Werkboekje bij de
Efezebrief
Jongeren en volwassenen
Beste jij Tijdens onze groepsbijbelstudie gaan we met elkaar de Efezebrief bestuderen. We behandelen niet de hele brief, maar wel zoveel ervan dat we de hoofdthema’s te pakken hebben. Tijdens de bijbelstudies zullen we nadenken over thema’s als: • • • • •
Het verschil tussen een leven met en zonder Christus Dat wat de Heere Jezus voor zondaren zoals jij en ik heeft gedaan Hoe rijk je bent als Christus jouw Redder en Koning is Groeien in geloof en het leven als een christen, in heel praktische situaties De geestelijke strijd waarin je terecht komt als je een christen bent en hoe je daarin kunt staan
De bijbelstudies zijn als volgt gerangschikt: Hoofdstuk 1-3 – de basis • Onvoorstelbaar gezegend – over de zegeningen in Christus (1:3-14) • De noodzakelijke start – over het levend gemaakt worden met Christus (2:1-10) • Soli deo gloria – over groeien in het getuigenis en het kennen van Christus (3:8-21) Hoofdstuk 4-6 – de praktijk • Samen dienen en groeien – over eenheid en verscheidenheid in het lichaam van Christus (4:1-16) • Aan de vruchten ken je de boom – over het nieuwe leven in navolging van Christus (4:17-5:21) • Getuigen op je plek – over relaties als beeld van een hogere werkelijkheid (5:21-6:9) - aanwijzingen voor het gemeenteleven, gezinsleven en de persoonlijke wandel • Weten, geloven en standhouden – over het krachtig staan in de geestelijke strijd (6:10-20) Het is heerlijk om de echte rust bij de Heere Jezus te vinden (Matth.11:28), maar Paulus legt in de Efezebrief ook uit wat daarná moet volgen: ‘wandelen’. Zeven keer gebruikt hij dit werkwoord in deze brief in de volgende teksten: 2:10; 4:1; 4:17; 5:2; 5:8; 5:15. Het ‘wandelen’ heeft alles te maken met het gaan leven zoals de Heere dat bedoeld heeft. Vandaar dat we ook juist in de laatste drie hoofdstukken veel praktische aanwijzingen vinden voor het leven van alledag. Aan de vruchten ken je immers de boom! Ook voor het doen van bijbelstudie is een zekere mate van inspanning nodig. Omdat de Bijbel geschreven is in een andere taal, tijd en cultuur, is niet altijd alles even makkelijk te begrijpen. Maar met enige voorbereiding kom je een heel eind. Je zult er ook veel gemak van hebben tijdens de groepsbijbelstudie. Om je te helpen bij de voorbereiding heb je allereerst dit werkboekje. Je vindt er bij iedere bijbelstudie een paar vragen waar je voor de bijbelstudie al mee bezig kunt zijn. Het is belangrijk om vooraf al wat denkwerk te doen, met name over hoe jij zelf in deze dingen staat. Tijdens de groepsbijbelstudie komen we hier op terug. We roepen je op om deze voorbereidingen echt te treffen. De beste voorbereiding die je kunt treffen voor de bijbelstudie en het groepsgesprek is het herhaaldelijk biddend lezen van deze brief. De Heere wil jou persoonlijk onderwijs geven over de dingen van Zijn koninkrijk. Daarnaast kun je ook kijken wat anderen hierover geschreven hebben. Soms is het interessant om grondwoorden en verwijsteksten na te zoeken. Noteer je vragen en dingen die je wilt inbrengen tijdens het groepsgesprek. Bid ook vooraf al voor je groepsgenoten en degenen die de studies gaan (in)leiden. Kom beslagen ten ijs. Ik wens je fijne bijbelstudies toe, waarin je niet alleen ‘tot rust zult komen’, maar ook zult ‘wandelen’. ‘….Opdat wij zouden zijn tot lof(prijs) van Zijn heerlijkheid…’ (1:12) Bastin Romijn www.hemels-brood.nl /
[email protected] / 0182-520816
2
De brief aan Efeze Een brief van Paulus De brief aan Efeze is, samen met een aantal andere brieven, geschreven door Paulus tijdens zijn eerste gevangenschap in Rome, zes tot acht jaar voor zijn dood (60-62 na Chr.). Paulus heeft niet alleen veel betekend voor de eerste christelijke gemeenten toen hij nog een vrij man was, maar ook in gevangenschap. Hij kon ook toen het Woord van God ongehinderd doorgeven (Hand.28:31) en heeft dat onder meer gedaan door brieven te schrijven. Mogelijk is de brief aan Efeze de eerste gevangenschapsbrief geweest, direct daarna gevolgd door de brief aan Kolosse. Er zijn aanwijzingen dat Paulus na deze gevangenschap nog enkele jaren vrij is geweest, maar daarna opnieuw gevangen is gezet. Deze gevangenschap liep wel uit op zijn dood (2Tim.4:6-8). Ondanks de naam waaronder wij deze brief kennen – de brief aan Efeze – is het goed mogelijk dat deze brief niet speciaal aan de christenen in deze stad gericht was. In sommige oude handschriften ontbreekt namelijk de vermelding ‘in Efeze’ (1:1) en ook kunnen we uit de brief niet opmaken dat Paulus ingaat op situaties die met deze stad te maken hadden. Mogelijk is deze brief daarom een rondzendbrief voor meerdere gemeenten in Klein-Azië, die uiteindelijk de naam heeft gekregen van de grootste stad in de streek: Efeze. Waarschijnlijk is de brief ‘aan Efeze’ in de zelfde tijd ontstaan als de brief aan Kolosse. Deze twee brieven kunnen gerust ‘spiegelbrieven’ worden genoemd. Ze hebben een grote overeenkomst wat betreft de inhoud en de opbouw. Het bestuderen van de brief aan Kolosse zou een mooi vervolg kunnen zijn op de bijbelstudies die we tijdens het gezinskamp gaan doen. Sommige bijbeluitleggers houden de brief ‘aan Efeze’ voor de brief aan Laodicea. Paulus zegt namelijk in Kol.4:16 dat de brief aan Kolosse ook in Laodicea gelezen moet worden en de brief aan Laodicea ook in Kolosse. Deze twee steden lagen zo’n 25 km. van elkaar af.
De stad Efeze Efeze was in de oudheid een grote havenstad en ligt aan de westkust van het huidige Turkije, in de provincie Izmir. In Efeze was destijds een groot heiligdom – een van de zeven wereldwonderen – voor de vruchtbaarheidsgodin Artemis, die ook wel Diana genoemd werd (Hand.19). Een ander beroemd gebouw is het theater, waar plaats was voor 25.000 toeschouwers. Efeze beleefde een bloeiperiode tijdens het Romeinse rijk. De stad werd met name rijk door de handel, die het goed deed dankzij de ligging aan de zee. Efeze heeft op haar hoogtepunt ca. 100.000 inwoners gehad. De stad raakte in verval tijdens de Middeleeuwen, met name doordat de haven verzandde en de stad in het binnenland kwam te liggen. Uiteindelijk werd de stad zelfs grotendeels verlaten. Efeze staat tegenwoordig bekend als het grootste openluchtmuseum van het Romeinse Rijk. Je kunt er je hart ophalen aan het bekijken van Griekse en Romeinse bouwwerken, zoals restanten van tempels, waterwerken, rioleringen en het theater.
De christelijke gemeente in Efeze In de tijd van Paulus was er in Efeze al een christelijke gemeente. In Hand.18:23-21:16 wordt de periode beschreven dat Paulus daar twee jaar is geweest. Paulus heeft veel tegenstand ondervonden door de Artemis-cultus. Ook in Openbaringen wordt de gemeente van Efeze genoemd (Op.2:1-7). Behalve complimenten krijgt deze gemeente ook aangezegd ‘dat ze hun eerste liefde hebben verlaten’. In de vierde eeuw na Christus bekeert het grootste deel van de Efezenaars zich onder druk van de Romeinen tot het christendom.
3
Beginnen bij de basis
om te lezen
De hoofdstukken 1 t/m 3 In de komende jaren zul jij wellicht een huis gaan kopen, een eigen plek om – samen of alleen – te wonen. Een woning die al wat ouder is, moet vaak behoorlijk opgeknapt worden, voordat hij bewoonbaar is. De nieuwe eigenaars gaan daar soms heel verschillend mee om. De een gaat al snel aan de slag met verf en kwasten en wil zo snel mogelijk een toonbaar resultaat neerzetten. Een ander maakt hier en daar eens wat open omdat hij graag wil weten of bijvoorbeeld de constructie van het huis of de bedrading wel in orde zijn. Bij zo’n inspectie kunnen nare dingen aan het licht komen, bijvoorbeeld slechte balken die vervangen moeten worden, of een lek dak. Dat gaat meestal veel geld en ook veel tijd kosten, maar je besluit toch om het op te lossen voordat je het huis gaat inrichten. De basis moet immers goed zijn. Zo niet, dan kom je vroeg of laat in de problemen. Paulus begint deze brief met drie hoofdstukken waarin hij de basis beschrijft van een christenleven: het in Christus zijn en alles wat daarbij hoort. Op grond van die basis gaat hij in de drie hoofdstukken daarna uitleggen hoe een leven van een christen er daarom hoort uit te zien. Als de Heere Jezus jouw Redder en Koning is, dan zijn de consequenties voor je leven heel groot. Aan de vruchten ken je immers de boom. Het is daarom erg belangrijk dat we ons goed verdiepen in die basis. In de basis ligt het geheim voor alles wat daarna komt. Een goede boom brengt namelijk goede vruchten voort (Matth.7:17-18). En op een degelijk fundament kan een huis gebouwd worden wat niet omvalt (Matth.7:24-25). Het is belangrijk dat je voor de Heere wilt leven. Maar het is allereerst noodzakelijk dat de Heere in jou leeft. De heiliging van je leven kan nooit plaatsvinden als er geen rechtvaardiging (redding) is.
De eerste drie bijbelstudies In de eerste bijbelstudie ontdekken we welke basis de Heere wil leggen in het leven van jou en mij en welke basis je hebt als je een kind van God mag zijn. In de tweede bijbelstudie zien we het verschil tussen een leven mét of zonder God en praten we met elkaar door over hoe die ommekeer in je leven kan plaatsvinden en wat daarvan het gevolg is. In de derde bijbelstudie leren we onder andere hoe de Heere zelf door Zijn Geest de basis verdiept. Uit onszelf is geen groei en vrucht te verwachten, maar ook dat werkt de Heere zelf in ons hart.
4
Onvoorstelbaar gezegend
groepsbijbelstudie
Hoofdstuk 1:3-14 3 Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemel in Christus, 4 omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, om heilig en smetteloos te zijn voor Hem in de liefde. 5 Hij heeft ons tevoren voorbestemd om tot Zijn kinderen aangenomen te worden door Jezus Christus, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil, 6 tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde. 7 In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de misdaden, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade, 8 die Hij ons overvloedig geschonken heeft, in alle wijsheid en bedachtzaamheid, 9 toen Hij ons, overeenkomstig Zijn welbehagen, dat Hij in Zichzelf voorgenomen had, het geheimenis van Zijn wil bekendmaakte, 10 om in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen te brengen, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is. 11 In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe tevoren bestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt naar de raad van Zijn wil, 12 om tot lof van Zijn heerlijkheid te zijn, wij, die al eerder onze hoop op Christus gevestigd hadden. 13 In Hem bent ook u, nadat u het woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte, 14 Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn heerlijkheid.
Om alvast eens over na te denken Vragen over de tekst Als jij de Heere kent, dan noemt Paulus jou een heilige en gelovige in Christus Jezus (1:1) en dan ben je gezegend met alle geestelijke zegen in de hemel in Christus (1:3). 1. In dit tekstgedeelte wordt opgesomd wat die zegen allemaal inhoudt. Probeer het eens op een rij te zetten. 2. Het is onvoorstelbaar wat de Heere allemaal heeft gegeven en wil geven aan mensen zoals jij en ik. Maar daarmee is niet alles gezegd. De Heere heeft er ook doelen mee op het oog. Welke? 3. Wat leer je in dit gedeelte over de vader, de Heere Jezus en de Heilige Geest? Dit vind ik heel mooi! Hoe moet je dit zien? Dit begrijp ik niet Wat vinden anderen hiervan? Dit lijkt me erg belangrijk
Vs. Vs. Vs. Vs. Vs.
Vragen over jezelf Praten over rijkdom in het algemeen is nog iets anders als praten over jouw persoonlijke rijkdom. In dit gedeelte komt direct de vraag naar jou toe of deze zegeningen realiteit voor jou zijn. 1. Op grond waarvan beantwoord je deze vraag met ‘ja’, ‘nee’ of ‘ik weet het niet’? 2. Wat doet het met je dat de Heere zoveel ‘energie steekt’ in het zegenen van mensen?
5
Mijn aantekeningen
De les van deze dag voor mij
Gebedspunten
6
De noodzakelijke start
groepsbijbelstudie
Hoofdstuk 2:1-10 1 En u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de misdaden en de zonden, 2 waarin u voorheen gewandeld hebt, naar het tijdperk van deze wereld, naar de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkt in de kinderen van de ongehoorzaamheid, 3 te midden van wie ook wij allen voorheen verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en de gedachten te doen; en wij waren van nature kinderen des toorns, evenals de anderen. 4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde waarmee Hij ons liefgehad heeft, 5 ook toen wij dood waren door de misdaden, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – 6 en heeft ons mede opgewekt en mede in de hemel gezet in Christus Jezus, 7 opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. 8 Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof en dat niet uit uzelf, het is de gave van God; 9 niet uit de werken, opdat niemand zou roemen. 10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
Om alvast eens over na te denken Vragen over de tekst 1. Wat zijn volgens deze teksten de verschillen tussen het oude leven zonder Christus en het nieuwe leven met Christus? 2. De overgang van het oude naar het nieuwe leven is een werk van God, maar het gaat niet buiten jou om. Wat doet de Heere zelf en wat vraagt Hij van ons (vers 4-9)? Dit vind ik heel mooi! Hoe moet je dit zien? Dit begrijp ik niet Wat vinden anderen hiervan? Dit lijkt me erg belangrijk
Vs. Vs. Vs. Vs. Vs.
Vragen over jezelf 1. Kun jij terugkijken op ‘het oude leven’? Waarom wel of niet? 2. De Heere vraagt van jou geloof. Maar dat zelfde geloof wordt ook weer door Hem gewerkt. Er is niets van het nieuwe leven wat ontstaat door onszelf. Begrijp jij hoe dat zit? En hoe ga je ermee om? 3. De Heere wil je niet alleen redden, maar Hij heeft ook een plan met je leven (vers 10). Geloof je dat? En merk je daar iets van?
7
Mijn aantekeningen
De les van deze dag voor mij
Gebedspunten
8
Soli deo gloria
groepsbijbelstudie
Hoofdstuk 3:8-21 8 Mij, de allerminste van alle heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te verkondigen, 9 en allen te verlichten, zodat zij kunnen begrijpen wat de gemeenschap aan het geheimenis inhoudt, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God, Die alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus, 10 opdat nu door de gemeente bekendgemaakt zou worden aan de overheden en de machten in de hemel de veelvuldige wijsheid van God, 11 volgens het eeuwig voornemen, dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onze Heere. 12 In Hem hebben wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen, door het geloof in Hem. 13 Daarom vraag ik u dringend dat u de moed niet verliest vanwege mijn verdrukkingen omwille van u, want dat is uw heerlijkheid. 14 Om deze reden buig ik mijn knieën voor de Vader van onze Heere Jezus Christus, 15 naar Wie elk geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, 16 opdat Hij u geeft, naar de rijkdom van Zijn heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in de innerlijke mens, 17 en Christus door het geloof in uw harten woont en u in de liefde geworteld en gefundeerd bent, 18 opdat u ten volle zou kunnen begrijpen, met alle heiligen, wat de breedte en lengte en diepte en hoogte is, 19 en de liefde van Christus kent, die de kennis te boven gaat, opdat u vervuld zou worden tot alle volheid van God. 20 Hem nu Die machtig is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken, overeenkomstig de kracht die in ons werkt, 21 Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid. Amen.
Om alvast eens over na te denken Vragen over de tekst 1. Lees hoofdstuk 3 vanaf het begin en probeer te ontdekken wat het geheimenis (of de verborgenheid) is, waar Paulus het over heeft. 2. Waar in de verzen 8 t/m 21 kom je het ‘Soli deo gloria’ (God alleen de eer!) tegen? 3. Om welke dingen bidt Paulus in vers 14-19? Zet het eens op een rijtje. Dit vind ik heel mooi! Hoe moet je dit zien? Dit begrijp ik niet Wat vinden anderen hiervan? Dit lijkt me erg belangrijk
Vs. Vs. Vs. Vs. Vs.
Vragen over jezelf Wij zijn geschapen om God te eren (lees Psalm 95 en 100). De zondeval heeft hier een enorme streep doorheen getrokken. In het leven van een christen wordt dit eren en aanbidden van de Heere als het goed is weer hersteld. 1. Wat krijgt de Heere van jou terug voor alles wat Hij voor je doet en heeft gedaan? En wat houd je voor jezelf? 2. Kunnen anderen om jou heen merken dat jij een christen bent? Waaraan dan?
9
Mijn aantekeningen
De les van deze dag voor mij
Gebedspunten
10
Overal zijn nog restanten te zien van het eens zo welvarende Efeze
Reconstructie van de tempel van Artemis in Efeze
11
Het amfitheater is het meest bekende en indrukwekkende overblijfsel uit de tijd dat Efeze nog een bloeiende havenstad was. Het was een van de grootste amfitheaters in Klein-Azië. De bouwwerkzaamheden waren klaar in de tweede eeuw na Christus. Er waren 24.000 zitplaatsen en 1000 staanplaatsen. Hier zijn destijds ook christenen gedood door wilde dieren.
12
Leven vanuit de basis
om te lezen
De hoofdstukken 4 t/m 6 De basis voor een goed huis is een goede fundering. Als je langs een bouwput rijdt en je bekijkt de fundering die gestort is, dan kun je al een beetje zien hoe het huis er uit zal gaan zien. Je ziet waar de muren komen en hoe groot de oppervlakte van het huis wordt. Het huis wat gebouwd wordt, zal precies gaan passen bij deze fundering. Niet te groot, maar ook niet te klein. Als je in het voorjaar een appelboom ziet staan, dan ga je er helemaal van uit dat daar in de zomer appels aan groeien. Hoe groter de boom, hoe meer appels je verwacht. En zeker geen peren. De vruchten zullen passen bij deze boom (Matth.7:16). Deze twee voorbeelden laten ons zien wat Paulus bedoelt als hij in hoofdstuk 4:1 schrijft: ‘…ik roep u ertoe op waardig te wandelen, in overeenstemming met de roeping waarmee u geroepen bent…’ In de eerste drie hoofdstukken van de Efezebrief hebben we kennis gemaakt met de basis die de Heere gelegd heeft in het leven van een christen. Wat een fundament! En wat een ommekeer in je leven als je de Heere leert kennen. Is dit fundament in jouw leven al gelegd? Zonder Christus was je een vreemdeling en bijwoner, maar in Hem ben je een medeburger van de heiligen en een huisgenoot van God geworden (2:19). God heeft je de taak toevertrouwd om Zijn getuigenis te verspreiden (3:10). Paulus gaat verder met een beschrijving van het leven wat bij deze basis hoort; het ‘huis’ wat op dit fundament gebouwd hoort te worden (2:20-21). Hij besteedt hier ook drie hoofdstukken aan. Paulus begint met een appél, een opdracht (4:1). Als het aan de Heere ligt, dan komt dat ‘huis’ er. We lezen dat op veel meer plaatsen in de Bijbel. ‘Wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht’ (Joh.15:5). Lees ook eens Gal.5:22. In de basis ligt het geheim voor alles wat daarna komt. Paulus legt echter de nadruk op jouw verantwoordelijkheid daarin. Aan je redding kun je niets bijdragen. Genade krijg je, door het geloof (2:8). Je mag rusten op het offer wat Christus voor jou bracht. Maar daarna volgt het ‘wandelen’. ‘Ga leven zoals je bedoeld bent!’, wil Paulus zeggen. Je kunt dit alleen in de kracht van de Heilige Geest, die de Heere in je heeft gelegd (1:19; 3:16).
De komende bijbelstudies In de vierde bijbelstudie denken we na hoe je ‘waardig kunt wandelen’ in de relaties waarin je geplaatst bent. In de vijfde bijbelstudie ontdekken we hoe belangrijk de gemeente (het lichaam van Christus) is en hoe de Heere ons samen wil opbouwen, zodat we ook samen volwassen worden in het geloof. In de zesde bijbelstudie worden we geconfronteerd met een hele reeks duidelijke opdrachten, die ons dwingen om onze manier van leven onder de loep te nemen. Als de Heere Zijn kerk bouwt, bouwt satan zijn kapel. Als we gaan groeien en bloeien voor de Heere, worden we gevaarlijk voor de boze. In de laatste bijbelstudie leren we daarom hoe we kunnen standhouden tegen de aanvallen van satan en zijn onderdanen.
13
De raaf en de duif ‘Elegant, kijk toch eens hoe sjiek,’ dacht de raaf terwijl hij van een afstand toezag hoe de duif zich voortbewoog. Hier een graantje, daar een zaadje en vervolgens een paar kruimeltjes brood pikkend. ‘Ik wou dat ik ook zo was.’ En meteen ging hij aan het werk. Hij oefende en oefende en het ging hem steeds beter af. Hij hakte niet meer zo met de snavel, maar pikte netjes, hij zocht naar graantjes en zaad, o ja, vloog naar de bakker en wentelde zich in een baal meel om net zo stralend wit te zijn als de duif en toen ging hij op spraakles: ‘Kroe-kroekra, o nee, uh, koekerekra…’ en hij oefende tot hij het eindelijk kon: ‘Koekerekoe, koekerekoe, ik kan het, nu ben ik een echte duif!’ Vol trots, maar nog wel wat onzeker, trippelde de raaf langs de grasrand, zodat iedereen hem kon gadeslaan. Totdat…hij bij de afvalmand kwam en de stank rook van die overheerlijke schimmels. Hij vergat zijn idealen en stoof eropaf; hij was weer gewoon raaf. Om echt te leven zoals de Heere dat wil moet er van binnen wat veranderen. Dat noemen we wedergeboorte (Joh.3:3).
Geen ruimte voor onkruid Een man die een heleboel groente in zijn eigen tuint verbouwde, gaf eens de volgende tip: ‘Als je geen last wilt hebben van onkruid, moet je er gewoon geen ruimte voor laten. Ik heb er weinig last van omdat ik alle grond vul met gezonde groenten.’ Ik probeerde deze tip uit in mijn eigen tuintje toen daar in het voorjaar ontzettend veel onkruid groeide. Eerst trok ik het onkruid eruit. Daarna kocht ik een zak zaad voor mooie grote bloemen. Ik zaaide het zaad en gaf de bloemen genoeg water. De bloemen groeiden goed en lieten inderdaad geen ruimte meer over voor onkruid. Is dit eigenlijk ook niet wat Paulus bedoelt als hij zegt: ‘Wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees’ (Gal. 5:16) of ‘Geef de duivel geen plaats’ (Ef.4:27). Is er in jouw leven geestelijk onkruid, wat je de baas wordt? Zo ja, trek het dan uit. Belijd je zonden aan de Heere. En overwin het kwade door het goede met hulp van de Heere zelf. Dan zal je levenstuin weer vruchtbaar zijn.
Volwassen worden ‘Lees je Bijbel, bid elke dag, opdat je groeien mag…’ Hoe vaak heb je dit lied misschien al gezongen? En, hoe gaat het ermee? Paulus schrijft over volwassen worden als een proces wat moet groeien…en wat dus blijkbaar ook stil kan staan. De Heere wil ons zoveel geven om te ontdekken en van te genieten, maar als we geestelijk niet groeien, missen we dit alles. Een vader had zijn zoontje van vier bij zich in de auto. ‘Basje,’ vroeg hij, ‘wat wil jij worden als je een man bent?’ ‘Ik wil geen grote man worden,’ zei de kleuter. ‘Waarom niet?’ vroeg de vader verbaasd. Basje zei: ‘Omdat ik dan niet meer op mijn driewieler kan rijden!’ De vader glimlachte: ‘Ja, Basje, toen ik vier was, vond ik het ook heel fijn op mijn driewieler, maar ik ben nú toch maar erg blij dat ik een auto heb.’ Veel gelovigen doen net als deze jongen: ze klemmen zich vast aan dat waar ze zich fijn of veilig bij voelen, terwijl de Heere hen nog veel verder op de weg wil leiden. In Hebr. 5:12 staat: ‘Want hoewel u naar de tijd gerekend, leraars behoorde te zijn, hebt u weer nodig, dat men u de eerste beginselen van de uitspraken Gods leert…’ Als een klein kind niet groeit, dan gaan we ermee naar de dokter. Maar hoe normaal vinden we het als wijzelf of iemand anders geestelijk niet groeien? Hoe groei je dan geestelijk? Door jezelf te voeden met het voedsel wat de Heere ons geeft, de onvervalste melk van het Woord van God. Als pasgeboren kinderen moeten we daarnaar verlangen, zegt Petrus (1Petr.2:2). Heb jij honger naar het Woord van God? Alleen daardoor kun je geestelijk groeien. ‘Lees je Bijbel, bid elke dag opdat je groeien mag’.
14
Getuigen op je plek
lezing en verwerking
Hoofdstuk 5:21-6:9 21 Schik u onder elkaar in het vrezen van God. 22 Vrouwen, schik u onder uw eigen man, als onder de Heere, 23 want de man is hoofd van de vrouw, zoals ook Christus hoofd van de gemeente is; en Hij is Behouder van het lichaam. 24 Daarom, zoals de gemeente aan Christus ondergeschikt is, zo behoren ook de vrouwen zich in alles onder hun eigen man te schikken. 25 Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven, 26 om haar te heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord, 27 om de gemeente in al haar heerlijkheid voor Zich te plaatsen, zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar heilig en smetteloos. 28 Zo moeten de mannen hun eigen vrouw liefhebben als hun eigen lichaam. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. 29 Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het, zoals ook de Heere de gemeente. 30 Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente. 31 Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn. 32 Dit geheimenis is groot; maar ik spreek met het oog op Christus en de gemeente. 33 Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man. 1 Kinderen, wees je ouders gehoorzaam in de Heere, want dat is recht. 2 Eer je vader en moeder (dat is het eerste gebod met een belofte), 3 opdat het je goed gaat en je lang leeft op de aarde. 4 En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op, maar voed hen op in de tucht en de terechtwijzing van de Heere. 5 Slaven, wees, evenals aan Christus, gehoorzaam aan uw heer naar het vlees, met vrees en beven, oprecht van hart, 6 niet met ogendienst, als mensenbehagers, maar als slaven van Christus; doe zo van harte de wil van God, 7 en dien met bereidwilligheid de Heere en niet de mensen. 8 U weet immers dat wat ieder aan goeds gedaan heeft, hij dat van de Heere terug zal ontvangen, hetzij slaaf, hetzij vrije. 9 En heren, doe hetzelfde bij hen; laat de dreiging achterwege. U weet toch dat ook uw Heere in de hemelen is en dat er bij Hem geen aanzien des persoons is.
Om alvast eens over na te denken Vragen over de tekst 1. Zet de opdrachten voor man, vrouw, opvoeder en kind, werkgever en werknemer in steekwoorden op een rijtje. 2. Zie je een relatie tussen deze opdrachten en de vorige hoofdstukken? Dit vind ik heel mooi! Hoe moet je dit zien? Dit begrijp ik niet Wat vinden anderen hiervan? Dit lijkt me erg belangrijk
Vs. Vs. Vs. Vs. Vs.
Vragen over jezelf 1. Wat komt er in je op als je dit gedeelte leest (reacties, vragen)? 2. Wat valt er voor jou nog te leren in hoe je met je ouders(s) of andere gezagsdragers omgaat? 3. (Als je verkering hebt:) Wat houdt liefde voor jou of voor jullie in?
15
Mijn aantekeningen
De les van deze dag voor mij
Gebedspunten
16
Samen dienen en groeien
groepsbijbelstudie
Hoofdstuk 4:1-16 1 Zo roep ik, de gevangene in de Heere, u ertoe op waardig te wandelen, in overeenstemming met de roeping waarmee u geroepen bent, 2 in alle ootmoed en zachtmoedigheid, met geduld, door elkaar in liefde te verdragen, 3 en u te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede: 4 één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent in één hoop van uw roeping, 5 één Heere, één geloof, één doop, 6 één God en Vader van allen, Die boven allen en door allen en in u allen is. 7 Maar aan ieder van ons is de genade gegeven naar de maat van de gave van Christus. 8 Daarom zegt Hij: Toen Hij opvoer in de hoogte, nam Hij de gevangenis gevangen en gaf Hij gaven aan de mensen. 9 Wat betekent dit 'toen Hij opvoer' anders dan dat Hij ook eerst neergedaald is in de diepten, namelijk de aarde? 10 Die neergedaald is, is Dezelfde als Die opgevaren is ver boven alle hemelen om alle dingen te vervullen. 11 En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, anderen als evangelisten en anderen als herders en leraars, 12 om de heiligen toe te rusten tot het werk van de bediening, tot opbouw van het lichaam van Christus, 13 totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, 14 opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door de bedriegerij van de mensen om sluw tot dwaling te verleiden, 15 maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alle opzichten zouden groeien in Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus. 16 Van Hem uit wordt het hele lichaam samengevoegd en bijeengehouden door elke band die steun geeft, overeenkomstig de eigen maat waarin ieder deel werkzaam is. Zo verkrijgt het lichaam zijn groei, tot opbouw van zichzelf in de liefde.
Om alvast eens over na te denken Vragen over de tekst 1. Hoe wordt het ‘waardig wandelen’ (4:1) in dit gedeelte concreet gemaakt? 2. Waarin zijn christenen één en waarin zijn ze verschillend? 3. Wat leer je in dit gedeelte over liefde en eenheid en hoe belangrijk zijn die twee? Dit vind ik heel mooi! Hoe moet je dit zien? Dit begrijp ik niet Wat vinden anderen hiervan? Dit lijkt me erg belangrijk
Vs. Vs. Vs. Vs. Vs.
Vragen over jezelf We lezen hier dat iedere christen een onderdeel is van het geheel: de gemeente. Dat betekent dat je ook een verantwoordelijkheid hebt voor die gemeente. 1. Wat betekent gemeente-zijn voor jou? In vers 12-15 noemt Paulus een aantal doelen die de Heere God met de gemeente wil bereiken: dat iedere gelovige gaat meebouwen aan de opbouw van de gemeente (12), eenheid van het geloof (13), kennis van Christus (13), volwassenheid in het geloof (13-14), standvastigheid in de waarheid (14-15), groeien in Christus en in liefde (15-16). 2. Welke doelen vind je mooi / lastig / moeilijk, etc.? Verlang jij hier ook naar in je leven?
17
Mijn aantekeningen
De les van deze dag voor mij
Gebedspunten
18
Aan de vruchten ken je de boom
groepsbijbelstudie
Hoofdstuk 4:17-5:21 17 Dit zeg ik dan en betuig het in de Heere, dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, 18 verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart. 19 Zij hebben zich, ongevoelig als ze zijn geworden, overgegeven aan losbandigheid, om alle onreinheid begerig te bedrijven. 20 Maar u hebt Christus zo niet leren kennen. 21 U hebt immers over Hem gehoord en bent in Hem onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is, 22 namelijk dat u, wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens zou afleggen, die ten verderve gaat door de begeerten van de verleiding, 23 en dat u vernieuwd zou worden in de geest van uw denken, 24 en de nieuwe mens zou aandoen, die naar het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid. 25 Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid, ieder tegen zijn naaste; wij zijn immers leden van elkaar. 26 Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, 27 en geef de duivel geen plaats. 28 Wie gestolen heeft, moet niet meer stelen, maar moet zich liever inspannen om met de handen goed werk te doen, om iets te kunnen meedelen aan wie gebrek heeft. 29 Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, dat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen. 30 En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. 31 Houd alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster ver van u, met alle slechtheid, 32 maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft. 1 Wees dan navolgers van God, als geliefde kinderen, 2 en wandel in de liefde, zoals ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven tot een offergave en slachtoffer, tot een liefelijke reuk voor God. 3 Maar ontucht en alle onreinheid of hebzucht, laten die onder u absoluut niet genoemd worden, zoals het heiligen past, 4 en evenmin oneerbaarheid, dwaze praat en grappenmakerij, die onbehoorlijk zijn, maar veelmeer past dankzegging. 5 Want dit moet u weten, dat geen enkele bedrijver van hoererij of onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. 6 Laat niemand u verleiden met inhoudsloze woorden, want om deze dingen komt de toorn van God over de kinderen van de ongehoorzaamheid. 7 Wees dan hun metgezellen niet. 8 Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht 9 – want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid – 10 en beproef wat de Heere welgevallig is. 11 En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer. 12 Want het is zelfs schandelijk te vertellen wat heimelijk door hen gedaan wordt. 13 Maar al deze dingen komen openbaar als ze door het licht ontmaskerd worden; want al wat openbaar maakt, is licht. 14 Daarom zegt Hij: Ontwaak, u die slaapt, en sta op uit de doden en Christus zal over u lichten. 15 Let er dan op, dat u nauwgezet wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen, 16 en gebruik de tijd goed, omdat de dagen vol kwaad zijn.
19
17 Wees daarom niet onverstandig, maar begrijp wat de wil van de Heere is. 18 En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest, 19 en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart, 20 en dank altijd voor alle dingen God en de Vader in de naam van onze Heere Jezus Christus. 21 Schik u onder elkaar in het vrezen van God.
Om alvast eens over na te denken Vragen over de tekst In deze teksten staat veel informatie. Hieronder wat vragen om er een beetje grip op te krijgen. 1. Probeer de opdrachten die hier staan met steekwoorden te noteren in twee kolommen. Vs
Dit wil de Heere niet dat ik doe
Vs
En dit is naar Zijn wil
2. Wat wordt er gezegd over de Heilige Geest? 3. In welke gedragsbeschrijvingen herken je het voorbeeld van Christus (4:20-21; 5:2)? Vragen over jezelf We kunnen niet alles tot in detail behandelen. Daarom is het belangrijk dat je zelf een aantal passages uitzoekt waarover je wilt praten. Dit vind ik heel mooi! Hoe moet je dit zien? Dit begrijp ik niet Wat vinden anderen hiervan? Dit lijkt me erg belangrijk
Vs. Vs. Vs. Vs. Vs.
20
Mijn aantekeningen
De les van deze dag voor mij
Gebedspunten
21
Eén van de zeven gemeenten waaraan de apostel Johannes op Patmos een brief moet schrijven, is de gemeente van Efeze.
Openbaringen 2 1 Schrijf aan de engel van de gemeente in Efeze: Dit zegt Hij Die de zeven sterren in Zijn rechterhand houdt, Die wandelt te midden van de zeven gouden kandelaren: 2 Ik weet uw werken en uw inspanning en uw volharding, en dat u slechte mensen niet kunt verdragen. U hebt hen op de proef gesteld die van zichzelf zeggen dat zij apostelen zijn, maar het niet zijn, en U hebt ontdekt dat zij leugenaars zijn. 3 En u hebt moeilijkheden verdragen, en volharding getoond. Om Mijn Naam hebt u zich ingespannen en u bent niet moe geworden. 4 Maar Ik heb tegen u, dat u uw eerste liefde hebt verlaten. 5 Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig tot u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert. 6 Maar dit hebt u dat u de werken van de Nikolaïeten haat, die ook Ik haat. 7 Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Aan wie overwint, zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die in het midden van het paradijs van God is.
‘…Maar Ik heb tegen u, dat u uw eerste liefde hebt verlaten…’
‘…je eerste liefde verlaten…’
‘…je eerste liefde verlaten!’
Vergane glorie Op deze plek was eens de haven van Efeze. De stad Efeze bloeide toen ze nog was aangesloten op de zee, maar raakte in verval toen de haven dichtslibde. Een veelzeggend voorbeeld!
22
Weten, geloven en standhouden
groepsbijbelstudie
Hoofdstuk 6:10-20 10 Verder, mijn broeders, word krachtig in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. 11 Doe de hele wapenrusting van God aan, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. 12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de machthebbers van de wereld, van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke boosheden in de hemelse gewesten. 13 Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden in de boze dag en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden. 14 Sta dan, nadat u uw middel omgord hebt met waarheid en het borstharnas van de gerechtigheid aangedaan hebt 15 en de voeten geschoeid hebt met bereidheid van het Evangelie van de vrede. 16 Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen. 17 En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord, 18 terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daartoe waakt met alle volharding en smeking voor alle heiligen. 19 Bid ook voor mij, opdat mij het Woord gegeven wordt bij het openen van mijn mond, om met vrijmoedigheid het geheimenis van het Evangelie bekend te maken, 20 waarvan ik een gezant ben in ketenen, opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken, zoals ik moet spreken.
Om alvast eens over na te denken Vragen over de tekst 1. Waaruit bestaat de wapenuitrusting die de Heere jou wil geven? 2. Wat weet je over de vijand (6:12) en hoe hij te werk gaat? 3. Een aantal keren staat er ‘doe aan’, of ‘neem…’. Heb je enig idee hoe je deze wapens kunt aantrekken? Dit vind ik heel mooi! Hoe moet je dit zien? Dit begrijp ik niet Wat vinden anderen hiervan? Dit lijkt me erg belangrijk
Vs. Vs. Vs. Vs. Vs.
Vragen over jezelf 1. (Hoe) merk je dat je wordt aangevallen door de boze (machten)? Wat wil satan daar bij jou mee bereiken? 2. Wat is jouw zwakke plek?
23
Mijn aantekeningen
De les van deze dag voor mij
Gebedspunten
24
Een terugblik Wat heeft de Heere jou tijdens deze bijbelstudies laten zien? Wat zijn jouw voornemens naar aanleiding van deze bijbelstudies?
‘Leg dan af alle slechtheid, alle bedrog, huichelachtigheid, afgunst en alle kwaadsprekerij. En verlang sterk, als pasgeboren zuigelingen, naar de zuivere melk van het Woord, om daardoor op te groeien, omdat u immers geproefd hebt dat de Heere goedertieren is. Want als u naar Hem toe komt als naar een levende steen, die wel door de mensen verworpen is, maar bij God uitverkoren en kostbaar, dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke slachtoffers te brengen, die voor God aangenaam zijn door Jezus Christus. Daarom staat er in de Schrift: Zie, Ik leg in Sion een hoeksteen die uitverkoren en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.’ 1 Petrus 2:1-6
25