Arbeidsinspectie
Korps landelijke politiediensten Dienst Waterpolitie Rotterdam-Rijnmond Zeehavenpolitie
WERKAFSPRAKEN TUSSEN ARBEIDSINSPECTIE EN POLITIE TE WATER VOOR DE AFHANDELING VAN ARBEIDSONGEVALLEN
De Arbeidsinspectie (hierna te noemen AI) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en de Dienst Waterpolitie (hierna te noemen DWP) van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), en de Zeehavenpolitie van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond, laatste twee gezamenlijk aangeduid als de Politie te Water (hierna te noemen PtW), hebben ieder voor zich een taak voor wat betreft de afhandeling van arbeidsongevallen op schepen op de binnenwateren. Daarbij kan sprake zijn van een overtreding van een commuun delict van het Wetboek van Strafrecht of overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (hierna te noemen Arbowet 98). Het merendeel van de overtredingen van de Arbowet 98 is niet strafbaar doch slechts bestuurlijk beboetbaar. De PtW stuit bij haar strafrechtelijk onderzoek op die beboetbare feiten. Om handhaving van beboetbare niet strafbare feiten door de PtW mogelijk te maken wijst de Minister van SZW de PtW aan als toezichthouder. Dit alles overziende zijn in het belang van een effectieve en efficiënte afhandeling van arbeidsongevallen op schepen op de binnenwateren tussen Arbeidsinspectie en PtW de volgende werkafspraken gemaakt.
1. Arbeidsongevallen met ernstige afloop 1.1. Deze paragraaf bevat werkafspraken over de aanpak en afhandeling van ernstige arbeidsongevallen, te weten die ongevallen waarbij een slachtoffer - binnen 24 uur in een ziekenhuis is opgenomen, - blijvend letsel heeft opgelopen of - dodelijk is verongelukt. 1.2. Onderstaande afspraken gelden voor de DWP slechts op de binnenwateren waarop die dienst zelfstandig politietaken uitvoert (zie bijlage) onder voorbehoud dat de plaatselijke regiopolitie het onderzoek aan de DWP over laat of over draagt en met uitzondering van de vaarwegen binnen de politieregio Rotterdam-Rijnmond, waar de ZHP deze taak vervult.
1.3. De PtW informeert de AI zo spoedig mogelijk over een ernstig arbeidsongeval dat binnen het werkgebied van de PtW heeft plaatsgevonden. De AI informeert de PtW zo spoedig mogelijk over een ernstig arbeidsongeval dat binnen het werkgebied van de PtW heeft plaatsgevonden. AI en PtW spannen zich in het onderzoek gezamenlijk uit te voeren. Indien door omstandigheden één der partijen niet ter plaatse kan komen, handelt de wel aanwezige partij de zaak ter plaatse zelfstandig af. 1.4. Eerste maatregelen. 1.4.1. De dienst die als eerste ter plaatse komt legt de aangetroffen situatie vast en stabiliseert deze toestand, onverlet de noodzakelijke levensreddende handelingen en het vervoer van gewonden. Het aangetroffen sporenmateriaal wordt veiliggesteld. De personalia van de betrokken personen en hun directe informatie wordt geregistreerd. Indien na de melding is afgesproken dat beide diensten ter plaatse zullen gaan, wordt op de plaats van het ongeval op elkaar gewacht, waarna het feitenonderzoek gezamenlijk wordt aangevangen. 1.4.2. Inschatting In een zo vroeg mogelijk stadium overleggen en beslissen AI en PtW of het onderzoek zich verder richt op: - een mogelijk gepleegd strafbaar gesteld feit uit b.v. het Wetboek van Strafrecht of de Arbowet 98, dan wel op : - een beboetbaar feit betreffende de veiligheid, gezondheid en het welzijn (Arbowet 98), dan wel op beide. Indien de keuze inhoudt dat het vervolgonderzoek op basis van of mede op basis van het strafrecht zal plaats vinden, wordt het Openbaar Ministerie in kennis gesteld en geraadpleegd. Bij verschil van mening over strafrechterlijke of bestuurlijke afdoening wordt eveneens het Openbaar Ministerie geraadpleegd.
1.5. Vervolgonderzoek 1.5.1. Strafrechtelijke afhandeling Indien vermoedelijk (mede) sprake is van een strafbaar gesteld feit (b.v. art.169 / 307 / 308 Wetboek van Strafrecht of art. 32 Arbowet 98), wordt het onderzoek gezamenlijk voortgezet en afgerond. De PtW neemt de leiding van dit onderzoek op zich en is hierbij verantwoordelijk voor de schriftelijke afhandeling van het gehele onderzoek. De betrokken medewerker van de AI verantwoordt daarbij zijn ambtshandelingen schriftelijk als medeverbalisant dan wel middels een afzonderlijk rapport van bevindingen. 1.5.2. Bestuursrechtelijke afhandeling Indien er vermoedelijk geen sprake is van enig strafbaar gesteld feit, wordt het onderzoek in beginsel bestuursrechtelijk zelfstandig en volledig afgehandeld door alleen de AI. 1.5.3. Dodelijk slachtoffer Afhandeling van de formaliteiten genoemd in de Wet op de Lijkbezorging, bij een arbeidsongeval waarbij een dodelijk slachtoffer mogelijk een niet natuurlijke dood is gestorven, berust bij de PtW. 1.5.4. Slachtofferhulp Vanaf aanvang van het onderzoek is de PtW verantwoordelijk voor het aanbieden van slachtofferhulp en het informeren van naast-betrokkenen. De slachtofferhulp wordt aangeboden conform de Wet Terwee.
2. Kosten De AI en de PtW brengen, tenzij tevoren anders overeen gekomen wordt, elkaar geen kosten in rekening terzake inspanningen voortvloeiend uit deze afspraken. 3. Inwerkingtreding en geldigheidsduur 3.1. Deze werkafspraken gelden vanaf het moment dat de PtW door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is aangewezen als toezichthouder voor de Arbowet 98. 3.2. Deze werkafspraken gelden voor onbepaalde duur en kunnen in gezamenlijk overleg worden bijgesteld. 3.3. Deze werkafspraken kunnen door elk der partijen schriftelijk geargumenteerd eenzijdig worden opgezegd. 3.4. Deze werkafspraken eindigen indien de PtW niet langer is belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen gesteld bij of krachtens de betreffende wet (Arbowet 98).
Ondertekening,
Utrecht, 24 maart 2005 Directeur Commerciële Dienstverlening Arbeidsinspectie, D. Wallenburg
Dordrecht, 24 maart 2005 Diensthoofd Waterpolitie KLPD, M.M. Smeijers
Rotterdam, 24 maart 2005 Diensthoofd Zeehavenpolitie Rotterdam-Rijnmond, E.J.M. in het Veld
BIJLAGE - WATEREN WAAR DE DIENST WATERPOLITIE KLPD EEN TAAK HEEFT M.B.T. ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BINNENVAART
De Dienst Waterpolitie van het KLPD voert zelfstandige politietaken uit op : 1. Hoofdtransportassen (buiten de politieregio Rotterdam-Rijnmond) 2. Overige hoofdvaarwegen (buiten de politieregio Rotterdam-Rijnmond) 3. Grote wateroppervlakten V.w.b. de binnenwateren betreft dat de volgende vaarwateren: Waddenzee - Eems - Dollard Eemskanaal - Van Starkenborghkanaal - Kolonelsdiep - Prinses Margrietkanaal (Delfzijl-Lemmer) IJsselmeer Ketelmeer - Schokkerhaven - Ramsdiep - Zwolse Diep - Zwartewater - Meppelerdiep (Ketelmeer - Meppel) Markermeer - Oostvaardersdiep - Pampusgeul - IJmeer - Buiten IJ Afgesloten IJ - Noordzeekanaal Amsterdam-Rijnkanaal - Lekkanaal Geldersche IJssel - Kanaal Zutphen-Enschede - Zijtak naar Almelo Boven-Rijn - Bijlandsch Kanaal - Waal - Pannerdensch Kanaal - Neder-Rijn - Lek Boven-Merwede - Beneden-Merwede - Nieuwe-Merwede Noord - Hollandsche IJssel (van Nieuwe Maas) tot Gouda Gouwekanaal - Gouwe - Oude Rijn van Gouwe tot Industriehaven Alphen a/d Rijn Nieuwe Maas (voor zover niet in politieregio Rotterdam) Oude Maas (voor zover niet in politieregio Rotterdam) Dordtsche Kil - Hollandsch Diep - Haringvliet Amer - Bergse Maas - Kanaal van St.Andries Maas-Waalkanaal - Maas - Lateraalkanaal - Julianakanaal Kanaal Wessem - Nederweert Zuid-Willemsvaart (van Engelen tot Veghel en van Nederweert naar Lozen) Zoommeer (Hellegat - Volkerak - Krammer) - Schelde-Rijnverbinding Grevelingenmeer Krammer - Zijpe - Mastgat - Keeten Oosterschelde Kanaal door Zuid-Beveland Westerschelde Kanaal Gent-Terneuzen inclusief de aan deze vaarwateren gelegen havens.