Werkkompas voor Planetree Thuiszorg organisaties
Ik maak het verschil door Planetree (Werkkompas voor Planetree Thuiszorg organisaties)
•
Ik heb kennis van de sociale kaart (voor zorg noodzakelijke personen en organisatie) en weet wie de daarbij behorende contactpersonen zijn.
•
Ik informeer de cliënt over de Planetree zorg, die wij met elkaar geven en waarin en waarom wij het verschil maken en ik deel de informatiebrochure hierover uit.
•
Ik ben me er van bewust dat elke tevreden klant dit vertelt aan 5 van zijn directe relaties, die deze tevredenheid ook weer doorvertellen aan 5 van hun bekenden. Tegelijkertijd besef ik terdege dat elke ontevreden klant dit aan 25 relaties vertelt, die deze ontevredenheid ook weer delen met 5 van hun bekenden.
Dit is het nieuwe Planetree werkkompas. In onze organisatie is de zorg steeds meer gericht op de individuele beleving van de cliënt. Onze woonlocaties zijn inmiddels voorzien van een planetreelabel vanwege onze wijze van zorg verlenen. Dit label geldt voor alle sectoren maar is er waren nog niet voor de thuiszorg, gewoon omdat er nog geen afspraken waren gemaakt, waar de thuiszorg zorg specifiek aan moet voldoen (de labelcriteria gelden ook voor de thuiszorg, maar zijn er nog niet voor toegepast binnen Nederland), met dit werkkompas worden de afspraken die we met elkaar hebben zichtbaar gemaakt, wat moet leiden tot het planetreelabel voor de thuiszorg! Dit kompas moet haar werking nog bewijzen. We moeten ergens beginnen en dit is voor ons de startstreep. Wat we nastreven is een aanpak van de zorg bij cliënten thuis op een manier waarop je het verschil maakt in de ogen van de cliënt, en de familie of mantel en uiteraard jezelf.. Dit document gaat daarom vooral over de wijze waarop wij de zorg aan cliënten thuis (inclusief voor- en natraject en samenhang met de andere zorgverleners) vormgeven en hoe we dat samen met anderen of hun eigen sociaal netwerk dat goed organiseren. We gaan ervan uit dat de vaktechnische aspecten en kwaliteitsnormen nageleefd worden en dat dit niet het verschil zal maken. Elke thuiszorgorganisatie zal volgens de normen wondverzorging, sondevoeding en al die andere handelingen uitstekend kunnen verrichten. Dit zijn de technische kanten van het vak, in dit werkkompas gaat het om de wijze waarop die zorg wordt geleverd en de beleving ervan. We krijgen immers energie van die andere zaken, namelijk: 9 de houding die we kiezen 9 de relatie die we hebben hebben 9 de verbinding die we maken 9 het verschil dat we maken 9 de erkenning die we krijgen En dat resulteert iedere dag weer in: ¾ wat fijn dat jij mij vandaag hebt geholpen ¾ wat fijn dat jij er was als collega ¾ ik heb het verschil vandaag gemaakt ¾ ik heb verwachtingen overtroffen ¾ mijn cliënten hebben niet het gevoel dat ze er alleen voor staan 9 ik merk dat mijn betrokkenheid cliënten vooruit helpt in wie zij willen zijn
2
11
•
•
Ik probeer onbalans in het werk te voorkomen en maak het onderwerp bespreekbaar als ik daarin spanning ervaar bij mijzelf of mijn collega’s. Ik zet mij er voor in dat de randvoorwaarden om het werk goed te doen, geregeld zijn. Ik verdiep mij in de kwaliteiten en leerpunten van mijn collega’s en ben mij bewust van die van mijzelf.
11. Gezonde financiële resultaten
Alles wat gunstig is willen we uiteraard behouden en alles wat ongunstig blijkt willen we afbouwen of wijzigen. Geef vooral reacties aan
[email protected] // en als je bij de Zorggroep Almere, Pantein of GGZE werkt ook aan je eigen coördinator. Na een werkperiode gaan we met elkaar de balans opmaken. Dus als dit kompas beter kan, laat het dan weten.
Doel: een gezonde organisatie is in staat continuïteit te bieden aan cliënten en medewerkers en kan haar maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen. •
Van ons, de samenstellers, de uitnodiging aan jou, je collega’s en je leidinggevenden om het toe te passen zoals je het hier gekregen hebt en te laten weten of het werkt. Werkt het voor je cliënten, de familie en jou zelf en je collega’s.
Iedereen heeft ideeën over slimmer en efficiënter zorg verlenen. Dat stimuleer ik, want ik weet dat alle cliënten daar mee geholpen zijn. Als 10 mensen een tip hebben voor 1% slimmer werken, levert dit een verbetering op van 10%!
•
Ik ben zuinig in het gebruik van materialen en van het kostbaarste hulpmiddel, namelijk de beschikbare tijd.
•
Ik ben mij ervan bewust dat inkomsten en uitgaven van Rivas ook voor mij een verantwoordelijkheid is.
•
Ik weet hoe ik actief bijdraag aan een laag ziekteverzuim, een goede planning en een optimale inzet van het team. Ik zet mij er voor in dat bij personele capaciteitsproblemen maximaal onze eigen mogelijkheden worden benut.
•
Ik ben mij er van bewust dat studies/opleidingen/scholingen resultaat en rendement moeten opleveren.
Ons doel: een bruikbare en toetsbare Planetree aanpak voor de zorg thuis tegen het eind van 2013. Veel succes bij het helpen zoeken naar het beste spoor!
Waar in het stuk cliënt staat, kan vaak ook (in tweede instantie, want de cliënt staat voorop) zijn netwerk (vrienden, familie, mantel) bedoeld worden.
12. Goede marktpositie en relaties met belanghebbenden Doel: een gerespecteerde partner zijn die uitstekende zorg biedt, een betrouwbare werkgever is en een organisatie die graag en goed met andere partijen samenwerkt. x
Ik ben het visitekaartje van de organisatie. Altijd en overal waar en wanneer ik vertel dat ik bij Rivas werk. Een goed imago van mijzelf en de organisatie opent deuren en geeft kansen.
x
Ik draag er aan bij dat elke huisarts weet welke zorgregisseur zij/hij kan benaderen voor zorgvragen en afspraken.
•
Ik werk in een team. Ik ken het team en het team kent mij. Dit geldt voor alle teams waarin ik werk (ook waarin ik collega’s van andere Rivas onderdelen of andere organisaties ontmoet), want wij bieden samen alle zorg en ondersteuning voor de cliënt.
10
3
BETERE ZORG
GEZONDE ORGANISATIE
1. Menselijke interactie en liefdevolle bejegening 9. Tevreden cliënten
Doel: op een persoonlijke manier de verwachtingen overtreffen. Elkaar vooral als mens zien. Erkenning geven en krijgen •
•
Doel: cliënten zijn het bestaansrecht van de organisatie. Tevreden cliënten zijn de beste ambassadeurs.
Ik ben mij bewust dat alledaagse kleine dingen voor een cliënt onbereikbaar kunnen zijn geworden en dat ik heel veel voor iemand kan betekenen als ik juist daar aandacht aan geef, want “het zijn de kleine dingen die het doen”. Ik stel mij attent op, zorg dat ik de achtergrondinformatie van mijn cliënt ken. Ik onthoud de namen van mensen die voor mijn cliënt belangrijk zijn, ik denk aan zijn/haar verjaardag en leef mee in hoogte- en dieptepunten. Ik neem mijn eigen zorgen niet mee naar binnen.
•
Ik heb aandacht voor de cliënt bij wie ik op dat moment ben. Ik breng geen gehaast gevoel over, want ik wil dat de cliënt zich echt gezien en geholpen voelt.
•
Ik doe er alles aan om mijn cliënten zich zo min mogelijk afhankelijk te laten voelen of van afhankelijkheid geen probleem te maken (acceptatie).
•
Ik luister goed naar aandachtspunten of klachten en voel mij er verantwoordelijk voor het probleem of de vraag op te lossen, ook als ik niet direct degene ben op wie de opmerkingen betrekking hebben. Ik ga aan de kant van de oplossing staan en niet aan de kant van het probleem. Ik vraag hierbij hulp van anderen als die beter in staat zijn om de juiste oplossing te vinden.
•
Ik besef dat “Resultaat” vaak een andere betekenis heeft voor de cliënt (een dag zonder pijn is een resultaat) dan voor anderen die geen zorg nodig hebben of afhankelijk zijn.
•
Ik gedraag mij als correcte bezoeker (ik bel aan, ook al heb ik de sleutel, ik stel mij voor aan nieuwe cliënten en aan eventueel bezoek, ik vraag altijd eerst hoe het met iemand gaat, en ik trek altijd mijn jas uit voordat ik aan het werk ga en ik geef bij binnenkomst en weggaan een hand).
•
Ik zorg ervoor dat reacties van klanten in het team gedeeld worden. Want ik ben trots op de kwaliteit van het werk dat ik met mijn team lever en wil alle collega’s stimuleren ook blij te zijn met hun werk en het team om dat trotse gevoel te krijgen.
•
Bij het afsluiten van het zorgmoment vraag ik: “Kan ik verder nog iets voor u doen?” en dan ben ik alert op de kleine dingen die een groot verschil maken.
•
Ik draag er aan bij dat wij als team actief aan cliënten en familie laten weten welke verbeterpunten zijn opgepakt en waarom.
•
Ik neem de tijd om de wensen en behoeften van de cliënt helder te krijgen. De verwachting van de cliënt ken ik met als doel deze te overtreffen.
2. Eigen keuze en verantwoordelijkheid door informatie en educatie Doel: gevoel van eigenwaarde van cliënt blijft behouden/wordt versterkt en gevoel van afhankelijkheid wordt zoveel mogelijk voorkomen/verminderd. De cliënt ruimte geven en zoveel mogelijk invloed (blijven) geven op hun eigen leven en beslissingen. Doe ik er nog toe als mens; heb ik nog wat te vertellen/versterken wat (nog) goed gaat. •
•
•
Ik ben mij er van bewust dat goede communicatie/informatievoorziening een heel belangrijke voorwaarde is om cliënten het gevoel van eigenwaarde te laten behouden. De cliënt doet er echt toe en heeft iets te vertellen. Ik doe er alles aan om de communicatie goed te laten verlopen. Ik bied aan om familie/ contactpersoon te informeren en ik maak zo nodig een vervolgafspraak. Ik laat de cliënt merken dat haar/zijn mening er alles toe doet, ik stimuleer mijn cliënten dat zij degenen zijn die de besluiten nemen, al is het nog zo eenvoudig of minimaal. Ik verschaf de cliënten informatie en reik alternatieven aan en help hen om daaruit een keuze te maken. Als een cliënt ondanks adviezen van artsen en andere zorgverleners een afwijkende keuze maakt, wijs ik hem wel op de consequenties (toetsen van bewust proces) maar respecteer ik haar/zijn keuze.
4
10. Tevreden en gemotiveerde medewerkers Doel: de medewerkers zijn het belangrijkste middel om een organisatie succesvol te laten functioneren. •
Ik doe er alles aan om een goede collega te zijn. Ik neem verantwoordelijkheid voor de sfeer, voor openheid en een gezond werkklimaat.
•
Ik spreek mijn waardering uit: ik geef iedere dag een collega een compliment. Ik praat over wat goed is gegaan, ik deel successen met collega’s en tijdens het werkoverleg. Ik spreek rustig en vriendelijk. Boosheid en frustratie probeer ik te overwinnen en constructief om te buigen. Ik doe niet mee met geroddel (zelfs niet door te luisteren).
•
Ik ben alert om te leren van fouten en nieuwsgierig naar mogelijkheden voor groei en ontwikkeling. Ik volg klinische lessen, teambuilding, persoonlijke ontwikkelingsworkshops, Planetree trainingen en maak indien gewenst gebruik van coaching om vakmanschap en persoonlijke prestaties te verbeteren.
9
• Ik ruim mijn eigen materiaal altijd op en orden de omgeving met hulp van de cliënt. Ik creëer een vaste plek voor het dossier en zorg- en hulpmiddelen (bijv. bij de intake een cliëntenbox plaatsen met schorten, doucheschoentjes, desinfecterende zeep, handschoenen etc.). • Ik overleg met de cliënt over noodzakelijke aanpassingen en hulpmiddelen om deze zoveel mogelijk te integreren in de vertrouwde omgeving van de cliënt. • Bij intake ARBO check, doe ik ook een wooncheck om de cliënt veilig thuis te laten wonen en mij als medewerker veilig te laten werken (ik adviseer bijv. over losse kleedjes en aanpassingen zoals handgrepen en eenvoudige hulpmiddelen).
•
Ik verdiep mij in de kernwaarden, in het leven en de levensstijl van de cliënt. Want een besluit van een cliënt en mij is de uitkomst van een afweging die door ons samen gemaakt wordt.
•
Ik weet dat er nooit sprake is van situaties waarin er maar één oplossing is en zoek naar passende oplossingen.
•
Ik schrijf altijd in het dossier na mijn zorgverlening om helder te zijn over wat is gedaan en afgesproken, wat de cliënt wenst en span mij daarbij in om de ervaringen van de cliënt tot uitdrukking te laten komen.
•
W (belangrijk bij Planetree: W wat ik opschrijf doe ik in overleg met de cliënt en ik stimuleer de cliënt om dit ook regelmatig door te lezen, omdat het tenslotte over zijn leven gaat.
• Ik ben alert op prettige geur, licht, lawaai etc. en heb doe suggesties om de woonplek aangenamer te maken. • Ik stimuleer aandacht voor groen, tuin of natuur.
3. Uitstekende (medische) behandeling en zorg 8. Vrienden, familie en gemeenschap spelen een positieve rol.
Doel: cliënt en familie hebben het gevoel en de ervaring dat zij de beste zorg en behandeling krijgen als ondersteuning bij het leven dat zij willen leiden.
Doel: familie en naasten zijn de belangrijkste factoren in het ervaren van een zinvol/betekenisvol leven en kunnen actief bijdragen aan zelfstandigheid, zelfredzaamheid en ontwikkeling. Daarnaast: hoor ik er nog bij, tel en doe ik nog mee in deze maatschappij. •
Ik ben er alert op dat het keukentafelgesprek (intake) altijd plaats vindt in aanwezigheid van de belangrijkste mantelzorger, waardoor wat de cliënt waardeert naast wat voor de zorg nodig is bijeen worden gebracht.
•
Bij betrokkenheid, aanwezigheid en activiteit van mantelzorgers in de zorg ben ik er alert op dat altijd wordt nagevraagd of dit in lijn is met de wens van de cliënt zelf en controleer dat even bij cliënt zelf.
•
Bij de organisatie van zorg en zorgmomenten houd ik rekening met beschikbaarheid van mantelzorgers en de mogelijkheid hen te begeleiden bij het leren of verrichten van zorgtaken.
•
Ik informeer bij verandering, intensivering of opschaling van zorg door de cliënt aangewezen familie en naasten.
•
Ik weet dat er een informatiecentrum is voor mantelzorgers en attendeer hen daar op. Ik geef zelf ook actief informatie over ziekten, zorg, zelfhulpgroepen, advies over boeken, brochures en sites. Ik stimuleer waardering voor mantelzorgers (het compliment).
•
Waar mogelijk zoek ik naar mogelijkheden om ontwikkelingen in de maatschappij en speciale vier-momenten tot de cliënt te laten doordringen en hem daarin te laten participeren.
8
•
Ik laat de cliënt door mijn houding en communicatie ervaren dat mijn zorg vakkundig is en ik ben alert op de veiligheid van de cliënt.
•
Ik geef de cliënt bij vragen nooit het antwoord: “Ik weet het niet” omdat ik mij verantwoordelijk weet voor de beantwoording van vragen. Wanneer ik het echt niet weet, zeg ik tegen de cliënt dat ik er achteraan ga en het zo snel mogelijk laat weten of vertel ik waar ze zelf het juiste antwoord kunnen achterhalen. Ik zet mij er voor in dat de cliënt altijd antwoord krijgt (eventueel van derden).
•
Ik bepaal zelf, maar niet alleen, de kwaliteit van de zorg. Bij praktijk- en wijkgericht werken lever ik mijn bijdrage aan een goede samenspraak met cliënt en andere betrokkenen. Ik weet dat het van groot belang is om eenduidig samen te werken aan een samenhangend gemeenschappelijk plan en eindresultaat.
•
Ik laat de cliënt en familie merken dat daar waar meerdere zorgverleners betrokken zijn, ik mij actief inzet voor een goede afstemming (WMO- vrijwilligersmantelzorgers) en daarop ook aanspreekbaar ben.
•
Ik zorg er voor dat de huisarts van de cliënt weet wie de zorgregisseur is en hoe die te bereiken is, en informeer de cliënt en de familie hierover.
•
Bij overplaatsingen (verwijzingen, verhuizingen e.d.) steun ik de cliënt door middel van informatie en het (doen) treffen van noodzakelijke regelingen.
•
Als ik constateer dat er bij de cliënt zelf of in zijn woonomgeving zaken spelen die zijn gezondheid of welzijn schaden, dan stel ik alles in het werk om dat op de juiste plek en indien mogelijk bij de cliënt zelf aan de orde te stellen (o.a. signaleringen als alcoholmisbruik, gezinsgeweld, beginnend dementie).
5
4. Gezond eten, drinken en bewegen
•
Doel: een gezonde leefstijl is voor iedereen van belang en draagt ook op hoge leeftijd en bij een broze gezondheid bij aan je dagelijks goed voelen. •
Ik ben alert op de verschillende regels bij verschillende culturen en houd daar rekening mee. En kan over mijn eigen ideeën/opvattingen heen springen en de andere regels eerbiedigen, desnoods doe ik even een hoofddoek om of even af. (waarom niet ook soms af?).
Ik voorkom passiviteit bij cliënten door overname van zorg en activiteiten te vermijden; elke gewenste restcapaciteit -hoe klein- ondersteun ik, ook als er geen therapeutisch doel mee gediend.
HELENDE OMGEVING
•
Ik verras mijn cliënten, die langdurig in zorg zijn, op zijn/haar verjaardag, bijv. met een wensmaaltijd thuis. Die kook ik zelf of met een van mijn collega’s.
•
Ik stimuleer gezelligheid rondom de maaltijden en moedig cliënten aan gezamenlijk te eten, bijv. door naar een wijkrestaurant te gaan. Ik moedig de cliënt aan haar/zijn informele netwerk hierin te betrekken.
6. Menswaardige technologie Doel: cliënten een volwaardig leven laten leiden, hulpmiddelen optimaal inzetten en belasting er van minimaliseren. •
Ik weet welke mogelijkheden er zijn op het gebied van technologie/hulpmiddelen en breng deze actief onder de aandacht van de cliënt.
•
Ik heb oog voor de belastende aspecten van technische hulpmiddelen (piepjes, lampjes snoeren en ingewikkelde indrukken).
•
Ik stimuleer beweging door te attenderen op beweegprogramma’s voor ouderen op tv/internet. Ik moedig de cliënt aan haar/zijn informele netwerk hierin te betrekken. Desnoods loop ik een rondje in de tuin voor de frisse neus.
•
Ik geef goede voorlichting en motivatie. Ondersteuning van leefstijlverandering bied ik altijd aan, maar ik dring dit nooit op.
•
Ik betrek de cliënt en/of familie waar mogelijk bij de keuze voor het inzetten van apparatuur/technische hulpmiddelen.
•
Ik besteed aandacht bij de intake en de zorg aan gezond eten, drinken en bewegen. En het periodiek monitoren daarvan.
•
Ik ken de werking van de technologische hulpmiddelen en weet deze over te brengen op de cliënt.
•
Ik ruim hulpmiddelen zo goed mogelijk en zo veel mogelijk op om de huiselijke sfeer niet onnodig te kort te doen.
Doel: cliënten ondersteunen in alles wat belangrijk voor hen is om een zo zinvol mogelijk leven te leiden, omdat het niet alleen gaat om lichamelijk welzijn.
•
Bij alarmering ben ik alert op eventueel misplaatst schuldgevoel van cliënt over het ‘lastig vallen’.
•
Ik besef en handel naar het feit dat iedereen uniek is. Ik ben altijd op zoek naar de drijvende kracht en inspiratie van cliënten en deel die van mij met hen.
•
Ook als anderen verantwoordelijk zijn voor de levering van adequate technische hulpmiddelen neem ik mijn verantwoordelijkheid en probeer indien de cliënt dat wenst, een brug te slaan tussen haar/hem en de leverende instantie (bijv. WMO).
•
Ik heb aandacht voor de persoon en diens levensverhaal. Ik moedig mensen aan om hun levensverhaal te boek te stellen (levensboek). Ik ben altijd op zoek naar zaken waar cliënt enthousiast over is, onvervulde wensen en dromen. En ik bekijk of die te verwezenlijken zijn met inzet en betrekken van familie, ondernemers in de buurt etc.
5. Aanvullende zorg en zingeving
•
Ik onderzoek of de cliënt een kwaliteit, vaardigheid of talent heeft waar hij of zij een ander mee kan dienen en daarmee in een andere rol komt dan die van patiënt of iemand met een beperking. Zo blijven mensen van betekenis en ervaren zij het leven als zinvol.
•
Ik weet dat acceptatie van de levenssituatie een proces is dat iedereen zelf moet doormaken en waarbij ik weliswaar iemand kan steunen, maar dat de acceptatie van de cliënt zelf moet komen.
•
Ik weet dat kunst/muziek/ontmoeting/aanraking/dieren helpt mensen te leven en te sterven.
6
7. Architectuur en interieur leveren bijdrage aan gezondheid en heling Doel: een prettige omgeving draagt actief bij aan het welzijn en vitaliteit van ieder mens. • Ik zorg voor een overzichtelijke en opgeruimde omgeving in overleg met de cliënt. Ik maak dit onderwerp actief bespreekbaar als er langere tijd veel rommel is. Ik betrek het informele netwerk hierin. • Een opgeruimde omgeving is veiliger om in te werken en plezieriger om in te vertoeven. Daar waar aanvullende (hygiënische) maatregelen noodzakelijk zijn worden deze door mij vertaald naar een huiselijke toepassing. (al was het maar een Mickey Mouse pleister, een leuk dekbed, een bedpapegaai met een meter guirlande of het advies om stoffen vloerbedekking te vervangen bij COPD).
7