Werkblad 2: Moraal
Opdracht 1
Inleiding
Lees bijlage 1 over moraal en decadentie
Vragen
Het centrale thema in de voorstelling Monteverdish is het verval van de menselijke moraal. Dat klinkt erg ingewikkeld en dat klopt ook wel. Het is geen makkelijk maar wel een heel interessant thema. Moraal kan iets heel persoonlijks zijn maar heeft vooral te maken met wat wij met z’n allen als samenleving belangrijk vinden. Met behulp van dit werkblad ga je aan de slag met dit thema. Veel succes!
Kun je je een situatie voorstellen waarin je zelf puur vanuit eigenbelang handelt? Heb je wel eens het gevoel gehad dat iemand ten koste van jou handelde voor eigen belang? Welke morele regels zijn voor jou het allerbelangrijkst? Welke morele regel zou je nooit overtreden? Welke morele regels heb je van huis uit meegekregen? Zijn er in je vriendengroep of op school ook aparte morele regels waar je je aan moet houden wil je bij die groep horen? Heeft je moraal vooral met opvoeding te maken of met wat jij zelf belangrijk vind?
Opdracht 2
Lees het artikel over de kredietcrisis (bijlage 2.)
Herken je jezelf in het beeld dat wordt geschetst van jongeren in alinea 5? Wat is voor jou belangrijker: werk doen waar niet alleen jijzelf maar ook anderen beter van worden – bijvoorbeeld een rechter die rechtvaardig oordeelt- of een baan waar alleen jijzelf beter van wordt? Welke keuze maken mensen in jou omgeving bij het kiezen van een studie of baan? En wat vind je daarvan? Wat merk je zelf van de kredietcrisis en wie is daar volgens jou verantwoordelijk voor?
Opdracht 3
Stellingen: Ga met de klas in discussie over onderstaande stellingen. Trek een (denkbeeldige) lijn door het lokaal. Wie links van de lijn gaat staan is het met de stelling eens, wie rechts gaat staan is het er mee oneens.
Geld is verslavend Als iemand mij nu heel veel geld aan zou bieden zou ik dat zonder vragen meteen aannemen. Ik koop liever dure merkspullen ook als ze met kinderarbeid zijn gemaakt dan goedkopere spullen zonder kinderarbeid of uitbuiting. Ik ben niet mede verantwoordelijk voor de kredietcrisis Ik denk altijd eerst aan een ander voor ik voor mezelf kies Als ik ergens beter van word bekommer ik me niet om het geluk van de ander. Ik vind veel geld en dure spullen belangrijker dan vriendschap
Bijlage 1: Moraal en decadentie Het verval van de moraal: Centraal thema van de voorstelling Monteverdish is het verval van de moraal. Een moraal die ten prooi is gevallen aan een oneindige hebzucht en een lust naar steeds maar meer macht. Maar als het over moraal gaat, waar hebben we het dan eigenlijk over? Wat is moraal? Moraal gaat over het verschil tussen goed en slecht. Vaak is een moraal iets universeels. De meeste mensen op de wereld zijn het er bijvoorbeeld wel over eens dat het slecht is om iemand te doden en dat je dat nooit zou mogen doen. Net zoals de meeste mensen vinden dat je niet mag vreemdgaan of mag stelen. Iemands leven redden of mensen in derde wereld landen hulp bieden wordt over het algemeen beschouwd als een goede daad. Moraal heeft dus te maken met datgene wat mensen die met elkaar in een samenleving leven belangrijk vinden. Moraal bestaat uit een verzameling voor iedereen geldende regels die iedereen kent en waarvan iedereen vindt dat iedereen zich er aan zou moeten houden. Breekt iemand met de regels van de moraal dan wordt hij of zij gezien als een slecht persoon. Dat komt omdat wij met z’n allen hebben afgesproken dat bijvoorbeeld moorden, of alleen voor je eigen belang gaan slecht is. Het is onze gezamenlijke moraal.
Decadentie: Op het moment dat er in een samenleving iets mis lijkt te zijn met de moraal, noemen we dat ‘moreel verval’ of ‘decadentie’ en dat is waar de voorstelling Monteverdish vooral over gaat. Recent voorbeeld daarvan is de kredietcrisis. Die werd gedeeltelijk veroorzaakt door bankiers die eigen salaris en bonussen belangrijker vonden dan het algemene belang en zo mede verantwoordelijk zijn voor een wereldwijde economische crisis. Dat is vergelijkbaar met het gedrag van Romeinse keizers zoals Nero die uiteindelijk alleen maar bezig waren met nog rijker en machtiger worden dan ze al waren, en hun eigen bevolking steeds meer in de steek lieten. Dat is uiteindelijk een belangrijke oorzaak geweest van de ondergang van het Romeinse rijk. De kredietcrisis heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat de hebzucht waar veel mensen zich schuldig aan maken –de drang naar meer- tot ernstige problemen kan leiden die ons allemaal treffen… Decadentie heeft vooral te maken met het vervagen van moraal. Moraal gaat niet alleen over jezelf maar vooral ook over de ander – bepaalde dingen doe je een ander niet aan, ook niet als je daar zelf beter van wordt- daar lijken veel mensen zich niet zo druk om te maken. ‘Als ik een hele dure auto kan kopen en daar gelukkig van word, waarom zou ik me dan zorgen maken over de gevolgen van mijn dure auto voor het milieu?’ of: ‘Als ik heel veel geld kan verdienen over de rug van andere mensen, waarom zou ik me daar druk om maken? Ik word immers gelukkig van al dat geld omdat ik er meer spullen van kan kopen!’ Natuurlijk is niemand altijd bezig met het belang van de ander boven dat van zichzelf. Iedereen handelt wel eens vanuit eigenbelang. Maar als het onderdeel van een cultuur wordt en niemand zich er nog druk over maakt omdat het normaal is heb je als samenleving een probleem. Dat heeft de crisis waar we nu nog altijd in zitten duidelijk laten zien.
Bijlage 2 We wilden toch allemaal even snel rijk worden Annelies Huygen© Jorgen Caris, Trouw 14-10-08 Hoe heeft het zover kunnen komen, dat is nu de grote vraag. Een Cluedospel komt op gang: zoek de veroorzaker van de kredietcrisis! Een grote verdachte is het kapitalisme. Veel mensen voorspellen dan ook het einde van dit systeem. Anderen schuiven de schuld op managers met hun gigantische inkomens. Weer anderen wijzen naar de banken, waar de crisis begon. Maar de kredietcrisis is niet te vergelijken met een moord in het spel Cluedo, met slechts één dader. Ze is veroorzaakt door het gedrag van kuddes mensen, die elkaar allemaal achterna liepen. De extra inkomsten uit de groei van de welvaart waren voor hen niet genoeg. Ze wilden op snelle wijze nog wat meer binnenslepen. Met zijn allen begaven zij zich in een piramidespel, waarbij zij de risico’s uit het oog verloren. Zo is het mogelijk dat een onbekende IJslandse bank, die hier adverteert met wat extra puntjes rente, binnen korte tijd 1,6 miljard euro binnenhaalt. Al deze spaarders prefereerden een buitenissige internetbank boven de vertrouwde instellingen. Voor een extra procentje rente sluisden zij met een muisklik hun zuurverdiende geld naar verre bestemmingen, zonder behoorlijk onderzoek naar de antecedenten. Dat geldt ook voor beleggingshypotheken of hypotheken tot wel negen maal een jaarsalaris. Niet alleen de banken speelden daar met vuur, maar ook degenen aan wie de leningen werden verstrekt. En net zoals bij andere piramidespelen: het is besmettelijk. Wie hoort dat zijn buurman zo’n hypotheek heeft, wil er zelf ook een. Over bonussen van managers is genoeg geschreven. Hun voorbeeld werd gevolgd: de jacht op geld druppelde door naar de jongeren. Zo weet ik van een onderzoekje in een vierde klas van een gymnasium. Wat willen jullie worden, zo was de vraag aan de leerlingen. Alleen de minderheid gaf antwoorden als: ’een rechter, die rechtvaardig gaat oordelen’, of ’een arts die levens gaat redden’. Meer dan de helft van de kinderen wilde rijk worden. Ze zagen werk niet als middel om vermogen voor zichzelf te vergaren. Wat een geestelijke armoede. En dat bij de jeugd.
Hoe het komt, dat zo veel mensen zich tegelijkertijd lieten verblinden, is moeilijk verklaarbaar. „De mensen worden niet meer gecorrigeerd door de kerk”, zo opperde Antoine Bodar zondag op de televisie. Misschien heeft hij gelijk. Een preek over nederigheid zet waarschijnlijk meer aan tot matiging dan een uitzinnige koopzondag. Hoe dan ook, nu zitten we met de brokken. De laatste jaren gokten de mensen irrationeel. Hun reacties zijn nu ook irrationeel. Chaos en paniek overheersen. Laten we hopen dat iedereen weer snel tot bezinning komt. Banken zijn inmiddels afgekoeld en werken aan hun soliditeit. Nu moeten hun klanten ook afkoelen en hun geld weer toevertrouwen aan de oude bekende instellingen. Met het vertrouwen komt de economie weer op gang. Dan moeten we allemaal een tandje harder werken. Niet alleen om de wereld beter te maken, maar ook om de gaten in onze pensioenen te dichten. Crises en piramidespelen zijn van alle tijden. De bel van de tulpenmania knapte in 1637, om maar eens een jaartal te noemen. We denken nu dat beter toezicht en een grotere overheid deze ellende hadden kunnen voorkomen. Dit vraag ik me af. Een bel kan ontstaan omdat bijna iedereen erin gelooft: de banken, de bedrijven, de burgers en de overheid. In zo’n tijdsgewricht zijn critici onwelkom, ze worden opzij gezet als jaloerse zuurpruimen. Toezichthouders en politici kunnen het tij niet in hun eentje keren. Ook in hun gelederen bevinden zich gelovigen. Bovendien raken zij hun steun kwijt, als ze het feestje op het toppunt bederven. Het is de wal die het schip moet keren. © Trouw 2010