FOCUS HAAGLANDEN jaargang 6
WETHOUDER LIAN MERKX: ‘Delftse stadsstijl is van én voor iedereen’
Toerisme zonder grenzen Haaglanden als één groot recreatiepark
Imagoverbetering Westland: ruwe diamant voor kenners
[
]
T HEMA: T I NG E K R A M REGIO
ZOMER 2009 Relatiemagazine voor overheid en bedrijfsleven
2
FOCUS HAAGLANDEN
expand your capacity Colofon
live your brand to expand your career professionals who live their brand can expand yours
Focus Haaglanden is een gezamenlijke kwartaaluitgave van het Stadsgewest Haaglanden, de Kamer van Koophandel Den Haag en de Hulpverleningsregio Haaglanden. Dit nummer is mede tot stand gekomen dankzij redactionele bijdragen van de gemeenten Den Haag, Zoetermeer en Delft. Focus Haaglanden wordt gratis verspreid onder 5.000 relaties. Redactieadres Stadsgewest Haaglanden Grote Marktstraat 43 Postbus 66 2501 CB Den Haag Tel: 070 7501500 Fax: 070 7501501 E-mail:
[email protected] www.focushaaglanden.nl Abonneren Aanmelden en adreswijzigingen: www.focushaaglanden.nl Aan dit nummer werkten mee Redactie: Brigitte Beeks, Hans Bongers, Peter van der Graaf, Chris van Lieshout, Siebren de Noord, Hans Oerlemans, Danny Peters, Margreet Ruysbroek, Gemma Schoot, Marieke van Seggelen, Paul Strack van Schijndel. Fotografie: Marco Borggreve, Erwin Dijkgraaf, Sieny Engelsman, Sicco van Grieken, Monique Kruizinga, Hans de Lijser, Bernhard Oattes, Rens Plaschek, Philip van der Ploeg, Guus Schoonewille, Michel ter Wolbeek.
Commerciële exploitatie Actorion Communicatie tel. 026 - 443 82 87
Met ons landelijk dekkend kantorennetwerk bevinden wij ons altijd bij ú in de
Copyright en verantwoordelijkheid Het auteursrecht op de in dit tijdschrift verschenen artikelen wordt door de uitgever voorbehouden. De verantwoordelijkheid voor een artikel ligt bij de betreffende organisatie.
Voorpagina Lian Merkx, wethouder Stadsmarketing gemeente Delft. Fotografie: Guus Schoonewille
buurt. Met ons ruime aanbod aan professionals, kunt u in gesprek komen met passende professionals uit heel Nederland. Vergroot uw kans op succes en neem contact met ons op.
voor marketing- en communicatieprofessionals
expandyourcapacity.nl
Verder in dit nummer
Wethouder Lian Merkx over de nieuwe stadstijl van Delft
4
De Stelling
10
Den Haag, een sterk merk
6
In the picture: Ineke van der Wel
16
Het recreatiepark zonder grenzen: Haaglanden
8
Column
17
USG Capacity, partner van NBTC
11
Gustav Vigeland op Binnenhof
17
Mills & Minds, campagne voor ‘de complete congreservaring’ 12
Kennisalliantie
28
Project ‘Imago Westland’ slijpt de ruwe diamant Westland
14
Erica Terpstra wil meer échte sportgemeenten:
30
WFIA bindt bedrijven aan WestHolland
18
Kort in de regio
32
De voorzorgsmaatregelen van de HRH bij evenementen
20
Ciybranding, wat zegt de wetenschap ervan?
22
Beeldpagina Den Haag
27
Cittaslow Midden-Delfland
34
20
22
3
4
6
Concept, uitgave en vormgeving Actorion Communicatie, Velp
Het volgende nummer van Focus Haaglanden verschijnt eind september 2009. Het overkoepelend thema is Werk & Ondernemen. Kijk voor meer informatie op www.focushaaglanden.nl
hbo-niveau met 3 jaar relevante werkervaring, op vaste en tijdelijke basis.
Thema: Regiomarketing
Druk DeltaHage grafische dienst verlening
Uitgave Zomer 2009
USG Capacity bemiddelt marketing- en communicatieprofessionals op minimaal
Inhoudsopgave
Participanten Actorion Communicatie, Velp Grontmij, Waddinxveen HTM, Den Haag USG Capacity Den Haag Citymarketing
Regiomarketing is hot Regiomarketing anno 2009 is hot. Iedereen wil er over meepraten. Haaglanden ziet de regio als één groot recreatief gebied en wil dit op deze manier bij de toerist promoten. De WFIA zet zich op haar beurt in om buitenlandse bedrijven naar Haaglanden te trekken. Hierbij gaat het er niet langer om in welke gemeente het bedrijf zich vestigt, maar dat het in de regio komt.
Ook de gemeente Delft vindt het tijd voor ver nieuwing en hebben een nieuwe stadsstijl geïntroduceerd. In die nieuwe stadspromotiecampagne worden vier kernwaarden van Delft gebundeld. Zoetermeer hoopt met haar deelname aan Mills & Minds, waarbij congressen naar Zuid-Holland worden gehaald, profijt te halen en Zoetermeer als congresstad nadrukkelijker op de kaart te zetten.
Los van elkaar zijn de Haaglanden-gemeenten eveneens bezig met het promoten van hun eigen stad wat indirect een versterkend effect heeft op het imago van de regio. De gemeente Westland vindt het tijd om het imago van de ‘glazen stad’ te verbeteren en zoekt hierbij samenwerking met de Kamer van Koophandel Den Haag om zo samen met het bedrijfsleven te werken aan het Imagoplan-Westland.
In deze Focus Haaglanden komen talrijke marketinginitiatieven die in de regio worden ontwikkeld, aan bod. Het laat zien dat regiomarketing hot is, ook in Haaglanden! Veel plezier met Focus Haaglanden. Caroline Schep Hoofdredacteur
ZOMER 2009
2
FOCUS HAAGLANDEN
GEMEENTE DELFT
Technologie, historie, creativiteit en innovatie
Stadsstijl doet recht aan kwaliteiten van de stad De nieuwe stadstijl van Delft is van én voor iedereen. Bedrijven, toeristische organisaties maar ook burgers kunnen het nieuw ontwikkelde beeldmerk gebruiken voor promotie. Het is de eerste mijlpaal uit het nieuwe stadsmarketingbeleid.
4
Tekst: Margreet Ruysbroek Fotografie: Guus Schoonewille
L
ange tijd had Delft maar beperkt aandacht voor stadsmarketing”, zegt Liesbeth van Rietschoten, coördinator stadsmarketing. “Binnen de gemeente had stadsmarketing geen autonome positie en een beperkt budget. De stad kende in feite twee imago’s: die van innovatieve kennisstad en die van historische stad van Vermeer, Oranje en Delftsblauw. Delft Kennisstad profileerde zich met de slogan ‘Maak kennis in Delft’, terwijl toeristen werden verleid met de campagne ‘Ontdek de andere kleuren van Delft’.” Niet alleen vanuit de politiek maar ook vanuit de stad kwam de wens om Delft één onderscheidend imago aan te meten, passend bij de identiteit van de stad. Van Rietschoten: “Met het vaststellen van het stadsmarketingbeleid maakte Delft daar een serieuze start mee. De politiek erkende stadsmarketing als instrument om doelgroepen aan de stad te binden en om Delft herkenbaar en onderscheidend te maken.”
TECH NOLO GIE / www.delft.nl
HIS TO RIE
/ www.delft.nl
Bundelen Er werd budget vrijgemaakt en een nieuw team stadsmarketing opgetuigd: een coördinator, drie beleidsadviseurs en een communicatieadviseur gingen aan de slag om de ambities uit de nota te verwezenlijken. En ook buiten de gemeentelijke organisatie kreeg stadsmarketing een gezicht: om draagvlak in de stad te creëren werd de stuurgroep stadsmarketing opgericht. Van Riet schoten: “De stuurgroep wordt gevormd door de gemeente, de TU Delft, stichting Delft Marketing en stichting Delft Kennisstad. Dit zijn belangrijke partijen voor Delft en belangrijke partners voor de gemeente. Zij hebben inmiddels heel wat kennis en expertise opgebouwd als het gaat om het promoten van de stad. Vandaar dat we in de stuurgroep kennis delen en de krachten bundelen. Daarnaast heeft de stuurgroep ook twee keer een stadsbrede bijeenkomst georganiseerd om ideeën voor te leggen en te bespreken met belanghebbenden.”
Krachtig Eén van de belangrijkste ambities van het team was het ontwikkelen van een nieuwe stadsstijl. Het begrip Delft Kennisstad was na vijftien jaar toe aan een opfrisbeurt en bovendien bestond de wens om verbindingen te leggen met de toeristische kernwaarden Delfts Blauw, Vermeer en Oranje. Kortom: Delft wilde één onderscheidend imago, passend bij de identiteit van de stad. Van Rietschoten: “Delft heeft heel wat in huis, dat wisten we, maar wat maakt de stad nu uniek? Daar zijn we naar op zoek gegaan, naar de identiteit van Delft. En daaruit zijn uiteindelijk vier kernwaarden gekomen die hét verhaal van Delft vertellen: technologie, historie, creativiteit en innovatie. Daarmee gaan we ons de komende jaren profileren.” De nieuw te ontwikkelen stadsstijl moest aansluiten bij deze vier kernwaarden en het verhaal van Delft pakkend weergeven in een krachtig logo met slogan en een aansprekende vormgeving.
INNO VA TIE
Goud in handen Het Rotterdamse bureau Studio Dumbar ontwikkelde drie concepten die werden voorgelegd aan de stuurgroep stadsmarketing, het college en honderd belanghebbenden uit de stad. Het definitieve ontwerp, dat op brede steun kon rekenen, is op 22 april geïntroduceerd door wethouder Lian Merkx. In het bijzijn van zo’n honderdvijftig belangstellenden lanceerde ze het woordmerk ‘Delft’ met de pay-off ‘Creating History’. De Delftse wethouder is trots op het resultaat. “Ik ben gigantisch tevreden”, zegt ze. “Ik vind het een zeer toegankelijke stijl, die blijft hangen. Er zijn vast mensen die er even aan moeten wen-
/ www.delft.nl
CREA TIVI TEIT / www.delft.nl
De vier kernwaarden historie, innovatie, technologie en creativiteit staan op vier aandachtvragende banieren. Elke kernwaarde wordt ondersteund door een toepasselijk beeld.
V.l.n.r. Jeroen Beelen (directeur Delft Marketing), Liesbeth van Rietschoten (coördinator Stadsmarketing gemeente Delft), Lian Merkx (wethouder Stadsmarketing gemeente Delft), Ruud van Wijngaarde (namens Stichting Delft Kennisstad) en Evelyne Esveld (namens TU Delft).
nen, want het is best een spannend woordmerk geworden. Maar ik heb veel goede reacties gekregen - ook van vormgevers die met de nieuwe stadsstijl gaan werken. Wat dat betreft hebben we het goed voor elkaar.” Tom Dorresteijn van Studio Dumbar: “Het is gelukt om een stadsstijl te ontwerpen die recht doet aan de kwaliteiten van Delft. Het woordmerk is heel sterk: vooral de D met die twee streepjes. Als je die twee keer hebt gezien staat-ie in je geheugen gegrift.” De streepjes onder de D zijn overigens een oud symbool van een afkorting. In de historische binnenstad zijn ze te vinden onder de A als afkorting voor anno. De letter D is dus min of meer geclaimd als afkorting van Delft. En daarbij hoort de pay-off ‘Creating History’, die de vier kernwaarden verbindt. Ondernemers De nieuwe stadsstijl gaat het unieke karakter en aanbod van Delft breed uitdragen. Niet alleen aan de inwoners die daarmee trots worden op hun stad, maar ook aan bezoekers uit binnen- en buitenland, aan investeerders én bedrijven die zich er willen vestigen.
Communicatieadviseur Sylvia Coenen: “Het Toeristen Informatiepunt wordt aangepast aan de nieuwe stijl, evenals alle toeristische brochures. Ook zullen bewoners de stadsstijl veel gaan zien bij evenementen in de stad. Nieuwe TU-studenten dragen in de kennismakingsweek OWEE een T-shirt met het logo van Delft, er is een ontwerpwedstrijd op de TU gaande voor relatie geschenken en we worden bijna dagelijks gebeld met ideeën en verzoeken om de stadsstijl te gebruiken: door scholen, door de VAK, de OWEE, winkeliersverenigingen - echt van alles.” En dat is ook precies de bedoeling, volgens Lian Merkx: “De stadsstijl gaan wij verder niet exploiteren; het mate riaal staat op internet en elke belangstellende kan het gebruiken om zijn eigen promotie en marketing te versterken. En ik denk dat we verrast gaan worden door de manieren waarop Delftenaren dat gaan doen.” Film Voor ondernemers wordt op dit moment de laatste hand gelegd aan nieuw foldermateriaal waarmee zij zich in binnen- en buitenland kunnen presen
teren. Van Rietschoten: “Ook voor bedrijven die overwegen om zich in Delft te vestigen is dit materiaal van groot belang. We laten zien wat ze hier vinden en waarom Delft een aantrek kelijke vestigingsplaats is.” Het afronden van die promotiemix voor de zakelijke markt moet ook een mijlpaal van het team stadsmarketing worden. Wat staat er verder op de agenda? “Er zijn heel wat zaken aan te pakken maar niet alles kan en hoeft tegelijkertijd”, zegt Van Rietschoten. “We moeten ons voortdurend afvragen wat we wel en niet doen. Het stadsmarketingbeleid geeft houvast: we steken vooral energie en geld in imagoversterkende producten. Tegelijkertijd hoeven we niet overal bovenop te zitten. Een film als Girl with the Pearl Earring heeft meer bezoekers opgeleverd dan je met een gemiddelde campagne kunt bereiken. En zulke dingen komen ons gewoon aanwaaien. Delft is zo mooi, het product is zo goed, dat verkoopt zich voor een groot deel ook zelf.” www.delft.nl/stadsmarketing
ZOMER 2009
2
GEMEENTE DEN HAAG
FOCUS HAAGLANDEN
Den Haag heeft alles om een sterk merk te zijn
Citymarketing is het lopen van een marathon mijn werk doe, dan komt mijn boodschap niet over. De campagne ‘Be My Guest’ laat zien hoe het wel moet. We willen met de campagne de meest gastvrije stad van Nederland worden. Vijftien dienstverlenende partners hebben met de gemeente een convenant gesloten. Of je nu horecaman, taxichauffeur, straatveger of trambestuurder bent, we zijn allemaal het visitekaartje van de stad.”
Geen dag gaat voorbij of wethouder Frits Huffnagel verschijnt wel ergens in de media. Geen politicus in Nederland die met zoveel enthousiasme zijn stad promoot. Als wethouder Citymarketing zette hij in een tijdsbestek van drie jaar het merk Den Haag internationaal op de kaart.
6
Tekst: Chris van Lieshout Fotografie: Max Koot Fotostudio, Peter van Oosterhout, Jos van Leeuwen
B
ijna iedere gemeente, groot of klein, is bezig met de ontwikkeling van de stad als product. Om zich te onderscheiden en te profileren van andere concurrerende steden. In de afgelopen decennia zijn steden steeds meer op elkaar gaan lijken, terwijl consumenten en ondernemers meer individualistischer denken. In de slag om de stedelijke concurrentiepositie wordt de ‘quality of life’ steeds belangrijker. Uit onderzoek blijkt dat de stad waar het aangenaam wonen is en ook het vestigingsklimaat optimaal is, het wint van andere steden. Ook het beeld dat men-
Boeiende stad Frits Huffnagel geniet iedere dag van zijn werk. “Dat komt omdat Den Haag een boeiende stad is. In mijn werk ontmoet ik dagelijks veel mensen en dan merk ik pas goed hoeveel mensen van Den Haag houden.” Toch mist de Hagenaar volgens Huffnagel een belangrijke eigenschap. “Hij zou best wat meer trots op zijn stad mogen zijn. Hij mag wat meer Haagse bluf laten zien en wat minder bescheidenheid. We zijn na New York de tweede VN-stad van de wereld en we hebben hier de regering en het hele corps diplo-
“Je moet bij citymarketing niet snel willen scoren” sen hebben van een stad blijkt bepalend te zijn voor hun keuze om ergens te wonen, te winkelen, te werken of een bedrijf te vestigen. Uithoudingsvermogen Frits Huffnagel zegt stellig: “Voor citymarketing moet je een lange adem hebben en een groot uithoudingsvermogen. Ik vergelijk het altijd met het lopen van een marathon. Omdat de afstand zo lang is, lijkt het of de finish nooit in zicht komt. Je moet tussentijds niet twijfelen aan de ingeslagen weg. Bij citymarketing duurt het minstens tien jaar voordat je de eerste resultaten ziet.” Huffnagel vindt citymarketing totaal iets anders dan een promotiecampagne. “Je moet je niet focussen op snel scoren. Investeer liever meer tijd in het ontdekken van je stad, hoe je stad in elkaar zit. Zorg er tegelijkertijd voor dat je bewoners hun trots op de stad uitdragen.”
matique. En vergeet niet de talrijke Europese organisaties, het internationale bedrijfsleven, onze kleurrijke bevolking, prachtige musea, elf kilometer strand en onze groene parken. We zijn een steeds grotere toeristentrekker. Die dertigtuizend expats wonen niet voor niets in Den Haag.” Beeldmerk Den Haag profileert zich wereldwijd als stad van vrede en recht. Met zijn Vredespaleis, het internationaal gerechtshof, het Joegoslavië-tribunaal, Europol en Eurojust en tal van juridische internationale organisaties. “Bij mijn aantreden in 2006 had Den Haag dit motto al. Dat moesten we meer naar buiten brengen. Ik wilde absoluut geen slogans zoals andere steden. Ik voelde meer voor een beeldmerk.” Huffnagel vond de lancering van de vlieger van kunstenaar Anton Corbijn één van de hoogtepunten in de afgelo-
Stunt Dat Frits Huffnagel ook van een stunt houdt, bleek onlangs uit de publiciteit die het beeldmerk van Anton Corbijn kreeg op het dak van de Dr. Anton Philipszaal. “Schilders hebben ‘m op voetbalveld formaat aangebracht.
Prachtig toch als je de ‘Haagse Vlieger’ ziet via de satellietbeelden van Google Maps?” In april haalde Huffnagel de voorpagina van alle media en het programma RTL Boulevard, toen hij de Toppers en bijna alle deelnemers van het Eurovisie Songfestival naar Den Haag haalde. Als voorproefje van het echte Songfestival in Moskou. Het hele gezelschap kreeg een rondtoer met open bussen door de stad. “Ik ben mijn hele leven lang al Songfestival-fanaat. In een schriftje hield ik alle standen bij. Ook nu was in Den Haag de belangstelling en de publiciteit eromheen enorm. Het geeft aan hoe pro-Europees Den Haag is. Beschouw het gerust als een voorbeeld van citymarketing.”
7
Den Haag voert de campagne Be My Guest voor een gastvrijer Den Haag
Wethouder Frits Huffnagel heeft sinds drie jaar Citymarketing in zijn portefeuille
pen drie jaar. “Hij zag heel subtiel kans voor Den Haag een symbool, lijkend op een vlieger, te creëren, waarin alle facetten van de stad te herkennen zijn. In het begin was er veel scepsis, nu zie je het beeldmerk overal terug in de stad. Het wordt niet alleen gebruikt door de grote internationale instituten maar ook door culturele instellingen en grote bedrijven. Ik vind dat geweldig.” In datzelfde rijtje noemt Huffnagel ook The Hague Information Centre. “In het Atrium van het stadhuis hebben we binnen enkele maanden een Centre gecreëerd met allerlei moderne audio visuele snufjes. Onderdeel daarvan is The Hague Impressions waar een spetterende moodclip over een achttien meter breed scherm over de stad draait, gegenereerd door vijf projectoren.” Boodschap is bepalend Frits Huffnagel is ervan overtuigd dat het imago van een stad of gemeente mede wordt bepaald door wie de boodschap brengt. “Als ik altijd chagrijnig
Het beeldmerk van Anton Corbijn streek in april 2009 neer op het dak van de Dr. Anton Philipszaal. Schilders hebben het op voetbalveldformaat aangebracht. Het beeldmerk is te zien op Google Earth.
ZOMER 2009
2
STADSGEWEST HAAGLANDEN
FOCUS HAAGLANDEN
Samen werken aan regiomarketing
Haaglanden, een recreatiepark zonder grenzen De toerist die naar de regio Haaglanden komt, heeft een ruim en uniek aanbod om uit te kiezen. Maar wie thuis al een route langs al dat moois uit wilde stippelen, liep steeds tegen gemeentegrenzen aan, zelfs op internet. Regionale samenwerking maakt daar nu een einde aan. Regiomarketing is geboren. Welkom in Haaglanden.
8
Tekst: Peter van der Graaf, Stadsgewest Haaglanden Fotografie: Sicco van Grieken
V
anuit hun eigen organisatie stonden ze aan de wieg van regiomarketing in Haaglanden. Anja Overhoff als directeur van Den Haag Marketing, Bruno Tideman als voorzitter van MKB Haaglanden. Na een bustocht in 2007 en een intentieverklaring in 2008, was het medio mei tijd voor een brainstormsessie bij de ANWB. Het thema van die sessie: Toerisme zonder Grenzen. Samen met Overhoff en Tideman kijkt Focus Haaglanden terug op die bijeenkomst. Maar laten we bij het begin beginnen.
Tegenstrijdig beleid Bruno Tideman: “Voor mij begint het verhaal bij ondernemers. Ik kreeg als vertegenwoordiger van het bedrijfsleven steeds meer signalen dat ondernemers ‘last’ hadden van gemeentegrenzen. Van gemeenten die alleen met en voor hun eigen parochie bezig waren. En dat op een breed terrein, vergunningen, planvorming, economische zaken. Het leidde op z’n minst tot concurrerend intergemeentelijk beleid, maar veel vaker nog tot ronduit tegenstrijdig beleid. Voor ondernemers is dit uitermate hinderlijk. Binnen een economische regio zou juist zoveel mogelijk hetzelfde beleid moeten gelden. Als reactie is MKB Haaglanden gaan pleiten voor een meer regionale aanpak van thema’s als ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer, zeg maar de brede sociaaleconomische thema’s.” Spoken Het slechten van grenzen dus, terwijl veel bewoners van gemeenten juist sterk hangen aan hun gemeente en een emo tionele band hebben met hun dorp of stad. Je ziet dat ook steeds meer in de
opkomst van lokale politieke partijen. Overhoff: “Ja, dat klopt. Ik heb als gemeenteraadslid jarenlang met die twee kanten te maken gehad, behouden en verbreden. Toen ik twee jaar geleden als directeur bij Den Haag Marketing aan de slag ging, realiseerde ik me dat veel mensen uit mijn politiek-bestuurlijke netwerk nog steeds in de regio zitten. Bas Verkerk in Delft, Tineke van Nimwegen in Midden-Delfland, Wout van Putten in Rijswijk en heel veel anderen. Het moest toch mogelijk zijn om tot een samenwerking te komen. In het verleden waarde het spook van de annexatie rond. Nu is dat weg en is er veel meer ruimte voor allerlei initiatieven.” Bustocht “Wij zagen die ruimte op een betrek kelijk ongevaarlijk, onpolitiek terrein als toerisme,” gaat Tideman verder. “We hebben op dat terrein voorstellen gedaan voor samenwerking en gezamenlijk beleid. Want het is toch raar dat Zoetermeer een eigen beleid heeft en Delft weer een ander beleid en Den Haag en Wassenaar weer anders. Het zou veel beter zijn om al die ‘beleiden’ te combineren. Dan sta je veel sterker en heb je ook een groter bereik. Zeg maar: Met elkaar en voor elkaar. Uit die gedachte is toen bij ons het idee voor een bustocht ontstaan. Een bustocht met wethouders van alle gemeenten. We hebben met hen de regio rondgereden en bij iedere gemeentegrens, mocht de wethouder van die gemeente opspringen en een mooi verhaal houden over zijn gemeente. Voor veel wethouders was dat een enorme eyeopener. Ze kenden soms hun eigen collega’s niet en de buurgemeenten al helemaal niet.”
Overhoff: “Die bustocht leidde uiteindelijk tot een intentieverklaring om de toeristische en recreatieve mogelijkheden van de regio Haaglanden te versterken en promoten met onder meer een fietsknooppuntennetwerk, Groene Ringen, een citycard voor de hele regio en een internetportaal voor Haaglanden. We schreven oktober 2008. Toerisme zonder Grenzen! was gestart.”
Bruno Tideman, voorzitter van MKB Haaglanden
Menu met kaasplankje Maar met het opschrijven van de intenties – hoe goed ook – ben je er nog niet. Overhoff: “Eigenlijk is de intentieverklaring ingehaald door de praktijk. We hebben dinsdag 12 mei een brainstorm gehad bij en met de ANWB. Overigens geweldig dat deze belangrijke partij met ons meedoet! De andere deelnemers waren de Haaglandse gemeenten, het MKB, de KvK en Den Haag Marketing. In een hele creatieve sfeer hebben we zeven workshops gehad en daar zijn leuke ideeën uitgekomen.” Tideman: “Ik kon er helaas niet bij zijn, maar wat ik er van teruggehoord heb, is inspirerend en zeer de moeite waard. Ik denk dat er nog verder over gedacht moet worden, maar het is veelbelovend. Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken of je bezoekers een afgestemd pakket kan aanbieden. Een simpel voorbeeld: Het koninklijk huis. Delft èn Den Haag èn Wassenaar hebben het koningshuis ‘in huis’. Het ligt dan voor de hand om dat in een arrangement te stoppen. Maar attracties kunnen ook de handen ineenslaan en gecombineerde pakketten aanbieden.” Overhoff: “De toerist zit inderdaad te wachten op hapklare brokken. Arrangementen waarin toch nog ruimte zit in samenstelling en prijsstelling. Het moet een menukaart worden die je via internet kunt benaderen. Het doel is de bezoeker te verleiden langer in de regio te blijven – en er dus ook meer geld uit te geven. We proberen bezoekers aan een weekendje Den Haag de maandag vast te laten knopen. Een paar dagen shoppen, strand en cultuur en dan nog een dagje fietsen, varen of wildwatervaren in de regio. Bij het boeken kunnen ze al besluiten of ze het lange weekend afsluiten met een dineetje in een driesterrenrestaurant of dat ze toch maar pannenkoeken gaan eten met de kids. Je weekendje weg wordt zo thuis op je scherm al financieel inzichtelijk. Hier is volgens de professionals in de workshops behoefte aan.” “Zo’n menukaart kan niet bestaan zonder de deelname van het bedrijfsleven. Het MKB, de KvK, taxi’s, boten- en fietsenverhuurders noem maar op, maar ook grote attracties als bijvoorbeeld Dutch Water Dreams in Zoetermeer. Allemaal moeten ze meedoen. Wat dat
9
Anja Overhoff, directeur van Den Haag Marketing
betreft is de kaasboerderij in MiddenDelfland even belangrijk als Duinrell of Panorama Mesdag.” Regio Haaglanden heeft alles Tideman: “En dus is de samenwerking tussen de gemeenten onderling en met de ondernemers van levensbelang. De omvang van het Stadsgewest is daarbij perfect. Niet te klein, niet te groot. En met een enorme variatie aan attracties en een gezamenlijk belang. Op zich zou het wel goed zijn als de provincie Zuid-Holland er ook meer bij betrokken is. De uitbreiding met andere regio’s vind ik minder voor de hand liggen.” Overhoff: “Ik wil niets uitsluiten; letterlijk en figuurlijk de grenzen openhouden. De bezoeker trekt zich immers niets van een gemeentegrens aan. Zeker nu door de crisis de Britten
en Amerikanen weg dreigen te blijven, focussen we meer op Nederland en de dichtbije buitenlanden. Dit kant-enklare Toerisme zonder Grenzen-product kunnen we op beurzen en met campagnes heel snel in de markt zetten. En zeg nou zelf, de regio Haaglanden is toch een geweldige bestemming! Je hebt hier zoveel cultuuraanbieders, geweldige festivals en evenementen, horeca, winkel, hotels, een kust met een mondaine uitstraling maar ook met familiestrandjes, het geweldige Hommerson Beach stadion in Scheveningen en de gezellige Kijkduinse stranden. Tel daarbij de kwaliteit van de regio en het unieke landschap en iedereen ziet: in de regio Haaglanden is zoveel te doen en te zien dat je aan één verblijf niet genoeg hebt en dus nog wel een keer terug moet komen!”
ZOMER 2009
2
Regiomarketing is een optelsom van lokale initiatieven
USG CAPACITY
DE STELLING
FOCUS HAAGLANDEN
Gezamenlijke Holland-promotie van de Nederlandse steden
Bijna alle gemeenten in Haaglanden zijn actief op het gebied van citymarketing. Is regiomarketing de optelsom van alle lokale initiatieven of voegt het een nieuwe dimensie toe?
“Het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) heeft als primaire taak de internationale marketing van het merk Holland”, vertelt directeur Jos Vranken. Het NBTC werkt daarom ook samen met USG Capacity. USG Capacity werft, selecteert en bemiddelt marketing- en communicatie professionals professionals op hbo- en wo-niveau, zowel voor vaste banen als op interim-basis.
10
Angelique Lombarts
Tobias Walraven oprichter/directeur, Dutch Water Dreams B.V. in Zoetermeer
“
Lector city marketing & leisure management Hogeschool INHolland/Aloaconsultancy
“
“Stadspromotie, Citymarketing, what’s in a name. In feite zijn al die citymarketeers gewoon moderne VVV’s. En daar is op zich niks mis mee. Het gaat wel mis als je alleen maar roept hoe goed jouw stad is. In mijn beleving moet regiomarketing meer zijn dan een optelsom van alle stadspromotiefolders. Het gaat er om dat je de ‘gemaksconsu ment/-toerist’ behulpzaam bent bij het kiezen van een uitje. Je moet een menukaart bieden met een ruim, gevarieerd aanbod en het bijbehorende prijskaartje. De toerist moet thuis via internet eenvoudig een arrangement kunnen samenstellen en boeken, van een attractie of museum tot de pannenkoeken na afloop. Op thema of doelgroep kun je daar al veel in ‘voorkoken’, terwijl de toerist toch zelf kiest. Want een uitstapje met een jong gezin is nu eenmaal anders als met zestigplussers. Het gaat vooral om een compleet aanbod. In welke gemeente een attractie nu precies gevestigd is, dat interesseert een toerist echt niet. Wat ik in de stelling mis – of misschien wordt dat bedoeld met die extra dimensie – is de inbreng van ondernemers. Regiomarketing moet een mix zijn van overheden, gemeentebestuurders en ambtenaren èn ondernemers. Gemeenten en ondernemers kunnen dan samen informatie verstrekken, allerlei faciliteiten bieden en hun diensten vermarkten. Dus overheid en markt trek samen op, zonder grenzen. Want los van elkaar of in hokjes, kom je geen stap verder!”
”
Tekst: Gemma Schoot Fotografie: Michel ter Wolbeek
Mirjam Sijmons lid hoofddirectie ANWB
“
“De competitie in Nederland gaat niet tussen steden maar tussen regio’s. Onze regio’s zijn immers net zo groot als sommige steden waarmee we concurreren. Steden als Lyon, Hamburg, München, Budapest of Lille huisvesten al snel meer dan een miljoen inwoners en het dubbele of drievoudige wanneer de inwoners van de omliggende regio’s worden meegeteld. Den Haag heeft ongeveer 470.000 inwoners en wanneer we uitgaan van de regio een krappe 992.000. Als we het over place marketing binnen Europa hebben gaat het ook niet zozeer om een stad, maar steeds vaker om een regio. Het regiomarketingplan Haaglanden is niet eenvoudigweg een plan met aparte hoofdstukken per gemeente. Het Regionaal Structuurplan 2020 mist naar mijn mening een regiomarketingplan als afgeleide. Sterker nog, in de huidige concurrentie tussen regio’s kan ik me voorstellen dat er een entiteit is die de regiomarketing ter hand neemt. Dus niet de kleine delen samensmelten tot een groter geheel of plan, nee juist een gezamenlijk plan maken waar soms op regionaal niveau en soms op gemeentelijk niveau invulling aan wordt gegeven. Dat vraagt een denken vanuit de doelgroepen die men wil aantrekken of bedienen, het zich verplaatsen in hun eisen en wensen. Dat is iets anders dan denken vanuit een eigen gemeentelijk niveau. Er zijn inmiddels genoeg succesvolle regio’s die als voorbeeld kunnen dienen. De vraag is of en hoe Haag landen zich als regio gaat vermarkten.”
Ook reageren op De Stelling? Kijk op www.focushaaglanden.nl
”
“In mijn beleving voegt regiomarketing absoluut een dimensie toe aan city marketing. Die dimensie is: het slechten van grenzen, het verleiden van mensen om over grenzen heen te kijken. Regiomarketing heeft meerwaarde! Niet voor niets luidt de stelling 1+1=3. Want let maar op: het blijft echt niet alleen bij een toeristisch bezoekje. Als mensen echt over grenzen heen gaan kijken, dan leidt dat er toe dat ze de ervaring hebben er echt ‘uit’ te zijn. Het maakt daarbij niet uit of mensen van ver weg of juist uit de buurt komen. Je kunt in je eigen stad, in je eigen omgeving ook nog hele nieuwe dingen ontdekken. Ik heb eens met een echte Delftenaar een boottocht door de grachten van Delft gemaakt. Dat had hij nog nooit gedaan. Zijn mond viel open van verbazing: Zo had hij ‘zijn’ Delft nog nooit gezien. Hij genoot! 1+1 is ook 3 als het gaat om de bestedingen die bezoekers doen. We hebben laatst op een brainstormsessie nagedacht hoe we bezoekers langer ‘vast kunnen houden’. Als een weekendje Haaglanden een maandag langer duurt, betekent dat ook dat er in ieder geval een overnachting en een of twee maaltijden bijkomen, nog los van de attracties of evenementen die op die maandag bezocht worden.
”
Kortom, Regiomarketing voegt wel degelijk iets toe en het is veel meer dan een optelsom van de delen.”
“O
nlangs hebben we via USG Capacity op een snelle manier een senior redacteur in dienst kunnen nemen. De lijnen zijn kort, je kunt goed met USG Capacity sparren over de kandidaat. Verder hebben we op heel korte termijn ons netwerk van specialisten kunnen uitbreiden via USG Capacity.” “Met honderdvijftig medewerkers ‘verkopen’ wij het merk Holland in het buitenland. We hebben elf buitenlandse kantoren, waar de helft van onze mensen werkt; circa eenderde van hen komt uit het land zelf. Zij peilen de belangstelling van de mensen daar voor ons land.” “Interesse in onze steden is het voornaamste motief om Nederland te bezoeken. Bezoekers van de steden, de toeristische én zakelijke, zijn zo een belangrijke economische waarde voor ons land. Teneinde die bezoekers binnen te halen, werken we intensief samen met een flexibele verzameling van publieke en private partijen: gemeenten, hotels, attractieparken, musea, congreslocaties. Eigenlijk alles wat een zakelijk belang heeft bij de komst van toeristen en georganiseerde zakelijke bezoekers. Dat lijkt inderdaad een heel circus dat lastig te managen is. Veelheid op het relatieve kleine oppervlak van Holland, of van Haaglanden, ís een kracht, maar kan internationaal een gefragmenteerd beeld geven. Onze kernactiviteit is dus: al die partijen verbinden en het veelvoudige aanbod in onderlinge samenhang presenteren.” Luisteren “Onze werkwijze is gesprekken voeren over de doelen van de steden. We luisteren goed naar wat zij zelf in de etalage
11 zetten. We brengen zo de belangrijkste bezienswaardigheden, attracties en congreslocaties bij elkaar, die voor de verschillende doelgroepen interessant zijn. Die verzameling krachtig in de markt zetten, maakt dat bijvoorbeeld een Brit Nederland kiest voor zijn vakantie of congres, en niet Duitsland. De volgende keuze is welke stad het wordt. Of welke steden. En welke musea hij wil bezoeken, waar hij wil overnachten en hoe hij kan boeken. Dat kan hij allemaal via Holland.com. Op die manier hebben we een meerjarige stedencampagne ontwikkeld, waarin de steden zusterlijk naast elkaar optrekken: de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en diverse kleinere steden maar die even karakteristiek voor Holland zijn, zoals Delft, Den Bosch, Maastricht. Allemaal unieke steden maar op zichzelf te klein om een internationale campagne te voeren. We vergroten dus met elkaar de taart zodat ieder een groter stuk krijgt.” Holland City Style “Zonder twijfel zijn de steden, het strand en de vergader- en congresmarkt de sterke kanten van Haaglanden en Den Haag. Vertaald in termen die aansluiten op de beleving en de reisbehoefte van de bezoeker, krijg je dan de volgende benamingen: Holland City Style, Holland Beach Life, Holland Let’s meet en Holland Be inspired. We hebben zeven van deze toeristische en zakelijke clusters van het diverse aanbod. Ze vertegenwoordigen de hoofdredenen om Nederland te bezoeken. We kunnen met onze partners binnen deze clusters veel gerichter campagne voeren. Japanners hoef je niet te bewerken met aanbiedingen voor strandvakanties.
Directeur Jos Vranken, NBTC
De Duitsers weer wel. We noemen de clusters daarom: Product-markt-partnercombinaties, PMPC’s. Van alle inter nationale bezoeken kun je zeker vijftig procent plaatsen in Holland City Style.” “Je moet die concepten natuurlijk wel vakkundig over de bühne krijgen. We zien steden in Haaglanden daarin goed samenwerken. Den Haag en Haaglanden zijn zich goed bewust van hun goede positie in het toeristische aanbod. Het feit dat Den Haag sinds 2006 een wethouder Citymarketing heeft, versterkt de promotie in de regio. Los van de gezamenlijke Hollandpromotie is er voor de steden zelf voldoende ruimte om zich ook op de verschillen te profileren.” www.usgcapacity.nl voor marketing- en communicatie professionals
ZOMER 2009
2
GEMEENTE ZOETERMEER
FOCUS HAAGLANDEN
Zoetermeer, Rotterdam, Den Haag, Delft en Leiden werken samen op congresmarkt
‘Mills & Minds’ maakt congresorganisatoren enthousiast Wist u dat congresbezoekers gemiddeld 344 euro per dag uitgeven? En dat een congres gemiddeld 3,7 dagen duurt? Dat blijkt uit een onderzoek van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC). Het is een markt waar steden graag op inspelen, zo ook Zoetermeer. “Professionele faciliteiten en leisure op maat. We etaleren het via Mills & Minds.”
12
Tekst: Marieke van Seggelen i.o. gemeente Zoetermeer Fotografie: Bernard Oattes, Sieny Engelsman, Philip van der Ploeg
Z
oetermeer is één van de steden die participeert in het project Mills & Minds. Projectleider Ellen de Ranitz: “Met Mills & Minds bevorderen we de groei van congressen in de regio. Een goede congreslocatie moet heel veel te bieden hebben. Zuid-Holland heeft dat.”
Tijd voor ontspanning Wie denkt aan het organiseren van een congres, denkt in eerste instantie misschien alleen aan het regelen van een congresruimte en hotel. “Die zijn er in deze regio voldoende. Maar niet alleen congresruimtes en hotels kunnen verdienen aan congresbezoekers. In het
13 programma is ook altijd veel tijd voor ontspanning ingebouwd. Op dat gebied heeft Zoetermeer als leisurestad natuurlijk veel te bieden met The Big Five. Voorzieningen als Dutch Water Dreams, SnowWorld, Ayers Rock, Burggolf en Silverdome zijn dan heel waardevol.” Daarnaast heeft Zoetermeer een erkende vergaderaccommodatie, Dekker Party & Businessevents, met vergaderzalen die in capaciteit variëren van vier tot vierhonderdvijftig personen. Totaalplaatje Maar het mooiste aan de regio is wel dat de grote steden (Zoetermeer, Rotterdam,
Den Haag, Delft en Leiden) samen het totaalplaatje bieden, vindt De Ranitz. “De regio heeft grote en kleinere locaties, leisure, kunst en cultuur en volop mogelijkheden voor een vaar-, fiets- of wandeltocht. En dat alles op heel kleine afstand van elkaar en zeer goed te bereiken. Dat is uniek. Dat beeld moeten we eensluidend naar buiten brengen, daar ligt een enorm economisch belang. Voor mensen buiten Nederland zijn Zoetermeer en Den Haag gewoon twee verschillende steden; zij hebben geen idee dat de mogelijkheden van beide locaties op steenworp afstand van elkaar liggen.” Hoge concentratie kennis Ellen de Ranitz vertelt dat er nog een aspect is waarmee de regio haar voordeel kan doen. “In Zuid-Holland zijn heel veel kennisorganisaties gevestigd, zoals hogescholen en universiteiten. Dit gebied kent de hoogste concentratie kennisgebieden en -clusters van Nederland. Dat moeten we gebruiken als we de regio in het buitenland willen verkopen. Nederlandse kennis wordt vaak gebruikt in het buitenland. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van onze kennis en ervaring met water en dijken bij de heropbouw van New Orleans.
Dutch Water Dreams, onderdeel van The Big Five. Prima plek voor ontspanning na congresbezoek.
Daarnaast wil ik de kenniswerkers verleiden om congressen in hun eigen omgeving te houden. Vaak zoeken mensen naar een locatie aan de andere kant van het land en ook Amsterdam is populair. Ze beseffen niet dat hun eigen stad al zoveel in huis heeft. Onze kenniswerkers zijn eigenlijk de ambassadeurs van de regio. We kunnen met recht trots zijn op onze regio, dat moeten we uitstralen.”
Spin-off Mills & Minds is gestart in 2007. Aan het initiatief werken verschillende steden mee: Zoetermeer, Rotterdam, Den Haag, Delft en Leiden en de Kamers van Koophandel van Den Haag en Rotterdam. Ook ontvangt het project een financiële bijdrage van de Provincie Zuid-Holland. “Er is veel gebeurd afgelopen anderhalf jaar”, stelt De Ranitz. “Het begon met het ontwikkelen van een huisstijl, marketingplan, missie en visie. Vervolgens brachten we de hardware in kaart: de congreslocaties, hotels en infrastructuur. Maar er komt meer bij kijken. Zo geven we bijvoorbeeld presentaties aan steden, potentiële congresorganisatoren en -adviseurs. Verder verzorgen we promotiemateriaal, persberichten en bezoeken we inter nationale beurzen. Ook de website krijgt veel aandacht. Deze verbindt alle partners; we houden de site continu up to date met nieuws dat laat zien dat de steden in beweging zijn. Zo werken we dus al anderhalf jaar aan een fan tastische etalage voor de regio.” Unieke propositie “De deelnemende steden hebben alle ingrediënten al in huis om congres organisatoren te overtuigen om te kiezen voor onze regio”, aldus De Ranitz. “Met Mills & Minds zorgen we er alleen voor dat dit beter bekend wordt, en dat de steden elkaar versterken. Als regio hebben we een unieke propositie. Daarom nodig ik bij deze bijvoorbeeld het Westland van harte uit om zich bij ons aan te sluiten. Hoe meer deelnemers, hoe sterker we staan!”
Ellen de Ranitz, projectleider Mills & Minds
Eneco Ronde van het Groene Hart Naast Mills & Minds participeert Zoetermeer in andere initiatieven om de regio promoten. De Eneco Ronde van het Groene Hart is daar één van. Op 22 maart startte de derde Eneco Ronde van het Groene Hart vanaf de Zoetermeerse Markt. Het was al de tweede keer dat de start van deze wielerronde in Zoetermeer plaatsvond, en in 2010 zal de klassieker er zelfs finishen. De Ronde van het Groene Hart is niet alleen een belevenis om van dichtbij mee te maken, maar ook nog eens een uitstekende manier om de omgeving landelijk in de kijker te spelen. De wedstrijd wordt namelijk twee uur lang rechtstreeks uitgezonden door SBS6. Voor de organisatie reden genoeg om een grote wielerronde te organiseren met een internationaal deelnemersveld, om zo de grote potentie voor wonen, recreatie, cultuur, sport, waterberging en nieuwe vormen van landbouw in beeld te brengen. De wielrenners doorkruisen de prachtige omgeving en gunnen de rest van Nederland zo een blik op het moois dat onze regio te bieden heeft.
Kijk voor meer informatie op www.mills-minds.nl
ZOMER 2009
2
KAMER VAN KOOPHANDEL
Samen werken aan imagoverbetering
niveau. In de Stuurgroep zijn alle sectoren van het Westlandse bedrijfsleven vertegenwoordigd.” De Stuurgroep komt ieder kwartaal bijeen om de voortgang te bespreken, acties te prioriteren en in te stemmen met de belangrijkste beslissingen. De Werkgroep, verantwoordelijk voor het inhoudelijke werk, bestaat uit communicatieadviseurs uit het bedrijfsleven. “Zij brainstormen maandelijks over wat Westland kenmerkt en wat Westland voor welke doelgroepen kan betekenen.” Angelique geeft aan dat per doelgroep een kernboodschap wordt vast gesteld en de manier waarop die wordt uitgedragen. Er is aandacht voor zowel rationele als emotionele drijfveren van de doelgroepen. Eén van de doelen van het project is immers meer gevoel en beleving creëren bij Westland.
Het huidige imago en de onbekendheid van Westland staat haar groeidoelstelling in de weg. Om Westland als merk op de kaart te zetten en de aantrekkingskracht van de regio en de binding ermee te vergroten, werken gemeente en bedrijfsleven samen aan het project ‘Imago Westland’.
14
FOCUS HAAGLANDEN
“Westland is als een ruwe diamant waarvan alleen de kenners de waarde zien”
Tekst: Danny Peters, Kamer van Koophandel Den Haag Fotografie: Gemeente Westland
D
ie imagoverbetering is nodig omdat het negatieve imago vooral voelbaar is in het aantrekken van hoogopgeleid personeel en investeerders. Wie weet wat Westland te bieden heeft? Waar het voor staat? Westland staat in de top drie van Nederlands belangrijkste economische pijlers. In Westland bevindt zich een kwart van het totale glasareaal in Nederland. Het grootste aaneengesloten glastuinbouwcomplex ter wereld. Alle schakels in de glastuinbouwketen zijn hier vertegenwoordigd: productie en hun toeleveranciers, handel, logistiek en de vele kennis intensieve dienstverleners eromheen. Alle partijen zijn logischerwijs gespe cialiseerd in de glastuinbouw, of het nu gaat om financieel-juridische zaken, automatisering of biotechnologie. Hier bevindt zich een moderne industrie met ruimte om te ondernemen. Perfect gelegen, dicht bij de Rotterdamse wereld haven, de landelijke politiek en dichtbij zee. Westland is als een ruwe diamant. Enorm waardevol, maar dat zien alleen de kenners. Met verenigde krachten moet deze diamant landelijke uitstraling krijgen. De eerste besprekingen over het imago van Westland dateren van begin 2007. De gemeente is samen met bedrijven knelpunten gaan bespreken. Hieruit bleek dat er een breed gedragen behoefte bestaat aan een duidelijke, inspirerende Westland-boodschap en aan afstemming en bundeling van de diverse uitingen en events. Bedrijven en gemeente nemen actief deel in het project ‘Imago Westland’, zowel finan cieel als in daadkracht. De gemeente Westland coördineert het project. Het is niet dat er niets gebeurt aan het
Angelique Koolschijn, communicatieadviseur bij de gemeente Westland, is projectleider van het Imago-project Westland: “Dat het Westland meer dan glas is weten mensen vaak niet, en dus ook niet dat er banen zijn voor hoog opgeleid personeel met een goed toekomstperspectief.”
imago van het Westland, maar de initiatieven moeten aan elkaar gekoppeld gaan worden. Ze moeten allemaal dezelfde boodschap bevestigen, want dat is de enige manier om een duide lijke plaats te veroveren in het brein van een grote groep ontvangers. Dus wordt het Imago-project Westland opgepakt als was het één enkel bedrijf met één enkele strategie. Angelique Koolschijn, communicatieadviseur bij de gemeente Westland, is projectleider en heeft de coördinerende werkzaam heden met veel enthousiasme op zich genomen. “Het beeld dat buitenstaanders over het Westland hebben, is vaak geen goed beeld. Als ze er al associaties bij hebben, is het meestal in negatieve zin: werken tussen Polen, vieze handen, geen loopbaanperspectief. Hierdoor kiezen veel hbo’ers voor een functie in de stad. Dat het Westland meer dan glas is, weten ze vaak niet; ze weten dus ook niet dat er banen zijn voor hoog opge-
De Klankbordgroep bestaat uit mensen die betrokken zijn bij het projectresultaat, zoals vertegenwoordigers van organisaties op het gebied van welzijn, jongeren, recreatie, toerisme, onderwijs, kunst en cultuur. Angelique Koolschijn: “Zij toetsen de plannen en bekijken of we op de goede weg zijn. Hun suggesties worden als advies meegenomen in het project.” Corrinne Goenee, adviseur en procesbegeleider vanuit het marketingbureau White Tree, en projectleider Angelique Koolschijn van de gemeente
zijn de spil in het hele traject. Zij zorgen ervoor dat resultaat geboekt wordt, binnen de gestelde deadlines. Identiteit De Kamer Van Koophandel Den Haag is vanuit het ondernemersbelang betrokken bij het Imago-project Westland. De Naaldwijkse kantoordirecteur Mark van Oosten is deelnemer in de Klankbordgroep. “Om het merk Westland op de kaart te krijgen is het belangrijk dat iedereen uit Westland dezelfde boodschap verkondigt. Maar ook laat zien en horen wat er in het Westland allemaal gaande is. Hier wordt de gezondste groente en fruit ter wereld geproduceerd. De exploitatie van Westlandse kassen is zó duurzaam; ze kunnen op termijn zelfs woonhuizen van warmte voorzien. Met het Imagoproject brengen we alle versnipperde uitingen op één lijn en labelen we de successen. We moeten met z’n allen ‘hetzelfde lied gaan zingen’. Hiermee werken we aan de ontwikkeling van onze identiteit en ons gewenste imago. Wij zullen als één Westland onze positie kenbaar maken.” Op dit moment worden keuzes gemaakt over de kernboodschap van Westland, een eventuele slogan en te ondernemen acties. In juni wordt gestart met het uitwerken en organiseren van de eerste
uitingen, die dan binnen twee tot drie maanden zichtbaar zullen zijn. De focus ligt eerst bij de Westlandse inwoners en bedrijven. Zij worden in sommige gevallen ook nauw betrokken bij de uitvoering, bijvoorbeeld als we de weetjes over Westland op de kassen gaan plaatsen, zoals: ‘Deze kas levert energie’ en ‘Hier groeit uw tomatensoep’. Daarnaast komt er een website, zijn we bezig met het verzamelen van feiten en cijfers, het zoeken naar kruisverbanden en naar een manier dit helder in beeld te brengen. Bovendien concentreert het project zich op de prettige kanten van wonen, werken en leven in Westland. Want mensen moeten zich hier goed voelen. We willen graag dat ze trots op hun woonplaats zijn en dit uitstralen naar buiten. Zo kunnen zij als ‘ambassadeur’ het imago van Westland positief beïnvloeden.
15
Informatie: Mark van Oosten, KvK Den Haag, directeur kantoor Naaldwijk
[email protected] of 070 - 328 72 77 Angelique Koolschijn, gemeente Westland, projectleider
[email protected] of 0174 - 673 318 www.focushaaglanden.nl
leid personeel met een goed toekomstperspectief. We moeten de oude beelden over Westland vervangen door nieuwe beelden.” Werkgroepen Om het Imago-project actief en resultaatgericht te laten functioneren zijn er een aantal werkgroepen geformeerd. Een Kernteam, Stuurgroep, Werkgroep en een Klankbordgroep. In het kernteam dat maandelijks bijeenkomt, zitten Theo Duijvestijn, wethouder gemeente Westland, Fred van Heyningen, directievoorzitter Rabobank Westland en Meiny Prins, Algemeen directeur van Priva én zakenvrouw van het jaar. Zij hebben het Imago Westland-project gezamenlijk opgestart en hebben kopstukken uit verschillende sectoren in Westland enthousiast gekregen om in te stappen. Angelique Koolschijn: “Het Kernteam houdt de vaart erin en bepaalt de koers, ze geeft richting op detail
Westland beschikt over het grootste aaneengesloten glastuinbouwcomplex ter wereld.
ZOMER 2009
2
Focus Haaglanden zet dit keer Ineke van der Wel In the Picture. Ineke van der Wel is sinds
COLUMN
IN THE PICTURE
FOCUS HAAGLANDEN 2000 burgemeester van de gemeente Rijswijk. Een gemeente met ruim 46.000 inwoners. Daarmee één van de kleinere gemeenten in het Stadsgewest Haaglanden.
Ineke van der Wel 16
Tekst: Brigitte Beeks Fotografie: Max Koot Studio
R
ijswijk is een kleinere gemeente. Vraagt dat een andere benadering wat betreft citymarketing? Dat ligt zeker anders dan bij grotere gemeenten. Daar is vaak van oudsher al iets van citymarketing of stadspromotie aanwezig in de vorm van organisaties. In een kleinere gemeente ontbreekt dit. De vraag is of je het belangrijk vindt om dit ook te hebben en waar je je dan mee wil profileren. Inwoners zijn bijvoorbeeld trots op de Rijswijkse winkelvoorzieningen met regionale aantrekkingskracht zoals winkelcentrum In de Boogaard. Als gemeente hebben wij geen advertentiebudget. We ondersteunen echter wel allerlei activiteiten die bedrijven met elkaar ondernemen zoals de Belangenvereniging Bedrijven Rijswijk (BBR). Daar onderhouden we hele goede contacten mee. We zijn daarnaast aanwezig met ons Bedrijvenloket. En we overleggen vier keer per jaar. Rijswijk telt een groot aantal internationale bedrijven en organisaties zoals Shell en het Europees Octrooi Bureau. Wat trekt dit soort bedrijven aan in Rijswijk om zich hier te vestigen? Shell is al heel lang in Rijswijk gevestigd. In Park Te Werve was destijds een sociale ontmoetingsplek gevestigd voor Shell-medewerkers. Toen in 1953 de Plaspoelpolder werd gerealiseerd, was Shell één van de eerste bedrijven die zich hier vestigden. Wat hen aantrekt in dit bedrijventerrein is denk ik de uitstekende bereikbaarheid. Het ligt dichtbij de A4 en de A12. Ook de ruime opzet spreekt hen aan en het heeft een mooie uitstraling, niet rommelig. Dat maakt dat ze hier goed uit de voeten kunnen.
Wat doen jullie om te zorgen dat bedrijven hier ook blijven? We hebben een eigen Bedrijvenloket en op onze afdeling Communicatie zijn medewerkers die speciaal investeren in contacten met de internationale bedrijven. Daarnaast zorgen we dat de contacten goed zijn en hebben we regelmatig overleg als er ingrepen plaatsvinden zoals ver- of nieuwbouw. Wij doen veel moeite om de bedrijven hierin te bedienen. En niet alleen bij die internationale bedrijven hoor, ook bij de overige ondernemingen. We vinden het leuk om met hen te werken. Het geeft een extra dimensie. Op dit moment zijn we voorzichtig bezig met het ontwikkelen van expat beleid. We zoeken naar mogelijkheden voor kennismaking met Rijswijk. Onze website is bijvoorbeeld ook in het Engelstalig te bekijken. Ook willen we welkomstpakketten gaan ontwikkelen om expats hun leefomgeving te laten zien met onder andere een tochtje door Rijswijk. Wat voor invloed heeft de aanwezigheid van deze internationale bedrijven op uw gemeente? Bij Shell en het Europees Octrooi Bureau zijn veel expats werkzaam. Een deel daarvan woont in onze gemeente. Veel van hen zoeken een huur- of koopwoning uit in het duurdere segment, in de wijk Leeuwendaal bijvoorbeeld. Daarnaast leveren zij een forse bijdrage aan de investeringen in onze gemeente. Ook zorgen zij voor werkgelegenheid voor dienstverlenende bedrijven die al in Rijswijk gevestigd zijn.
Gezamenlijk regiomarketing ontwikkelen, heeft dat zin? Ja, waarom zou je dat niet doen als je op andere gebieden al samenwerkt? Het moet niet een soort vliegen afvangen worden. Als ‘the best’ niet haalbaar is, moet je ook blij zijn met ‘second best’. Zorg dat je elkaar helpt en richt je niet op het weghalen van vestigingen bij elkaar. Vestiging in de regio. Dat moet je doel zijn. Daarnaast zou je krachtvelden kunnen typeren en dit communiceren naar bedrijven. Waar zijn bepaalde branches gevestigd? Zo heeft Rijswijk veel octrooi en octrooi gerelateerde bedrijven. Zoetermeer heeft bijvoorbeeld veel ICT-bedrijven. Zo kunnen bedrijven zelf kiezen in welke omgeving ze zich willen vestigen. Het Stadsgewest Haaglanden, Den Haag Marketing, MKB Nederland en de Kamer van Koophandel werken samen aan ‘Toerisme zonder grenzen’ (zie p. 8). Tijdens een brainstormsessie is gesproken over gemeenteoverschrijdende arrangementen voor weekendjes weg. Wat kan Rijswijk in dit kader bieden? Wij hebben fantastische horeca met een aantal restaurants die tot de top van Nederland behoren. Ik noem Crème Cru, Paul van Waarden en LEDS in het Grand Winston hotel en Restaurant Niven. Wij kunnen op iedere route wel iets op hoog niveau bieden. Daarnaast hebben wij veel groen in onze gemeente. Je kunt twintig kilometer fietsen zonder dat je in de drukte terecht komt. Langs de Vliet, door het Wilhelmina-park, Landgoed Te Werve en natuurlijk de Landgoederenzone.
Alle hens aan dek! Erik Braun van de Erasmus Universiteit is onlangs gepromoveerd op het onderwerp ‘City Marketing’. Hij richt zich op de vraag ‘wat is de toegevoegde waarde van marketing voor een stad’. Via een doelgroepgerichte aanpak wordt de concurrentiepositie van de stad (lees: regio Haaglanden) veiliggesteld en versterkt. Effectiever beleid maakt het mogelijk op de behoeften en wensen van de stedelijke/regionale klanten in te spelen. Die klanten zijn de huidige en toekomstige inwoners, bedrijven, bezoekers en investeerders. Het is een positieve gedachte om Haaglanden gezamenlijk als regionaal product aan die klanten te presenteren. Pure winst dus! Gelet op de nieuwe economische realiteit is het zeker toe te juichen, dat Haaglanden koopkracht wil binden om zijn concurrentiepositie te verbeteren. Wij hebben uiteraard te maken met een stijgende werkloosheid en leegstand, maar we hebben ook een hele reeks plannen voor nieuwe voorzieningen. Er is een ‘sense of urgency’, die moet uitdagen om de handen ineen te slaan.
Een belangrijk ingrediënt voor het slagen van deze aanpak is leiderschap. Het is namelijk geen geringe opgave waarvoor men staat. Alle neuzen moeten dezelfde richting uit en er zijn nogal wat neuzen. Bij citymarketing is dat al zo: colleges van burgemeester en wethouders, gemeenteraadsleden, ambtelijke managers, beleidsambtenaren en ambtelijke uitvoerders en handhavers. Bij regiomarketing gaat het om een veelvoud van betrokkenen. Eén regionale boodschap uitdragen lijkt dan ook een hele zware opgave; maar deze tijd vraagt erom! Haaglanden is gelukkig een veelzijdige regio, waarin voorzieningen en activiteiten elkaar prima aanvullen. Gemeenten hebben voldoende ruimte om hun lokale ontwikkelingsplannen in het regionale in te passen. Bovendien dient Haaglanden zich klaar te maken om op tijd in te stappen in de nieuwe Crisis- en Herstelwet, die structureel besluitvorming over ruimtelijk – economische projecten wil verbeteren. Om nieuwe vertragingen in de voortgang van de projecten te voorkomen,
dient het regionale leiderschap alle politieke en ambtelijke instanties ervan te overtuigen, dat het parool nu is: alle hens aan dek! Luigi van Leeuwen, een Haaglander
17
Zandsculptuur naar Vigeland: ‘Celebrate Love and Passion’ Tot 28 augustus is op het Buitenhof in Den Haag een prachtige zandsculptuur te bewonderen. Het is een compilatie van beelden van de Noorse beeld houwer Gustav Vigeland met de titel: Celebrate Love and Passion. Gustav Vigeland, die leefde van 1869 tot 1943, gaf de liefde en passie voor het menselijk leven meesterlijk weer in het naar hem vernoemde park in Oslo. Het thema leven wordt in eindeloze cirkels neergezet in levensgrote beelden van baby's, kinderen, vrouwen, mannen en bejaarden, die liefde en passie voor elkaar en voor het leven verbeelden, vanaf de geboorte tot aan de dood. Ook man/man en vrouw/vrouw relaties beeldde hij uit. De zandsculptuur naar Vigeland als vrijdenker ondersteunt zo de profilering van Den Haag als Internationale Stad van Vrede en Recht.
Organisatie: The Hague Festivals 2009, World Sand Sculpting Academy WSSA / Zandacademie, gemeente Den Haag, Ambassade van Noorwegen (Zandacademie / WSSA)
ZOMER 2009
2
STADSGEWEST HAAGLANDEN
FOCUS HAAGLANDEN
Investeren in relaties loont
WFIA bindt bedrijven aan WestHolland Hoe krijg je voor elkaar dat buitenlandse bedrijven zich in Haaglanden vestigen? Het toesturen van een folder of gezellig een vorkje prikken is dan verre van voldoende. Bij WFIA, het Westholland Foreign Investment Agency weten ze als geen ander dat er veel meer nodig is. Het vraagt een gedegen, langdurige investering in nieuwe en bestaande buitenlandse bedrijven.
18
Tekst: Peter van der Graaf i.o. Stadsgewest Haaglanden Fotografie: Sicco van Grieken
W
ie zich het WestHolland Foreign Investment Agency voorstelt als de wereld van Peter Stuyvesant, komt bedrogen uit. Het is een gewoon kantoor aan de Haagse Koninginne gracht. De medewerkers werken hard en vliegen niet elke dag de wereld over. “Onze mensen hebben een bepaald land in hun portefeuille. Ze gaan daar één of twee keer per jaar naar toe. Maanden van tevoren bereiden ze zo’n bezoek al voor. De tijd dat ze daar dan zijn, staat hun agenda boordevol. Ze bezoeken bedrijven en overheden, hebben contact met de plaatselijke Kamers van Koophandel en gaan langs bij een beurs.” Imanda Wapenaar, Executive Director van WFIA, ‘WestHolland’ zoals ze het zelf noemt, praat met gepaste trots over haar wereldteams. “Zo’n team bestaat uit een Nederlander en iemand uit het land dat bezocht wordt. Dat is een gouden combinatie. Allebei kunnen ze hun contacten en kennis van de lokale gebruiken en markten inbrengen. Die feeling met hier èn daar werkt heel goed tijdens zo’n bezoek, maar ook daarna. We zijn bijvoorbeeld bezig met een groot bedrijf uit het Verenigd Koninkrijk. Ze komen naar Nederland en kunnen kiezen uit een aantal mogelijke locaties. Onze collega uit het Verenigd Koninkrijk bezoekt hen vooraf en ontvangt hen hier in Nederland. Tijdens deze ontmoetingen kan hij veel vertellen over de gebruiken, de scholen, het wonen in WestHolland.” Grote vissen WFIA werkt voor de regio Haaglanden, Leiden en Lansingerland. Gelukkig geeft dat onderling geen scheve ogen.
Wapenaar: “Dat stadium zijn we voorbij. De samenwerking in de regio is zo goed, dat de gemeenten er stevig van balen als ze zo’n vis niet binnenhalen. Maar ze gunnen de ander het succes. Vooral ook omdat ‘de vis’ toch in de regio gevangen wordt.” “WFIA is een stichting met een raad van toezicht en een raad van partici panten. In de raad van participanten zitten de wethouders van de gemeenten onder voorzitterschap van Frits Huffnagel. Vier keer per jaar vergaderen ze hier en dat zijn altijd bijzondere bijeenkomsten. Heel informeel en open. Ze bespreken hoe het investerings klimaat in hun gemeenten is, hoe ze met elkaar omgaan en bijvoorbeeld ook hoe ze grote vissen binnen kunnen halen.” Samenwerking met gemeenten WFIA heeft ook veel contact met ambtenaren van gemeenten. Zij zijn de ogen en oren van WFIA in het lokale veld. Imanda Wapenaar: “Bij de gemeenten zitten heel veel gekwalificeerde mensen die precies weten wat er mogelijk is binnen hun gemeente. Is er ergens kantoorruimte beschikbaar? Wie heeft nog businessruimte? Voor ons is het halen en brengen bij gemeenten. We ‘brengen’ bedrijven bij ze op de stoep en we ‘halen’ medewerking en kennis.” Abba en de Stones Juist in mindere tijden is het belangrijk om buitenlandse bedrijven hier naartoe te halen. Het levert geld en werkgelegenheid op. Wapenaar: “Maar we ver geten ook de bedrijven niet die hier al gevestigd zijn, sommige al vele tientallen jaren. Juist van die bedrijven is
het belangrijk dat we ze behouden en verankeren. Als het economisch goed gaat, willen we dat ze hier blijven en hun activiteiten uitbreiden. Als het tegenzit, is het ook zaak om goed voor ze te zijn. Vaak zie je dat bedrijven krimpen of hun buitenlandse vestigingen samenvoegen. Als dat gebeurt, is het belangrijk dat die samengevoegde vestiging hier in ons gebied komt of blijft. We hebben daarom ook direct contact met de ministeries van EZ en Financiën en betrekken hen ook in de onderhandelingen. Hoewel Nederland inmiddels weer van het lijstje met belastingparadijzen van president Obama is afgevoerd, blijven we aantrekkelijk voor internationale ondernemers. Onze vennootschapsbelasting is één van de laagste ter wereld en we kennen het principe dat je maar één keer belasting hoeft te betalen. Een ondernemer die in China al afgerekend heeft met de fiscus, hoeft dat hier niet opnieuw te doen. Het is niet voor niets dat bijvoorbeeld de Rolling Stones en Abba in Nederland hun internationale hoofdkantoor hebben. Ikea heeft hier de treasury gevestigd.” China en Taiwan Wapenaar: “Maar we werken ook heel direct aan werving en gaan daarbij de samenwerking met de Nederlandse markt niet uit de weg. Zo organiseren we binnenkort een seminar over Traditionele Chinese Medicamenten. Extracten uit allerlei planten worden gebruikt in medicijnen en cosmetica. Oosterse Bedrijven die deze medicamenten op de Europese markt willen brengen, moeten standaardiseren. Je kunt dan al bijna niet om teelt in kassen heen. En laten we daar in Westland/
Oostland nou net heel goed in zijn. Op dat seminar brengen wij sprekers van de Universiteit Leiden, het proefinstituut, het bedrijf Dusart uit Noordwijk en – en dat is best bijzonder – sprekers uit China en Taiwan.” Extra activiteiten Het is belangrijk om de gevestigde bedrijven te faciliteren en nieuwe te werven. Maar daar is meer voor nodig dan een enkel bezoekje aan het bedrijf. Wapenaar: “Naast die zaken doen we ook wat wij noemen ‘extra activiteiten’. Dat zijn activiteiten die meer indirect een bijdrage leveren aan het vestigingsklimaat. Ik zal een voorbeeld geven. Wij, WFIA, zijn de bewakers van het landelijke Chinese Nieuwjaar. We zorgen ervoor dat dat ieder jaar in Den Haag feestelijk wordt gevierd. Vanuit Den Haag is daar iemand voor aangesteld. We zijn erelid van de Dutch Chinese Chamber of Commerce en ook nauw verbonden met het Confucius Instituut in Den Haag. Dat instituut is een soort Alliance Française, maar dan
Chinees. De bemoeienis met dat soort Chinese zaken heeft een positieve uitwerking onder de Chinezen hier, maar ook in China mist het z’n uitwerking niet. Een ander voorbeeld is het Koreaanse Yi Jun Peace Museum in de Wagenstraat. Yi Jun was een Koreaanse diplomaat die naar Den Haag kwam om daar de Tweede Vredesconferentie bij te wonen. Korea was in die tijd bezet door Japan en dat land wist de overige delegaties ervan te overtuigen dat Korea niet deel mocht nemen aan de conferentie. Yi Jun protesteerde en werd kort daarna vermoord aangetroffen in zijn
hotel aan de Wagenstraat. In Korea is hij nog steeds wereldberoemd. Wij hebben er aan meegewerkt dat de begane grond van het voormalige hotel ook bij het museum betrokken kon worden. Zo’n indirecte dienst aan een Koreaanse held wordt enorm gewaardeerd.” “Maar het belangrijkste is dat die bedrijven hier zelf komen kijken, de zogenaamde fact-finding. Dan kunnen ze met eigen ogen zien dat WestHolland de meest strategische plaats ter wereld is, dat alles wat we zeggen waar is. Dat we gewoon de beste zijn.”
De bedrijven die Stichting WestHolland Foreign Investment Agency (WFIA) ‘binnenbrengt’, zijn actief in Dienstverlening, Oil & Gas, Telecom & IT, Veilig heid (in brede zin: Vrede en Veiligheid, Security, voedselveiligheid, water veiligheid) en Life science. De belangrijkste landen zijn: USA, China, India, UK, Japan, Taiwan en Korea. De raad van toezicht van de stichting bestaat uit voorzitter Gerrit Ybema, staatssecretaris Buitenlandse Handel in Kok-II, Rijk van Marion, oud-partner/accountant van KPMG en Jochem Hanse, oud-commissaris van NFIA, de Netherlands Foreign Investment Agency.
ZOMER 2009
2
FOCUS HAAGLANDEN
HRH
Hulpdiensten adviseren over de veiligheidsplannen bij grote evenementen:
Voorzorgen treffen én klaar staan voor het geval dat … Een gezellig volksfeest kan in één klap omslaan in een drama. Apeldoorn staat nog op het netvlies. Hevig onweer, een massale vechtpartijen een omvallende toren met geluidsboxen zijn andere mogelijke oorzaken van een onverwachte wending van grote feesten en evenementen. Hoe valt het risico op dergelijke calamiteiten te beperken? Wat is de rol van de hulpdiensten?
20
Tekst: Hans Oerlemans i.o. HRH Illustratie: Gemeente Den Haag
V
ragen aan twee insiders: Ingeborg Coenders van de Brandweer Den Haag en Feike Zijlstra van de GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen). Beiden zijn betrokken bij de advisering over veiligheidsplannen voor de grotere evenementen in Haaglanden. Dat loopt
wat van hen wordt verwacht. In de loop der jaren zijn draaiboeken gegroeid die steeds verder worden verfijnd. “Bij nieuwe en eenmalige evenementen ligt dat anders. Dan komt veiligheid nog wel eens achteraan. Als wij er pas in een laat stadium bij worden betrokken, moeten we de plannen vaak op
“Je moet een plein behandelen als een zaal en de hele binnenstad als een zalencomplex” uiteen van strandraces tot Prinsjesdag en van City-Pier-City tot de landelijke Veteranendag, maar ook eenmalige gebeurtenissen zoals de mondiale top over Afghanistan. “Absolute veiligheid bestaat niet”, zegt Feike Zijlstra. “Wel kun je de risico’s beperken door duidelijke eisen te stellen. De organisatie van een evenement is primair zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van de bezoekers, medewerkers en omstanders. Voorwaarde voor een vergunning is een goed doortimmerd veiligheidsplan. Afhankelijk van de grootte van het evenement vraagt de gemeente hierover advies aan de hulpdiensten. Wij kijken grofweg naar drie factoren: het karakter van het evenement, de aard van de locatie en het verwachte publiek. Deze factoren samen bepalen het risicoprofiel. Op een hardrockfestival komt ander publiek dan op de Veteranendag. Dat brengt andersoortige risico’s met zich mee.” Doemscenario’s Volgens Ingeborg Coenders weten de organisatoren van de jaarlijks terugkerende evenementen en festivals goed
onderdelen afwijzen. Dat is voor alle partijen heel frustrerend. Beter is het de hulpdiensten vanaf het begin erbij te betrekken. Dan kunnen we mee denken over oplossingen om ideeën mogelijk te maken.”
“We hebben de ondankbare taak om doemscenario’s te schetsen zodat de organisatie beseft wat er allemaal mis kan gaan. Je moet met alle denkbare calamiteiten rekening houden. Een fameus voorbeeld is de afloop van Dance Valley in 2001, een dansfestival in de open lucht bij Spaarnwoude. Toen het ’s nachts stevig begon te regenen, raakten duizenden bezoekers onderkoeld in hun veel te dunne kleding. Ze waren niet voorbereid op slecht weer en de organisatie had geen rekening gehouden met een situatie waarbij alle bezoekers tegelijk het terrein wilden verlaten. Midden in de nacht moesten nog extra bussen worden geregeld. Het eindigde in een complete chaos. Hieruit is veel lering getrokken. Als bij Parkpop plotseling een gevaarlijk onweer opsteekt of er
Van Wassenaar tot Westland dezelfde veiligheidseisen Haaglanden werkt aan een uniforme richtlijn voor de inhoud van de veiligheidsplannen bij grote evenementen. Deze nieuwe leidraad kan dienen als hulpmiddel voor de organisatoren bij het maken van hun plannen én voor de gemeenten bij het beoordelen van die plannen. “Een goed hanteerbare en volledige richtlijn is nodig, omdat de kwaliteit van de veiligheidsplannen nogal uiteenloopt en dat geldt ook voor de criteria die gemeenten hanteren”, zegt Feike Zijlstra (GHOR). “In de aanloop naar een evenement hebben we overleg met de organisatoren en de gemeente. Vaak moet een veiligheidsplan herhaaldelijk worden bijgesteld, omdat het incompleet is of omdat risico’s worden onderschat. Dat kost alle partijen veel tijd. Met een uniforme richtlijn weet de organisatie vooraf aan welke eisen het plan moet voldoen. Dan is de zaak met een of twee keer overleggen rond. We hebben alle noodzakelijke voorzorgen en voorzieningen op een rij gezet van de inzet van EHBO-ers, de afrastering van het terrein tot het aantal sanitaire voorzieningen. De organisatie kan niets meer over het hoofd zien. Of je nu in het Westland of in Wassenaar een festival organiseert, overal moeten voortaan gelijke regels gelden.”
komt een serieuze bommelding, dan moeten de bezoekers in korte tijd ordentelijk het Zuiderpark kunnen verlaten. Met zulke scenario’s houden we rekening.” Coördinatiecentrum Bij elk groot evenement functioneert een coördinatiecentrum met vertegenwoordigers van de organisatie, gemeente, politie, brandweer en GHOR. Vooraf spreken zij het evenement door. Hoeveel publiek wordt er verwacht? Langs welke routes komen ze? Zijn er aanwijzingen voor spanningen? Hoe is de weersverwachting? Tijdens het evenement komt het team regelmatig bijeen om de stand van zaken door te nemen en elkaar op de hoogte te brengen van nieuwe ontwikkelingen. Als daar aanleiding toe is, kan men besluiten in te grijpen door bijvoorbeeld een optreden te bekorten of de verkoop van drank te staken. “Wat Koninginnenach, Parkpop en andere gratis evenementen extra lastig maakt, is het onzekere bezoekersaantal”, zegt Feike Zijlstra. “Je weet alleen bij benadering waarop je kunt rekenen. Het hangt van het weer af, maar ook van de line-up. Onze eerste vraag aan de organisatoren is altijd: Wat is jullie lineup dit jaar? Populaire artiesten kunnen ongekend veel publiek aantrekken met het risico dat mensen in de verdrukking raken en elkaar onder de voet lopen. Massa’s worden onbeheersbaar. Om die reden is tijdens Koninginnenach in 1998 een optreden van Anouk stilgezet. Daar hebben we veel van geleerd. Je moet een plein behandelen als een zaal en de hele binnenstad als een zalencomplex waar een maximum aantal bezoekers in kan. Vol is vol. Net zoals een theater of congresgebouw voldoende nooduitgangen moet hebben, geldt dat in feite ook voor de binnenstad.” Den Haag klaar voor de top Het meest uitdagende evenement voor de hulpdiensten in jaren was ongetwijfeld de top over Afghanistan die in april in het World Forum in Den Haag is gehouden. De voorbereidingstijd bedroeg amper drie weken. “Het is perfect verlopen, misschien wel mede door de tijdsdruk”, stelt Ingeborg Coenders. “Ruimte voor uitgebreide discussie was er niet. Als de tijdsdruk hoog is, maakt iedereen ineens ook tijd. Gemeente, politie, brandweer en GHOR hebben echt alles uit de kast gehaald.
21
Tijdens de Afghanistan-top was een deel van Den Haag afgesloten
Een belangrijk punt voor de hulpdiensten is de bereikbaarheid van de rest van de stad als bepaalde straten of tunnels worden afgesloten. Bij een calamiteit in de omliggende wijken, moeten we binnen de afgesproken aanrijtijd kunnen arriveren.” Feike Zijlstra: “De GHOR was verantwoordelijk voor de medische zorg op de Afghanistan-top, maar tegelijkertijd moesten we garanderen dat de dienstverlening voor de Haagse burgers op peil bleef. Binnen de afzetting bij het World Forum stonden twee ambulances en voor de reguliere zorg hadden we ook
twee extra ambulances beschikbaar. In het World Forum was permanent een huisarts aanwezig met veel ervaring met internationale patiënten. De ziekenhuizen hielden extra personeel en medische staf stand-by.” “De dag is super verlopen. Van alle kanten hebben de hulpdiensten com plimenten gekregen: van burgemeester Van Aartsen tot minister Verhagen van Buitenlandse Zaken. De evaluatie volgt nog, maar ik denk dat we dit veiligheidsplan bij een volgende top bijna onverkort weer in werking kunnen stellen. De hulpdiensten zijn er klaar voor.”
ZOMER 2009
2
ACTORION COMMUNICATIE
Citybranding, wat zegt de wetenschap ervan? beheer en stadsplanning? Hoe duide lijker de keuze, des te krachtiger de campagne maar ook hoe groter de kans op weerstand vanuit andere (beleids) terreinen.
Er bestaat nogal wat begripsverwarring tussen citymarketing en citybranding. Paul Strack van Schijndel, senior adviseur bij Actorion Communicatie, beschrijft de relatie tussen de twee begrippen. Citybranding is een vervolg op citymarketing. Voor beide heb je een intensieve uitwisseling en samenwerking nodig. Hoe organiseer je dit proces het beste?
22
FOCUS HAAGLANDEN
Paul Strack van Schijndel: “Gemeenten worden vaak ervaren als te dominante regisseur”
Tekst: Paul Strack van Schijndel Fotografie: Rens Plaschek, Hans de Lijser
G
emeenten en regio’s concurreren om bewoners, bedrijven en bezoekers. Ook wedijveren zij op het gebied van onderwijs, cultuur, zorg en welzijn. Het begrip marketing, en meer specifiek citymarketing ligt bij menig bestuurder en beleidsmaker voor op de tong. De laatste twee decennia hebben Nederlandse overheden veel ervaring opgedaan met het ‘vermarkten’ van de stad of regio. De resultaten lopen sterk uiteen en vooral de waarde ervan wordt
richtinggevende uitspraken te doen. Uiteraard met dank aan het recente wetenschappelijke denkwerk. Citymarketing en citybranding De kennismaking met een stad komt primair tot stand via indrukken, ervaringen en beelden. De ervaringen die je in een stad opdoet vormen de beelden in je hoofd en zelf zet je hier vervolgens geluid, geur en gevoel achter. Logisch dus dat dit beeld, dit imago, het vertrek-
Citybranding als verdiepingsslag van citymarketing door voor- en tegenspelers verschillend gewogen. Dankzij groeiende aandacht vanuit de wetenschappelijke hoek wordt het mogelijk uitspraken te doen met een langere houdbaarheid. Binnen de kaders van dit artikel is het ondoenlijk echt de diepte in te gaan. Wel durven we het aan om met een korte slag
punt is voor citymarketing. Een duidelijk imago, een stevig stadsmerk, dient één op één aan te sluiten bij de realiteit, bij het wezen, van de stad en vormt het vertrekpunt voor een verdiepingsslag: de citybranding. Bovenstaande alinea raakt de kern van de begripsverwarring als het gaat over
citymarketing en citybranding. De citymarketing helpt het stadsbestuur om zo nauwkeurig mogelijk het imago van de stad te benoemen. Pas als die stap is gezet en daar consensus over bestaat, stelt citybranding het bestuur in staat de kernwaarden van dit imago tot leven te brengen. Met citybranding ga je dus heel concreet met jouw kernboodschap(pen) de boer op. Dit lijkt eenvoudiger dan het is. Voordat je op basis van een bestaand imago ‘de’ kernboodschap hebt moeten er immers keuzes worden gemaakt. Welke onderdelen van het imago passen binnen de branding en welke niet? Hoe sluit de branding aan bij de kernactiviteiten van de gemeente op terreinen als stads-
Uit recent onderzoek blijkt dat menig stadsbestuur citymarketing bewust gebruikt als middel om de algemene doelstellingen van de organisatie te realiseren. Dit past binnen bovenstaande kaders. Wat ook naar voren komt, en dat vormt een pijnpunt, is dat men moeite heeft consensus te bereiken over de keuzes voor een citybranding, laat staan over de rol daarbij van het ambtelijk apparaat en de verschillende sectoren of diensten. Dit gebrek aan consensus impliceert een gebrek aan doelmatigheid en –mogelijk- leiderschap. Teleurstelling over citybranding is veelal herleidbaar door onvoldoende sturing op de proceskant en het onvoldoende maken van stevige keuzes.
23
Een stad is geen bedrijf. De beheersbaarheid van het merk vormt bij citybranding een serieus probleem Wetenschappelijk onderzoek In zijn proefschrift ‘From city marketing to city branding: An interdisciplinary analysis with reference to Amsterdam, Budapest and Athens (2008)’ onderzoekt Mihalis Kavaratzis de wijze waarop deze drie steden citymarketing inzetten. Waar Amsterdam qua opzet behoor-
lijk aansluit bij de gangbare theorie, merkt Kavaratzis op dat de organisa torische aanpak getuigt van een van boven naar beneden opgelegd, mechanistisch model waarbij men in de uitvoering in de valkuil trapt te versmallen naar vooral de promotionele kant van de zaak. In Budapest blijkt juist de bestuurlijke versnippering een sta-in-de-weg. Met als resultaat: gebrek aan publiekprivate samenwerking, weinig zicht op specifieke doelgroepen en een te nauwe focus op puur het toerisme. Voor Athene is gekeken naar de (marketing) effecten van de Olympische Spelen van 2004. Zo heeft de stad nu voor het eerst een eigen bureau voor toerisme en is er een promotieplan opgesteld. Wat echter geheel ontbreekt, zijn de bestuurlijkstrategische ankers, ruimtelijk-economische speerpunten, koppeling aan de hedendaagse cultuur en betrokkenheid van een breed netwerk.
Verbeteren proceskant Kijkend naar de Nederlandse situatie, mag de conclusie worden getrokken dat de grotere steden en regio’s de weg naar de theoretische modellen goed weten te vinden. Het genoemde plan van Amsterdam is daar een voorbeeld van. Maar ook de beleidsplannen ten aanzien van citymarketing van de gemeente Den Haag, Tilburg, Rotterdam en andere grotere steden zijn goed doorwrochte beleidsstukken die aandacht schenken aan de centrale issues van de citymarketing. De evaluatie van Kavaratzis over de opgelegde aanpak van Amsterdam laat zien dat juist aan de organisatorische en participatieve kant van het spectrum winst te halen is. Dit betekent dat vooral gekeken moet worden naar de proceskant. Het volstaat niet relaties ‘mee te nemen’ en tijdig te betrekken. De uitdaging ligt primair aan de voorkant van het proces. In een metafoor: wat is het speelveld, wie spelen er mee, welke spelregels hanteren we en wie is de scheids?
ZOMER 2009
2
ACTORION COMMUNICATIE
FOCUS HAAGLANDEN CityBreath
Branding en democratie Een goed proces leidt tot betrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid. Eén kanttekening moeten we plaatsen. Een stad is geen bedrijf. De beheersbaarheid van het merk vormt bij citybranding een serieus probleem. In zijn artikel ‘Citybranding, zin of onzin’, verklaart Dr. Rik Riezebosch dit door te wijzen op het ontbreken van één centrale aansturing. Merkenbeleid vergt een ‘strakke’ regie omdat er anders geen eenduidig merkbeeld tot stand kan komen. Enigszins gechargeerd zou je kunnen stellen: ‘Merkenbeleid duldt geen democratie’. Dat je wel kunt komen tot een city brand is sterk afhankelijk van de manier waarop je partijen bijeen brengt. De inbreng van de lokale politiek vormt hierbij een belangrijk vertrekpunt.
24
25
Foto: Bosch en Slabbers Landschapsarchitecten
CityBreath-gebied Duin, Horst & Weide, een groene enclave tussen Den Haag, Leiden en Zoetermeer. De kernwaarden van het landelijk gebied zijn onder druk komen te staan van expanderende steden. Ook in Haaglanden. CityBreath is een Europees project ter bescherming van de kwetsbare balans tussen de dynamiek en de groei van steden en de rust, open ruimtes, bio-diversiteit en boerendorpen van het omringende landelijke gebied. Overal in Noordwest-Europa vind je deze peri-urbane gebieden. Ze voorzien de stad van de broodnodige 'breathing space'.
www.actorion.nl
De kunst van het loslaten – ervaring van Actorion Communicatie Welke rol kan de gemeenteraad in een imago- en visietraject nemen? Onze ervaring met dit soort trajecten is dat colleges en raden hier doorgaans tweeslachtig, om niet te zeggen duaal, tegenaan kijken. De spanning tussen (bestuurlijk) loslaten en sturen is één van de kernpunten in het proces. Ook het moment van betrokken worden en je betrokken voelen is een belangrijk aandachtspunt. Ons communicatiebureau begeleidt verschillende steden bij het opstellen van strategische toekomstvisies en marketingplannen. Uiteraard volgens de laatste theoretische inzichten. Het is onze ervaring dat succes sterk samenhangt met de positie die college en gemeenteraad willen innemen. Maar al te vaak blijkt ‘de raad’ tijdens de definitieve besluitvorming gezien te worden als dwarsligger die het goede voorwerk afschiet of beschadigt. En dat terwijl al die interne en externe organisaties in het voortraject zo enthousiast en uitbundig participeerden... Is de raad blind voor al dit draagvlak? Natuurlijk niet. Maar wat ging er dan toch fout? Het is cruciaal om politiek-bestuurlijk een goede start te maken. Indachtig het duale stelsel kijken wij heel zorgvuldig naar de rol en positie van de gemeenteraad. Wanneer en hoe die te betrekken? Wanneer niet? De kans een visie-
traject te lopen dat gevolgd wordt door een succesvolle implementatie stijgt wanneer er werkelijk ruimte is om vrij van de politieke waan van de dag die stip op de horizon te leggen. Hiervoor is de bereidheid nodig om samen te werken en om elkaar te ontmoeten. Door te focussen op wat bindt en wat mogelijk is, ontstaat een inspirerende omgeving die raadsleden én vertegenwoordigers van externe organisaties in staat stelt een echte inhoudelijke bijdrage te leveren aan een te bouwen visie. Het zal duidelijk zijn dat je op basis van deze piketpalen, deze stippen op de horizon, beleid maakt voor langere termijn en dat dit tevens bruikbare input oplevert voor het bepalen van je gewenste imago. Hiermee leg je een solide basis voor de verdere citybranding. Aanpak Actorion globaal in stappen (doorlooptijd 5 maanden) 1. Verkenningsfase 2. Delen en toetsen (stip op de horizon) 3. Vormen van conceptvisie (de trechter) 4. Wegen van de conceptvisie 5. Vaststellen imago en visie 6. Uitvoering: van imago naar branding 7. Bijsturing
Geraadpleegde bronnen 1. Kavaratzis, M. (2008), ‘From city marketing to city branding: An interdisciplinary analysis with reference to Amsterdam, Budapest and Athens’. 2. Kotler, P., Haider, D.H., Rein, I. (1993), Marketing places. The Free Press, New York, N.Y. 3. Braun, E., Otgaar. A., Berg, L. van den (2003), Op weg naar een geïntegreerde aanpak van citymarketing (ervaringen met citymarketing in Barcelona, Basel, Birmingham en Goteborg). Uitgave Euricur, Erasmus Universiteit Rotterdam. 4. P.S.H. Leeflang, Marketing, Stenfert Kroese, Groningen, 2003. 5. Riezebos, R. (2008) ‘City branding, zin of onzin?’. Uitgave Eurib.
Aanraders 1. Anholt, S. (2006), Competitive identity: the new brand management for nations, cities and regions. Palgrave Macmillan, Houndmills, Basingstoke, Hampshire, U.K. 2. Morgan, N., Pritchard, A., Pride, R. (2004), Destination branding (creating the unique destination proposition). Elsevier Butterworth Heinemann, Oxford, U.K.
ZOMER 2009
2
Omdat we het complete traject verzorgen: van pril idee tot complete huisstijl en van schetsontwerp tot website.
BEELDPAGINA
FOCUS HAAGLANDEN
Haagse wetenswaardigheden
Omdat onze visie in eerste instantie uitgaat van de uwe. Omdat onze ontwerpen eigentijds zijn, we ons eigen handschrift hebben, maar niet trendy of stijlgebonden zijn.
Den Haag, wereldstad aan zee met lange stranden, brede lanen, weidse pleinen, een voorname architectuur en een veelheid aan paleizen, beelden en musea van wereldformaat.
Omdat we werken met heldere offertes, aantrekkelijke tarieven en strakke deadlines. En omdat we behalve toegankelijk, creatief en klantgericht ook meedenkend, maar niet meegaand zijn.
27
Ontwerpbureau NEO Zutphensestraatweg 16 6881 WS Velp telefoon 026 442 48 31 fax 026 351 47 41
[email protected] www.ontwerpbureauneo.nl
Den Haag heeft: • 800 hotels, restaurants en cafés • 11 kilometer kust • 400 kilometer fietspad • 1200 aanlegplaatsen voor plezierboten • 70.000 bomen in de stad
• 30 theaters • 26 bioscopen • 45 musea • 4.000 winkels • 7 markten • 1850 zonuren per jaar
ZOMER 2009
2
FOCUS HAAGLANDEN
KENNISALLIANTIE
Proces- en projectondersteuning bij samenwerkingsverbanden rond innovaties
De Kennisalliantie, schakel tussen kennis, markt en overheid “Vooruit denken en kansen benutten!” Nico van Buren staat als directeur vanaf 2008 aan het roer. In deze tijd van economische crisis ziet hij het belang van zijn organisatie toenemen. De Kennisalliantie biedt toegang tot de juiste kennis, bronnen en netwerken en brengt de benodigde partijen bij elkaar, ook waar het gaat om de subsidiërende instanties.
28
Tekst: Hans Bongers Fotografie: Erwin Dijkgraaf
“O
veral zie je ondernemers voorzichtig worden en terugdeinzen voor investeringen in innovaties. Juist nu hebben we die ontwikkelingen zo hard nodig. Daarom is onze rol, de bruggen die wij slaan om nieuwe mogelijkheden te creëren, op dit moment zo belangrijk. Vooruit denken, innovaties zien, mensen en kennis koppelen, financiers over de streep trekken en kansen optimaal benutten. Daar zijn wij voor”, vertelt Van Buren. Verrassende samenwerking Samen in één regio werken is meer dan alleen samen ‘s ochtends in dezelfde file staan. “Wij slaan bruggen tussen partijen die hemelsbreed niet ver van elkaar zijn verwijderd, maar in de praktijk geen weet van elkaars bestaan blijken te hebben”, aldus Nico van Buren. Het werk van de Kennisalliantie valt op te delen in drie pijlers: netwerken, projectondersteuning en kennis. We hebben de kennis en het netwerk om partijen aan elkaar te verbinden en proces- en projectondersteuning te bieden bij het opbouwen van samenwerkingsverbanden. De Kennisalliantie organiseert regelmatig bijeenkomsten om nieuwe innovatiethema’s te identifi ceren en daaruit voortkomend nieuwe samenwerkingsverbanden en projecten met ondernemers op te starten. Onderstaand enkele voorbeelden uit de praktijk van de Kennisalliantie, verteld door Peter Reffeltrath en Sander van der Wal, beiden Project Developer bij de Kennisalliantie. Greenports: van glasdek-robot tot kweekflats “Binnen het Greenports cluster zijn er veel innovatieve ondernemers, het is
29 alleen zaak om te zorgen dat ondernemers de kansen krijgen om innovaties te realiseren en te implementeren”, vertelt Peter Reffeltrath. De Kennisalliantie is binnen het cluster Greenports betrokken bij een scala aan initiatieven; van een robot die het glasdek op de kas legt, tot kweekmethoden voor algen, en van het telen in kweekflats tot een project waarbij tuinders leren werken met nieuwe technologie. De rollen die de Kennisalliantie binnen deze projecten heeft, kunnen van uiteenlopende aard zijn. Maar het is altijd ondersteunend aan de activiteiten van de ondernemer voorafgaand aan de uitvoering van een project. Reffeltrath: “Ik help met het scherp stellen van het projectplan, het
heid uit de Kas’ waarin we de kennis uit het cluster Health and Life Sciences koppelen aan de productietechnieken en het ondernemerschap uit het Green ports cluster. Andere voorbeelden van dit soort combinaties zijn de thema’s ‘Life Sciences and Space’ en ‘robotisering in de zorg’. Binnen deze thema’s proberen we door ondernemers te informeren en te inspireren innovatieprojecten te laten ontstaan.” Transport & Logistiek Transport & Logistiek is een veelzijdig cluster: enerzijds het smeermiddel van de economie van Zuid-Holland, anderzijds een belangrijke economische sector op zichzelf.
“Overal zie je ondernemers terugdeinzen. Daarom is bruggen slaan en mogelijkheden creëren, juist nu belangrijk” vormen van consortia, fungeer als intermediair tussen ondernemers, onder zoekers en overheid, ik beleg bijeenkomsten en help bij het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten.” Health & Life Sciences (medische technologie) Reffeltrath: “Het cluster Health & Life Sciences in Zuid-Holland kenmerkt zich door het hoge kennisniveau. De uitdaging is vooral om deze kennis te gelde te laten maken door ondernemers. Vanuit de Kennisalliantie proberen we hier met name om combinaties te maken tussen dit cluster en de andere clusters. Zo zijn we bezig met ‘Gezond
Een voorbeeld is het project GreenRail van FloraHolland, planten over het spoor vervoeren in plaats van via de weg. Oftewel, het stimuleren van multimodaal vervoer van sierteelt producten (planten) naar Zuid-Europa, Oost-Europa en Zuidoost Europa. Sander van der Wal: “Het doel is op basis van een nieuwe en innovatieve logistieke keten te komen tot een substantiële reductie van het aantal vervuilende vrachtwagenkilometers. FloraHolland nam begin deze zomer de eerste proef. Of nauwkeuriger gezegd: dat deed het consortium van 34 bedrijven en kennisinstellingen waartoe de veiling het initiatief nam.”
Nico van Buren, directeur Kennisalliantie (r) en Peter Reffeltrath, Project Developer Kennisalliantie
In de herfst van 2008 meldde Flora Holland aan de Kennisalliantie te willen experimenteren met internationaal vervoer over het spoor. Ruim een halfjaar later was een indrukwekkend consortium uit de grond gestampt. Deze innovatie dient ook een strategische agenda voor de langere termijn (met
railterminals voor goederenvervoer BleiZo en/of HSL Cargo ontwikke lingen). De rol van de Kennisalliantie: mee-ontwikkelen van het consortium (kennisinstelling, klankbordgroep), draagvlakontwikkeling voor het project bij indirecte stakeholders, het facili teren van een consortiumbijeenkomst,
Stichting Kennisalliantie
De Kennisalliantie zet zich in voor versterking van de kenniseconomie van Zuid-Holland. Door concrete innovatieprojecten te ondersteunen, het netwerk van kennis en innovatie te organiseren en door kennis en inzichten te ontwik kelen over de regionale kenniseconomie. Zuid-Holland heeft veel potentie die nog onvoldoende wordt benut. Het initiatief heeft zes jaar na oprichting een stevige basis als netwerkorganisatie die mooie ontwikkelingen weet te realiseren door bruggen te slaan tussen de verschillende werelden. Door de juiste partijen aan elkaar te koppelen ontstaat veelal een katalysatorwerking waardoor ontwikkelkansen goed tot ontplooiing komen. Hierbij is uiteraard de economie gebaat. Kennisontwikkeling en -overdracht, het stimuleren van innovaties en het ver beteren van het innovatieklimaat zijn belangrijke stimulansen voor de inter nationale concurrentiepositie van het bedrijfsleven. Stevig draagvlak Zoals het een goede netwerkorganisatie betaamt, is er een grote diversiteit aan partners. De provincie Zuid-Holland, gemeente Den Haag en de gemeente Rotterdam nemen het leeuwendeel van de financiering op zich. De Kennis alliantie heeft daarmee een stevig draagvlak. Drie universiteiten, drie hogescholen, zeven gemeenten, Siemens, Shell, TNO, Syntens, Kamer van Koophandel Den Haag, VNO-NCW West, Deltalinqs en Stichting Nieuwe bedrijvigheid.
regelmatige input en feedback geven op het projectplan, afstemming met het ministerie van Economische Zaken voor Pieken in de Delta, assisteren in het verkrijgen van provinciale cofinanciering, optimale ‘voorsortering’ van het project voor subsidieregelingen. Water- & Deltatechnologie De rondgang in de Zuid-Hollandse watersector, begin 2007 uitgevoerd door het Netherlands Water Partnership (NWP) en EIM (bureau voor sociaal-economisch beleidsonderzoek) heeft aangetoond dat deze sector goed is voor een jaarlijkse omzet van 4,7 miljard euro en negentien duizend arbeidsplaatsen. Een voorbeeldproject waaruit de toegevoegde waarde van de Kennisalliantie blijkt, is Delft Blue Technology. Dit initiatief is gericht op het creëren van een matchingsproces ten behoeve van innovatie tussen de Delftse kennisinstellingen (TNO, Deltares, TUD en UNESCO-IHE), de gemeente Delft en het hoogheemraadschap Delfland die vanuit hun beheersgebied experimenteerruimte beschikbaar hebben voor innovatieve showcases. De Kennisalliantie fungeert als ‘smeermiddel’ om dit initiatief daadwerkelijk vorm te geven, als cofinancier en als uitvoeringsorganisatie. www.kennisalliantie.nl
ZOMER 2009
2
ACTORION COMMUNICATIE
FOCUS HAAGLANDEN
NOC*NSF voorzitter Erica Terpstra wil meer échte sportgemeenten
“Sport verdient prominente plek in verkiezingsprogramma” Met de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010 in het zicht moeten politici sport een prominente plek geven in hun verkiezingsprogramma's. Woorden van deze strekking sprak Erica Terpstra, voorzitter van sportkoepel NOC*NSF, eerder deze maand tijdens het VNG-congres. Het jaarlijkse evenement is dé ontmoetingsplek voor lokale bestuurders in Nederland. Dit keer verzamelden de burgemeesters, wethouders, griffiers en raads-leden zich in het Topsportcentrum in Almere. Een plek bij uitstek om het startsein te geven voor de campagne met de titel ‘Maak van
30
31
uw gemeente een sportgemeente’.
Tekst: Siebren de Noord Fotografie: Monique Kruizinga
I
n een bevlogen toespraak omschreef Terpstra sport als het sociale cement van de maatschappij. “Meer ruimte voor sport leidt tot een vitalere samenleving. We moeten met elkaar de passie delen én beleven”, aldus de voormalige politica. Juist vanwege de maatschappelijke betekenis die sport heeft riep zij álle gemeenten op een ‘sportgemeente’ te worden. Want sportbeleid is bij uitstek een gemeentelijke kwestie. Gemeenten maken het mogelijk dat de vijf miljoen sporters die Nederland telt, terecht kunnen in goed uitgeruste en onderhouden sportaccommodaties. Bovendien dragen investeringen in sport bij aan het realiseren van beleidsvoornemens op het gebied van onder meer gezondheid, sociale zaken en jeugd. Voor politici die ambitieus met het sportbeleid in hun gemeente aan de slag willen heeft het NOC*NSF vijf speerpunten opgesteld voor een inspirerende sportparagraaf in het verkiezingsprogramma. Deze speer punten zijn vinden op de website www.sportverkiezingen.nl.
Olympisch Plan 2028 Een aanjager en inspirator voor gemeenten om lokaal beleid te voeren met sport in het hart is het Olympisch Plan 2028. Het plan is er op gericht in 2028 de Olympische Spelen naar Nederland te halen. Aan de hand van acht ambities, waaronder topsport, breedtesport, sociaal maatschappelijke effecten, welzijn economie en ruimtelijke ordening, beschrijft het plan hoe Nederlander zich
kan voorbereiden op de komst van de Olympische Spelen in 2028. Maar het Olympisch Plan betekent dus niet alléén een kwaliteitsverbetering op sportief gebied. Door het plan in de kern van het gemeentelijk beleid te plaatsen werken gemeenten aan de gezondheid van inwoners en aan de talentontwikkeling van jongeren, maar ook aan het gevoel trots te zijn op de gemeente waar je in leeft, de bereik baarheid van de gemeente en aan werkgelegenheid. Het Olympisch plan is veel meer dan sport alleen. Inmiddels hebben onder andere Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht al hun medewerking aan het plan verleend. Nationale Sport Platform De verantwoordelijkheid om de sport in Nederland een fikse impuls te geven ligt natuurlijk niet allen bij gemeenten. Ook het NOC*NSF timmert hard aan de weg om meer mensen aan het sporten te krijgen. De sportkoepel heeft samen met beroeps- en belangenorganisaties uit de sportwereld het Nationale Sport Platform opgericht. De missie van het platform is mensen kennis te laten maken met een sport die bij hen past en ze de weg naar de vereniging te laten vinden. Die missie is vooral tot uiting gekomen tijdens de Nationale Sport Week. Dit jaar werden er tijdens deze week in heel Nederland meer dan drieduizend sportactiviteiten in meer dan tweehonderdvijftig gemeenten georganiseerd. Al deze activiteiten trokken meer dan een half miljoen bezoekers.
Platform koestert nieuwe ambities Het Nationale Sport Platform vindt dat de positieve bijdrage die sport geeft aan mens en maatschappij niet alleen tijdens de succesvolle Nationale Sport Week zichtbaar moet worden. Daarom organiseert de Stichting Nationale Sport Platform vanaf dit jaar meer evenementen en activiteiten. Een van de nieuwe initiatieven is de Nationale Sport Winter Driedaagse. Een spetterend winter evenement in november waar typische wintersporten aandacht krijgen. Schaatsen en skiën promoten zich nou in eenmaal het beste als het winter seizoen voor de deur staat. Vanaf 2010 wil het Nationale Sport Platform tijdens de Nationale Sport Week met een grote en aansprekende Roadshow door Nederland trekken. Daarnaast wordt in een van de deelnemende gemeenten een Sportstadspel gehouden. Gemeenten die aan de Roadshow deel willen nemen moet tijdens de Nationale Sport Week zelf al veel activiteiten op het programma hebben staan. Voor de organisatie van deze activiteiten stelt het platform een bidboek beschikbaar.
Het Nationale Sport Magazine Direct na de-zomervakantie verschijnt de eerste editie van het Nationale Sport Magazine, een nieuw medium van het Nationale Sport Platform. In het magazine wordt aandacht besteed aan sportbeleid en aan andere onderwerpen die interessant zijn voor alle beleidsmakers en beslissers die met de (breedte) sport te maken hebben. Bestuurders, managers en beleidsmedewerkers worden bijgepraat over nieuwe ontwikkelingen in het sportbeleid, trends, feiten en cijfers uit de sportwereld. Terugkerende thema's zijn onder meer de breedtesport, de Nationale Sport Week, de Nationale Winter Sport Dagen, sport & wetenschap en innovatieve ontwikkelingen in de sport. Daarnaast krijgt het blad een reeks aansprekende gastschrijvers, zoals Frank van der Wall Bake, Marcel Sturkenboom, Cees Vervoorn en Gerard Dielissen. Het Nationale Sport Magazine wordt uitgegeven door het bureau Actorion Communicatie (Velp/Den Haag).
ZOMER 2009
2
KORT
FOCUS HAAGLANDEN Regiodag 2009: ‘Focus op het internationale profiel van Haaglanden’ De jaarlijkse netwerkbijeenkomst van het Stadsgewest Haaglanden, de Regiodag, is woensdag 27 mei weer gehouden. Deze bijeenkomst is bedoeld voor alle raads- en collegeleden, griffiers en gemeentesecretarissen van de negen Haaglandengemeenten.
32
Het thema was dit jaar: Focus op het internationale profiel van Haaglanden. De dag bestond uit een aantal excursies naar bedrijven en instellingen in de regio die internationaal werkzaam zijn. De deelnemers konden kiezen uit het European Patent Office (EPO), Shell, het Libanon Tribunaal, Fugro, het Joegoslavië Tribunaal, OPCW, Europol en UNESCO-IHE. De Regiodag is bezocht door circa 130 deelnemers. Na de excursies verzamelden de deel nemers zich in het Vredespaleis in Den Haag voor het plenaire programma. Dit bestond uit een paneldiscussie en een rondleiding door het Vredespaleis. Stadsgewest-voorzitter Jozias van Aartsen hield een welkomstwoord
waarin hij zijn dankbaarheid uitte aan de instellingen die op deze dag hun deuren hadden geopend. Ook vond hij het bijzonder dat de Regiodag werd
gehouden in het Vredespaleis ‘het symbool voor wat we als stad, maar ook als regio willen zijn: internationale stad van vrede en recht’.
V.l.n.r. Wethouder Frits Huffnagel, burgemeester Ineke v/d Wel, Imanda Wapenaar (WFIA), Ton Rijerkerk (KvK) en Meiny Prins (Priva)
Dagvoorzitter Johan Overdevest (bekend als presentator van RTV West) opende de paneldiscussie. Hieraan deden mee: Frits Huffnagel (wethouder Citymarke ting in Den Haag), Ineke van der Wel (burgemeester Rijswijk), Ton Rijerkerk (directeur Kamer van Koophandel Den Haag) en Meinie Prins (directeur Priva Westland). Aan de hand van een aantal stellingen lieten zij zich uit over het belang van samenwerking aan een internationale regio.
Stadsgewest stimuleert gevarieerd bouwen Tien inzendingen heeft Stadsgewest Haaglanden ontvangen voor de WoonAward 2009. De genomineerden zijn: Stichting Rondom Wonen (Revitalisering 470 flats) Pijnacker Noord, Woonbron Delft (Renovatie Torenflat De Bieslandsekade, Delft),Vidomes Leidschendam (Renovatie Juliana van Stolberglaan 483-953, Leidschendam-Voorburg), Vestia Zoetermeer (Experiment leefstijlen/renovatie en transformatie 381 woningen, Palenstein Zoetermeer). Maar waarom hebben we een WoonAward en wat bereiken we er mee? De WoonAward is een jaarlijkse trofee voor een bijzonder woonproject. Het stimuleert gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars in de regio Haaglanden om gevarieerd te bouwen en zo bij te dragen aan een aantrekkelijk en veelzijdig woon– en leefklimaat voor alle inwoners. De WoonAward wordt jaarlijks uitgereikt tijdens de Woonvisiedag. Elk jaar wordt er een actueel thema gekozen. Dit jaar is het thema Renovatie. Bij ‘Renovatie’ gaat het om het aan passen van een woongebouw zodat de woningen beter voldoen aan de woonbehoeften. Daarbij kan het gaan om de behoeften van hedendaagse consumenten in het algemeen of die van een spe-
cifieke doelgroep zoals ouderen of gehandicapten met bepaalde toegankelijkheidseisen. Dit kan door renovatie, uitbreiding, samenvoeging of andere ingrijpende verbeteringen. Renovatie kan ook worden ingezet voor verbetering van leefbaarheid in bestaande gebouwen en buurten en de gelegenheid kan worden benut voor verbetering van de (energie)duurzaamheid. De uitgangspunten voor de jurering zijn trots, consumentgerichtheid, duurzaamheid, flexibiliteit en impact voor het woonmilieu. Het huidige landelijke beleid legt veel nadruk op kwantiteit. Het halen van de hoge productie is een hele prestatie. Als het project ook nog een uitzonderlijke kwaliteit heeft, kan men daar helemaal trots op zijn.
Het project moet woonplezier uit stralen, wat tot uiting komt in een hoge waardering van de (toekomstige) bewoners. Hierbij wordt onder andere gelet op de kwaliteit van de woonruimte, buitenruimte, en eventuele gemeenschappelijke ruimtes. Het is de bedoeling dat latere generaties ook woonplezier zullen beleven aan het plan. (Energie)duurzaamheid hoort daarbij als belangrijk aspect voor de korte en langere termijn. Verder is het van belang dat het project een positief effect heeft voor de buurt. Op 25 juni wordt tijdens de Woonvisie dag bekend gemaakt wie de winnaar van de WoonAward 2009 is. Meer informatie: www.haaglanden.nl
Een bereikbare toekomst voor onze kinderen Hoe ziet de regio Haaglanden er na 2020 uit? Welke knelpunten zijn tegen die tijd opgelost? Waar ontstaan nieuwe kansen? Het is niet eenvoudig om deze vragen vandaag al te beantwoorden. Toch is het van belang om zó ver vooruit te kijken. Grote ingrepen in een dichtbevolkt gebied als Haaglanden kosten nu eenmaal veel tijd en geld. Hoe langer we wachten, hoe groter de kans is dat we straks achter de feiten aanlopen. De MIRT verkenning Haaglanden werkt vandaag al aan een bereikbare toekomst. Peter Blok is projectleider van de multidisciplinaire projectgroep MIRT Verkenning Haaglanden. Blok: “Sinds februari van dit jaar ben ik projectleider. Het projectteam was toen al een paar maanden bezig. In het team zitten ver tegenwoordigers van de ministeries van Verkeer en Waterstaat en VROM, van provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat, Stadsgewest Haaglanden en de gemeente Den Haag. Wij zoeken nu slimme antwoorden op vragen en knelpunten in de toekomst. Je moet het zo zien: tot 2020 zijn de beschikbare budgetten van Verkeer en Waterstaat voor infrastructurele zaken belegd. Wij kijken vanaf 2020 wat dan de kansen en knelpunten zijn. Waar moet je gaan bouwen, waar moet een weg komen, wat is de samenhang tussen infrastructuur, openbaar vervoer, wonen, werken, natuur. Daar moet je nu al over nadenken. Het realiseren van infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling vraagt nu eenmaal heel veel voorbereidingstijd, tien jaar is niks. In een aantal gevallen loop je achter de – infrastructurele – feiten aan. Ook na de veronderstelde aanleg van de A4 Delft-Schiedam of de A13-A16 verbinding. Er zullen altijd wel knelpunten blijven bestaan. Wij anticiperen op ontwikkelingen die nu in gang worden gezet. Den Haag als juridische hoofdstad van de wereld, de Greenports, de toeristische ambitie van de regio Haaglanden, Kennisstad Delft. Je moet met de muziek mee en als het kan voor de muziek uit. In plaats van knelpunten oplossen, kunnen we dan knelpunten voorkomen.” Haaglanden is geen eiland. Ontwikkelingen hier hebben invloed buiten het gebied. De rest van de wereld heeft invloed op Haaglanden. Peter Blok: “Klopt. We kijken dus ook goed naar de ontwikkelingen in de aangrenzende regio’s. Er zijn meerdere MIRT Verkenningen in de Zuidvleugel. We werken dus nauw samen met Rotterdam Vooruit, de Integrale Benadering Holland Rijnland en ook de Verkenning Antwerpen-Rotterdam.”
Toch, voor veel mensen is de vakantie van volgend jaar al ver weg. Jullie werken met verkenningen, toekomst verwachtingen, aannames, en dan ook nog eens in de verre toekomst. Hoe realistisch is het allemaal? Peter Blok: “In de toekomst kijken, is voor een deel koffiedik kijken. Er zijn en blijven een aantal hardnekkige, robuuste problemen. Denk aan files, denk aan ontsluiting van gebieden. Toch zijn er over de toekomst redelijk betrouwbare voorspellingen te doen. Zo berekent het CPB vier verschillende toekomstbeelden. Variërend van hoge economische groei tot een scenario waarin ‘alles tegen zit’. Als je naar die beelden kijkt zie je een aantal problemen, ontwikkelingen, kansen, steeds terug keren.” De slogan is ‘Een bereikbare toekomst begint vandaag’. Waar zijn jullie vandaag mee bezig? Peter Blok: ”We kijken naar allerlei plannen en nota’s en halen daar de essentie uit. Het Regionaal Structuurplan 2020 speelt daarbij een
belangrijke rol. Met dit materiaal gaan we interactief aan de slag met onze omgeving: van deskundigen tot burgers. In het najaar resulteert dit in vijf of zes projecten waar we echt mee verder moeten. Volgend jaar oktober hebben we van die projecten de economische en milieueffecten in beeld. Vervolgens moeten bestuurders akkoord gaan en samen bepalen wie wat betaalt. Overigens is dat geen strak technocratisch proces. We vinden het belangrijk om belanghebbenden er bij te betrekken. Met belangrijke spelers in Haaglanden – bedrijven en organisaties – zoeken we de interactie. Wat is voor hen de grootste uitdaging? Wat hebben zij nodig? Als ervaringsdeskundigen hebben ze vaak hele goede ideeën. Zo kunnen we samen vormgeven aan een bereikbare toekomst van onze kinderen.”
33
Meer informatie? www.mirtverkenninghaaglanden.nl
Peter Blok, projectleider multidisciplinaire projectgroep MIRT
ZOMER 2009
2
GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND
Midden-Delfland, eerste 'Cittaslow' in Nederland
Partner Partner in in gebiedsontwikkeling gebiedsontwikkeling
Take it easy in Midden-Delfland
I 34
n Midden-Delfland is het goed wonen en verblijven. Je kunt er prachtige wandelingen en fietstochten maken door het open veenweidegebied en de karakteristieke dorpen. Of een middag varen over de Gaag. Burgemeester Arnoud Rodenburg mag zijn gasten graag meenemen op een boottochtje. De dorpen hebben oude welluidende namen: Den Hoorn, Maasland, Schipluiden, ’t Woudt en De Zweth. Je kunt er de streekproducten druiven, kaas en honing proeven in restaurantjes waar je gastvrij wordt ontvangen. ‘Goed Leven’ in een gewoon menselijk tempo staat voorop en dat betekent: kunnen genieten van moderne facili teiten, diensten en voorzieningen die
Fotografie: Hans de Lijser
het leven in de stad en in het dorp voor de inwoners, ondernemers en bezoekers gemakkelijk en plezierig maken. Cittaslow Midden-Delfland ontdekte vier jaar geleden dat de gemeente alle vereiste kwaliteiten bezit om in aanmerking te komen voor het keurmerk van Cittaslow. Midden-Delfland kreeg het op 28 juni 2008 land. Het keurmerk ondersteunt de bewustwording bij beleidsmakers, instellingen, onder nemers en inwoners van de verant woordelijkheid voor een duurzame ontwikkeling. Momenteel werkt Midden-Delfland aan de gebieds marketing en daarin wordt Cittaslow als keurmerk integraal in meegenomen.
Het nieuwe marketingbeleid wordt deze zomer nog vastgesteld. Cittaslow is een internationaal netwerk van gemeenten, boven de honderd op dit moment, die de kwaliteit van de leefomgeving hoog willen te houden. Behalve in Nederland zijn er Cittaslownetwerken gestart in onder andere in Italië (waar het is ontstaan), Spanje, Portugal, België, Duitsland, GrootBrittannië, Noorwegen, Polen, Australië, Nieuw-Zeeland en ZuidKorea. Alleen gemeenten met minder dan 50.000 inwoners kunnen zich aansluiten. www.midden-delfland.nl www.cittaslow-nederland.nl
Als integraal adviseur zijn wij goed in het oplossen van complexe locatievraagstukken. Als integraal adviseur zijn wij goed in het oplossen van complexe locatievraagstukken. Wij maken planconcepten, treden op als procesmanager en brengen projecten tot realisatie. Wij maken planconcepten, treden op als procesmanager en brengen projecten tot realisatie. Altijd vanuit partnerschap. Fysiek sterk in ruimte en vastgoed, sociaal gedreven en klimaatAltijd vanuit partnerschap. Fysiek sterk in ruimte en vastgoed, sociaal gedreven en klimaatbewust. Grontmij is thuis in de stad. bewust. Grontmij is thuis in de stad.
Internationaal Kamermuziekfestival Den Haag vr 11 t/m zo 20 september 2009
“Trendsetters” Van 11 t/m 20 september vindt de 7e editie van het Internationaal Kamermuziekfestival Den Haag onder artistieke leiding van violiste Eva Stegeman plaats. Op sfeervolle Haagse locaties worden concerten gegeven door nationale en internationale topmusici. Het thema is “Trendsetters”. Nieuw dit jaar zijn de openbare masterclasses en een gratis architectuurwandeling met live kamermuziek langs historische gebouwen in Den Haag. Kijk voor informatie op: www.kamermuziekfestivaldenhaag.nl Toegangsprijzen van € 10 tot € 32. Foto: Marco Borggreve