Werkgroep Antwerpen Toegankelijk 20 jaar WAT 1993 - 2013
Colofon Deze brochure hoort bij de tentoonstelling 20 jaar Werkgroep Antwerpen Toegankelijk (WAT). Hierbij kreeg de WAT de logistieke steun van de stad Antwerpen. De panelen werden ontworpen door Carl Asaert in overleg met de vertegenwoordigers van de verenigingen van de WAT. De tentoonstelling kreeg onderdak in het stadhuis van 6 tot 26 mei 2013. Met de medewerking van Paul Van Aelst van B-holding kon de WAT de tentoonstelling in de centrale hal van het Centraal Station plaatsen op 1 en 2 juni 2013. Vormingplus Van begin mei 2013 tot begin december 2013 loopt er een samenwerking van WAT met Vormingplus Antwerpen om in de verschillende districten van Antwerpen bewonersgroepen bewust te maken van hun aandeel in de toegankelijkheid van hun buurt. Vormingplus-centra garanderen, elk binnen hun regio, een breed en boeiend aanbod aan vormingsinitiatieven. Dat aanbod is voor iedereen gemakkelijk toegankelijk, betaalbaar en zinvol. Het speelt in op maatschappelijke ontwikkelingen en omvat die thema’s die relevant zijn voor de inwoners van de regio. De centra doen dat op eigen initiatief of samen met sleutelfiguren en organisaties die op vele terreinen actief zijn. Zo overleggen ze met middenveldorganisaties, publieke dienstverleners, lokale besturen en overheden, … en stimuleren hen ook tot onderlinge samenwerking. De Vormingplus-centra zorgen ook voor de verspreiding en bekendmaking van educatieve initiatieven van andere aanbieders. Door samenwerking en samenspraak met andere organisaties streven de centra naar een sterk en goed gespreid vormingsaanbod in de regio. Vormingplus Antwerpen Klokstraat 12 - 2600 Berchem - 03 230 03 33
[email protected] www.vormingplusantwerpen.be Foto kaft: het plaatsen van een pictogram volstaat niet om een gebouw toegankelijk te maken.
Geachte bezoeker, Geachte lezer, Bedankt dat u een bezoek bracht aan de tentoonstelling ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de Werkgroep Antwerpen Toegankelijk (WAT). Jammer genoeg bestaat de WAT na 20 jaar nog. Dat is een teken dat er met de toegankelijkheid van de stad nog altijd wat schort. Konden we u overtuigen van het belang van toegankelijkheid? Integrale toegankelijkheid dan, zodat iedereen er beter van wordt want het gaat niet alleen om personen met een handicap. Grofweg genomen heeft ongeveer 20 % van de bevolking te maken met een of andere vorm van beperking. U bent tijdelijk beperkt in uw bewegingsmogelijkheden als u met een kind op de arm loopt, als u met een valies op stap bent, als u een steekkar gebruikt om iets af te leveren, als u een gebroken been hebt. 10 % van de bevolking heeft een permanente vorm van handicap omdat men slecht ziet, omdat men doof is, omdat men verlamd is aan de benen, omdat men geen kracht heeft in de handen door reuma… Als men beleidsmatig de principes van Universal Design of Integrale Toegankelijkheid toepast zou het voor iedereen een stuk makkelijker zijn om de tram en de bus te nemen, om een openbaar gebouw binnen te gaan, om de stoepen op en af te rijden. U ziet dat er in Antwerpen nog wel wat werk aan de winkel is. Maar de laatste jaren wordt er echt aan gewerkt. De stadsdiensten hebben draaiboeken opgesteld zodat de toegankelijkheid telkens wordt bekeken bij het opstellen van nieuwe plannen of bij het renoveren van bestaande gebouwen, straten en pleinen. Maar hier en daar laat men steken vallen. Hopelijk worden die fouten vermeden in de toekomst. Er wordt in elk geval aan gewerkt! Voor de Werkgroep Antwerpen Toegankelijk Michel Huybrechts Contactgegevens
[email protected] www.antwerpentoegankelijk.be
Ik hoop dat mensen mijn kracht zien de waarde van mezelf die mijn beperking ver overtreft. Ik ben geen hoopje ellende maar een persoonlijkheid. Lichamelijke gebreken hebben geen uitstaans met het wezen van mijn persoonlijkheid omdat zij in geen enkel opzicht deel uitmaken van mijn geest. Helen Keller
Werkgroep Antwerpen Toegankelijk WAT 20 jaar
20 jaar WAT
De Werkgroep Antwerpen Toegankelijk (afgekort WAT) is een werkgroep van de Adviesraad voor Personen met een Handicap van de stad Antwerpen De WAT werd opgericht in 1993 ter gelegenheid van Antwerpen Culturele Hoofdstad op initiatief van de curator Eric Antonis. De opdracht van de WAT is: • advies geven betreffende toegankelijkheid van omgeving en gebouwen • screenen van ontwerpen voor openbaar domein in de commissie openbaar domein • screenen van ontoegankelijke situaties en locaties • opleiding verzorgen voor stadpersoneel: ontwerpers, werftoezichters, beheerders van gebouwen, museumpersoneel, baliemedewerkers
Leden van de WAT Vertegenwoordigers van verenigingen van en voor personen met een handicap, de stad Antwerpen (dienst diversiteit) en deskundigen. Volgende verenigingen zijn vertegenwoordigd: • KVG (Katholieke Vereniging Gehandicapten) • VFG (Vereniging voor Personen met een Handicap) • BLL (Blindenzorg Licht en Liefde) • KMBS (Koninklijke Maatschappij voor Blinden en Slechtzienden) • VeBeS (vereninging van blinden en slechtzienden) • VVMG (Vlaamse Vereniging voor Mensen met een Gehoorstoornis) • Onder Ons (Vereniging van en voor volwassen slechthorenden en doofgeworden) • Ziekenzorg CM • OKRA • DVC St-Jozef • MADOSA (Maatschappij voor Doven en Slechthorenden Antwerpen) Deskundigen • Carl Asaert, architect • Michel Huybrechts, kinesitherapeut
20 jaar WAT
Integrale toegankelijkheid 1
20 jaar WAT
Na de tweede wereldoorlog veranderde de benadering van handicap. Van een persoonlijke beperking van een persoon werd meer en meer handicap gezien als een relatie met de omgeving. Men realiseerde zich dat een verkeerd aangelegde omgeving of ontworpen gebouw een veel grotere handicap was dan de persoonlijke beperking van een individu. In de VS gebruikt men de term Universal Design zoals die gedefinieerd werd door een groep specialisten aan de universiteit van Noord-Carolina in Raleigh onder leiding van Ron Mace. De definitie van UD is: Vergemakkelijken en veraangenamen van het leven van alle gebruikers, door het ontwikkelen van producten en omgevingen, die toegankelijk en bruikbaar zijn voor de grootst mogelijke verscheidenheid van mensen. In de Europese en Oosterse wereld gebruikt men liever de term Design for All. In het Nederlands zijn volgende termen in gebruik: Integrale Toegankelijkheid, Barrièrevrij, Ontwerpen voor Iedereen. Eigenlijk dekken al deze termen dezelfde lading, zij het met locale verschillen afhankelijk van de sociale context.
Integrale toegankelijkheid 2
20 jaar WAT
De EIDD-DfA * is een Europese internationale organisatie met landelijke leden en met de opdracht DfA te promoten in de verschillende landen van Europa. In 2004 werd de Verklaring van Stockholm opgesteld waarin de bedoeling van de organisatie verwoord werd. Design for All is ontwerpen voor menselijke diversiteit, voor sociale inclusie en voor gelijkheid. Deze holistische en innovatieve benadering is een creatieve en ethische uitdaging voor alle planners, ontwerpers, ondernemers, bestuurders en politici. Design for All heeft als doel alle mensen gelijke kansen te geven bij het participeren in de maatschappij. Om dit doel te bereiken moeten de gebouwde omgeving, alledaagse producten, diensten, cultuur en informatie - samengevat alles wat ontworpen en gemaakt wordt door mensen voor mensen - voor iedereen toegankelijk en geschikt zijn en afgestemd zijn op de steeds groter wordende menselijke diversiteit. Bij de toepassing van Design for All is analyse en onderzoek naar de menselijke behoeften en verlangens belangrijk en is de betrokkenheid van gebruikers in alle fasen van de ontwikkeling noodzakelijk. Het European Institute of Design and Disability vraagt daarom Europese instituten, nationale, regionale en lokale besturen en professionelen, bedrijven en maatschappelijke instellingen, om toepasselijke maatregelen te nemen om Design for All in hun beleid en in hun activiteiten op te nemen. (*): EIDD: European Institute for Design and (Dis)ability, gesticht in Dublin in 1993.
Principes Integrale toegankelijkheid
20 jaar WAT
Zoals in de definitie en de verklaring van Stockholm vermeld is de bedoeling van DfA of UD om de belemmeringen die door de gebouwde omgeving kunnen ontstaan zo veel mogelijk te voorkomen zodat iedereen, onafgezien de fysieke en psychische mogelijkheden, zich zo zelfstandig mogelijk kan bewegen. Mensen kunnen op verschillende manieren gehandicapt zijn, zo onderscheiden we • permanente handicaps (bvb. amputatie van een lidmaat, verlamming) • tijdelijke handicaps (bvb. gebroken been, moeder met dubbele buggy) • situationele handicaps (bvb. verblinding, gladde ondergrond) Belangrijke uitgangspunten zijn:
• voorzieningen voor minder mobiele mensen
• voorzieningen voor blinden en slechtzienden
• voorzieningen voor doven en slechthorenden
• voorzieningen voor mensen met een psychische beperking • voorzieningen voor bejaarden
• voorzieningen voor kleine en grote mensen • ...
Voorzieningen voor minder mobiele personen
Obstakelvrije circulatie 1
20 jaar WAT
Noodzakelijk voor rolstoelgebruikers, rollator, nuttig voor kinderwagens, leveranciers, aangenaam voor iedereen. voldoende vrije breedte: 150 cm
voldoende vrije hoogte: 210 cm
aangepaste hellingen: dwarshelling voetpad: max. 2 cm/m
vloeiende looplijn: obstakels groeperen aan dezelfde zijde
Voorzieningen voor minder mobiele personen
Obstakelvrije circulatie 2
20 jaar WAT
aanvaardbare niveauverschillen trap: hoogte/diepte treden, geen open trap, afgeschuind stootbord
helling: graad en lengte afhankelijk van te overwinnen niveauverschil
borstweringen: hoogte, op voldoende grote opstelruimte: twee niveaus, horizontaal; door- horizontaal; draaicirkel rolstoel: lopend aan begin en einde 150/150 cm
Voorzieningen voor blinden en slechtzienden 1
gidslijn - geleidelijn
20 jaar WAT
Vooral stoklopers (met de witte stok) hebben nood aan een voelbare lijn om zich te verplaatsen. Indien het een natuurlijke lijn is (bvb. een gevel) spreken we van een gidslijn. Indien het een kunstmatige lijn is spreken we over geleidelijn.
Gidslijn Natuurlijke lijnen die minstens een hoogte hebben van 20 mm kunnen dienen als gidslijn zoals bij voorbeeld een gevel of een boordsteen, ook de overgang van een verhard voetpad naar een groenstrook is een gidslijn. belangrijk is dat er een ononderbroken lijn aanwezig is, zonder obstakels.
Geleidelijn Dit zijn kunstmatige lijnen en aanduidingen, meestal bestaande uit - betonnen ribbeltegels die een richting aanduiden - noppentegels die een gevaar aanduiden (bvb. ter plaatse van zebrapaden, trappen) - rubbertegels die een aanduiding geven (bvb. opstapplaats voor bus of tram)
Voorzieningen voor blinden en slechtzienden 2
20 jaar WAT
kleur - contrast Kleur en contrast
Slechtziendheid
Slechtzienden hebben nood aan voldoende contrast tussen aanduidingen (bvb. verkeersborden) of gebruiksvoorwerpen (bvb. een klink in een afwijkende kleur van de deur) of bouwelementen (afwijkende kleur wand en vloer).
Simulatie van enkele aandoeningen
Macula degeneratie
Trapneuzen moeten gemarkeerd worden in een afwijkende kleur, zoniet worden ze niet herkend als trap. Sommige kleuren worden door kleurenblinden niet onderscheiden en mogen dus ook niet samen gebruikt worden (bvb. zwart en rood)
Rethinopathie
Tunnelzicht
Effectief Niet zo effectief Cerebrale problemen
Voorzieningen voor blinden en slechtzienden 3
20 jaar WAT
signalisatie - verblinding Signalisatie
Verblinding
Indien mogelijk moeten pictogrammen gebruikt worden omdat niet iedereen kan lezen of onze taal machtig is. Bij gebruik van teksten moet er gelet worden op volgende aspecten: • voldoende contrast • voldoende grootte van de letters (vuistregel: lettergrootte 2 cm voor een leesafstand van 1 meter) • juist lettertype: geen schreefletters (bvb. times) wel schreefloze letters (bvb. helvetica, arial) • alleen hoofdletters aan begin van woorden, de rest in kleine letters met stokken (b,k,h...) en staarten (g,j,p...)
Tegenlicht is zeer hinderlijk voor iedereen en speciaal voor slechtzienden. In de mate van het mogelijke dient het dan ook vermeden te worden, of moeten er voldoende contrasterende elementen aangebracht worden.
Schreefloze letter (Helvetica, Arial, ...) Schreefletter (Times)
Voorzieningen voor doven en slechthorenden Geef zoveel mogelijk visuele ondersteuning bij akoestische signalen (bvb. in liften, parlofoon bij parkeergarages, LED schermen met informatie, ...). Voorzie belangrijke informatie in Vlaamse Gebarentaal. Dit kan aan de hand van een DVD of andere digitale media. Toiletten Voorzie liefst automatische kranen, zowel voor mensen met een verminderde handfunctie als voor dove personen. Dove mensen horen het geluid van het water niet en kunnen soms vergeten de kraan dicht te draaien. Alarm Sla alarm met auditieve en met visuele signalen. Dit kan met een flitssysteem, zwaailicht of LEDs. Voorzie een ringleiding aan balies en in vergader-, toneel- en concertzalen (dit is alleen nuttig voor personen met een hoorapparaat met deze functie)
20 jaar WAT
Ergonomie
20 jaar WAT
Niet iedereen is even groot of klein, heeft dezelfde kracht in handen, armen. Daarom moeten voorzieningen die we moeten hanteren zo ontworpen en uitgevoerd worden dat iedereen ze kan bereiken en gebruiken. Enkele voorbeelden: • deurklink • mes • kraan • geldautomaat • pillendoosje • hoogte bel • ...
Wetgeving
20 jaar WAT
In België is de wetgeving betreffende toegankelijkheid een verantwoordelijkheid van de gewesten. Daarom zijn er ook aparte regels voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Voor Vlaanderen zijn sinds 2003 de voorschriften betreffende de toegankelijkheid van gebouwen opgenomen in de
stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid. De voorschriften gelden voor gebouwen toegankelijk voor het publiek. Dit wordt wel zeer breed gezien, zo zijn ook cafés, restaurants, hotels opgenomen evenals publieke gebouwen zoals gemeentehuizen, postkantoren enz. Voor alle nieuwe gebouwen toegankelijk voor het publiek moet een advies betreffende de toegankelijkheid ingewonnen worden vooraleer een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd wordt. De ontwerper moet in een afzonderlijke nota duidelijk en in detail beschrijven welke maatregelen voorzien zijn om de toegankelijkheid te verzekeren. Voor de voetgangerswegen geldt sinds 1997 ook een Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van een
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer. (SB 07-05-1997): voorschriften
betreffende obstakelvrije breedte en verloop van de loopweg (hellingen) van wegen voor voetgangersverkeer. Het is jammer dat er in dit besluit geen strafmaatregelen voorzien zijn indien men de voorschriften niet volgt. Ook voor de aanleg van wegen en openbare ruimte moet de ontwerper, indien een stedenbouwkundige vergunning vereist is, een nota opmaken betreffende de toegankelijkheid en moet er ook een advies van een toegankelijkheidsbureau afgeleverd worden.
WAT: adviezen
20 jaar WAT
Door de WAT werden reeds adviezen uitgebracht voor onder meer volgende locaties en gebouwen. MAS BADBOOT onveilige borstwering onberijdbare toegangsweg
OSSENMARKT geen verlaagde boordsteen voor rolstoelen
MEISTRAAT geen verlaagde boordsteen voor rolstoelen
ECODROOM geen aangepast toilet
LINKEROEVER onbereikbaar voor rolstoelen
WAT: opleidingen
20 jaar WAT
Door de WAT werden reeds verschillende opleidingen georganiseerd voor stadspersoneel. De opleidingen omvatten steeds een ‘ervaringsmoment’ waarbij de cursisten met simulatiebrillen, blinddoeken, koptelefoons en rolstoelen kunnen ervaren welke problemen personen met een handicap tegenkomen. In het theoretisch deel wordt ingegaan op de achtergronden van Universal Design of Desgn for All en wordt de geldende regelgeving besproken. Ook de zogenaamde ‘niet plan afleesbare’ aspecten komen aan bod. De lijst vindt u verderop.
Gegeven adviezen van de WAT sinds 2007 Voorstel parkeerplaatsen voor personen met een handicap (2007) Voorstel plan geleidelijnen in de stad (2007) Rapport over toegankelijkheid van theaters (februari 2007) Horeca-terrassen (mei 2008) Toegankelijkheid bibliotheek en cafetaria Permeke (december 2008) Toegankelijkheid sorteerstraatje Pater Strackestraat (mei 2009) Toegankelijkheid Park Spoor Noord (december 2009) Advies over uitstallingen aan horeca en winkels (december 2009) Toegankelijkheid Zomer van Antwerpen 2010 (mei 2010) Deelname aan plenaire vergadering openbaar domein (Ward Van Gastel) Duveltjesstrand, Merksem (juli 2010) – via Hedwig Van Roost Sorteerstraat (mei 2010) – aan betrokken dienst Toegankelijkheid openbare toiletten (september 2010) – via Hedwig Van Roost Toegankelijkheid Park Spoor Noord (oktober 2010) – via Zeger Van Besien Ervaringsparcours tijdens de opleidingen personeel PO en SW in het Felixpakhuis in de maand januari en februari 2011 Sorteerstraatje Rozemaai (april 2011) opgeschort omdat de containers nog veranderd werden – Luc Abeel Vorming medewerkers dienst ontmoetingen in Zeemanshuis (april 2011) Vorming vrijwilligers Zomer van Antwerpen (juni 2011) Toegankelijkheid MAS (juli 2011) Rubbertegel (juli 2011) – aan schepen Lauwers en Van Campenhout Geleidelijnen aan de Groenplaats (augustus 2011) – aan Guy De Caluwé – consulent techniek Hoogte uithangborden (september 2011) – aan buurttoezichters Toegankelijkheidsambtenaar (september 2011) – moet nog bezorgd worden aan college Heraanleg Burgemeester Nolfplein, Merksem (september 2011) Sorteerstraatje Rozemaai (september 2011) inleverbalie bibliotheek Permeke (april 2012) geleidelijnen voor blinden Markgravelei (mei 2012) Werf St. Jacobsmarkt (september 2012) Badboot (september 2012, januari 2013) Ossenmarkt (september 2012) Meistraat (februari 2013) De WAT heeft een vertegenwoordiger in de commissie openbaar domein. In deze commissie worden de plannen besproken van nieuwe projecten en van renovatieprojecten.
Gegeven cursussen van de WAT sinds 1998 opleiding baliepersoneel (mei 1998) opleiding stadspersoneel in vormingscentrum Malle samen met CTPA (1999) opleiding baliepersoneel in Mechelen, samen met CTPA (februari 2003) opleiding stadspersoneel (oktober 2007) opleiding stadspersoneel (april 2008) opleiding personeel van patrimoniumonderhoud en stadswerken (september 2008) opleiding personeel SWO (maart 2009) opleiding stadspersoneel van Lier (september 2009) opleiding baliepersoneel stad Antwerpen (2010) opleiding politie Handelsstraat Antwerpen (maart 2010) opleiding personeel van patrimoniumonderhoud en stadswerken (februari 2011) opleiding personeel ontmoetingsruimten (april 2011) opleiding vrijwilligers Zomer van Antwerpen (juni 2011) opleiding personeel SWO (januari 2012) opleiding personeel van patrimoniumonderhoud en stadswerken (april 2012) opleiding gebouwentoezichters (mei 2012) opleiding personeel VESPA (maart 2013, werd uitgesteld)
Tips om met blinden en slechtzienden om te gaan Uit infomap van de WAT • • • • • • • • • • • • • • • •
•
Vraag of u kan helpen. Wees niet verontwaardigd bij weigering van uw hulp. Vraag dan op welke manier of waarmee hij/zij geholpen wil worden. Biedt uw arm aan zodat de slechtziende of blinde persoon u kan vastnemen net boven de elleboog of bij u kan inhaken. Meldt bij een trap of die stijgt of daalt of dat het een roltrap is. Geef aan waar de trapleuning is. Verwittig de slechtziende steeds voor onverwachte hindernissen zoals fietsen, vuilzakken, een drempel. De woorden hier en daar hebben voor de blinde en de slechtziende geen betekenis. Wees zo concreet mogelijk (tapijt, gras, macadam, een geur). Zeg altijd wie u bent als u hem/haar aanspreekt en raak de persoon even aan. Meld steeds wanneer u vertrekt of de kamer verlaat. Zodat de blinde of de slechtziende niet tegen een afwezige aan het praten is. Een glimlach of een hoofdknik moet je met geluid ondersteunen. Durf de woorden zien, kijken, blind gebruiken. De blinde en slechtziende gebruiken ze zelf ook. Sluit deuren en kasten en schuif stoelen onder de tafel. Hierdoor ontstaat er minder gevaar voor ongevallen. Wanneer u iets wil vragen aan de blinde of slechtziende vraag het dan aan hem persoonlijk en niet aan de begeleider. Als u een voorwerp van een persoon met een visuele handicap gebruikt, leg het dan steeds op dezelfde plaats terug, zodat hij/zij het steeds terug kan vinden. Wacht u met een blinde of slechtziende op een tram of een bus, vraag dan welke tram of bus hij/zij nodig heeft. Dan kan je verwittigen als die er is. Bij het instappen van bus of trein is het voldoende om de hand van de blinde persoon op de leuning te leggen. Bij het aanwijzen van een stoel legt u één hand van de persoon op de rugleuning. Hierdoor kan de blinde of slechtziende de situatie inschatten. Als de slechtziende persoon een blindengeleidehond bij zich heeft, geef het dier geen commando, streel het niet: het dier is tenslotte aan het werk en heeft hiervoor zijn volle aandacht nodig. Vraag steeds toestemming om het dier te aaien. Indien een blinde of slechtziende u betaalt, benoem dan het geld dat u krijgt. Wanneer u geld geeft benoem het evenzeer.
Tips om met slechthorenden en doven om te gaan Uit infomap van de WAT • •
• • • • • • • • • •
•
• •
Slechthorenden en doven worden graag als gewone mensen aanvaard. Stel hen gerust door een begripvolle houding. Een basisvoorwaarde is dat het lipbeeld van de sprekende persoon duidelijk te zien is voor de slechthorende/dove. Zorg ervoor dat het licht op het gelaat valt van de spreker. Zorg steeds voor voldoende verlichting. Kijk de persoon aan terwijl je met hem spreekt. In het donker verliezen vele doven hun evenwicht. Let er op en leid ze bij de arm, maar dwing hen er niet toe. Hou er rekening mee, dat een hoorapparaat wel helpt om geluid op te vangen, afhankelijk van de graad van gehoorverlies, maar dat de drager nog heel wat inspanning moet doen om te verstaan wat men zegt. Spreek niet te luid, en niet te vlug, maar articuleer goed zonder overdrijven. Praat niet door elkaar. Roep nooit, want dat kan pijn doen. Sommigen zijn gevoelig voor hoge, anderen voor lage klanken. Schakel het storende achtergrondlawaai uit.(muziek, radio of TV) Ook verkeerslawaai kan erg hinderlijk zijn. Blijf kalm, ook als u dikwijls moet herhalen. Reageer niet geïrriteerd. Maar herhaal rustig met andere woorden wat je wil zeggen. Praat niet met de hand voor de mond. Trek de aandacht van de slechthorenden door een teken met de hand of door een aanraking. Zelfs het licht even aan en uitknippen is een geschikte manier om de aandacht te trekken. Vermijd misverstanden door de uitleg bondig en duidelijk over te brengen. Gebruik geen telegramstijl. Schrijf namen, titels, cijfers en vreemde of moeilijke woorden even op. Verstaat een dove een woord niet, gebruik er dan een ander met dezelfde betekenis of zet het in een zin. Woorden alleen zijn zeer moeilijk om te verstaan. Wijs mensen met een gehoorhandicap niet af, maar betrek hen in het gesprek. Spreek hen zelf aan en richt u niet steeds tot de goedhorende partner of begeleider. Zeg af en toe waarover het gesprek gaat. Zo kan men beter volgen en hoort men erbij. Slechthorenden en doven zullen u dankbaar zijn voor de hulp. Praten met een dove of slechthorende duurt wat langer. Gebruik geen smoes om er vanaf te komen. Neem het een dove of slechthorende niet kwalijk als hij/zij zich uit een gesprek in groep terugtrekt. Liplezen is zeer vermoeiend. Spreek over een dove nooit van “die dove”. Hij/zij heeft een naam net als iedereen.
Tips voor de omgang met rolstoelgebruikers Uit de infomap van de WAT •
Het pad naar de ingang is zeer belangrijk, hoogteverschillen zijn ongewenst!
•
Klapdeuren aan de inkom kunnen soms vervelend zijn, elektronische schuifdeuren zijn ideaal. Zet de deur open wanneer je weet dat er rolstoelgebruikers komen.
•
Een mat aan de inkomdeur kan een heus obstakel zijn voor rolstoelgebruikers.
•
Heb oog voor ruimte. Zorg ervoor dat de persoon vlot kan rijden naar de balie, naar de verschillende diensten. Let er hierbij zeker op dat er in de inkomhal en gangen geen obstakels rondslingeren.
•
Kijk of het toilet voor gehandicapten steeds in orde is en vrij. Zet een vuilbakje in het toilet zodat mensen die papieren luiers gebruiken deze discreet kunnen achterlaten.
•
Enkele spiegels in het sanitair op hoogte van de rolstoelgebruikers is aan te raden.
•
Elektronische rolstoelen kan men niet duwen ! Het heeft dan ook geen enkele zin om hieraan te duwen of te trekken. Bij panne kan men de motoren uitschakelen. Dan kan de rolstoel een beetje geduwd worden. Het uitschakelen van de motoren is bij elk type van elektronische rolwagen anders, dus best aan de rolstoelgebruiker vragen hoe het moet.
•
Vraag steeds aan de rolstoelgebruiker hoe je best kan helpen. Vooral bij het op- en afrijden van stoepen is dat belangrijk om weten.
Tips om met personen met een lage taalontwikkeling of met een verstandelijke handicap om te gaan. Uit de infomap van de WAT •
Spreek de persoon aan als volwassene.
•
Spreek de persoon zélf aan, niet de begeleider.
•
Ga na of de persoon écht begrijpt wat je vertelt. Zoek oogcontact en controleer of je boodschap aangekomen is. Enerzijds kan dit door de persoon te bevragen, anderzijds door aanknopingspunten te zoeken in de leefwereld van de mensen.
•
Gebruik eenvoudige taal, zonder betuttelend of kinderachtig te worden.
•
Ondersteun verbale informatie zoveel mogelijk door visuele elementen (zowel in gesproken als in geschreven informatie). Gebruik foto’s of pictogrammen.
•
Maak zoveel mogelijk gebruik van lichaamstaal. Bijvoorbeeld: Als je zegt ‘derde deur links’, toon dan drie met je vingers en toon dan links.
•
Breng de informatie op een boeiende manier, zo kunnen mensen langer de aandacht houden.
•
Probeer aandacht te hebben voor het essentiële. Kernachtige informatie is belangrijk. Vertel niet te veel zijdelingse, onbelangrijke informatie.
•
Volg een logische lijn. Zorg dat je verhaal gestructureerd is.
•
Maak abstracte informatie zo concreet mogelijk. Bijvoorbeeld: zeg niet je moet zoveel voor dit betalen en als je dat erbij wil dan kost het nog eens zoveel euro extra, maar vraag wat die persoon wenst en geef dan de totaalprijs weer zodat hij goed weet wat het in totaliteit zal kosten. Schrijf het bedrag indien nodig op een papier en vertel erbij hoeveel het in Belgische franken is.
•
Neem je tijd te nemen: praat traag en herhaal!
•
In geval van keuzemogelijkheden: laat de persoon zelf kiezen.
WERKGROEP ANTWERPEN TOEGANKELIJK Koninklijke Maatschappij voor Blinden en Slechtzienden (KMBS) Durletstraat 43 - 2018 Antwerpen tel – 03 237 59 51 e-mail:
[email protected] - GSM: 0474-68 69 37 www.kmbsvzw.be contactpersoon: Geert Meert KATHOLIEKE VERENIGING GEHANDICAPTEN (KVG) Arthur Goemaerelei 66 - 2018 Antwerpen tel - 03 216 29 90 fax – 03 248 14 42 e-mail:
[email protected] www .kvg.be contactpersoon: Maarten Loncin MADOSA vzw Maatschappij voor Doven en Slechthorenden te Antwerpen Haantjeslei 213 – 2018 Antwerpen gsm – 0484 97 92 80 fax – 03 238 56 77 e-mail:
[email protected] www.madosavzw.be contactpersoon: Glen Gross OKRA Regio Antwerpen: Nationalestraat 111 – 2000 Antwerpen e-mail:
[email protected] www.okra.be contactpersoon: Maria de Loos Onder Ons vzw Vereniging van en voor volwassen slechthorenden en doofgewordenen Haantjeslei 213 – 2018 Antwerpen e-mail:
[email protected] www.onder-ons.be contactpersoon: Arsène Vyncke VeBeS Vereniging van blinden en slechtzienden Regio Antwerpen: Durletstraat 43 – 2018 Antwerpen tel – 03 800 70 10 e-mail:
[email protected] www.vebes.be contactpersoon: Lesley Deceulaer
VLAAMSE FEDERATIE VAN GEHANDICAPTEN (VFG) St. Bernardsesteenweg 200 – 2020 Antwerpen tel. – 03 285 43 11 fax – 03 230 46 03 e-mail:
[email protected] www.vfg.be contactpersoon: Mario Van Bijlen, Inge Mommaerts VLAAMSE VERENIGING VOOR MENSEN MET EEN GEHOORSTOORNIS (VVMG – INFODO) VZW Lange Lozannastraat 244- 2018 Antwerpen tel - 014/ 67 77 15 – 0479 51 18 19 e-mail:
[email protected] www.vvmg.be ZIEKENZORG C.M. Molenbergstraat 2 - 2000 Antwerpen tel – 03 221 95 70 fax – 03 221 95 72 e-mail:
[email protected] www.ziekenzorg.be contactpersoon: Jan Pustjens STAD ANTWERPEN Hewig Van Roost
[email protected] DESKUNDIGEN Carl Asaert, architect Michel Huybrechts, kinesitherapeut Wilt u weten waar er werken zijn in Antwerpen? Surf naar www.antwerpen.be – ga naar mobiliteit – wegenwerken en verkeershinder – openbare werken district Antwerpen. Wilt u melden dat er iets niet toegankelijk is? Bel dan de Blauwe Lijn: 088 123 12 Of mail naar Klantenteam district Antwerpen
[email protected] Of gebruik de meldingskaart via de website van de stad. Of bel de stedelijke infolijn op 03 22 11 333 Foto rugzijde: premetro Antwerpen, station Meir: voorzieningen voor blinden en slechtzienden en rolstoelgebruikers