een lekkere cockpit-aanblik. Alles werkt vrij duidelijk en soepel. Keyframes maken met de ‘pin’ is even wennen, maar wel prettig. De gemakkelijke ease-in/out zorgt voor heel naturel ogende animaties.
Prelude
tekst
Albert Zeeman
Professionele filmers kennen de waarde van scripts, planning en metatags. Een video maken is immers meer dan beelden schieten, bewerken en aankleden met muziek en titels. In de video-afdeling van Creative Suite doet Prelude zijn intrede als selectiegereedschap. Stel, je moet uit vier uur beeldmateriaal van een popfestival een nieuwsitem halen van 1 minuut. Prelude toont alle clips van gekoppelde camera’s en geheugenkaarten. De scrub-functie spoelt snel door thumbnails om relevante beelden te selecteren. Voor elke handeling bestaat een toetsencombinatie, een uitkomst voor de professional. Een editor selecteert nu net zo snel als een boekhouder facturen uitrekent op het numerieke toetsenbord. Adobes Mercury Playback Engine blijkt ook in Prelude de grootste vinding in videobewerking van de laatste tijd. Beeldbestanden waarbij concurrent Final Cut Pro X moet transcoderen, beoordeel je probleemloos in de Prelude-preview en importeren verloopt vlekkeloos. Of het nu om SONY MTS-bestanden uit de NEX camera’s gaat of GoPro HD video, zonder tussenkomst van andere software kun je aan de slag. Dat scheelt allereerst kopzorgen en daarnaast heel veel tijd. Prelude kopieert de geselecteerde beelden in origineel formaat of transcodeert ze direct met vrijwel elke vorm van datacompressie. Na deze Ingest-fase is het loggen aan de beurt. Hierbij voeg je notities toe aan
36 |
101
Prelude organiseert je clips, maakt snelle selectie een fluitje van een cent en biedt voldoende opties voor een ruwe montage.
het geïmporteerde materiaal. Deze tags zijn niet alleen leesbaar voor Premiere Pro, maar via een export als xml-bestand ook voor de concurrentie. Engelstalige audio zet Prelude via spraakherkenning om in nog meer notities. Dat kan praktisch zijn voor een editor, zeker als de productie gebeurt aan de hand van een script. Je mag in Prelude alvast clips inkorten en in volgorde plaatsen op een tijdlijn, maar het echte werk doe je natuurlijk in Premiere Pro. Of je schakelt terug naar Final Cut Pro X, want ook de ruwe edit valt via xmluitwisseling te exporteren.
Premiere Pro De hoofdrolspeler in Adobes collectie videosoftware blijft Premiere Pro. Voor spectaculaire trucages en meer grijp je naar After Effects. Audiobewerking gebeurt met Audition en de kleurcorrectiespecialist kan met SpeedGrade aan de slag. Adobe speelt handig in op het ongenoegen in de professionele videowereld over de laatste stappen van Apple. De vereenvoudigde aanpak van Final Cut Pro X werkt voor kleine zelfstandigen die snel en betaalbaar professionele videoproducties willen maken, maar past niet bij de werkwijze van de grote studio’s. Adobe biedt overstappers vanaf de oude Final Cutsuite al enige tijd handige importmogelijkheden en voegt daar in Creative Suite 6 een toegankelijke interface aan toe. Het lijkt goed afgekeken van FCPX met nog een schepje in eenvoud er bovenop. Daardoor is Premiere Pro nu voor heel veel videobewerkers toegankelijk. De liefhebber van de oude interface kan die nog oproepen en diverse onderdelen van de nieuwe vensters en panelen kun je naar believen inrichten. Premiere Pro werkt graag samen met Prelude, maar importeert ook zelfstandig materiaal en gedraagt
zich daarbij als een deskundige alleseter. Bij previews stottert er niets. Wel zie je de resolutie teruglopen als de grafische processor het zwaar krijgt, maar dat is een prima alternatief voor haperingen of asynchroon geluid. Adobe wist de grafische kracht uit CS5 nog verder te perfectioneren en maakt optimaal gebruik van de processors. Het pakket overtreft zelfs de op papier ideale uitgangspositie van Apple met zijn ProRes codec in de QuickTime-omgeving. In de nieuwe interface kun je je concentreren op de creatieve uitdaging in plaats van een speurtocht naar functies te doen. Kom je ergens toch niet uit, kijk dan op tv.Adobe.com naar de uren gratis trainingsmateriaal, ook voor andere onderdelen van CS6. Nieuwe functies in Premiere Pro passen bij de hedendaagse camera’s die overal video in HD vastleggen. Een Warp-stabilisator verzacht het gezwabber van smartphones en andere kleine apparatuur. Opnames van snel bewegende objecten met een digitale spiegelreflexcamera kampen soms met vervorming door het rolling shutter-effect (gordijnsluiter) en ook daarvoor biedt Premiere Pro een oplossing. Adobe is trots op de eigen aanpak van multicam projecten en dat is terecht als het gaat om de soepele weergave van de vele mini-previews. Het synchroniseren van de bestanden met een klapper of lichtflits is echter niet meer van deze tijd; op dit onderdeel wint Apple met Final Cut Pro X de wedstrijd. Voor het gewone werk kun je in Premiere Pro kleurcorrectie toepassen op projecten en clips. De specialist blijft hiervoor SpeedGrade gebruiken en creëert in een flink vereenvoudigde interface diverse stijlen. Alweer heeft FCPX op dit onderdeel een haarlengte voorsprong met een vergelijkbare filtermethode die gemakkelijker werkt. Een voltooid project kun je vanuit Premiere Pro exporteren naar alle mogelijke formaten. Met het meegeleverde Encore produceer je natuurlijk ook De opgefriste heldere interface van Premiere Pro maakt het pakket weer toegankelijk voor iedere videofilmer gewoon Blu-ray dvd’s. met ambitie.
After Effects Gaat het om effecten dan blijft After Effects met zijn steile en lange leercurve het domein van de ware pro. Weet je de heuvel te beklimmen, dan beschik je over mogelijkheden van Hollywood-niveau. Ook After Effects profiteert van de snellere grafische motor die het pakket op elke moderne Mac inzetbaar maakt. De 3D-optimalisatie maakt het bijvoorbeeld mogelijk om sneller virtuele objecten in je gewone videobeeld te zetten. Beweegt de camera, dan draait of schuift het object synchroon mee. Dit werkt prima samen met alles wat je in Illustrator produceert. Wees dus gewaarschuwd: je mag nu nog minder geloven van
allerlei spektakel op YouTube. Het vereist flink wat doorzettingsvermogen en tijd om deze trucage onder de knie te krijgen. Tegenhanger Motion van Apple levert minder variatie, maar valt wel door iedereen te leren. After Effects bestaat trouwens niet alleen om de kijker te foppen. De software corrigeert ook allerlei oneffenheden in de opnames. Daarbij vult het Premiere Pro aan, bijvoorbeeld bij het repareren van het rolling shutter effect.
101 | 37
Creative Cloud
tekst
Miro Lucassen
Neem toch de hele zwik, moedigt Adobe zijn bestaande klanten aan. Het abonnementsmodel voor de Creative Cloud bevat alle software uit de Creative Suite, 20 GB online opslagruimte om projecten te delen, online lettertypes voor gebruik op websites en zakelijk gereedschap waarmee je op het web beter voor de dag komt. En dat alles voor iets meer dan 60 euro per maand of ruim 35 euro als introductieprijs voor bestaande klanten. Je kunt het bedrag zorgeloos omrekenen naar twee koppen koffie per werkdag en vaststellen dat je nog nooit zo goedkoop over zoveel software beschikte. Maar net als bij een upgrade in een doos moet je de investering wel terugverdienen. Adobe heeft heel wat klanten die er nog niet aan toe zijn om hun CS4 of CS5suite in te wisselen voor de nieuwste versie, die zoals altijd weer zwaardere eisen aan je hardware stelt. Wie wel omschakelt heeft een 64-bit processor nodig, maar gelukkig doet Mac OS X Snow Leopard gewoon mee. Kijk je nu tevreden naar je Mac, wil je bijblijven én gebruik je meer Adobe-spullen dan de klassiekers Photoshop, Illustrator en InDesign, dan ben je met de abonnementsdienst zeker goed af. Aanmelden, betalen, inloggen en je kunt elk onderdeel van de Master Collection direct downloaden en installeren. Pakketten die je niet nodig denkt te hebben, laat je gewoon met rust. De hulpprogramma’s Bridge, Media Encoder en Extension Manager blijven onvermijdelijk en je ontvangt ze vanzelf bij de eerste installatie. De abonnementsprijs ligt vrijwel altijd lager dan wat je betaalt voor een doos of download van een losse suite terwijl je meer waar voor je geld ontvangt. En wanneer
Een indrukwekkende berg software staat voor je klaar in de Creative Cloud.
38 |
101
je besluit om een nieuwe activiteit toe te voegen aan je creatieve bestaan, hoef je niet te investeren in extra software. Ook je boekhouder zal verheugd opveren: een softwarepakket stond tot nog toe met vijf jaar afschrijving op de balans. Als je het in abonnementsvorm aanschaft, mogen die kosten direct van de winst af. Een beetje pech voor de fiscus, een beetje meer gemak voor de zaak. Abonnees kunnen rekenen op tussentijdse updates. Niet alleen voor het rechtzetten van foutjes, maar ook wanneer een nieuw snufje vanuit het laboratorium de grote wereld in mag. Tot nog toe moest zoiets wachten op het verschijnen van een heel nieuwe versie van de suite. Van de licentie voor Creative Cloud mag je het hele pakket op twee computers installeren: eentje voor thuis en eentje op kantoor. Als het moet, kan de tweede installatie ook op een pc gebeuren. Je kunt op de ene machine Photoshoppen terwijl de andere met Dreamweaver bezig is, maar twee keer opstarten van hetzelfde pakket is geblokkeerd. Naast deze rooskleurige overwegingen moet je één ding niet vergeten: wanneer je om wat voor reden dan ook je abonnement opzegt, verliest de software al zijn krachten. De onderdelen van de suite leggen geregeld een lijntje naar Adobe om je betaalstatus te controleren. Het helpt niet om je Mac af te sluiten van het internet: na zo’n dertig dagen geven de programma’s het op en kun je je bestanden niet meer bewerken. Mocht je om een of andere reden ooit Adobe uit willen zwaaien, dan vereist die stap dus een zorgvuldige exit-strategie.
De ‘Creative Cloud’ bevindt zich al met al grotendeels gewoon op je Mac. Daar staat de software en op je eigen harddisk bewaar je ook je creatieve scheppingen. Pas als het op delen aankomt, stuur je ze naar de 20 GB in de Cloud. Op het moment van schrijven loopt de route naar je Adobe-kluis nog via een webbrowser. De Touch Apps voor iOS en Android werken al wel geïntegreerd. Een toepassing voor de Mac-desktop is in ontwikkeling. Hopelijk zit die slimmer in elkaar dan de webversie, waar je bijvoorbeeld geen knop aantreft om een bestand weg te gooien. Dat blijkt via de Batchopdracht te verlopen, waarmee je ook materiaal kunt verplaatsen. Het lijkt in de verte op de bediening in de verwante app Photoshop Touch voor iPad, maar wijkt voldoende af om toch in de war te raken als je van de Mac naar iOS schakelt of andersom. Jammer, want Creative Cloud is juist bedoeld om deze platforms innig te laten samenwerken. Dat verloopt nog moeizaam: je kunt vanuit Photoshop op de Mac niet rechtstreeks bestanden opslaan in de Adobe-cloud. En als je ze in de browser erheen hebt gesleept, ziet
De webinterface voor bestandsbeheer in Creative Cloud werkt nog erg primitief. Bestanden verplaatsen of weggooien vraagt te veel gedoe op je Mac.
Photoshop Touch ze nóg niet. De iPad-toepassing wil dat je eerst een nieuw project aanmaakt en van daar uit de Cloud de gewenste foto aan toevoegt. De route in omgekeerde richting verloopt al even mysterieus: het project uit de Touch-toepassing snelt vanaf je iPad naar de Creative Cloud en die geeft een seintje aan je browser. Maar voor de bewerkte foto opduikt in je overzichtsscherm moet je eerst klikken op ‘1 nieuw item laden’. Delen met andere belangstellenden werkt via e-mail op de Mac. Zij ontvangen een link naar de Cloud-weergave en als je toestemming geeft kunnen ze commentaar leveren of het bestand downloaden als jpg of pngafbeelding naast het originele formaat. De specifieke bestandsformaten van de Touch-toepassingen zou je moeten kunnen zien en openen op de Mac dankzij allerlei plugins in CS6, maar die zijn nog niet compleet. Alleen voor Photoshop Touch en Adobe Ideas (Illustrator) werkt het momenteel, materiaal van de apps Collage en Proto is nog onbruikbaar. Creative Cloud brengt veel, maar niet alles van Adobe. Logischerwijs spelen de consumentenproducten Photoshop Elements en Premiere Elements geen rol. De mobiele apps voor tablets werken pas lekker met een abonnement, maar ze liggen voor € 7,99 per stuk apart in de App Store en de Android Marketplace. Koop je er drie, dan ontvang je een maand gratis verlenging van je Creative Cloud-abonnement. Acrobat doet traditiegetrouw mee in de Creative Suite, al is het programma deze ronde niet van een update voorzien. De recent vernieuwde fotobeheerder Lightroom 4 haakt later dit jaar aan. Maar het samenwerkingsgereedschap InCopy en de fotocatalogus Adobe Revel vallen buiten het abonnement, antwoordde Adobe op vragen van MacFan. Toch horen deze producten bij de creatieve industrie en Adobe zou zijn eigen filosofie moeten volgen door ze aan de Cloud-suite te koppelen.
Conclusie Met Creative Suite 6 boek je over de hele linie tijdwinst. Photoshop bevat tal van praktische verbeteringen voor de fotograaf. Automatisch opslaan, het verbeterde uitsnijden en de nieuwe RAW-engine zijn al voldoende redenen om over te stappen. De winst voor Illustrator schuilt vooral onder de motorkap, wat niet voor iedereen merkbaar blijkt. Wel verbeteren de resultaten van de nieuwe overtrekfunctie en wie met patronen werkt kan deze nu sneller en slimmer ontwerpen. InDesign overtuigt met zijn revolutionaire schaalbare opmaak terwijl Muse en Edge zich melden als krachtige en verrassende nieuwkomers in het webontwerp. De moloch Dreamweaver ziet zijn krachten wederom toenemen, maar blijft extreem gericht op professionele codetijgers. De workflow voor video werkt eenvoudiger én speelt slim in op de onvrede bij professionele filmers over
de richting die Apple inslaat met Final Cut Pro X. De versnelde grafische motor lijkt wel op kerosine te draaien en QuickTime voelt opeens als een verouderde omgeving. Met de Creative Cloud zet Adobe een heel eigen stap naar bestandsdeling én softwaredistributie via internet. Het nieuwe systeem bevat voldoende overtuigende lokkertjes voor iedereen die professioneel met Creative Suite werkt, zeker als je in aanmerking komt voor de korting in het eerste jaar. Creative Suite 6, vanaf € 36,89 per maand, www.adobe.nl/creativesuite Snelheidswinst en nieuwe functies Abonnement aantrekkelijk geprijsd Schaalbare opmaak InDesign Integratie Touch apps nog onder de maat Hier en daar oneffenheden
MacFanScore
i 101 | 39
Duimpjes dansen
op vedergewicht Duimen in de aanslag voor de iPhone 5: het blijft een langwerpige telefoon met afgeronde hoeken, maar Apple heeft er zoveel aan gewijzigd dat je van een afstand al ziet wie de nieuwste iPhone aan zijn oor zet. tekst
Miro Lucassen
Test
E
S 18 |
ven kijken, is dat een iPhone? Het afgelopen jaar was het steeds lastiger om in de trein, de bioscoop en op straat te zien wie er een telefoon van Apple in handen had of een toestel van een imiterend merk. De concurrentie laat zich graag inspireren en dat leidt tot semi-kopieën waar dan weer tumultueuze rechtszaken uit volgen. De beste reactie op imitatie is een grote stap voorwaarts en die neemt Apple met de iPhone 5: een langer scherm, een andere connector, achterzijde en frame van geanodiseerd aluminium en supersnelle componenten in het binnenwerk. Om het eigen karakter te benadrukken bevat de achterzijde ook twee glazen inlegstukken – aap dat maar eens na, luidt de ontwerpersboodschap. En weet dan dat bij de productie van elke iPhone er 725 stukjes glas klaarliggen, waar de computer de twee best passende uit kiest op basis van een precisiefoto van de behuizing. Voor dit ultranauwkeurige werk heeft Apple de kunst afgekeken bij de horlogeindustrie; zie ook de met diamant afgeslepen schuine zijkantjes.
Duimtraining vereist De nieuwe iPhone is 18 procent dunner en 20 procent lichter dan zijn voorganger. Dat voel je direct, evenals het grotere schermformaat. Terwijl andere telefoonfabrikanten mikken op steeds grotere broekzakken en damestassen draait de maat van de iPhone rond het bereik van je duim. Die mag wel wat rekoefeningen doen. Je merkt het verschil direct als je de afgelopen jaren langzaam maar zeker ‘blind’ hebt leren typen en navigeren op een voorganger. De omlijsting rond het aanraakscherm leverde namelijk 3 millimeter ruimte in aan de onderkant. Je moet opnieuw in training, of
103
je de iPhone nu verticaal of horizontaal houdt tijdens het typen. En om de verwarring nog wat te vergroten herkennen momenteel nog lang niet alle apps de extra pixels. Zonder update door de ontwikkelaar houden ze onder en boven een zwarte rand en ligt het toetsenbord juist weer hoger dan je verwacht.
Afslankslachtoffer Voor websites, e-mail en films is het extra oppervlak een zegen. Je ziet meer in prettiger verhoudingen. Appjunkies springen een gat in de lucht wegens de extra rij iconen. Zet bij de overstap vanaf een ouder toestel niet simpelweg de reservekopie terug, maar houd meteen je collectie kritisch tegen het licht. Mocht je trouwens wel simpelweg apps en instellingen van een oudere iPhone overnemen, houd dan al je inlognamen en wachtwoorden bij de hand. De invoerschermen om die opnieuw vast te leggen buitelen de eerste minuten over elkaar heen. Opmerkelijk genoeg voelt de langere iPhone 5 in je broekzak minder opdringerig dan zijn voorgangers. Om de telefoon zo slank te krijgen viel er een prominent slachtoffer: de brede connector met zijn dertig pinnetjes waarmee je elke iPhone en iPod de afgelopen negen jaar kon opladen en aftappen is vervangen door een nieuwe plug met slechts acht contacten. Door een staaltje technisch vernuft maakt het niet uit hoe je het nieuwe Lightning-stekkertje daar in steekt. Dat principe ken je van het stopcontact met twee pinnetjes, maar denk even door aan de pluggen van een ethernet-, USB-, FireWire-, beeldscherm- of Thunderbolt-aansluiting die maar op één manier passen. Wow voor Lightning, ook al ben je geen nerd. De intelligente connector geeft niet alleen elektriciteit
Bij gelijke, goede, lichtomstandigheden ontlopen de camera van de 4S (links) en de 5 (rechts) elkaar niet erg veel.
door om de accu op te laden, maar transporteert ook diverse soorten data. Er komen adapters voor bestaande accessoires van 30 en 40 euro per stuk. Die waren bij het afronden van deze MacFan nog niet beschikbaar om de praktijkervaring te beoordelen. De simkaart krimpt mee naar het nano-type, nog kleiner en dunner dan de micro in de iPhone 4(S), maar bij de meeste providers gewoon leverbaar. Knippen kan, mits je ook wat van de achterzijde afvijlt, anders is hij te dik en kan hij vast komen te zitten in je gloednieuwe toestel.
Fluiten naar de concurrentie Binnen in de iPhone klopt de door Apple zelf ontworpen A6-chip die vanzelfsprekend alle voorgangers in de schaduw zet en op de meeste onderdelen ook de concurrenten fluitend achter zich laat. In de Geekbench app haalt de 5 een score van 1608 punten terwijl de 4S er 629 afklokt en de 4 achteraan hobbelt met 394. Hier ze je hoe jong smartphones nog zijn: dergelijke snelheidsverbeteringen zijn bij computers allang niet meer haalbaar doordat veel componenten aan de theoretisch mogelijke limiet zitten. Hoewel de twee vorige iPhones vlotte smartphones blijven met een prima gebruikservaring, voel je direct het verschil als je de 5 aan de gang zet en zeker tijdens processorintensieve taken als games en videobewerking. De camera gaat er eveneens op vooruit, wat vooral spectaculair is doordat het in een krappere ruimte gebeurt. Apple benadrukt graag het saffieren krasvrije afdekplaatje voor de lens, maar het gaat natuurlijk om de vergelijking onder dezelfde lichtomstandigheden. In vol daglicht is het onderscheid verwaarloosbaar en in de schemering behaalt de 5 iets betere resultaten
Het is voor getrainde duimen even zoeken op de nieuwe iPhone (links), aangezien het toetsenbord 3 millimeter lager verschijnt dan je gewend was.
dan de 4S. Op zijn beurt produceert die echt betere foto’s dan de nog verkrijgbare iPhone 4. Wel spectaculair zijn de nieuwe EarPods die je binnen de verpakking aantreft in een eigen doosje. Deze dopjes met hun futuristische vormgeving proberen in ieders oor te passen, wat natuurlijk een onmogelijke opgave blijft maar wel beter lukt dan bij hun voorgangers. Je kunt ermee naar muziek luisteren en een telefoongesprek voeren via de in het snoer geïntegreerde microfoon. De EarPods zitten niet strak, maar vallen evenmin zomaar uit en de geluidskwaliteit is hoorbaar beter dan de andere versies die Apple op de markt bracht: helder hoog, voldoende laag en een ruimtelijke klank. Al zal de ware audioliefhebber er natuurlijk een hoofdtelefoon naar smaak bij nemen.
Conclusie Met de iPhone 5 biedt Apple een overtuigende smartphone aan die innoveert en trouw blijft aan de uitgangspunten. De winst van een lichtere en dunnere uitvoering weegt op tegen het verlies van de vertrouwde dock-connector en de verplaatste uitgang voor de oortjes, die eveneens veel beter presteren dan hun voorgangers. Tel bij de kosten van een overstap vanaf een ouder toestel wel wat extra kabels en nieuwe accessoires op. iPhone 5, vanaf € 670 (simlockvrij) of via abonnement mobiele provider www.apple.com/nl/iphone Snel, slank en licht Inclusief fijne oortjes Voorloper in vorm en techniek Dure adapter voor oude accessoires
MacFanScore
o 103 | 19
Actrice, columniste en schrijfster Anna Drijver is veelvuldig op film en tv te zien, maar speelt ook in het theater. Haar meest recente rol op de planken is die van Susan in de toneelbewerking van de beroemde film Rain Man, in het kader van de Utrechtse Spelen. MacFan ontmoet haar én haar trouwe MacBook en iPhone voorafgaand aan één van de voorstellingen.
PASPOORT Geboortedatum: 1 oktober 1983 Geboorteplaats: Den Haag Apple-moment: ‘Wij hadden in de jaren negentig thuis al van die Macintosh Plusjes staan, met heel kleine schermpjes, waarop ik tekende.’ 00 |
100
Ik staar nog graag uit het raam
tekst Ben Melis beeld Felix Kalkman
W
ie zich in wil leven in het bestaan van de autistische hoofdpersoon van Rain Man, kan rond de voorstelling extra informatie over autisme krijgen. Voor autistische kinderen bieden de theatermakers zelfs speciale rondleidingen vooraf. In korte tijd hebben de acteurs zelf ook veel bijgeleerd over de stoornis, en ze zijn na het heftige maar toegankelijke toneelstuk beschikbaar voor een nababbel, waar het publiek gretig gebruik van maakt. Maar we komen niet alleen voor de voorstelling. Anna Drijver (Den Haag, 1983) had al vroeg wat met computers. ‘Al was het maar omdat mijn ouders meer op de hoogte zijn van computers dan ikzelf. Zij blijven veel meer up-to-date dan ik en dat doet pijn... Nee hoor, niet echt. Mijn vader heeft ooit bedacht dat het op computergebied Apple moest zijn en dat is zo gebleven. Mijn ouders hebben een architectenbureau en alles gebeurt op Applecomputers. Zodoende hadden we begin jaren negentig al van die ‘plusjes’, met heel kleine schermpjes, waar ik op tekende. Mijn ouders hebben altijd de nieuwste palmtops en iPhones, terwijl ik nog steeds een papieren agenda gebruik.’
R Interview
Anna Drijver:
of dat het crashte. Daardoor blijf ik toch gehecht aan een papieren agenda en een mooie vulpen.’ Wat was je eerste Mac? ‘Toen ik geld kreeg voor mijn eerste modellenwerk kocht ik zo’n oranje koffertje: een iBook. Ik heb nooit een desktop-Mac gehad. Ik werk niet op een vaste plek, dus ik zou niet weten wat ik met een bureaucomputer zou moeten. Al is het ook een nadeel dat de computer geen eigen plaats heeft. Bij ons thuis zwerven twee van die witte vlakjes – de MacBooks van m’n vriend en mij – en die liggen vaak op verschillende plekken. Het is wel vreemd hoe een laptop je afsluit voor een ander. Bijvoorbeeld wanneer iedereen bij een vergadering met geopende laptops tegenover elkaar zit. Aan de andere kant: ik heb met m’n laptop ook een boek kunnen schrijven, deels in de trein en deels op een set. Ik heb nooit behoefte gehad aan een grotere computer. Al merk ik nu wel dat ik de mail die ik op m’n iPhone binnenkrijg bijna als ‘niet echt’ beschouw. Puur omdat het maar zo’n klein schermpje is. Ik vergeet daardoor soms zelfs te antwoorden.’
Op een tragische, zwarte dag begon mijn MacBook te suizen, alsof er een dolgedraaide cd in zat.
Een papieren agenda? ‘Ja hoor, een Filofax. Een papieren agenda waarin ik lekker kan krassen, en ja, ik weet dat er een discrepantie in zit. Ik vind het grappig dat ik van vrienden hoor dat hun ouders het allemaal maar moeilijk vinden, dat gedoe met computers. Terwijl mijn vader, als hij bij me thuis is, zegt dat hij ‘even een nummer via zijn iPhone op mijn netwerk opzet’. Mijn oma heeft een iPad, en met haar speel ik Wordfeud. Ik vind het een fantastisch gegeven dat zij op haar flatje met haar kinderen en kleinkinderen deze nieuwe vorm van Scrabble kan spelen. Dat is ook de kracht van de iPad, dat hij door de overzichtelijke bediening heel makkelijk te gebruiken is voor ouderen.’
Dus alle ‘zware’ dingen doe je op jouw laptop? ‘Ja, ik schrijf bijvoorbeeld samen met Hanna Bervoets een wekelijkse column voor de Viva. Daar maken we ook foto’s bij, en die bewerk ik dan eventueel op de laptop. Ik heb wel Photoshop, maar dat doet het niet meer, dus ik bewerk ze nu in iPhoto. Na de iBook stapte ik over op een MacBook. Maar op een tragische, zwarte dag begon die te suizen, alsof er een dolgedraaide cd in zat. Toen ik hem wegbracht, bleek dat het moederbord was overleden.’
Hoe oud was de MacBook? ‘Meer dan drie jaar, en ik had hem ook overal mee naar toe genomen. Maar ik vind dat dat erbij hoort. Je moet hem als een Had je niet de neiging, zoals elke puber, om je tegen je ouders en hun gebruiksvoorwerp mogen behandelen, al kan er dan natuurlijk van alles gebeuren. Ik begrijp dus ook niet dat er mensen zijn die keuzes af te zetten? ‘Mijn broer heeft dat wel gehad. Hij was altijd bezig met computers geen externe harde schijf gebruiken. Als je, zoals ik, heel veel foto’s maakt, dan neem je toch niet het risico dat je ineens alles kwijt en trok mij daar lang in mee - we hebben samen veel met de Gameboy gespeeld. Maar op een gegeven moment haakte ik af en bent? Ik moet er niet aan denken.’ ging hij door. Hij bouwde op een gegeven moment zelf computers en zette zich af tegen Apple. Maar nu ontwikkelt hij apps voor de Dus toen kocht je weer een MacBook? iPhone.’ ‘En die heb ik nog steeds. Misschien dat de volgende een MacBook Air zal zijn, al heb ik daar nog niet over nagedacht. Ik weet wel dat een iPad niet zo interessant voor me is. Al wilde ik er laatst heel Welke app? graag even eentje hebben. Ik zat op een vlucht vanuit Rome en ‘Hij heet Phoenix, het is zo’n shootergame, en ze hebben volgens toen we net in de lucht waren, had ik mijn boek uit. En toen zag ik mij een miljoen spelers wereldwijd. Het is wonderbaarlijk dat ze schuin voor me, aan de overkant van het gangpad, een man met bij het bedrijf van mijn broer kunnen zien dat iemand ergens op een hoek in Bandung, of ergens in China, net een high-score heeft een iPad op schoot. Hij keek naar een boekenplank en bedacht wat hij nu eens zou gaan lezen. Toen had ik wel even een jaloers gehaald. Hoe dan ook, ik ben door de invloed van mijn ouders en broer al mijn hele leven omgeven door computers. Misschien dat moment. Maar ik hou heel erg van papieren boeken, van het ik me daarom heb verzet tegen het gepriegel met palmtops en zo’n omslaan van een pagina. Ik ben heel erg romantisch aangelegd. pennetje. Ik heb net te vaak gehoord dat iets niet synchroniseerde, Bovendien vind ik het een fijn idee dat je in een oogopslag al die
100 | 37
gelezen titels in je boekenkast kunt bekijken en zo kunt terugdenken aan wat je hebt gelezen. Mijn broer leest nu mijn boek en dat doet hij op z’n iPad – dat blijf ik toch een raar idee vinden.’
Ben je ook wel eens minder blij met je iPhone? ‘Ja, toen ik telefoonnummers van mijn Blackberry over wilde zetten. Met Bluetooth sturen lukte niet, evenmin als overladen via de computer. Het synchroniseren met andere producten dan Apple zou veel makkelijker moeten gaan. Daarnaast vind ik het geheugen van de iPhone beperkt. Ik kan niet al mijn muziek erop kwijt. Wat ik ook verwarrend vind: als ik in Contacten iemand selecteer, dan moet je maar weten dat je op het nummer moet drukken om te bellen. Want dat is normaal niet zo, dan staat er een groene knop. Over de batterijduur ben ik redelijk te spreken: ongeveer 24 uur, en het opladen gaat heel snel. Maar vergeleken bij de Blackberry valt het weer tegen - die ging soms wel drie dagen mee. Als ik een weekend naar Berlijn ging, dan nam ik de oplader niet eens mee.’
Ik hou heel erg van papieren boeken, van het omslaan van een pagina
Je hebt nog een papieren agenda en zegt dat je romantisch bent aangelegd. Past deze tijd eigenlijk wel bij je? ‘Ik vind het soms erg hard gaan. Ik vraag me wel eens af wat we vijf jaar geleden in de trein deden. Nu kijkt iedereen naar z’n smartphone. We zitten in een bus, maar ook niet, want het maakt niet uit waar je Heb je veel apps op je iPhone? bent en naast wie je zit. Wanneer ik met de trein reis, denk ik na ‘Ik kocht hem pas in december, dus niet echt. Omdat ik nu in over m’n boek, of nergens aan. Het is goed voor m’n concentratie. Rain Man speel, staat ‘AQ Test’ erop, de Autism Quotient Test. Als ik in plaats daarvan via m’n iPhone rondhang op filmsites of Natuurlijk niet te vergelijken met een test van een psycholoog, op Facebook dan leer ik wel dingen, maar die leiden me ook af. maar de hoogleraar die we tijdens de research spraken, vertelde Terwijl ik treintijd zo fijn vind om te reflecteren. Begrijp me goed: dat de vragen en uitkomsten wel in de buurt komen. Daarnaast heb ik een app waarbij je je iPhone als een dirigeerstokje gebruikt. ik ben er niet tegen. Ik constateer het en constateer ook dat het voor mij soms beter is om heel ouderwets na te denken en uit het Die probeer ik omdat ik binnenkort weer in de dramaserie raam te staren.’ ‘Levenslied’ kom en daarin speel ik de dirigent van een koor.’
♠
A BRIDGE FAR? EUW NINOT
♥
♠
♠
♥
Bridge in een flits DOOR BERRY WESTRA
DEEL 2
2
♦
♣
E G D I BRBarrie Ed Hoogenkamp
met
ie Harr
Y’S BERR
&
♣ ♦
UITGEVERIJ DIVO
VERKRIJGBAAR IN DE APP STORE
Bridgeboeken4.indd 1
08-10-12 20:26
Column V
Zoeken als een bezetene tekst beeld
Ferry Piekart Marijn van der Waa
H
et is inmiddels kwart voor vier ‘s nachts. Of ‘s ochtends, hoe je het maar wilt noemen. Het werk stapelt zich op. Drie stukken voor MacFan die dringend af moeten. De workshop ‘Films maken met je iPhone’ die ik voorbereid voor Film by the Sea. Een promotiefilmpje voor mijn e-book Gemekker. Maar niets van dat alles heeft mijn aandacht. Ik struin over het web, als een bezetene op zoek naar iets dat een half jaar geleden nog met één simpele muisklik te koop was. Ik moet het vinden. Eerder vandaag heeft zich een ramp in dit huis voltrokken. Een catastrofe van horror-achtige proporties. Ik haalde mijn oude iBook G4 tevoorschijn. Die gebruik ik niet zo vaak meer sinds ik een MacBook Air heb, maar vanmiddag kwam hij even goed van pas. Ik haalde de iBook voorzichtig uit zijn neopreen beschermhoes, en pakte er meteen de adapter bij. Dat moet wel, want de accu houdt het niet langer dan tien minuten vol. Dus gaat de iBook standaard aan het stopcontact. Maar ditmaal ging dat mis. Ik weet niet wat ik nou precies deed. Misschien was ik te onvoorzichtig. Trok ik het keurig-opgerolde-stroomsnoertje te snel los. Hoe dan ook, pats, er brak iets af. Eén van de briljant ontworpen uitklapbare hoekjes die je kunt gebruiken om je snoertje zo netjes op te rollen. Er ging een siddering door me heen. Even bevroor de tijd in een moment van opperste ontzetting. Mijn mond viel open, er had iets van geluid uit moeten komen, maar dat kwam niet. Ik voelde alle energie wegstromen en viel achterover in mijn stoel. Er was iets van Apple stuk. Fysiek kapot. Het afgebroken hoekje lag op mijn bureau, als een ordinair stukje plastic. Een gapende wond openbaarde zich in de adapter. Ik kon er nauwelijks naar kijken. ‘Secondenlijm!’, schoot door me heen, maar ik zag al snel dat ik het niet zo kon lijmen dat het hoekje nog zou functioneren. Heel even overwoog ik het stukje er dan maar muurvast in te kitten, zodat de gapende wond in ieder geval niet meer zichtbaar een authentieke Apple-adapter’, schreef iemand. Ik rilde. Bij de zou zijn. Maar een Apple-adapter met maar één functionerend hoekje... dat is te treurig voor woorden. Die moet je uit zijn lijden iBook-accu’s waren de kritieken nog dramatischer: ‘Houdt lading niet vast, en heeft kleurverschil met iBook’. Ik voelde een licht verlossen. misselijk gevoel opkomen; geen sprake van dat ik mijn iBook zou r restte nog maar één oplossing: een nieuwe kopen. En dan ook verkrachten met een accu die niet de juiste tint wit heeft. Bij het maar meteen een nieuwe accu, zodat mijn oude iBookje weer bestuderen van foto’s zag ik bovendien dat de LED-indicatoren - zo helemaal fit zou zijn. Stom dat ik dat niet eerder had gedaan. Dit fraai verwerkt in de originele Apple-accu’s - in de nep-accu’s waren was immers de computer die mij de liefde voor de Mac had bijge- vervangen door lompe gaatjes. bracht; ik wilde hem nog niet kwijt. et was een verschikking om langs honderden van die afgrijseEen tweede drama ontvouwde zich echter bliksemsnel. Een half lijke Apple-klonen te scrollen op eBay, alsof je zoekt naar een jaar geleden had ik nog accu’s en adapters voor mijn iBook in de prachtig kunstwerk op een gore vuilnisbelt. Apple Store gezien - dat wist ik zeker. Maar hoe ik ook zocht - nu Tot diep in de nacht zocht ik door, zonder te denken aan mijn verkocht Apple ze opeens niet meer. Wanhopig tikte ik de zoektermen meerdere keren in, maar tevergeefs. De Apple Store vertel- deadlines, wanhopige mailtjes van de MacFan-hoofdredacteur de me genadeloos dat er niet langer zoiets als een iBook bestond. negerend. O ja, ik vond wel tweedehandsjes. Vies-vergeelde, Ik had destijds niet mogen dralen. Nu was het te laat. Of bijna te grauwe, gebutste en bekraste iBook-adapters in overvloed. Maar ik laat. Er was natuurlijk nog één alternatief: de schimmige en onbe- wil een witte. Van Apple. Liefst met de originele verpakking er nog trouwbare wegen van eBay. bij. Ik ben verdoemd - zelfs eBay lijkt me niet te kunnen helpen. Het barst op die veilingsite van de iBook-adapters voor een habFerry Piekart schrijft elke twee maanden over Mac-verdwazing en is absoluut bekrats. Maar wie goed kijkt, ziet dat er geen Apple op staat. Ze bereikbaar voor aanbieders van originele, goed-onderhouden iBook-adapters en zijn hartstikke fake. Aziatische klonen. Knock-offs. En die moet -accu’s via
[email protected] ik niet. Zeker niet na wat ik op internet las over deze schaamteloze vervalsingen. ‘Werkt goed, maar voelt niet zo gepolijst als
E
H
102 | 33
Stevig op de pixeltroon
Valt er nog te concurreren met de iPad? De derde versie van het tablet dat in zijn eentje deze markt uitvond, neemt opnieuw flink afstand van de concurrentie. Het beeldscherm met 3,1 miljoen pixels doet zelfs een HD-televisie verbleken. Minzaam toont koning iPad vanaf zijn imposante pixeltroon de nieuwste oogverblindende toepassingen. Resolutionair, vindt Apple.
O
mdat het nóg scherper kan: 2048 pixels breed en 1536 punten hoog is het scherm van de nieuwe iPad, samengepakt op 198 bij 148 millimeter. Hoe geconcentreerd je er ook naar tuurt, het blijft verdraaid lastig om de losse pixels van elkaar te onderscheiden. En dat is op je Mac wel anders, weet iedereen die zijn neus wel eens dicht bij de monitor houdt. Het uiterlijk van de vernieuwde iPad, nog steeds verkrijgbaar in zwart of wit en met opslagcapaciteiten van 16, 32 en 64 GB, is vrijwel gelijk aan dat van zijn voorganger. Leg de generaties naast elkaar en dan nóg kost het moeite om aan te wijzen wie het derde en het tweede geboorterecht kan claimen. Knoppen zitten op dezelfde positie en de 50 gram extra gewicht voor de laatst geïntroduceerde valt alleen op met een weegschaal bij de hand. Maar dat scherm, daar is geen ontkomen aan. Hoewel de in prijs verlaagde iPad 2 een zeer aantrekkelijk product blijft, overklast de nieuwe uitgave zijn voorganger dankzij het pixelbombardement dat Apple organiseerde. Je merkt het verschil vooral als je na een paar dagen het oudere tablet nog eens oppakt. Dat zit ’m niet alleen in de scherpte - uiterst gunstig tijdens het lezen van pdf-documenten en het bekijken van foto’s - maar ook in betere verzadiging van de kleuren.
R Test
De nieuwe iPad
tekst Miro Lucassen
Innovatie in viervoud De 3,1 miljoen pixels vragen wel veel van de hardware. Hoewel Apple zowel een snellere processor als een krachtiger accu in de behuizing stopt, blijven de werkbare tijd en de snelheid van de toepassingen gelijk. Dat lijkt opmerkelijk in een industrie waar elke nieuwe generatie producten snelheidsrecords breekt, maar bij een tablet is het scherm de essentiële component waar al het andere voor moet wijken.
De iPad-camera neemt fatsoenlijke foto’s.
iLife op de iPad
De effectenwaaier in iPhoto geeft duidelijk aan wat je te wachten staat.
22 |
100
Nu de nieuwe iPad serieus kan fotograferen, vindt Apple het blijkbaar tijd om ook fotobewerking zelf ter hand te nemen. Naast de tientallen apps die uiteenlopen van eenvoudige effectfilters tot de gevorderde opties van Photoshop Touch biedt ‘iPhoto voor iOS’ een interessante kloon van de bekende toepassing op de Mac. De app organiseert, bewerkt en publiceert. De bekende functies krijgen op het tablet een eigen aanpak. Effecten verschijnen in een waaier en kleuraanpassingen werken met schuifjes onderin beeld. Exclusief op de iPad en iPhone kun je nu bewerkingen op een deel van de foto toepassen: kies uit de collectie een penseel dat verzadigt, lichter of scherper maakt. Wrijf op de plek waar je het effect wilt toepassen. De rest van de foto blijft onveranderd. Ook delen via Verslagen in iCloud werkt moderner dan de Mac momenteel mogelijk maakt. Meer daarover op pagina 66. De eerder verschenen iLife-apps GarageBand en iMovie kregen met de komst van de nieuwe iPad een update die meer toevoegt dan ondersteuning van het verbeterde beeldscherm. Voortaan kun je met iMovie trailers samenstellen op basis van sjablonen zoals je dat al kent van de Mac. Gecomponeerde muziek in GarageBand geef je gemakkelijk aan iMovie door als soundtrack en als je meerdere iOSapparaten in huis hebt, vorm je samen eenvoudig een aanraakorkest. Blijf als bandleider wel de maat aangeven voor het beste resultaat.
Vanuit de elektronica bekeken verlangt Apple vier keer zo veel in dezelfde ruimte. Zo’n innovatie krijgt niet iedereen binnen een jaar voor elkaar. Ondanks de zwaardere accu levert Apple dezelfde 10 Watt trafo mee en dus neemt opladen iets langer in beslag. Als je dat ’s nachts doet, ga je altijd met voldoende stroom op stap. Wel gewijzigd is de AV-adapter voor aansluiting op een tv. Die geeft nu 1080p video over hdmi door. Houd de oudere 720p-versie bij de iPad 2, want die geeft op het nieuwe tablet een foutmelding. Kort na de introductie ontstond wat opschudding over oude smart covers die ook niet meer zouden werken met de nieuwe iPad. Onze collectie hoesjes bleek gelukkig in orde.
Camera en 4G Je zult de iPad van 2012 vaker op zien duiken als serieus bedoelde camera. Hoe de fotograaf hem ook vasthoudt: dat ziet er nog steeds komisch uit. Voor de ingebouwde lens hoef je je niet meer te schamen. Met een capaciteit van 5 megapixel en een sensor die is gebaseerd op de laatste iPhone-versie leg je leuke foto’s vast en registreer je video in 1080p HD. Vanaf een statief bereik je zoals altijd de beste resultaten; uit het handje profiteer je van de softwarematige beeldstabilisatie. Apple loopt lang niet altijd voorop als het om de hardcore technische snufjes gaat, maar toch is deze iPad al klaar voor de vierde generatie mobiele netwerken. In Amerika komen die in de steden langzaam maar zeker van de grond. Bij ons is het nog afwachten geblazen. Tot nog toe mikken de telecomproviders op andere standaarden dan in de USA.
Solomuzikanten krijgen er weer een hulpje bij met Smart Strings, een collectie strijkers waarmee je de voetsporen van André Rieu kunt volgen. En mocht je moeite hebben om de precieze positie op de viool of cello te vinden, dan stel je gewoon de toonladderweergave in zodat er frets opduiken, net als bij een gitaar. Zo strijk je er nooit meer naast. iPhoto, iMovie, GarageBand voor iOS, € 3,99 per stuk
Met ingeschakelde toonladder strijkt geen violist er meer naast. Deze truc maakt natuurlijk wel een einde aan virtuoos glissando.
Je iPad met 4G LTE draait natuurlijk ook gewoon op onze ‘normale’ 3G en HSDPA-netwerken. Dat blijft net zo snel als je tot nog toe gewend bent.
Conclusie De nieuwe iPad is geen grote verrassing aangezien hij op het oog nauwelijks te onderscheiden valt van zijn voorganger. De 2012-uitvoering omvat wel aanzienlijke verbeteringen, waarbij het scherm de meeste aandacht trekt. Of de ingebouwde camera het tablet ook een serieuze positie geeft als foto- en videotoestel blijft afwachten. De toch al moeizame markt van e-readers krijgt door de nieuwe iPad de volgende gevoelige dreun te verwerken: zo resolutionair scherp haalt geen enkel zwartwitscherm. iPad, vanaf € 479 (WiFi, 16 GB) tot € 799 (WiFi/4G, 64 GB), www.apple.com/nl/ipad en www.apple.com/benl/ipad s Onvoorstelbaar prachtig beeldscherm Leuke ingebouwde camera t 4G mobiele data in Europa nog niet bruikbaar
MacFanScore
o
Apple TV Meer pixels op de iPad? Dan profiteert het tvscherm in de huiskamer natuurlijk mee. Het online mediacentrum Apple TV maakt in zijn nieuwe versie de sprong naar 1080p HD video en een snellere processor. De buitenkant van het zwarte kastje bleef gelijk: je ziet het verschil alleen aan het zappen via de afstandsbediening en op het tv-scherm. De uit tekst opgebouwde menu’s van de vorige versie maakten plaats voor iconen en dat vindt niet iedereen een fraaie oplossing. Wellicht broedt Apple nog op een radicalere wijziging, maar voortborduren op de steeds langere tekstmenu’s was ook geen optie. Achter de iconen duiken in de submenu’s wel weer tekstlijsten op. Hoewel de inhoud van de iTuneswinkel flink is uitgebreid sinds de bespreking van de Apple TV in MacFan•91 en 92 staat er nog van alles op het wensenlijstje, zoals een UPnP-client om buiten iTunes om video af te spelen. De nieuwe interface verschijnt na een update van de interne software ook op het eerste zwarte model.
100 | 23
Slimmer Apple-winkelen In de digitale winkels van Apple tref je weinig personeel aan, terwijl je toch wel eens wat te vragen hebt: hoe reken je af zonder creditcard, op welke wijze zet je dure aankopen als Final Cut Pro X op meerdere Macs in je huishouden, waar vind je de nieuwste Amerikaanse tv-series en moet je echt op alle apparaten apart updates installeren? Winkel voortaan slimmer bij Apple met deze tips.
tekst Miro Lucassen beeld Piet Blok
Apps, muziek en films kopen zonder creditcard Het op Amerikaanse leest geschoeide betaalsysteem van Apple gaat ervan uit dat je minstens één credit card in je portemonnee hebt. Maar in Nederland geldt dat slechts voor ruim de helft van de inwoners en ook in België valt lang niet iedereen voor het plastic geld met de hoge rente bij uitgestelde betaling. Bankpassen, het exclusief Nederlandse iDeal en PayPal doen helaas niet mee in de betaalmethodes van Apple. Naar het waarom valt slechts te gissen: in de Verenigde Staten mag je namelijk wél met PayPal betalen. Is Apple eenmaal in bezit van je creditcardnummer, dan maakt het bedrijf het je graag makkelijk om geld uit te geven. Wil je het toch liever anders? Je kunt als zuinige Europeaan jezelf beperken tot het enorme aanbod van gratis apps en incidentele koopjes van nul euro uit de entertainmentbusiness. De status van zo’n klant zonder portemonnee bereik je niet zomaar. Als je bijvoorbeeld een nieuwe Apple ID aanmaakt via iTunes, dan moét je een creditcard aanmelden of jezelf opgeven voor het online betaalsysteem ClickandBuy. Weliswaar kost deze eerste stap niks, maar een paar onverhoedse klikken later heb je opeens wel betaald. Wil je geen betaalinformatie opgeven tijdens het aanmaken van een nieuwe Apple ID, dan neem je de sluiproute: • Je bent niet aangemeld met een iTunes-account. • Kies een willekeurige gratis app voor een iDevice uit de hitlijstjes van de winkel. • Klik op de koop-knop die Gratis als prijs vermeldt. • Doorloop de stappen om je als nieuwe klant aan te melden en kies betaalmethode Geen. • Ook al verstrek je geen betaalgegevens, Apple wil wel een mailadres en ook een bestaand postadres. Wil je af van een eerdere machtiging van Apple om je portemonnee te legen, dan kun je de koppeling met je creditcard of ClickandBuy als volgt schrappen:
48 |
100
• Open iTunes. • Meld het account aan en kies rechtsboven voor toegang tot je account. Meestal wil Apple nogmaals je wachtwoord zien. • Bewerk je betaalgegevens en kies voor Geen. Natuurlijk wil je soms wél een app, liedje of boek kopen. Dat kan met de iTunes cadeaukaarten die je in allerlei winkels bij de kassa vindt. Achterop staat een krasvakje met een code die je invoert bij je account. Vervolgens houdt iTunes je tegoed bij. Vanwege de prijzen in de digitale Applewinkels die allemaal net niet zijn afgerond, zul je het saldo waarschijnlijk nooit meer naar € 0,00 zien dalen.
q
w
Achtergrond
Koop eenmaal voor het hele gezin Apple wil het graag zo: gebruik voor al je activiteiten in de iTunes-winkel en zijn filialen hetzelfde Apple ID. Doe jezelf een plezier en koppel die combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord ook aan iCloud en de online winkel waar de fabrikant zijn eigen producten, geselecteerde accessoires en software verkoopt. Nu heb je het voor je persoonlijke aankopen goed geregeld. Als je meerdere apparaten gebruikt, verschijnen je nieuwe aanwinsten zelfs zonder ingreep op alle relevante toestellen. Maar hoe profiteert de rest van het gezin van jouw Apple-aanschafstrategie?
e
r
Met een iPad in de woonkamer werkt het eenvoudig: die zit vastgeklonken aan jouw Apple-identiteit. Maar als je geliefde en je kinderen over eigen Macs beschikken, stuit je verrassend snel op grenzen. Een digitaal boek doorgeven aan een andere Apple ID is er niet bij. Aangeschafte muziek mag je op maximaal vijf computers afspelen. Met z’n tweetjes is dat heel wat, maar komt er ook een puber of twee aan te pas, dan zit Thuisdeling voor muziek al snel op zijn maximum. Moeten je gezinsleden nu ieder voor zich Trein (€ 0,79), Weather Pro (€ 2,99) en iPhoto (€ 3,99) aanschaffen? Dat leidt tot gezeur in de portemonnee, zeker als je ook in de Mac App Store te maken krijgt met titels als Aperture (€ 62,99) en Final Cut Pro X (€ 239,99). Gelukkig kun je op al jullie apparaten elkaars apps installeren. De Mac App Store laat je op alle computers in je huishouden inloggen met je Apple ID en dan heb je de aangeschafte software voor het uitkiezen. Op de iPhone van je partner ga je naar de App Store en je logt in met jouw gegevens. Nu tap je via Updates naar Aankopen en daar selecteer je de apps die je geliefde nodig heeft. Nog eenmaal het wachtwoord invoeren en de download gaat van start. Synchroniseert je huisgenoot liever met zijn eigen Mac, dan werkt het net zo. Log in op de iTunes Store met jouw account. Welke toepassingen bezit je ook alweer? Dat ontdek je eenvoudig via de snelkoppeling Aankopen in de rechterkolom van de iTunes Store. Een paar muisklikken later staan ze op de tweede Mac en kun je ze toevoegen aan het iToestel van je keuze. Na de synchronisatie log je weer uit zodat je de baas blijft over je eigen Apple-portemonnee. Voor apps op de Mac en iDevices verschijnen regelmatig updates. Als je even doordenkt, weet je dat je de iOS-updates binnen iTunes op je Mac gewoon kunt negeren, aangezien al het materiaal toch in de iCloud staat. Deze optie is alleen nog zinnig voor de iPhone 3G en de oudste versies van de iPod touch. Installeer je nieuwe softwareversies eenvoudigweg op het apparaat waar je de apps gebruikt. Dat gaat goed zolang er maar een WiFi-netwerk bij de hand is. Je medebewoners zullen merken dat ze jouw aankopen alleen kunnen updaten met jouw wachtwoord. Het hedendaagse Apple-huishouden houdt dus één keer per maand een updatesessie rond de keukentafel. Minstens net zo leuk als ganzenborden...
Wat je ver haalt is extra lekker q iTunes levert alleen als je over een account beschikt. w Een Apple ID bestaat uit een mailadres en een wachtwoord. Apple verlangt bovendien je geboortedatum en je postadres. e iTunes toont al je aangekochte iOS apps op de Mac. r In je online accountinformatie bij Apple kun je precies zien wat je allemaal hebt aangeschaft. t De iPhone haalt ontbrekende apps van het aangemelde Apple ID met een tap uit iCloud.
t
De nieuwste seizoenen van bijzondere tv-series, speciale speelfilms, muziek van bijzondere regionale smaak: Apple heeft wereldwijd heel wat materiaal in de digitale winkel dat niet te vinden valt in de Nederlandse iTunes-etalage. De lastig te ontwarren kluwen van auteurs- en uitvoeringsrechten is meestal verantwoordelijk voor zo’n pijnlijk gemis. Wil je toch boodschappen doen in het Duitse, Spaanse of Amerikaanse iTunes-filiaal, dan pas je dezelfde truc toe waarmee je een Apple ID maakt zonder betaalrekening: gratis app aanschaffen in de betreffende winkel. Zorg wel dat je een geldig postadres paraat hebt en overweeg een apart mailadres voor deze activiteit in de digitale schemerzone: je overtreedt namelijk de licentievoorwaarden.
100 | 49
R
dagen van account wisselen. Wanneer je wekelijks de nieuwste hits ophaalt in Amerika én Nederland schakel je het schuifje voor muziek maar beter uit. Dat voorkomt ergernis in de vorm van een bombardement foutmeldingen. Jammer genoeg kun je een buitenlandse aanschaf niet naar je Nederlandse Apple ID ‘verhuizen’ als de muziek of app alsnog in onze Store verschijnt. De band tussen je aankoopidentiteit en het product is in Apples visie voor eeuwig.
Bescherm je Apple ID Bij het terughalen van je eerdere aankopen mag je nog eens je wachtwoord opgeven voordat Apple levert.
De iTunes Store probeert je altijd te verleiden tot nieuwe aankopen met fraai vormgegeven promoties. App-ontwikkelaars doen hun uiterste best om hier een plekje te bemachtigen, want daar staat altijd een piek in het verkoopaantal tegenover.
Mocht iemand daar ooit moeilijk over gaan doen, dan wil je er geen last mee krijgen in de rest van je digitale identiteit. Al die buitenlandse Apple-filialen kennen hun eigen cadeaukaarten die je helaas niet kunt uitwisselen. Daar moet Europa nog maar eens actie tegen ondernemen, want zo’n Apple-code valt net als boter, kaas en eieren onder het vrije verkeer van goederen. Zolang eurocommissaris Neelie Kroes de barrières niet weet te slechten, speelt zich op internet een levendige handel af in iTunes-codes. Google helpt je de weg te vinden. Kies voor leveranciers met een goede reputatie zoals iTunescode.nl en iTunecode.be. Betaal met PayPal of je creditcard zodat je bij problemen je geld terug kunt vragen en laat je niet verleiden tot ‘te mooi om waar te zijn’. De verkoper doet zijn handeltje om eraan te verdienen. Je naar Italië geëxporteerde euro verliest onherroepelijk een paar procent waarde. Als je voor internationale oriëntatie kiest, moet je helaas afzien van het gemak van automatische downloads. Die zijn namelijk gekoppeld aan je Apple ID en je mag slechts eenmaal per negentig
Je Apple ID is meer dan een combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord: deze identiteit geeft rechtstreeks toegang tot je creditcard, bankrekening of aankooptegoed. Hoewel de portemonnee alleen binnen het Apple-universum bruikbaar is, voeren gewiekste hackers een kat-en-muisspel met de iTunes Store om frauduleus geld uit het systeem te persen. Een vernuftige combinatie van valse tegoedbonnen en gehackte accounts bracht vorig jaar bijvoorbeeld een geldstroom op gang naar een app-ontwikkelaar die óf in het complot zat óf zelf ook slachtoffer was. De truc in hoofdlijnen: zorg dat er een app in de Store staat met aankopen binnen de toepassing, bijvoorbeeld voor extra functies of levels in een spel. Misbruik deze vervolgens door met gehackte accounts en valse tegoedbonnen af te rekenen en verdeel de automatisch uitgekeerde opbrengst snel over lastig te achterhalen bestemmingen. Apple zal argwaan krijgen. Dan verdwijnt de app subiet uit de winkel en verliest de ontwikkelaar zijn toegangsrechten, maar de slimste criminelen hebben de buit op dat moment al binnen. Tegen dergelijke operaties kun je als klant weinig ondernemen. Voor je Apple ID geldt hetzelfde als voor iedere digitale identiteit met toegang tot een betaalmiddel: kies voor unieke wachtwoorden per dienst en maak ze niet te makkelijk. En trek aan de bel bij Apple én je creditcardmaatschappij als er toch iets misgaat.
Denk aan je backup Hoewel iCloud belooft dat je al je aankopen probleemloos weer uit het grote Apple-datacentrum kunt halen om op een nieuw toestel te zetten, is dat niet altijd de waarheid. Soms laten de controleurs een app door waar ze later spijt van krijgen, zoals iTether dat iedere iPhone omtoverde in een WiFi-hotspot. Een ontwikkelaar kan stoppen, bands en platenmaatschappijen kiezen een andere zakelijke koers. Op de Mac is alle iTunes-inhoud op je harddisk veilig via een Time Machine-backup. Voor extra zekerheid kun je kostbaar materiaal verzamelen in een afspeellijst en de inhoud op dvd branden. De iPhone en iPad kennen hiervoor geen andere voorzieningen dan de backup naar iCloud: nóg een goede reden om je iDevice af en toe aan de Mac te hangen. Die werkt de bibliotheek op de computer automatisch bij voor extra zekerheid. iTunes support: www.apple.com/nl/support/itunes www.apple.com/benl/support/itunes
100 | 51
Origami-schild voor de iPad tekst Alfred Konijnenbelt Een hoesje voor je iPad dat de WiFi-ontvangst met een factor 36 verbetert, het bereik maar liefst zes keer vergroot, het mobiele signaal tien keer versterkt, je zendbereik drie keer verruimt, de downloadsnelheid negen keer verhoogt en als klap op de vuurpijl het stralingsniveau van je iPad verlaagt tot 90% beneden de internationale norm? De kleine lettertjes bij de beloftes van Pong Research moet je goed lezen, maar ook dan blijft er nog heel wat over.
e patenten van Pong Research rond verbeterde ontvangst en stralingsbeperking van mobiele apparaten zijn verwerkt in speciale hoezen die zowel versterkende als beschermende materialen bevatten. De claims van het Amerikaanse bedrijf klinken ongelooflijk. De eerste adder onder het gras is dat overal natuurlijk de term ‘tot’ voor staat: tot 36 keer beter, tot 6 keer groter, tot 9 keer sneller, enzovoorts. De tweede adder: Pong gebruikt deze cijfers in vergelijking met ‘andere hoezen van toonaangevende fabrikanten’. Die blijken in de praktijk de ontvangst soms juist te verzwakken. Vergeleken met een ‘blote’ iPad of aangekleed met een Apple Smart Cover komen er heel andere beloften uit de hoge hoed: tot 3,3 keer betere WiFi-ontvangst, tot 1,6 keer groter WiFi-bereik en tot 3,1 keer snellere downloads. Lees de reclamelettertjes dus met een vergrootglas, maar weet ook dat diverse onderzoeken in Amerikaanse laboratoria de claims grotendeels bevestigen. Die research herhalen we niet: een praktijktest van enkele weken in binnen- en buitenland toont aan wat je echt aan dit 100 euro-accessoire hebt.
gaat Pong verder dan Apple. Het is jammer dat de mogelijke standen niet duidelijk in de handleiding staan, want het vergt enige oefening om ze alle vijf te beheersen. Handig is het zeker!
Lexan en origami
Conclusie
De Pong Case voor de nieuwste generatie iPads ziet er buitengewoon degelijk uit. De hoes, die niet alleen de voorzijde maar de hele iPad omsluit, is gemaakt van zwarte Lexan. De leerachtige kunststof voelt net als de grijze binnenzijde prettig aan. Evenals bij de Apple Smart Cover gaat de iPad vanzelf aan wanneer je de hoes opent en valt hij automatisch weer in slaap als je de hoes sluit. Het geheel sluit strak om de iPad. Alle knopjes en aansluitingen blijven goed bereikbaar. De test is uitgevoerd met het model voor WiFi en 3G. Er bestaat ook een goedkopere WiFi only-variant. De voorzijde van de hoes is gemaakt volgens het origamiprincipe, waardoor je deze in vijf verschillende vormen kunt vouwen. Je gebruikt de iPad rechtop of onder een hoek van ongeveer 60 of 30 graden. Dit kan zowel in liggende als staande oriëntatie en daarmee
Soms-scenario’s De iPadhoes is getest in Nederland, Roemenië, Rusland, Slovenië en Frankrijk; thuis, in de trein, op vliegvelden, in hotels en op campings. We voerden de proeven uit onder optimale WiFi/3G-omstandigheden én in somseen-soms-geen-streepjesscenario’s. De meerwaarde van de Pong Case vind je vooral in de laatste categorie. Hier maakt het wel of niet gebruiken van de hoes in veel gevallen het verschil tussen wel of geen ontvangst, of tussen belabberde en acceptabele ontvangst. De Pong wérkt, dat zie je ook zonder meetapparatuur. Hoeveel procent precies en onder welke omstandigheden, dat is voer voor andere onderzoekers met een draagbaar laboratorium. Hetzelfde geldt voor de claim dat de hoes beschermt tegen overmatige elektromagnetische straling. Dat is sowieso interessanter onderzoeksgebied bij telefoons, die je wel aan je oor houdt.
Test S
D
De Pong iPad Case is vooral interessant voor mensen die vaak onder minder optimale omstandigheden toch mobiel internet nodig hebben. Je boekt er weinig voordeel mee in stedelijk West-Europa met zijn talloze WiFi-netwerken en goede mobiele dekking. Op het platteland en in afgelegen gebieden daarentegen maakt de Pong Case meer dan eens het verschil tussen wel of niet online werken. Pong iPad case voor nieuwe iPad, $ 129 + $ 30 verzendkosten (€ 130), www.pongresearch.com Werkt! Slimme en degelijke hoes Overdreven reclamekreten Behoorlijk prijzig
MacFanScore
i 102 | 29
Lightroom blijft verbazen De vierde versie van Adobes alles in één pakket voor digitale fotografie Lightroom lonkt met interessante vernieuwingen en een fors gedaalde prijs. Video, landkaarten en fotoboeken van Blurb krijgen een pluspunt, het lokaal bewerken van de opnames laat nog wel iets te wensen over.
H
et bibliotheekscherm, de basis van Lightroom, geeft je het vertrouwde totale overzicht op je fotocollectie. Op het eerste gezicht is alles bij het oude gebleven: overzichtelijk en met alle mogelijke zoekfuncties. Je materiaal importeer je nog steeds snel en duidelijk. Wel valt je oog direct op extra modules bovenin. De nieuwkomers Kaart en Boek melden zich naast Bibliotheek, Ontwikkelen, Presentatie, Afdrukken en Web. Onder de motorkap moet ook het één en ander vernieuwd zijn, getuige de hogere systeemeisen: voor minder dan OS X 10.6.8 op een 64-bit machine doet Lightroom het niet meer. De prestaties blijken in orde: op de testmachine, een Mac mini 2,53 GHz met 4GB werkgeheugen, draaide het programma prima.
Test
Volop in beweging
R 54 |
De uitgebreide ondersteuning van video zie je niet meteen aan de modules, maar wel zodra je een clip opent. Via het menu ‘Snel ontwikkelen’ in het Bibliotheek-scherm pas je kleurtemperatuur, kleurtint, belichting en contrast van je video aan. Met de bewerkingsbalk onderin navigeer je beeld voor beeld door je film en kort je fragmenten in. Ook is het hier mogelijk een videoframe als still vast te leggen of een ander posterframe te kiezen als miniatuurweergave in de overzichten. Probeer je nog geavanceerder te bewerken via de module Ontwikkelen, dan geeft Lightroom helaas niet thuis. Gelukkig kun je via een omweggetje toch de meeste gereedschappen uit het ontwikkelmenu op je video loslaten. Kies daarvoor eerst een representatief frame en maak er een still van. Ontwikkel dit stilstaande beeld zoals je het hele fragment wilt zien en sla de gewenste bewerkingen op als een gebruikers-voorinstelling. Keer terug naar het Bibliotheekscherm en nu kun je via ‘Snel ontwikkelen’ je persoonlijke voorinstelling toepassen op de hele clip. Lightroom exporteert je bewerkte films naar een mp4bestand maar kan ook rechtstreeks materiaal plaatsen op Facebook en Flickr. Plugins van derden breiden de mogelijkheden uit naar andere formaten en diensten. Voor de populaire bestemmingen YouTube en Vimeo is het wachten nog op een geïnspireerde ontwikkelaar.
tekst
Tjeerd Jansen
q
w
tijdstippen. Als de klokken niet gelijk blijken te lopen, kun je eenvoudig een tijdverschuiving instellen voor de juiste correctie. Ontbreken de gps-data in je opnamen, dan zoek je in Lightroom simpel de locatie en zet je de foto’s alsnog op de juiste plek. Een popup bij de kaart laat je door de foto’s van een bepaalde plek bladeren. Met dubbelklikken open je een specifieke opname in het Bibliotheekscherm voor verdere bewerking. Het is ook mogelijk vanaf de metagegevens van een foto naar kaartweergave te klikken. Je ziet meteen welke andere foto’s dezelfde gps-gegevens bevatten en je kunt een lijst van locaties bijhouden. Als je in die collectie opnames zoekt, moet je erop letten dat de selectie in de filmstrip Wereldwijd op de kaart op ‘Alle foto’s’ staat. Vergeet je dit, dan kun je materiaal De nieuwe module Kaart plaatst je foto’s op een platte- missen. grond met behulp van de gps-gegevens uit de opname. Prachtig op papier Smartphones doen dit vrijwel vanzelf en steeds meer Concurrent Aperture kent al jaren de route naar een camera’s kennen er een accessoire voor of een ingefotoboek op papier. Lightroom leunde voor dit doel bouwde module. Ook met de informatie van een op externe plugins, maar werkt nu direct samen met gps-tracker weet Lightroom raad. De software synBlurb, één van de betere online albumleveranciers. Je chroniseert de locatiedata met de foto’s op basis van
101
e
stelt zo’n boek in Lightroom snel samen via een gevarieerde collectie automatische layouts. Deze methode legt indirect het aantal pagina’s vast: je krijgt geen gelegenheid om de omvang te begrenzen. Voor meer controle en variatie kies je voor een eigen ontwerp op basis van voorbeelden. Sleep de foto’s erin, zoom in of uit, plaats tekst en klaar. Lightroom en Blurb letten op je budget door de prijs bij het gekozen aantal pagina’s en kwaliteit te schatten. De keuze bestaat uit vijf formaten, drie omslagtypes en vier papierkwaliteiten. De afwikkeling van de bestelling verloopt met een druk op de knop via de website van Blurb. Heb je een eigen drukpers tot je beschikking, dan exporteer je naar een PDF-bestand.
Extreem ophelderen In het hart van Lightroom, de toch al zeer complete module Ontwikkelen waar je RAW-fotografie verwerkt, wist Adobe zinvolle verbeteringen aan te brengen. De functies Hooglichten en Schaduwen zijn de opvolgers van Herstel en Invullicht inclusief drastische verbeteringen. Vooral de uitgebeten hooglichten die snel opduiken bij veel digitale camera’s profiteren van deze vernieuwing. Het extreem ophelderen van schaduwpartijen introduceert enige ruis, maar de hinder valt reuze mee en laat zich eenvoudig wegwerken met de sublieme ruisonderdrukking. Voortaan lukt dit ook in een deel van de foto met het penseel voor lokale bewerking; zo verlies je zo min mogelijk scherpte. Het palet voor lokaal bewerken kreeg hooglichten, schaduwen, moiré en kleurtemperatuur en kleurtint erbij. Deze welkome toevoegingen brengen Lightroom nog niet op gelijk niveau met de concurrentie. Apple Aperture en Corel Aftershot Pro houden hun voorsprong op dit onderdeel. Het lijkt erop dat Adobe de Lightroomgebruiker ook graag nog een licentie voor Photoshop verkoopt.
Conclusie
q Met de nieuwe kaartmodule zet je eenvoudig al je foto’s op de plattegrond. Als extra handigheidje kun je kaartlocaties opslaan.
w De uitgebreide bewerkingsopties voor video maken Lightroom 4 een uniek stuk gereedschap voor de fotograaf die ook filmt.
e De mooie wolkenlucht boven dit berglandschap valt helaas weg door een te hoog contrast. Van boven naar beneden het origineel, de verbeteringen door Lightroom 3, het resultaat van Aperture en de winnaar Lightroom 4. De vernieuwde Hooglichten en Schaduwen halen een verbluffende hoeveelheid detail in de hoge lichten terug terwijl de rest van het beeld er niet onder lijdt.
Adobe heeft er een flinke schep bovenop gedaan met Lightroom 4. Op het onderdeel lokaal bewerken valt nog wat te wensen, maar verder niets dan lof over dit verbluffende programma. De uitstekende layout mogelijkheden laten je gevarieerde boeken produceren. De kaartfunctie is niet alleen leuk, maar biedt reis lustigen ook een handig extra organisatiegereedschap. De grote klapper maakt Lightroom met de uitgebreide ondersteuning voor video. Fotograferen en filmen gaan steeds vaker hand in hand. Dan is het een logische stap om deze opnames in één programma te beheren. Voeg daar de sterk verbeterde hooglicht en schaduwcorrectie aan toe plus de fors verlaagde prijs en het mag duidelijk zijn dat Adobe een winnaar op de markt heeft. Photoshop Lightroom 4, € 130, www.adobe.nl Mooie kaart- en boekfunctie Geweldig uitgebreide video-opties Verlaagde prijs Lokaal bewerken blijft achter
MacFanScore:
o 101 | 55
Een dagje iPhone-Hollywood MacFans columnist Ferry Piekart maakt een film op zijn iPhone. Dat kan iedereen doen. Maar wat heb je op de dag van de opnames allemaal nodig om er écht een succes van te maken? tekst
Achtergrond
‘B
S 20 |
riljant!’, riep ik tijdens de eerste test-opnames van mijn korte film ‘Goedemorgen!’. Met mijn iPhone nonchalant in de hand filmde ik een paar scènes. De kleuren spatten van het schermpje af, zelfs zonder extra licht. Om je vingers bij af te likken, dacht ik tevreden. En ik vroeg me af waarom niet iedereen films maakt met zijn iPhone. Het antwoord kwam later op de middag toen ik de beelden thuis op mijn Cinema Display bekeek. Weg enthousiasme. De kleuren zagen er minder mooi uit op mijn matte display, en er zat ongelooflijk veel ruis in. Het beeld trilde bovendien; ik bleek lang niet zo’n vaste hand te hebben als ik dacht. De audio was een ramp: ik hoorde veel storend omgevingsgeluid (waaronder mijn eigen ademhaling, verroest) en de dialoog die ik wél wilde horen, was soms te onduidelijk. Gelukkig was het maar een test. Maar wel met een duidelijke boodschap: het glossy beeldschermpje op je iPhone is je grootste vijand. Alles ziet er daarop smeuïg uit. Ideaal als je een film maakt die andere mensen alleen op hun iPhone gaan bekijken. Maar meestal is dat niet zo. Of je nou een korte film maakt zoals ik, of een reportage van een bruiloft, of een serie interviews met de titel ‘Oma vertelt over vroeger’ voor je achterkleinkinderen... het is aannemelijk dat je kijkers het filmpje op een tv, op een computerscherm of zelfs via een beamer gaan zien. Dat kan nog steeds best als je met een iPhone filmt, maar niet zonder hulp. Tijd om je iPhone te pimpen!
Vaste hand Als je los uit de hand filmt, heb je altijd het idee dat je de meest perfecte, vloeiende shots maakt. Je brein
101
beeld
Ferry Piekart Lilian Habraken en Edgar Grimbergen (Studio Wonderdag)
helpt een handje om je dat gevoel te geven. Als je diezelfde beelden later terugziet, oogt het camerawerk doorgaans tenenkrommend slecht. Het schokt, het trilt, het rammelt. Les 1 is dan ook: mount je iPhone. Een statief is de simpelste oplossing. Gebruik een stevig en wat zwaarder exemplaar; daarmee maak je tilt- en pan-bewegingen makkelijker dan met een goedkoop plastic geval dat bij de minste geringste aanraking omkukelt. Er bestaan talloze accessoires om je iPhone op een standaard statief te zetten. De Glif is een heel goedkope en ideale oplossing. Alles met statief filmen levert keurige beelden op, maar wordt een beetje saai. Je wilt ook wat beweging
in je camerawerk. Alles is mogelijk, zelfs dollyshots: met een accessoire als de Mobislyder laat je je iPhone over een rail rijden terwijl je filmt. Ik vond dit fraai gefotografeerde product van www.mobislyder.com iets te veel plastic. Leuk speelgoed, maar niet voor het serieuze werk. Ik liet de rails links liggen en ging voor professioneler Hollywood-materiaal. Cameramannen in Hollywood dragen bij sommige shots een soort Steadicam-harnas. De camera is gemonteerd op een mechanische arm en hangt door een ingenieus systeem van contragewichten ‘los’ in de lucht. Met een Steadicam kan de cameraman zelfs rennen, en dan beweegt zijn camera nog recht en schokvrij mee. Dat wil je als iPhone-filmer natuurlijk ook. En dat kan: koop de Steadicam Smoothee, speciaal voor iPhonefilmers. Het is geen harnas, maar een simpel ding dat je in de hand houdt. Je monteert je iPhone en je kunt ongelooflijk vloeiende beelden maken. Zo wint je film direct aan production value. Ik bestelde de Smoothee weken van te voren. Want op de site begreep ik al: het is een ding met een steile leercurve. Bestudeer de instructiefilmpjes op de site van Steadicam zorgvuldig en oefen veel. Je bedient de Steadicam met één hand. Het lijkt kinderlijk eenvoudig, maar dat is het niet. Je ontdekt meteen dat je arm constant tegen het contragewicht aan zit. Dat is strikt verboden: als dat gewicht niet vrij hangt, verliest de Steadicam zijn werking. Naast dit evenwichtskunstje gebruik je je duim en je wijsvinger om de camera te sturen. Dit vereist fijne motoriek: je vingers moeten sturen, maar tegelijkertijd zo min mogelijk druk uitoefenen op het scharnierpunt van de Steadicam. Die moet immers zijn eigen balans vinden; als je die verstoort, is het effect - alweer - weg. Moeilijk.
Niet als je een stukje filmt terwijl je rechtdoor loopt. Wel bij elke beweging naar links of rechts. Die bochten krijg je maar lastig onder de knie.
Minutenwerk Je pakt de Steadicam alleen voor de shots als dat echt nodig is. Gewoon een stukje dialoog of een close-up doe je allemaal lekker vanaf statief. Pas bij de moneyshots gebruik je je zwevende arm. Voor ‘Goedemorgen!’ had ik een aantal Steadicam-shots gepland. Ze stonden keurig in het storyboard. Maar uiteindelijk filmde ik er niet één. Mijn film duurt namelijk tussen de 10 en 15 minuten. Ik had één dag om alles op te nemen. Dat lijkt een zee aan tijd. Maar dat is het niet. In Hollywood filmen ze gemiddeld 3 minuten per dag. Tien minuten is vreselijk veel. Ik werkte met een kleine crew en slechts twee acteurs, op één locatie... ik dacht dat het wel haalbaar was. Het lukte uiteindelijk ook, maar dat betekende dat ik op de opnamedag pragmatisch met mijn plannen om moest gaan. En bovenal: dat ik de planning scherp in de gaten moest houden. Uitlopen was geen optie. Uit mijn voorbereidingen wist ik dat Steadicam-shots lang duren. Bij het oefenen thuis kostte het meestal een paar keer voor het naar tevredenheid liep. En dan filmde ik een bloemenvaas die behoorlijk rolvast bleek. Ik schatte in dat het me op de opnamedag ontzettend veel tijd zou kosten om met acteurs én Steadicam alles goed te krijgen. Als slechts één op de vijf Steadicampogingen goed was, dan moest die ene take ook qua acteerwerk precies de goede zijn. Ik had met Alexandra Alphenaar en Arie Rustenburg twee acteurs die enorm tekstvast waren, dat was een geluk. Maar dan nog: als je een take meerdere keren doet, dan is er beslist één die
101 | 21
het beste is. De kans dat dat ook de beste Steadicamversie is... dat vergt veel geluk, of ontzettend veel takes. Dat risico durfde ik op de opnamedag uiteindelijk niet te nemen. De Steadicam bleef in de tas.
Dialoog én tranen Waarom duurt filmen zo lang? Zet de camera aan, laat de acteurs acteren, en hop: je hebt een scène opgenomen. Zo simpel lijkt het. Tot je later op je Mac wilt gaan monteren. Dan ontdek je: er valt weinig te editen als je niet over verschillende shots beschikt. Neem een dialoog als voorbeeld. Actrice Alexandra wordt boos op acteur Arie. Ze schreeuwt tegen hem, barst in tranen uit, en geeft hem een klap in zijn gezicht. Die tranen wil je in een close-up, dat is mooi. Maar bij die klap moet je natuurlijk een shot van de twee acteurs samen hebben. En als zij in tranen uitbarst, wil je daarna eigenlijk ook een close-up van Arie, om de ontgoocheling op zijn gezicht te zien. Daarom neem je zo’n dialoog drie keer op: één keer een totaalshot met beide acteurs, één keer close bij Alexandra, en één keer close bij Arie. De acteurs moeten dezelfde dialoog dus meerdere keren spelen. En omdat het nooit in één keer goed gaat, kost elk shot je meerdere takes. Een snel rekensommetje: je filmt 1 dialoog met 3 verschillende shots, en elk shot kost je een stuk of 5 takes (als een acteur de slappe lach krijgt, wat zomaar kan gebeuren, dan worden het er ontzettend veel meer). Zo neem je dus al 15 takes op voor één stukje dialoog. Je filmt niet constant: tussen de shots door praat je met de acteurs, je bent aan het rommelen met lampen, en je kijkt opnames terug. Met de registratie van die ene dialoog - die misschien maar 30 seconden duurt - ben je als je niet uitkijkt een uur verder. Als je het zo doet, heb je thuis op je Mac wel wat te editen. Je kunt natuurlijk ook met meerdere iPhones tegelijk filmen, maar je zult al snel merken dat je het daarmee erg ingewikkeld maakt: lampen, kabels en crew staan sneller in beeld. Je hebt ook opeens meer cameramensen nodig.
Bak daglicht Gedonder met heel veel kabels en lampen ben je natuurlijk kwijt als je je film op een zomerse dag buiten opneemt. Niet dat in fel zonlicht filmen makkelijk is, maar in ieder geval is er genoeg licht. Ik filmde
22 |
101
mijn korte film binnen, in een hotelkamer. De testbeelden zagen er op mijn glossy iPhone zo mooi uit dat ik er bijkans van ging kwijlen, maar op een groter scherm bleek het beeld een ramp. De iPhone-camera heeft veel licht nodig om goede prestaties te leveren. Binnen ontkom je niet aan extra lampen. Een set uitlichten is een vak apart. Dat vak beheers ik niet, dus ik wist meteen dat ik het mezelf vooral makkelijk moest maken. Ik was het meest benauwd voor een avondsfeer, aangezien mijn verhaal zich juist overdag afspeelt. Dat avondsfeertje ontstaat al snel met geel kunstlicht. Daarom huurde ik bij Budgetcam een LED-set van drie panelen. Er komt een ontstellende hoeveelheid licht uit. En het mooie is: het ziet eruit als daglicht. Bijkomend voordeel: LED-panelen worden niet heet, waardoor je ze heel makkelijk verplaatst. Je kunt ze ook probleemloos in de buurt van gordijnen of wat dan ook zetten. In mijn film moest een zomers zonnetje de kamer binnenvallen. Het was die dag echter grauw en grijs buiten. Geen punt: een LED-paneel achter de vitrage wierp kunstmatig een bak zonlicht naar binnen. Dat was mij als absolute beginner met andere verlichting nooit gelukt.
Scherpte in de hand Een mooie film maak je door te goochelen met licht. Maar aan alleen lampen heb je alweer niet genoeg. Je moet ook met je camera kunnen spelen. Als je gaat filmen met de standaard camera app in je iPhone, dan merk je al snel dat die op eigen houtje allemaal dingen doet die je helemaal niet wilt. Bijvoorbeeld opeens gaan scherpstellen tijdens een camerabeweging. Waar-
door er plots een onscherp stuk in je shot opduikt. Of de camera past de belichting aan, omdat er een raam in beeld komt, waardoor kleuren en contrast in je beeld opeens veranderen. Allemaal heel handig als je net je peuter filmt die van zijn schommel valt, want dan heb je geen tijd om allerlei dingen in te stellen. Maar als je wat professioneler wilt werken, eis je opties. Je wilt de scherpstelling, lichtmeting en wit balans zelf bepalen. Je iPhone kan dat allemaal, maar dan wel met een aparte camera app. De beste is Filmic Pro; voor een paar euro schaf je daarmee in de App Store een camera aan die is ontwikkeld door Hollywoodexperts. Met Filmic Pro mag de iPhonecamera nog steeds zelf het licht en de scherpstelling meten, maar vervolgens zet jij de waardes op slot, zodat er tijdens het shot niets meer wijzigt. Daarnaast bepaal je met Filmicpro de verhoudingen van je beeld, de resolutie en ook het aantal beelden per seconde (framerate). Je kunt de kwaliteit van je filmwerk instellen op ‘Economy Rate’, ‘Apple Standard’, ‘Filmic Quality’ of ‘Filmic Extreme’. Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer MB’s de beelden uiteraard in beslag nemen op je iPhone.
Opslag onder druk Dat laatste bleek een kritiek punt. Mijn iPhone heeft maar 16 GB opslagruimte. Die ik zo leeg mogelijk had gemaakt, maar uiteindelijk kreeg ik toch niet meer dan 11 GB vrije ruimte beschikbaar. Opnemen in Extreme Quality was onmogelijk, dus ik probeerde het met Filmic Quality. Dat lukte in de ochtend nog heel goed, maar in de middag raakte de iPhone overvol. Daardoor kreeg het apparaatje het moeilijk. Hij werd erg warm, en verslikte zich in opnames. De enige optie was beelden overtanken naar mijn MacBook Air, om ruimte vrij te maken. Als je een bruiloft filmt, heb je wellicht geen MacBook bij je, en bovendien kost het overzetten tijd die je dan niet kunt missen. Film dus op lagere kwaliteit als je je beelden gedurende de dag niet kunt afstorten. Een iPhone met meer opslagruimte is sowieso een pre.
Geluidsbegrenzing Ik gebruikte een richtmicrofoon van Røde voor beter geluid: de VideoMic Pro. Filmic Pro toont je een keurige geluidsmeter, zodat je weet hoe hard het signaal binnenkomt. Maar verder laat je professionele camera telefoon je hier een beetje in de steek: zelfs Filmic Pro heeft geen knoppen om het geluidsniveau aan te passen. Er bestaat maar één oplossing als dit te zacht is: je microfoon dichter bij de geluidsbron brengen. Dat is lastig als die microfoon op je iPhone is gemon teerd, en je met je camera juist meer afstand wilt. Geen enkele applicatie lost dit op; Apple staat apps niet toe om geluidsniveaus bij te stellen. Dat is vervelend. Ook de lens van je iPhone blijkt een lastpost, vooral als je binnen filmt. Je merkt al snel dat je meer groothoek wilt. Bij een closeup zoek je misschien juist een lange lens voor scherptediepte. Dat kan tegenwoordig alle maal. Er bestaan zelfs SLRadapters om de lenzen van je Canon of Nikonspiegelreflexcamera aan je iPhone te koppelen (zie www.actionlifemedia.com/encinema). Ik wilde alleen wat meer groothoek. Maar ook weer
101 | 23
niet te heftig, want dan krijg je zo veel vertekening in de hoeken van je beeld. Mijn film moet er niet uitzien alsof ik hem door een goudvissenkom heb gefilmd. Ik had een mooie lens van Sony gevonden, eigenlijk bedoeld voor een Handicam-camera, met een standaard 37mm schroefdraad-aansluiting. De kunst was nu nog om dat ding aan mijn iPhone te krijgen. Sowieso moest mijn richtmicrofoon er ook nog op. En mijn koptelefoon. En het hele zwikje moest dan ook nog op een statief kunnen staan.
Alles bij elkaar De ultieme oplossing om alles te koppelen vond ik in de mCAM van Action Life Media. Een zeer robuuste aluminium case voor je iPhone. Met een schroefdraad waar je standaard lenzen op kunt schroeven. Met bijgeleverde adapterkabel waarmee je microfoon èn koptelefoon in dezelfde audioplug van je iPhone prikt. Met een mount voor een externe microfoon, èn schroefgaten voor bevestiging op een statief. Dankzij handige handvatten ligt het ding ook lekker in de hand als je toch iets uit de hand wilt filmen. Het enige nadeel: de statiefbevestiging zit niet in het midden, maar links- en rechtsonder. Door het gewicht staat er veel druk op de schroef en dat maakt de zaak net niet helemaal stabiel. Op zoek naar een hulpstuk vond ik een onderdeel van een oude flitser dat ideaal bleek als een soort ‘plankje’ onder de mCAM. En actie, tot de laatste scène er om 19 uur op stond. Net op tijd voor het buiten echt donker werd. De foto’s bewijzen het: ‘Goedemorgen!’ is gefilmd en na de montage zal de rolprent in de loop van dit jaar in première gaan. Mensen die beelden van mijn shoot zien, willen nog wel eens vragen: ‘Waar is de iPhone?’ Inderdaad was mijn camera opeens niet meer de kleine, platte telefoon die zo makkelijk in je broekzak past. Maar je kon er opeens wèl goed mee filmen. Ik durf de gok te nemen en ga mijn iPhone-film zelfs een keertje in een bioscoop vertonen. www.piekpictures.nl
Glif, $ 20, www.studioneat.com Klein, makkelijk Goedkoop
MacFanScore
i
Steadicam Smoothee, € 189, www.fotokonijnenberg.nl Mooie, vloeiende camerabeweging Lange leercurve Externe microfoon niet mogelijk Extra lenzen niet mogelijk
MacFanScore
y
mCAM, $ 169,95, www.actionlifemedia.com Veel aansluitmogelijkheden Schroefdraad voor extra lenzen Robuust Relatief zwaar Hulpstuk voor statiefbevestiging wenselijk Meegeleverd extern microfoontje valt tegen
MacFanScore
o
VideoMic Pro, $ 229, www.actionlifemedia.com Goed geluid Geen interferentie door vernuftig ‘loshang’-systeem Plaatsen batterij gaat onhandig
MacFanScore
i
Je eigen als internetserver: Mac mini hosting vanaf € 21,95*/maand.
15 GB USIEF ER! L C N I NU ERKE DATAV
Wil je alles halen uit internet wat er in zit?
Stel je eigen ideale
*) Inclusief één .nl of .be domeinnaam, vast
Zelf websites ontwikkelen, je e-mail beheren of
hostingpakket samen op
IP-adres en maximaal 15 GB dataverkeer per
experimenteren met blogs? Als je weet wat je
www.macminihosting.nl
maand. Exclusief eenmalige setupkosten à
doet is de Mac mini een ideale mini-server. Wij verzorgen de hosting, de rest doe je zelf!
POWERED BY
€ 60. Minimale contractduur: 1 jaar. Mac mini niet inbegrepen. Prijzen exclusief btw.
Test S
De muisklikker Om soepeler dan ooit je presentatie op een groot scherm toe te lichten geeft Logitech je graag de Cube in handen, een clicker die ook als muis dienstdoet. Of is het een muis met presentatiemodus? Het apparaatje van formaat luciferdoosje geeft je in elk geval de ultieme onafhankelijkheid. TEKST
Miro Lucassen
D
e verpakking van de Logitech Cube belooft een uitpakparty: sober kartonnen omhulsel met subtiel uitschuifplekje voor de papieren vol garantiebepalingen. Vanachter de klep verschijnt een veel kleiner tweede doosje in de Logitech-kleuren groen en wit. De onderste helft moet eruit om het muisje in handen te krijgen, duidelijk geïnspireerd op een iPhone-verpakking. Helaas zit de Logitech-kubus stroef in elkaar en omdat het muisje nauwelijks wat weegt, helpt de zwaartekracht niet mee. Uiteindelijk opent de poort en kun je de muis beetpakken vanaf een hardschuim zwarte schotel. Daarin steekt ook de minuscule ontvanger voor de usb-poort van je MacBook. Wrik de schotel uit de verpakkingskubus en dan vind je een grijs meeneemhoesje en een minieme witte usb-oplaadkabel.
Bluetooth-punthoofd De accessoirefabrikant kreeg een punthoofd van alle complicaties rond Bluetooth. Het gedoe met ontbrekende
protocollen en drivers voor allerlei besturingssystemen ging overboord ten gunste van de Unifying-ontvanger: een minimale usb-plug met een eigen communicatieprotocol tussen Logitechapparaten. De Mac ziet dit vernuft gewoon als een muis of toetsenbord. Pas als je een tweede Unifying-apparaat toevoegt, heb je weer software nodig. Ergonomisch gezien is de minimuis natuurlijk een draak. Hoewel hij heerlijk gladjes over je bureaublad glijdt, verloopt scrollen in een venster al minder plezierig. Je krijgt beslist kramp in de handen wanneer je de Cube inzet als je dagelijkse aanwijzer.
Kieperen De Cube kán zich dus als muis gedragen voor de laatste aanpassingen in je presentatie. Hij geeft vooral een slim antwoord op het vaak lastige bladeren door je dia’s. Je haalt hem uit je borstzak of tilt hem gewoon op en klikt eenmaal voor de volgende slide. Wil je terug, dan kieper je het kleintje op z’n kop en klik je wederom. Vergelijk dat staaltje doordachte eenvoud maar eens met concurrenten:
Toetsenbord: met de spatiebalk reis je vooruit en de linker cursortoets brengt je terug. Om goed te mikken moet je meer aandacht aan het toetsenbord geven dan aan de zaal én je laptop dient altijd onder handbereik te staan. Vergeet de losse shuffle over het podium. Draadloze muis: eist ruimte op het spreekgestoelte of op tafel en werkt het best als je alleen vooruitbladert. In de praktijk worstelen veel sprekers met ‘terug’: rechts klikken. Je moet net iets te veel aandacht aan de muis besteden om nog met je publiek verbonden te blijven. Ook hier is lopen er niet bij. Apple Remote: infrarood afstandsbediening moet zicht hebben op de laptop die hij bedient. Wijs je de verkeerde kant op, dan gebeurt er niks. En in een zaal vol Apple-liefhebbers is er altijd wel iemand die probeert of zijn remote ook jouw presentatie kan bedienen. Dat moet je vooraf blokkeren. iPhone met Keynote remote app: software afstandsbediening laat je sprekersnotities zien en een voorvertoning van de volgende dia. Mooi, maar vereist een stabiele WiFi-verbinding. Op congressen vol techliefhebbers raakt het draadloze netwerk vaak overbelast en dan is het gedaan met de soepele swipe naar de volgende dia. Niet inzetbaar voor PowerPoint.
Conclusie De Logitech Cube lijkt een muis, maar is vooral een klikgereedschap voor presentaties. Dat doet hij goed en slim. Wanneer je wekelijks een zaal toespreekt kun je van dit hippe luciferdoosje veel gemak ondervinden. Logitech Cube, € 69,99, www.logitech.com/nl Slim en klein ontwerp Unifying-module werkt altijd Scrollen in muismodus kan soepeler
MacFanScore
101 | 41
Netwerkschijven op de uitkijk
S Test
Met een netwerkschijf kun je veel meer dan opslagruimte in het netwerk hangen, vinden twee fabrikanten. De Network Attached Storage van Synology en QNap zit in kastjes waar een berg extra functionaliteit in schuilt zodat je bijna een volwaardige computer in handen hebt, maar dan zonder scherm en toetsenbord. De recente modellen DS212+ en TS219P II legden we op de testbank, met speciale aandacht voor het snufje om er een IP-bewakingscamera aan te koppelen. Het verslag van een nek-aannekrace. tekst
Bert Rozenberg
B
eperkte rekenkracht was bij de vorige test van NAS-apparatuur in MacFan•71 (2007) het belangrijkste minpunt. Ze konden veel, maar presteerden niet op volle snelheid. Dat bezwaar zou inmiddels de wereld uit moeten zijn nu alle computerapparatuur op veel hogere snelheden werkt. De producten van Synology en QNap gaan ervan uit dat je zelf de schijven kiest; de intelligentie zit in de kastjes, die beginnen bij de startversies voor één harddisk en doorgroeien tot monsteropslag voor twaalf eenheden. In het testlaboratorium nemen we de Synology DS212+ en de QNAP TS-219P II onder handen. Het speelveld is zo gelijk mogelijk: beide bevatten een Marvell 2 GHz ARM-processor en 512 MB geheugen. Net als bij de Mac zit er een beperkt aantal functies in de chips gebakken. De rest leest de computer van je harde schijf als je hem inschakelt. De NAS-drives van Synology en QNap pakken het precies zo aan. Je haalt de nieuwste versie van het besturingssysteem gewoon van internet (vergeet de altijd verouderde meegeleverde cd) en de makers hoeven zich niet in bochten te wringen om binnen het beperkte interne flash-geheugen te passen. Voor de installatie stellen de twee rivalen een eigen Mac-programma beschikbaar dat alles vrijwel vanzelf afwikkelt zolang je computer één netwerkverbinding gebruikt. Als je zowel de ethernetpoort als WiFi actief hebt, raakt het programma in de war. Sluit er eentje tijdelijk af en de zaak draait weer als een zonnetje. Na de installatie stelt de software enkele elementaire vragen en slaat het systeem de basisinstellingen op. Vervolgens kun je via Safari het volledige potentieel van de NAS ontdekken.
Synology: DSM 4.0 Van het besturingssysteem voor Synology-drives DiskStation Manager (DSM) staat versie 4.0 op de 212+. Je bedient het systeem in een Safari-scherm. De
56 |
101
gebruikersinterface verrast met een schitterend uiterlijk dat dankzij de inzet van HTML5 en CSS3 totaal niet doet denken aan saaie instelschermen. In je browser verschijnt een bureaublad met iconen en menubalk. De koppeling naar het configuratiescherm opent een venster met categorieën waarbinnen je iconen aantreft voor de afzonderlijke onderdelen met uitgebreide mogelijkheden. Om te beginnen kun je de bestanden op de schijven benaderen op elk denkbare manier: AFP, FTP, SMB, NFS en WebDAV, waarbij je volledige controle uitoefent. Via gebruikers en groepen stel je nauwkeurig de mogelijkheden in voor een onbeperkt aantal gedeelde mappen. De 212+ en andere machines onder DSM 4.0 zijn ook inzetbaar als backup-station voor Time Machine. Jammer genoeg blijkt het niet eenvoudig om het ruimtebeslag van deze functie te begrenzen.
Netwerk in vele smaken Synology blinkt uit met het beheer van de gigabit ethernetaansluiting. Je stelt hem natuurlijk zowel handmatig in als via DHCP en hij ondersteunt IPv6. Zelfs voor het opzetten van een tunnel van IPv4 naar IPv6 draait DSM z’n hand niet om. Opvallend: als je de 212+ voorziet van een WiFi-stick (met de juiste chip), werkt de drive ook draadloos. De krachtige ingebouwde firewall laat zich eenvoudig configureren en grijpt met ‘intrusion detection’ in wanneer een bezoeker een paar keer een fout wachtwoord invult. Verdere communicatie is uitgesloten tot je als beheerder een beslissing neemt. De ontwikkelaars hebben geluisterd naar klachten over de moeite die het in de vorige versie kostte om de drive te benaderen vanaf de buitenwereld (zie MacFan•99, pagina 14). DSM 4.0 kan nu nauwkeurig routers instellen. Alleen het verkeer naar ingeschakelde diensten komt door. Voor eenvoudig contact onderweg vanaf je iPhone of iPad is ezCloud in het leven geroepen.
q
q Als twee druppels water: de DS 212+
w
en de TS-219P II hullen zich in zwarte kastjes en doen weinig moeite om zich uiterlijk van elkaar te onderscheiden. w Synology presenteert de mogelijkheden van de NAS-software in een gelikte interface. e Photo Station geeft een kleurig overzicht van je collectie en deelt deze eenvoudig via Picasa, Facebook en Plurk. r Als je investeert in meerdere IP-camera’s, kan de DS212+ je dit soort bewakingsbeelden vertonen.
Schakel het in en je hoeft op je iPhone in de bijbehorende apps alleen nog maar een nummer en wachtwoord in te tikken. Geen gedoe meer met IP-nummers en dergelijke.
Pakketten om van te smullen
e
Op het eerste gezicht lijkt DSM 4.0 minder te bieden dan z’n voorgangers. Dat komt door de slimme keuze om alleen de basisfuncties direct te installeren. Extra mogelijkheden die je niet gebruikte namen in versie 3.2 ruimte in beslag. Nu stel je de gewenste functionaliteit zelf nauwkeurig samen met het Package Center. Op de planken van deze software-snoepwinkel liggen pakketten klaar om bijvoorbeeld opgeslagen muziek en films op andere apparaten af te spelen. Je kiest uit de iTunes Server, algemene Mediaserver, Logitech Media Server en Audio Station. De laatste maakt van je 212+ een fraaie jukebox. Koppel een setje USB-speakers aan je drive en kies met Safari je liedjes of afspeellijst. Liever iets nieuws? Dan schakel je een internetradiostation in.
Webserver met vele extra’s
r
De krachtige webserver van Synology draait zijn hand niet om voor MySQL-databases en de PHP scripttaal. Naast de overkoepelende website mag je elke gedefinieerde gebruiker ook een eigen webstek geven. Voor de beheerder van meerdere domeinnamen schakel je virtuele hosts in. Synology laat je de PHPmogelijkheden opvallend nauwkeurig instellen, niet alleen op het onderdeel veiligheid maar ook bij het beheer van actieve extensies. Het in PHP geschreven PhPMyAdmin, een populair beheersgereedschap voor MySQL, installeer je met een simpele muisklik vanuit Package Center. Hetzelfde geldt voor Webalizer, dat de bezoekersaantallen in kaart brengt. Synology’s Photo Station bundelt het populaire verschijnsel online fotoalbum met een weblog. Ook bij dit aanbod uit het Package Center krijg je zowel een overkoepelende site als een persoonlijke fotostek met notitieblok voor elke gebruiker. Kleuren, achtergrond en vormgeving van de fraaie fotoserver zet je eenvoudig naar je hand. Nieuwe foto’s sleep je gewoon via het
101 | 57
q
netwerk naar de juiste plek op de netwerkschijf. Als je daarbinnen een map aanmaakt, vertaalt Photo Station de naam naar een categorie op je site. Staan de foto’s op de schijf, dan maakt DiskStation miniatuurweergaven aan. Om te voorkomen dat de overige dienstverlening van de 212+ daardoor vertraging oploopt, gebeurt dit proces op de achtergrond. Het kan bij je eerste actie met een paar honderd foto’s wel een paar dagen duren voordat de taak volbracht is. Als je meer haast hebt, laat je de Mac de miniaturen produceren met het aparte foto-uploadprogramma. In het bijpassende fraaie weblog deel je binnen een paar minuten je dagelijkse ervaringen met de wereld. Zijn de beschikbare functies niet krachtig genoeg? Wederom met één muisklik installeer je WordPress, de moeder aller weblogs. PHP-systemen die geen plek hebben bemachtigd in het Package Center laten zich eveneens installeren onder DSM 4.0. Binnen een paar minuten staat het uitgebreide forumsysteem phpBB op de 212+ en het geheel draait als een zonnetje, soepeler dan op de oude Mac mini ernaast.
Downloaden à tempo Veel gebruikers kiezen voor Synology vanwege het Download Station, een pakket dat alle ophaalklusjes via ftp, http, nzb, torrent of magnet van je overneemt. Geef het internetadres van het bestand op en Download Station zorgt voor de rest. Een plug-in voor Safari maakt dit proces nog iets gemakkelijker en torrentbestanden mag je onder DSM 4.0 zelfs gewoon in een map plaatsen. Download Station hoeft niet al je bandbreedte op te snoepen. Je stelt het aantal gelijktijdige downloads en verbindingen in én de maximale belasting van je internetaansluiting. De handige planner zorgt voor de nodige variatie, instelbaar per uur voor elke dag van de week. Bijvoorbeeld: tijdens kantoortijden langzaam downloaden, niet downloaden als ’s avonds alle gezinsleden willen internetten en op volle snelheid wanneer iedereen ligt te slapen. Liefhebbers van tv-series controleren dagelijks of er alweer een nieuwe aflevering online staat en ook dat klusje neemt Download Station graag voor z’n rekening. Dit werkt met filters op RSS-feeds. Wil je bijvoorbeeld altijd de laatste afleveringen van White Collar op je harde schijf hebben, dan voeg je de RSS-feed van je torrent-site toe met een filter voor deze reeks over samenwerking tussen een oplichter en een FBI-agent. Download Station slaat toe zodra de nieuwe aflevering verschijnt en als je dat wilt stuurt DSM je een e-mail wanneer de download gereed is.
NAS waakt over u Met het pakket Surveillance Station bewaakt de 212+ ook je eigendommen. Standaard mag je er één webcam aan toewijzen. De software kan er meer aan als je extra licenties koopt. Synology ondersteunt een
58 |
101
w
e
r
enorme lijst aan IP-camera’s, maar weet vreemd genoeg geen raad met een eenvoudig USB-oog. Toevoegen van een camera werkt eenvoudig: je selecteert het merk en type en vult het IPnummer in. Door deze benadering kent de 212+ direct de eigenschappen ervan. De testbewaker, een Panasonic BL-C210, is een leuke en kleine camera voor binnen. Tenminste, als er voldoende licht is. Zodra de schemering invalt neemt de beeldkwaliteit sterk af. Daarnaast lijkt de fabrikant niet zo van Mac-gebruikers te houden. Alle meegeleverde software is uitsluitend geschikt voor Windows. Gelukkig lukt het wel om de basisgegevens met Safari in te stellen. Daarna neemt DSM 4.0 de besturing over. Zo kan je vanaf je Mac via de Synology-NAS de lens van de BL-C210 op afstand draaien en
q QNap gaat imponerend van start met een inlogscherm gebaseerd op Cover Flow.
w Ook de fotoserver van QNap mag er zijn. e De bediening van de NAS pakt QNap strikt zakelijk aan: geen franje hier.
r Teleurstellend: de combinatie van een IP-camera
en de TS-219P II valt vanaf je Mac niet te bedienen doordat de software exclusief leunt op Windows Internet Explorer.
zoomen. Deze pan, tilt en zoom-functie laat je een flink gebied in de gaten houden. Het best komt Surveillance Station tot z’n recht als alerte bewaker. Bij de instellingen geef je aan welke delen van het camerabeeld hij in de gaten houdt. Zodra DSM 4.0 beweging in die gebieden waarneemt, komt de software in actie. Je virtuele surveillant kan een foto maken en je die per e-mail bezorgen, een sms sturen, of een push-bericht afleveren op je iPhone. De bijbehorende gratis app staat klaar in de App Store. De doordachte optie om direct een opname te starten komt eveneens van pas. Surveillance Station houdt altijd een paar seconden bewegend beeld in z’n geheugen. Ook die komen op de schijf te staan als de opname begint: je ziet dus ook wat er gebeurde direct voordat het systeem de beweging waarnam.
gebruikersinterface. Het naamloze besturingssysteem van QNap neemt een voorsprong bij het inloggen met een uiterlijk dat doet denken aan Cover Flow. Je kiest er direct een dienst, maar dan is de pret voorbij en kom je terecht in een traditioneel scherm. Links staat de kolom met mogelijkheden, rechts verschijnen de details. Deze keuze van QNap is helemaal zo gek nog niet. Het mag er dan minder futuristisch uitzien, je houdt wel beter overzicht. Dat geldt ook voor de ingebouwde fotoserver, die net iets duidelijker is dan het product van Synology. Je zoekt tevergeefs naar een weblog, maar ook op QNap laat WordPress of een andere blogsysteem zich prima installeren. Bij de optie Time Machine verdient de TS-219P II een pluspuntje: je kunt hier direct en eenvoudig een quotum instellen zodat de backupfunctie voldoende ruimte laat voor andere diensten en functies. Helaas laat de Surveillance Station van QNap de Mac volledig in de steek. Die meldt doodleuk dat hij alleen werkt met Internet Explorer. Dat kan in 2012 echt niet meer.
Conclusie
Er valt nog veel meer te vertellen over de DS212+, de TS-219P II en hun besturingssysteem dat op andere modellen van deze fabrikanten dezelfde functies biedt. Een volledige bespreking zou een telefoonboek vullen. Dat zie je al aan de handleidingen die 179 en 639 pagina’s tellen (pluspuntje voor de dikke QNap). De geringe verschillen maken het moeilijk om een voorQNap: Naamloos OS keur uit te spreken. In veel gevallen is bijvoorbeeld de Tijd voor concurrent QNap. De TS-219P II lijkt als twee gebruikersinterface van Synology iets fraaier, maar druppels water op de DS212+. Niet alleen qua uiterlijk, die van QNap overzichtelijker. De doorslag geven maar ook qua mogelijkheden. Vrijwel alles wat de de kleine extra opties die Synology op vrijwel elk Synology-apparatuur presteert kan de QNap ook. Als Apple één van deze producten maakte, zouden tiental- onderdeel biedt in vergelijking met QNap. Deze mist bovendien een kans door bewakingscamera’s alleen len advocaten een dikke boterham verdienen aan een reeks plagiaat- en patentprocessen. Synology en QNap te ondersteunen binnen Windows Internet Explorer. Maar dat zijn kleine kanttekeningen: welke NAS je strijden buiten de rechtszaal. Zij steken elkaar de loef af door hun producten steeds te verbeteren. Daar profi- ook neemt, in beide gevallen krijg je ongelofelijk veel teert de consument van. waar voor je geld. Met de hardware win je dit gevecht momenteel blijkbaar niet: de verschillen duiken vooral op in de
6 TB of meer
In een NAS met ruimte voor twee schijven kun je met het huidige aanbod maximaal 6 terabyte kwijt. Die zijn samen duurder dan de besproken kastjes: reken op 350 euro voor een setje. Voor dubbele zekerheid plaats je het duo in een RAID-1 configuratie zodat je altijd een volledige kloon achter de hand hebt. Gaat de ene schijf stuk, dan staan op de andere gewoon al je gegevens. Deze veiligheid kost je wel de helft van de capaciteit: je houdt nog 3 TB bruikbare opslagruimte over. De geteste apparatuur kijkt gelukkig ook buiten de NAS-behuizing. Via USB of eSATA kun je er extra schijven aan koppelen. Zo groei je weer door, met de kanttekening dat niet alle extra functies samenwerken met de externe opslag.
DS212+, € 289 (zonder harde schijven), www.synology.nl Ontzettend veelzijdig Fraaie gebruikersinterface Slimme kleine extraatjes Gebruikersinterface soms verwarrend
MacFanScore
o
TS-219P II, € 289 (zonder harde schijven), www.qnap.com/nl Ontzettend veelzijdig Overzichtelijke gebruikersinterface Fantastische handleiding Surveillance Station alleen voor Windows
MacFanScore
i
BL-C210, € 250, www.panasonic.nl Leuke vormgeving Pan-Tilt-Zoom Windows-georiënteerd Pittige prijs/prestatieverhouding
MacFanScore
y 101 | 59
Kiekeboe met Windows Besturingssystemen zijn uit de tijd, apps hebben de overhand. Maar jammer genoeg draaien sommige apps alleen op bepaalde computers. Vandaar de miljoenenmarkt voor virtualisatie, waarbij je de Mac voorziet van namaak-hardware voor Windows, Linux, Chrome of zelfs Android. De recent vernieuwde pakketten Parallels Desktop en VMWare Fusion zijn heer en meester op dit terrein, zeker als je ze zo instelt dat Windows vrijwel onzichtbaar blijft.
Test
O
S 56 |
p de onderdelen snelheid, installatiegemak en de vormgeving van de interface besprak MacFan de nek-aan-nekrace van de twee concurrenten voor het laatst in nummer 99. Nog steeds laten beide de Intel-processor in je Mac zijn aandacht splitsen tussen OS X en minstens één gastsysteem, vaak Windows. Als Mac-gebruiker wijk je uit naar deze virtualisatie omdat het moet: dat ene pc-programma heb je gewoon nodig. De rest van Windows kan je waarschijnlijk gestolen worden. Voor dat doel kent Parallels Desktop de Coherence-modus. Bij VMWare Fusion heet dezelfde functie Unity. Je laat de Mac direct bij het opstarten de noodzakelijke onderdelen van de virtualisatiemotor starten, inclusief enkele achtergrondprocessen voor Windows. Unity en Coherence verbergen het Windows-bureaublad en alles wat daarbij hoort. De pc-toepassingen gedragen zich als extra programma’s en navigeren vrij door je Thuismap om daar bestanden te openen en op te slaan. Dit werkt met elke Windows-versie, van het aloude XP tot Windows 8 met zijn tegel-interface. Om zo’n toepassing makkelijk te starten voegt Parallels een map met pc-software toe aan de rechterkant van het Dock. VMWare kiest voor toegang vanaf de menubalk. Je kunt je favoriete pc-programma’s ook zelf permanent in het Dock plaatsen of ze toevoegen aan Launchpad van OS X: start het programma, zet de muiswijzer boven het symbool in het Dock, druk de muisknop in tot de opties verschijnen en maak je keuze. Of het nu om administratieve software gaat of een specifiek 3D-pakket voor industriële doeleinden, zolang Windows ermee overweg kan werkt het in Parallels Desktop en VMWare Fusion net zo goed. Altijd? Dat proberen de fabrikanten, maar let op dat Windows bijvoorbeeld niet langs deze weg een camera of scanner direct kan aansturen via de FireWire-poort van je Mac.
103
TEKST BEELD
Miro Lucassen Giulia Carta
Frivool Het verschil tussen de concurrenten zit ’m in enkele subtiele puntjes. Bij VMWare zie je direct de afkomst uit een concern dat zich vooral bezighoudt met bedrijfsmatige virtualisatie. Geen toeters en bellen, gewoon strakke iconen en strikt functionele aanpak. Parallels gaat juist op de frivole tour. In het overzicht van virtuele machines zie je op mini-weergaves van het bureaublad wat er allemaal gebeurt. Hier maak je eventueel ook zichtbaar wat het programma vraagt van processor en werkgeheugen. Sinds jaar en dag voegt Parallels aan de iconen van pcsoftware twee verticale rode strepen toe als signaal dat je in een gevirtualiseerde omgeving werkt. Bij VMWare Fusion mag je dat zelf bedenken. Parallels Desktop kent als enige zo uit de doos een virtuele machine voor Android, hoewel de functionaliteit nog zeer beperkt is. Je kunt geen apps installeren via Google Play en bestandsdeling met OS X ontbreekt. Combineer deze virtuele machine echter met de mobiele app van Parallels die via internet inlogt op je Mac en je ziet opeens Android op je iPad draaien – altijd leuk om iemand voor de gek te houden, maar op dit moment verder nauwelijks zinnig toepasbaar. De vergelijkbare app van VMWare is afhankelijk van ondersteuning op je bedrijfsnetwerk. En Fusion kent ruim 200 besturingssystemen, meer Linux-varianten dan een zakelijke systeembeheerder zich kan wensen.
Handgebaren AirPlay werkt in beide pakketten, als je Mac dit nieuwtje van Apple aan kan. Zo demonstreer je bijvoorbeeld een eigen Windows-toepassing live voor groot publiek zonder gehannes met een beamer en verduisteringsgordijnen. Met stip op 1 van de lijst handige nieuwe functies staat een simpel knopje dat Parallels toevoegt aan Safari. Mocht je weer eens over een website struikelen die vanwege ActiveX-onderdelen per se Internet
Mac in een Mac Behoefte om naast Mountain Lion ook Lion te draaien op je Mac? Dat regelen Parallels Desktop en VMWare Fusion direct voor je. Maar als je hetzelfde probeert met je Snow Leopard installatieschijf om oudere software weer bruikbaar te maken, volgt een foutmelding. Dat is geen onwil van het virtualisatieduo, maar afgedwongen door Apple. Een virtuele Mac met versie 10.5 of 10.6 van het besturingssysteem is alleen toegestaan in de destijds peperdure server-versie. Waarom? Daar zwijgt Apple over. Knars gerust met je tanden: het verschil met het gewone systeem stelt eigenlijk niet zo heel veel voor. Als je hecht aan een ouder stukje software dat nog afhankelijk is van Rosetta zoals AppleWorks, kom je in de problemen bij aanschaf van een nieuwe Mac. De machines die Apple momenteel levert kunnen niet starten met het oude systeem. Toch krijg je met wat doorzettingsvermogen Snow Leopard best aan de praat onder Parallels Desktop en dus ook met VMWare Fusion. De schemerige route staat op het forum van macrumors.com. Voor de installatie en hacks heb je een Mac nodig die met Lion werkt, maar daarna open je het schijfbestand zonder problemen onder Mountain Lion. Op MacFan.nl staan nog wat aanwijzingen. Als je het karwei hebt volbracht, kun je AppleWorks weer gebruiken op je fonkelnieuwe Mac. Vrijwel alle Rosetta-afhankelijke software werkt vlekkeloos, alleen de mediaspeler FrontRow kregen we niet aan de praat.
q
q Parallels Desktop activeert pc-programma’s via het Dock. w Installatie van de Safari-extensie vereist je uitdrukkelijke toestemming. e Virtualisatie in het Dock: links het door Parallels gepimpte icoon van Internet Explorer, daarnaast het programma-icoon van Fusion en dan de VMWare-weergave van de pc-browser. r Met een virtuele Android-installatie kun je het internet op. t Eindelijk: Snow Leopard naast Mountain Lion op één Mac.
w
Explorer verlangt, dan maakt deze Safari-extensie dat wel heel gemakkelijk. Enige voorwaarde: er moet een virtuele machine van Parallels actief zijn. De extensie werkt prima, alleen het installeren verloopt niet altijd van een leien dakje. De beste methode: sluit Safari helemaal af met ⌥-⌘-q zodat het programma geen vensters onthoudt. Installeer dan Parallels Desktop, registreer de software en herstart de Mac. Als je Safari opent, krijg je de vraag om de extensie te installeren. De twee concurrenten houden elkaar nauwlettend in de gaten, dus het is voorspelbaar wat komende updates van de pakketten gaan brengen. VMWare heeft daarbij meer op de taaklijst staan, want behalve de genoemde functies weet Parallels ook nog handgebaren op het trackpad door te geven aan Windows en kun je je Engels oefenen door via de dicteerfunctie van de Mac teksten in te voeren op je virtuele pc. De prijs van het duo zal ook een rol spelen bij je beslissing. Parallels Desktop is met zijn 95 euro voor een volledige versie bijna twee keer zo duur als VMWare Fusion dat je voor 45 euro bemachtigt zonder korting voor bestaande gebruikers. De upgrade van een vorige Parallels-editie kost 50 euro.
Conclusie In een grootzakelijke omgeving is VMWare Fusion de voor de hand liggende keuze om Windows en Linux op een Mac te draaien. Particulieren en kleine bedrijven kunnen kiezen voor Parallels Desktop als ze behoefte hebben aan de specifieke handigheidjes van deze toepassing. Let daarbij op de aanbiedingen, want de standaardprijs van Parallels ligt ongemakkelijk hoog in vergelijking met de vrijwel even capabele concurrent. Parallels Desktop, € 95,19, www.parallels.com VMWare Fusion, € 44,99, www.vmware.com/fusion
e
r
t
103 | 57
Jelle Brandt Corstius
‘Die MacBook moet wel tegen mijn manier van leven kunnen’
00 |
102
beeld
Hij is Ruslandkenner, presentator van Zomergasten 2010 en 2011, maar vooral: reiziger. Zijn nieuwste boek behandelt hoe te reizen in ‘moeilijke’ landen, maar bijna een half jaar geleden besloot hij zijn leven iets gemakkelijker te maken: JelleBC kocht zijn eerste Mac.
Ben Melis Felix Kalkman
Interview
tekst
R
‘I
oude computer op en toen wist ik het weer: het duurde k ben heel lang heel koppig geweest door geen vijf minuten. Maar al ben ik overgestapt, het is niet Mac te kopen. Nu ik hem heb, ben ik vastbesloten de heilige graal voor me. Ik had getwitterd dat ik de om geen Mac-evangelist te worden. Een jaar of vijf Delete-knop niet kon vinden en toen meldden de Macgeleden kon je nog zeggen dat ze bij Apple creatieve evangelisten zich meteen met een stroom aan reacties hipsters waren, maar het bedrijf is zelf een kolos over waarom ik me zo druk maakte over een deletegeworden. Apple is nu het nieuwe Microsoft. Het is aan knop.’ de stompzinnigheid van al die Windows-fabrikanten te Omdat hij veel reist, maakte hij werk van zijn keuzes. danken dat ik ben overgestapt. Ze hebben tien jaar de Na lang wikken en wegen gaf hij de voorkeur aan een tijd gehad om te leren van hun fouten. Niet dat Apple MacBook Air boven een MacBook Pro. ‘Ik ben geen perfect is, maar het is het minst slechte systeem.’ heavy duty-gebruiker. Af en toe een lasje voor een Jelle Brandt Corstius had een bekende reden voor zijn video, daar blijft het wel bij. Er zitten geen bewegende overstap: ‘Ik ben gestopt met Windows vanwege alle onderdelen in een MacBook meldingen; van fouten tot spyware tot antivirus‘Ik wil best een iPhone, maar het Air, dat is voor mij belangrijk. dingen; en hij werd ook heb ermee door heel India moet wel een betere versie zijn Ik nog eens langzamer. Dus gereisd en zat elke dag wel in dan die van m’n zus.’ ik wilde daarvan af. Ik wil een schuddende auto, maar vooral geen gezeik terwijl geen problemen. De nieuwe ik aan het werk ben en wil niet lastig worden gevallen MacBook Pro heeft nu ook een Solid State Drive, dus ik door nutteloze meldingen. Mijn zus Aaf is al jarenlang had misschien even moeten wachten. Maar dat ‘even een enthousiast Mac-gebruiker, maar zoals dat gaat bij wachten’ vind ik een non-argument; als je altijd de broer en zus: ik wilde niet toegeven. De reden waarom meest geavanceerde computer wil dan kun je eeuwig ik niet eerder een MacBook heb gekocht is omdat ze blijven wachten - tot je dood bent.’ dan zou zeggen: ‘I told you so’. Dat moment heb ik Geen problemen dus met de Air, maar wel met de zolang mogelijk voor me uitgeschoven, maar uiteindestroomvoorziening in India. ‘Niet zozeer dat de elektriciteit uitvalt, maar wanneer het weer aangaat ontstaat lijk viel er niet aan te ontkomen. Nu krijg ik in dezelfde er een piek die je adapter op kan blazen. Dat heb ik werktijd veel meer gedaan.’ meegemaakt op de Molukken, met mijn vorige laptop, Vijf minuten wachten niet met deze. Ik let wel altijd op en het staat trouwens Het laatste zetje kreeg hij tijdens de opnames van zijn ook in mijn reisgids. Als het niet nodig is, haal je computer van de voeding af, want er kan van alles verkeerd nieuwe programma over India, ‘Van Bihar tot Bangalore’, later dit jaar te zien. De filmploeg werkte op Macs. gaan in India. Ik behandel m’n MacBook Air overigens ‘Ik kwam er dus elke dag mee in aanraking. Ze moesten niet extra voorzichtig. Het is een mooi ding, maar ik gebruik het voor m’n werk, dus het moet wel tegen elke avond tapes laden op hun MacBooks en er andere mijn manier van leven kunnen.’ zware dingen mee doen. Maar ze hadden nooit problemen, waardoor de gedachte groeide dat het tijd was Die manier van leven heeft hem naar landen gebracht om over te stappen.’ waar de gemiddelde toerist niet komt. Toeristen denken dat het te bezoeken land er voor hun ligt – reizigers Inmiddels weet hij niet beter. ‘Ik startte laatst m’n als Brandt Corstius weten wel beter. Zijn nieuwste boek, getiteld ‘Universele Reisgids voor Moeilijke Landen’, is ondanks de enigszins ironische titel een serieus verslag. De erin opgeslagen wijsheid is door schade en schande vergaard en wordt met straffe hand Naam: Jelle Brandt Corstius geserveerd.
PASPOORT
Geboortedatum: 29 april 1978 Geboorteplaats: Bloemendaal Eerste Apple: iPod touch, gesmokkeld uit Amerika Laatste Apple: MacBook Air Pech: M’n iPod touch is zoek. Al jaren. Plezier: Ik vind Keynote heel erg prettig voor het geven van lezingen.
Een eigen slaafje De volgende stap – laat Aaf het niet horen – is wellicht, heel misschien, toch een iPhone. ‘Ik wil er best eentje hebben, maar het moet wel een betere versie zijn dan die van m’n zus. Maar misschien is het verstandig om
102 | 45
besteed’. Hij merkte dat tijdens de voorbereidingen als gastheer bij Zomergasten. ‘Waarom zou je alles onthouden wanneer je het ook kunt opzoeken? Ik merkte dat die opvatting verschilde van mensen van een oudere generatie die bij mij aan tafel zaten. Ik weet niet of het goed of slecht is om kennis uit te besteden – misschien is het wel heel efficiënt. Ik hou wel elk jaar een soort sabbatical gedurende zes of acht weken. Ik begon daarmee bij Zomergasten omdat ik geen reacties wilde lezen. Dat ging vrij ver: geen e-mail, geen Facebook, geen Twitter. Nu is het wat minder extreem; ik zit gewoon minder op internet. Het geeft rust en het werkt volgens mij beter dan helemaal geen internet te gebruiken want dan kom je al snel in een isolement terecht. Bovendien, kanalen als Twitter zijn prima om jezelf te promoten, dus ook zakelijk is het handig.’
een hele goeie en mooie Android-telefoon te nemen, want dan heb ik ook nog een ander systeem en ben ik niet helemaal afhankelijk van het systeem van Apple. Jelle BC als app Aan de andere kant: misschien moet ik m’n koppigAl heeft hij (nog) geen iPhone, op andermans toestel heid laten varen. Het is natuurlijk kinderachtig om je consumentengedrag af te laten hangen van een strijd draait wel zijn eigen app, inmiddels ook voor het die je met je zus levert. Aan de andere kant: ik denk dat Android-platform. Het initiatief voor de Jelle App ik niet de enige ben die dat soort gedrag vertoont. Wat kwam van een vriend, maar vriend of niet; Brandt ik wel bij mijn zus heb gezien – en waar ik nieuwsgie- Corstius kijkt nauwlettend of dingen wel bij hem rig naar ben – is Siri. Ik was passen. ‘Het mag een beetje verbaasd dat het behoorlijk ‘Minder op internet geeft rust en knullig, een beetje grappig goed werkt, ook al is het Dat is hopelijk met de werkt beter dan helemaal geen zijn. alleen maar in het Engels. Jelle App gelukt. Er zit bijinternet te gebruiken.’ voorbeeld een geurfunctie Als Siri ook Nederlands op. Elke maand krijg ik wel spreekt, dan denk ik dat ik een mailtje van iemand die zegt dat de geurfunctie op een iPhone neem. Het is alsof je een soort van eigen slaafje hebt en dat vind ik wel leuk. Al is het tegelijker- zijn iPhone niet werkt, eraan toevoegend dat hij ‘toch tijd eng. Misschien praten we op termijn alleen nog echt de allernieuwste heeft’. maar met een machine die zo slim is dat je geen part- De Jelle App raakt merkbaar een ner of vriendschappen meer nodig hebt. Omdat Siri’s persoonlijke snaar. Meer dan dan veel betrouwbaarder zijn. Ik heb voor de serie over een blog, vermoedt hij: ‘Mensen India een callcenter in Bangalore bezocht. Daar was gaan niet zo snel naar een blog; een jongen die al zes jaar lang een vrouw in Oklahoma al helemaal niet wanneer ze niet wakker belt en vervolgens een half uur met haar praat. weten of er iets nieuws op staat. Dat is de betaalde service die hij levert: zij wil gewoon Ik heb een periode gehad dat ik kletsen over het weer en hij zorgt voor aangename de app niet veel ververste en dat conversatie, als een personal assistent op afstand. is niet zo’n ramp. Mensen gooien Meestal regelt een personal assistent treintickets en apps niet snel van hun telefoon. hotelovernachtingen, maar dit gaat veel verder. Er Wat dat betreft werkt het volgens werkte daar ook een meisje dat de personal assistent mij net als bij mijn Twitterspeelde van een CEO uit Australië. Diens vriendin had account. Ik raak alleen maar het uitgemaakt en het was haar taak om die vriendin mensen kwijt wanneer ik er heel terug te krijgen. Dat lukte natuurlijk niet, want die veel content op zet. Zet ik er niks vrouw dacht ‘doe het zelf ’. En nu heeft dat meisje de op, dan vinden mensen het best.’ opdracht om een Russin voor die Australiër te vinden. Brandt Corstius heeft zijn afkeer Heel onpersoonlijk allemaal, maar het is heel addictive. van de religieuze trekjes bij sommige Mac-gebruikers Misschien is het ook niet erg en hou je veranderingen duidelijk laten merken, maar wil nog wel iets kwijt sowieso niet tegen. Maar bij Siri voelt het best wel raar over de Apple Store in Amsterdam ‘Geweldige service. dat je tegen een apparaat aan het praten bent.’ Ik heb daar met een jongen anderhalf uur alle voors en tegens afgewogen over welke computer ik zou Opzoeken is efficiënt nemen. Anderhalf uur! Het vreemde is niet dat ze die Brandt Corstius is 34 jaar, maar vindt dat hij al service geven, maar dat je erdoor wordt verrast: je behoort tot een generatie die ‘parate kennis heeft uit- bent zo’n service gewoon niet meer gewend.’
46 |
102
Test
Replies verstuurt je beste antwoorden
S
Als je een bedrijf runt en regelmatig supportvragen ontvangt, is Mail niet de meest geschikte omgeving om je klanten te woord te staan. De verzoeken om uitleg, garantie en dergelijke raken snel bedolven tussen de mails over het familieweekend en andere persoonlijke correspondentie. Replies biedt uitkomst.
G
rote bedrijven verlenen professionele support met een abonnement op een online supportsysteem, zoals Zendesk of Tender. Dat handelt alle correspondentie af via een website. Zo’n systeem plundert wel elke maand je bankrekening. Wil je liever de kosten en het klantcontact in eigen hand houden, dan kun je terecht bij Replies van de Zwitser Ruben Bakker. Zijn programma maakt alle lopende supportvragen inzichtelijk, geeft de dialoog met de klant duidelijk weer en voorziet in het beantwoorden van veelvuldig gestelde vragen. Op het eerste gezicht onderscheidt Replies zich niet van een doorsnee e-mail-applicatie. Je voert de accountgegevens in van het adres waar de supportvragen binnenkomen. Vervolgens krijg je een venster voorgeschoteld dat veel wegheeft van Apple Mail, maar toch net even anders in elkaar steekt. Het programma sorteert binnenkomende verzoeken allereerst op basis van slimme mappen. Zo kan de supportdesk snel onderscheid maken in nieuwe klanten, belangrijke klanten (VIP’s), of klanten waarbij het e-mail verkeer begint te lijken op een potje tafeltennis (Ping Pong).
Put uit verleden Bij het beantwoorden toont Replies zijn intelligentie pas echt. Iedereen die zijn klanten tevreden wil houden herkent de ergernis als een bepaalde vraag voor de 23e keer binnenkomt. In Mail moet je via de zoekfunctie graven naar een eerder gegeven antwoord en dat weer knippen en plakken. Forwarden in een nieuwe mail kan
tekst
Gaston Melis
ook, of desnoods de echt veelgevraagde antwoorden opnemen in een handtekening. Dat is allemaal verre van ideaal. De kracht van Replies zit ’m in snel hergebruik van bekende oplossingen. Bij iedere nieuwe vraag kun je rechtstreeks vanuit je antwoord snel putten uit eerdere teksten. Replies vindt verwante correspondentie en zet onderdelen van je antwoord gereed in velden. Je kunt de tekst dan naar wens aanpassen. Desgewenst bewaar je het fragment als een snippet (tekstknipsel) voor later gebruik. Je stapelt het ene tekstveld op het andere om je antwoord te componeren. Replies kan ook overweg met bijlagen: een handleiding, een screenshot of andere illustratie, die de klant een stapje dichter bij de oplossing voor zijn probleem brengt. En omdat het ene bestand groter is dan het andere, kun je de grootte van elk attachment afzonderlijk aanpassen.
Tel tot tien In de supportbusiness dreigt de irritatiefactor. Als veiligheidsmaatregel tegen overhaaste felle reacties vertraagt Replies het daadwerkelijk versturen van de mail. Eerst tot tien tellen, luidt het devies. In dit geval tel je tot vijftien, want zo lang duurt het ongeveer voordat je antwoord daadwerkelijk het internet op gaat. Je hebt dus een kwart minuut om een te scherpe formulering tegen te houden. Na verzending komt de conversatie terecht in de map Pending, wat aanduidt dat de vraag nog in behandeling is. Zodra de klant zich weer meldt, keert de berichtenuitwisseling terug in de inbox. Als de vraag naar behoren blijkt afgehandeld, verplaats je de serie e-mails met een druk op de knop naar Resolved. Zo hou je eenvoudig zicht op de status van supportvragen. Replies is ontworpen voor de klantcontacten tussen softwarebedrijven en hun klanten, maar kan ook voor andere ondernemingen uitkomst bieden. Het is even wennen aan de inzet van de snippets, maar na een uurtje stoeien weet je het wel. Replies kent weinig toeters en bellen; eenvoud staat voorop. Jammer genoeg ontbreekt een Nederlandse vertaling. Mogelijk pakken enthousiaste vrijwilligers dit gemis nog aan.
Conclusie Replies laat je supportafhandeling professioneel aanpakken zonder periodieke afdracht aan online systemen. Voor een bescheiden prijs hoef je geen vervelende handelingen meer te herhalen. Je klanten ontvangen sneller en consequenter antwoord op hun vragen. Replies, € 64,86 (persoonlijke licentie) € 105,12 (bedrijfslicentie), www.repliesapp.com Flinke tijdwinst bij supportvragen Eenvoudig Nederlandse vertaling ontbreekt (nog) Even wennen aan snippets Replies stelt het antwoord samen door op basis van de vraag tekstknipsels te plukken uit eerdere correspondentie.
MacFanScore
i 101 | 69
Schermschilderen S Test
met fingerspitzengefühl Met krijt, houtskool en zelfs olieverf bereik je de mooiste resultaten als je ook je vingers kunt gebruiken. De Mac neemt een stap in die richting met de Wacom Cintiq 24HD Touch, een aanraakbaar schermschildertablet waar je u tegen mag zeggen. tekst
D
Albo Helm
e aankomst van het recensie-exemplaar van Wacoms Cintiq 24HD Touch bij de schrijver thuis is een klein spektakel. Een zichtbaar lijdende koerier heeft zijn volledige spanbreedte nodig om de doos uit de auto en over de drempel te tillen. Vervolgens hijsen twee mannen het gevaarte twee steile trappen op, waarna de volgepakte werkkamer half verbouwd moet worden om het een plekje te geven. Het oude bureautje kreunt onder de dertig kilo gewicht en op de werkplek lijkt een flinke dosis daglicht verdwenen. Dat klinkt overdreven, maar een zwarte oppervlakte van 76 x 46 centimeter maakt echt verschil. Zeker als je dat rechtop stelt. De Cintiq – spreek uit sintiek – bestaat uit een kantelbaar scherm op poten die 90 graden tussen horizontaal en verticaal kunnen zwenken, gevat in een voet met contragewicht. Het werkgebied meet 52 bij 32 centimeter. In de robuuste
26 |
103
kunststof omlijsting is aan weerszijden een identieke knoppenset gebed. Aan de achterkant links en rechts zitten metalen hendels om de hoek in te stellen. Je kunt het scherm van je tafel losmaken met twee uitklapbare pootjes om er bijvoorbeeld een toetsenbord onder te schuiven. Vanwege de zware voet kun je het scherm ook van de rand van je tafel boven je schoot laten hangen, als je dat prettig werken vindt.
Optimale precisie Met kabels achterin de voet verbind je de Cintiq aan de netvoeding en met twee snoeren aan de Mac: USB en DVI. Dat vergt nog een apart adapterkabeltje naar de mini DisplayPort- of Thunderboltconnector. Meestal sluit je een Cintiq aan als tweede beeldscherm. Je regelt dan in het paneel Beeldschermen van de Systeemvoorkeuren hoe de displays samenwerken. Tijdens de test stond de
resolutie van de Cintiq op de maximale 1920 bij 1200 pixels en we definieerden het apparaat als het primaire scherm met menubalk. Dat doe je in het onderdeel Rangschikking van het paneel Beeldschermen door de miniweergave van het menubalkje te verslepen van Mac naar Cintiq. Zo zorg je ervoor dat alle programma’s openen en te bedienen zijn op het Cintiq-scherm. Voor optimale precisie van de bijbehorende pen moet je deze kalibreren in het Wacom-regelpaneel. Simpelweg vier mikpunten in de vier hoeken van het scherm aantikken volstaat. Ben je tevreden met de positie van de cursor onder het puntje van de pen, dan kun je meteen aan de slag. Alle verdere aanpassingen volgen in de loop van het gebruik. Het scala aan tweaks en twists dat Wacom biedt is enorm breed en kan via diverse invalshoeken geschieden, dus laat je daarvoor niet aan het regelpaneel binden.
q
w q In het regelpaneel
e
Aanraken op verzoek Pen kwijt? Dan heb je bij deze Cintiq altijd nog de Touch. Hij reageert op je vingertoppen, maar wel anders dan bij de speciale Wacom-pennen. Dat is waarschijnlijk het eerste dat je wilt stroomlijnen. Doordat de aanrakingsoptie standaard actief is, kun je voor rare verrassingen komen te staan als je het scherm gebruikt alsof het zomaar een stuk papier is. Je springt opeens naar een ander programma of het beeld schiet weg. Wacom snapt dit ook en dus kun je met één van drie hardwareknoppen aan de bovenkant de hele aanrakingsoptie in één keer uitschakelen of weer aanzetten. De vlakbij gelegen knop ‘i’ presenteert alle instellingen van de Cintiq, inclusief de Touch-opties, op scherm. Je kunt ze direct aanpassen. De derde, middelste knop, brengt een virtueel toetsenbord omhoog. Dat blijft steevast boven alle geopende program-
stel je de essentiële gebaren in. w Het fameuze Touchringmenu is ook op deze Cintiq beschikbaar e Painter zoomt zo ver in als nodig is om met precisie de laatste verfijningen aan te brengen.
ma’s zweven voor informatie die je met je vingertoppen wilt invoeren. Denk aan een iPad, maar dan iets flexibeler. Door alle aanpassingsmogelijkheden van pen, hardwareknoppen (de in eerdere Wacoms beproefde ExpressKeys en de Touch Ring) én die Touch zou je in feite alle computerhandelingen op de Cintiq kunnen verrichten. Op het aan en uitzetten van de stroom na dan. Maar wil je een fysiek toetsenbord en muis erbij houden, kan dat natuurlijk nog steeds. En om de weergave van het Cintiq-scherm bij te stellen moet je in de bovenrand van het apparaat zijn. Daar bevinden zich zeven knoppen voor onder andere helderheid, scherpte, kleur, symmetrie, energiebesparing en reset.
Schakelende vingers Corel Painter beweert in versie 12.2 geoptimaliseerd te zijn voor de Touch-opties van Wacom, dus dat pakket mag de test
uitvoeren. Inderdaad blijkt aanraken een aantal keer beslist praktisch: dat je met de pen in de ene hand met de andere meteen op het canvas kunt ‘vegen’ en ‘knijpen’ om te zoomen of je werk te kantelen. Of met een vingertje door gereedschap schakelen, dus zonder daarvoor he-le-maal met die pen over dat eindeloze scherm heen te hoeven zwaaien. Je kunt zelfs met je vinger tekenen, net zoals je ermee door andere programma’s kunt navigeren, maar dat werkt minder accuraat en zonder drukgevoeligheid. Datzelfde geldt trouwens voor diverse pennen voor iPad en iPhone. Wacoms eigen Touch is daarmee een prima aanvulling, maar de interactie tussen pen en scherm blijft bij de Cintiqlijn het belangrijkste. In de testopstelling werkt alles uitstekend: waar je de pen neerzet, is de cursor, instant reactie. De snelheid van respons hangt uiteraard af van de capaciteit van je computer, waarbij je last kunt ondervinden van eigenaardigheden in software. Ingewikkelde brushes in Photoshop kunnen bij extreme diametergrootte nogal wispelturig worden, bijvoorbeeld. Als je dit voor het eerst doet, is het waarschijnlijk even wennen aan de fysieke ruimte tussen punt en licht, vanwege de glasplaat. Toch kun je uiterst precies te werk gaan doordat je direct op scherm tekent, veel nauwkeuriger dan met een ‘blind’ tekentablet als de Intuos naast je computer. Vergeleken daarmee is de oog-hand coördinatie op een Cintiq ook natuurlijker. Het gulle formaat stimuleert tevens het grote schildergebaar en er is altijd ruimte over voor gereedschapspaletjes. Wij zouden beslist geen ‘nee’ zeggen als ons zo’n Cintiq werd aangeboden.
Conclusie Een illustrator met creatieve ambities likt z’n vingers af bij de Cintiq 24HD Touch. Maar er is één nadeel en dan gaat het niet over gewicht en formaat: de hoge prijs. We hebben het over 3499 euro die een creatief gebruiker er toch binnen de afschrijvingsperiode uit zal willen krijgen. Een heel moeilijke beslissing in deze economisch onzekere tijden. Wacom Cintiq 24HD Touch € 3499, www.wacom.eu Robuust Veel werkruimte Praktische aanraakfunctionaliteit Forse investering
MacFanScore
i 103 | 27
Het mooiste beeld
Test
voor de hedendaagse Mac S
Toepassingen genoeg voor een los beeldscherm: je Mac mini, een thuiswerkplek voor je MacBook of als tweede monitor aan je iMac bijvoorbeeld. De selectie van zo’n display begint met de keuze voor een kwalitatief hoogwaardig paneel, maar ook dan liggen er nog heel wat mogelijkheden. MacFan zet vier opties in de schijnwerpers. tekst
Tjeerd Jansen
V
an een monitor verlang je een ruime kijkhoek, heldere beeldweergave met voldoende contrast en opties om de kleuren netjes af te regelen. De behuizing moet er goed uit zien en voor ergonomisch verantwoorde omstandigheden wil je zeker de hoogte en de kanteling kunnen wijzigen. De beeldkwaliteit, weten we van een eerdere test in MacFan•81, komt het beste uit de bus met een paneel dat de pixels rangschikt volgens de In-Plane-Switching techniek. Dat garandeert een fatsoenlijke reactietijd, voldoende kleurdiepte en een vrijwel onbeperkte kijkhoek. De goedkope schermen van 200 euro of nog minder vallen af. Het Thunderbolt Display van Apple zelf mag in een test als deze niet ontbreken, maar het moet mogelijk
zijn om vergelijkbare beeldkwaliteit voor een lagere prijs te bemachtigen. Met dat doel voor ogen selecteren we schermen van Asus, HP en NEC, allemaal modellen uit de middenklasse met formaten van 24 of 27 inch. Om aan te sluiten bij de hedendaagse connectors op Apple-apparatuur moeten ze beschikken over een DisplayPortaansluiting zodat ze digitaal te koppelen zijn aan de Mac mini die de test voor zijn rekening neemt. De drie uitdagers van het Thunderbolt Display kennen daarnaast nog andere connectors, waardoor ze allemaal makkelijk zijn aan te sluiten op een oudere iMac met DVI-uitgang. Apple heeft als enige van de testkandidaten luidsprekers ingebouwd.
Apple Thunderbolt Display
Wow-factor De wow-factor van dit prachtig in aluminium gevatte 27-inch scherm met glimmende glasplaat sluit naadloos aan op het Apple-design. Voor MacBook-gebruikers hangt er een MagSafe-voedingsconnector naast de Thunderbolt-kabel. De kleine dataplug transporteert alle signalen naar de monitor én de hub achterop het scherm, waar je 3 USB 2-poorten aantreft, FireWire
32 |
103
800, ethernet en een extra Thunderbolt-aansluiting. Die laatste is alleen geschikt voor harde schijven en andere apparaten, maar niet om nog een extra scherm te koppelen. De USB-poorten leveren stroom om je iPod, iPad of iPhone op te laden, ook als de Mac is uitgeschakeld. Mocht je Mac nog geen Thunderbolt-poort hebben, dan bestaat dit scherm ook in een uitvoering met Mini DisplayPort aansluiting. OS X kent weinig mogelijkheden om de weergave bij te stellen. Naast aanpassingen van de resolutie en helderheid kent het scherm wel de optie om automatisch te reageren op het omgevingslicht. Kleurweergave valt alleen te beïnvloeden door een ander schermprofiel te kiezen of te maken. Mogelijk denkt Apple dat een perfect scherm geen aanpassingen behoeft en de weergavekwaliteit is inderdaad verbluffend. Helder, contrastrijk met lekker verzadigde maar toch natuurlijke kleuren. Kalibratie heeft hier hooguit nut voor een professionele fotograaf of vormgever, maar deze groep waardeert de hoogglanzende glasplaat misschien minder. Fysiek valt er evenmin veel te verstellen: maximaal een graad of 20 achterover kantelen en enkele graden voorover. In combinatie met de hoogglanzende glasplaat
kan dit in bepaalde omstandigheden de juiste plaatsing lastig maken. In zo’n geval moet de voet eraf om plaats te maken voor de losse VESA-adapter (€ 39) plus een geschikte monitorsteun. Alleen met zulke accessoires heb je iets aan de mogelijkheid om het beeld te roteren. Films speel je via het Thunderbolt scherm af inclusief knallend geluid uit het uitstekende ingebouwde speakersysteem, een bioscoopbeleving in het klein. De op papier wat trage reactietijd van 12 ms blijkt ook
bij snelle actiefilms geen belemmering. Kijk je naar donkere beelden bij daglicht, dan kunnen spiegelingen in de glasplaat storen. Ook als je opzij van het scherm zit gooien reflecties soms roet in het eten. In een verduisterde kamer heb je er totaal geen last van. Thunderbolt display, € 999, www.apple.com/nl/displays Zeer hoge beeldkwaliteit Geweldig ingebouwd speakersysteem Uitgebreide mogelijkheden van Thunderbolt Spiegelingen in glasplaat Voet beperkt verstelbaar
MacFanScore
o
HP ZR2740w
Mat op niveau Het simpele zwarte kunststof met een zilverkleurige zijkant geeft onbetwist een zakelijke uitstraling aan de HP ZR2740w. De 27-inch monitor laat zich uitgebreid verstellen: hoogte, draaien om de as, achteroveren een klein stukje voorover kantelen en roteren voor verticaal beeld. DisplayPort is geen Thunderbolt, dus hoewel het beeld prima doorkomt op het mat afgewerkte scherm geven de twee USB-poorten aan de zijkant pas signaal als er ook een USB-kabel naar de Mac loopt. De aansluiting van de DVI-poort op de iMac levert een teleurstelling op: het HPscherm komt dan niet verder dan 1280 bij 720 pixels terwijl de iMac zelf 1680 bij 1050 beeldpunten kan aansturen. Opties om de kleurweergave te beïnvloeden blijven beperkt tot de eigen helderheidsknop en de keuze van een kleurprofiel. HP levert een ICM-profiel dat de weergave duidelijk verbetert ten opzichte van standaard RGB. De heldere en verzadigde kleuren zijn net iets minder spetterend dan bij Apples display. Daar staat tegenover dat invloeden door spiegeling niet voorkomen. Filmweergave blijft in een verduisterde ruimte iets achter bij Apple; de diepe zwarten haalt HP niet. Regel wel fatsoenlijke speakers erbij voor optimale bioscoopervaring. ZR2740w, € 749, www.hp.nl Goede beeldkwaliteit Verstelbare behuizing Filmweergave net niet perfect Kleurweergave niet aanpasbaar
MacFanScore
i 103 | 33
Asus PA248Q
Alles instelbaar Ook de goedkope Asus PA248Q kiest voor een zakelijke uitstraling met strakke zwarte lijnen. Dit 24 inch beeldscherm doet aan hoogteverstelling, draaien, kantelen en een kwartslag roteren, vergezeld van maar liefst vier USB 3-poorten. Die snelle standaard haal je alleen als je een USB-kabel aan je Mac met dezelfde connector verbindt, op oudere apparatuur val je terug naar USB 2. De proefopstellingen werken zonder problemen. Bij de iMac haalt dit scherm wel zijn volledige resolutie. Asus laat je van alles instellen met een On Screen Display (OSD), een menu dat je oproept en bedient met diverse knoppen op de monitor. In de standaardinstelling is de verzadiging van de kleuren wat flets, maar met geduldig fijnregelen schroef je de kwaliteit op tot die van HP en Apple. Ook hier dempt het matte scherm de sprankeling in de kleuren lichtjes. Zonder maatregelen blijft de scherpte van het testexemplaar wat achter, maar kijk uit dat je deze instelling niet te ver opschroeft: dan ziet het beeld er kunstmatig uit en verlies je leesbaarheid van tekst. Aparte profielen aanmaken voor beeld en tekst ligt voor de hand en dat werkt goed aangezien Asus twee user modes ondersteunt. Het OSD biedt een enorme hoeveelheid instellingen. Naast de tot in detail in te stellen user modes kent Asus voorgekookte combinaties voor sRGB, landschap en films. Bij de user modes mag je zelfs van 6 kleuren (RGB en CMY) apart de verzadiging en tint instellen. In sommige afdelingen van de menu’s verschillen de mogelijkheden en dat werkt niet altijd handig. Hoewel het scherm standaard al erg goed is kunnen de uitgebreide correcties bij gebruik van meerdere invoerbronnen van pas komen. Weergave vanaf de iMac gaf aanvankelijk een lichte magenta kleurzweem ten opzichte van de Mac mini. Na subtiel afregelen kregen we de kleurweergave van beide computers vrijwel exact gelijk. Een leuk foefje bij gebruik van twee Macs is de modus picture in picture die twee invoerbronnen tegelijk op het scherm toont. Je schakelt tussen hoofd- en extra beeld met één druk op de knop. De grootte en positie van het extra scherm is aan te passen. Creatieven kunnen op het scherm een nuttig raster oproepen of een kader ter grootte van A4 of diverse standaard fotomaten. Zo beoordeel je simpel hoe je A4 lay-out of zorgvuldig gekaderde foto er op ware grootte uit komt te zien. In theatre mode met smart contrast ingeschakeld komt filmweergave op gelijk niveau met de Cinema Display en dat zonder contrast verhogende glasplaat. Geluid moet uit andere bronnen komen. PA248Q, € 399, www.asus.nl Uitgebreid OSD met veel opties Mooie filmweergave door dynamisch contrast Veel waar voor je geld Scherpte net niet perfect
MacFanScore
34 |
103
i
NEC Multisync P241W
Professionaliteit troef De derde zwarte monitor komt van NEC onder de naam P241W, te onderscheiden aan zijn robuuste display dat alleen al vanwege zijn dikte ontzag inboe zemt. Er valt ook bij dit 24inch model van alles te ver stellen voor een optimale positie en de aansluitingen aan de testcomputers werken vlekkeloos. NEC strooit gul met poorten: een extra DVIconnector, VGA, drie uitgaande en twee inkomende USBaansluitingen. De kleurweergave evenaart die van het Thunderbolt Display zonder storende reflecties bij daglicht. Naast het On Screen Display levert NEC het programma Multiprofiler dat enkele stappen verder zet. De soft ware laat je kiezen uit een aantal vooringestelde picture modes, met opties om helderheid en zwarting direct te wijzigen. Het programma reageert tijdens de instellingen op het omgevingslicht, maar de monitor kent geen dynamische correctie als de wolken voor de zon schuiven of het kunstlicht aanfloept. Voor film weergave is dit niet de topper in de test. Via een scala aan mogelijkheden op gebied van gammacurves en kleurbereiken laat NEC je scherm profielen maken bij een printer of bepaalde standaar den voor drukwerk. De software bevat een groot aan tal ICCprofielen en accepteert je eigen extra invoer. Multiprofiler geeft je zelfs de mogelijkheid om de weergave aan te passen aan een aantal types kleuren blindheid. Deze koploper in weergavefuncties vult NEC aan met nog een troef als je meerdere Macs op het scherm aan sluit. Via het OSD of Multiprofiler kan je de gebruikte videopoorten koppelen aan één van de ingaande USB poorten. Sluit je toetsenbord en muis aan op een uit
gaande USB poort. Wanneer je nu de schermweergave wisselt van de eerste naar de tweede Mac, verhuizen muis en toetsenbord vanzelf mee. Pictureinpicture behoort eveneens tot het assortiment, zowel in te stellen met de knoppen als op priegelschaal in de software. Je ziet aan alles dat NEC gewend is aan de veeleisende professionele markt. P241W, € 789, www.nec-display-solutions.nl Uitstekende kleurweergave Uitgebreid kleurbeheer Slimme USB-oplossing Filmweergave iets minder
MacFanScore
o
Kleine verschillen De weergavekwaliteit beoordelen we met de test beelden van www.lagom.nl/lcdtest die alle aspecten van een monitor beproeven. De vier displays geven elkaar maar weinig toe: heel goed past als beoorde ling bij allemaal. Bij de weergave van donkere tinten presteert elk scherm bij daglicht net iets minder dan met de gordij nen dicht. Op dit onderdeel eindigt Apple onderaan de ranglijst, wat te wijten is aan de glanzende glasplaat die te veel licht opvangt. Door de opstelling te veran deren kun je de gevolgen van dit nadeel beperken. Bij de weergave van lichte tinten is het verschil in omgevingslicht nauwelijks van invloed. De HP toont hier het volledige spectrum uit het testbeeld, op de voet gevolgd door Apple en Asus, NEC laat nog een tintje meer liggen. De weergave van het kleurcontrast toont geen grote verschillen. Opnieuw laat Apple bij daglicht wat lig gen, maar is in het duister perfect. De NEC doet het overdag iets beter en geeft bij minder licht net als Apple een perfecte score. HP en Asus volgen op zeer korte afstand. De opgegeven contrastwaarden tenslotte zijn bij alle monitoren 1000:1. Dat valt te meten en onder gelijke
omstandigheden blijven Apple en NEC het best bij de opgegeven waarden. HP en Asus halen nog steeds bijna 90 procent – geen reden om je zorgen te maken.
Conclusie De keuze van het juiste (extra) beeldscherm voor je Mac blijft een lastige vraag, maar het antwoord begint bij voldoende budget voor een IPS-paneel. Vormgeving, formaat en de inrichting van de werkplek spelen eveneens mee bij deze persoonlijke keuze. Het Thunderbolt display van Apple met zijn buitengewone kleurweergave stelt strikte eisen aan de inrichting van de werkplek en heeft een streepje voor bij de liefhebber van film en multimedia. De concurrentie kent meer flexibiliteit in opstelling, inclusief verticale modus. Van het drietal staat de NEC P241W aan de top met kleurweergave en dit display maakt met talrijke opties fotografen en vormgevers gelukkig. De Asus PA248Q komt hier heel dichtbij voor een uitzonderlijk lage prijs: een prima allround scherm voor wie net wat meer opties wenst. HP tot slot presenteert met de ZR2740w een scherm dat gewoon goed is, voor wie er alles mee wil doen en het graag simpel houdt. 103 | 35
Vijf jaar iPhones, vijf jaar revolutie Met de iPhone heeft Apple binnen vijf jaar de telefoonwereld veroverd. De met hoon ontvangen nieuwkomer groeide tot dominante speler op het gebied van smartphones, zeker als je naar winstgevendheid kijkt. Een terugblik op de duizelingwekkende opkomst van een mobiel fenomeen.
S Achtergrond
TEKST
66 |
Ruud Dingemans
A
an de wieg van de iPhone staan mislukte projecten. Om te beginnen de roemruchte Newton, Apples eerste handcomputer met aanraakscherm, al had je daar een pennetje bij nodig. De Personal Digital Assistant betreedt de markt in 1993 en laat zich snel overvleugelen door de kleinere en goedkopere Palm Pilots, Psions en vergelijkbare handzame apparaten. In 1997 beëindigt herintreder Steve Jobs de productie van het verlieslijdende project. In 2005 probeert Apple het opnieuw in samenwerking met de mobiele veteraan Motorola. Hun ROKR blijkt een reguliere GSM met een kleine iTunes-variant aan boord. De gebruiker kan er eventueel liedjes mee downloaden uit de iTunes Store, maar niet meer dan honderd. De telefoon werkt traag en al na een jaar krijgt de ROKR de bons. Intussen heeft de computerbouwer een beter idee in huis. Het is tijd om een graantje mee te pikken van de opkomst van de mobieltjesmarkt en de internet-smartphones door de succesvolle iPod in die richting verder te ontwikkelen. Dat kan, want de muziekspeler met clickwheel is al uitgegroeid tot een draagbaar multimediatoestel. Dat clickwheel zit tegelijkertijd in de weg. Het is niet geschikt voor telefoonfuncties, omdat die juist knoppen nodig hebben. De elektronica van de iPod biedt voldoende uitbreidingsmogelijkheden, maar in de fysieke opbouw zit weinig toekomst. De oplossing komt uit de bundeling van diverse projecten waar Apple in het diepste geheim aan werkt. De onderneming onderzoekt een draagbaar touchscreen met vingerbesturing in plaats van de dan breed verspreide stylus. In concept bestaan zulke grote tablets al sinds de jaren zestig in de dromen van onderzoekers als Nicholas Negroponte en Alan Kay. Apple speelde er rond 1987 mee onder de werktitel ‘Knowledge Navigator’ die nooit tot een product leidt. De Tablet pc van Microsoft probeert het in 2000 wel, maar blijkt geen succes. Toch houdt Apple de techniek bij de hand in het project met de codenaam Purple II. Tegen de buitenwereld preekt Steve Jobs een ander evangelie:
101
‘Mensen willen toetsenborden. Tablets zijn meer iets voor rijke jongens die al veel gadgets hebben.’
Geboorte onder druk Een high-res touchscreen van tabletgrootte waarop je ook kunt typen doet de vonk overslaan: maak het kleiner en gebruik het voor de iPod-telefoon, beslist Jobs. Dit type schermbediening garandeert de uiterste flexibiliteit. Je kunt immers alle ingebouwde programma’s elk gewenst uiterlijk en bediening geven. Zowel het clickwheel als de problematische minitoetsenborden zijn in één klap overbodig. Het tabletproject gaat opzij en de eerste generatie iPhone met aanraakscherm krijgt vanaf 2005 alle aandacht. Jobs ziet voor de iPod dezelfde touch-toekomst en kiest voor een besturingssysteem op basis van Mac OS X. Hoe afgeslankt ook, dit vraagt meer van de hardware dan eerst. Het is wel flexibeler en voorbereid op de software van de toekomst. Dat geeft de doorslag. Gevoed door de alsmaar aanzwellende iPod-winsten zet Apple steeds meer personeel op het iPhone-project, dat al snel enkele honderden medewerkers telt. De software-afdeling kraakt in zijn voegen en kan steeds minder tijd wijden aan de ontwikkeling van OS X voor de Mac. Dat valt op: de aangekondigde lancering van Mac OS X 10.5 ‘Leopard’ krijgt een half jaar uitstel voor de kiezen. Na maanden van koortsachtig speculeren binnen en buiten de Apple-gemeenschap presenteert Jobs in januari 2007 dan eindelijk de iPhone als de volgende stap in de ontwikkeling van het mobieltje. De doelstellingen zijn aanvankelijk bescheiden, aangezien de computerbouwer een complete nieuwkomer is in de nog altijd boomende mobiele-telefoonmarkt en de verkoop pas in de zomer begint: een miljoen iPhones in het eerste jaar, één procent van de markt.
Pronkjuweel met beperkingen Het koperspubliek reageert overweldigend als de touchscreen-telefoon in juni 2007 dan eindelijk in de winkels ligt. In Amerika is het direct the gadget to
De eerste iPhone is nog steeds herkenbaar aan zijn metalen achterkant.
Van de 3G verscheen ook een witte versie en bij die twee kleuren heeft Apple het gehouden.
have, ondanks de stevige prijs van tenminste $ 499. De iPhone is het eerste portable alles-in-een apparaat dat wérkt: muziekspeler, foto-database, videospeler, handcomputer met internetverbinding, 2 megapixel fotocamera, mobiele telefoon. Daarbij blijkt het nieuwe pronkjuweel uit Apples hardwarekeuken ook nog eens uiterst compact, dun en licht. De basis bestaat uit een door Samsung geproduceerde 412 MHz ARM RISC-processor, plus 4 of 8 GB flash-geheugen en het touchscreen-beeldscherm met een resolutie van 480 bij 320 pixels. De ingebouwde accu houdt het volgens de specificaties tot acht uur vol - puur als mobieltje. De gebruiker moet het stellen zonder de op het web zo populaire Flash-video’s of Java-support. Bovendien blijken ook de telefoonverbindingen van de exclusieve telecompartner AT&T behoorlijk gammel. De beperkingen doen niks af aan impact van het apparaat. Met zijn innovatieve touchscreen-interface, de veelvoud aan toepassingen en volwaardig internet maakt de iPhone zowel de oude iPod als zowat alle andere mobieltjes plotsklaps ouderwets. In de media zingt al gauw de term Jesus Phone rond en er ontstaat een wereldwijde Apple-gekte - lange rijen van enthousiaste fans die luidkeels juichend de winkels binnentrekken om hun exemplaar in ontvangst te nemen. Europeanen vliegen er zelfs voor naar de Verenigde Staten, want het duurt nog tot november voor het toestel Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk bereikt. In Nederland en België komt de eerste iPhone helemaal niet op de markt. Hardwarepartner Foxconn draait in het Chinese Shenzhen intussen overuren om aan de voortdurend stijgende vraag te voldoen. Tegelijkertijd starten onder meer Samsung, LG, Motorola én het leger ‘shanzhai’klonenmakers in zuidelijk China een gigantisch offensief om het basisontwerp van de iPhone zoveel mogelijk te kopiëren. Apples megamobieltje verandert binnen een jaar het uiterlijk van de typische mobiele telefoon drastisch. Blokken met toetsen en minischermpjes op dikke, ronde behuizingen raken uit de mode; touchscreens met rijtjes vol applicatieicoontjes op platte, dunne apparaatjes blijken plotse-
De 3GS is nauwelijks van de 3G te onderscheiden, maar draait op snellere hardware dan zijn voorganger.
De iPhone 4 met zijn rechthoekige glazen behuizing.
ling in. Aanvankelijk kijken alleen makers van duurdere smartphones als RIM met zijn BlackBerry bezorgd als ze de impact van de iPhone door beginnen te krijgen. Later trekken ook traditionele makers van portable spelcomputers als Nintendo met zijn Game Boy/DS en Nokia met zijn N-Gage bleek weg.
Snelle evolutie Apple rust na het eerste succes namelijk niet op zijn lauweren. Al na een jaar introduceert het bedrijf de iPhone 3G als tweede generatie-model, met ondersteuning voor GPS-navigatie en snellere verbindingen op het mobiele netwerk. Het toestel ruilt de aluminium achterzijde voor hard plastic maar verandert verder weinig. De 3GS volgt in 2009 in dezelfde behuizing: alleen de kenner ziet het verschil. Apple concentreert zich bij de vernieuwing op de software. Ontwikkelaars mogen zelf apps maken die in een App Store zowel op de Mac als op de iPhone zelf te koop zijn voor bedragen die eerder passen bij een paar koppen koffie dan bij software. Op veler verzoek krijgt het inmiddels tot iOS omgedoopte systeem in zijn derde generatie ondersteuning voor knippen en plakken. Ook een bescheiden soort multitasking doet zijn intrede, waardoor apps op de achtergrond taken kunnen blijven uitvoeren. Het succes roept concurrentie op: Google ziet dat er vraag is naar een universeel inzetbaar systeem voor mobieltjes en zet het Android-besturingssysteem in, gebaseerd op een Linux-kernel. Oorspronkelijk gelanceerd in de HTC Dream/G1 uit 2008, verspreidt dit ‘open’ systeem voor smartphones zich in de daarop volgende jaren snel naar telefoons van zowat alle grote mobieltjesmakers. De iPhone blijft desondanks toonaangevend. Apple bereikt dit ook door geavanceerde snelle hardware. In 2009 verschijnt de iPhone 3GS met een krachtige 600 MHz ARM Cortex-A8 processor en een eveneens flink opgevoerde PowerVR-videochip. Dit is het model dat Nintendo en Sony voor het eerst de schrik in de benen jaagt, omdat deze telefoon prima mee kan als mobiele spelcomputer. Verleidelijk is ook de fotocamera van 3 megapixel inclusief de optie om onderweg een filmpje in VGA-resolutie te draaien.
101 | 67
Opnieuw slechts een miniem uiterlijk verschil bij de komst van de iPhone 4S. De sprekende assistent Siri die in diverse talen opdrachten aanneemt maakt in dit model het grote onderscheid.
Laserscherpte Met de iPhone 4 doet Apple er in juni 2010 nog een paar schepjes bovenop. Door de overname van PA Semi en het bijbehorende team van chipontwerpers weet de firma ditmaal zelf een behoorlijke bijdrage te leveren aan de vernieuwde hardware. Het resultaat is de A4 (andermaal op basis van de ARM-architectuur), op 800 MHz Apples eerste eigen iPhone-processor. De schermresolutie van het nieuwe ‘Retina display’ claimt met 960 bij 640 pixels dezelfde scherpteervaring als een laserprinter. De fotolens werpt zijn beelden nu op een 5 megapixel-sensor inclusief de mogelijkheid om 720p HD-video op te nemen. Afgezien van de ingebouwde gyroscoop valt vooral de vernieuwde hoekige lichtmetalen behuizing in het oog. Als de klanten enthousiast gaan bellen, duikt een vervelend probleem op. De interne antenne is verbonden met de rand en wanneer je de telefoon onderaan stevig vasthoudt zakt de ontvangstkwaliteit in. Antennagate komt Apple op veel spot en kritiek te staan en leidt zelfs tot een goedmakertje: kopers mogen een gratis hoesje nabestellen. Dit houdt de stijging van de verkoop niet tegen. In 2011 bouwt Apple gestaag verder aan zijn smartphone-imperium met de iPhone 4S, wederom sneller en voorzien van een nog krachtiger camera. Ook de antenneproblemen zijn de wereld uit. Met deze hardware veegt de iPhone menige fotocamera en spelcomputer van het tapijt. Opmerkelijk genoeg blijven zowel de 3GS als de 4-uitvoering in de winkel als budgetmodellen.
Wereldwinst De koele cijfers achter deze ongekend succesvolle opmars in de telefoonmarkt zien er al even duizelingwekkend uit. In het eerste halfjaar passeert Apple eenvoudig zijn aanvankelijke doelstelling van een miljoen verkochte exemplaren. Na anderhalf jaar zijn het er al ruim elf miljoen. Gedurende 2009 gaan er circa 20,7 miljoen iPhones over de toonbank en in 2010 meldt de computerbouwer 39,9 miljoen verkopen. Als in 2011 de iPhone officieel de Chinese markt
68 |
101
betreedt schiet het jaartotaal verder omhoog naar ruim 72 miljoen. In de eerste helft van 2012 is dat getal alweer bereikt. Belt iedereen na vijf jaar met een iPhone? Nee, het marktaandeel van Apple ligt momenteel rond 8 procent in de competitie met alle bouwers van mobieltjes. Kijk je alleen naar smartphones, dan strijden Apple en Samsung om de koppositie met ieder tussen 20 en 25 procent van de markt. Veel indrukwekkender is de geldstroom die de smartphone oplevert. Volgens analisten weet Apple 73 procent van de totale winst in de mobiele telefoonsector in het jaar 2011 naar zich toe te trekken. Als nakomeling van de iPod heeft de iPhone de status van Apple als wereldmerk nog verder opgeschroefd.
En verder? Bij het afsluiten van deze MacFan begon de ontwikkelaarsconferentie WWDC zonder een volgende versie van de iPhone. Het wereldje van Apple-liefhebbers kan dus nog de hele zomer speculeren over de komende generatie. Gaat hij de iPhone 5 heten of volgt Apple de lijn die het bedrijf eerder koos voor de derde generatie iPad? Dan zou Tim Cook simpelweg the new iPhone onthullen. In de Verenigde Staten zal het toestel in elk geval de volgende generatie mobiele netwerken ondersteunen. Deze 4G LTE is in Europa nog nauwelijks beschikbaar en krijgt hier bovendien andere specificaties. De telefoonmarkt verwacht ook een nieuw ontwerp, maar of Apple dat dogma van marketing volgt blijft afwachten. De concurrentie zette de afgelopen maanden vooral toestellen met grotere beeldschermen in de markt. Die trend is voor Apple lastiger te volgen, omdat iOS apps zijn afgestemd op de bestaande pixelverhoudingen. Een groter scherm dat simpelweg ook 960 bij 640 pixels bevat ziet er minder scherp uit dan het huidige. Verdubbelen naar 1920 bij 1280 zou het toestel extreem duur maken en ertussenin zitten veroorzaakt een lelijke uitvergroting of dwingt alle ontwikkelaars tot een herschrijfronde.
Pianovariaties met muis of midi S Test
De in MacFan•92 besproken EZdrummer hoeft niet meer in z’n eentje op de trom te slaan. EZkeys Grand Piano voegt zich bij het orkest als virtuele Steinway, aan te sluiten op GarageBand, Logic of ander digital audio workstation.
E
Zkeys Grand Piano is veel meer dan een samplebibliotheek van de concertvleugel Steinway Model D. Je krijgt er midi-partijen bij om pianoklanken via honderden ingespeelde loops te gebruiken in je eigen songs. Omdat ze bestaan uit midi-data, kun je gewoon noten veranderen: liever A-majeur dan mineur? Geen probleem. De Steinway kan dankzij de veertien meegeleverde klankvariaties van Toontrack ook als een krakkemikkige tingeltangel of een romantische droompiano klinken. Al die variaties gebruiken dezelfde sample-bibliotheek, maar door intelligent gebruik van effecten klinkt het resultaat steeds anders. De software draait zelfstandig, maar valt ook als VST-, RTAS- of Audio Unit-plug-in te gebruiken.
tekst
Richard Veenstra
Veertien variaties De heldere vormgeving van EZkeys Grand Piano toont bovenin de vleugel en onderin een tijdlijn waar je midiblokken naar toe sleept. Helemaal bovenin zie je achter Library de geluidsbibliotheek Grand Piano staan. Vermoedelijk volgen er nog meer bibliotheken als betaalde uitbreiding. Onder Standard kies je jouw pianogeluid uit veertien variaties (presets). De virtuele kleppen Dynamics en Tuning aan de zijkanten van het klavier laten je het geluid finetunen en de piano bijvoorbeeld een beetje naar boven of beneden stemmen voor de juiste samenklank met andere instrumenten.
Tijdlijn met extraatje Om bij de loops te komen, klik je onderaan op Song Browser. Bij EZkeys MIDI selecteer je een muziek- en speelstijl. De gekozen loop speel je af met de kleine playknop. Je kunt nu ook nog makkelijk het geluid wijzigen door een andere variatie te kiezen. Als je tevreden bent, sleep je de loop naar het spoor in GarageBand of naar de interne tijdlijn, afhankelijk wat het best bij je manier van werken past. De interne tijdlijn heeft een leuk extraatje, de Chord Selector. Die geeft de bijbehorende akkoorden weer boven de loop. Via een kwintencirkel kun je vervolgens andere passende akkoorden vinden. Uiteraard mag je EZkeys Grand Piano ook bespelen via een aangesloten midi-controller. Het instrument geeft dan weer welk akkoord je aanslaat.
Waaier aan klanken De gesamplede Steinway klinkt als een klok en reageert goed op verschillen in aanslag. Je kunt die nog bijstellen De kwintencirkel van de Chord Selector helpt je met akkoordprogressies. Je hoeft onder de klep Dynamics. De veertien presets van deze niet al te veel te weten van muziektheorie. ene piano en het intelligent gebruik van effecten leveren een brede waaier aan mogelijkheden op. Jammer genoeg ontbreken in de collectie een elektrische piano, clavinet of Wurlitzer. Die zullen beslist verschijnen als betaalde extra’s, net zoals Toontrack dit doet met de EZdrummer-serie.
Conclusie EZkeys Grand Piano integreert erg goed klinkende pianopartijen in je song, ook als je het instrument zelf niet kunt bespelen. Dat is te danken aan de hoge kwaliteit van de opgenomen samples en de gevarieerde midi-loops. Ervaren toetsenisten hebben baat bij de ondersteuning van de Chord Selector. Het wachten is nog wel op meerdere pianomodellen die Toontrack hopelijk snel uitbrengt.
Achter twee virtuele kleppen stel je instellingen bij en wijzig je de toonhoogte van de piano.
Toontrack EZkeys Grand Piano, € 139, www.toontrack.com Chord Selector Goede klank Veelzijdige loop-bibliotheek Helaas maar één piano-bibliotheek
MacFanScore 40 |
101
i
MacMagic
tekst Jan van Die en Bert Rozenberg
R
De redacteuren van MacMagic hebben de afgelopen maanden overuren gedraaid. Ze stelden niet alleen een geweldig boekje met tips en trucs voor je samen, maar zorgden er ook voor dat deze aflevering weer een feest om te lezen is. Met tips als ‘Tekstselectie in Snelle weergave’ en ‘Kopieer Fotostream’ wil je vast en zeker meteen aan de slag!
Méér Tips & Trucs
We zijn apentrots: voor de tweede keer in zijn geschiedenis brengt MacFan een selectie uit deze rubriek in boekvorm uit met een prachtige cover van Marijn van der Waa. Abonnees krijgen het boekje gratis bij dit feestnummer. Mensen die MacFan los in de winkel kopen, kunnen het op twee manieren in de wacht slepen: gratis, door zich vóór 30 juni 2012 alsnog aan te sluiten bij het abonneebestand (dat heeft zijn voordelen, zoals je ziet!) of door de uitgave apart te bestellen via onze website voor het bedrag van € 9,95 (€ 7,95 + € 2,00 verzendkosten). Denk nu niet: dat boekje kan ik wel missen, want dat is allemaal oude kost. Vanwege alle veranderingen aan Mac OS X is 75% van de tips en trucs herschreven en vrijwel 100% van nieuw illustratiemateriaal voorzien. Zoek je ze na in oude nummers van MacFan, dan werkt ruim de helft niet meer of in ieder geval anders dan beschreven staat. Met ‘Méér Tips & Trucs’ is je verzameling handigheidjes weer helemaal bij de tijd. Ga snel naar www.macfan.nl om je te abonneren of het boekje te bestellen.
Lege regels tellen
Voor dat tweede MacMagic-boekje selecteerden en redigeerden we de beste tips uit MacFan in één groot Word-document. Van het eerste deeltje wisten we dat zo’n boekje ruimte biedt aan ongeveer honderd handigheidjes. Natuurlijk wilden we gaandeweg weten of we al genoeg materiaal verzameld hadden. Maar hoe tel je het aantal tips in een document van meer dan vijfenveertig A4-pagina’s? Plotseling bedachten we hoe we dit aan moesten pakken. Na elke truc volgt er een lege regel in het tekstdocument. Met andere woorden: tussen twee tips zitten altijd twee Returns. Die zouden we moeten tellen. Daarmee was de oplossing dichterbij, maar nog niet compleet. Als je in Microsoft Word de zoekfunctie activeert via ⌘-f en je cursor in het zoekveld zet, kun je op de Return-toets drukken zo vaak je wilt, maar er zal niets gebeuren. In plaats daarvan moet je de code voor een Return invoeren. Die code is ^p (als je het eerste symbool niet zo snel kunt vinden: het zit boven het cijfer 6).
82 |
100
Voor onze tipsscheiding zochten we naar twéé Returns, oftewel ^p^p. Verder zetten we een vinkje voor de regel ‘Alle items markeren in Hoofddocument’. Tot slot klikten we op de knop ‘Alles zoeken’. Op het moment van schrijven vond Word 92 lege regels, oftewel 93 tips. Het zouden er uiteindelijk 109 worden.
Tekstselectie in ‘Snelle weergave’
‘Snelle weergave’ is een ideale manier om razendsnel de inhoud van een bestand te bekijken zonder het bijbehorende programma te starten. Klik op het document, druk op de spatiebalk en de tekst of het plaatje staat voor je neus. Gaat het om een plaatje, dan kun je dat direct kopiëren met ⌘-c en ⌘-v. Bekijk je een Worddocument of een pdf-bestand, dan heb je dat geluk niet. Logisch misschien: je zult zelden een complete tekst willen kopiëren. Een klein stukje overnemen, komt echter om de haverklap van pas. Denk maar aan een adres of een citaat. Helaas ondersteunt ‘Snelle weergave’ standaard geen tekstselectie. Gelukkig kun je daar verandering in brengen, tenminste als je OS X 10.7 (Lion) gebruikt. Start hiervoor het programma Terminal en type de volgende twee opdrachten: defaults∆write∆com.apple.finder∆QLEnableTextSelection∆-bool∆true killall∆Finder (zet een spatie op de plaats van elk dakje en druk na elke regel op Return) Nadat Finder opnieuw gestart is, zul je zien dat ‘Snelle weergave’ voortaan ook tekstselectie accepteert. Markeer de gewenste zinnen met je muis en druk op ⌘-c om ze te kopiëren. Open een nieuw document en plak je vangst daarin met ⌘-v. Heb je om een onverklaarbare reden toch liever een kale versie van ‘Snelle weergave’? Herhaal dan de voorgaande twee opdrachten. Vervang daarin alleen het woord true door false. Gebruik je liever geen Terminal? De opdrachtenreeksen staan als startklare programma’s voor je gereed op tabblad Software van www.macfan.nl.
Open Dock-map Mappen in je Dock plaatsen is een heerlijke manier om snel je bestanden te bereiken. Als je op zo’n map klikt, toont het Doc een waaier, een lijst of een raster met de inhoud. Bij sommige mappen, zoals de propvolle map Documenten, is dat minder handig. Dan zou je liever zien dat er direct een Findervenster opengaat. Dit kun je voor elkaar krijgen door zowel de ⌘-toets als de ⌥-toets in te drukken terwijl je op het Dock-icoon klikt, maar dat vergeet je negenennegentig van de honderd keer. Gelukkig is er ook een andere manier: • Selecteer de propvolle map in Finder. • Druk op de toetscombinatie ⌘-L. • Finder maakt nu een alias van de map. • Sleep dat alias naar het Dock. Klik erop en je zult zien dat er geen waaier, lijst of raster verschijnt, maar een overzichtelijk Finder-venster.
Kopieer Fotostream
Eén van de handigste mogelijkheden van iCloud is dat foto’s en schermafbeeldingen die je op je iPhone of iPad maakt, via Fotostream automatisch op je Mac belanden. Minder plezierig is dat je iPhoto moet gebruiken om ze te bekijken of te verwerken. Als je geen fan bent van het beheerprogramma van Apple, dan biedt AppleScript een alternatief. Het volgende script zoekt de foto’s in de gewelven van OS X en kopieert ze naar de map Fotostream in je map Afbeeldingen (die moet je overigens wel zelf even aanmaken).
Je kunt het script - dat ook te vinden is via tabblad Software op www.macfan.nl - natuurlijk met de hand starten, maar dan moet je dat elke keer doen als je je Mac inschakelt. Het is veel prettiger om dat klusje aan OS X over te laten. Hiervoor ga je als volgt te werk: • Open de Systeemvoorkeuren en kies het icoon ‘Gebruikers en groepen’. • Selecteer het tabblad ‘Inloggen’. • Sleep het gecompileerde script naar het overzicht.
Meer stappen zijn er niet. Je vindt je iPhone-kiekjes voortaan direct terug in de map Fotostream, zodat je ze kunt bewerken met Photoshop (Elements) of welk programma dan ook. Eerst iPhoto openen en je vangst naar het bureaublad slepen, is niet langer nodig.
Smile, je hebt een Mac
Sinds OS X Lion beschikt je Mac over de zogeheten Emoji-lettertekens, waaronder de op internet veelvuldig gebruikte smileys ( ) vallen. Als je zo’n teken in een mailtje op wil nemen, heeft dat heel wat voeten in de aarde. Met behulp van de automatische spellingscorrectie van OS X kan het gelukkig een stuk makkelijker: • Open de Systeemvoorkeuren en kies het paneel ‘Taal en tekst’. • Selecteer tabblad Tekst. • Ga naar het Wijzig-menu in de menubalk en klik op ‘Speciale tekens...’ zodat er een venster met de naam Tekens verschijnt. • Selecteer in de linkerkolom de groep Emoji. • Klik in het venster van ‘Taal en tekst’ op het plus-knopje. • Geef in het veld Vervang de tekstversie van de smiley op, bijvoorbeeld :-) voor een stralende lach. • Activeer het veld Door en dubbelklik in het Tekens-scherm op het gewenste lachebekje. Ontwerp op dezelfde manier nog een aantal andere zoek-envervang paren. Als je vervolgens in Mail de tekstvariant :-) gebruikt, zal OS X daar automatisch van maken.
Snel aan de slag met je iPad 3
Een flink deel van de nieuwe iPads komt in handen van mensen die al een iPad hebben - als tweede tablet of ter vervanging van het eerste. Een nieuwe iPad in gebruik nemen, kost helaas behoorlijk wat tijd. Je moet al je apps installeren, op de juiste plaats zetten en opnieuw configureren. Dankzij iCloud kan dat alles echter in een paar simpele stappen. Zorg allereerst dat er een actuele backup van je oude iPad in iCloud staat: • Start het programma Instellingen. • Selecteer het paneel iCloud. • Kies Opslag en reservekopie. • Schakel iCloud-reservekopie in door het rondje naar rechts te schuiven. • Tap op ‘Maak nu een reservekopie’. Zodra de backup klaar is, kun je aan de slag met je nieuwe iPad: • Haal je aankoop uit de doos en verbind ’m met de lader. • Kies de taal en het land, schakel Locatievoorzieningen in en maak verbinding met je draadloze netwerk. • Selecteer vervolgens ‘Zet iCloud-reservekopie terug’, log in met behulp van je Apple ID en ga akkoord met de algemene voorwaarden. • Kies tot slot ‘Nieuwste reservekopie voor deze iPad’ en tap rechtsboven op de knop ‘Zet terug’. Ga vervolgens je auto wassen, het huis stofzuigen en de garagedeur schilderen. Als je terugkomt bij je iPad, zal hij precies zo ingericht en geconfigureerd zijn als je oude tablet.
100 | 83
TEKST Gerard Voshaar
R
AppGids OS X
De grote verdwijntruc Snapheal (€ 7,99) Beeldbewerkingssoftware waarbij je ‘allerlei effecten’ op je foto’s kunt loslaten, mogen doorgaans op ons gezonde wantrouwen rekenen. Eerlijk gezegd hadden we dat wantrouwen ook bij de Snapheal, een app die zich vooral richt op het onzichtbaar wegpoetsen van ongewenste objecten in foto’s. De argwaan blijkt ongegrond, want Snapheal laat binnen een minuut de meest complexe elementen als sneeuw voor de zon verdwijnen en doet dat nog goed ook. De app heeft er totaal geen probleem mee om een Romeins aquaduct weg te poetsen en er een stuk Andalusisch landschap voor terug te geven. Om objecten te verwijderen, hoef je het gebied alleen maar te markeren met een lassogereedschap of een kwast waarvan je de dikte kunt instellen. Met personen en dieren werkt het ook: druk op één van de drie Erase modes en weg is je ex. Afhankelijk van de gebruikte ‘gum’ neemt het wegpoetsen van objecten soms aardig wat tijd in beslag. Daarom is het extra leuk dat Snapheal je tijdens de verdwijnprocedure blijft entertainen met Amazing facts. Bijvoorbeeld dat er 19 miljoen kamelen rondlopen op de wereld. Of dat Elvis van boterhammen met pindakaas en banaan hield. En Stalin van Tarzanfilms. Naast de verdwijntrucage biedt Snapheal gereedschappen om de verzadiging, kleurtemperatuur en scherpte wat op te vijzelen. Er zit ook een kloonstempel à la Photoshop in voor nog wat handmatige retouche. Trots op je foto? Dan kun je hem na de bewerking meteen posten op Facebook, Flickr en Twitter.
Hou vast! Yoink (€ 2,39)
Hoe gebruiksvriendelijk OS X ook is; het verslepen van mappen en bestanden door een woud van open vensters en programma’s blijkt toch vaak lastig. Werk je fullscreen in (Mountain) Lion, dan maakt Apple het bijna onmogelijk om bestanden soepel naar een andere omgeving te slepen. Vooral in die Muziek in de lucht situatie zal Yoink je erg goed pas komen. Zodra Flutter (gratis) Inmiddels ben je als Mac- en iOS-gebruiker wel gewend je een bestand of map naar de linkerkant van het scherm sleept, verschijnt er een subtiel venstertje om met je vingers te slepen en te vegen. De stap naar waarop je je spulletjes mag laten vallen. De inhoud een 3D-uitvoering is dan niet zo groot en bovendien kun je later weer komen ophalen en droppen in erg leuk. De app Flutter maakt het mogelijk om proeen andere map of programma. En daarmee lijkt gramma’s als iTunes en Spotify te besturen met een de kous af, maar dat is beslist niet het geval. De handbeweging voor de (ingebouwde) webcam van je Mac. Steek je je hand op, dan stopt of start de muziek. bruikbaarheid van Yoink groeit alleen maar als je bedenkt dat je het ook als een slim klembord Maak een vuist met de duim naar rechts om door kunt inzetten. Yoink accepteert daarbij de meest te spoelen naar het volgende nummer. Met de duim uiteenlopende content zoals afbeeldingen uit webnaar links schakel je een nummer terug. Het werkt verrassend goed, op voorwaarde dat je je hand tussen pagina’s, tekst uit e-mails en hyperlinks. Sleep je de 30 en 180 centimeter van de Mac houdt. Het aardige meerdere bestanden/mappen tegelijk naar Yoink, is dat Flutter ook in actie komt als iTunes in de achter- dan maakt de app er een bundel van. Handig, want daarmee voorkom je dat je een reeks bestanden en grond staat. De ontwikkelaar werkt nog aan extra mappen één voor één moet transporteren. gebaren om het volume te regelen.
72 |
103
Flutter
Dunno
Yoink
Messagefont
Mailvoorkeuren voor de buitenwacht MessageFont (€ 3,99) Je zult ons niet snel horen klagen over Mail, maar één ding heeft Apple ook in Mountain Lion nog steeds niet goed geregeld. Als je een mail stuurt, denk je dat je hem bijvoorbeeld verzendt met het lettertype dat je hebt gekozen in het de Mail-voorkeuren ‘Letters en kleur’. Veel Mac-gebruikers weten niet dat die instellingen alleen maar iets zeggen over de weergave van e-mails op je eigen beeldscherm. Outlook-gebruikers zien je bericht doorgaans in het outdated Times New Roman of nog erger: een mix van verschillende fonts en lettergroottes. En dat wil je vast niet. Een manier om dit letterverdriet te voorkomen is elke afzonderlijke mail formatteren, maar wie wil dat nu? Je leert Mail wel een standaardfont voor uitgaande berichten met de app MessageFont die het losse eindje vastknoopt. Het lettertype dat je in deze app kiest, blijft dus wél zichtbaar in de e-mailclient van de ontvanger. Ontvang je een reply en wil je tekst invoegen op een andere plek dan aan de bovenzijde van het bericht, dan is het standaardfont eenvoudig te activeren met een shortcut. De prijs vinden we voor een app in de one-trick-pony-klasse wel aan de hoge kant.
Research in de achtergrond Dunno (gratis) Hoe meer je te doen hebt, hoe meer je zult vergeten. Het gebeurt je vast wel eens dat je iets interessants ziet, maar dat je op het moment zelf geen tijd hebt om je er verder in te verdiepen. En tja, wat doe je dan? Veel mensen sturen zichzelf een e-mail of maken er een notitie van. Om het later vervolgens toch nog te vergeten. Niet echt handig. De makers van Dunno presenteren een slim alternatief. Dingen die je te binnen schieten, kun je meteen noteren in een Dunnolijstje dat bereikbaar is via de Seamless menubalk. Maar daar blijft het niet bij. Terwijl jij je weer bezighoudt met andere zaken, zoekt Dunno in nieuws, blogs, Wikipedia, YouTube, Twitter, iTunes, enzovoort, naar relevante content die aansluit bij je notitie. Al deze resultaten komen terecht in de Dunno-app. De link met het beste verhaal, oplossing of antwoord sla je op als een informatieblokje, een ‘dunno’. Alle zoekopdrachten en dunno’s bewaart de app in chronologische volgorde in de linkerbalk van het programma zodat je er later gemakkelijk naar terug grijpt. De bruikbaarheid van Dunno bewijst zich vooral in combinatie met de gelijknamige iOS-app. Notities die je tijdens een vergadering op je iPhone maakt, verschijnen vrijwel direct op je Mac en iPad.
Overgang met stijl Seamless (gratis, € 1,59 voor bijbehorende iOS-app) Met al die Mac en iOS-apparatuur in huis ontstaan als vanzelf de luxeproblemen. Ben je nét in iTunes naar de nieuwste plaat van je favoriete artiest aan het luisteren en dan moet je alweer de deur uit. Als muziekliefhebber vindt je het botweg wegklikken van zo’n liedje een doodzonde. En het is al helemaal irritant dat je dezelfde plaat en hetzelfde nummer op je iPhone moet opzoeken. Gelukkig is er de app Seamless. Zodra je de deur uitgaat, activeer je Seamless op je iPhone. Langzaam valt de muziek weg op je Mac en speelt het liedje verder op je iPhone. Andersom werkt het ook. De enige voorwaarde is dat het liedje zowel op de Mac als de iPhone staat.
103 | 73
AppGids iOS
De power van presenteren TEKST Gerard Voshaar
R
Haiku Deck (gratis, €1,59 voor extra thema’s) PowerPoint was ooit dé manier om een presentatie houvast te geven, maar de laatste jaren lijkt het eerder een handicap van de spreker dan een voordeel voor het publiek. Veel mensen krijgen bij de eerste aanblik van een PowerPoint-sjabloon al knikkende knieën en gaapaanvallen. Wie de tent wakker en fris wil houden kan natuurlijk terugvallen op het duizelingwekkende gedraai en gezoom van Prezi, maar ook dat heb je op een gegeven moment wel gezien. De makers van de iPad-app Haiku Deck wisten precies waar het bij veel presentaties aan ontbreekt: pakkende beelden. Haiku Deck laat je kiezen uit een reeks thema’s waar de fraaie typografie de hoofdmoot is. Achter je tekst kun je een beeldvullende afbeelding uit je eigen fotodoos plakken, maar het werkt sneller als je een bijpassende plaat zoekt via Haiku’s ingebouwde beeldenzoeker. Typ een woord en de app schotelt je een reeks afbeeldingen voor die de potentie hebben om een mooi één-tweetje te vormen met de tekst op je dia. Je ziet dat het werkt en het is nog leuk om te doen ook. Je kunt een Haiku Deck exporteren als een PowerPoint pptx- of PDFbestand, maar het is ook mogelijk om een Haiku-url via e-mail te sturen. De ontvanger kan de presentatie op zijn beurt bekijken, downloaden, embedden in een webpagina of delen via social media.
Voor al uw stemmingswisselingen HABU music (€ 0,79) Onbewust of bewust zoek je vaak naar muziek die bij je stemming past. Een hectische werkdag spoel je weg met een flinke bak herrie en tijdens het eten heb je meer behoefte aan muziek die lichter op de maag ligt. HABU music maakt het synchroniseren van muziek met je stemming een stuk gemakkelijker. Aan de hand van gegevens uit de Gracenote-database
74 |
103
analyseert HABU de nummers op je iOS-apparaat en verdeelt ze over cirkels met ‘gevoelstoestanden’. De start kent er 25, met rechtlijnige stemmingen als ‘prikkelend’ en ‘melancholie’, maar er is ook een optie die 100 variaties weergeeft. Dat levert mooie omschrijvingen op als ‘krachtig somber ritme’, ‘stil/introspectief ’ of ‘tokkelend verlangen’. Druk je op zo’n gevoelscirkel, dan speelt HABU alle verwante nummers uit je muziekbibliotheek af. Mooi, maar misschien ook wel confronterend: het cirkelpatroon geeft aardig inzicht in je persoonlijkheid. In één oogopslag zie je welke stemmingen je muziekspectrum domineren. Blijk je ergens aan verknocht, dan kun je HABU laten zoeken naar vergelijkbare muziek. En natuurlijk zit daar een linkje bij naar de iTunes Store.
Montagekamer in zakformaat Video Camera (€ 15,99) Als je oom vroeger een super-8-filmpje maakte, duurde het vaak een eeuwigheid voordat je de bewegende beelden kon bekijken. Want oom moest namelijk eerst monteren en dat nam toch wel een aantal zondagmiddagen in beslag. Je zou zeggen dat de ooms van nu geen reden hebben om hun publiek lang te laten wachten, maar niets is minder waar: die montage duurt nog net zo lang als vroeger! Met als gevolg dat al die iPhones vol staan met clipjes die in de digitale fotolade blijven liggen. Toch bestaat er een app die gehakt maakt van de montagesmoes. Video Camera maakt het opnemen, bewerken en monteren van video zo eenvoudig dat het heel goed mogelijk is om binnen 10 minuten een volwaardig videoverslagje op Facebook of YouTube te posten. Standaard registreert de videocamera op 640 x 360 pixels, maar met een paar vingertaps film je probleemloos in 720p of 1080p. Wil je volledige controle over je beeld, dan tik je drie keer op het scherm om de belichting, scherpstelling en witbalans handmatig af te regelen. Het aardige is dat je tijdens het filmen ook foto’s kunt schieten die je later weer met een Ken Burns-effect in je montage plakt. De montage van videoclips werkt prachtig intuïtief. Slepen, inkorten, beeldovergangen inlassen: een kind kan de was doen. Achtergrondmuziekje eronder, titelscherm en de aftiteling invullen en je film is klaar; compleet met een Hollywoodachtig intro. De ware kracht van Video Camera ontdekken we pas in de handleiding. Het is namelijk ook mogelijk om je iPhone als een regiekamer (Stage) in te zetten voor de filmbeelden van (maximaal 8) andere iPhones (Players). De Players streamen dan via WiFi naar de StageiPhone die alle films in een later stadium verwerkt. Voorwaarde is wel dat alle iPhones op hetzelfde WiFinetwerk zitten en allemaal zijn voorzien van de Video Camera-app. Met een prijs van € 16 is Video Camera niet goedkoop, maar je zult eerder spijt krijgen van de films die je niet hebt gemaakt, dan van het uitgeven van dit bedrag.
Mini-bios op de iPad Ximon (app gratis; films pay per view/abonnement) Er kan maar weinig tippen aan de kijkbeleving in de bioscoop met rood pluche. Vinden wij dan. Als je toch lekker thuis een film wilt kijken, dan is videoon-demand het betere alternatief voor een film op tv (alwéér reclame?) of het kopen van een dvd (waar láát je die doosjes). De video-on-demand-dienst Ximon timmert al langer aan de weg met een uitgebreide collectie van arthousefilms, documentaires, Hollywood-klassiekers en – naar eigen zeggen – het grootste aanbod Nederlandse films. In september lanceerde Ximon een app waarmee je het volledige aanbod ook op je iPad kunt bekijken. Dat aanbod mag er wezen: de online videotheek bevat inmiddels al meer dan 2550 films en daar zitten vele juweeltjes tussen. Als je de app opstart, staat er meteen een gratis kennismakingsklassieker voor je klaar: Lost in Translation. Je hoeft geen talenknobbel te hebben: alle nietNederlandse films zijn ondertiteld. Daarbij is een aantal titels in 1080p full HD beschikbaar en die resolutie komt natuurlijk vooral op een iPad 3 schitterend tot zijn recht. Heb je een Apple TV, dan kun je de filmbeelden ook via AirPlay op je grootste scherm afspelen. De eenvoudige en effectieve interface van de Ximonapp bevat van elke film een beschrijving en meestal een trailer zodat je eerst de sfeer kunt opsnuiven. Gemiddeld betaal je € 2 tot € 5 voor de filmhuur, maar voor € 9,50 per maand krijg je onbeperkte toegang tot 2400 van de 2550 titels. De inlogprocedure via Facebook wilde bij ons niet slagen. Gelukkig maak je net zo eenvoudig een aparte Ximon-account om deze bug te omzeilen.
103 | 75
GameGids
V
Gemuteerde gekken in geschifte kostuums Rage: Campaign Edition (id Software/Aspyr/€ 31,99) Ze debuteerden in 1991 met Commander Keen, scoorden drie jaar later al hun grote doorbraak met Doom en lieten je vijftien jaar smachten naar nieuw werk. Rage brengt de mannen achter id Software terug op het toneel, al is dat op de Mac uitsluitend met de single player campagne. De uitvinders van de first person shooter staan voor videospellen op hetzelfde niveau als de Rolling Stones voor rockmuziek. Rage bewijst dat ze die status nog steeds verdienen. De hoofdfiguur gunt zijn nieuwe wapens een liefdevolle blik wanneer hij ze voor het eerst in zijn handen krijgt. Gevaarlijke mutanten moet je met een vernietigende impact overhoop knallen. Iedere keer als je de trekker overhaalt, en soms ook wanneer je dat niet doet, gebeurt er iets fantastisch in Rage. Andere schietgames voelden al jaren niet meer zo lekker als deze, volgepropt met de bedrevenheid die de makers twintig jaar lang hebben opgebouwd. Onovertroffen is de zuivere ballistiek van de kogels die je op je vijanden afvuurt: ieder wapen in de heerlijk lange campagne kent zijn eigen fysische wetten, waardoor de game zich laat spelen als een waarachtig postapocalyptisch vuurballet. Al dit fraais vereist een stevige processor en OS X Lion. De vormgeving en sfeerschepping lijken nog
92 |
100
het meest op de Mad Max-films uit de jaren tachtig: de wereld één grote, uitzinnige, heidense rave, met al dan niet gemuteerde gekken in de meest geschifte kostuums die je naar het leven staan. Het aardoppervlak blijkt grotendeels vernietigd door een komeetinslag. Degenen die de ramp hebben overleefd, houden zich nog maar met twee zaken bezig: racen in gepimpte zandbuggy’s of elkaar naar het leven staan met zware oorlogswapens. De automobielsequenties brengen je van missie naar missie en zorgen voor wat afwisseling tussen de schietlevels. Ook hier geniet je mee van id Softwares fascinatie voor fysica. Een ander game-element valt uit de toon: de veelvuldig opduikende roleplaying-elementen, zoals een campagne die bestaat uit missies met een eigen puntensysteem, of de soms vervelend lange scènes waarin je alleen maar een nederzet-
Driver: San Francisco
tekst Ronald Meeus
ting loopt te exploreren. Gelukkig blijft het bij een kleine ergernis. Het zwaartepunt van Rage ligt waar het hoort: bij de schietsequenties. MacFanScore 8
Driver: San Francisco (Ubisoft/Steam/€ 29,99) Je merkt direct waar Driver: San Francisco zijn vibe aan ontleent: de achtervolgingsfilms en flikkenseries uit de jaren zeventig en tachtig. De vormgeving ademt de esthetiek van parels uit het genre als Starsky & Hutch. De locatie, de steile straten van San Francisco, doet denken aan de filmklassieker Bullitt. De game ziet er mooi uit, maar het ware huzarenstuk van de makers is de levende, ademende stad waar je doorheen scheurt op elke Core 2 Duo-processor vanaf Snow Leopard. Je speelt in Driver een flik met een tik.
Aan het begin laat hij een topgangster ont snappen die hij eerder achter de tralies wist te krijgen. Je personage zet de achtervolging in, maar raakt na een botsing in coma met een té gekke kracht als bijverschijnsel: je kunt namelijk in het hoofd van andere chauffeurs in de stad springen. Zo snel je van auto tot auto. Je gooit voertuigen van verschillende maten en gewichten in de strijd en die gimmick zorgt voor lekker verse verrassingen. Geen enkel moment loopt dat in de weg van het kernelement: auto’s achtervolgen. Het nogal mystieke element van het brein hoppen wisten de makers handig in de plot te verwerken, zodat je niet afgeleid raakt door de onnozelheid van het idee. Maar eigenlijk zorgen de bloedmooie vormgeving en de krachtig uitgebouwde wereld daar al voor. MacFanScore 8
Prince of Persia Classic HD
Waking Mars
Prince of Persia Classic HD (Ubisoft/iPad/€ 2,39) Jordan Mechner vond halfweg de jaren tachtig motion capturing uit. Hij liet zijn broer spring, loop en vechthandelingen doen op de parkeerplaats van een super markt in de buurt en registreerde die via een fotocamera met snelle sluitertijd. Jordan scande de afzonderlijke beelden in en bewerkte ze op de computer tot een bewegend model voor het 16bittijdperk. De klassieker Prince of Persia zag het levenslicht. Na meer dan twintig jaar keert deze uitzonderlijke game terug op iOS in een recenter jasje. De moderne uitstraling vormt geen bezwaar, want retro zijn we allemaal zo beu als koude pap. Het essen tiële bleef gelukkig behouden: vloeiende 2Dplatformactie, waarbij een slecht getimede sprong meteen je einde betekent. Er wacht je een steile moeilijkheidsgraad. Vloek niet te veel als de trein op het ver keerde moment over een wissel dendert. MacFanScore 8
AaaaaAAaaaAAAaaaaa! Mars treft doel: de makers vervallen niet in het bekende schiet en springgeweld, maar bouwen hun spelelement rond exploratie en combinaties van organisch materiaal. Bijna een klassieke adventuregame, maar wel verpakt in stevige arcadeactie. MacFanScore 7
Mass Effect: Infiltrator
(EA/iPhone/iPad/€ 5,49) Op de huiskamerconsoles maakte het sfepos Mass Effect 3 onlangs grote sier. De intergalactische oorlog tussen mens en machine klinkt door in het iOSstaartje Mass Effect: Infiltrator. Dit extraatje mikt op spelers van de ‘grote’ game die buitenshuis in de ervaring willen blijven. AaaaaAAaaaAAAaaaaa! Ook in Infiltrator is schieten het belang (Dejobaan Games/iPhone/iPad/€ 2,39) rijkste gameplayelement. De brokken Er bestaat geen goeie manier om de titel roleplaying uit de consolegame ontbreken. van deze game neer te tikken, en even Wel kun je tegenstanders met telekinetische min eentje om hem uit te spreken. Maar Waking Mars krachten achter hun dekking vandaan tillen wat je ziet, dekt volledig de lading: in (Tiger Style Games/iPhone/iPad/€ 3,99) zodat je ze alsnog doorzeeft in de lucht AaaaaAAaaaAAAaaaaa! spring je van het Heel wat gamegenres zijn inmiddels dak van torenflats in de Amerikaanse stad of in elk geval hun gezondheidsbalk doet verdwenen. Neem de speurtochten door afnemen. Meer dan bonus en stijlpuntjes Boston. Als je de game beheerst, komt het grotten uit de jaren tachtig, met Apple II blijkt dat op het einde niet op te leveren. straatniveau sneller en sneller dichterbij. klassiekers als Pitfall II: Lost Caverns. De besturing heeft veel weg van Metal Gear Tijdens je vlucht verzamel je punten door Indiestudio Tiger Style Games brengt de bepaalde vlakken te raken of rakelings langs Solid Touch: je neemt een tegenstander zwier van het roemruchte verleden terug onder vuur door hem aan te tikken. Het met zijn iOSgame Waking Mars. Het verhaal een muur te scheren. Maar opgelet: als je dekkingssysteem is een nieuw verschijnsel begint met pure SFpulp (grotten onder het frontaal op het dak van een lager gebouw in deze mooi vormgegeven game, die op kwakt, is het spel afgelopen. Het dood oppervlak van Mars!), maar de uitwerking een iOSapparaat wel een beetje vluchtig is leuk: je krijgt een jetpack en zie maar hoe simpele uitgangspunt van deze game kan blijft in vergelijking met het ambitieuze je uit de grotten ontsnapt. Je komt er al snel snel heel wat van je vrije tijd opslorpen. materiaal op de consoles dat Infiltrator zegt Je raakt gemakkelijk verkocht, zeker door achter dat er wel degelijk leven op Mars aan te vullen. de vlotte bewegingsbesturing. is, en dat bestaat niet uit onschadelijke microben. De originele gameplay in Waking MacFanScore 7 MacFanScore 6
100 | 93
iBookGids
tekst
R
Giovanna’s navel Ernest van der Kwast
Dromen van Schalkwijk Victor Schiferli
(De Bezige Bij, € 11,99) Ernest van der Kwast bestormde het literaire bastion in 2010 op spraakmakende wijze met de ontroerende semi-autobiografische bestseller Mama Tandoori. De opvolger, Giovanna’s navel, is geen roman en ook niet autobiografisch. De bundel bestaat uit één novelle en vier korte verhalen, die zich allemaal in Zuid-Tirol afspelen. De personages zijn de andere gemene deler. Vrijwel alle hoofdpersonen plaatsen zichzelf buiten het leven en blijven daardoor onaangeraakt door de tijd. Dat maakt ze tot dragers van het overkoepelende thema: de vergankelijkheid van het bestaan. In Giovanna’s navel toont Van der Kwast zich wederom een groot stilist die met veel gevoel voor sfeer prachtige en treffende beelden schept. Toch raakt hij ditmaal minder direct dan met Mama Tandoori, omdat deze verhalen voelbaar verder van hem af liggen. Ook de humor ontbreekt grotendeels. Maar wie zijn vorige boek niet gelezen heeft, of de vergelijking verder een worst is, zal zeker betoverd raken.
(Arbeiderspers, € 14,99) Dichter, muzikant en essayist Victor Schiferli noemt zijn debuut Dromen van Schalkwijk een generatieroman. Hoofdpersoon Felix Swammerdam groeit op in een troosteloze buitenwijk in de jaren tachtig en is een eeuwige observator. Zijn favoriete onderwerp: David Bergman, klasgenoot, medebuitenbeentje, zanger van new waveband New Dark Age en de personificatie van cool. In dat opzicht is David de tegenpool van Felix. Muziek - Joy Division, Echo & The Bunnymen, U2, The Cure, The Smiths, zo’n beetje alles dat nu als exemplarisch geldt voor dit tijdsgewricht - vormt de rode draad door het verhaal. ‘Een feest van herkenning voor iedereen die puber was in de jaren tachtig’ zou echter te veel een cliché zijn om Dromen van Schalkwijk recht te doen. Er is namelijk niks clichématig aan dit boek. Schiferli’s wonderschoon terloopse stijl kent het benijdenswaardige soort eenvoud dat een begenadigd schrijver verraadt, en zit vol verrassende en grappige wendingen. Zoals in: ‘Ik vroeg me vaak af of het heelal zelf ook een omtrek had, of er ergens een einde kwam aan al dat zwart. Kortom: ik was iemand die nog wel eens tegen een lantaarnpaal aan liep.’ De auteur beschikt bovendien over een stuwende en invoelende vertelkracht. Dat maakt Dromen van Schalkwijk ondanks de situering in de jaren tachtig een tijdloos boek, een heerlijke coming-of-ageroman voor alle generaties.
Ik, cyborg Anneke Smelik (Eburon, € 7,99) In het rijke Westen van de eenentwintigste eeuw zijn mens en technologie meer met elkaar versmolten dan onze voorouders zich ooit konden voorstellen. We restaureren of verbeteren onze lichamen met plastische chirurgie, onderhouden onze sociale contacten virtueel, peilen onze locaties met GPS, betalen elektronisch en behandelen onze iPhones en iPads alsof ze deel zijn van onszelf. In feite zíjn we al cyborgs, gedefinieerd als ‘cybernetische organismen met een feedbacksysteem tussen mens en computer,’ stelt cultuurwetenschapper Anneke Smelik in Ik, cyborg. Ze schotelt ons geen lichte kost voor in dit onderzoek naar het beeld van de cyborg in populaire cultuur en hoe wij ons daaraan spiegelen. Het is wel ongemeen boeiende materie. In de vorm voegt ze de daad bij haar stelling: internetlinks zorgen ervoor dat haar betoog multimediaal en op verschillende niveaus te beleven is; de papieren versie bevat QR-codes met hetzelfde doel. Kortom: de optimale toepassing van moderne boektechnologie - en een onweerstaanbare must-read.
78 |
Natasja van Loon
102
Snoep Mark Verver (Uitgeverij Marmer, € 14,99) Mark Verver is schrijver, dichter en vooral columnist. Dat valt goed te merken aan zijn derde boek Snoep. De opvallende schrijfstijl is extreem staccato: korte zinnetjes met een minimum aan leestekens en interpunctie, totaal ontdaan van aanhalingstekens. Dit maakt Ververs taal heel toegankelijk en zelfs bijna kinderlijk. Zijn verhaal is juist volwassen. Snoep draait om een naamloze ik-persoon die een obsessieve liefde koestert voor het mooie meisje Snoep en daardoor op zijn ondergang afstevent. Zijn liefdesverdriet bestrijdt hij met alle verdovende middelen die er bestaan. Het destructieve zelfbeklag van de hoofdpersoon werkt soms op de zenuwen en het uitgangspunt is niet echt origineel, maar juist Ververs ritmische stijl maakt Snoep een dwingend verhaal, dat je moét doorlezen. Helemaal tot aan het eind, dat niet teleurstelt omdat de schrijver daar alsnog een verrassende wending voor zijn lezer in petto heeft. Die optelsom bezorgt Snoep toch de kwalificatie pageturner.
R FilmGids
Van woestijn naar woestenij In Prometheus, de nieuwste film van Ridley Scott, zie je (we verraden verder niets) acteur Michael Fassbender kijken naar scènes van zijn favoriete film Lawrence of Arabia. Fassbender is zo’n grote fan dat hij zelfs zijn spraakgebruik en haardracht naar die van de hoofdrolspeler modelleert. De volledige versie kun je binnenhalen via de iTunes Store. TEKST
Ben Melis
Lawrence of Arabia David Lean (Columbia, € 7,99 koop € 2,99 huur) Hoofdrolspeler Peter O’Toole speelt T.E. Lawrence in één van de beste films ooit gemaakt. Lawrence of Arabia is een bijna vier uur durend epos, waarin het heerlijk toeven is, zeker als je de woestijnbeelden op een flink scherm projecteert. Hoewel de première een halve eeuw achter ons ligt en Peter O’Toole erna een bijzonder rijke carrière beleefde, zal hij altijd vereenzelvigd worden met deze rol. Hij kreeg er zijn eerste Oscarnominatie voor, van in totaal acht. Lawrence won echter niet - en ook de overige zeven nominaties bleven zonder prijs. Maar het gezaghebbende filmblad Premiere noteerde O’Tooles acteerprestatie in de ‘100 Greatest Performances of All Time’. Het blad zette zijn vertolking van T.E. Lawrence zelfs op nummer 1, vóór Marlon Brando (On the Waterfront) en Meryl Streep (Sophie’s Choice). Dat O’Toole nooit een Oscar won voor zijn talloze rollen heeft de mythe vergroot: feitelijk ontving hij zo de hoofdprijs in de geschiedenis van alle-niet-gekregen-prijzen. O’Toole werd uiteindelijk wel geëerd met een oeuvre-Oscar. Hij was toen 73 en wilde weigeren, zoals hij al eerder een knighthood van het Britste koningshuis had geweigerd. Toen hem duidelijk werd gemaakt dat ze hem de Oscar sowieso zouden toekennen, ging O’Toole overstag - maar niet nadat hij meldde dat hij graag nog een keer ‘een echte’ zou willen winnen. Dat zit er niet meer in, aangezien de inmiddels 80-jarige acteur zijn afscheid van de film heeft aangekondigd. Gelukkig hebben we voor altijd Lawrence of Arabia.
A Dangerous Method David Cronenberg (Lago Film/Prospero Pictures, € 13,99 koop, € 3,99 huur) Van de uitgestrekte woestijn naar de woestenij van de bovenkamer. Michael Fassbender uit Prometheus speelt ook in een andere film van recente datum: A Dangerous Method van David Cronenberg gaat over het ontstaan van de psychoanalyse en de wonderbaarlijke, soms dubieuze wetenschappelijke zoektocht naar de diepere beweegredenen van de mens. Psychiater Jung
ontworstelt zich aan de methodes van leermeester Freud. Hij krijgt daarbij hulp maar deels ook sturing van patiënte Sabina Spielrein. De gevolgen zijn verstrekkend, al was het maar omdat Spielrein zichzelf later zou opwerken tot psychiater. Keira Knightly vertolkt haar met overgave. Ze houdt zich makkelijk staande tussen de Jung van Fassbender en de Freud van Viggo Mortensen.
Bram Stoker’s Dracula Francis Ford Coppola (Columbia, € 7,99 koop) Van de krochten van de ziel is het een kleine stap naar de duistere wereld van vampiers. Wie nu tiener is en hedendaagse vampierfilms tot zich neemt, krijgt meestal de postmoderne variant in de vorm van een zoekende, soms zelfs onwillige bleke held. Hij is het pipse spiegelbeeld van de gezonde tieners die tegen het kwaad ten strijde trekken. Wie wil weten hoe de oer-vampier zich door werelden en tijden bewoog, kan terecht bij Bram Stoker’s Dracula. Dit werk van Francis Ford Coppola is helaas wat ondergesneeuwd door de uitzonderlijke kwaliteit van een paar andere films in zijn oeuvre. En dat is zonde, want het is een juweel van een film, met Anthony Hopkins als vampierjager Van Helsing en Gary Oldman als Vlad Dracula. Oldman speelt de tot onsterfelijkheid gedoemde vampier even dreigend als verleidelijk. Wanneer hij na een eeuwen durende zoektocht zijn geliefde vindt, zegt hij: ‘I’ve crossed oceans of time to find you.’ Een tragische zin, omdat we dan inmiddels voelen hoe waarachtig die woorden zijn. Dat Dracula gedurende die eeuwen het ene na het andere welopgevoede ranke meisje aan zijn tanden heeft gespietst, is hem ogenblikkelijk vergeven. Een Oscar-waardige rol, maar in tegenstelling tot O’Toole kreeg Oldman niet eens een nominatie. Sinds de vorige telling heeft Apple 181 films toegevoegd aan de iTunes Store. Er zijn nu 2155 titels te vinden.
102 | 79
MuziekGids R
tekst
Tonio van Vugt
One Day I’m Going To Soar Dexys
80 |
(BMG, € 9,99) De relatief korte carrière van de Britse groep Dexys Midnight Runners (legendarisch door klassieke jaren80-hits als Geno en Come On Eileen) was er een van vallen, opstaan en weer vallen. Dat was vooral te danken aan bandleider Kevin Rowland, een getroebleerd genie met de gave om zichzelf op cruciale momenten in de voet te schieten. 27 jaar na hun zwanenzang, het commercieel geflopte meesterwerk Don’t Stand Me Down, presteert Rowland echter iets wat niemand voor mogelijk hield: terugkomen met een plaat die nóg beter is. De bandnaam is ingekort, maar de muziek is grootser dan ooit. One Day I’m Going To Soar is een prachtige, volwassen soulplaat, waarop de geest van zijn helden Geno Washington, Al Green en Marvin Gaye nooit ver weg is. Rowland krijgt hulp, onder andere van voormalig Style Council-lid Mick Talbot en zangeres/actrice Madeleine Hyland. Met die laatste speelt hij in I’m Always Going To Love You op komische wijze een ruzie tussen twee geliefden na. Maar als hij één nummer later ‘I’m incapable of love’ zingt, weet je ergens dat hij dat – ondanks de humor – meent. In het prachtige slotnummer It’s O.K. John Joe, (half song, half gedicht) declameert de bijna 60-jarige Rowland: ‘I don’t show much of myself in life, but in my music I tend to put it all in […] I’m just learning to operate in this world.’ Zelden wist een muzikant zijn demonen zó stijlvol en tegelijkertijd zó ontroerend uit te drijven. Toptracks: (Eigenlijk allemaal, maar vooruit) Lost, She Got A Wiggle, I’m Always Going To Love You, It’s O.K. John Joe
maar als een hechte band met een punkrockspirit. Binnen enkele muisklikken haal je met Summer Holiday die felbegeerde zon alsnog in huis. Toptracks: Do You Really Wanna Dance?, My Heart Is Set On You, Call Of The Ocean
Summer Holiday Marty Graveyard
Mutual Friends Boy
(V2 Benelux, € 9,99) De zomer loopt ten einde als deze MacFan verschijnt, hoewel het op het moment dat ik deze recensie schrijf ook behoorlijk behelpen is. Marty Graveyard, zanger/ drummer van het ter ziele gegane Rotterdamse beatcombo The Madd, neemt ons op zijn solodebuut mee naar een tijd dat de zomers nog Echte Zomers waren. Zijn op Californische leest geschoeide retropop doet denken aan The Beach Boys, maar ook aan The Beatles ten tijde van A Hard Day’s Night – in gedachten kun je Paul McCartney het countrynummer Every Day zó horen zingen. Graveyard speelde alle songs grotendeels helemaal zelf in, en het is geen geringe verdienste dat het resultaat niet klinkt als thuisknutselpop
(NEU Grönland/Munich, € 9,99) Officieel is deze plaat al een tijdje uit (sinds een klein jaar in de iTunes-winkel), maar hij verscheen pas onlangs in Nederland op cd. Dat is een fijne aanleiding om het debuut van dit Duits-Zwitserse popduo, bestaande uit zangeres Valeska Steiner en bassiste Sonja Glass, nogmaals onder de aandacht te brengen. Folkpop met een electrotintje plus hier en daar filmische en minimal music-invloeden, zo zou je de muziek van Boy het beste kunnen omschrijven. De tijd dat Duitstaligen hun Engels met een Teutoons accent zongen is lang voorbij, en Steiners lichte stem ligt prettig in het gehoor. Dat geldt ook voor de liedjes, die aandoenlijkheid als gemene deler hebben, of ze nu up-
102
Anna Drijver koestert MacBook Inside Apple@Leidseplein Wedstrijd: 25 keer prijs Zo winkel je slim bij Apple Fotogalerie na MobileMe
Wie erft de Jobs-factor? 101 Dat kan beter, Tim
tempo zijn (Waitress, Oh Boy) of ingetogen (Waltz For Pony). Mutual Friends raakt niet meteen alle snaren, maar groeit bij iedere luisterbeurt in textuur en detail. Toptracks: Waitress, Waltz For Pony, Drive Darling
Alles over Apple
100 Wie erft de Jobs-factor?
Alles over Apple
Zes keer per jaar alles over Apple
Alone With Others Tsewer Beta r me num
Yes, CS6!
100
Alles over Apple
Op expeditie met Martijn Arets
nummer 100 mei juni 2012 prijs € 7,95
Ferry in iPhone-Hollywood
BP cover-mf100-4.indd 1
11-04-12 14:05
Drie draadloze topluidsprekers
Interview Jelle Brandt Corstius
Reizen en internetten
103 grootste gevaar ben je zelf! 102 Malware, Mountain het Lion, OS X voor de achterbankgeneratie
Red je kostbaarheden
Alles over Apple
102 Mountain Lion, OS X voor de achterbankgeneratie
(MVVM Recordings, € 8,99) Meer filmische, minimalistische electropop komt van de Utrechtse producer Leon van Dijk, alias Tsewer Beta. De lome beats, ronde melodieën en subtiele accenten maken van het geheel instrumentale Alone With Others de perfecte soundtrack voor een avond chillen met vrienden in het park of het lezen van een thriller. Maar gewoonweg de koptelefoon op en wegzinken in de muziek is natuurlijk ook een prima optie. New Year’s Champagne bubbelt net zo lekker als het onderwerp al aangeeft, en Mysterious Message In A Bottle lijkt zo uit een John Carpenter-film te zijn weggelopen. Hoe Van Dijk aan zijn opmerkelijke pseudoniem komt? Tsewer is een letterlijke vertaling van de muziekterm ‘triool’, waar geen goed Engels woord voor is, zo legt hij uit in een interview: t-riool werd t-sewer, Tsewer dus. Toptracks: Euphoria, Lion, Mysterious Message In A Bottle
nummer 101 juli / augustus 2012 prijs € 7,95
• Een slimmere agenda dan iCal • Eindelijk een handig adresboek • E-mail zonder gedoe • En nog veel meer alternatieven voor Apples standaardsoftware
BP cover-mf101-6.indd 1
13-06-12 14:42
iPhone 5: XL en supersnel
MacBooks met 5.414.400 retina pixels
Dokter Tinus op de MacBook Air nummer 102 september / oktober 2012 prijs € 7,95
Digataal kerst versieren Kies de fijnste hoofdtelefoon BP
Malware
Het grootste gevaar ben je zelf!
mf102-cover-def.indd 1
15-08-12 16:51
Schermpenseel-plus
nummer 103 november / december 2012 prijs € 7,95
BP mf103•cover-def.indd 1
09-10-12 20:48
Neem een abonnement
Column
Retro Jack Nouws beeld Albo Helm tekst
RE
en bakker die zijn eigen brood niet eet. Zo schilderden critici Steve Jobs af, die thuis zijn muziek op vinyl beluisterde. Vreemd, want ze konden weten dat Jobs niet tevreden was met de kwaliteit van digitale muziek. Veel perfectionisten missen daarin de warmte van de vinylplaat. En daarbij had Jobs de mp3 niet uitgevonden. Of vinyl nou beter of warmer is dan digitaal weet ik niet. Ik kan me het gehannes nog herinneren om te voorkomen dat er tikken in de plaat kwamen: nat afspelen met LencoClean of meteen opnemen op een TDK SA90-cassette van 12 gulden 50 per stuk (de mp3 van de jaren 1980). In 1988 kocht ik mijn eerste cd-speler, mijn laatste vinyl vijf jaar later. In 2000 ging alles in de opslag. Muziek is net literatuur: iedereen kent de bestsellers, zonder te weten dat er een zee aan interessantere dingen bestaat. En in tegenstelling tot amper gelezen boeken, die na verloop van tijd terechtkomen in de Bermuda Driehoek van de papiermolen (al kan dat met het e-book best veranderen), blijft het wrakhout van gedateerde of obscure muziek eeuwig aanspoelen op de stranden van het internet. Da’s handig, want nu kun je elk plaatje waarover je leest op blogs en in de sociale media weer beluisteren. Titel vergeten? Tik een paar woorden uit de tekst in bij een zoekmachine. Hopla, daar rolt de titel eruit die je daarna vindt op YouTube of The Pirate Bay. De plaat moet dan wel ronddobberen tussen het wrakhout van de MS Paris Hilton. Omdat ik voor een website een reeks columns schreef over muzikale herinneringen, was ik op zoek naar mp3’s van drie nummers. Babies in Jars van John Ellis en Rapid Eye Movement uit 1979, Tracks of My Tears van Carmel in de live-versie uit 1982 en Love Affair With Life, de B-kant van Your Love is King van Sade uit 1984. Onvindbaar op het internet*.
I
k overwon mijn weerzin en viste uit de ene sinaasappeldoos de vinylplaten en uit de andere mijn volautomatische Erres platenspeler uit 1976. Vanzelf ging het allemaal niet. De
82 |
102
snaar zat zo los rond de motor als een kousenband om de dij van Kate Moss. Gelukkig koop je snaren nog steeds bij de elektronicawinkel. Verder geen interessant verhaal voor Mac-gebruikers: ik sloot de boel aan, installeerde Audacity, nam de nummers op en exporteerde ze als mp3. Het was een reis terug in de tijd. Die geluiden! De klik van de aan/uit-schakelaar. Het zuchten van het automatische mechanisme. Het kreunend sluiten van de rookkleurige stofkap. De tik waarmee de naald in de groef zakt. Het geruis voor de eerste tonen klinken. Het hypnotisch wiegen van de kop boven een excentrische plaat. En dan de klont stof rond de naald! Ik was terug in het jaar 1970, toen de stapel hifi-folders in mijn kast hoger was dan mijn pornoverzameling ooit is geweest.
N
ostalgie is een mooi ding, maar muziek luisteren is een ander, want ik hoorde het maar niet, dat fameuze laag en die warme klank. Wat ik wel hoorde was elke stap die in de kamer gezet werd, vooral als mevrouw Nouws op haar cowgirllaarzen voorbij stampte. TDK of mp3: voor een goede opname durfde ik niet eens adem te halen uit angst voor overslaan. Nee, doe mij maar mijn iTunes-bibliotheek, dacht ik. Maar ondertussen... Er staat nu een Philips GA312 Electronic in mijn huis. Met het fameuze GP412 element. Eén van de beste spelers en elementen ooit, op de kop getikt voor 35 euro. Als ik obscure muziek wil digitaliseren klinkt het fantastisch. Die twee keer per jaar. Zo hard had ik hem nu ook weer niet nodig. Het is de magie van het mechanische, dat alles uit dat minieme diamanten naaldje komt, dat er geen enkele printplaat in het apparaat zit. Ik begrijp Jobs. Dit is nu de warmte van het vinyl. En zo zit ik nu midden in de kamer krakende plaatjes te draaien, terwijl mijn kinderen om mee heen rijden met hun autootjes en dingen zeggen als ‘Na 250 meter rechtsaf ’ en ‘Bestemming bereikt’. Bij het graven naar de platenspeler vond ik trouwens ook de typemachine waarop ik mijn eerste stukjes typte. Nee, dat was wat! Ik vrees alleen dat MacFan mijn enthousiasme daarvoor niet deelt. *) Inmiddels staan ze op YouTube
Kies je eigen weg Of je Mountain Lion na onze bespreking van de voors en tegens nu wel of niet installeert, MacFan zorgt ervoor dat je het stuur van je Apple-apparaten ferm in handen houdt. Blijf vooral kritisch en neem niet alles voor zoete koek aan. Als je af en toe wat stuurbekrachtiging nodig hebt kan MacFan een rol spelen. Onze medewerkers komen voor hun mening uit en schrijven uitsluitend op basis van hun eigen gebruikservaringen.
Diepgaand & duurzaam Voor actueel nieuws over Apple bezoek je www.macfan.nl. In het blad vind je achtergronden, commentaren, beschrijvingen en tests. MacFan heeft
daardoor een duurzaam karakter. Dankzij de gedegen artikelen, tips en trucs, is iedere uitgave een bewaarnummer.
Neem een abonnement Lees je de MacFan regelmatig, maar koop je losse nummers? Doe jezelf dan een plezier met een voordelig abonnement. Voor 6 nummers betaal je geen € 47,70 maar slechts € 40. En met een abonnement van 12 nummers (€ 75) bespaar je zelfs meer dan € 20!
Overtuigd? Neem dan een abonnement via www.macfan.nl of volg de aanwijzingen hieronder. Voor Nederland: Maak € 40 (6 nummers) of € 75 (12 nummers) over naar: rekeningnr. 5081965 t.a.v. Void Media / MacFan Rotterdam
Voor België: Maak € 40 (6 nummers) of € 75 (12 nummers) over naar: IBAN: BE70 3631 0611 6525 BIC/SWIFT: BBRUBEBB t.a.v. Void Media / MacFan Rotterdam, Nederland
Let op! Vermeld je adres en vanaf welk nummer je MacFan wilt ontvangen. Doe dit ook als je elektronisch betaalt. De meeste banken geven je adres namelijk niet automatisch door. Vragen of problemen? Bel 079 82 00 265 of mail naar
[email protected]
Bespaar direct! Maak je nieuwe Mac compleet met Office voor Mac 2011 en krijg direct korting!*
VRAAG JE APPLE RESELL ER NAAR DE KORTING*
*Alleen geldig bij gelijktijdige aanschaf van een Mac en Office voor Mac 2011 Thuisgebruik en Studenten (versie voor 1 gebruiker) bij Apple Premium Resellers, Media Markt en Saturn. Actieperiode 1 september 2012 t/m 31 januari 2013.