Werken met buitenlandse dienstverleners (aannemen van werk)
Oktober 2011
Werken met buitenlandse dienstverleners (aannemen van werk)
Inleiding Als ondernemer in de agrarische sector heeft u te maken met pieken in de arbeidsbehoefte. Er zijn veel verschillende manieren om hier mee om te gaan. U kunt bijvoorbeeld personeel zelf in dienst nemen of mensen via een uitzendbureau laten werken. Ook kunt u het werk in opdracht uit laten voeren, dus bijvoorbeeld door een loonbedrijf of Zelfstandige Zonder Personeel (ZZP’er). Loonbedrijven, aannemers van werk of ZZP’ers worden veel ingezet voor specifieke, periodieke werkzaamheden. Voorbeelden hiervan zijn het periodiek dekwassen, het ruimen van het gewas in de tuinbouw of het scheren van vee in de dierhouderij. Een ander voorbeeld is de inzet van een loonwerker voor het maaien en inkuilen van gras in de veehouderij. Voordeel voor u als ondernemer is dat u letterlijk en figuurlijk werk uit handen genomen wordt. U hebt slechts te maken met het maken van afspraken over het gewenste resultaat, controle hierop achteraf en het betalen van de factuur. Formeel gezien bent u als ondernemer bij het uitbesteden van werkzaamheden geen werkgever. Toch dient u er wel zorg voor te dragen dat de arbeidstijden- en arbeidsomstandighedenwet ook nageleefd wordt bij medewerkers die ingezet worden door het loonbedrijf. De arbeidstijdenwet geldt in de agrarische branche niet voor ZZP’ers. Op dit moment is daar overigens wel discussie over, op termijn kan dit dus anders worden. Wanneer u overweegt om een buitenlands loonbedrijf of ZZP’er in te zetten zijn er een aantal risico’s. De eerste vraag die gesteld moet worden is, of de dienstverlener daadwerkelijk in Nederland zijn diensten mag aanbieden. Daarbij wordt bij de inzet van een ZZP‘er altijd de vraag gesteld in hoeverre er ook echt sprake is van uitbesteding van werk of dat er toch sprake is van een verkapte arbeidsrelatie. Dit artikel gaat in op de aspecten die specifiek gelden voor het werken met buitenlandse dienstverleners, zodat u hier in uw bedrijfsvoering rekening mee kunt houden. Wanneer u overweegt een buitenlandse kracht zelf in dienst te nemen of via een uitzendbureau voor u te laten werken, kunt u meer informatie vinden in het personeelsinstrument ‘werken met buitenlandse werknemers’. Inhoud: Inleiding ................................................................................................................................................................... 1 1. Identificatieplicht ............................................................................................................................................ 3 1.1 Het identiteitsbewijs .................................................................................................................................. 3 1.2 Controle identiteit ...................................................................................................................................... 4 1.3 Controle identiteitsdocument ..................................................................................................................... 4 1.4 Administratie ............................................................................................................................................. 5 2. Tewerkstellingsvergunning ............................................................................................................................ 5 3. Zorgen voor goede arbeidsomstandigheden ................................................................................................. 5 4. Werk- en rusttijden bepalen ........................................................................................................................... 6 5. Minimumloon.................................................................................................................................................. 6 6. Sociale verzekeringen.................................................................................................................................... 6 7. Controle wel of geen zelfstandige .................................................................................................................. 6 8. Polenconstructie ............................................................................................................................................ 7 Bijlagen Bijlage 1 - Voorbeelden van ‘echte’ en ‘schijnzelfstandigen’ ................................................................................... 8
2
Oktober 2011
1.
Werken met buitenlandse dienstverleners (aannemen van werk)
Identificatieplicht
Voor iedereen die werknemers in dienst heeft of inleent via een aan- of onderaanneming, ongeacht de nationaliteit of de vorm waaronder arbeid wordt verricht, gelden de verplichtingen uit de Wet op de identificatieplicht. Onder dit hoofdstuk is een samenvatting weergegeven hoe u de identiteit van de persoon die bij u tewerk wordt gesteld kunt controleren. Onder deze link vindt u een volledige beschrijving over de identiteitscontrole. Als u zich aan de aangegeven werkwijze houdt heeft u er als ondernemer alles aan gedaan om problemen te voorkomen. Mocht de bovenstaande link niet (meer) werken, ga dan naar www.weethoehetzit.nl en volg het stappenplan werkgever – controleren identiteit werknemer. De identificatieplicht heeft tot doel om premie- en belastingfraude tegen te gaan en om illegale tewerkstelling van vreemdelingen te voorkomen. De verplichting is vastgelegd in de belastingwetgeving en in de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV). Leeft u de verplichting niet of niet zorgvuldig na, dan riskeert u een hoge boete. Ook kan het tarief loonbelasting voor anonieme werknemers dan van toepassing zijn. Dat is veel hoger dan het gewone tarief. Om de identiteit van de werknemer vast te stellen, moet u nagaan of zijn identiteitsbewijs geldig, echt en onvervalst is en toebehoort aan de persoon die voor u staat. U moet dat als werkgever altijd zelf controleren, dus ook als u personeel van anderen voor u laat werken. 1.1 Het identiteitsbewijs Er zijn verschillende soorten identiteitsbewijzen, maar niet elk rechtsgeldig identiteitsbewijs mag worden gebruik bij het in dienst treden. Identiteitsbewijzen die gebruikt kunnen worden zijn: -
Paspoort; Identiteitskaart; Vluchtelingen- of vreemdelingenpaspoort; Diplomatiek paspoort of dienstpaspoort; Geldig paspoort of geldige Europese identiteitskaart van één van de EER-landen; Geldig paspoort van een land buiten de EER, dat voorzien is van een geldige sticker voor verblijfsaantekeningen; Geldige verblijfsdocumenten voor vreemdelingen.
Heeft de persoon die u wilt laten werken geen identiteitsdocument als genoemd in de Wet op de identificatieplicht, dan mag u hem of haar niet laten werken. Rijbewijs en BurgerServiceNummer Een rijbewijs is geen geldig identiteitsdocument om bij het begin van de arbeidsrelatie de identiteit vast te stellen. Op een rijbewijs is immers geen nationaliteit of verblijfsstatus vermeld. Ook het BSN is geen identiteitsbewijs. Het is niet meer dan een administratief gegeven, waaraan geen rechten ontleend kunnen worden. U mag een werknemer die zich uitsluitend identificeert met een rijbewijs of BSN dus niet laten werken.
3
Oktober 2011
Werken met buitenlandse dienstverleners (aannemen van werk)
1.2 Controle identiteit Controleer of de persoon die u wilt laten werken degene is aan wie het identiteitsdocument toebehoort. U kunt dan bijvoorbeeld op het volgende letten: - Komt de pasfoto op het identiteitsbewijs overeen met de persoon die het document toont? - Komen de uiterlijke kenmerken, zoals lengte en kleur ogen overeen met de vermeldingen op het identiteitsbewijs? - Komt de leeftijd van de persoon overeen met de op het identiteitsdocument vermelde geboortedatum? - Komt de handtekening van de persoon overeen met de handtekening in of op het identiteitsbewijs? (Laat, ter controle, de persoon ook duidelijk voor u zichtbaar zelf zijn handtekening zetten) - Komt de handtekening, als deze leesbaar is, overeen met de naam op het identiteitsbewijs? Is de persoon niet degene aan wie het identiteitsdocument toebehoort of twijfelt u daaraan, dan kunt u de identiteit van de persoon niet verifiëren. U kunt dan niet beoordelen of u de persoon die het document toont mag laten werken. U kunt dan eventueel contact opnemen met de politie. Laat de persoon in ieder geval (nog) niet werken. Dubbelgangers Sommige personen maken gebruik van het identiteitsdocument van iemand anders. Dit zijn de zogenaamde look-alikes (ofwel dubbelgangers). Let bij de controle op zaken als lichaamslengte of vraag iemand om zijn geboortedatum. Laat de persoon zijn handtekening zetten en vergelijk deze met de handtekening in het document.
1.3 Controle identiteitsdocument Controleer of het identiteitsdocument geldig, echt en onvervalst is. Let daarbij goed op de volgende onderdelen: - Is de geldigheidsdatum niet verstreken? - Staan er typefouten op het identiteitsbewijs? - Bevat het identiteitsbewijs de juiste echtheidskenmerken? Als een document ongeldig, vals of vervalst is, kunt u de identiteit van de persoon niet vaststellen. U kunt dan niet beoordelen of u de persoon die het document toont mag laten werken. Laat de persoon daarom nog niet werken. U kunt dan eventueel contact opnemen met de politie als u aan de echtheid van het document twijfelt. Controle identiteitsbewijzen Er zijn veel verschillende identiteitsbewijzen. Deze bevatten allemaal een (beperkt) aantal soortgelijke echtheidskenmerken. Deze zijn betrekkelijk eenvoudig te herkennen. Zie hiervoor http://www.identiteitsdocumenten.nl. U kunt daarbij ook hulpmiddelen gebruiken, zoals een loep of een UV-lamp. Er zijn diverse handboeken en cursussen op dit gebied op de markt. LTO heeft afspraken met de Marechaussee gemaakt over controle op echtheid. Bij twijfel kunt u een scan van het identiteitsbewijs van de uitzendkracht laten controleren bij het Expertisecentrum Identiteitsfraude & documenten van de Koninklijke Marechaussee te Schiphol via e-mailadres
[email protected] Hiervoor kunt u het document per mail in kleurenscan aanbieden (maximaal 300Dpi, bijvoorbeeld als .jpg of .tiff, liever geen Adobe pdf-formaat). In uw mail graag uw bedrijfs- en contactgegevens vermelden (naam bedrijf, adres, telefoonnummer, naam aanvrager). De uitslag van deze controle krijgt u via de mail. We verzoeken u dringend om alleen de documenten waarover u twijfelt te mailen naar de Helpdesk.
4
Oktober 2011
Werken met buitenlandse dienstverleners (aannemen van werk)
1.4 Administratie Neem een kopie van het identiteitsdocument van de persoon die u laat werken op in uw administratie. Dit geldt zowel voor: - Alle werknemers die bij u in dienst zijn; - Alle vreemdelingen die u inleent of via aan- of onderaanneming laat werken. U dient deze kopie tot vijf jaar na beëindiging van de werkzaamheden te bewaren1. Controle op de werkvloer De arbeidsinspectie, de vreemdelingenpolitie, het UWV of de belastingdienst kunnen de werkplek bezoeken om controles uit te voeren. Wanneer deze instanties vragen naar een identificatie moet men zich kunnen identificeren met een origineel identiteitsbewijs. Wanneer geen identificatie kan plaatsvinden heeft de instantie het recht om de persoon in kwestie mee te laten nemen door de politie naar het politiebureau. Dit voor verder onderzoek. Deze verplichting geldt zowel voor werknemers, inhuurkrachten, vrijwilligers of stagiairs.
2.
Tewerkstellingsvergunning
Als u iemand van buiten de EER/Zwitserland of uit Roemenië of Bulgarije inhuurt of inzet via een loonbedrijf / aannemer van werk, moet u controleren of deze persoon een tewerkstellingsvergunning heeft. De onderaannemer of loonbedrijf moet deze voor hem aanvragen. Dit geldt ook voor personen met nationaliteiten uit andere landen, bijvoorbeeld Oekraïne, Turkije, Marokko, Rusland en Servië. Dit betekent dat u erop moet letten of het loonwerkbedrijf deze tewerkstellingsvergunning ook daadwerkelijk in zijn bezit heeft. Er bestaat een uitzondering op deze regel. Een werkgever uit de Europese Unie hoeft geen tewerkstellingsvergunning aan te vragen als hij in Nederland werkzaamheden verricht met eigen werknemers uit een land waarvoor geen vrij verkeer van werknemers geldt. Dit gaat om dienstverrichters uit de Europese Unie die een dienst verrichten met eigen werknemers waarvoor geen vrij verkeer van werknemers geldt. In de praktijk gaat het op dit moment dan om Roemenië en Bulgarije. Vanaf 1 december 2005 geldt alleen de notificatieplicht. Dit betekent dat werkgevers aan het WERKbedrijf moeten doorgeven welke werknemers voor hen werkzaam zijn. Dit is enkel van toepassing bij werk van stoffelijke aard, niet om het beschikbaar stellen van arbeid. Zie voor meer informatie www.werk.nl Werk uitbesteden aan ZZP'ers Besteedt u werk uit aan een zelfstandig ondernemer zonder personeel (ZZP'er) of freelancer uit de EER of Zwitserland, dan is er geen tewerkstellingsvergunning nodig. Dat geldt ook voor ZZP'ers uit Roemenië of Bulgarije. Deze moeten wel aantoonbaar als zelfstandige werken. Dat wil zeggen dat de werkzaamheden onder eigen verantwoordelijkheid en zonder gezagsverhouding worden uitgeoefend. De Arbeidsinspectie kan dit controleren. Komt de ZZP'er van buiten Europese Economische Ruimte (de EU-landen, plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) dan moet u wel een tewerkstellingsvergunning voor hem aanvragen. Dit hoeft niet als hij een verblijfsvergunning heeft voor 'arbeid als zelfstandige', zolang de werkzaamheden vallen onder het werk waarvoor de verblijfsvergunning is afgegeven2. 3.
Zorgen voor goede arbeidsomstandigheden
Als u werk uitbesteedt aan bijvoorbeeld een onderaannemer moet u ook zorgen voor een gezonde en veilige werkplek voor de (buitenlandse) arbeidskrachten van de onderaannemer. Denk daarbij aan: 1 2
Werkplek en apparatuur; Lichamelijke en psychische belasting; Stoffen, straling en besmetting. Bron: www.weethoehetzit.nl Bron: www.arbeidsinspectie.nl
5
Oktober 2011
4.
Werken met buitenlandse dienstverleners (aannemen van werk)
Werk- en rusttijden bepalen
Voor al uw personeel, dus ook voor buitenlandse arbeidskrachten en ingehuurd personeel is de Arbeidstijdenwet van toepassing. Als u werk uitbesteedt aan bijvoorbeeld een onderaannemer geldt de Arbeidstijdenwet ook voor de (buitenlandse) arbeidskrachten van de onderaannemer. In de wet staat hoe lang werknemers per dag en per week mogen werken en wanneer zij recht hebben op pauze. Voor kinderen, jeugdigen en zwangere of pas bevallen vrouwen gelden speciale regels. De arbeidstijdenwet geldt niet voor ZZP’ers. Zij mogen hun eigen werktijden indelen. 5.
Minimumloon
Iedere werknemer tussen de 23 en 65 jaar oud moet ten minste het Nederlands wettelijk minimumloon en vakantiebijslag krijgen. Dit geldt ook voor flexwerkers, zoals thuiswerkers of oproepkrachten en buitenlandse werknemers. Ook als het gaat om buitenlandse werknemers die u inhuurt of via aan- of onderaanneming laat werken, bent u er verantwoordelijk voor dat zij minstens het minimumloon krijgen. Zie voor meer informatie www.weethoehetzit.nl. 6.
Sociale verzekeringen
Buitenlandse arbeidskrachten die u via een intermediair inhuurt of via een (onder)aannemer voor u laat werken, kunnen in sommige gevallen sociaal verzekerd blijven in het buitenland. Dit geldt ook voor zelfstandigen / ZZP’ers. Om er zeker van te zijn dat u voor de betreffende arbeidskracht in Nederland geen sociale verzekeringspremies verschuldigd bent, kunt u de intermediair of de (onder)aannemer verzoeken u een E101/A1verklaring als bewijsstuk te leveren. Alle landen van de Europese Unie gebruiken het formulier A1. In Nederland wordt daarom het formulier E101 sinds mei 2010 geleidelijk vervangen door het formulier A1. 7.
Controle wel of geen zelfstandige
Het komt regelmatig voor dat werknemers uit de EER zich onterecht als zelfstandige (ZZP’er) presenteren. De Arbeidsinspectie controleert of onderdanen uit de EER, die nog niet vrij als werknemer in Nederland mogen werken, zoals Bulgaren en Roemenen, werkelijk als zelfstandige werken. Daarbij is het bepalend of de werkzaamheden ‘zonder gezagsverhouding’ worden verricht. Het is dan vooral van belang of de werkzaamheden van degene die zich als zelfstandige presenteert onder eigen verantwoordelijkheid worden verricht. Daarnaast kijkt de Arbeidsinspectie tijdens controles naar alle andere feiten en omstandigheden waaronder de arbeid wordt verricht. Voor het bepalen of sprake is van ‘wel of geen gezagsverhouding’ wordt onder andere naar de volgende omstandigheden gekeken: -
Wordt er geheel voor eigen risico gewerkt? Is vooraf gezamenlijk een overeenkomst opgesteld en over de prijs onderhandeld? Geschiedt betaling rechtstreeks en volledig aan de ZZP’er? Kan door de ZZP’er zelf worden beslist hoe het werk wordt uitgevoerd en in hoeverre is de ZZP’er afhankelijk van de instructies en opdrachten van de werkgever? Kan de ZZP’er zijn eigen werktijden bepalen? Wordt door de ZZP’er met eigen gereedschappen en materialen gewerkt?
6
Oktober 2011
Werken met buitenlandse dienstverleners (aannemen van werk)
Het bezit van een zogenaamde E101 formulier voor zelfstandigen (een verklaring dat de betreffende persoon voor wat betreft de sociaal verzekeringen in het land van herkomst verzekerd blijft) of een VAR- verklaring van de Belastingdienst (Verklaring Arbeidsrelatie, waaruit volgt dat de betreffende persoon voor wat betreft de loonbelasting als zelfstandige wordt beschouwd) kan een aanwijzing zijn dat er sprake is van een ‘echte’ ZZP’er. Of er al dan niet echt sprake is van échte’ ZZP’ers wordt beoordeeld aan de hand van feiten3. Als de conclusie van de Arbeidsinspectie is dat de werkzaamheden onder eigen verantwoordelijkheid en zonder gezagsverhouding worden uitgeoefend, dan is sprake van het werken als zelfstandige. De werkgever hoeft dan niet over een tewerkstellingsvergunning te beschikken. Wordt niet aan voornoemde criteria voldaan, dan wordt de opdrachtgever als werkgever beschouwd en degene die zich als zelfstandige voordoet, als werknemer. Dit kan betekenen dat een werkgever die deze persoon te werk stelt (of via een intermediair inleent) een tewerkstellingsvergunning moet hebben. Dat geldt als de persoon in kwestie de Roemeense of Bulgaarse nationaliteit heeft. Daarbij wordt net als bij een Nederlandse kracht waarbij uit de aard van de dienstbetrekking blijkt dat het hier niet om een ZZP-constructie gaat, een naheffing op verschuldigde loonheffing en werkgeverspremies in rekening gebracht. Zie voor meer informatie www.antwoordvoorbedrijven.nl 8.
Polenconstructie
Bij de Polenconstructie worden nog te oogsten gewassen op papier verkocht aan een buitenlands (bijvoorbeeld Pools) bedrijf. Het buitenlandse bedrijf verzorgt de oogst in Nederland met buitenlandse werknemers. Deze constructie zit ingewikkeld in elkaar en steeds meer organisaties vinden Polenconstructies ongewenst. Of de Polenconstructie ook illegaal is moet per individuele constructie vastgesteld worden. De LTO organisatie stelt zich op het standpunt dat dergelijke constructies zelden opgezet zijn volgens de gebruikelijke arbeidsverhoudingen tussen werkgever en werknemer. Bij toepassing van de Polenconstructie wordt in een aantal gevallen niet voldaan aan de Nederlandse wet- en regelgeving. LTO is dan ook geen voorstander van de Polenconstructie en adviseert dergelijke constructies niet toe te passen.
3
Bij de Sociale Verzekeringsbank kunt u terecht voor het verkrijgen van een 101 formulier
7
Oktober 2011
Werken met buitenlandse dienstverleners (aannemen van werk)
Bijlage 1 - Voorbeelden van ‘echte’ en ‘schijnzelfstandigen’ Hieronder twee voorbeelden waarbij het onderscheid tussen een ‘echte’ zelfstandige en iemand die door middel van een schijnconstructie als een zelfstandige wordt gepresenteerd, duidelijk wordt gemaakt. In de praktijk zal dit vaak minder duidelijk zijn. Voorbeeld van een ZZP’er, waarvoor de opdrachtgever geen tewerkstellingsvergunning nodig heeft Een aannemer met de Bulgaarse nationaliteit heeft jarenlang een zelfstandig klussenbedrijf gehad in Bulgarije. Hij is daar bij de Kamer van Koophandel als aannemer ingeschreven. Hij voerde in Bulgarije zelfstandig verbouwingen uit bij particulieren. Hij besluit voortaan zijn bedrijf in Nederland uit te oefenen. Hij neemt zijn bestelbus mee uit Bulgarije en al zijn gereedschappen. In Nederland laat hij flyers drukken waarin hij zijn diensten als aannemer aanbiedt. Hij verspreidt de flyers huis-aan-huis in buurten waar veel koophuizen staan. Hij schrijft zich in Nederland in bij de Kamer van Koophandel, vraagt bij de Belastingdienst een btw-nummer en VAR verklaring aan en opent een bankrekening in Nederland. Hij krijgt opdrachten van verschillende particuliere huizenbezitters voor verbouwingen en andere klussen. Als de eigenaren vanwege de verbouwing zelf nog niet in het huis wonen, regelt hij dat hij een eigen sleutel krijgt. Hij bepaalt zelf hoe lang hij per dag werkt, wanneer hij pauze neemt en hij gebruikt zijn eigen gereedschappen. Hij is een professional, die zelf bepaalt op welke wijze het werk wordt uitgevoerd. Hij spreekt met de opdrachtgever af wanneer de klus af moet zijn. Hij legt alle afspraken met zijn opdrachtgevers schriftelijk in het Engels of Duits vast en verstuurt facturen met daarop zijn Nederlandse bankrekening. Hij betaalt omzetbelasting. In dit geval is sprake van een zelfstandige, waarvoor de opdrachtgever geen tewerkstellingsvergunning nodig heeft. Voorbeeld van een (schijn)‘ZZP’er’ waarvoor de werkgever een tewerkstellingsvergunning nodig heeft Een tussenpersoon/bemiddelaar werft in Bulgarije via lokale advertenties arbeidskrachten voor werk in de Nederlandse tuinbouw. Er zijn drie Bulgaren die van zijn diensten gebruik willen maken. In Bulgarije hebben zij altijd als werknemer in de landbouw gewerkt. Na hun door de tussenpersoon georganiseerde overkomst naar Nederland, regelt de tussenpersoon ook woonruimte voor hen. Hij gaat met ze mee naar de Kamer van Koophandel, waar ze als zelfstandige zonder personeel worden ingeschreven. De bemiddelaar helpt hen met het invullen en verkrijgen van een VAR-verklaring. De Bulgaren kunnen de in de Nederlandse taal gestelde papieren die ze moeten invullen niet lezen of begrijpen. De bemiddelaar spreekt met een tuinder, die in Nederland paprika’s teelt, af dat hij drie arbeidskrachten voor het plukken van paprika’s aanbiedt tegen een zeer aantrekkelijk tarief. Met de tuinder komt hij overeen dat voor elk van de arbeidskrachten een aparte ‘overeenkomst van opdracht’ wordt opgemaakt. De arbeidskrachten ondertekenen een overeenkomst met de tuinder in het Nederlands, waarin staat dat ze per kilo geplukte paprika’s worden betaald. Alle benodigdheden om paprika’s te plukken worden door de tuinder verstrekt. De Bulgaren verrichten dezelfde werkzaamheden als het vaste en ingeleende personeel van de tuinder. De tuinder of zijn vaste personeel vertellen de Bulgaren wanneer en hoe lang er gewerkt wordt en wat zij moeten doen. De bemiddelaar vraagt aan de tuinder om zelf bij te houden op welke uren ze hebben gewerkt. De tuinder stort de betalingen voor alle drie de Bulgaren apart, op de bankrekening die op naam staat van de bemiddelaar. Alleen de bemiddelaar heeft de beschikking over deze rekening. Hij heeft met de Bulgaarse arbeidskrachten afgesproken dat zij, na aftrek van een door hem vastgesteld bedrag aan kosten voor huisvesting en bemiddeling, een vast bedrag per uur krijgen uitbetaald. In dit geval is feitelijk sprake van een werkgever-werknemer relatie. De bemiddelaar en de tuinder mogen deze personen niet laten werken zonder dat één van hen een tewerkstellingsvergunning voor hen in bezit heeft4.
4
Bron: http://www.arbeidsinspectie.nl/onderwerpen/_arbeidsmarkt/arbeid_door_vreemdelingen/zelfstandigen
8