Omtrend 4
Infobulletin Personeelsbeheer
Inhoud Wettelijk minimumloon
Loonvisie Magazine Nr.4 / jaargang 1 / 2013
Wettelijk Minimumloon 1
Veranderingen premies werknemersverzekeringen per 1 januari 2014 1 Kort nieuws
2
Aanpak Fraude
3
Afdrachtvermindering S&O
4
Subsidieregeling praktijkleren
4
Tewerkstellingsvergunning (TWV) Maximaal 1 jaar geldig
6
Met ingang van 1 januari 2014 zijn de wettelijke minimumlonen met 0,53% verhoogd. De nieuwe bedragen luiden als volgt: Leeftijd 23 jaar en ouder 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar
% van het minimumloon 100% 85% 72,5% 61,5% 52,5% 45.5% 39.5% 34.5% 30%
€ per maand
€ bij 36 uur
€ bij 38 uur
€ bij 40 uur
1.485,60
9,52
9,02
8,57
1.262,75 1.077,05 913,65 779,95 675,95 586,80 512,55 445,70
8,09 6,90 5,86 5,00 4,33 3,76 3,29 2,86
7,67 6,54 5,55 4,74 4,11 3,56 3,11 2,71
7,29 6,21 5,27 4,50 3,90 3,39 2,96 2,57
Veranderingen premies werknemersverzekeringen per 1 januari 2014 Door de Modernisering Ziektewet per 1 januari 2014 verandert de premie WW. Verder verdwijnt de gedifferentieerde premie WGA en komt er een nieuwe gedifferentieerde premie: de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk). Veranderingen premie WW per 1 januari 2014 De premie WW bestaat in 2013 uit: • deel voor de WW-Awf • deel voor het sectorfonds (sectorpremie) • deel voor de kinderopvang • deel voor de ZW • deel voor de WGA Vanaf 1 januari 2014 bestaat de premie WW alleen nog uit het deel voor de WW-Awf en het deel voor het sectorfonds. De delen voor de kinderopvang, ZW en WGA komen binnen de premie WW te vervallen. Deze delen zijn momenteel verwerkt in een opslag op de sectorpremie of Ufo-premie. Het deel voor de kinderopvang wordt onderdeel van de basispremie WAO/WIA.
2 Premiepercentage Whk Het gedifferentieerde premiepercentage WGA gaat per 1 januari 2014 op in de Whk. Vanaf dan betaalt u ook een gedifferentieerde premie voor flexwerkers. De gedifferentieerde premie Whk bestaat uit 3 premiepercentages (WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex) welke samen één totaalpercentage vormen. U ontvangt vanaf 18 december 2013 van de Belastingdienst een beschikking met de deelpercentages en het totaalpercentage. Tip: Er worden nog al eens fouten gemaakt bij de berekening van de verschillende premies het loont zicht dus om de premies goed na te rekenen. Kijk daarbij ook goed na of er in 2012 werknemers ziek uit dienst zijn gegaan, dat vormt een belangrijke grondslag en ook daar worden door het UWV fouten bij gemaakt. Fouten die grote gevolgen kunnen hebben voor de hoogte van het percentage en daarmee de werkgeverslasten. Bent u eigenrisicodrager voor de WGA, dan geldt het eigen risicodragerschap per 1 januari 2014 alleen nog voor werknemers met een vast dienstverband. U betaalt dan niet het premiedeel WGA-vast, maar wel het premiedeel WGA-flex (en het premiedeel ZW-flex). Verder gaat u ook het risico dragen voor overlijdensuitkeringen aan nabestaanden van werknemers met een WGA-uitkering die u in dienst had. 2013 Premie WW: • deel voor de WW-Awf • deel voor het sectorfonds (sectorpremie) • deel voor de ZW • deel voor de WGA • deel voor de kinderopvang Gedifferentieerde premie WGA
2014 Premie WW: • deel voor de WW-Awf • deel voor het sectorfonds (sectorpremie)
Gedifferentieerde premie Whk: • premiedeel WGA-vast • premiedeel WGA-flex • premiedeel ZW-flex
Kort nieuws AOW-leeftijd De AOW-leeftijd gaat stapsgewijs omhoog. In 2014 gaat de AOW-uitkering in als de leeftijd 65 jaar + 2 maanden is. Daarnaast zijn er plannen om de AOW-leeftijd sneller te verhogen: naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Het wetsvoorstel wordt in het voorjaar van 2014 ingediend. Crisisheffing Ook in 2014 krijgen werkgevers te maken met de crisisheffing. De pseudo-eindheffing voor hoge lonen is namelijk met één jaar verlengd. Dit betekent dat werkgevers ook in 2014 een heffing van 16% moeten afdragen over het loon van een werknemer voor zover dat loon het bedrag van € 150.000 overstijgt. Het gaat dan om het loon waarover in 2013 loonbelasting is geheven. In 2013 hebben veel werkgevers bezwaar gemaakt tegen deze heffing, dat kan ook voor 2014. Pensioen Met ingang van 1 januari 2014 gaat het opbouwpercentage omlaag van 2,25% naar 1,875%. Hoe de verschillende pensioenfondsen en werkgever hier mee omgaan, zal de toekomst uitwijzen.
3 Werkkostenregeling Ook in 2014 heeft u de keuze om de werkkostenregeling al dan niet toe te passen. In 2014 bedraagt de vrije ruimte 1,5% van de totale fiscale loonsom. Depotservice vervangt g-rekeningen Heeft u een g-rekening bij de bank en een overeenkomst met de Belastingdienst? Dan is dit bericht op u van toepassing. Vanaf 1 juli 2014 begint de Belastingdienst met het vervangen van g-rekeningen bij de banken door depots bij de Belastingdienst. U kunt dan geen bedragen rechtstreeks meer storten op het rekeningnummer van de Belastingdienst. Het depot is straks beschikbaar via de Depotservice op de website van de Belastingdienst. De Belastingdienst bericht u van tevoren wanneer uw g-rekening wordt omgezet naar een depot.
Aanpak fraude Uitzendondernemingen moeten zich registeren in het Handelsregister. Uitzendbureaus die dit niet doen en bedrijven die zaken doen met niet-geregistreerde uitzendbureaus kunnen een boete krijgen. Ook moeten ondernemingen die uitzendkrachten inhuren een deel van het factuurbedrag op een geblokkeerde rekening storten (g-rekening/ depot). Met dat geld worden de verschuldigde loonbelasting, sociale verzekeringspremies en omzetbelasting betaald. Wie opzettelijk onjuiste of onvolledige informatie geeft, krijgt een boete. U krijgt alleen een boete als u zelf een onjuiste voorlopige aanslag of een herziening indient. Als u de aangiftebelasting wel correct aangeeft maar niet betaalt, kunt u vervolgd worden voor belastingfraude. Als u niet betaalt, kunt u een gevangenisstraf van ten hoogste 6 jaar of een boete van € 78.000 krijgen. Of, als het belastingbedrag hoger is, eenmalig maximaal het bedrag van de te weinig betaalde belasting.
4
Afdrachtvermindering S&O De eerste schijf van de S&O-afdrachtvermindering is verhoogd van €200.000 naar €250.000. Hierdoor is het hoge percentage van de S&O-afdrachtvermindering van toepassing op een groter deel van de S&O-loonkosten. Deze maatregel is vooral gericht op kleinere tot middelgrote bedrijven. Tegenover de schijfverlenging staat een verlaging van het tarief in de eerste schijf van 38% naar 35%.
Loongrens Plafond Tarief 1e schijf Tarief starters Tarief 2e schijf
2012 € 110.000 € 14 mln. 42% 60% 14%
2013 € 200.000 € 14 mln. 38% 50% 14%
2014 € 250.000 € 14 mln. 35% 50% 14%
Tevens is het voortaan voor iedereen mogelijk om een S&O aanvraag voor een heel jaar in te dienen, en is het mogelijk om gedurende het gehele jaar S&O-afdrachtvermindering te verrekenen.
Subsidieregeling praktijkleren Met ingang van 1 januari 2014 is er een nieuwe subsidieregeling voor onderwijs, namelijk de Subsidieregeling praktijkleren. Deze regeling vervangt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) voor het onderwijsdeel, die op 31 december 2013 ophoudt te bestaan. Het doel van deze nieuwe regeling is het stimuleren van werkgevers tot het bieden van praktijkleerplaatsen en werkleerplaatsen. De subsidie is een tegemoetkoming voor de werkgever in de kosten die hij maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. Ook is de subsidie een tegemoetkoming in de loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio). De subsidieregeling richt zich vooral op kwetsbare groepen binnen de arbeidsmarkt bij wie jeugdwerkloosheid een groot probleem is en op studenten die een opleiding volgen in sectoren waar een tekort ontstaat aan gekwalificeerd personeel en wetenschappelijk personeel dat onmisbaar is voor de Nederlandse kenniseconomie. De werkgever ontvangt subsidie naar verhouding van de periode waarin hij begeleiding heeft verzorgd. Daarmee kan iemand elk moment van het studiejaar starten bij een werkgever. Ook als een leerling, deelnemer, student, promovendus of toio stopt, krijgt de werkgever naar verhouding een tegemoetkoming in de kosten die hij heeft gemaakt voor de begeleiding. De werkgever hoeft dus geen volledig jaar begeleiding te geven om subsidie aan te kunnen vragen.
5 Doelgroepen waarvoor u een aanvraag in kunt dienen Bedrijven komen in aanmerking voor subsidie als zij binnen een van de volgende categorieën begeleiding bieden:
Vmbo Mbo Hbo
Promovendi en technologisch ontwerpers in opleiding (toio’s)
Leerlingen die een leer-werktraject volgen in het vmbo. Deelnemers aan een mbo-opleiding, voor zover het om een beroepsbegeleidende leerweg (bbl) gaat. Studenten die een hbo-opleiding volgen in de techniek (inclusief landbouw en natuurlijke omgeving). Hierbij bestaat de opleiding uit een combinatie van leren en werken. De werkcomponent moet onderdeel uitmaken van de opleiding. Dat geldt zowel voor duaal als voor deeltijd hbo. Promovendi die tijdelijk zijn aangesteld of een arbeidsovereenkomst hebben bij een universiteit of een instituut van de KNAW of NWO. Over hun loonkosten moeten afspraken zijn gemaakt met een privaatrechtelijke rechtspersoon. Werknemers van een privaatrechtelijke rechtspersoon die promotieonderzoek doen of een opleiding volgen tot technologisch ontwerper. Deze werknemers doen promotieonderzoek of volgen de opleiding op basis van een overeenkomst tussen die organisatie en een universiteit, die de werknemer begeleidt. Als technologisch ontwerpers in opleiding bij het 2e deel van hun reguliere opleiding hun ontwerpopdracht bij een privaatrechtelijke rechtspersoon uitvoeren, kan de begeleidende partij ook subsidie ontvangen.
Subsidiebedrag Het subsidiebedrag voor de werkgever wordt per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats berekend aan de hand van het beschikbare bedrag voor een categorie, gedeeld door het aantal gerealiseerde praktijk- of werkleerplaatsen dat in aanmerking komt voor subsidie binnen die categorie. Het maximum is € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats. Tijdige aanvraag De aanvraag moet uiterlijk op 15 september om 17.00 uur na het studiejaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, zijn ingediend. Aanvragen die later binnenkomen worden niet in behandeling genomen! Tip: Wacht niet tot het laatste moment met het aanvragen van de subsidie, mails kunnen zoekraken en computersystemen kunnen vastlopen. Vraag daarom ook altijd om een ontvangstbevestiging. Uitvoering en controle Agentschap NL voert de regeling uit en heeft als doel om de aanvraag zo eenvoudig mogelijk te maken voor de werkgever. De aanvraag kan digitaal worden ingevuld. De werkgever heeft bij de aanvraag geen andere gegevens nodig dan welke nu al bij de werkgever in het bezit zijn; zoals de praktijkleerovereenkomst. Agentschap NL controleert of een werkgever aan alle eisen voldoet. Vragen? Neem contact op met AgentschapNL op telefoonnummer 088 – 602 35 54 of kijk op de website http://www.agentschapnl.nl/subsidies-regelingen/subsidieregeling-praktijkleren
6
Tewerkstellingsvergunning (TWV) maximaal 1 jaar Wilt u een buitenlandse medewerker voor een bepaalde periode bij u laten werken? Dan hebt u een tewerkstellingsvergunning (werkvergunning) nodig. Momenteel is een tewerkstellingsvergunning (TWV) voor maximaal 3 jaar geldig, maar met ingang van 1 januari 2014 is dat nog maar voor 1 jaar. Wilt u een buitenlandse werknemer langer dan een jaar laten werken, dan moet u daar een nieuwe tewerkstellingsvergunning voor aanvragen. Voor wie hebt u een tewerkstellingsvergunning nodig? U hebt een tewerkstellingsvergunning nodig voor medewerkers van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) en Kroatië. Tot 1 januari 2014 geldt dat ook voor medewerkers uit de EER-landen Bulgarije en Roemenië. Voor medewerkers uit Zwitserland hebt u geen tewerkstellingsvergunning nodig. Met medewerkers worden alle mensen bedoeld die arbeid voor de werkgever verrichten, zoals werknemers, bepaalde stagiairs en vrijwilligers. Waar vraagt u de tewerkstellingsvergunning aan? U kunt de tewerkstellingsvergunning aanvragen bij UWV. Wat moet u doen bij inhuur of uitbesteding? Huurt u iemand in via een intermediair, of besteedt u werk uit aan een ander bedrijf? Ook dan moeten arbeidskrachten van buiten de EER of uit Kroatië, Roemenië of Bulgarije een tewerkstellingsvergunning hebben. De intermediair of de werkgever aan wie u werk uitbesteedt, moet deze tewerkstellingsvergunning aanvragen. Welke uitzonderingen zijn er? Een tewerkstellingsvergunning is niet altijd nodig: • Voor bepaalde groepen wetenschappers, kenniswerkers en stagiairs, hoeft u geen tewerkstellingsvergunning aan te vragen. • Voor sommige werknemers gelden verkorte procedures. Bijvoorbeeld voor hogere leidinggevenden, specialisten en werknemers uit uw buitenlandse vestiging die in Nederland technieken komen bijleren (practicanten). • Voor kenniswerkers die korter dan 3 maanden in Nederland verblijven, geldt een vereenvoudigde procedure. Dit is een proef die loopt tot 30 december 2013. Wat is de boete? Laat u een vreemdeling zonder de vereiste tewerkstellingsvergunning werken? Dan kunt u een bestuurlijke boete krijgen van € 8.000 per vreemdeling. Neemt u hem in dienst? Dan moet u bovendien bij de afdracht van loonheffingen het anoniementarief toepassen. Huurt u personeel in, of besteedt u werk uit? Dan loopt u meer risico dat de Belastingdienst u aansprakelijk stelt voor belastingen en premies.