België – Belgique P.B. 2000 Antwerpen 1 BC 30265
4de jaargang, nummer 3 Verschijnt 4 x per jaar, in maart, juni, september & december Afgiftekantoor 2000 Antwerpen 1 – P 706164 Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw De Wittestraat 2, 2600 Berchem T (03)226 40 83 – F (03) 226 40 85
[email protected] – www.formaat.be V.U.: Tom Willox, Moerheide 9, 9220 Hamme
september 2010
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Vrijwilligers en beroepskrachten: een uitdaging Een personeelsbeleid op maat Zinvol aan de slag als beroepskracht
Werken in het jeugdhuis
Professionals in het jeugdhuiswerk
Vrijwilligers en beroepskrachten kunnen elkaar versterken, stimuleren en uitdagen p.4 _ Beroepsmatig werken in het jeugdhuis, het lijkt in strijd met de vrijwilligersgedachte van het jeugdhuiswerk. Formaat is er echter van overtuigd dat vrijwilligers en beroepskrachten elkaar net kunnen versterken en uitdagen. Benieuwd hoe?
Niet vrijwillig, wel vol goesting p.6 _ Pieter, Philippe, Eveline en Wouter werken in een jeugdhuis. Niet vrijwillig maar wel vol goesting. Ze vertellen hoe ze als buitenbeetjes hun mannetje staan.
BV en BK p.9 _ Dieter Meyns is de rock pope of Thope. Naast beroepskracht in het Brugse Thope is hij ook frontman bij de punkband Flatcat. De man die alles kan.
De kracht van het beroep
Zinvol aan de slag als beroepskracht p.10 _ Beroepskracht zijn is geen makkelijke job. Hoe waak je over een zinvolle invulling van de functie? Hou je vast aan de jeugdhuismethodiek en duik in de OASE.
De week van … p.12 _ Martijn en Stijn werken als beroepskracht in een jeugdhuis en gunnen je een blik in hun daginvulling.
Het jeugdhuis als werkgever Jongeren aan je hoofd
p.14 _ De verhouding werkgever - werknemer in een jeugdhuis is complex. Bij het opbouwen van een relatie tussen beiden komen heel wat uitdagingen kijken. Ga ervoor, doordacht en met veel goesting.
Vrijwillige werkgevers p.16 _ Personeelsbeleid is een hele verantwoordelijkheid voor een vrijwilliger. Katrien en Katrien volgen in hun jeugdhuis het personeel op met struikelblokken en hoogtepunten.
Personeel op het toneel p.18 _ Dany Baert is directeur van de Interactie Academie, een opleidingscentrum voor professionals in de non-profit sector. Hij geeft tips voor een stevig personeelsbeleid in het jeugdhuis.
De jeugdhuiswerker als ambtenaar In dienst van de gemeente
p.20 _ Er is meer en meer gemeentelijke tewerkstelling in de jeugdhuissector, maar past dit wel bij de eigenheid van het jeugdhuiswerk? Formaat formuleert zijn mening.
Waarom raakte BHV nog nooit gesplitst?
Wanneer sta je buitenspel in het voetbal?
Was de landing op de maan echt of in scène gezet?
Er zijn zo van die vragen in het leven die je niet op vijf minuten uitgelegd krijgt.
Ook in het jeugdhuiswereldje bestaan er zo’n vragen.
Over beroepskrachten bijvoorbeeld.
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Wat ze eigenlijk doen?
Of de ideale jeugdhuiswerker bestaat?
Hoe je een beroepskracht als raad van bestuur goed
ondersteunt?
Een kort en duidelijk antwoord geven op al deze vragen
in een simpel stukje edito, dat is onmogelijk. Werken in
een jeugdhuis is complex, maar ook ongelooflijk boeiend.
Daarom hebben we er maar meteen een hele Betoog
over gemaakt.
(ld)
Kritisch en diepgaand thematisch tijdschrift van Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw De Wittestraat 2, 2600 Berchem (T) 03 226 40 83 – (F) 03 226 40 85
[email protected] – www.formaat.be
Betoog verschijnt 4 x per jaar, in maart, juni, september & december. Het tijdschrift is gratis voor leden, extra exemplaren kunnen verkregen worden aan 10,80 euro (leden) of 18,30 euro (niet-leden) per jaar.
Verantwoordelijke uitgever Tom Willox, Moerheide 9, 9220 Hamme
Kernredactie Lennert Deleu, Katrien Voorspoels
Eindredactie Lotte Van de Werf
Met medewerking van Dany Baert, Tom Dierckx, Martijn Loix, Jos Meers, Katrien Touriany, Gerd Vanmeenen, Katrien Van den Broeck, Tom Willox
Vormgeving & lay-out Pepijn Haghebaert
Foto’s Formaat, lokale jeugdhuizen, Sander Franck, Toon Walleyn
Druk De Wrikker vzw, Patriottenstraat 29, 2600 Berchem
Alles mag overgenomen worden, als er maar bij staat dat het uit Betoog komt!
3
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Professionals in het jeugdhuiswerk Vrijwilligers en beroepskrachten kunnen elkaar versterken, stimuleren en uitdagen
Sinds het ontstaan van jeugdhuizen zijn er steeds mensen geweest die beroepsmatig in een jeugdhuis of jongerencentrum werken. Dat lijkt een contradictie, aangezien de sector geënt is op vrijwilligerswerk. Het cliché dat professionalisering het vrijwilligerswerk ondermijnt, houdt dan ook hardnekkig stand. Formaat is ervan overtuigd dat vrijwilligers en beroepskrachten elkaar net kunnen versterken, stimuleren en uitdagen.
Vrijwillig vs. beroepsmatig Een jeugdhuis is een vrijwilligersinitiatief. Het is een plaats waar jongeren hun vrije tijd kunnen doorbrengen. Een aantal onder hen is ook actief betrokken bij de organisatie van activiteiten of neemt verantwoordelijkheid op in het trekken van (een deel van) de werking. Tienduizenden jongeren zetten zich op die manier week na week in voor hun jeugdhuis. Ze doen dit uit overtuiging, onbezoldigd en buiten hun dagtaak om.
4
En toch zijn er ook altijd beroepskrachten geweest in het jeugdhuiswerk. Is die professionalisering een bedreiging voor het jeugdhuiswerk? Een jeugdhuis zonder beroepskracht, maar met vrijwilligers, is zeker mogelijk. Een jeugdhuis met beroepskracht(en), maar zonder vrijwilligers, is bezwaarlijk een jeugdhuis te noemen. De betrokkenheid van vrijwilligers maakt het jeugdhuiswerk uniek. We streven, ook vanuit Formaat immers naar een jeugdhuis dat ‘door’ de jongeren zelf wordt vormgegeven. Een beroepskracht staat dat echter niet in de weg. Hij kan vanuit een deskundigheid net een kader scheppen waar jongeren extra gestimuleerd en aangemoedigd worden om hun stempel op het jeugdhuis te drukken.
Beroepskrachten en vrijwilligers moeten zoeken naar een evenwicht. Duizendpoot Een beroepskracht houdt zich met duizend-en-één dingen bezig. Zijn positie is complex en boeiend. Iedere dag is er wel wat anders om zich in vast te bijten. In een jeugdhuis spelen zich immers allerlei processen af. Zichtbaar en onzichtbaar. Met bezoekers, leden of bestuur. De deskundigheid van de beroepskracht wordt in dat complexe kluwen ingezet om jongeren kansen te geven. Hij schept voor hen de voorwaarden, zodat ze zelf actief een rol kunnen opnemen. De jeugdhuismethodiek is voor beide partijen een leidraad om doordacht te streven naar kwalitatief jeugdwerk. De concrete taken van een beroepskracht hangen sterk af van zijn rol en positie in de werking. We proberen toch een aantal van de belangrijkste taken op te lijsten en toe te lichten.
De rol van een beroepskracht is vooral ondersteunend. Hij creëert de ruimte en voorwaarden voor de jongeren ‘om hun ding te doen’ en geeft hen zo kansen om te leren. Met vallen en opstaan.
Stimuleren Het jeugdhuis is een lerende plek. Een plek met een open karakter. Een plek die stimuleert tot engagement en deelname. Jongeren kunnen er hun talenten en vaardigheden ontdekken en ontplooien. De beroepskracht creëert de voorwaarden voor een open, toegankelijke omgeving die informeel leren stimuleert.
Openheid bewaken Hij moet de vrijwilligers ook stimuleren om de openheid en laagdrempeligheid van het jeugdhuis te bewaken. Een jeugdhuis is immers een open huis voor iedereen.
Uitzoomen Een beroepskracht kan af en toe afstand nemen, uitzoomen en zo de zaken in een ander perspectief bekijken en toekomstgericht denken.
De vinger aan de pols houden De beroepskracht moet zich constant bewust zijn van de jongeren in het jeugdhuis. Wie ze zijn, wat hen bezighoudt, wie nieuw is, voor wie de drempel te hoog is …
Dialoog voeren Een jeugdhuis wil zoveel mogelijk jongeren betrekken bij de werking. Die participatieprocessen verlopen vaak complex en vrij ongeordend. Het is actie en reactie. Vallen en opstaan. Een constante dialoog is de voornaamste voorwaarde voor een vlotte participatie.
Continuïteit garanderen De beroepskracht zorgt voor een zekere continuïteit en kan bepaalde functies die minder gemakkelijk door vrijwilligers worden opgenomen, uitbouwen of kwalitatief versterken. Voorbeelden hiervan zijn de organisatie van grotere concerten en de individuele hulpverlening aan jongeren met problemen.
Bijdragen aan kwaliteit en deskundigheid Of zijn job nu logistiek, administratief of educatief van aard is, het gaat er om dat de beroepskracht bijdraagt aan de kwaliteit en deskundigheid van de werking. Hij ondersteunt de vrijwilligers met zijn deskundigheid om het jeugdhuis te doen groeien en een stabiele werking te garanderen.
Stimuleren, niet sturen Beroepskracht zijn is een veelzijdige en veeleisende job. Een beroepskracht moet er dan ook voluit voor gaan. Deze loyaliteit brengt ook valkuilen met zich mee. Het jeugdhuis is immers een experimenteerruimte; een plek voor, maar vooral ook door jongeren. Een plek waar jongeren gewoon moeten kunnen doen, ook als ze daarbij op hun bek gaan. Het verantwoordelijkheidsgevoel van de beroepskracht kan ertoe leiden dat de focus te sterk op het eindresultaat gaat liggen, waar die beter op het proces ligt. Want soms moet je eens goed op je smoel gaan om dan recht te staan en het beter te doen. Dat is vaak een uitdagende evenwichtsoefening voor de beroepskrachten.
Kansen grijpen De professionalisering biedt de sector dus heel wat kansen. Beroepskrachten kunnen de continuïteit en kwaliteit van het jeugdhuis versterken. Samen met de jongeren, uiteraard. Al is dat niet altijd een makkelijk evenwicht. Zowel beroepskrachten als vrijwilligers moeten zoeken naar wat werkt. Naar een balans waarbij ze ieder hun plaats hebben in de werking, waarbij ze van elkaar kunnen leren en kunnen groeien. Formaat gelooft in de boeiende dynamiek tussen vrijwilligers en professionals en in de complementariteit van beide actoren. Want ze doen het samen. Ze leren van elkaar, praten met elkaar, versterken elkaar en streven naar eenzelfde doel: het creëren van een open en toegankelijke plek voor en door jongeren. Katrien Voorspoels
5
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Ondersteunen
De beroepskracht staat mee in voor een sterke dialoog. Vergaderen, overleggen, pinten pakken, omgaan met conflicten …
Buitenbeentjes
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Niet vrijwillig, wel vol goesting
Pieter, Eveline, Philippe en Wouter werken in een jeugdhuis. Niet vrijwillig. Maar wel met volle overtuiging en veel goesting. Vier harde werkers over hun veelzijdige job.
What’s up? BETOOG: Professionals in het jeugdhuiswerk houden de vinger aan de pols. Ze zijn er, zichtbaar en onzichtbaar. Maar wat doen jullie nu precies? Pieter: “Als mensen vragen wat mijn job inhoudt, krijg ik dat zelden uitgelegd. Ik tap pintjes, ja en ik organiseer allerlei activiteiten samen met jongeren … maar ik doe nog zoveel meer.” Wouter: “We zijn vaak bezig met processen die je niet kan benoemen als ‘taak’. We stimuleren, enthousiasmeren, prikkelen.” Philippe: “Het is een job van extremen. Het ene moment speel je een spelletje kicker met wat jongeren in de instuif. Even later zet je je tanden in een BTW-dossier. Dat administratieve is zeker ook een belangrijk aspect van onze job.”
Eveline: “Inderdaad die vrijheid en flexibiliteit en daarnaast de warmte die je krijgt van de jongeren. Wat je ook geeft, je krijgt het dubbel en dik terug.” Philippe: “Voor mij gaat dat ook op. Hoewel die flexibiliteit ook een keerzijde heeft natuurlijk.”
Wat is de keerzijde van die flexibiliteit dan? Eveline: “Het is vaak moeilijk een duidelijke grens af te bakenen tussen werk en privé. In het weekend werk ik niet, maar als de vrijwilligers een activiteit organiseren wil ik daar wel graag bij
Waarom is het een boeiende job? Wouter: “Zeker niet omwille van het geld (lacht).” Pieter: “Het uitgebreide takenpakket maakt de job uitdagend. Elke dag is anders. Wat je ook voorneemt te doen, aan het einde van de dag heb je duizend-en-één andere dingen gedaan. En de jongeren hé, die maken de job tot wat ze is. Het is soms echt een zoete inval bij ons.”
Pieter, Ten Goudberge:
“Ik wist niet dat er jeugdhuize n bestonden met een beroep skracht, toen ik een vacature zag in Ten Goudberge was ik blij verras t.” Pieter startte tweeënhal f jaar geleden bij Ten Goudberge . Hij houdt de werkgroepen dra aiende en is verantwoordelijk voor de barwerking. Pieter hee ft nog vier collega-beroepskra chten.
'Het uitgebreide takenpakket maakt de job uitdagend. Elke dag is anders.' 6
Philippe, Ahoy:
'Je gaat niet zomaar even werken in een jeugdhuis in afwachting van een echte job. Het is een echte job.'
“Ik wilde geen nine-to-five job. De flexibiliteit en de jongeren maken dat dit echt iets voor mij is.” Philippe werkt sinds zeven maanden bij Ahoy en zet zijn energie vooral in op edu catief werk, activiteiten en op de vrijwilligerswerking.
"Onze raad van bestuur houdt graag de vinger aan de pols."
Eveline: “Onze taak is om een kader te bieden waarbinnen de vrijwilligers hun ding kunnen doen en hun talenten en competenties kunnen ontdekken en uitbouwen.” Philippe: “Ik denk dat het ook niet onbelangrijk is dat we een soort continuïteitsgarantie zijn. We vullen de gaatjes in de werking. Kan er iemand een avond niet tappen, dan zorgen wij dat het jeugdhuis toch open is. Zo houden we de vrijwilligerswerking op gang. En we zijn natuurlijk ook een aanspreekpunt voor al die vrijwilligers. We staan dicht bij hen, maar toch ook ver genoeg om een soort van vertrouwenspersoon te kunnen zijn.”
Professional vs. Vrijwilliger Jeugdhuiswerk is vrijwilligerswerk … dat maakt van jullie vreemde eenden in de bijt. Wat is de meerwaarde van jullie aanwezigheid? Wouter: “Ik denk dat een groot pluspunt is dat we af en toe eens kunnen uitzoomen en de dingen vanuit een ander, zuiverder perspectief bekijken.”
“Het waren de jongeren waa r ik voor wilde gaan.” Eveline werkt nu bijna and erhalf jaar bij Exixion. Ze is de eni ge beroepskracht daar en hou dt zich vooral bezig met educatief werk en het ondersteunen en begeleiden van de jongeren.
Eveline, Exixion:
'De jongeren zorgen voor veel warmte. Wat je ook geeft, je krijgt het dubbel en dik terug.' 7
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
zijn. Ik kom die gasten ook vaak tegen buiten de werkuren, want ik woon in dezelfde stad. Het is dan verleidelijk om samen een pint te gaan pakken, maar dat doe je niet om werk en privé niet te veel te mengen.” Philippe: “Dat klinkt heel herkenbaar. Ik heb vooral mijn ‘permanent bereikbaar zijn’ moeten afbakenen. Soms belden die gasten me om twee uur ’s nachts, omdat het vat af was. Ondertussen weten ze dat dat niet kan. Ik geef de permanentietelefoon nu aan de weekendverantwoordelijke. Als er dan écht iets is, weten ze me wel te vinden. Maar dan ook alleen als het jeugdhuis in brand staat of zo hé (lacht).” Wouter: “Ik worstel ook met die grens. Ik ben als vrijwilliger van het jeugdhuis doorgegroeid tot beroepskracht. Dat maakt dat ik met een deel van de mensen – die van mijn generatie – een close band heb. Je merkt dat de nieuwe generatie jongeren ook zo’n persoonlijk contact met me zoekt. Wat wil je ook … we wonen alle maal in dezelfde stad en komen elkaar vaak tegen.”
Wouter, T-Klub:
'We kunnen af en toe eens uitzoomen en de dingen vanuit een ander perspectief bekijken.' Jullie vrijwilligers zijn ook je werkgevers. Hoe voelt dat?
“Ik was vrijwilliger bij T-Klub . Toen er een vacature kwam, heb ik getwijfeld, maar ben er uite indelijk voluit voor gegaan.” Wouter werkt nu zo’n drie jaar bij T-Klub samen met nog drie collega-beroepskrachten. Hij is verantwoordelijk voor de promotie en programmatie en ook voor de instuif en de vrijwil ligers.
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Wouter: “Het is wel raar. De bestuurders zijn zoveel jonger dan ikzelf. Ze hebben ook minder ervaring, maar ze zijn wel m’n baas. Maar in de praktijk ligt de eindverantwoordelijkheid wel vooral bij de beroepskrachten. Grote financiële beslissingen stuur ik door naar de raad van bestuur, maar de beslissingen op de vloer nemen we met het beroepsteam.” Philippe: “Onze raad van bestuur houdt wel graag de vinger aan de pols. Ze werken hard om het jeugdhuis terug op de kaart te krijgen, dat zorgt voor een grote betrokkenheid.”
Zij zijn ook verantwoordelijk voor jullie functioneringsgesprekken en het opvolgen van jullie taken. Hoe verloopt dat? Eveline: “We zijn een paragemeentelijke werking. In onze raad van bestuur zetelen dus zeven politici. Het is moeilijk om hen als werkgever te zien. Wat betreft de andere bestuurders: buiten de voorzitter zijn ze allemaal van de oude garde en komen dus zelden in het jeugdhuis. Ze hebben dus nog weinig aansluiting met de werking. Ik heb ook nog maar één keer een echt functioneringsgesprek gehad. Ik mis zo’n evaluatiemomenten wel. Je kan pas groeien in je job als je af en toe stilstaat bij wat je doet.” Philippe: “Ik vergader om de twee weken met de raad van bestuur. Dat is best intensief, maar ook nodig. Een keer per maand staat ook het puntje ‘personeel’ op de agenda. Dan kan ik met hen overleggen over m’n job, echt een goeie zaak.” Pieter: “Bij ons was dat ook het plan, maar dat is er nooit van gekomen. Het is ook onze coördinator die naar de vergaderingen met de raad van bestuur gaat. Dat vind ik soms wel jammer, want uiteindelijk sta ik met mijn voeten midden in het jeugdhuis en weet
dus ook best wat er daar leeft. Er zit dus wel een kloof tussen mezelf en m’n werkgever.”
Wat als je het moeilijk hebt, kan je dan ergens terecht? Pieter: “In de meeste gevallen kan ik wel terecht bij de coördinator, maar het hangt een beetje af van de aard van het probleem.” Philippe: “Ik deel een bureau met de jeugdconsulent. Ze heeft meer ervaring en kan me dus vaak wel helpen.” Eveline: “Bij ons komt de voorzitter regelmatig langs in het jeugdhuis. Aan hem heb ik veel. Maar ook de vrijwilligers zijn een grote support. Als zij bevestigen dat ik goed bezig ben is dat veel waard. Anderzijds klopt die verhouding ook niet helemaal, iemand uit het bestuur zou me moeten kunnen opvolgen en ondersteunen als ik twijfels heb, dat is niet de taak van de jongeren.”
Tips van vips Hebben jullie nog tips voor toekomstige beroepskrachten? Wouter: “De job wordt vaak onderschat. Het is meer dan gewoon cafeetje houden in een jeugdhuis. Je moet er absoluut gemotiveerd aan beginnen. Anders heeft het geen zin.” Pieter: “Het is een complexe job. Ieder jeugdhuis is anders, iedere functie in een jeugdhuis is dus ook anders.” Eveline: “Het is een intensieve job. Je moet bereid zijn veel op te geven. Het vraagt tijd om een evenwicht te vinden in je werk. Als je daar niet in slaagt, brand je snel op. Die realiteit moet je voor ogen houden.” Philippe: “Je gaat niet zomaar even werken in een jeugdhuis in afwachting van een echte job. Het is een echte job.” Katrien Voorspoels
8
BK en BV
Dieter Weyns, the rock pope of Thope Dieter Meyns is naast beroepskracht in het Brugse jeugdhuis Thope ook frontman bij de punkband Flatcat. Twee maal veel rock ’n roll. BETOOG: Flatcat, meer dan een platte kat? Dieter Meyns: “Flatcat is een punkrockband en bestaat 15 jaar. Ik ben de zanger en gitarist van de groep. Vroeger speelden we 30 à 40 keer per jaar. De laatste twee, drie jaar is het wat kalmer, maar we werken volop aan een nieuwe cd. Die moet in 2011 uitkomen. Noem het gerust onze comeback.”
En wat doe je in het jeugdhuis?
Rockt je job in Thope even stevig als Flatcat? Dieter: “De job is zeker minder vanzelfsprekend dan van negen tot vijf op een kantoor zitten. Vaak zijn er ’s avonds nog vergaderingen en als er grote fuiven zijn, moet ik het tijdens het weekend soms met weinig uurtjes slaap stellen. Maar dat loont de moeite. Ik werk absoluut in een meer ontspannen feestsfeer dan de gemiddelde Vlaming. Of mag iedereen groepen als Customs en The Opposites ontvangen op z’n 'bedrijfsfeestje'?”
Hoe combineer je Flatcat en Thope? Dieter: “Het is een kwestie van geven en nemen. Onlangs werd ik in één week tijd gevraagd om een interview te geven op de muziekzender Jim en om gitaar in te spelen voor een remix van Keane. Ik heb beide voorstellen moeten weigeren, omdat er belangrijke vergaderingen waren in het jeugdhuis. Maar ik weet wel dat als ik plots een toffe kans zou krijgen voor Flatcat, dat het jeugdhuis zich ook flexibel zal opstellen.”
Speel je met Flatcat vaak in jeugdhuizen? Dieter: “Ik weet nog heel goed dat ik op Pukkelpop aan het publiek vroeg wie ons allemaal kende van de kleine optredens … duizenden handen gingen er toen in de lucht. Het was echt cool te zien dat het jaren optreden in jeugdhuizen en parochiezaaltjes zo’n enorme impact had. In het jeugdhuis krijgen we heel wat vraag naar een podiumplaats. Ik ben ervan overtuigd dat jeugdhuizen een springplank kunnen zijn om een verdere carrière uit te bouwen. Bericht aan alle bekende Vlaamse bands: Don’t forget your roots en speel af en toe nog eens in een jeugdhuis aan een schappelijke prijs!”
Welke van beide jobs zou je zeker niet kunnen missen? Dieter: “Die van jeugdwerker omdat ik een appartement af te betalen heb (lacht). Een passie waar je al de helft van je leven bezig mee bent, kon je natuurlijk niet zomaar missen. Maar als ik noodgedwongen een keuze moest maken, dan zou ik voor de zekerheid van m’n job kiezen. Gelukkig moet ik niet kiezen. Ik ben meer dan tevreden met de job die ik momenteel heb en vind het de max dat het zo goed te combineren valt met mijn muziek!” (ld)
“Don't’ forget your roots en speel af en toe nog eens in een jeugdhuis aan een schappelijke prijs.”
www.thope.be www.facebook.com/jeugdhuisthope twitter.com/jhthope nl.netlog.com/JH_Thope
9
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Dieter: “Ik werk er fulltime. Nu al vier jaar. Mijn voornaamste taak is de coördinatie van de activiteiten en vrijwilligers. Ook het Thoprock festival hoort bij m’n job. Het organiseren van feestjes en optredens voelt niet echt als ‘werk’ aan. Daarom koos ik voor deze job. Ook is het supertof om met een team enthousiaste vrijwilligers samen te werken. En natuurlijk zijn er de nodige administratieve taken.”
'Het organiseren van feestjes en optredens voelt niet echt als ‘werk’ aan. Daarom koos ik voor deze job.'
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
De kracht van het beroep Zinvol aan de slag als beroepskracht Beroepskrachten: ze zijn niet vrijwillig (en kosten dus geld), ze zijn veelzijdig (het is niet altijd duidelijk wat ze doen), enorm flexibel (en dus soms snel uitgeblust) en ze sturen en worden gestuurd door vrijwilligers. Zowel vrijwilligers als subsidiërende overheid en natuurlijk de beroepskracht zelf zijn bezig met hoe die functie zo zinvol mogelijk kan worden ingevuld, maar hoe waak je over een zinvolle invulling?
De Jeugdhuismethodiek, een bron van inspiratie Wie zinvol als beroepskracht aan de slag wil, kan inspiratie vinden in de jeugdhuismethodiek. Er bestaat geen antwoord dat standaard voor elke jeugdhuiswerker geldt. De jeugdhuismethodiek (een visie op de functies, processen, principes en doelstellingen van het jeugdhuiswerk) biedt wel een kader waarbinnen je de job kan definiëren en afbakenen.
Paradoxen voor een beroepskracht Jeugdhuiswerk speelt zich af in verschillende spanningsvelden (paradoxen).1 Die weerspiegelen zich ook in de functie van de beroepskracht. Hij krijgt vaak te maken met tegengestelde uitersten
10
waartussen hij positie moet kiezen. Het is belangrijk om de positie binnen die spanningsvelden regelmatig te evalueren. Het is ook belangrijk te streven naar een zo klein mogelijke afstand tussen wat je huidige positie is ten opzichte van die tegenstellingen en welke positie je graag zou innemen. Als de kloof tussen beide te groot is, moet je het takenpakket herbekijken en de functie herdefiniëren. Jezelf in vraagstellen en het juiste evenwicht zoeken binnen deze tegenstellingen is de beste manier om te werken naar een zinvolle invulling van de functie als beroepskracht. Ondersteunen of sturen Een beroepskracht werkt in de meest ideale situatie vooral ondersteunend. Toch moet hij soms ook een sturende houding aannemen. Welke houding neem jij/neemt je beroepskracht momenteel aan? Wat is de ideale positie op deze spanningslijn? Behouden of vernieuwen Je kan er als beroepskracht voor kiezen om de huidige werking verder uit te bouwen of om het bestaande te vernieuwen. Een professionele jeugdhuiswerker moet keuzes maken. Radicaal voor één van de uitersten of voor een wandeling op de gulden middenweg.
Je moet continu zoeken naar een evenwicht. Bureau of toog Als professional in het jeugdhuis breng je tijd door achter je bureau, maar ook aan de toog tussen de jongeren. Om de functie van beroepskracht zinvol in te vullen, is het belangrijk om de tijdsverdeling tussen beide te bekijken en af te wegen welk resultaat je waarmee bereikt, afgestemd op het takenpakket.
Resultaatgericht of procesgericht Als jeugdhuiswerker word je verondersteld om agogisch met jongeren te werken: ze uitdagen, motiveren en coachen. Ze laten doen, met vallen en opstaan. Maar er wordt ook verwacht dat het jeugdhuis bepaalde resultaten bereikt. Dat kan vastliggen in een subsidiereglement, maar ook je raad van bestuur kan bepaalde concrete resultaten vooropstellen.
De OASE van de beroepskracht Volgens de jeugdhuismethodiek zijn de functies van een jeugdhuis of jongerencentrum opgebouwd rond het woord OASE2: • Ont-moeten: het is een plaats waar jongeren elkaar treffen en een plaats waar niets moet maar veel kan. • Activeren: jongeren krijgen de ruimte om actie te ondernemen, te organiseren hun blik te verruimen. • Samen: in het jeugdhuis zijn jongeren samen en werken ze samen • Educatie: het jeugdhuis is een context voor bewuste en onbewuste leerprocessen Bepaal prioriteiten Een beroepskracht stimuleert en ondersteunt vrijwilligers om deze functies waar te maken en zo te zorgen dat het jeugdhuis een echte oase wordt. Als het jeugdhuis met meerdere beroepskrachten werkt, kan het de verschillende functies (en bijhorende processen) verdelen onder hen. Indien het jeugdhuis deze luxe niet heeft, is het belangrijk prioriteiten te bepalen. Als de ontmoetingsfunctie bijvoorbeeld verwaterd is, kan je als beroepskracht vooral hierop inzetten.
Maar het jeugdhuis kan er ook voor kiezen om een beroepskracht in te zetten voor eerder algemene of coördinerende taken. Naast de taken die verwijzen naar de OASE, zijn er trouwens ook heel wat administratieve en logistieke taken. Toets je takenpakket aan de OASE Het takenpakket van een jeugdhuiswerker is heel uitgebreid. Om een antwoord te vinden op zinvolle tewerkstelling kan het nuttig zijn het takenpakket te toetsen aan de jeugdhuisfuncties. Welke delen van het pakket taken dragen bij tot welke functie? Waar zet je veel op in? Waar minder? Liggen die prioriteiten goed? Vallen de meeste taken niet te linken met een of meerdere functies, dan is het hoog tijd om de inhoud van de job in vraag te stellen en te heroriënteren.
Besluit Een pasklaar antwoord over zinvolle tewerkstelling hebben we niet. Wel kunnen we je aan het denken zetten en laten zoeken. Aan de hand van de spanningsvelden kan je balanceren, evalueren en herdefiniëren. OASE biedt je dan weer een tool om te zoeken naar een evenwicht in functies en taken. Maak zelf de oefening en streef naar een zinvolle invulling als beroepskracht. Wie niet waagt, niet wint.
(ld)
1 De sleutel op de deur? Doordacht handelen als strategie. in: Open huis houden. Welkom in de jeugdhuismethodiek!, Formaat, 2007, pag. 19-20. De kip of het ei? in: Gewoon doen … en af en toe eens denken., Formaat, 2007, pag. 19-21. 2 Zet de deuren maar open: OASE, de functies van het jeugdhuis. in: Open huis houden. Welkom in de jeugdhuismethodiek!, Formaat, 2007, pag.14-15. Veur en deur jongeren. in: Gewoon doen … en af en toe eens denken., Formaat, 2007, pag. 14-18.
11
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Output jongeren of eigen output Werken in het jeugdhuis of jeugdcentrum doe je niet zomaar. Je doet het omdat je bepaalde competenties hebt en omdat je er je boterham mee verdient. Het is je job, waarin je ook zelf verder wil groeien en ontwikkelen. Tegelijk moet je ook de vrijwilligers uitdagen en motiveren. Ga je je bijvoorbeeld zelf verdiepen in het grafisch ontwerpen van affiches of leg je de focus op het stimuleren van jongeren om zich grafisch te ontplooien?
Beroepskracht zijn is dynamisch werken op vlak van tijd, inhoud en doelstellingen. Zinvol beroepskracht zijn is zichzelf en de eigen taak, rol en plaats in vraag stellen. Regelmatig moet je die al dan niet herdefiniëren.
Aan het werk De week van …
Martijn Loix is jongerenwerker in ’t Biejke in Borgloon. Een kijk in zijn week, van papierberg tot rockfestival.
Vullen die koelkast.
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Maandag 10u: stafmeeting Collega Roel (logistiek medewerker) en ik overlopen en evalueren de voorbije week en plannen de komende week. We zijn niet altijd op hetzelfde moment aanwezig in het jeugdhuis, dus is het belangrijk te weten wie wat wanneer doet. 14u: paperassen tijd Tijd voor wat administratie. Kassa in orde maken, inkomsten en uitgaven van de voorbije week ingeven in Assist, post en mail controleren, binnengekomen facturen betalen en cash naar de bank brengen. Ik maak meteen ook het verslag van onze stafmeeting en breng de personeelsadministratie in orde: uren, overuren, ziekte- of verlofdagen …
Dinsdag Uitslaapdag! Op dinsdag hebben we een vrije dag. Perfect om bij te slapen.
Woensdag 10u: back in Borgloon Het komende weekend staat in het teken van het stadsfestival Loon Swingt. Uiteraard werken wij daar als jeugdhuis aan mee. Tijd voor een check-up. Podium? Check. Materiaal gemeente? Check. Bestelling brou-
12
wer? Check. Partytentjes en togen? Check. Roel ruimt ondertussen de kelder op, zodat we alle materiaal voor het weekend kunnen stockeren. Veel plek is er niet. Creatief zijn, Roel! 12u: open deur Het jeugdhuis gaat open. Van tijd tot tijd loopt er iemand binnen om een babbeltje te maken en iets te drinken. De ideale gelegenheid om tappers aan te spreken voor het weekend. Er is net een hele groep leden op zomerkamp, niet makkelijk dus om voldoende vrijwilligers te vinden. Ik stop op tijd vandaag, want moet thuis nog een muur slopen.
Donderdag 10u: eco cool Coca Cola komt een nieuwe koelkast leveren. Als ik aankom, staan de mannen al voor de deur met onze spiksplinternieuwe en milieuvriendelijke aanwinst. Die zal zeker het verschil maken op onze energiefactuur. Nu nog alles overladen van de oude koelkast naar de nieuwe. Zonder de hulp van Roel, want die heeft een dagje vrij. 13u: mail en meer Verdorie, een van de dj’s laat weten dat hij toch geen plaatjes kan komen draaien zaterdag. Snel een oplossing zoeken. Ondertussen wandelt Emma, de vriendelijke cafébazin van het café naast ons, binnen om afspraken te maken voor zaterdag. Goede afspraken, goede buren. Onze ondervoorzitter Jort waait ook even langs. Hij pikt de sleutel op, want houdt vanavond het jeugdhuis open.
Vrijdag 10u: draaien aan dat boek We nemen het draaiboek voor het weekend nog eens door. De laatste benodigdheden worden afgehaald en gekocht.
13u: vullen die koelkasten Een groepje jongeren komt helpen om de koelkasten te vullen voor het weekend. We verwachten veel volk, dus moet er voldoende drank koud staan.
Zaterdag 9u: party paraat 9u en ik ben al volop bezig met het afdrukken van prijslijsten en werkschema’s. Ik ontvang ook de mannen van de technische dienst. Zij zorgen voor extra elektriciteit. 13u: Roel arriveert om te komen helpen 14u: nog meer hulp De eerste vrijwilligers dagen op en in no time staan dj-tafel, partytenten en toog klaar. Ook de feestverlichting wordt opgehangen. Even later arriveert de podiumwagen. Ik neem even tijd om een hapje te eten en wat te ontspannen en informeer dan snel de eerste tappers over hun taken. 18u: swingen maar Loon Swingt komt traag op gang, maar als onze huisband The Biejke All Stars opkomt, staat de straat goed vol. Ik loop af en aan met bakken bier en wisselgeld.
Zondag 2u: let’s party Het feest buiten duurt tot een uur of twee. Terwijl iedereen binnen verder danst, ruim ik met enkele dappere vrijwilligers de straat op. 5u: this is the end Het feest loopt op z’n einde. Tijd om op te ruimen, zodat alles klaar staat voor een nieuwe dag. 7u: bedtijd Eindelijk in bed voor een diepe nachtrust. Gelukkig met het vooruitzicht van twee vrije dagen. En woensdag sta ik weer helemaal klaar voor ’t Biejke. Martijn Loix
Stijn Van Looy
is begeleider in ROJM, Regionaal Open Jeugdcentrum Mechelen. Hij is er ook verantwoordelijk voor het Meldpunt Discriminatie en waakt over de samenwerking tussen de verschillende werkingen binnen het jeugdcentrum (+15 en -15 jaar, jobclub, leer-werkplaats, mobiel jeugdwerk, fitness, opnamestudio, personeel). Zijn week bruist van de jongerenactiviteit. tot 24u: afwisseling Ik pendel tussen de werkvloer (het jeugdhuis) en m’n bureau en zet alles terug in gang na een rustige periode. Er moet heel wat gebeuren: meldingen over discriminatie bekijken, affiches voor de komende activiteiten maken, vrijwilligers contacteren, een verslagje voor Formaat schrijven …
Dinsdag 16u: let’s open Na drie weken sluiting zijn we terug open. Samen met de toogmedewerker tel ik de kassa en de voorraden. De toog is klaar voor onze eerste openingsavond. 20u: vakantieverhalen Het is rustig. Veel jongeren zijn nog op vakantie en ook nog niet iedereen weet dat het jeugdcentrum al terug open is. Over een paar dagen zal dat wel anders zijn, de mond-tot-mondreclame gaat hier meestal snel. Ik neem de tijd om met enkele jongeren individueel bij te praten. Ze hebben veel verhalen zo na de vakantie. 24u: sluitingstijd Na een dag bijpraten en er wat terug inkomen is het tijd om de keet te sluiten.
Woensdag 16u: een nieuwe dag. Een nieuwe dag met nieuwe jongeren, andere gezichten, nieuwe verhalen, problemen, uitdagingen. Er staan al heel wat jongeren te wachten tot de fitnesszaal open gaat. Even checken of de verantwoordelijke al aanwezig is.
Donderdag 14u: teamtime Tijd voor onze wekelijkse teamvergadering met de begeleiders. We bespreken zaken die relevant zijn voor de dagelijkse werking. Wie welke activiteit gaat uitvoeren, wie wanneer aanwezig is … Ik maak het verslag en mail het na de vergadering door naar iedereen. 16u: pingpong Enkele jongeren hebben zin om ‘iets te doen’. Samen organiseren we een pingpongtornooi. Ik ben scheidsrechter. Een leuke namiddag en de winnaar krijgt een hapje en drankje. 21u30: at the movies ’s Avonds kijk in nog film met enkel jongeren. 22u30: onderhoud Als er wat minder volk is, neem ik nog even de tijd om de computers wat op te kuisen. Ja, dat moet ook gebeuren.
Vrijdag & zaterdag Het jeugdhuis is open, maar ik heb twee dagen vrij (weekend).
16u: smullen Samen met enkele jongeren maak ik een heerlijke spaghetti. Wie wil kan voor één euro samen met ons eten. De rest van de avond hou ik me bezig met het ‘ontvangen’ van jongeren. Er springen enkele nieuwe jongeren binnen. Ze hebben gehoord dat we een opnamestudio hebben en zijn benieuwd. Ik leg hen uit hoe alles in z’n werk gaat bij ROJM. 24u: check Nog even checken of alle lichten uit zijn en of de ramen en deuren goed dicht zijn. Als begeleider moet je het goede voorbeeld geven.
Maandag 12u: bureaupret Het jeugdhuis is gesloten op maandag, de ideale ‘bureaudag’ dus. Ik neem door wat er de rest van de week moet gebeuren. 14u: stagegesprek Ik heb een afspraak met een stagiair die hier binnenkort een weekje zal meelopen. 16u: klimmen Woensdag opent er een project van de stad Mechelen naast onze deur (klimmuurproject). Wij zorgen voor de drank en ik moet nog een aantal praktische dingen op punt zetten. 17u: ‘k wist het Binnenkort houden we een WK-quiz en ik moet dringend de vragen voorbereiden. 20u: vergaderen Dringend vertrekken naar een vergadering van de Mechelse jeugdraad. Stijn Van Looy
13
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
"Elke dag zie ik nieuwe gezichten."
Zondag
Het jeugdhuis als werkgever Jongeren aan je hoofd
Professionalisering biedt de sector heel wat kansen. Uiteraard zijn er ook enkele kanttekeningen te maken, want professionalisering in het jeugdhuiswerk blijft een moeilijke evenwichtsoefening. Een oefening waarbij beroepskracht(en) en vrijwilligers moeten zoeken naar de juiste balans om samen bochten te pakken, uit de bocht te gaan en hobbelige paden te berijden. Niet alleen een evenwicht in taken en verantwoordelijkheid, maar ook in de rol van werkgever en werknemer. In een jeugdhuis is dit een complexe verhouding. De vrijwilligers die zetelen in de raad van bestuur, zijn immers ook de werkgevers van de beroepskracht(en). Een stevige werkrelatie opbouwen tussen beiden blijkt niet zo eenvoudig.
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Ga voor een sterk team dat klaarstaat voor je beroepskracht.
Ik wil je, blijf bij me Zes uitdagingen die beroepskrachten en werkgevers kunnen tegenkomen bij het balanceren naar een stevige relatie werknemerwerkgever.
1
Vloerwerk
Een raad van bestuur is een werkgever die met enige afstand zijn personeelsbeleid voert. Hij is immers zelf niet dagelijks op de werkvloer actief. Voeling houden met de werkplek en wie en wat er in beweegt is geen eenvoudige opdracht, maar wel een belangrijk aandachtspunt. Wie z’n werknemer wil opvolgen, moet weten waar hij mee bezig is.
2
Spontaan en vrijwillig
Spontaniteit en vrijwilligheid zijn de basis van het jeugdhuiswerk, dit lijkt niet altijd goed te matchen met een stabiele visie en een doordachte werknemersbegeleiding. Maak daarom duidelijke afspraken (wie is waarvoor verantwoordelijk, wie is wanneer beschikbaar …) en verdeel het werk. Zo verkleint de kans op administratieve fouten en misverstanden en is het aangenamer werken voor je beroepskracht.
3
Continuïteit
De constante wissel van bezetting in de vrijwilligersploeg van een jeugdhuis of jongerencentrum heeft een grote invloed op de continuïteit. Continuïteit is nochtans een belangrijke factor als het aankomt op beleid voeren. Zeker wat betreft een personeelsbeleid. Streef naar een duurzaam beleid, zodat de vrijwilligerswissels niet te veel invloed hebben op de beroepskracht. Stel om de continuïteit te bewaken een team op dat verantwoordelijk is voor het personeel en het geheel kan managen op lange termijn.
14
4
Jong geweld
Het voeren van een degelijk personeelsbeleid vraagt bepaalde competenties. Heel wat jonge bestuurders missen ervaring en hebben het moeilijk om zich in de rol van werkgever te verplaatsen. Dat ligt niet zo zeer aan hun leeftijd, wel aan het gebrek aan de nodige knowhow, ervaringen en structuur. En daar kan je aan bouwen. Bundel de knowhow die al aanwezig is en ga voor een sterk team dat klaar staat voor je beroepskracht én waakt over het personeelsbeleid. Laat deze mensen ook bijscholing volgen, zodat ze hun taken nog beter kunnen uitvoeren.
5
DIY
De professionals in het jeugdhuiswerk worden vaak (te snel) aan hun lot overgelaten. Spreek met je beroepskracht vooraf duidelijk af wat zijn taken zijn en wat de wederzijdse verwachtingen zijn. Volg ook op waar je beroepskracht mee bezig is en hou regelmatig evaluaties. Als je beroepskracht voelt dat hij gesteund wordt, zal zijn engagement ook sterker zijn.
6
Supporteren
Je beroepskracht de nodige support geven is belangrijk. Dat is geen makkelijke taak, maar weet dat er een groot aanbod is aan bijscholingen, workshops en vormingen om je supporterkwaliteiten aan te scherpen. En vergeet ook niet dat je als beroepskracht niet alleen bent, wissel daarom regelmatig ervaringen uit met andere beroepskrachten.
Help, ik ben werkgever
Wakosta?
Wat is sociare? Sociare is de socioculturele werkgeversfederatie.
Een beroepskracht in dienst hebben, heeft natuurlijk financiële gevolgen. Ter illustratie vind je hier een berekening van de loonkost van een educatieve beroepskracht voor één jaar, barema B1c met nul jaar anciënniteit. De berekening werd gemaakt volgens de loonindex van 01/10/2008. In november 2010 wordt een nieuwe loonindexering verwacht.
Formaat en Sociare in het belang van werkgeversjeugdhuizen
Wat doet Sociare voor jou? • Sociare behartigt de belangen van werkgevers in de socioculturele sector. • Sociare informeert. Je kan er terecht voor gespecialiseerde informatie over CAO’s, tewerkstellingsvormen, arbeidsreglementen … Je kan informatie opvragen via telefoon, e-mail, de kennisbank op de Sociare-website, de SociarE-zines en nieuwsberichten.
Meer weten? www.sociare.be
[email protected] 02 503 18 11
Loonkost Brutoloon (barema 01/10/2008 B1c met 0 jaar anciënniteit) 1.975,18 x 12 = 23.702,16 Eindejaarspremie (CAO van 25 november 2008) 960,23 x 1 = 960,23 Vakantiegeld (92% van het bruto maandloon) 1.817,17 x 1 = 1.817,17 RSZ bijdrage werkgever (34,8% op bruto maandloon en eindejaarspremie) 8.582,51 x 1 = 8.582,51 Totaal loonkost voor de werkgever = 35.062,06 Bijkomende kosten Sociaal secretariaat +- 250 Verplichte arbeidsongevallen verzekering +- 250 Niet vergeten: naast de loonkost heeft je beroepskracht natuurlijk ook een computer nodig, een bureau, telefoon … En ook bijscholing en vorming kosten geld.
Een beroepskracht van formaat Formaat neemt een belangrijke rol op in de zoektocht en groei naar meer deskundigheid in de jeugdhuissector. We verzamelen, bundelen en verspreiden knowhow. En bovenal versterken we het netwerk van jeugdhuizen en beroepskrachten. Door het organiseren van ontmoetingen en vormingen. Op maat van de beroepskracht. Ter ondersteuning van de werkgever.
Visie vinden Werken met personeel in je jeugdhuis is een uitdaging. Je stelt niet zomaar iemand te werk. Het vraagt een personeelsbeleid met een visie. De belangrijkste vraag die je je daarbij moet stellen is: Wie hebben we in onze werking nodig? Hierop een antwoord formuleren vraagt heel wat stunt- en denkwerk, heel wat neuzen die in dezelfde richting moeten wijzen en bovenal een sterke visie op de werking. Als je als jeugdhuis beslist die uitdaging aan te gaan, moet je er voluit voor gaan. Doordacht en met veel goesting.
Als je beroepskracht voelt dat hij gesteund wordt, zal zijn engagement ook sterker zijn. Katrien Voorspoels
15
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Formaat + Sociare • Formaat behartigt via Sociare de belangen van de jeugdhuizen die werkgever zijn. • Jeugdhuizen die personeel tewerkstellen en lid zijn van Formaat, zijn via een collectief lidmaatschap automatisch lid van Sociare. • Voor het lidmaatschap bij Sociare betaal je als jeugdhuis een extra bijdrage van 19,80 euro per werknemer bij het lidmaatschap van Formaat. Omdat je jeugdhuis via Formaat bij Sociare aansluit, bespaar je 75 euro per jaar. • Elk aangesloten jeugdhuis kan – via Formaat – een paswoord krijgen voor de website van Sociare. Opgelet: enkel de bestuurder die verantwoordelijk is voor de tewerkstelling (zoals vermeld op het lidmaatschapsformulier van Formaat) kan het paswoord aanvragen via info@ formaat.be. Achter het paswoord vind je een massa informatie en antwoorden op frequent gestelde vragen.
Het kostenplaatje voor een beroepskracht
Vrijwillige werkgevers
“De beroepskrachten zijn onze protegés” Toen ze in 2002 iemand zochten om onze beroepskracht te ondersteunen, twijfelde ik dan ook niet.
“Ik worstel soms met m’n houding als werkgever.”
Katrien Van den Broeck zetelt in het bestuur van Kaddish in Schoten. Sinds 2002 is ze er personeelsverantwoordelijke. De beroepskracht in Kaddish is haar protegé.
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
“Ik blijf geboeid door het jeugdhuiswerk.” Ik ben ondertussen een ‘wat oudere vrijwilliger’ in het jeugdhuis. De dagelijkse werking van pintjes tappen en dingen organiseren ben ik een beetje ontgroeid. Maar ik blijf wel geboeid door het hele jeugdhuiswerk.
In het begin besef je niet goed dat je echt met iemands ‘job’ bezig bent en niet zomaar met een vrijwilliger. Ook nu worstel ik soms nog met de houding die ik als werkgever heb tegenover de beroepskracht. Na verschillende jaren heb ik uiteraard wel wat kennis verzameld over de rechten en plichten van de werkgever, maar ik leer ook iedere dag nog bij over mogelijke manieren om te evalueren en feedback te geven bijvoorbeeld.
“Evalueren is belangrijk.” We proberen regelmatig te evalueren. Eerst
later op moet letten bij het vinden van een job. Personeelsbeleid, de rechten en plichten van een werkgever, het zijn vaak dingen die ik niet leer tijdens m’n studies, maar waar ik wel meer over wil weten.
Katrien Touriany is voorzitter van Dido in Erpe-Mere. Twee jaar geleden nam ze de taak als personeelsverantwoordelijke op zich. Ze heeft vier personeelsleden om op te volgen. “Ik kreeg de kans om door te groeien.” Het jeugdhuis geeft je de kans om door te groeien en beetje bij beetje meer verantwoordelijkheid op te nemen. Ik was al een aantal jaar actief in de beheerraad, dat gaf me voldoende ervaring om het personeel te gaan opvolgen.
“Ik leer veel bij door dit te doen.” Als personeelsverantwoordelijke leer ik enorm veel bij. Door sollicitaties voor te bereiden en uit te voeren, ben ik op de hoogte van het verloop en de gevolgen van zo’n gesprekken. Zo weet ik al een beetje waar ik
16
“Het is niet altijd makkelijk om meer ervaren mensen bij te sturen.” Het is als jongere niet altijd evident om oudere, meer ervaren mensen tegen te spreken en bij te sturen. Ik heb nog geen ervaring op het gebied van werken, waardoor ik soms twijfel of ik de juiste oplossingen kies. Het is een grote verantwoordelijkheid, tenslotte beslis je over iemands dagelijkse werk en inkomsten. Personeel opvolgen vereist bovendien dat je continuïteit nastreeft en consequent handelt. Niet eenvoudig, omdat je als vrijwilliger niet altijd evenveel tijd kan maken. Het is ook niet simpel om objectief te blijven in alle situatie en niet altijd te oordelen vanuit de liefde voor m’n jeugdhuis.
“Luisteren is belangrijk.” Je moet iedereen de kans geven z’n verhaal te doen als er problemen zijn. Ik doe m’n best om me als voorzitter altijd onpartijdig
spreken we met elk kernlid en enkele vaste bezoekers over hun ervaringen met de beroepskracht. Zij kunnen dan hun eventuele opmerkingen of suggesties doorgeven. Dit overlopen we dan met de beroepskracht.
“We zijn goed bezig.” Ik sta er gelukkig ook niet alleen voor, maar begeleid de beroepskracht in tandem met een andere beheerder. Ook de provinciale ondersteuner van Formaat helpt me regelmatig uit de bres met advies. En om nog sterker te staan in mijn functie, nam ik deel aan het traject voor personeelsverantwoordelijke van Formaat, waar ik vooral veel ervaring uitwisselde met andere jeugdhuismedewerkers. Dit gaf me nieuwe inzichten, maar vooral het gevoel dat we best goed bezig zijn!
op te stellen in discussies. Wat ook belangrijk is, is dat je als werkgever goed op de hoogte probeert te blijven van wat leeft bij het personeel. Je moet je er zeker ook bewust van zijn dat een beroepskracht het jeugdhuis met al zijn gewoontes en tradities niet eigen is.
“Er moet voldoende contact zijn tussen de beroepskracht en de vrijwilligers.” Om de beroepskrachten goed te kunnen opvolgen is er een personeelscomité. Dat bestaat uit mezelf en een bestuurslid. Dat comité staat vooral in voor praktische zaken: lonen betalen, verlofdagen regelen, opvolgen en evalueren van taken. Daarnaast staat het puntje ‘personeel’ standaard op de agenda van de driewekelijkse beheerraad. Zo zijn alle bestuursleden betrokken bij specifieke vragen van het personeel of van het personeelscomité. De werkuren zijn ook zo gekozen, dat er voldoende contact mogelijk is tussen de vrijwilligers en de beroepskracht. Die betrokkenheid is heel belangrijk. (kv & lv)
= r a ja k r e w w u ie n n e E od b n a a s g in m r o v w u ie n n e e
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Laat je inspireren t a a m r o F t e m n e m a s a en g . k r e w is u h d g u je r te e voor nog b skrachten
g/beroep www.formaat.be/vormin
17
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Personeel op het toneel
Personeelsbeleid in jeugdhuizen: een hele uitdaging Jeugdhuizen zijn bijzondere organisaties, vooral als je ze bekijkt vanuit het oogpunt van de mensen die de organisatie ‘maken’. Enerzijds maken de vele enthousiaste vrijwilligers een jeugdhuis tot een succes. Anderzijds is er meestal de nood om ook mensen in te schakelen die voor continuïteit zorgen, die een groot deel van hun tijd in het jeugdhuis kunnen investeren en die kaas gegeten hebben van jeugdhuiswerking, communicatie, technische infrastructuur en beleid op langere termijn. Hiermee doet de professional zijn of haar intrede.
Professional zijn in een jeugdhuis is vaak een eenzame positie. 18
Typerend voor de jeugdhuissector is dat de verhouding tussen vrijwilligers en beroepskrachten ongelooflijk ‘scheef’ is, tenminste qua aantal. Een, twee of hooguit drie professionele mensen runnen het jeugdhuis dag in dag uit. In veel gevallen is het er eentje. Dat brengt specifieke noden mee op vlak van personeelsbeleid. Die zetten we hier op een rijtje in de vorm van een aantal suggesties. 1. Schep een duidelijk kader van afspraken, bevoegdheden en verplichtingen. Niets is zo lastig, tijdrovend en verwarrend als een beroepskracht die de weg moet zoeken in de organisatie: Wat kan ik, wat mag ik? Wie moet ik waarvoor aanspreken? Wanneer moet ik wie waarover inlichten? Met wie moet ik wanneer rekening houden als er dringende beslissingen moeten genomen worden? Hoe ver reikt mijn verantwoordelijkheid voor dagelijkse aankopen en andere financiële verrichtingen? 2. Een duidelijk kader vraagt om een stevig en doordacht beleid vanwege het bestuur. Het is niet overdreven om te stellen dat
Jeugdhuizen evolueren. Een regelmatige injectie met actuele kennis en vaardigheden is dan ook nodig. het goed functioneren van beroepskrachten direct afhankelijk is van de stevigheid en het verstandig beleid van het bestuur. Soms lost men dat op door de beroepskracht lid te maken van het bestuur; dat heeft ook nadelen, want per slot van rekening wordt hij of zij dan zijn eigen werkgever.
4. Zorg dat de beroepskrachten op een paar goed bereikbare en geëngageerde mensen kunnen terugvallen. Professional zijn in een jeugdhuis is vaak een eenzame positie. Je kunt niet alles delen of bespreken met de vrijwilligers, je staat soms voor gecompliceerde of risicovolle situaties. Op een paar vertrouwenspersonen kunnen terugvallen is dan bijzonder belangrijk. Enerzijds in de loop van de gewone werking, maar anderzijds ook op specifieke momenten, die georganiseerd en vastgelegd worden om eens stil te staan bij hoe de dingen gaan. Ik pleit hier niet onmiddellijk voor al te formele functionerings- of evaluatiegesprekken, wel voor een dialoog die op bepaalde momenten toch de vorm krijgt van een echt bezinningsmoment. Het is goed om daarvoor één of twee bestuursleden of zelfs betrokken buiten staanders aan te stellen. 5. Reik de beroepskracht bijscholingsmogelijkheden aan. Jeugdhuizen evolueren, de werking moet bijgesteld en doordacht worden, jongeren en hun cultuur veranderen. Dat brengt de nood mee aan een regelmatige injectie met actuele kennis en vaardigheden. Vorming en bijscholing zorgen er niet alleen voor dat beroepskrachten steeds bij de tijd blijven. Het zijn ook onmisbare platforms voor contacten met collega’s uit andere jeugdhuizen. Een netwerk van gelijkgezinden en collega’s is zeker in zulke solojob onmisbaar.
Vorming en bijscholing zorgen er niet alleen voor dat beroepskrachten steeds bij de tijd blijven. Het zijn ook onmisbare platforms voor contacten met collega’s uit andere jeugdhuizen.
6. Tegenwoordig heeft men het vaak over coachend leiderschap. Dat is ontzettend verwarrend. Je beroepskrachten coachen kan je doen vergeten dat je hen ook leiding moet geven, dat je hoe dan ook een duidelijk kader met voldoende houvast moet bieden. Coachend leiding geven betekent in mijn ogen vooral een pleidooi om dat op een menselijke en niet op een autoritaire manier te doen. Dany Baert
Dany Baert is klinisch psycholoog, opleider en coach. Hij is algemeen directeur van de Interactie-Academie, een opleid ingscentrum voor professional s in de non profit sector. In een ver verleden was hij ook bestuu rsvoorzitter in een jeugdhuis .
19
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
3. Bij het creëren van een duidelijk kader hoort ook een goed doordacht beleid over de verhouding tussen vrijwilligers en beroepskrachten. Wat verwachten we van de enen en wat niet? Wat verwachten we van de anderen? Hoe zien we de samenwerking? Staan we achter de visie van de beroepskracht en achter zijn of haar aanpak van de vrijwilligers en van de leden? Zijn de principes en de uitgangspunten duidelijk? De beroepskracht(en) hun gezicht laten verliezen door het al te rechtstreeks op te pakken voor de leden is op de lange termijn nefast voor de (samen)werking. Het omgekeerde uiteraard ook.
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
De jeugdhuiswerker als ambtenaar Een tang op een varken
Er is meer en meer gemeentelijke tewerkstelling in de jeugdhuissector. Hoewel we vanuit Formaat de groeiende aandacht voor het jeugdwerk en de daaraan gekoppelde stijgende (financiële) erkenning een goede zaak vinden, stellen we in vraag of deze manier van werken wel altijd even goed past bij de eigenheid van het jeugdhuiswerk.
De evolutie Sinds het decreet lokaal jeugdbeleid dat half jaren ’90 in voege trad, groeide het aantal jeugdhuizen en jongerencentra spectaculair. Jeugdbeleid werd in de eerste plaats een bevoegdheid van het lokale beleidsniveau, de gemeente. Vanuit de eerste gemeentelijke jeugdbeleidsplannen en de daaraan verbonden inspraakprocessen werden heel wat initiatieven genomen tot oprichting van jeugdhuizen en jongerencentra. We zagen in die voorbije 15 jaar een sterke groei van tewerkstelling op gemeentelijke jeugddiensten ter ondersteuning van jeugdhuizen en jongerencentra. Naar schatting 62 jeugdhuiswerkers of 27% van iedereen die professioneel met jeugdhuiswerk bezig is, is in dienst van de gemeentelijke overheid. Tegelijkertijd zagen we een status quo in de particuliere tewerkstelling (in dienst van het jeugdhuis zelf), enkele uitzonderingen niet te na gesproken.
20
Begrijpelijke evolutie? Engagement Dat de tewerkstelling op gemeentelijke jeugddiensten de voorbije jaren sterk steeg is op het eerste zicht een begrijpelijke evolutie. Gemeenten zijn meer betrokken op het jeugdbeleid en de concrete lokale jeugdwerkinitiatieven. Het getuigt van engagement van gemeenten naar jongeren en hun organisaties om die te ondersteunen. Men wil goed draaiende jeugdhuizen, een aanbod voor tieners (SWAP), een fuifbeleid en een goed beheer van de gemeentelijke jeugdinfrastructuur. Het inzetten van personeel kan effectief een goed antwoord zijn op bepaalde beleidsuitdagingen.
Naar schatting 62 jeugdhuiswerkers of 27% van iedereen die professioneel met jeugdhuiswerk bezig is, is in dienst van de gemeentelijke overheid.
De jeugdhuismethodiek veronderstelt autonomie en zelforganisatie van jongeren. Is die autonomie nog gegarandeerd? Go-between
van jongeren om zelf beslissingen te nemen. Is die autonomie nog gegarandeerd? Is een jeugdhuis in zo’n context nog echt wel een experimenteerruimte? Een bron van creativiteit, van zotte, wilde ideeën, een plek waar ook de tegencultuur/de onderstroom een plaats krijgt? Of heerst hier het pragmatisme: ‘Een leuk idee maar dat krijg ik nooit verkocht bij mijn diensthoofd. Dat gaan we niet doen want dan kan ik het morgen op mijn bureau weer gaan uitleggen.’
Hou je knowhow
Ook een goede evolutie?
Het jeugdhuis wordt in vele gevallen het verlengstuk van het gemeentelijk beleid. We vragen ons af of het wel tot de doelstellingen van het gemeentelijk jeugdbeleid moet gerekend worden om door middel van ambtenareninzet tussen te komen in de dagdagelijkse jeugdwerkpraktijk. De grootste stad in Vlaanderen, Antwerpen, vindt alvast van niet en subsidieert 10 autonome vzw’s voor het beheren van jeugdcentra. Vanuit de overtuiging dat de knowhow uit de praktijk beter binnen de organisaties zelf kan ontwikkeld worden dan binnen de stedelijke overheid. Via convenanten worden in dialoog tussen de overheid en de vzw de contouren uitgezet voor de toekomstige ontwikkeling.
Dat krijg ik nooit verkocht
Schizofrene situaties
In heel wat gevallen treedt de gemeente dus op als werkgever van een jeugdwerker die een aanzienlijk deel van zijn tijd in het jeugdhuis doorbrengt. We vragen ons af of een dergelijke constructie niet haaks staat op waar de jeugdhuismethodiek voor staat. De jeugdhuismethodiek veronderstelt autonomie en zelforganisatie
Ook vanuit het perspectief van personeelsbeleid levert dit problemen op. De beroepskracht van het jeugdhuis krijgt zijn opdrachten van de jeugdhuisvrijwilligers, maar legt verantwoording af aan zijn diensthoofd, de gemeentesecretaris, de schepen. Dat zorgt in de praktijk voor schizofrene situaties en conflicten. Wie werft aan? Wie evalueert? Wie stuurt aan? Wie stort het loon? In alle gevallen de gemeentelijke overheid. Tegelijkertijd maakt men vaak de jeugdhuisvrijwilligers verantwoordelijk voor het functioneren van de gemeentelijke jeugdhuiswerkers. Het zorgt voor onontwarbare kluwens en verwarringen waarin uiteindelijk niemand zijn plaats nog kent. Nochtans een essentieel principe van organisatieontwikkeling en een helder personeelsbeleid. In 2008 besliste de stad Sint-Niklaas onder meer om deze redenen alle vier jeugdhuiswerkers die in dienst waren van de stad te subsidiëren via loonsubsidie, toegekend aan het jeugdhuis.
Een jeugdhuis met de gemeente als werkgever, is daar nog wel plek voor zotte ideeën?
Formaat pleit voor vertrouwen in jongeren. 21
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Jeugdhuiswerk is omwille van de werkvormen (instuif, muziek), het open karakter en de complexiteit van de werking op sommige momenten en aspecten kwetsbaar. De gemeentelijke beroepskracht wordt ingezet voor een versterking van de werking en is voor de gemeente ook een vinger aan de pols. De gemeentelijke jeugdwerker is een buffer, een go-between tussen jongeren en de gemeente. Vaak wordt van deze (deeltijdse) jobuitbreidingen ook gebruik gemaakt om andere hiaten in het gemeentelijk jeugdbeleid of de werking van de jeugddienst op te vullen: het voeren van een fuifbeleid, jongerencultuurbeleid, het beheer van het gemeentelijk jeugdcentrum, etc. Tewerkstelling is een hele financiële investering voor een gemiddelde gemeente. Het willen beheersbaar houden van die middeleninzet maakt dat gemeenten vaak kiezen om de tewerkstelling zelf op te zetten in de plaats van middelen te voorzien voor een particuliere jeugdhuis vzw.
Flexibiliteit? Bovendien is het ambtenarenstatuut niet voorzien op de arbeidsflexibiliteit van een jeugdhuiswerker verwacht wordt. In meerdere gemeente krijgen we te horen dat de jeugdhuiswerker een aanvraag moet indienen voor elke minuut die buiten het uurrooster wordt gewerkt. Aanvragen worden soms geweigerd. Het verlof stapelt zich op en voor elke gewerkte zondag moet een massa compensatie genomen worden. Het paritair comité van het sociaal-cultureel werk heeft wel dergelijke CAO’s op maat van de sector en de job van de sociaal-cultureel werker uitgewerkt.
Betoog I september 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Een alternatief? Formaat wil pleiten voor vertrouwen in jongeren. In tientallen jeugdhuizen en jongerencentra wordt dagdagelijks aangetoond dat jongeren zelf een dergelijke tewerkstelling kunnen organiseren en dat het in de praktijk blijkt te werken. Moet je als gemeentelijke overheid dan zomaar je handen afhouden van het jeugdhuis? Zeker niet. Formaat wil pleiten voor een dialoog tussen jeugdhuis en gemeente die leidt tot partnerschap.
Wat zegt de wet?
We pleiten voor een slimme ondersteuning vanuit de jeugddienst die er op gericht is de jeugdhuismethodiek in al zijn facetten te versterken (zie kader). Partnerschap is niet hetzelfde als een (gedwongen) huwelijk. Zowel de gemeente als het jeugdhuis behouden hun autonomie en hun kritische geest ten aanzien van elkaar. De gemeentelijke overheid zit samen met Formaat en andere partners in de juiste positie om de jeugdhuisbesturen te versterken en ondersteunen zodat kwaliteitsvolle, particuliere tewerkstelling alle kansen krijgt. (tw & td)
Nieuwe brochure ‘Een jeugdhuis in je gemeente’
Een gemeente is geen interim-kantoor en kan dus niet zomaar personeel detacheren naar een autonome vzw. De ondersteuning van een of meerdere jeugdhuizen kan in principe wel een deel van het takenpakket zijn van iemand die op de jeugddienst werkt. In het geval van een EVA (extern verzelfstandigde agentschappen in vzw-vorm, vroegere paragemeentelijke vzw) kan de gemeente personeel ter beschikking stellen. Alleen moeten die vzw’s uiterlijk vanaf 1/1/2013 voldoen aan de bepalingen van het gemeentedecreet. Dat wil zeggen dat in die beheersstructuren (algemene vergadering en raad van bestuur) de gemeente het voor het zeggen heeft. Met andere woorden, een jeugdhuis zonder participatie van de gemeente in beheersstructuren kan geen gemeentelijke beroepskracht meer tewerkstellen. De vzw kan dan de speelbal worden van de gemeenteraad. Betrokkenheid en zelforganisatie, twee belangrijke principes van de jeugdhuismethodiek komen dan zwaar op de helling te staan. (jm)
22
Het ambtenarenstatuut is niet voorzien op de arbeidsflexibiliteit die van een jeugdhuiswerker verwacht wordt.
Wil je hier meer over lezen en je mening vormen over de relatie jeugdhuis – gemeente? Download dan de brochure ‘Een jeugdhuis in je gemeente’ op www.formaat.be. De brochure ‘Een jeugdhuis in je gemeente - Van oogcontact naar partnerschap in lokaal jeugdbeleid’ is een voorlopige visietekst van Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen over gemeentelijke jeugdhuisondersteuning. Formaat werkt in de zomer en het najaar van 2010, samen met partners, een traject uit dat zal resulteren in een definitieve versie met onder meer concrete tools en aandachtspunten inzake gemeentelijke jeugdhuisondersteuning. Opmerkingen en bedenkingen zijn dus meer dan welkom en zullen meegenomen worden in het verdere schrijfproces. Voor alle feedback één adres:
[email protected]