TA NO
DS
N TA
S EL W november 2012
➜
VO ORWOOR D
In 2004 is de eerste welstandsnota in de gemeente
Belangrijk is dat de welstandsnota enerzijds
Voor u ligt de geactualiseerde welstandsnota van
Hellendoorn vastgesteld. Er is inmiddels bijna 8
toegankelijk, begrijpelijk en hanteerbaar is voor
de gemeente Hellendoorn. Een nota waaraan velen
jaar ervaring opgedaan met deze nota en de be-
burgers, bouwers en architecten en dat anderzijds
hebben meegedacht en hebben meegewerkt. Wij
leidsintenties die in de nota worden uitgesproken
een helder en eenduidig kader wordt geboden voor
zijn trots op het bereikte resultaat en hopen dat het
zijn voor een belangrijk deel uitgekomen. Kortom,
het toetsen van bouwplannen. Wij zijn van mening
werken met de nota bij velen meer inzicht biedt in
de welstandsnota heeft zijn nut bewezen. Deson-
dat we daar met de voorliggende welstandsnota
en begrip geeft voor het toetsen van bouwplannen
danks is er aanleiding voor een evaluatie en bijstel-
in zijn geslaagd. Met name door het terug brengen
op aspecten van welstand. Met de welstandsnota
ling van de beleidskaders op onderdelen. Gebleken
van het aantal onderscheiden gebieden, het ver-
moeten we er in slagen een goede gebouwenkwa-
is namelijk dat de welstandsnota op onderdelen
eenvoudigen en beter hanteerbaar maken van de
liteit te realiseren en te behouden, passend in de
wel erg gedetailleerd is, dat er behoefte is aan
regels waaraan getoetst zal gaan worden en, daar
omgeving.
meer ontwerpvrijheid en dat er geen aanleiding is
waar dit verantwoord is, te kiezen voor welstands-
om de onderscheiden gebieden in volle omvang te
vrije gebieden, is een werkbaar en toegankelijk
handhaven omdat de welstandscriteria voor die ge-
document opgesteld dat zal bijdragen aan het
bieden niet altijd dat onderscheid rechtvaardigen.
behoud en versterken de ruimtelijke kwaliteit van
Voorts is regelgeving aan verandering onderhevig
onze mooie gemeente. Daarbij is het van belang,
(vergunningvrij bouwen, invoeren omgevings-
waar mogelijk, de cultuurhistorie en het “eigene”
vergunning, enz.) en bestaat de wens tot deregu-
van onze kernen en buurtschappen te koesteren, te
lering. Met de nu voorliggende, geactualiseerde
beschermen en te versterken en daar ook geza-
welstandsnota hebben wij de overtuiging aan de
menlijk en ieder (burger, architect en gemeente)
genoemde aandachtspunten invulling te hebben
vanuit zijn eigen positie de verantwoordelijkheid
gegeven. Enerzijds door de vereenvoudiging van
voor te nemen.
regelgeving en anderzijds door het invulling geven aan de wens tot meer ontwerpvrijheid, wordt invul-
Daarbij is het ook van belang dat duurzaam en toe-
ling gegeven aan de wens om te komen tot minder
komstgericht wordt gebouwd, waarbij een goede
regelgeving en meer verantwoordelijkheid neerleg-
balans moet worden gevonden tussen materiaal-
gen bij de burger.
toepassing, energieverbruik en ruimtegebruik. Overigens zaken die niet middels de welstandsnota worden geregeld.
1|
Burgemeester en wethouders van Hellendoorn.
➜
INHO UDS OPGAVE
1. INLEIDING 2. BELEID
3 4
4. DE GEMEENTE BESCHREVEN
11
6.2 Kunstobjecten en herinnerings-
4.1 Globale basiskenmerken van de
11
monumenten
51
2.1 Bevorderen ruimtelijke kwaliteit
4
4.2 Ruimtelijke ontstaansgeschiedenis
12
6.3 Monumenten en karakteristieke panden
51
2.2 Per gebied verschillende criteria
4
4.3 Landschapstypen
13
6.4 Karakteristieke boerderijen
51
2.3 Vergunningsplichtige bouwplannen
4.4 Bestaand beleid voor de ruimtelijke
6.5 Reclame
53
getoetst, tenzij gelegen in welstands
kwaliteit
16
6.6 Zendmasten
53
vrije gebieden
4
4.5 Toekomstige ontwikkelingen
17
6.7 Grootschalige en/of gebiedsvreemde
5
5. GEBIEDSGERICHTE CRITERIA
18
2.5 Criteria voor bouwwerken waarbij
5.1 De indeling in gebieden
18
6.8 Bouw werken, veelal woningen,
2.4 Algemeen geldende criteria een hoog ambitieniveau wordt
gebouwen en bouwwerken
53
5
5.2 Toelichting op de gebiedsbeschrijvingen 18
nagestreefd
5
5.3 De gebieden
20
7. SPECIFIEKE CRITERIA
56
2.6 Criteria voor monumenten
6
in een lichte (witte) kleurstelling
54
Gebied 1 | Centrum Hellendoorn
21
Algemeen
56
2.7 Criteria voor veel voorkomende kleine
Gebied 2 | Centrum Nijverdal
23
Criteria
56
bouwwerken
6
Gebied 3 | Bebouwing Langs
2.8 Excessenregeling
7
Historische Wegenstructuur
26
3. PROCEDURES
8
Gebied 4 | Villa-En Bungalow Bebouwing
28
59
3.1 De gemeenteraad stelt het
8
Gebied 5 | Planmatige Bebouwing
30
8
Gebied 6 | Wilhelminawijk
32
8. CRITERIA VOOR VEEL VOORKOMENDE KLEINERE BOUWWERKEN 9. TOTSTANDKOMING VAN DE NOTA
3.2 De gemeenteraad ontvangt jaarlijks
Gebied 7 | Bedrijventerreinen
34
9.1 Het proces
61
welstandsbeleid vast
61
Gebied 8 | Bedrijventerrein Nijverdal-Noord
36
welstandsbeleid
8
Gebied 9 | Binnenstedelijk Groengebied
38
BIJLAGE 1 Begrippenlijst
62
3.3 Het College van Burgemeester en
8
Gebied 10 | Buitengebied
40
BIJLAGE 2 Inventarisatie monumenten
65
Wethouders voert het welstands-
8
Gebied 11 | Buitengebied Daarlerveen
43
BIJLAGE 3 Inventarisatie van beeld-
beleid uit
verslagen betreffende het
8
Gebied 12 | Daarler Es
45
kwaliteitsplannen / welstandsrichtlijnen
3.4 De welstands- en monumenten-
9
Gebied 13 | Stroomdal Regge
47
BIJLAGE 4 Overzichtstekening Bedrijven-
commissie
9
Gebied 14 | Sallandse Heuvelrug
terrein ‘t Lochter
3.5 Aanvraag omgevingsvergunning moet
met ‘Randessen’
49
BIJLAGE 5 Overzichtstekening
10
6. OBJECTGERICHTE CRITERIA
51
Welstandsnota 2012
11
6.1 Civieltechnische opjecten
51
deugdelijk worden onderbouwd
gemeente
2|
66
1
IN LEID ING ➜
De welstandsnota doet uitspraken over de uitstra-
Met dit beleid wil het gemeentebestuur potentiële
nen de gemeente gelden, ongeacht het deelgebied
ling en kwaliteit van de bebouwing in de gemeente
indieners van bouwplannen en hun ontwerpers
waarin zij liggen. Vervolgens wordt in hoofdstuk 7
Hellendoorn. Het gaat hier om gebouwen en
inspireren en uitdagen om plannen te ontwikkelen
ingegaan op de specifieke criteria.
bouwwerken die iedereen dagelijks om zich heen
die de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente ten
ziet. Bepalend daarbij zijn zowel de kwaliteit van
goede komen. Voor het uitvoeren van de wel-
Voor veel voorkomende kleinere bouwwerkzaam-
de individuele gebouwen en bouwwerken, als de
standstoets, bevat deze nota criteria waarmee het
heden (erfafscheidingen, dakkapellen etc.) zijn in
kwaliteit van het totaalbeeld van de gebouwen in
gemeentebestuur voldoet aan de eisen die de Wo-
hoofdstuk 8 criteria opgenomen. Tot slot wordt in
hun onderlinge samenhang en in hun omgeving. Uit
ningwet stelt aan gemeenten die welstandstoezicht
hoofdstuk 9 aangegeven hoe en in welke context
de diverse leefbaarheidsonderzoeken en reacties
willen uitoefenen.
dit beleid voor de ruimtelijke kwaliteit en de voor-
van nieuwe inwoners blijkt dat de directe leefomge-
liggende welstandsnota tot stand kwamen.
ving positief wordt beoordeeld. De kwaliteit van die
Indeling van de hoofdstukken:
leefomgeving is door bewust en meestal zorgvuldig
Na deze inleiding geven de hoofdstukken 2 en 3
handelen van particulieren en overheid door de
in hoofdlijnen aan welke beleidsmatige inzet het
eeuwen heen ontstaan. Sinds een eeuw is deze zorg
gemeentebestuur kiest en langs welke procedurele
voor de architectonische kwaliteit ook nadrukkelijk
weg daaraan uitvoering wordt gegeven.
een overheidstaak. Daarbij is het gemeentelijke welstandstoezicht het belangrijkste instrument geweest.
In hoofdstuk 4 wordt de gemeente beschreven en in gebieden opgedeeld. Voor elk van deze gebieden
Het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit is
beschrijft hoofdstuk 5 de belangrijkste kenmer-
een onderwerp van permanente zorg en aandacht
ken. Per gebied en per kenmerk wordt vervolgens
van het gemeentebestuur. Het belang van goede
aangeduid hoe en waarop het gemeentebestuur in
welstand en van draagvlak daarvoor is sinds 1 juli
het kader van het welstandsbeleid gaat toetsen. De
2004 vastgelegd in de welstandsnota. Dit beleid
opbouw en structuur zijn per gebied gelijk.
is nu, in samenspraak met een externe klankbordgroep, geëvalueerd en aangepast aan nieuwe wen-
Voor bijzondere bouwwerken die niet onder ge-
sen en inzichten. Daarmee spreekt het gemeente-
biedsgerichte criteria kunnen worden gevat, zijn
bestuur zich opnieuw bindend uit over de wenselijk
de objectgerichte criteria opgesteld. Deze worden
geachte ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit in
vermeld in hoofdstuk 6. In dit hoofdstuk zijn ook
onze gemeente.
de richtlijnen vermeld die voor monumenten bin-
3|
2
BELEID ➜
2.1 Bevorderen ruimtelijke kwaliteit
de welstandstoets plaatsvindt, maar laten initiatief-
deze nota zijn vastgelegd. Het College van Bur-
nemers de ruimte om zelf invulling te geven aan
gemeester en Wethouders vraagt daarbij advies
In de welstandsnota staat het duurzaam bevor-
deze aspecten. Eigen aan het gebruik van derge-
aan de welstands- en monumentencommissie (zie
deren van de ruimtelijke kwaliteit centraal. Het
lijke “relatieve” criteria is dat zij niet uitkomen op
paragraaf 3.4).
toetsen aan aspecten van welstand is daarbij een
één resultaat, maar dat zij meerdere uitkomsten
belangrijk instrument. In de welstandsnota is
mogelijk maken. Relatieve criteria vragen dus om
voor de welstandstoets een aantal criteria gefor-
nadere oordeelsvorming, bijvoorbeeld de bepaling
muleerd. Een zinvolle toets is onmogelijk door in
dat kleurgebruik van een bijgebouw hetzelfde ka-
absolute termen de criteria vast te leggen waar-
rakter moet hebben als dat van het hoofdgebouw.
aan toekomstige ontwikkelingen moeten voldoen.
Om een goede kwaliteit van de ontwerpresultaten
Sinds 1 oktober 2010 geldt de Wet algemene bepa-
Absolute criteria leveren slechts één mogelijk
te bevorderen, kunnen aanvullende richtlijnen wor-
lingen omgevingsrecht (Wabo). In de Wabo is vast-
resultaat op, bijvoorbeeld de bepaling dat de kleur
den geformuleerd.
gelegd wanneer er wel of geen vergunning aange-
van bijgebouwen in een gebied RAL nummer 7021 moet zijn. Dergelijke absolute criteria zullen in de
2.3 Vergunningsplichtige bouwplannen getoetst, tenzij gelegen in welstands vrije gebieden
vraagd moet worden. De gemeente Hellendoorn
2.2 Per gebied verschillende criteria
praktijk minder goed bruikbaar zijn. Een absoluut
heeft ervoor gekozen om alle vergunningsplichtige bouwwerken aan welstandseisen te toetsen, tenzij
criterium is weliswaar eenvoudig toetsbaar, maar
De relatieve criteria zijn gebiedsgerichte criteria.
er wordt gebouwd in daartoe aangewezen wel-
is ook zeer dwingend. Het laat geen enkele ruimte
Deze criteria zijn direct gekoppeld aan de beschrij-
standsvrije gebieden.
voor creativiteit of eigen inbreng bij initiatiefnemer
vingen van – en zijn dus ook verschillend voor
of ontwerper, het staat zelfs geen geringe afwijking
– elk van de onderscheiden gebieden (zie hoofd-
Om tegemoet te komen aan de vermindering van
toe. Het gebruik van absolute criteria leidt tot uni-
stuk 5). Zij dagen de planindieners uit zich bij het
regeldruk, heeft de gemeente er voor gekozen om
forme oplossingen en de voortdurende behoefte
ontwerpen te laten inspireren door de beschreven
voor het eerst een aantal gebieden, of onderdelen
of noodzaak om van de voorschriften af te wijken.
kenmerken van de omgeving. Het is aan de indie-
van gebieden “welstandsvrij” te maken. Op deze
Daarvoor moeten dan weer formele raadsbesluiten
ners van bouwplannen om hun aanvraag te laten
plekken geldt dus geen welstandstoets. Het gaat
worden genomen die tijdrovend en kostbaar zijn,
vergezellen van deugdelijk materiaal (zie paragraaf
om de volgende gebieden c.q. onderdelen van
terwijl het gevaar van (vermeende) willekeur en
3.5) waarmee zij op overtuigende wijze aantonen
gebieden:
ongelijkheid op de loer ligt. Daarom is besloten
aan de criteria te hebben voldaan. Bij het beoorde-
a.
de welstandstoets zoveel mogelijk uit te voeren
len van het bouwplan beschouwt het College van
weten:
op basis van zogenaamde relatieve criteria. Deze
Burgemeester en Wethouders of de planindieners
•
criteria schrijven dwingend voor op welke aspecten
de criteria in acht hebben genomen zoals die in
4|
De diverse recreatieparken in de gemeente, te Landal Landgoed “de Hellendoornse Berg” aan de Tunnelweg te Haarle;
• •
“Hof van Salland” aan de Knollenhaarweg te
Voor veel voorkomende kleine bouwwerken en
ook worden toegepast wanneer het plan niet
Hellendoorn;
voor monumenten bestaan algemeen geldende
voldoet aan het gebiedsgerichte welstandsbe-
“Vakantiepark Hellendoorn” aan de
criteria die voor de gehele gemeente van toepas-
leid, maar het toch op overtuigende wijze een positieve bijdrage levert aan de ruimtelijke
Sanatoriumlaan te Hellendoorn;
sing zijn. Voor alle overige vergunningsplichtige
•
“De Tolplas” aan de Hexelerweg te Daarle
bouwplannen geldt dat zij aan een gebiedsgerichte
•
“ Camping de Noetselerberg” aan de Holter-
welstandstoets onderhevig zijn. In een aantal
2.
criteria voor monumenten (hoofdstuk 6.3);
weg te Nijverdal
gevallen zal deze toets meer dan de gebruikelijke
3.
criteria voor de veel voorkomende kleine
•
“De Elerstee” aan de Eelerstee te Hellendoorn;
aandacht en zorg krijgen. Dit is het geval bij:
b.
“Avonturenpark Hellendoorn” aan de Lutten-
•
bouwwerken op het raakvlak van twee gebie-
bergerweg te Hellendoorn;
den, of op het raakvlak met een hoofdroute;
c.
Bedrijventerrein ’t Lochter/’t Lochter Oost,
•
bouwwerken aan of nabij bijzondere elemen-
voor zover het gaat om bebouwing die niet
ten
is gelegen aan de doorgaande wegen (van
•
den Bergsweg, Rudolf Dieselstraat,
monumenten;
Met de welstandscriteria wordt gestreefd naar
Energiestraat, Industrieweg en de Burgemees-
•
bouwwerken in overige gebieden met een
architectonische ontwerpen met zeggingskracht en
ter H.Boersingel) en niet is gelegen in het
hoog ambitieniveau die door de raad als
vakmanschap. In bijzondere situaties, bijvoorbeeld
gebied waar de welstandsrichtlijnen
zodanig zijn aangegeven, zoals bijvoorbeeld
wanneer de gebiedsgerichte en objectgerichte wel-
bedrijventerrein ’t Lochter complex
het centrumgebied.
standscriteria ontoereikend zijn, kan het nodig zijn
“Oost 2” van toepassing zijn;
d.
Niet straatbeeldbepalende bebouwing in het
plangebied 5, Planmatige bebouwing.
kwaliteit van de omgeving (hoofdstuk 7);
bouwwerkzaamheden (hoofdstuk 8).
2.5 C riteria voor bouwwerken waarbij een hoog ambitieniveau wordt nagestreefd
bouwwerken naast of in de nabijheid van
expliciet terug te grijpen op de specifieke criteria
2.4 A lgemeen geldende criteria
(zie hoofdstuk 7). Ook wanneer een bouwplan afwijkt van de bestaande of toekomstige omgeving,
e. Bebouwing op de diverse sportparken, voor
Naast de gebiedsgerichte benadering met gerichte
maar door bijzondere schoonheid wel aan redelijke
toetsingscriteria zijn er algemeen geldende criteria
eisen van welstand voldoet, kan worden terugge-
waaraan bouwwerken kunnen worden getoetst. We
grepen op deze welstandscriteria.
zover het gaat om niet straatbepalende
bebouwing. f.
Hellendoorn Noord, de eisen uit het bestaande
onderscheiden
Beeldkwaliteitplan gelden alleen voor de
drie soorten:
De welstandscommissie kan het College van Bur-
bebouwing langs de Ommerweg en voor de
1.
criteria voor situaties waar wordt gekozen
gemeester en Wethouders in zo’n geval gemoti-
bebouwing langs de nieuw aan te leggen
voor een hoog ambitieniveau van de archi-
veerd en schriftelijk adviseren van de hardheids-
Noord-Zuid verbinding.
tectonische vormgeving. Deze criteria kunnen
clausule gebruik te maken en af te wijken van de
5|
gebiedsgerichte en objectgerichte criteria. In de
in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
praktijk betekent dit dat het betreffende plan alleen
(Wabo) en het Besluit Omgevingsrecht (Bor), geldt
op grond van de specifieke criteria wordt beoor-
niet voor het bouwen in, op, aan of bij een monu-
deeld en dat de bijzondere schoonheid van het
ment als bedoeld in de Monumentenwet 1988, voor
plan aan de hand hiervan overtuigend kan worden
een monument als bedoeld in een provinciale of
aangetoond.
gemeentelijke monumentenverordening en voor
Het niveau van “redelijke eisen van welstand” ligt dan uiteraard hoog. Het is immers redelijk dat er
het bouwen in een beschermd stads- of dorpsge-
hogere eisen worden gesteld aan de zeggings-
zicht als bedoeld in diezelfde wet.
kracht en het architectonisch vakmanschap naarmate een bouwwerk zich sterker van zijn omgeving
Artikel 15 van Monumentenwet 1988 regelt dat de
onderscheidt.
gemeente een verordening vaststelt waarin tenminste de inschakeling van een commissie op het
2.6 C riteria voor monumenten
gebied van de monumentenzorg is opgenomen.
Voor monumenten gelden altijd specifieke eisen en
2.7 C riteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken
criteria. Werkzaamheden aan monumenten behoeven, ongeacht het gebied, altijd vooraf toetsing door de welstandscommissie en de
In de oorspronkelijke welstandsnota waren (snel-
monumentencommissie.
toets)criteria opgenomen voor aanvragen om lichte bouwvergunning. Met de inwerkingtreding van de Wabo is voor een aantal van deze kleinere bouw-
Artikel 11 van de Monumentenwet 1988 omschrijft
werken geen vergunning meer nodig. Omdat er in
wat verboden is ten aanzien van beschermde mo-
aan aantal gevallen nog wel een vergunningplicht
numenten. Dit artikel regelt via een vergunning de
bestaat voor deze wat kleinere bouwwerken, zijn in
instandhouding van de monumentale waarden van
hoofdstuk 8 criteria opgenomen voor deze kleinere
het monument.
bouwwerken. Het gaat dan o.a. om erfafscheidingen, dakkapellen etc.
Het vergunningsvrije bouwen, zoals vastgelegd
6|
2.8 E xcessenregeling
•
Als architectonische bijzonderheden bij aanpassing van een bouwwerk worden vernietigd
Als een bouwwerk vergunningsvrij mag worden
of worden ontkend;
gebouwd, of een andere activiteit wordt uitgevoerd
•
Als er armoedige materialen worden toegepast
waarvoor geen vergunning is vereist (bijvoorbeeld
•
Als er felle of contrasterende kleuren worden
indien een woning wordt geschilderd), dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen
toegepast; •
van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde excessenregeling ingesteld, want
Als er een opdringende reclame is aangebracht;
•
Als het bouwwerk een grove inbreuk maakt
men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in
op wat in de omgeving gebruikelijk is, zoals
strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel
omschreven in de gebiedsomschrijvingen;
zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt
•
om in te grijpen. De eigenaar dient dan het uiterlijk
buitengebied of de dorpskernen, zichtbaar
van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat de (bouw)activiteit vergunningsvrij is.
Als er zeecontainers worden geplaatst in het vanuit het openbare gebied;
•
Als gebouwen of delen van gebouwen worden geschilderd in een kleur die niet passend is in
De gemeente hanteert bij het toepassen van de excessenregeling het criterium dat er sprake moet zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk die ook voor niet deskundigen evident is en die afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. Vaak heeft deze betrekking op: •
Als het bouwwerk zich afsluit voor zijn omgeving,, b.v. als er gevels zonder gevelopeningen worden toegepast aan de openbare ruimte terwijl dit niet past bij de functie van het gebouw of de karakteristieken van de omgeving;
7|
de omgeving; •
Als een bestaand pand door verwaarlozing of door een calamiteit in verval is geraakt.
3
PRO CEDUR ES ➜
3.1 De gemeenteraad stelt het welstandsbeleid vast
3.2 De gemeenteraad ontvangt jaarlijks verslagen betreffende het welstandsbeleid
3.3 Het College van Burgemeester en Wethouders voert het welstands beleid uit
door de gemeenteraad vastgestelde beleid (artikel
Eenmaal per jaar legt de welstands- en monumen-
Gebaseerd op onafhankelijk deskundig advies
12a, lid 1 van de Woningwet) dat in deze nota is
tencommissie de gemeenteraad een verslag voor
Door het verlenen of het weigeren van een aanvraag
verwoord en verbeeld en dat in beginsel
van de door haar verrichte werkzaamheden (artikel
om omgevingsvergunning wordt door het College
is bedoeld voor een periode van tien jaren. In deze
12b, lid 3 van de Woningwet), waarin tenminste
van Burgemeester en Wethouders uitvoering gege-
nota zijn de criteria opgenomen die het College
wordt uiteengezet op welke wijze zij toepassing
ven aan het welstandsbeleid. Een besluit wordt pas
van Burgemeester en Wethouders toepast bij haar
heeft gegeven aan de criteria.
genomen nadat over de aanvraag advies is ingewon-
beoordeling:
Eveneens eenmaal per jaar legt het College van
nen bij de welstands- en monumentencommissie. Bij
a.
of het uiterlijk en de plaatsing van een bouw-
Burgemeester en Wethouders de gemeenteraad
het beoordelen van een aanvraag heeft het College
werk of standplaats, waarop de aanvraag om
een verslag voor (artikel 12c van de Woningwet),
van Burgemeester en Wethouders, binnen de kaders
omgevingsvergunning betrekking heeft, in
waarin zij tenminste uiteenzet:
die het door de gemeenteraad vastgestelde beleid
strijd zijn met redelijke eisen van welstand;
a.
op welke wijze zij is omgegaan met de
aan de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving stelt,
b.
of het uiterlijk van een bouwwerk of stand-
adviezen van de welstands- en monumenten-
een eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid.
plaats, zowel op zichzelf als in verband met
commissie;
de omgeving of de te verwachten ontwikkeling
b.
in welke categorie van gevallen zij tot aan-
Strijdig maar toch positief advies
daarvan, in ernstige mate in strijd is met rede-
schrijving (op grond van artikel 13a van de
De welstands- en monumentencommissie kan het
lijke eisen van welstand.
Het welstandstoezicht vindt plaats op basis van het
Woningwet) is overgegaan en daarbij de
College van Burgemeester en Wethouders voorstel-
Indien gewijzigde criteria en richtlijnen worden
keus heeft gelaten tussen ofwel het
len van haar bevoegdheid gebruik te maken om
ontwikkeld, bijvoorbeeld als onderdeel van nieuwe
uitvoeren van de aanschrijving, ofwel het slo-
toch een omgevingsvergunning af te geven voor
planvorming, zal deze nota worden gewijzigd of
pen van het bouwwerk of de standplaats
een plan dat strijdig is met het welstandsbeleid.
aangevuld. Voor zover deze nieuwe planvormingen
binnen de door hen te bepalen termijn en zij
De commissie doet dit alleen wanneer naar haar
bij of na een aanschrijving is overgegaan tot
mening overtuigend is aangetoond dat het betref-
toepassing van bestuursdwang.
fende plan een positieve impuls geeft aan de kwali-
nu al bekend zijn, zijn ze vermeld in paragraaf 4.5.
teit van de dagelijkse leefomgeving. Zij doet dit op basis van de in paragraaf 2.5 beschreven criteria voor een hoog ambitieniveau.
8|
Afwijken van advies Voor het bevorderen van de kwaliteit van de da-
3.4 De welstands- en monumenten commissie
bouwwerken niet in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand, conform het in deze nota omschreven beleid. Voorts stimuleert de com-
gelijkse leefomgeving in de gemeente is het van belang dat het gemeentebestuur eenduidig en
Samenstelling en zittingsduur
missie in een zogenoemd vooroverleg derden om
helder is bij de uitvoering van haar beleid. Daarom
De gemeenteraad heeft op voordracht van het Col-
bouwplannen te ontwikkelen die naar het oordeel
is het gebruikelijk dat het College van Burgemees-
lege van Burgemeester en Wethouders de vereni-
van de commissie de ruimtelijke kwaliteit van de
ter en Wethouders het advies van de welstands- en
ging “Het Oversticht” aangewezen als deskundig
omgeving bevorderen. Alle negatieve adviezen
monumentencommissie volgt. In uitzonderlijke
orgaan voor de welstandsadvisering (welstands-
worden te allen tijde voorzien van een uitputtende
gevallen, bijvoorbeeld wanneer
en monumentencommissie). Met Het Oversticht is
c.q. deugdelijke motivering.
zwaarwegende economische of maatschappelijke
een dienstverleningsovereenkomst gesloten. De
belangen dit wenselijk maken, kan het College van
commissie voert haar taak uit in onafhankelijkheid.
Openbaarheid van vergadering
Burgemeester en Wethouders om gewichtige rede-
Op voordracht van Het Oversticht zijn/worden de
De vergaderingen van de welstands- en monu-
nen van het advies afwijken. In deze gevallen doet
leden benoemd voor een periode van ten hoogste
mentencommissie zijn openbaar. Data, tijdstippen
zij hiervan schriftelijk en gemotiveerd mededeling
drie jaar, met de mogelijkheid van verlenging met
en de locatie van iedere vergadering zijn/worden
aan de welstands- en monumentencommissie.
ten hoogste drie jaar. De rayonarchitect van Het
vastgelegd in een jaarrooster en door de gemeente
Oversticht fungeert als secretaris en als gemanda-
op de gebruikelijke wijze tijdig openbaar gemaakt.
Afwijkende situaties
teerde van de commissie. De commissie kan zich
Daarbij wordt ook aangegeven dat voor inlichtin-
Bij invullingen van latere datum in de dorpskernen
naar eigen inzicht laten bijstaan door extra deskun-
gen over plannen die in de openbare commissie-
is de opzet zoals die is omschreven in de gebieds-
digen en/of burgerleden.
vergadering zullen worden behandeld, op de dag voor de vergadering met de frontoffice van het
gerichte criteria (hoofdstuk 5) niet altijd consequent doorgevoerd. Hierdoor zijn op een aantal
Adviseert het College van Burgemeester en Wet-
team Vergunningen contact kan worden opgeno-
plaatsen de rooilijnen meer wisselend en zijn er
houders
men. De aanvrager of diens gemachtigde heeft
ook gebiedsdelen met wisselende nokrichtingen.
De welstands- en monumentencommissie advi-
tijdens de openbare vergadering van de commis-
De genoemde welstandscriteria vormen dan ook
seert het College van Burgemeester en Wethouders
sie waarin het betreffende plan wordt behandeld
in principe het uitgangspunt voor nieuwe of ver-
over de ruimtelijke kwaliteit van de dagelijkse
spreekrecht.
vangende bouw. Daar waar de bestaande situatie
leefomgeving. De commissie toetst op verzoek
aanleiding geeft kan gemotiveerd van dit uitgangs-
van het College van Burgemeester en Wethouders
punt worden afgeweken.
of aanvragen om omgevingsvergunning voldoen aan redelijke eisen van welstand en of bestaande
9|
3.5 Aanvraag omgevingsvergunning moet deugdelijk worden onderbouwd De aanvraag voor een omgevingsvergunning dient vergezeld te gaan van deugdelijke ondersteunende gegevens, dat in woord en beeld voldoende inzicht geeft in de voorgenomen bouwwerkzaamheden en het daaraan ten grondslag liggende plan. Vanzelfsprekend is de diepgang van deze ondersteunende gegevens afhankelijk van het belang van de voorgenomen bouwwerkzaamheden. De gegevens moeten – en dit is ter beoordeling van de welstands- en monumentencommissie c.q. de rayonarchitect – op overtuigende wijze aantonen dat het plan voldoet aan de criteria en dat het een uitwerking is van het beleid dat in deze nota is vastgelegd. De indieningvereisten voor een aanvraag om omgevingsvergunning zijn vastgelegd in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor).
10 |
4
D E G EMEENTE B ES C HR EVEN ➜
4.1 G lobale basiskenmerken van de gemeente De gemeente Hellendoorn is centraal gelegen in de provincie Overijssel. Het wordt, vanuit het noorden gezien met de klok mee, omringd door de gemeenten Ommen, Wierden, Twenterand, Rijssen-Holten en Raalte. Tussen de Sallandse Heuvelrug en het stroomgebied van de Regge, de twee beeldbepalende landschappelijke elementen, liggen de hoofdkernen Hellendoorn en Nijverdal. Het overige deel van de gemeente wordt gekenmerkt door veldontginningen en essen met de kleinere kernen Daarle en Haarle. In het uiterste noordoosten van de gemeente ligt als onderdeel van een grotere veenontginning het gebied rond de kern Daarlerveen. In het buitengebied van Hellendoorn liggen een zestal buurtschappen, Hancate, Elen, Rhaan, Egede, Marle en Piksen. Verder liggen tegen dorp Nijverdal de buurtschappen Hulsen en Hexel. Er is een sterk ontwikkelde noord-zuid structuur te herkennen. Deze wordt niet alleen bepaald door de Regge en de Sallandse Heuvelrug, maar ook de (hoofd)wegenstructuur die de hoofdkernen met het buitengebied verbindt, draagt hieraan bij. Een sterk contrast hiermee wordt gevormd door de N35 die van Almelo naar Zwolle loopt en, samen
11 |
met de spoorlijn, het gemeentelijk grondgebied in
boven N.A.P. Een kleinere stuwwal loopt van Den
In de laatste ijstijd (het Würm-glaciaal), toen het
oost-westelijke richting doorsnijdt.
Ham, via Daarle naar Wierden. Verder komt in
opnieuw vanuit het noorden oprukkende landijs
De kern Nijverdal manifesteert zich als het grootste
de gemeente nog een aantal kleine geïsoleerde
Nederland niet bereikte, hebben poolwinden het
woon-, werk- en winkelcentrum, terwijl de kwali-
eenheden van gestuwd materiaal voor, namelijk
grondgebied van Hellendoorn, met uitzondering
teiten van de kern Hellendoorn daarentegen vooral
de Eversberg ten oosten en Duivecate ten noorden
van de top van de grote stuwwal in het westen,
zijn gelegen in de gave structuur en de historische
van Nijverdal, de Rhaander Es en de Scharlebelt
bedekt onder een plaatselijk dikke laag dekzand.
dorpskern. De kleinere kernen liggen als vanzelf-
op de grens met Wierden. Het overige grondgebied
Hieraan heeft het gebied tussen de genoemde
sprekende bebouwingsconcentraties in het relatief
van Hellendoorn bestaat wat het reliëf betreft, uit
gestuwde afzettingen zijn zwak golvende karakter
open buitengebied. Behalve de textielnijverheid
een afwisseling van lager en hoger gelegen gron-
te danken. De bodem van Hellendoorn bestaat
die aan de basis van het huidige Nijverdal heeft
den. In het noordoosten van de gemeente domi-
voor het grootste deel uit dit lemige zand met op
gelegen, is het de landschappelijke schoonheid
neerde lange tijd hoogveen het landschap.
verschillende plaatsen keileem op een diepte van 120 centimeter. Dat is onder meer het geval in de
die veel bezoekers van de gemeente aantrekt een belangrijke economische factor.
4.2 R uimtelijke ontstaansgeschiedenis
De hoofdstructuur van het Hellendoornse land-
Daarler Es. Na de laatste ijstijd brak een warmere
schap is voor een groot deel gevormd tijdens de
periode aan, waarin grote hoeveelheden smelt-
laatste twee ijstijden. In de op één na laatste ijstijd
water hun weg naar zee zochten en de vegetatie
(het Riss-glaciaal) stuwde het door het Reggedal
zich weer kon gaan ontwikkelen. De Regge voerde
Het fysisch geografische landschap in de gemeente
voortschuivende landijs het aanwezige materiaal
weliswaar grote hoeveelheden overtollig water af,
Hellendoorn wordt grotendeels bepaald door twee
op tot de genoemde stuwwallen en andere ter-
maar dat was niet voldoende. De aanwezigheid van
vrijwel evenwijdig van noord naar zuid lopende
reinverhogingen. Het gestuwde materiaal bestaat
de stuwwal van Ommen naar Markelo en de kei-
elementen: de Regge en ten westen daarvan de
voornamelijk uit grof zand en grind, dat voor de
leem in de ondergrond zorgden voor het ontstaan
Sallandse Heuvelrug, oftewel de langgerekte
ijsbedekking in dikke lagen door de toentertijd
van meren en moerassen, waaruit het water niet
stuwwal van Ommen naar Markelo. De binnen de
enorme rivier de Regge was afgezet. Voor de bewo-
weg kon. Er trad veenvorming op, met als gevolg
grenzen van de gemeente Hellendoorn liggende
ners van de gemeente Hellendoorn zijn deze zand-
het ontstaan van een uitgebreid veengebied ten
onderdelen van de stuwwal zijn de Hellendoornse
en grindafzettingen van groot belang geweest; ze
oosten van Daarle. Na 1850 is dit veengebied voor
berg, de Haarlerberg en een aantal kleinere delen,
hebben eeuwenlang voorzien in de behoefte aan
een groot deel ontgonnen. Plaatselijk komen nog
te weten de Eelerberg en de Noetselerberg. De
grondstof voor de fabricage van bouwmaterialen,
restanten voor tussen de Daarler Es en het gebied
hoogste punten worden gevormd door de Kleine
in het bijzonder voor de mortelfabricage. Door het
rond Daarlerveen. Laaggelegen drassige gronden
Koningsbelt en de Grote Koningsbelt, respectie-
landijs zijn in het Reggedal plaatselijk ook nauwe-
(de broekgronden of broeken) kwamen in grote
velijk met een hoogte van 70 en ruim 75 meter
lijks water doorlatende lagen keileem afgezet.
delen van het Reggedal voor, maar vooral in het
12 |
gebied ten westen van de Sallandse Heuvelrug: het Hellendoornsche broek en het Witte broek. Tot aan de regulering van de Regge hebben regelmatig terugkerende overstromingen er toe geleid dat aan weerszijden van de rivier plaatselijk een laag leem is afgezet.
4.3 Landschapstypen Hellendoorn ontwikkelde zich als agrarische nederzetting aan de rand van de es. De lager gelegen gronden langs de Regge werden gebruikt als hooiland, de es als bouwland en de heide werd geplagd en het eikenhout werd gebruikt als brandstof en voor bouwmaterialen. Toen er meer behoefte kwam aan cultuurgrond zijn de gronden in het dal van de Regge ontgonnen en voor bewoning geschikt gemaakt. De nederzetting heeft een losse structuur met nog veel oude (opgeknapte) boerderijen. DaarIerveen, in het oosten van de gemeente, vormt een contrast met het meer kleinschaliger en besloten landschap van Hellendoorn. Het landschap is op grootschalige wijze ontgonnen, open en heeft een zeer regelmatige verkaveling. De namen van de erven “Ora et Labora” en Ruimzichthoeve” duiden dit aan. Voor de ontginning zijn kanalen en zijkanalen (wijken) gegraven. De verkaveling bestaat van oorsprong uit lange rechte percelen.
13 |
De grens met de zandrug van Den Ham naar
lijk uit kleine boerderijen omdat door de arbeiders
gemengd met mest, op de akkers werden gebracht.
Wierden is markant. De Daarler Es ligt zo’n 6 meter
ook vee werd gehouden en men een moestuin had.
Daardoor ontstonden homogene, humushoudende
hoger.
Met de komst van de stoomweverij (1852), een
gronden (het esdek), die bij een dikte van meer dan
stoomblekerij en spinnerij ontwikkelde Nijverdal
50 centimeter “enkeerdgronden” worden genoemd.
Na 1900 werden vele woeste gronden ontgon-
zich in hoog tempo tot een nijverheidsdorp. De fa-
Samengevat kenmerkt het essenlandschap zich door:
nen en bruikbaar gemaakt door ontwatering en
brieken en de vele arbeiderswoningen herinneren
•
essen;
bemesting. Dit werd voornamelijk door de boeren
hier nog steeds aan.
•
visuele openheid;
•
esdorpen;
•
strokenverkaveling zonder bebouwing op de
zelf gedaan. De verkaveling is in blokvorm. De ontginning en bebossing van de stuwwal werd
➔
veelal door landgoedeigenaren en textielbaron-
Karakteristiek voor dit type landschap zijn de grote
nen gedaan. Het naaldhout werd gebruikt voor de
permanente bouwlanden, de zogenaamde essen.
mijnbouw. De barst van eikenbomen werd gebruikt
Op dit bouwland hebben meerdere boeren perce-
➔
om leer te looien. Het landschap van de gemeente
len grond. Afzonderlijke perceelscheidingen zijn
Sinds omstreeks 1850 werden grote delen van de
Hellendoorn wordt bepaald door de stuwwal van
echter nauwelijks zichtbaar in het landschap, waar-
heidevelden en broeken (moerassige gronden),
de Sallandse Heuvelrug en het dal van de rivier
door het geheel een visuele openheid heeft (open
die voorheen als woeste gronden aan de rand
de Regge. De kernen Hellendoorn en Nijverdal
field). Veelal werd de gehele es omgeven door een
van de marke lagen, in ontginning gebracht. De
zijn ontstaan aan de oostzijde van de Heuvelrug.
houtwal, die diende om het vee te weren. De essen
markedelingen, die vooral plaats vonden tussen
Hellendoorn als flankdorp aan de rand van de es
waren gelijkmatig verkaveld en worden in grote
1840 en 1870, bevorderden dit proces. De gemeen-
en Nijverdal uit een cluster van erven, de markege-
mate gekenmerkt door een strokenverkaveling
schappelijke heidevelden en broekgronden werden
meenschap Noetsele. Door het gereedkomen van
zonder bebouwing op de kavels.
verdeeld en aan particuliere
de rijksstraatweg Zwolle – Almelo in 1834 kwam
Rond en langs deze bouwlanden ontstonden neder-
eigenaars toegewezen. Het gebied werd ontgonnen
Noetsele aan een belangrijke route te liggen. Bij de
zettingen, de zogenaamde esdorpen, waarvan de
volgens een modern rationele verkaveling: grote
kruising van deze weg met de toen nog bevaarbare
structuur sterk werd bepaald door de ligging, vorm
rechthoekige of vierkante blokken. Opvallend zijn
rivier De Regge werd in 1836 door de Nederlandse
en grootte van de es of essen.
de strakke, rechte wegen in het gebied. Dit jong
Handelsmaatschappij een magazijn gebouwd en
Vanaf de late middeleeuwen resulteerde een snelle
ontginningslandschap wordt gekenmerkt door
in aansluiting daarop door Thomas Ainsworth een
groei van de bevolking in een intensivering van
verspreide bebouwing.
handweverij. De oude dijkjes door het dal van de
het grondgebruik. Om de vruchtbaarheid van de
De minder vruchtbare delen van de heidevelden
Regge vormen de basis voor de structuur van het
akkercomplexen op peil te houden werden op de
werden bebost en kregen vaak een functie voor
dorp Nijverdal. De bebouwing bestond voorname-
heidevelden of in de bossen plaggen gestoken, die
hakhout en houtproductie en later ook voor de
14 |
Essenlandschap
kavels. Jong ontginningslandschap
recreatie. De broekgronden dienden sinds de ontginning met name als grasland ten behoeve van de veeteelt. Samengevat kenmerkt het jong ontginningslandschap zich door: •
verspreide bebouwing;
•
modern rationele verkaveling;
•
houtwallen op heideontginningen: besloten karakter;
•
visuele openheid in de ontgonnen broekgronden;
•
bouwland, grasland en bos op heideontginningen;
•
grasland op broekgronden.
➔
Kampenlandschap
Dit type landschap treffen we met name aan in gebieden met een sterk afwisselend microreliëf. Op de hoogtes werden akkerkampen (eenmansessen) aangelegd, terwijl de lagere delen werden gebruikt als grasland of bestaan uit woeste grond. Teneinde het akkerland tegen het vee te beschermen werd elke kamp omgeven door hagen of houtwallen. Hierdoor kreeg het landschap een sterk besloten karakter. Deze ruimtelijke indeling bracht een verspreide bewoning met zich mee. Het landschap wordt gekenmerkt door zogenoemde hoevenzwermdorpen en essenzwermdorpen.
15 |
De landschappelijke structuur resulteerde tevens
graven. De rechte lijnen van deze vervoersassen
kennen geen of weinig bebouwing. De bijbehoren-
in een onregelmatige verkavelingstructuur en
bepaalde het nederzettings-en verkavelingpatroon
de boerderijen en nederzettingen zijn gelegen in
infrastructuur.
in het gebied. Het veenkoloniaal landschap wordt
aangrenzende gebieden, zoals het essenlandschap
gekarakteriseerd door streekdorpen met lintbe-
en het kampenlandschap, waarmee het functioneel
Samengevat kenmerkt het kampenlandschap zich door:
bouwing en een modern rationele verkaveling van
is verbonden.
•
eenmansessen;
grote, regelmatige stroken en/of blokken.
•
veel hagen en houtwallen: besloten karakter;
•
verspreide bewoning: hoevenzwermdorpen,
Samengevat kenmerkt het veenkoloniale landschap
schap zich door:
essenzwermdorpen;
zich door:
•
graslanden en hooilanden;
•
zeer onregelmatige blokverkaveling;
•
grote mate van visuele openheid;
•
houtwallen: besloten landschapsbeeld;
•
grillig wegenpatroon.
•
modern rationele verkaveling;
•
nregelmatige blokverkaveling;
•
streekdorpen;
•
geen of weinig bebouwing.
➔
Hoogveenontginningslandschap/
•
rechte wegen en waterlopen.
veenkoloniaal landschap
Omsloten door stuwwallen, dekzandruggen en het
➔
Maten- en flierenlandschap
Drents plateau hadden Noord- Twente en het gebied
Dit type landschap wordt gevormd door de natte
ten noorden van de Vecht een slechte natuurlijke
weilanden en hooilanden binnen een dorpsgebied,
Het is van belang dat het Welstandsbeleid een dui-
afwatering. Hierdoor ontstonden in het Holoceen
zoals die er waren omstreeks 1850 (vóór de grote
delijke relatie onderhoudt met de overige kaders
(10.000 jaar geleden tot nu) uitgebreide hoogveen-
ontginningen). Deze maten (graslanden) en flieren
van het ruimtelijke beleid.
complexen. De ontginning van het grootste gedeel-
(hooilanden) lagen veelal dichtbij een waterloop.
te van het hoogveen wordt gekenmerkt door een
Het overgrote deel van dit landschap is in onregel-
Hoewel een welstandsnota zich in principe dient
systematische en commerciële
matige blokken verkaveld, doch in sommige geval-
te beperken tot de aanwezige en de eventueel
verkaveling. Dit resulteert in het veenkoloniaal land-
len komt strokenverkaveling voor. De verkaveling
toekomstige bebouwing binnen het gemeentelijk
schap. Het is in de jaren vijftig van de negentiende
heeft een enigszins regelmatiger karakter dan die
grondgebied zullen naast de voor de hand lig-
eeuw ontgonnen ten behoeve van de turfwinning.
in het kampenlandschap, wat te danken is aan het
gende documenten zoals bijvoorbeeld de bestem-
Hierbij speelde de brandstofbehoefte van de opko-
vlakke terrein.
mingsplannen, ook beleid en visies met betrekking
mende Twentse industrie een belangrijke rol.
De afzonderlijke percelen worden van elkaar
tot de inrichting van het landschap en de kernen
Voor de ontwatering, ontginning en afvoer van de
gescheiden door houtwallen. Dit resulteert in een
hierin een rol kunnen spelen. Er zal immers een
turf werden kanalen en zijkanalen (wijken) ge-
besloten landschapsbeeld. De maten en flieren
verband bestaan tussen de landschappelijke visie
16 |
Samengevat kenmerkt het maten- en flierenland-
4.4 B estaand beleid voor de ruimtelijke kwaliteit
en het beleid voor een bepaald gebied, het bestem-
Een belangrijk uitgangspunt bij het formuleren van
Voor zover van toepassing is er bij de deelgebie-
mings- plan dat regelt wat, hoeveel en hoe groot
de welstandscriteria is de vaststelling of een bepaald
den concreet benoemd welk beeldkwaliteitsplan
er gebouwd mag worden en de welstandscriteria
pand op de lijst van beschermde monumenten is
voor (een deel van) dat gebied van toepassing is.
die kunnen worden beschouwd als een aantal
geplaatst. Hiervoor zullen in het algemeen hogere
spelregels met betrekking tot het exterieur van de
welstandseisen worden geformuleerd die aan de
toegestane bebouwing. De doelstellingen van de
hand van specifieke criteria zullen worden getoetst.
welstandsnota beantwoorden vanuit die optiek ook
Een overzicht van de beschermde monumenten is
goed aan de beleidsintenties, gericht op het bevor-
in bijlage II opgenomen en op internet te verkrijgen
deren van ruimtelijke kwaliteit, die door de provin-
(www.atlas-cultuurhistorie.nl of www.hellendoorn.nl).
cie zijn neergelegd in de Omgevingsvisie Overijssel en de Omgevingsverordening Overijssel 2009.
4.5 Toekomstige ontwikkelingen
In deze welstandsnota hebben, vooral bij de ge-
De tijd staat niet stil. Zoals overal het geval is geldt
biedsindeling, bestaande nota’s en visies die met
ook in de gemeente Hellendoorn dat van een con-
betrekking tot het landschap de laatste jaren zijn
stante (ruimtelijke) ontwikkeling in de tijd sprake
gemaakt een rol gespeeld. Naast een aantal ge-
is. Zowel in de kernen als in het buitengebied zijn
meentelijke studies zijn het ook de onderzoek(en)
er in de toekomst ontwikkelingen te verwachten.
die op provinciaal niveau zijn gedaan waarmee in
Ten behoeve van een optimale ruimtelijke kwaliteit,
deze nota rekening is gehouden. Voor wat betreft
ook wat betreft de inbedding in de gegeven situ-
de bebouwing op zichzelf bezien, vormen de bepa-
atie, en een adequate welstandsbeoordeling is het
lingen in de bestemmingsplannen de kaders waar-
van belang dat voor deze gebieden een steden-
binnen de gebiedsgerichte criteria moeten worden
bouwkundig plan wordt gemaakt en daaruit voort-
ingepast. Voor een aantal (her)ontwikkelingsgebie-
vloeiend een beeldkwaliteitsplan. De beeldkwali-
den of nieuwbouwlocaties zullen de reeds aanwe-
teitsplannen dienen in ieder geval voorwaarden
zige of nog te maken beeldkwaliteitsplannen de
te bevatten voor ieder van de vier hoofdgroepen
kaders vormen waarbinnen de welstands-beoorde-
waaruit ook de welstandscriteria zijn opgebouwd;
ling van bouwplannen zal geschieden.
plaatsing, hoofdvorm, aanzichten en opmaak. De criteria van de diverse beeldkwalitietsplannen maken onderdeel uit van de welstandsnota.
17 |
5
GEBIEDSGER IC HTE C R ITER IA ➜
5.1 De indeling in gebieden
5.2 Toelichting op de gebiedsbeschrijvingen
Het gemeentelijk grondgebied is ten behoeve van
in hoofdstuk 6 van deze nota zijn opgenomen. Op basis van de gebiedsbeschrijving wordt het
deze welstandsnota opgedeeld in verschillende
Bij de beschrijvingen per gebied wordt eerst een
gebied op ruimtelijke en architectonische aspecten
welstandsgebieden wat heeft geresulteerd in de
korte weergave gegeven van de algemene kenmer-
gewaardeerd. Het gaat hierbij om een inhoudelijke
welstandskaart. Het aantal onderscheiden gebie-
ken en wanneer van belang, de historie. Daarna
waardering wat inhoudt dat ook eventuele nega-
den is aan de hand van de opgedane ervaringen
wordt ingegaan op de bepalende architectonische
tieve elementen of invloeden worden gesignaleerd.
van de afgelopen jaren terug gebracht. Daar waar,
kenmerken waarmee het gebied zich als welstands-
voor wat betreft welstand, het onderscheid niet of
gebied onderscheidt van andere gebieden. De
Op basis van gebiedsbeschrijving en de aange-
minder relevant is gebleken zijn gebieden samen-
volgende aspecten komen daarbij aan de orde.
hangen waardering wordt in relatie met bestaande
gevoegd.
•
Ruimte: hier wordt de ruimtelijke verhouding
ruimtelijke beleidsvelden het welstandsbeleid voor
tussen bebouwing en zijn context beschreven.
dit specifieke gebied geformuleerd. Afhankelijk van
De onderscheiden gebieden zijn in grote lijnen be-
•
Situering: de positie die de bebouwingsele-
de ruimtelijke en architectonische kwaliteiten zal
paald op basis van een ruimtelijke/architectonische
menten op de kavel en ten opzichte van elkaar
het welstandsbeleid gericht zijn op behoud (prak-
en soms ook functionele samenhang. Een water-
innemen. Hier komen onderdelen als rooilijnen
tisch geen ruimte voor veranderingen in het be-
en overheersende nokrichting aan de orde.
staande beeld), respecteren (veranderingen zullen
Hoofdvorm/aanzichten/opmaak: de evidente
gebaseerd dienen te zijn op de evidente bestaande
en visies, zoals het reconstructieplan Overijssel en
architectonische kenmerken van de bebouwing
kenmerken), incidenteel wijzigen (nieuwe impulsen
het gebiedsperspectief Vecht-Regge, hebben bij de
in het betreffende welstandsgebied worden
op beperkte schaal zijn daarin mogelijk) en plan-
uiteindelijke vaststelling van de gebiedsgrenzen
hier beschreven. Het gaat hierbij respectieve-
matig wijzigen (grootschalig en vaak projectmatig
een rol gespeeld. Voor de kernen is de indeling met
lijk om de vormkenmerken van het bouwvo-
zoals herstructurering- of ontwikkelopgaven).
name op basis van bouwperiodes (historische kern,
lume, de architectonische kenmerken van de
wederopbouw en de planmatige uitbreidingen) en
gevels en tot slot de kleur- en materiaaltoepas-
De welstandscriteria waaraan de bouwplan-
soms functies (winkelcentrum of bedrijfsterrein)
sing en de rol van het detail in het beeld.
nen worden getoetst, zijn een resultante van de
dichte, dus exacte methodiek is hiervoor echter niet voorhanden. Bestaande bestemmingsplannen
•
tot stand gekomen.
18 |
gebiedsbeschrijving, de waardering en het geforIn de gebiedsbeschrijving worden de eventueel
muleerde welstandsbeleid waarin ander relevant
bijzondere bouwkundige elementen die er in
ruimtelijk beleid, studies en onderzoeken zijn
voorkomen benoemd en wanneer van toepassing,
verwerkt. Voor deze criteria wordt aangesloten bij
wordt verwezen naar de objectgerichte criteria die
de indeling die is gebruikt voor de beschrijving
van de bebouwing, waarbij onderscheid wordt
Opmaak
gemaakt tussen situering, hoofdvorm, aanzichten
Onder opmaak wordt het materiaal- en kleurge-
en opmaak. Op deze wijze staan de criteria niet op
bruik en de detaillering verstaan. Soms gelden
zichzelf. Ze zijn geworteld in de karakteristiek van
voor bijgebouwen ook specifieke gebiedsgerichte
het gebied.
criteria ten aanzien van het materiaal- en kleurgebruik. In dat geval wordt dit apart genoemd.
Situering
De detaillering vertelt iets over de uitwerking van
Hiermee wordt de ligging van de gebouwen ten
bouwkundige oplossingen.
opzichte van de weg en de omliggende bebouwing bedoeld. Het gaat hier dus om stedenbouwkundige
In veel gebieden gelden naast de welstandscriteria
aspecten.
uit de Welstandsnota ook eisen vanuit vastgestelde Beeldkwaliteitsplannen en/of eisen vanuit specifie-
Hoofdvorm
ke welstandsrichtlijnen. Ook aan deze eisen zullen
Hieronder vallen de criteria die betrekking hebben
de bouwplannen getoetst moeten worden.
op de vorm die het gebouw in grote lijnen heeft, zoals het soort dak en de vorm van de plattegrond. Soms is een gebouw samengesteld uit meerdere volumes die ten opzichte van elkaar verspringen. In andere gevallen is sprake van een enkelvoudige massa. Aanzichten Het betreft de gevelaanzichten van de gebouwen. Hierbij gaat het om de compositie van de gevels. Deze wordt vooral bepaald door de positie van de ramen en grootte ervan.
19 |
b e b o uwde omgevi ng
5.3 De gebieden 1.
Centrum Hellendoorn
2.
Centrum Nijverdal
3.
Bebouwing langs historische wegenstructuur
4.
Villa- en bungalowbebouwing
5.
Planmatige bebouwing
6.
Wilhelminawijk (het rode dorp)
7.
Bedrijventerreinen
8.
Bedrijventerreinen
b u i te n ge b i e d
Nijverdal-Noord 9.
Binnenstedelijk groengebied
10. Buitengebied (Haarle-Hancate-Daarle-Hulsen-Hexel) 11. B uitengebied Daarlerveen 12. Daarler Es 13. Stroomdal Regge 14. Sallandse Heuvelrug met “randessen”
20 |
➜
GEBIED 1 | C ENTR UM HELLE N DO O R N centrum zijn de structuren hiervan nog duidelijk
toepassing op de bestaande boerderijtjes die ten
herkenbaar. De Dorpsstraat is van oudsher de
opzichte van de weg zijn gedraaid. Omdat de be-
Algemeen
belangrijkste route en is vrij dicht bebouwd. De
bouwing vroeger dicht langs de weg is gebouwd,
In het overgangsgebied van het stroomdal van de
bebouwing staat dicht op de weg en kent kleine
zijn midden in het centrum open plekken ontstaan
Regge en de hoger gelegen gronden van de Salland-
onderlinge afstanden. Richting het oosten van
die karakteristiek zijn voor Hellendoorn. Een voor-
se Heuvelrug ontstond vroeg in de middeleeuwen
het gebied neemt de dichtheid wat af en ontstaat
beeld hiervan is de Geuren.
de nederzetting Hellendoorn. Sinds de bouw van
een ruimtelijker bebouwingsbeeld. Het gedifferen-
een kerk in de twaalfde eeuw groeide Hellendoorn
tieerde karakter van het dorp wordt gegarandeerd
Hoofdvorm/aanzicht/opmaak
uit tot een kern die tegen het einde van de zestiende
door de individuele panden van verschillende aard.
In het gehele centrum van Hellendoorn wordt het
eeuw bijna volledig verwoest werd. In 1850 bestaat
Kenmerkend voor het centrum van Hellendoorn
beeld bepaald door daken. Dit geldt met name
het dorp voornamelijk uit woningen, een grote kerk
zijn de statige woonhuizen, de historische boer-
voor de straten waar de bebouwing laag is. In
en opvallend veel schoenmakerijen. Een deel van
derijtjes en uiteraard de kerken. Een groot deel
het gebied zijn diverse traditionele kapvormen
het centrum werd ingenomen door de Geuren, een
van de bebouwing heeft een woonfunctie, maar er
te onderscheiden voor de hoofdgebouwen (o.a.
gebied bestaande uit tuinen en fruitbomen, dat zowel
komen ook kleinschalige winkels voor.
zadeldak, schildkap, afgeknot schilddak en afge-
➜ Analyse gebied
in sociaal als in economisch opzicht een belangrijke rol vervulde.
knot zadeldak). Ze zijn over het algemeen gedekt Situering
met donkergrijze pannen. Een enkele keer komt
De bebouwing is vaak op de weg georiënteerd,
ook riet voor. Daar waar de bebouwing hoger is,
Ruimte
staat in een verspringende rooilijn en staat even-
beginnen de gevels een grotere rol te spelen. Deze
Hellendoorn is ontstaan als flankesdorp. In het
wijdig of haaks op de weg. Dit is echter niet van
zijn opgetrokken uit baksteen, veelal in een rood-
21 |
bruine kleur. De ramen zijn meer hoog dan breed
Beleidsintenties
en vormen een verticale compositie. Soms zijn ze
Voor het centrum van Hellendoorn geldt een beleid
voorzien van luiken.
van handhaven. Er zijn mogelijkheden voor het
Situering
De hoofdvorm van de gebouwen is elementair,
aanpassen van bestaande bebouwing, maar dan
•
vaak in combinatie met een rijke detaillering. Dit
wel op een zorgvuldige manier waarbij de huidige
geldt niet voor de boerderijtjes, die meer beschei-
kwaliteiten niet in het geding komen.
den zijn gedetailleerd. Langs de straten waar de
➜ Welstandscriteria
Hoofdvorm •
Eenvoudige hoofdvorm met traditionele kapvorm aansluitend bij omliggende
bebouwing in de rooilijn is geplaatst, is de nokrich-
bebouwing
ting veelal evenwijdig aan of haaks op de weg. In andere gevallen varieert deze.
Aansluiten bij de gebiedseigen kenmerken
•
Aan-en bijgebouwen afgestemd op architectuur hoofdgebouw
Waardering In het centrum van Hellendoorn bestaat veel
Aanzichten
waardering voor het diverse bebouwingsbeeld
•
Traditionele compositie
dat ontstaat door de historische esdorpstructuren, samen met de veelzijdigheid en authenciteit van
Opmaak
de bebouwing. Repetitie van dezelfde woningen is
•
waaronder de Geuren, belangrijk geacht.
Baksteen en dakpannen (of riet) in kleur overeenkomstig de omliggende bebouwing
dus niet gewenst. Verder worden de open plekken, •
Geen glimmende materialen voor grote vlakken toepassen
•
Rijke detaillering voor statige panden en bescheiden detaillering voor boerderijtjes
22 |
➜
GEBIED 2 | C ENTR UM NIJVE R DAL straten en kleine pleinen. De Grotestraat kan wor-
hoewel deze kleine verspringingen kent. Dit is
den gezien als de drager van het gebied en is
ontstaan doordat de gevelwanden opgebouwd zijn
Algemeen
van oudsher breed geprofileerd. De winkels aan de
uit allemaal afzonderlijke panden. In de Rijssen-
Nijverdal is ontstaan aan de in 1831 tot stand ge-
noordzijde van deze straat worden min of meer van
sestraat wordt de onderlinge afstand steeds groter,
komen straatweg van Zwolle naar Almelo. De van
het voetgangersgebied afgesneden door de drukke
zodat hier niet meer kan worden gesproken
oorsprong agrarische nederzetting transformeerde
verkeersstroom die daar aanwezig is.
over aaneengesloten bebouwing. In de Willem
zich onder invloed van de textielindustrie in een
De kern van het centrum wordt gevormd door
Alexanderstraat zijn de gebouwen grootschaliger,
fabrieksdorp. Ook aan de Grotestraat werden arbei-
het Keizerserf, een ruime maar iets minder breed
terwijl ze als losse elementen in de ruimte staan.
derswoningen gebouwd. In de periode van 1925 tot
geprofileerde straat waar geen auto’s rijden. Het
Hier is geen duidelijke rooilijn aanwezig.
1936 is de bebouwing aan weerszijden ervan sterk
stratenpatroon rondom het Raadhuis is door de
uitgebreid en ontstaat ten noorden van de
losstaande bebouwing minder duidelijk gedefini-
Hoofdvorm/aanzicht/opmaak
spoorlijn de Wilhelminawijk. Tussen 1936 en 1945
eerd. Hier zijn een aantal open plekken te onder-
De bebouwing bestaat op de begane grond over-
doen zich weinig ontwikkelingen voor. Na de
scheiden, waarbij het H. Dunantplein een belang-
wegend uit winkels met daarboven woningen.
Tweede Wereldoorlog wordt begonnen met de
rijke plaats inneemt.
Hierdoor zijn de gevels op straatniveau open en op
➜ Analyse gebied
wederopbouw van het centrum.
hoger niveau meer gesloten. Langs de Situering
belangrijkste winkelstraten bestaan de panden uit
Ruimte
Over het algemeen loopt de bestrating van gevel
twee lagen met kap of drie tot vier lagen zonder
Het centrum van Nijverdal bestaat uit een aaneen-
tot gevel. In het geval van de Grotestraat en het
kap. Verder zijn in het gebied diverse kantoren en
schakeling van openbare ruimte in de vorm van
Keizerserf is sprake van plaatsing in de rooilijn,
appartementengebouwen te onderscheiden
23 |
die soms vijf lagen tellen. In contrast daarmee
laag. Ten einde de samenhang en bouwkundige
puls te geven. Samenhang, bouwkundige kwali-
komt ook relatief lage bebouwing voor in de vorm
kwaliteit te vergroten, is een beeldkwaliteitplan
teit, inrichting openbare ruimte en winkelbestand
van woningen. Van de historische gevels is weinig
voor een deel van het centrumgebied opgesteld.
(branchering) dienen binnen de in het Masterplan
over, het beeld wordt bepaald door bebouwing
Ook wordt getracht de (winkel)structuur en op-
en beeldkwaliteitplan gestelde kaders aanmerkelijk
vanaf 1950. Hierin kan nauwelijks een specifieke
bouw van het centrum te versterken. Door realisa-
te worden vergroot/versterkt. Door het verleggen
stijl worden onderscheiden. De massa is veelal
tie van diverse projecten en de herinrichting van
van de Rijksweg 35 (Grotestraat) wordt het verkeer
samengesteld en kent veel plastiek. Er is daarbij
het Keizerserf zijn de eerste resultaten hiervan
voor een belangrijk deel uit het centrum geweerd
geen sprake van een kenmerkende compositie van
inmiddels zichtbaar.
en ontstaat de mogelijkheid om door herinrichting
de gevels. Het kleurgebruik is variërend, hoewel er
van de Grotestraat een belangrijke bijdrage te
voornamelijk lichte kleuren zijn toegepast. Naast
Beleidsintenties
geven aan de beoogde kwaliteitsimpuls van het
baksteen komen verscheidene materialen voor. De
Voor het winkelgebied (kernwinkelgebied en uitlo-
centrumgebied. Aan het centrumgebied is toege-
detaillering is niet bijzonder.
pers daarvan) is het beleid, neergelegd in het Mas-
voegd de ruimte die nodig is voor de verplaatsing
terplan Centrum Nijverdal, het bestemmingsplan
van het station (met annexen) naar het centrum
Waardering
Centrum Nijverdal 2004, het onlangs geëvalueerde
van Nijverdal.
Het centrum kenmerkt zich door gebrek aan samen-
beeldkwaliteitplan Centrum Nijverdal, alsmede
hang (aaneenschakeling van partiële invullingen)
de ruimtelijke beleidsvisie voor de Centrale Strip
en de geringe mate van bouwkundige kwaliteit. De
(het gebied tussen de Grotestraat en de noordzijde
waardering van met name het winkelgebied (kern-
van het spoortracé), erop gericht het centrum in
winkelgebied en uitlopers daarvan) is daardoor
de komende tien jaar een belangrijke kwaliteitsim-
24 |
Voor de overige, niet binnen het centrumgebied
➜ Welstandscriteria
gelegen gebieden (niet het winkelgebied) is het
Let op: voor (een deel van) dit gebied is een
beleid gericht op het respecteren van de bestaan-
beeldkwaliteitplan c.q. zijn specifieke welstands-
de bebouwing. Bij vervangende nieuwbouw zal
richtlijnen van toepassing.
worden teruggegrepen op de karakteristiek van de oorspronkelijke bebouwing, dan wel aansluiting
Situering
worden gezocht bij de (nieuwe) bebouwing in de
•
Oriëntatie op belangrijkste openbare ruimte
directe omgeving.
•
Aaneengesloten winkelfront
Hoofdvorm •
Hoofdvorm en kapvorm aansluitend bij de omliggende bebouwing
Aanzichten •
Samenhang in de gevels tussen de begane rond en de verdiepingen
•
Vlakke gevels met loggia’s
•
Geen luifels aan gevels
•
Verticalisme benadrukken door geleding van gevelwanden in modulen van maximaal 8 meter
Opmaak •
Baksteen in een gedekte kleur (warme, stoere uitstraling)
•
Keramische pannen in een gedekte kleur
•
Geen glimmende materialen voor grote vlakken toepassen
25 |
•
Geen dakoverstekken
•
Herkenbare entrees
➜
GEBIED 3 | B EB OUWING L ANG S HISTOR IS C HE WE G E N ST R U C T U U R der relatief veel jaren dertig en zelfs nieuwbouw.
op de weg ligt. Bovendien ligt de bebouwing vaak
Een zeer regelmatig lint wordt gevormd door de
op regelmatige afstand van de weg, waardoor er in
Algemeen
seriematig gebouwde arbeiderswoningen aan het
veel gevallen sprake is van een eenduidige rooilijn.
Rond 1900 bestond de uitbreiding van de dorpsker-
einde van de Rijssensestraat en een deel van de
Eventuele bijgebouwen liggen ten opzichte van
nen vooral uit bebouwing langs reeds bestaande
P.C. Stamstraat.
het hoofdgebouw terug en maken zich hiermee
➜ Analyse gebied
uitvalswegen. Het betreft hierbij hoofdzakelijk
ondergeschikt.
vrijstaande woningen die naast elkaar werden
Ruimte
gebouwd. Hierdoor ontstond een lintvormige be-
Het profiel van het openbare gebied maakt een
Hoofdvorm/aanzicht/opmaak
bouwingsstructuur met een wisselende mate van
ruime indruk doordat de woningen op een redelijke
De bebouwing bestaat voornamelijk uit een enkel-
openheid, waarbij het zicht op de achterliggende
afstand van de weg zijn gebouwd. Er is daardoor
voudige bouwmassa met een zadeldak, al dan niet
gebieden in meer of mindere mate werd ontno-
sprake van behoorlijke voortuinen en buiten de
met een wolfseind. Op sommige plekken komen
men. Wat in de gemeente Hellendoorn opvalt is dat
kernen is vaak een berm aan weerszijde van de
ook mansardekappen voor. Bebouwing heeft een
ook veel lintbebouwing ontstond langs de wegen
weg aanwezig. Omdat het lint langs het zuidelijke
rechthoekige basisplattegrond, met korte zijde
die van de Sallandse Heuvelrug naar de Regge
deel van de Rijssensestraat in Nijverdal niet aan
aan de weg. In veel gevallen is sprake van een
liepen. Deze kruisen de noord-zuid gerichte wegen,
weerszijden van de weg is bebouwd, wordt de
versmalling aan de voorzijde van het huis. Rode
waardoor met name in het westen van Nijverdal
ruimte hier slechts aan een kant begrensd.
baksteen en rode of grijze dakpannen komen veel
een interessant patroon van lintvormige bebou-
voor. Woningen uit de jaren dertig worden geken-
wing is ontstaan. In de loop der tijd is veel van de
Situering
merkt door een wat rijkere detaillering en meer
oorspronkelijke bebouwing vervangen door wonin-
Het ritme van de woningen wordt versterkt door
plasticiteit van de hoofdvorm.
gen uit de verschillende perioden daarna, waaron-
de nokrichting die van oorsprong bijna altijd haaks
26 |
Waardering
➜ Welstandscriteria
De lintvormige structuren worden gewaardeerd
Let op: voor een deel van dit gebied is een beeld-
omdat ze duidelijk herkenbaar zijn ten opzichte
kwaliteitplan c.q. zijn specifieke welstandsrichtlij-
van de latere uitbreidingen. Met name het lint van
nen van toepassing.
arbeiderswoningen langs de Rijssensestraat en P.C. Stamstraat in Nijverdal (de zogenaamde “Lange
Situering
Jan”) wordt als zeer waardevol beschouwd dankzij
•
Nokrichting haaks op de weg
het duidelijk herkenbare patroon van bebouwing. Hoofdvorm Beleidsintenties
•
staande bebouwing. Bij vervangende nieuwbouw
Eenvoudige hoofdvorm met traditionele kapvorm aansluitend bij omliggende bebouwing
Het beleid is gericht op het respecteren van de be•
Aan-en bijgebouwen afgestemd op architectuur hoofdgebouw
zal worden teruggegrepen op de karakteristiek van de oorspronkelijke woningbouw.
Aanzichten Afwijkende situaties
•
Traditionele compositie
De genoemde kenmerken qua situering/hoofdvorm /aanzicht en opmaak gelden niet voor alle
Opmaak
percelen langs de historische wegenstructuur. Op
•
komstig de omliggende bebouwing
diverse locaties komen afwijkende vormen voor. Onderstaande Welstandscriteria vormen in principe
•
geeft (b.v. bij grotere nieuwe invullingen), kan gemotiveerd van dit uitgangspunt worden afgeweken.
27 |
Geen glimmende materialen voor grote vlakken toepassen
uitgangspunt voor nieuwe of vervangende bouw. Daar waar de bestaande bebouwing aanleiding
Baksteen en dakpannen in kleur overeen-
•
Bescheiden detaillering
➜
G EBIED 4 | VIL L A-EN B UNGALOW B E B O U W I N G gaat om vrijstaande woningen die vrij ruim zijn
Hoofdvorm/aanzicht/opmaak
opgezet en op een unieke manier met de locatie
De woningen hebben soms een eenvoudige hoofd-
Algemeen
zijn verbonden.
vorm, maar uitbouwen en verspringingen zorgen
In het begin van de vorige eeuw bestond de
Delen van wijken met bungalowbebouwing vinden
in andere gevallen voor samengestelde volumes.
bebouwing van Hellendoorn en Nijverdal uit
we in Noetsele II en III, Groot Lochter, Dennenoord
Platte daken en licht hellende dakvlakken komen
verdichte dorpskernen en de lintbebouwing langs
en de Noord- en Zuid Es in Hellendoorn.
vooral in de bosrijke omgeving veel voor. In het
➜ Analyse gebied
uitvalswegen die daarop aansloten. In de periode
gebied bestaat veel glooiing en veel woningen
tussen beide wereldoorlogen werd de Wilhelmina-
Ruimte
spelen hier ook op in door middel van bijvoorbeeld
wijk gerealiseerd, een uitbreiding waarbij voor het
De afstand tussen de woningen is vrij ruim. Toch
een verdiepte garage. Er komen diverse gevelma-
eerst ook de gronden achter de bestaande wegen
bestaat er een bepaalde mate van beslotenheid
terialen voor, veelal in een donkere kleurstelling.
werden bebouwd. Na de oorlog werden veel van
omdat het bos van de Sallandse Heuvelrug door-
De detaillering is soms bescheiden, soms wat op-
dergelijke woongebieden ontwikkeld. Kenmerkend
loopt in de wijk. Dit geldt niet voor de woningen
vallender, maar vrijwel nooit extravagant. In Hel-
hierbij zijn de nieuwe stratenpatronen die werden
die de westrand van Hellendoorn vormen. Deze zijn
lendoorn is de bebouwing eenvoudiger en relatief
geïntroduceerd.
op de achtergelegen gronden georiënteerd.
kleinschalig. De woningen aan de westrand (o.a. de Pastoor Rientjesstraat) hebben zadeldaken, waarbij
Een aantal wijken en-of wijkdelen die tegen de
Situering
Sallandse Heuvelrug aan liggen vallen hierbij op.
Er is vaak sprake van een rooilijn, maar daar waar
In het bijzonder het villapark in Nijverdal dat tegen
de woningen ver uit elkaar liggen, is deze niet
Opvallend hierbij zijn de grote vierkante ramen in
de Sallandse Heuvelrug aan ligt. Dit niet alleen
altijd duidelijk waarneembaar. Losse bijgebouwen
de voorgevel. Er komen diverse kleuren baksteen
vanwege de fraaie, vaak bosrijke ligging, maar ook
spelen een ondergeschikte rol in het bebouwings-
voor, meestal in combinatie met rode pannen. De
vanwege de woontypologie die daar voorkomt. Het
beeld.
woningen ten noorden van het centrum van Hel-
28 |
de nok haaks op de weg is gericht.
lendoorn zijn van een oudere datum en hier komen
➜ Welstandscriteria
ook kappen voor met een rieten dakbedekking. Hoofdvorm en aanzichten Waardering
•
Zowel voor de gehele opzet van de woongebieden als voor de individuele woningen bestaat veel
Zorgvuldig en in architectuur consistent ontwerp
•
waardering vanwege de manier waarop bebouwing
Aan-en bijgebouwen afgestemd op architectuur hoofdgebouw
en locatie samengaan. Opmaak Beleidsintenties
•
Het beleid is gericht op het handhaven van het bestaande bebouwingsbeeld. Uiteraard zijn er mogelijkheden voor aanpassingen, maar dit zal altijd zorgvuldig moeten gebeuren; op een bescheiden manier gedetailleerd, waarbij wordt ingespeeld op de kwaliteiten van de plek.
29 |
Geen glimmende materialen voor grote vlakken toepassen
•
Zorgvuldige, bescheiden detaillering
➜
G EBIED 5 | PLANM ATIGE B EB O U W I N G
➜ Analyse gebied
verschillende tijdsperioden, wat vaak bepalend is
overeen. Onder de nieuwbouw komen naast vrij-
voor de ruimtebeleving.
staande woningen vrij veel twee-onder-een-kapwoningen voor. Soms zijn de woningen geschakeld
Algemeen In het begin van de vorige eeuw bestond de be-
Situering
middels de garage. In verhouding tot de omvang
bouwing in de gemeente Hellendoorn uit verdichte
Uitbreidingsplannen uit de jaren zestig zijn ortho-
van de bebouwing is de tussenliggende ruimte
dorpskernen en de lintbebouwing langs uitvals-
gonaal opgezet. De woningen zijn op enige afstand
vrij klein. Voor alle planmatige bebouwing geldt
wegen die daarop aansloten. In de periode tussen
van de weg in een strakke rooilijn geplaatst en vor-
dat bijgebouwen zowel in positie als in omvang
beide wereldoorlogen werd de Wilhelminawijk
men dankzij het veelvuldig voorkomen van rijen-
ondergeschikt aan het hoofdvolume zijn. Soms
gerealiseerd, een uitbreiding waarbij voor het
woningen een vrij gesloten gevelwand. De nokrich-
zijn de bijgebouwen geschakeld met de woning. In
eerst ook de gronden achter de bestaande wegen
ting is meestal evenwijdig aan weg. Als reactie op
andere gevallen zijn ze als afzonderlijke objecten
werden bebouwd. Na de oorlog werden veel van
de rechtlijnige wegenstructuur worden in de jaren
uitgevoerd.
dergelijke woongebieden ontwikkeld. Kenmerkend
zeventig de woonerfachtige verkavelingen popu-
hierbij zijn de nieuwe stratenpatronen die werden
lair. Ook hierbij volgt de nok vaak de richting van
Hoofdvorm/aanzicht/opmaak
geïntroduceerd. Deze zijn vaak karakteristiek voor
de weg, maar de woningen kennen geen strakke
De woningen hebben een eenvoudige hoofdvorm
de periode waarin de planmatige uitbreiding is
rooilijn meer. In plaats daarvan komen regelmatig
met een rechthoekige basisplattegrond. Het gaat in
ontwikkeld.
verspringingen voor. Recent gebouwde wijken zijn
veel gevallen om enkelvoudige bouwmassa’s die
vaak weer strakker opgezet, maar in het geval van
zijn opgebouwd uit één of twee lagen met kap. Het
Ruimte
de Kruidenwijk blijft de woonerfachtige
overwegende beeld wordt bepaald door zadel-
Het gebied heeft vrijwel volledig een woonfunctie.
structuur herkenbaar. De nokrichting is haaks op of
daken, maar in mindere mate komen ook andere
De bebouwing is planmatig gebouwd, maar wel in
evenwijdig aan de weg en komt per straat vaak
kapvormen voor. Over het algemeen zijn de gevels traditioneel te noemen.
30 |
Ze zijn vrij gesloten en hebben een verticale com-
bebouwing” welstandsvrij. Dat betekent dat op
➜ Welstandscriteria
positie. De rode steen waaruit de gevels zijn op-
de grond staande bouwwerken die zijn gelegen
Let op: voor een deel van dit gebied is een beeld-
getrokken is veelal wat bleek van kleur. Onder de
op achterterreinen (m.u.v. hoekpercelen grenzend
kwaliteitplan c.q. zijn specifieke welstandsrichtlij-
meer recente bebouwing bestaat meer variatie in
aan de openbare weg) en niet direct zichtbaar zijn
nen van toepassing.
kleurgebruik. Hier komen onder meer gele stenen
vanaf de openbare weg, niet voorgelegd hoeven
voor. De woningen hebben veelal een eenvoudige
te worden aan de welstandscommissie. Te denken
Situering
detaillering.
valt dan aan aanbouwen, bijgebouwen, overkap-
•
Aansluiten bij de gebiedseigen kenmerken
pingen, wijzigingen van de achtergevel, etc.. Waardering
Hoofdvorm
Hoewel de bebouwing uit meerdere tijdsperioden
•
Eenvoudige hoofdvorm
afkomstig is, kan er worden gesproken over een
•
Aan-en bijgebouwen afgestemd op architec-
zekere mate van uniformiteit per gebied die als
tuur hoofdgebouw
waardevol wordt beschouwd. Belangrijk hierbij zijn de consequente plaatsing in de rooilijn, de traditi-
Aanzichten
onele hoofdvorm, de nokrichting en het overeenko-
•
Enigszins gesloten gevels
mende materiaal- en kleurgebruik. Opmaak Beleidsintenties
•
Door het overeind houden van de gebiedseigen kenmerken dienen de diverse planmatige uitbrei-
omliggende bebouwing •
dingen altijd een eigen identiteit te houden waarmee ze zich onderscheiden van andere wijken. Bij toekomstige veranderingen wordt gestreefd naar aansluiting bij de bestaande situatie. Voor een deel van de Kruidenwijk is een beeldkwaliteitplan van toepassing. Het beleid is hierop afgestemd. Welstandsvrij In deze gebieden is de “niet straatbeeld bepalende
31 |
Kleur en materiaalgebruik overeenkomstig Geen glimmende materialen voor grote vlakken toepassen
•
Bescheiden detaillering
➜
G EBIED 6 | WIL HEL MINAWIJ K (HE T RO DE DO R P ) onderkomen te bieden. De woningen waren voor
Hoofdvorm/aanzicht/opmaak
die tijd ruim van opzet en stonden op een grote
De woningen hebben een eenvoudige hoofdvorm,
Algemeen
kavel waardoor voor de bewoners de mogelijkheid
gesierd met een kap. Er komen diverse dakvor-
In het begin van de vorige eeuw bestond de
bestond om op eigen terrein groente te verbouwen
men voor (o.a. zadeldak, mansardekap, afge-
bebouwing van Hellendoorn en Nijverdal uit
of dieren te houden.
knot zadeldak), waarbij regelmatig dakkapellen
➜ Analyse gebied
verdichte dorpskernen en de lintbebouwing langs
zijn toegepast. De daken zijn voorzien van rode
uitvalswegen die daarop aansloten. In de periode
Situering
dakpannen die sterk beeldbepalend zijn voor de
tussen beide wereldoorlogen werd de Wilhelmina-
De bebouwing van de Wilhelminawijk is in de
Wilhelminawijk. Daarbij zijn de bakstenen waaruit
wijk gerealiseerd, een eerste planmatige uitbrei-
gevelrooilijn gesitueerd. De bouwblokken staan in
de gevels zijn opgetrokken ook rood. De gevels zijn
ding waarbij ook de gronden achter de bestaande
verhouding tot de grootte van de kavels vrij dicht
vrij traditioneel van opzet. Bij diverse bouwblokken
wegen werden bebouwd. Hoewel na de oorlog nog
op de weg, waardoor sprake is van diepe achter-
is hier sprake van symmetrie. De ramen zijn niet
veel meer planmatige uitbreidingen werden ont-
tuinen. In de wijk komen veel rijenwoningen voor,
groot en worden omsloten door metselwerk. Ook
wikkeld, neemt de bebouwing in het zogenoemde
maar ook vrijstaande woningen en twee-onder-
de dakkapellen zijn bescheiden van formaat. De de-
“rode dorp” nog steeds een bijzondere plaats in
een-kap-woningen. De onderlinge afstand is niet
taillering is vrij bescheiden. In het straatbeeld zijn
Nijverdal in.
groot. De nokrichting is vaak evenwijdig aan de
hier en daar verbijzonderingen te onderscheiden.
weg, waardoor de roodkleurige dakvlakken extra
Voorbeelden hiervan zijn specifieke hoekwoningen
Ruimte
opvallen. Bijgebouwen hebben een ondergeschikte
en bijvoorbeeld een poort in de gevel zoals dat in
Een groot gedeelte van de woningen in dit gebied
rol omdat ze ten opzichte van het hoofdgebouw te-
de Frederik Hendrikstraat voorkomt.
zijn gebouwd in de stijl van de tuinsteden. Dit
rugliggen of in hun geheel achter de woning staan.
zijn ruim opgezette, groene wijken, die als voornaamste doel hadden om de arbeider een goed
32 |
Waardering
voor de bovengenoemde specifieke delen van de
De Wilhelminawijk wordt als zeer waardevol gezien
wijk nadere eisen, die in het beeldkwaliteitplan
vanwege haar opzet als eerste planmatige uitbrei-
worden gesteld.
➜ Welstandscriteria Let op: voor een deel van dit gebied is een beeld-
ding van Nijverdal en vanwege de karakteristiek
kwaliteitplan c.q. zijn specifieke welstandsrichtlij-
van de bebouwing. Om zorg te dragen voor de
nen van toepassing.
handhaving van het bestaande beeld is er een beeldkwaliteitplan opgesteld waarbij voor diverse
Situering
delen van de wijk eisen worden gesteld. Het gaat
•
Aansluiten bij de gebiedseigen kenmerken
hierbij om de woningen aan de Frederik Hendrikstraat, een zevental dubbele woningen aan de
Hoofdvorm
Willem de Zwijgerstraat en de Bouwmeesterstraat,
•
de hoek van de Van Limburg Stirumstraat en de Oranjestraat en drie dubbele woningen aan de Wil-
Eenvoudige hoofdvorm met traditionele kapvorm aansluitend bij omliggende bebouwing
•
lem de Clercqstraat.
Aan-en bijgebouwen afgestemd op architectuur hoofdgebouw
Beleidsintenties
Aanzichten
Wat betreft toetsing van bouwplannen is er wat
•
Traditionele compositie
betreft welstand een tweedeling te onderscheiden. Voor de hele wijk geldt dat aanpassingen zullen
Opmaak
moeten passen in de omgeving. Daarnaast geldt
•
Baksteen in kleur overeenkomstig de omliggende bebouwing
•
Rode dakpannen
•
Geen glimmende materialen voor grote vlakken toepassen
•
33 |
Bescheiden detaillering
➜
G EBIED 7 | B EDR IJVENTER R E I N E N drijfsloodsen met kantoorfuncties die meestal aan
Hoofdvorm/aanzicht/opmaak
de straat zijn gesitueerd. Ook het bedrijventerrein
De hoofdvorm van de bebouwing bestaat veelal
Algemeen
van Haarle wordt tot dit welstandsgebied gere-
uit een hal met een plat dak of een kap met een
Bedrijvigheid heeft van oudsher een bijzondere
kend.
flauwe helling. De bouwstijl van bedrijfsloodsen is
➜ Analyse gebied
betekenis gehad voor Nijverdal. In feite is het aan
overwegend industrieel van aard. De panden zijn
de textielindustrie te danken dat de van oorsprong
Ruimte
eenvoudig en doelmatig gebouwd, vaak met lichte
agrarische nederzetting zich ontwikkelde tot een
De bebouwing staat op ruime percelen en kent
plaatmaterialen als gevelbekleding. Er komt
dorp van behoorlijke omvang. De opkomst van
enige afstand tot de weg. De onderlinge afstand
bovendien opvallend veel glimmend materiaal
nieuwe bedrijvigheid heeft tot gevolg gehad dat na
van de bebouwing is wisselend, waarbij opvalt dat
voor. De kantoren zijn daarentegen vaak in een
de oorlog in de oosthoek van Nijverdal een indus-
met name de nieuwere delen ruimer zijn opgezet.
baksteenarchitectuur gebouwd, waarbij diverse
trieterrein werd aangelegd dat zich in de afgelopen
Hier komen ook grotere panden voor.
heldere kleuren zijn toegepast, vaak in combinatie
jaren steeds verder heeft uitgebreid. De bebou-
met glazen puien. De detaillering is veelal opval-
wing die hier voorkomt heeft een duidelijk ander
Situering
lend. De bedrijfsloodsen zijn in tegenstelling daar-
karakter dan de bedrijven die zijn gelegen binnen
Hoewel een kap meestal ontbreekt, is er door de
mee doelmatig gedetailleerd.
de bestaande structuren.
hiërarchische opbouw waarbij het kantoor een representatieve functie heeft, toch wel sprake van
Waardering
Het gebied kenmerkt zich door de rationele verka-
een zekere oriëntatie van de bebouwing. De wens
Er bestaat waardering voor de eenvoud van de
velingstructuur waarin, binnen de grenzen van het
om zo veel mogelijk bebouwingsvlak te benutten
bouwvormen die op het bedrijventerrein voorko-
bestemmingsplan, ruime mogelijkheden bestaan
leidt ertoe dat er vaak in de rooilijn is gebouwd.
men. In vergelijking met het middengebied zijn de
voor het oprichten van bedrijfsbebouwing. Het
Toch bestaat de indruk dat de gebouwen tamelijk
randen meer representatief vormgegeven.
beeld wordt voornamelijk bepaald door be-
los op de erven zijn geplaatst.
34 |
Beleidsintenties
bouwing die is gelegen in het gebied waar de
Hoewel ook het binnengebied de nodige zorg
welstandsrichtlijnen Bedrijventerrein ’t Lochter
➜ Welstandscriteria
behoeft, zijn met name de randen van het ter-
complex Oost 2” van toepassing zijn
Let op: voor een deel van dit gebied is een beeld-
rein, gezien de relatie met het buitengebied en
kwaliteitplan c.q. zijn specifieke welstandsrichtlij-
de hoofdwegen die er langs liggen, gevoelig voor
Dit betekent dat bebouwing in deze gebieden niet
kleur- en materiaalgebruik. Op dit moment komen
voorgelegd hoeft te worden aan de welstandscom-
veel lichte, glimmende kleurvlakken voor, maar
missie.
nen van toepassing. Hoofdvorm
donkere tinten zijn zeer te waarderen. Verder is het
•
Platte daken of lessenaardaken
beleid gericht op het stimuleren van eenvoudige
•
Eenvoudige hoofdvorm in middengebied en
hoofdvormen in middengebied. Expressieve vorm-
meer expressieve vormgeving aan de randen
geving dient hier te worden vermeden. Eenheid is gewenst. Aan de randen bestaan mogelijkheden
Aanzichten
voor meer expressieve architectuur. De gevels die-
•
Representatieve gevels langs hoofdontsluiting
nen representatief te zijn. Dit geldt vooral richting de hoofdontsluiting, met als belangrijkste aders
Opmaak
de Burgemeester H. Boersingel en de Wierden-
•
sestraat. Voor een deel van het bedrijventerrein zijn welstandsrichtlijnen van toepassing. Het beleid is hierop afgestemd. Welstandsvrij Voor bepaalde delen van het bedrijventerrein gelden geen welstandseisen. Het gaat dan om de volgende delen: •
Bedrijventerrein ’t Lochter/’t Lochter Oost, m.u.v. bebouwing die is gelegen aan de doorgaande wegen (van den Bergsweg, Rudolf Dieselstraat, Energiestraat, Industrieweg en de Burgemeester H.Boersingel) en m.u.v. be-
35 |
Geen grote lichte of glimmende vlakken aan de randen van het terrein
•
Doelmatige detaillering
➜
GEBIED 8 | B EDR IJVENTER R E I N NIJ VER DAL-NOOR D
➜ Analyse gebied
fabrieksbebouwing, die hier en daar verscholen
hedendaagse bedrijfsgebouwen kent de historische
gaat achter de bomen.
fabrieksbebouwing rijke detailleringen en veel plastiek. Dit geldt zelfs voor fabrieksmuren of voor
Algemeen Bedrijvigheid heeft van oudsher een bijzondere
Situering
gevels met weinig lichtopeningen. Geleding van de
betekenis gehad voor Nijverdal. In feite is het aan
De bebouwing staat op enige afstand van de weg
gevelwanden zorgt ervoor dat de grootschaligheid
de textielindustrie te danken dat de van oorsprong
en is meestal in de rooilijn geplaatst. Het beeld
van de bedrijfsgebouwen grijpbaar wordt.
agrarische nederzetting zich ontwikkelde tot een
wordt bepaald door grote volumes die langs de
dorp van behoorlijke omvang. Hoewel op dit mo-
weg een gesloten gevelwand vormen. Omdat de
Waardering
ment nog meerdere fabriekspanden in Nijverdal
afstand tussen de volumes vrij groot is, komt het
Dit gebied wordt vanwege haar bepalende rol bij
aanwezig zijn, bevat dit gebied alleen de bedrij-
gebied niet stedelijk over. Het terrein dat wordt
de ontwikkeling van Nijverdal als zeer waarde-
vigheid ten noorden van de spoorlijn. Ten oosten
gebruikt voor opslag of parkeren, worden voor
vol beschouwd. Dit geldt ook voor de uiterlijke
wordt het terrein begrensd door de Regge.
een groot deel aan het oog onttrokken, omdat het
verschijningsvorm van de fabrieksbebouwing.
wordt afgeschermd door bebouwing of door groen.
Met name de rijke, ambachtelijke detaillering van de panden doet recht aan de tijd waarin ze zijn
Ruimte De bebouwing is ruimtelijk onderdeel van het bin-
Hoofdvorm/aanzicht/opmaak
ontwikkeld. De groene setting geeft het geheel een
nenstedelijk groengebied ten noorden ervan. Het
Naast platte daken komen interessante dakvormen
parkachtig karakter, wat erg wordt gewaardeerd.
gebied is dan ook te beschrijven als industriële
voor. Wat betreft materiaalgebruik overheerst rood-
bebouwing in een parkachtige context. Een belang-
bruine baksteen in combinatie met staal, dat onder
Beleidsintenties
rijke route door het gebied wordt gevormd door
meer voor installaties wordt gebruikt. De gevels
In dit gebied geldt een beleid van handhaven.
de G. van der Muelenweg, die zich kenmerkt door
worden vaak gekenmerkt door de repetitie van
Toekomstige veranderingen zijn evenwel mogelijk,
het brede profiel met aan weerszijden relatief hoge
kleine glasoppervlakken. In tegenstelling tot veel
maar zullen op een zeer zorgvuldige wijze in de
36 |
bestaande structuur worden opgenomen. Hierbij
➜ Welstandscriteria
kan worden gedacht aan harmoniërende of juist contrasterende architectuur. In het laatste geval
Situering
moet de grote tijdsprong die wordt gemaakt tus-
•
sen bestaande bebouwing en nieuwbouw duidelijk
Opslag en parkeerterrein afgeschermd van openbare weg
zichtbaar worden gemaakt. Aangezien de gebiedsgerichte criteria uitgaan van aansluiting bij de
Hoofdvorm
bestaande omgeving zullen dergelijke bouwplan-
•
Platte daken of repeterende dakvormen
nen worden getoetst aan de hand van de algemene criteria.
Aanzichten •
Geleding van lange gevels
•
Architectuur in samenhang met bestaande gebouwen
Opmaak •
Kleur en materiaal overeenkomstig bestaande bebouwing
•
37 |
Rijke, ambachtelijke detaillering
➜
GEBIED 9 | B INNENSTEDEL IJK GROENGEB IED in de agrarische sferen veel voorkomen, nemen ze
➜ Analyse gebied Het binnenstedelijk groengebied bevat verspreide,
meestal een ondergeschikte positie in ten opzichte
Algemeen
soms enigszins geclusterde bebouwing dat een
van het hoofdgebouw omdat ze kleiner zijn
Tussen Hellendoorn en Nijverdal ligt een groen ge-
woonfunctie, een agrarische functie of een recre-
en erachter liggen. De nokrichting verschilt per
bied dat vanwege haar bijna parkachtige uitstraling
atieve functie heeft. Tot de laatste groep behoren
bouwvolume.
niet tot het buitengebied wordt gerekend. Het ge-
bijvoorbeeld de sportvelden die hier hun plek heb-
bied is ontstaan onder invloed van de buitenplaat-
ben gevonden.
sen die al op de kaart van 1850 opvallend aanwezig
Hoofdvorm/aanzicht/opmaak De daken van de woningen en boerderijen zijn
zijn. Hiertoe behoren Duivecate en Eversberg. De
Ruimte
vanwege de ruimtelijkheid van het gebied sterk
structuren van deze landgoederen zijn nu nog goed
Het gebied wordt gekenmerkt door de afwisseling
beeldbepalend. Van grote afstand zijn ze al zicht-
herkenbaar.
van bosgebieden en open plekken, in samenhang
baar. Vaak wordt een grijze dakpan gecombineerd
met het stroomgebied van de Regge. Hierdoor ont-
met een bleekrode of roodbruine steen. Bijge-
Als belangrijk structuurbepalend element ligt door
staat in bepaalde gebiedsdelen een besloten beeld.
bouwen hebben vaak een andere materialisering.
het gebied van zuid naar noord de rivier de Regge
De bebouwing speelt hierin een ondergeschikte rol.
Donkergekleurde golfplaat als dakbedekking of
met de aanliggende lage riviergronden. Deze gron-
houten gevelbekleding komt hierbij voor. De detail-
den zijn inmiddels onderdeel van (her)inrichtings-
Situering
lering van zowel hoofd- als bijgebouw is beschei-
plannen in uitvoering zoals De Groene Mal en De
Op enkele plekken is de bebouwing in de rooi-
den. Daarnaast komen, in het geval van de bebou-
Veldkamp waarin ruimte voor de
lijn geplaatst, maar over het algemeen is hier
wing op bijvoorbeeld sportterreinen, platte daken
rivier in samenhang met versterking van de Ecolo-
geen sprake van. De gebouwen staan op geruime
voor. Deze doelmatig gedetailleerd gebouwen zijn
gische verbindingszone de (PEHS) een bepalende
afstand van de weg en zijn er vaak niet duidelijk
vaak besloten door groen, zodat ze niet van grote
rol speelt.
op georiënteerd. Hoewel bijgebouwen met name
afstand in het oog springen. In plaats daarvan zijn
38 |
ze gericht op het terrein waarvoor ze gebouwd zijn.
➜ Welstandscriteria
Ook in de architectuur van het gebouw wordt hiermee een duidelijke relatie gelegd.
Situering •
Aansluiten bij de gebiedseigen kenmerken
Waardering Er bestaat grote waardering voor het binnenstede-
Hoofdvorm
lijk groengebied vanwege de afwisseling van open-
•
heid en beslotenheid in relatie met het stroom-
Eenvoudige hoofdvorm met traditionele kapvorm voor woningen en boerderijen
gebied van de Regge en de verspreid liggende
•
Platte daken voor bebouwing op sportterrein
bebouwing die hierin voorkomt. De combinatie
•
Eenvoudige hoofdvorm bijgebouwen
met voorzieningen en de in uitvoering zijnde ecologische functies maakt het gebied extra inte-
Aanzichten
ressant.
•
Beleidsintenties
Opmaak
Het beleid is gericht op het behouden en eventueel
•
versterken van het huidige karakter. Eventuele aan-
Traditionele compositie
Baksteen en dakpannen in kleur overeenkomstig de omliggende bebouwing
passingen in het bebouwingsbeeld zullen moeten
•
Donkere kleuren voor bijgebouwen
getuigen van bescheidenheid. Vorm, materiaal- en
•
Geen glimmende materialen voor grote vlak-
kleurgebruik zullen zorgdragen voor een terughoudende uitstraling richting het openbaar gebied. Welstandsvrij In dit gebied ligt een groot sportterrein. Niet straatbeeldbepalende bebouwing op sportparken hoeft niet voorgelegd te worden aan de welstandscommissie.
39 |
ken toepassen •
Bescheiden detaillering
➜
G EBIED 10 | B UITENGEB IED
Het buitengebied van de gemeente Hellendoorn
moment zijn nog verscheidene bosrijke kavels te
Het gebied Hexel ligt opgesloten tussen de Sal-
bestaat uit verschillende gebieden, o.a. Haarle,
onderscheiden.
landse Heuvelrug, de Regge en de zuidelijke uitbreidingswijken van Nijverdal en werd onder
Hancate, Daarle-Hulsen en Hexel. Voor sommige gebieden bestaan specifieke gebiedskenmerken,
Het buitengebied van Haarle heeft een speels
invloed van de Regge en de Heuvelrug al vroeg be-
die zijn dan ook afzonderlijk aangeven in onder-
verkavelingpatroon en weinig rechtstanden in het
woond. Het landschap laat zich vergelijken met die
staande teksten.
netwerk van wegen. Toch is hier sprake van een vrij
van het stroomdal Regge. Het onderscheidt zich als
grootschalig landschap. Het buitengebied van Han-
het gaat om de ruimtelijke beleving en de aard van
cate is relatief grootschalig. Er komen hier slechts
de bebouwing. Een belangrijk deel is kampenland-
enkele grote boerderijen van jongere datum voor
schap, wat wordt gekenmerkt door haar besloten
Algemeen
en het landschap is vrij kaal. Voor beide gebieden
karakter. De bebouwing sluit hierbij aan.
Een groot deel van het buitengebied van de ge-
geldt dat richting de Sallandse Heuvelrug het
meente Hellendoorn heeft een landschap dat wordt
karakter anders lijkt te worden. De boerderijen zijn
Ruimte
getypeerd door een verkavelingpatroon dat het
daar van oudere datum, ze zijn minder groot uitge-
De bebouwing is min of meer gelijkmatig verspreid
resultaat is van veldontginningen die vanaf 1850
vallen en staan dichter bij elkaar.
over het gebied en kent vrij grote onderlinge af-
➜ Analyse gebied
plaatsvonden en de ruilverkavelingen van na de
standen. Het gaat voornamelijk om agrarische be-
oorlog. Het is herkenbaar aan de grote, rechthoe-
In het buitengebied Daarle/Hulsen komt vrij veel
bouwing, maar er komen ook woonhuizen voor. De
kige blokken waarin het gebied is onderverdeeld
bos voor. Dit vermindert enigszins het grootscha-
bebouwing in het gebied Hexel, voor het overgrote
en het rechtlijnige wegenpatroon. Sinds de ontgin-
lige karakter dat het gebied heeft. De bebouwing
deel bestaande uit boerderijen, stamt
ning werd de bodem voornamelijk bedekt met gras
wordt ontsloten via een netwerk van rechte wegen.
veelal uit de tweede helft van de negentiende
ten behoeve van de veeteelt. De minder vruchtbare delen van de heidevelden werden bebost. Op dit
40 |
eeuw, maar er komt ook nieuwere bebouwing voor.
Situering
zowel de afzonderlijke woningen als van de bebou-
wordt bepaald door daken. Er komen daar overwe-
Hoewel sommige verder landinwaarts zijn ge-
wingsclusters. In combinatie met het aanwezige
gend zadeldaken voor, al dan niet met wolfsein-
plaatst, zijn de meeste gebouwen aan de weg
reliëf zorgt dit voor een grote mate van
den of schilddaken. De nokken hebben niet altijd
gelegen. Er is geen sprake van een strikte rooilijn,
diversiteit en verscheidenheid in het landschap.
een specifieke richting ten opzichte van de weg.
maar de bebouwing is wel op de weg georiënteerd.
Ook de aanwezige begroeiing, in de vorm van bo-
De traditionele materialen die je in gebied Hexel
Hierdoor is van een losse ligging geen sprake
menrijen of van bosgebiedjes, draagt hiertoe bij.
tegenkomt, zijn bijzonder passend, te meer omdat
meer. Voor het gehele gebied geldt dat de daken sterk beeldbepalend zijn.
ze op een zeer sobere en elementaire manier zijn Hoofdvorm/aanzicht/opmaak
toegepast. Rijke detailleringen komen er niet voor.
De architectuur van de bebouwing is vrij traditio-
Wat materiaalgebruik betreft kan een onderscheid
De boerderijen worden bijgestaan door een aantal
neel te noemen en bestaat veelal uit een rechthoe-
worden gemaakt tussen hoofdgebouwen en bijge-
bijgebouwen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
kige basisplattegrond. De massa wordt gevormd
bouwen. De boerderij is opgetrokken uit roodbrui-
tussen bedrijfsgebouwen en overige bijgebouwen.
door één bouwlaag met kap. In het gebied komen
ne baksteen met donkergrijze pannen of riet op het
Bij de oudere bebouwing is de bedrijfsruimte vaak
allerlei kapvormen voor (zadeldak, al dan niet met
dak. De bijgebouwen zijn in veel gevallen van hout,
geschakeld aan het woongedeelte en deze vormen
een wolfseind, of een schilddak). De gevels kennen
soms in combinatie met baksteen.
gezamenlijk het hoofdgebouw. Bij boerderijen van
een verticale geleding en zijn vrij gesloten. Ze zijn
latere datum zijn de bedrijfsgebouwen vaak los
in baksteen opgetrokken en hebben een roodbrui-
Waardering
gesitueerd. Het hoofdgebouw, veelal in de vorm
ne kleur. Veel daken zijn van origine voorzien van
De eenheid in het gebied wordt gezocht in over-
van een vrijstaande woning, is in omvang hieraan
donkergrijze pannen, maar deze zijn in de loop der
eenkomsten in materialisering, waarbij daken sterk
ondergeschikt, maar in positie niet.
tijd vaak vervangen door golfplaat. Dit laatste geldt
beeldbepalend zijn. Verder wordt het gedempte
met name voor de bijgebouwen. Nabij de Salland-
kleurgebruik dat in het gebied voorkomt als waar-
se Heuvelrug komen ook rieten daken voor.
devol beschouwd.
gende agrarische bebouwing en woonhuizen. Het
Van de bebouwingsclusters in het gebied Hexel
De omgeving van Hexel wordt gewaardeerd van-
hoofdvolume vormt samen met de vaak meerdere
kan niet worden gezegd dat de hoofdgebouwen
wege het besloten, kleinschalige landschap en de
bijgebouwen een cluster op het erf. Soms liggen
dominant zijn. Vaak zijn daar juist de schuren en de
clusters van bebouwing die daar op een losse ma-
de clusters niet ver van de weg, in andere gevallen
stallen veel meer in het oog springend
nier in liggen. De architectuur van zowel de hoofd-
liggen ze verderop en worden ze ontsloten via een
dankzij hun omvang en hogere gootlijn. Over het
als bijgebouwen is vanwege haar eenvoudige
pad. Omdat de bebouwing nergens in de rooilijn
algemeen zijn de gootlijnen echter laag, wat ervoor
hoofdvorm (vaak een rechthoekige plattegrond met
is geplaatst, is sprake van een losse ligging van
zorgt dat het totaalbeeld van bebouwing sterk
een kap) bijzonder passend in deze setting. Mate-
Het gebied Hexel kan worden gekarakteriseerd als kleinschalig landschap met verspreid lig-
41 |
rialen als roodbruin metselwerk, ruw hout, riet en
➜ Welstandscriteria
pannen lijken bijna vanzelfsprekend in dit gebied. Situering: Beleidsintenties
•
Aansluiten bij de gebiedseigen kenmerken
Het beleid zal zijn gericht op het bieden van mogelijkheden voor het aanpassen van de bebouwing.
Hoofdvorm:
Het gebied heeft echter mogelijkheden om plaats
•
te bieden aan toekomstige ontwikkelingen.
Eenvoudige hoofdvorm met traditionele kapvorm
Vooralsnog zal erop worden toegezien dat de kenmerkende eigenschappen behouden blijven.
Aanzichten:
De bebouwing zal zich in het landschap moeten in-
•
Traditionele compositie
passen, waarbij recht wordt gedaan aan de huidige karakteristiek van bebouwingsclusters, terwijl de
Opmaak:
architectuur refereert aan die van de bestaande
•
boerderijen en schuren.
Baksteen en dakpannen (of riet) in kleur overeenkomstig de omliggende bebouwing voor het hoofdgebouw
Welstandsvrij
•
Donkerkleurige staalplaat, donker gekleurd
Diverse recreatie en vakantieparken gelegen in de
hout, metselwerk en een dakbedekking van
buitengebieden zijn opgenomen als welstandsvrije
donkerkleurige staalplaten, golfplaten of
gebieden. In dit gebied gaat het om het vakantiepark Hof van Salland, gelegen aan de Knollenhaar-
dakpannen voor de bedrijfsgebouwen. •
weg te Hellendoorn. Dit betekent dat bebouwing in dit gebied niet voorgelegd hoeft te worden aan de welstandscommissie.
42 |
Geen glimmende materialen voor grote vlakken toepassen
•
Doelmatige detaillering
➜
G EBIED 11 | B UITENGEB IED DAAR L E RVE E N schap dat uit zeer smalle lange kavels bestond
volgen de richting van de kavels en staan daardoor
getransformeerd in een grootschalig landschap. In
gedraaid ten opzichte van de weg. De boerderijen
Algemeen
die tijd zijn ook nieuwe wegen aangelegd waaraan
worden bijgestaan door een aantal bijgebouwen.
In het uiterste noordoosten van de gemeente
hier en daar bebouwing is gelegen. Met name de
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen
Hellendoorn ligt een gebiedje met een specifieke
grote ruilverkavelingboerderijen zijn kenmerkend
bedrijfsgebouwen en overige bijgebouwen. Bij
verkavelingstructuur, die verder niet binnen de
voor het gebied.
de oudere bebouwing is de bedrijfsruimte vaak
➜ Analyse gebied
gemeentegrenzen voorkomt. Ook de bebouwing
geschakeld aan het woongedeelte en deze vormen
is afwijkend. Wat binnen de strakke veenkoloniale
Situering
gezamenlijk het hoofdgebouw. Bij boerderijen van
structuren vooral opvalt, is de lintbebouwing.
In het gebied rondom Daarlerveen zijn diverse
latere datum zijn de bedrijfsgebouwen vaak los
In het geval van Daarlerveen heeft de bebouwing
bebouwingspatronen te onderscheiden. Ten oosten
gesitueerd. Het hoofdgebouw, veelal in de vorm
zich langs het kanaal ontwikkeld. Loodrecht daarop
van het dorp vormt de bebouwing aan de Nieuw-
van een vrijstaande woning, is in omvang hieraan
is een lint ontstaan aan de Nieuwstraat en op een
straat een lint. Het gaat hier om kleinschalige be-
ondergeschikt, maar in positie niet.
minder intensieve manier aan de Nonkeswijk. De
bouwing in de vorm van woningen die op de weg
kanalen spelen binnen de verkaveling een belang-
zijn georiënteerd. Er is hier ook duidelijk sprake
Hoofdvorm/aanzichten/opmaak
rijke rol omdat ze werden gebruikt om de turf af
van een rooilijn. De Nonkeswijk is zo dun bebouwd
De bebouwing heeft over het algemeen een een-
te voeren. Ook de wegen hebben een rechtlijnige
dat van een duidelijk lint geen sprake is. Ten
voudige hoofdvorm op basis van een rechthoekige
structuur aangenomen.
westen van Daarlerveen is een serie grootschalige
plattegrond. De boerderijen zijn vaak samengesteld
boerderijen gelegen, waarvan de afstand tot de
uit meerdere volumes, zoals het voorhuis en de
Ruimte
weg en de daarnaast gelegen spoorlijn varieert.
schuur. Samen met de bijgebouwen vormen ze een
Door de ruilverkaveling is het veenkoloniale land-
Ze zijn georiënteerd op het erf. De bouwvolumes
bebouwingscluster. Het beeld wordt gekenmerkt
43 |
door daken. Deze zijn overwegend gedekt met
➜ Welstandscriteria
donkergrijze pannen. Op daken van bijgebouwen komt ook golfplaat voor. De gevels zijn opgebouwd
Situering
uit baksteen in een rode tot roodbruine kleur. De
•
Aansluiten bij de gebiedseigen kenmerken
detaillering is bescheiden. Hoofdvorm Waardering
•
In het gebied bestaat vooral waardering voor de
Eenvoudige hoofdvorm met traditionele kapvorm
grotere boerderijen die kenmerkend zijn voor het veenkoloniale landschap.
Aanzichten •
Traditionele compositie
Beleidsintenties Het beleid zal zijn gericht op het bieden van moge-
Opmaak
lijkheden voor het aanpassen van de bestaande
•
bebouwing. Met name voor de karakteristieke boerderijen dient hiermee op een zorgvuldige ma-
omliggende bebouwing voor hoofdgebouw •
nier te worden omgegaan. Nieuwe ontwikkelingen zullen moeten passen in de bestaande omgeving.
Kleur en materiaalgebruik overeenkomstig Donkerkleurige golfplaat voor bijgebouwen mogelijk
•
Geen glimmende materialen voor grote vlakken toepassen
•
44 |
Bescheiden detaillering
➜
G EBIED 12 | DAAR LER ES voornamelijk langs de buitenrand van de es, langs
Hoofdvorm/aanzichten/opmaak
de Esweg en de Watertorenweg. De bebouwing
De hoofdvorm is merendeels enkelvoudig en be-
Algemeen
en het wegprofiel met opgaand groen markeren
staat, behoudens een dwarsgeplaatst voorhuis die
Ten oosten van de dorpskern van Daarle ligt
samen de overgang tussen de hooggelegen es en
twee bouwlagen kent, uit één bouwlaag met een
rondom de langgerekte Daarler Es een keten
de lager gelegen gronden. De ruimtes tussen de
kap al of niet voorzien van wolfseinden.
van agrarische bebouwing. Aan de noord- en de
bebouwde erven bieden doorzicht op het achter de
Hoewel er verschillen bestaan, is de voorkomende
oostzijde bevinden zich de lager gelegen gronden;
buitenrand gelegen gebied, in tegenstelling tot de
bebouwing op de belangrijkste aspecten gebaseerd
de oorspronkelijk weide- en hooilanden. Funda-
eszijde waar de zichtruimte wordt beperkt door het
op één stijl, wat zich voor de hoofdgebouwen uit
mentele veranderingen hebben zich in de loop der
reliëf.
in roodbruine bakstenen gevels met een verticale
➜ Analyse gebied
tijd niet voorgedaan. De positie en oriëntatie van
geleding en daken van riet, al of niet in combinatie
de bebouwing, de tussenliggende ruimtes en de
Situering
met pannen. De detaillering is bescheiden en doel-
verbondenheid met het landschap zijn argumenten
De agrarische bebouwing is overwegend met het
matig terwijl de weinig voorkomende ornamente-
om dit gebied afzonderlijk te benoemen.
woongedeelte op de straat georiënteerd zonder dat
ring bescheiden is. Het schilderwerk is traditioneel
Op het zuidelijke deel van de es (vroeger Dubbink
van een duidelijke rooilijn sprake is. Per erf zijn de
wit en donker groen. De bijgebouwen zijn opge-
geheten) staat een watertoren die onder de object-
verschillende bouwvolumes sterk geclusterd. De
trokken uit donker gekleurd hout, baksteen of uit
gerichte welstandscriteria valt.
nokrichting staat overwegend haaks op de wegas.
een combinatie daarvan. De daken zijn voorname-
Een dwars geplaatst voorhuis vormt de uitzonde-
lijk van pannen of golfplaat, in een donkergrijze
Ruimte
ring op de regel. Het hoofdgebouw is overwegend
kleur. Er komt weinig tot geen detaillering voor.
De overwegend agrarische bebouwing staat op on-
beelddominant.
regelmatige afstanden van elkaar en bevindt zich
45 |
Waardering
tiepark De Tolplas, gelegen aan de Hexelerweg te
Het totale ruimtelijke beeld is van belang. De
Daarle. Dit betekent dat bebouwing in dit gebied
bebouwing en het gebruik van de es en de lager
niet voorgelegd hoeft te worden aan de welstands-
Situering
gelegen gronden zijn op dezelfde agrarische be-
commissie.
•
➜ Welstandscriteria
Aansluiten bij de gebiedseigen kenmerken
drijfsvoering geënt. In dat onderling verband moet de typologie van de bebouwing en de positie ervan
Hoofdvorm
hoog worden gewaardeerd.
•
Eenvoudige hoofdvorm met traditionele kapvorm
Beleidsintenties Het beleid is er op gericht om de bestaande karak-
Aanzichten
teristiek in stand te houden. Daarvoor zullen ook
•
Traditionele compositie
met betrekking tot het uiterlijk van de bebouwing de evidente aspecten van de bestaande toestand
Opmaak
als referentiekader gaan dienen teneinde het ruim-
•
telijke totaalbeeld in stand te houden
omliggende bebouwing voor hoofdgebouw • •
buitengebieden zijn opgenomen als welstandsvrije gebieden. In dit gebied gaat het dan om het vakan-
46 |
Donkerkleurige golfplaat voor bijgebouwen mogelijk
Welstandsvrij Diverse recreatie en vakantieparken gelegen in de
Kleur en materiaalgebruik overeenkomstig
Geen glimmende materialen voor grote vlakken toepassen
•
Bescheiden detaillering
➜
G EBIED 13 | STROOMDAL R E G G E Situering
Vaak zijn juist de schuren en stallen veel meer in
Het gebied kan worden gekarakteriseerd als een
het oog springend dankzij hun omvang en hogere
Algemeen
kleinschalig landschap met verspreid liggende
gootlijn. Over het algemeen zijn de gootlijnen ech-
Het waardevolle cultuurlandschap aan weerszijden
agrarische bebouwing. Het hoofdvolume vormt sa-
ter laag, wat ervoor zorgt dat het totaalbeeld van
van de Regge onderscheidt zich van het omlig-
men met de vaak meerdere bijgebouwen een clus-
bebouwing sterk wordt bepaald door daken.
gende buitengebied als het gaat om de ruimtelijke
ter op het erf. Soms liggen de clusters niet ver van
Er komen overwegend zadeldaken voor, al dan niet
beleving en de aard van de bebouwing. In verge-
de weg, in andere gevallen liggen ze verderop en
met wolfseinden of schilddaken. De nokken heb-
lijking met het jongere ontginningsgebied is het
worden ze ontsloten via een pad. Omdat de bebou-
ben niet altijd een specifieke richting ten opzichte
verkavelingpatroon minder strak. Het stroomdal
wing nergens in de rooilijn is geplaatst, is sprake
van de weg. De hoofdvorm van de bebouwing is
is voor een belangrijk deel kampenlandschap, wat
van een losse ligging van zowel de afzonderlijke
eenvoudig en heeft veelal een rechthoekige plat-
wordt gekenmerkt door haar besloten karakter. De
woningen als van de bebouwingsclusters. In com-
tegrond. Soms zijn de volumes samengesteld. In
bebouwing sluit hierbij aan.
binatie met het aanwezige reliëf zorgt dit voor een
dit verband valt op dat je regelmatig boerderijen
grote mate van diversiteit en verscheidenheid in
met dwarsgeplaatste voorhuizen tegenkomt. Deze
Ruimte
het landschap. Ook de aanwezige begroeiing, in de
typologie komt met name voor in het noorden van
Onder invloed van de Regge werd het gebied
vorm van bomenrijen of van bosgebieden, draagt
het gebied. De traditionele materialen die je in
eromheen al vroeg bewoond. De bebouwing, voor
hiertoe bij.
het gebied tegenkomt zijn bijzonder passend, te
➜ Analyse gebied
het overgrote deel bestaande uit boerderijen,
meer omdat ze op een zeer sobere en elementaire
stamt veelal uit de tweede helft van de negentien-
Hoofdvorm/aanzicht/opmaak
manier zijn toegepast. Rijke detailleringen komen
de eeuw, maar er komt ook nieuwere bebouwing
Wat betreft de bebouwingsclusters kan niet wor-
niet voor. Wat materiaalgebruik betreft kan een
voor.
den gezegd dat de hoofdgebouwen dominant zijn.
onderscheid worden gemaakt tussen hoofdgebou-
47 |
wen en bijgebouwen. De boerderij is opgetrokken
➜ Welstandscriteria
uit roodbruine baksteen met donkergrijze pannen of riet op het dak. De bijgebouwen zijn in veel ge-
Situering
vallen van hout, soms in combinatie met baksteen.
•
Aansluiten bij de gebiedseigen kenmerken
Aangebouwde bijgebouwen hebben vaak rieten daken, eventueel gecombineerd met pannen.
Hoofdvorm •
Eenvoudige hoofdvorm met traditionele kapvorm
Waardering Het stroomdal van de Regge wordt zeer gewaardeerd vanwege het besloten, kleinschalige land-
Aanzichten
schap en de clusters van bebouwing die daar op
•
Traditionele compositie
een losse manier inliggen. De architectuur van zowel de hoofd- als bijgebouwen is vanwege haar
Opmaak
eenvoudige hoofdvorm en bijna vanzelfsprekend
• • •
de kenmerkende eigenschappen behouden blijven. De bebouwing zal zich in het landschap moeten inpassen, waarbij recht wordt gedaan aan de huidige karakteristiek van de bebouwingsclusters, terwijl de architectuur refereert aan die van de bestaande boerderijen en schuren.
48 |
Geen glimmende materialen voor grote vlakken toepassen
Bij toekomstige veranderingen in het huidige bebouwingsbeeld zal erop worden toegezien dat
Bijgebouwen in donker gekleurd hout met donkere dakpannen of golfplaat
Beleidsintenties Voor dit gebied geldt een beleid van respecteren.
Kleur en materiaalgebruik voor hoofdgebouw overeenkomstig omliggende bebouwing
materiaalgebruik bijzonder passend in deze setting.
•
Bescheiden detaillering
➜
GEBIED 14 | S ALLANDS E HE U VE L R U G MET ‘R ANDESS E N ’ aan de rand van de Heuvelrug kleinschalige agra-
sen voorkomende bebouwing manifesteert zich als
rische bebouwing voor. Oorspronkelijk bestond er
solitaire bebouwingsclusters. Ook langs de randen
Algemeen
ook een relatie van deze bebouwing met bijvoor-
is de bebouwing geclusterd. Van één dominante
Dit welstandsgebied wordt voornamelijk gevormd
beeld het stroomdal van de Regge, maar door de
nokrichting is geen sprake. Al deze aspecten heb-
door de Sallandse Heuvelrug, een deels beboste
ontwikkeling van Nijverdal en Hellendoorn is deze
ben een wisselend bebouwingsbeeld tot gevolg.
stuwwal, die verder bestaat uit heidevelden. Tot dit
goeddeels verdwenen.
Over het algemeen is het hoofdgebouw
➜ Analyse gebied
gebied worden in het kader van deze welstands-
beelddominant. Bij Haarle en Hexel komt als uit-
nota ook de essen met de bijbehorende bebouwing
Ruimte
gerekend die zich langs de randen van de Heu-
Het gebied wordt voornamelijk gekenmerkt door
velrug bevinden. In de huidige situatie zijn deze
bosaanplant met daartussen open ruimtes met
Hoofdvorm/aanzichten/opmaak
oplopende essen in ruimtelijke zin sterk op de
heide die een panoramisch zicht bieden op de
Zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen zijn
Heuvelrug betrokken. Op de Heuvelrug zelf komt
wijde omgeving. De essen langs de randen karak-
eenvoudige bouwvolumes, gebaseerd op een
nagenoeg geen typische woon- of agrarische
teriseren zich als min of meer omsloten gebieden.
rechthoekige plattegrond van één bouwlaag met
bebouwing voor. Wel komen er naast het complex
Op deze essen, voornamelijk bij Haarle en Hexel
een zadeldak veelal voorzien van wolfseinden of
van het verpleeghuis Krönnenzommer een aantal
en langs de van de Heuvelrug afgekeerde randen
een schilddak. De gevels van de woongedeeltes
bijzondere objecten voor, te weten de Uitkijk, de
komt vrijstaande agrarische bebouwing voor.
kennen een verticale geleding. De hoofdbebou-
Klinkenbelt en het complex van de Palthetoren op
zondering een aantal grote schuren voor.
wing is voornamelijk opgetrokken uit een rood-
de Sprengenberg (voor deze afwijkende bebou-
Situering
bruine baksteen, de bijgebouwen zijn daarentegen
wing wordt verwezen naar Hoofdstuk 6, artikel 6.7).
Er is geen sprake van een wisselende rooilijn waar-
veelvuldig uitgevoerd in donker gekleurd hout. De
Verbonden met de reeds genoemde essen komt
door de afstand tot de weg varieert. De op de es-
daken van de hoofdbebouwing zijn overwegend
49 |
uitgevoerd in riet al of niet in combinatie met pan-
Welstandsvrij
nen. De bijgebouwen zijn van oorsprong gedekt
Diverse recreatie en vakantieparken gelegen in de
met donkere pannen die later werden vervangen
buitengebieden zijn opgenomen als welstandsvrije
Situering
door golfplaat die ook voorkomt op de meer eigen-
gebieden. In dit gebied gaat het dan om Landal
•
tijdse bebouwing. Er is sprake van een eenvoudige,
Landgoed “de Hellendoornse berg” aan de Tun-
doelmatige detaillering en soms een zeer beschei-
nelweg te Haarle, “Vakantiepark Hellendoorn” aan
Hoofdvorm
den ornamentering. Het schilderwerk bestaat over-
de Sanatoriumaan te Hellendoorn, Vakantiepark
•
wegend uit wit met standgroen.
“de Eelerstee” aan de Eelerstee te Hellendoorn,
➜ Welstandscriteria
Aansluiten bij de gebiedseigen kenmerken
Eenvoudige hoofdvorm met traditionele kapvorm
Camping de Noetselerberg aan de Holterweg te Waardering
Nijverdal en het “Avonturenpark Hellendoorn” aan
Aanzichten
De waardering ligt niet alleen op het vlak van de
de Luttenbergerweg te Hellendoorn. Dit betekent
•
individuele bebouwing maar vooral ook in haar
dat bebouwing in deze gebieden niet voorgelegd
relatie met het landschap. Met name langs de
hoeft te worden aan de welstandscommissie.
randen van het gebied vormen landschap en be-
Opmaak •
bouwingskarakteristiek een (ruimtelijke) eenheid. De eenvoudige hoofdvorm van de bebouwing, een
Kleur en materiaalgebruik voor hoofdgebouw overeenkomstig omliggende bebouwing
•
rechthoekige grondvlak met zadeldak of wolfskap, speelt hierin de belangrijkste rol.
Traditionele compositie
Bijgebouwen in donker gekleurd hout met donkere dakpannen of golfplaat
•
Geen glimmende materialen voor grote vlakken toepassen
Beleidsintenties Voor de bebouwing in dit gebied is het beleid gericht op het respecteren van de bestaande karakteristiek. Een belangrijk aspect is dat de samenhang die tussen de bebouwing bestaat, wordt gehandhaafd. Toekomstige veranderingen zullen dan ook moeten worden afgestemd op de bestaande ruimtelijke gegevenheden.
50 |
•
Bescheiden detaillering
6
OBJECT GER IC HTE C R ITER IA ➜
6.1 Civieltechnische opjecten
Opmaak •
Voor civieltechnische objecten zoals bruggen en
Het materiaalgebruik van de hoofddraagcon-
6.3 Monumenten en karakteristieke panden
structie wordt bepaald door constructief-func-
tunnels is een omgevingsvergunning vereist en
tionele aspecten
Monumenten en panden die in het bestemmings-
Het overig materiaal- en kleurgebruik is gere-
plan als karakteristiek worden aangemerkt, worden
lijke vormgeving van de civieltechnische objecten
lateerd aan de functie en de omgeving van het
binnen het welstandsgebied als bijzonder waarde-
worden voor een groot deel bepaald door de func-
bouwwerk
vol beschouwd. Omdat bij aanpassingen aan der-
De detaillering is passend bij de vormgeving
gelijke bouwwerken een extra hoge kwaliteit mag
van het bouwwerk
worden verwacht, zijn de gebiedgerichte criteria
wordt een welstandsadvies gevraagd. De ruimte-
tie van het bouwwerk (bijvoorbeeld de verkeersklasse van een brug) en de constructieve moge-
•
•
lijkheden. De laatste jaren is er een tendens om de
niet altijd toerijkend. In plaats daarvan zal worden
betekenis en de plek van het civieltechnische ob-
getoetst aan de criteria voor bouwwerken waarbij
ject nadrukkelijker in de vormgeving te betrekken. Bij het beleid dat is gericht op behoud en herstel
6.2 Kunstobjecten en herinneringsmonumenten
van de ruimtelijke en functionele kwaliteiten zal
een hoog ambitieniveau wordt nagestreefd (zie hoofdstuk 7). Bovendien zal in het geval van monumenten de redegevende beschrijving, waarin de
de vormgeving van het civieltechnische kunstwerk
Voor kunstobjecten en herinneringsmonumenten
monumentale kwaliteiten zijn beschreven, worden
bij dienen te dragen aan de “leesbaarheid” van de
in de openbare ruimte is de gangbare praktijk
gebruikt als kader waarbinnen de criteria worden
ruimtelijke structuur.
dat deze worden begeleid door een commissie
aangewend. Omdat een groot deel van de karak-
Voor civieltechnische objecten worden de onder-
waar ook deskundigen op het gebied van kunst
teristieke panden in de gemeente Hellendoorn uit
staande criteria gehanteerd.
en ruimtelijke vormgeving zitting hebben. In een
boerderijen bestaat, zijn hiervoor objectgerichte
enkel geval wordt een kunstwerk of herinnerings-
criteria opgenomen (zie paragraaf 6.4).
Situering
monument als geschenk aan de gemeenschap
•
De ligging wordt bepaald door de functie van
aangeboden. In beide gevallen is het niet zinvol
het bouwwerk
hier alsnog een welstandsadvies voor in te winnen.
6.4 Karakteristieke boerderijen
Daarom zijn in deze nota voor kunstobjecten en Hoofdvorm
herinneringsmonumenten in de openbare ruimte
De boerderijen die onder de objectgerichte criteria
•
geen richtlijnen opgenomen.
vallen, zijn weliswaar niet als gelijkvormig te
•
51 |
De vormgeving is gerelateerd aan de functie van het bouwwerk
karakteriseren, maar ze zijn over het algemeen wel
De vormgeving is gerelateerd aan de omge-
afgeleiden van het hallenhuistype. De Sallandse
ving waarin het bouwwerk aangelegd wordt
boerderij kan als de meest in het oog springende
representant van deze groep gebouwen worden
De hoofdvorm bestaat uit een eenvoudig, niet
Situering
gezien. Vooral bij verbouwingen van deze boerde-
samengesteld bouwvolume. De druip- of gootlijn is
•
rijen tot woonboerderij met één of meerdere een-
veelal aan één zijde of aan beide zijden ter plaatse
heden komt de beeldkwaliteit, die vooral bestaat
van het woonhuisgedeelte verhoogd. De kap is het
•
Nokrichtingen respecteren.
uit de afleesbare combinatie van een woon- en
beelddominante element en is voorzien van riet of
•
Oriëntatie van de bebouwing handhaven. Bij
een bedrijfsgedeelte, onder druk te staan. Om deze
een combinatie van riet met pannen. De gevels zijn
verbouw van een bedrijfsgedeelte tot een
cultuurhistorische kenmerken en kwaliteiten niet
in een traditionele baksteenarchitectuur uitgevoerd
wooneenheid dient de oorspronkelijke uitstra-
verloren te laten gaan, zijn voor deze boerderijen
met verticale kozijnen in het woonhuisgedeelte.
ling als bedrijfsgedeelte in stand te blijven.
specifieke welstandscriteria ontwikkeld.
Opvallend is het sterke ritme van de mestdeuren
De boerderijbebouwing staat meestal op ruime
Bestaande posities van bebouwing op het erf handhaven.
en/of de stalramen in de zijgevels van het bedrijfs-
Hoofdvorm
gedeelte.
•
Eenvoudige niet samengestelde bouwvolumes.
•
Kap is beelddominant.
•
Beheerste toepassing van dakkapellen. Te-
percelen waar naast het hoofdgebouw ook ruimte is voor diverse vrijstaande bijgebouwen van uit-
De boerderijen geven een fraai beeld van lande-
eenlopende omvang. Vaak is nog sprake van een
lijke bouwkunst die gerelateerd aan de agrarische
rughoudendheid (aantal, grootte, situering,
nauwe relatie tussen bebouwing en het agrarische
technieken van toen bepalend zijn geweest voor
verschijningsvorm) bij plaatsen dakkapellen
erf. Ook de erfscheidingen dragen bij aan het spe-
de ontwikkeling van het landschap. Ze worden
op het voormalige bedrijfsgedeelte.
cifieke agrarische totaalbeeld.
daarom hoog gewaardeerd. Een aparte vermelding in deze welstandsnota is daarom dan ook gerecht-
Aanzichten
De situering van het hoofdgebouw op het erf
vaardigd. Het beleid zal zijn gericht op een zorgvul-
•
Baksteenarchitectuur.
ten opzichte van het openbare gebied is niet
dige omgang met de bestaande karakteristieken.
•
Onderscheid tussen woonhuis en bedrijfsge-
eenduidig. Een positie met het woonhuis op de
Bij verbouwingen mogen de eventuele toevoe-
weg georiënteerd komt het meest voor, waarbij
gingen herkenbaar zijn, maar het oorspronkelijke
tevens sprake is van een haakse nokoriëntatie.
beeld dient beeldbepalend te blijven. Het beleid zal
Een dwarse plaatsing en een oriëntatie met het be-
tevens zijn gericht op het behoud en herstel van
Opmaak
drijfsgedeelte op het openbare gebied komt echter
historische boerderijen en bijgebouwen.
•
Roodbruine baksteen
•
Passend bij de plek en bij het boerderijtype
ook voor. De relatie van het hoofdgebouw met de
deelte handhaven. •
Instandhouding van ritmiek in de gevels.
bijgebouwen varieert van heel sterk tot zwak. Dit
Voor karakteristieke boerderijen worden de onder-
rode of antracietkleurige gebakken pannen,
hangt mede samen met de ontwikkelingsgeschie-
staande criteria gehanteerd:
riet of een combinatie van riet met gebakken
denis van het bebouwingsensemble.
52 |
pannen
•
Houten kozijnen, ramen en deuren
op een bedrijventerrein, op een sportterrein, in een
In de praktijk blijkt dat de invloed van deze bijzon-
•
Traditioneel kleurgebruik
woonwijk (bij voorkeur op hoge gebouwen) of in
dere c.q. afwijkende bouwvormen en grootschalige
•
Eenvoudige ambachtelijke detaillering die past
het buitengebied.
en/of gebiedsvreemde gebouwen en bouwwerken op de omgeving c.q. de beleving van het gebied
bij het oorspronkelijke karakter
6.7 Grootschalige en/of gebiedsvreemde gebouwen en bouwwerken 6.5 Reclame
groot kan zijn. Gelet op het bovenstaande stellen wij voor om in
Niet alle ontwikkelingen zijn te voorzien. Er zullen
alle welstandsgebieden het volgende beleid voor
Voor alle reclame uitingen wordt verwezen naar
vanuit de markt voorstellen worden gedaan en/
deze bijzondere c.q. afwijkende bouwvormen en
het reclamebeleid van gemeente, bekend onder
of initiatieven komen die bij toetsing niet vallen
grootschalige en/of gebiedsvreemde gebouwen en
de naam “Reclamebeleid, de beste promotie voor
of niet zijn te brengen onder het geformuleerde
bouwwerken te hanteren:
de gemeente Hellendoorn is een hoge ruimtelijke
welstandsbeleid. Vanwege functionaliteit en/of
--
sobere materialen toepassen;
kwalitiet” d.d. februari 2005. Ook worden in een
verschijningsvorm zijn deze gebouwen of bouw-
--
gevelmateriaal zoveel mogelijk tot op het
aantal Beeldkwalitietsplannen eisen gesteld aan
werken dusdanig specifiek, uniek en/of dominant
maaiveld laten doorlopen en daarbij voor wat
reclame uitingen waaraan voldaan moet worden.
dat de algemeen geformuleerde criteria niet kun-
betreft de topgevels gebruik te maken van
nen worden toegepast. Hiervoor zullen per geval
stugge materialen zoals bijvoorbeeld hout of
6.6 Zendmasten
specifieke, niet vooraf geformuleerde aanvullende welstandseisen moeten worden toegepast ten
damwandplaat; --
gedekte, ingetogen donker kleurgebruik (ook
Zendmasten (en masten die alleen gebruikt wor-
einde te bewerkstelligen dat deze gebouwen of
voor de constructie), geen glimmende lichte
den voor de ontvangst van signalen) zullen door
bouwwerken aanvaardbaar zijn in de omgeving
de welstandscommissie worden beoordeeld op
c.q. het gebied waar deze worden gebouwd.
--
kader zullen onder meer eisen worden gesteld met
Zo zijn bijvoorbeeld nieuwe stalvormen, zoals
--
betrekking tot kleurgebruik en transparantie. Alge-
serre- en boogstallen, een relatief nieuw fenomeen
ren en aansluiten voor wat betreft vorm en
meen genomen dient een zendmast door situering
in het buitengebied. Deze agrarische bedrijfsge-
kleur op die van de bestaande gebouwen en/
en kleurstelling van een onopvallende aanwezig-
bouwen hebben een eigentijdse verschijningsvorm
heid te getuigen. Voor de plaatsing c.q. situering
en detaillering. Over het algemeen kan er op basis
van zendmasten is beleid ontwikkeld en vastge-
van de gebiedsgerichte criteria geen medewerking
steld. De volgorde van plaatsing c.q. situering is:
worden verleend aan deze bouwwerken.
kleuren;
53 |
kleur van gevels en daken op elkaar afstemmen;
basis van de situering van het bouwwerk. In dat
details (goot, windveren e.d.) in gedekte kleu-
of bouwwerken; --
indien aan de orde, het dak voorzien van een donker doek om lichtuitstraling te voorkomen;
--
landschappelijke inpassing middels erf- en/of
generatie doorgegeven. Dit is cultuur in de meest
We onderscheiden een drietal gebieden/zones, te
singelbeplanting, bij voorkeur door het over-
pure vorm. Met deze streekgebonden kenmerken
weten:
leggen van een landschapsplan.
onderscheiden we ons van andere regio’s. Het is
1.
h et buitengebied (het gebied buiten de be-
van belang om dit te koesteren, hier op een ver-
bouwde kommen van de verschillende kernen)
6.8 Bouw werken, veelal woningen, in een lichte (witte) kleurstelling
antwoorde wijze mee om te gaan en aan volgende
2.
d e dorpsranden
generaties door te geven.
3.
d e dorpen / de bebouwde omgeving
De gemeente Hellendoorn is een typische platte-
Waar we steeds vaker mee geconfronteerd worden
In het buitengebied is het beleid van de gemeente
landsgemeente, waarin met name de grootste kern
is dat verzoeken worden gedaan om in bouwvorm,
om terughoudend om te gaan met een lichte kleur-
Nijverdal sinds de tachtiger jaren, in zekere mate,
materiaalgebruik en bovenal kleurstelling van ‘het
stelling, en alleen in specifieke gevallen medewer-
in een verstedelijkingsproces zit met alle kenmer-
traditionele’ af te stappen. Op zich niet vreemd, im-
king te verlenen. Gebouwen dienen, vooral als ze
ken van dien. Het bijzondere van onze gemeente is
mers iedere tijd heeft z’n eigen behoeften. Belang-
zijn gelegen in het open landschap, te worden uit-
het groene karakter en de zo typische kenmerken
rijk is om daarbij onze eigen identiteit niet uit het
gevoerd in de gebruikelijke warme aarden kleuren
van de Twents/Sallandse landschapstypologieën
oog te verliezen.
en in vorm aan te sluiten op de gebruikelijke in het
en eigenheid, waar we om bekend staan en die we
Betekend dit dat alles ‘bij het oude’ zou moeten
buitengebied voorkomende verschijningsvormen.
koesteren. Iets waar we trots op zijn en dat deel
blijven? Zeker niet, maar het is goed om erbij stil
uitmaakt van onze cultuur historie. En kennelijk
te staan wat de gevolgen zijn van (sterk) afwij-
De dorpsranden zijn de overgangsgebieden tussen
zijn dat velen met ons eens als er gesproken wordt
kende, streekvreemde vormen en kleuren. En, moet
het buitengebied en de dorpen. Je kunt deze over-
over ‘Twente, de Tuin van Nederland’. Eeuwen
dat overal kunnen plaatsvinden, of kan het op som-
gangsgebieden dan ook tot de dorpen rekenen,
geleden is dit ontstaan en is zorgvuldig met het
mige plaatsen wel, maar op andere zeker niet. Dit
maar evengoed hebben deze zones een verschij-
landschap omgegaan evenals met de vormen van
laatste om onze eigenheid te behouden en niet te
ningsvorm richting buitengebied. In de dorpsran-
bebouwing. Bij de keuze van de in dat landschap
verworden tot een gemeente/streek die net zo goed
den zijn wat meer mogelijkheden aanwezig dan
op te richten bouwvormen, het materiaalgebruik en
elders in Nederland, Zuid- Frankrijk of waar dan
in het Buitengebied, maar ook in de dorpsranden
de kleurstellingen is gebruik gemaakt van mate-
ook had kunnen liggen. Kortom, sta een afwijking
wordt terughoudend omgegaan met een lichte
rialen en kleuren die in de streek voorkwamen en
toe, daar waar het kan, maar niet daar waar het
kleurstelling.
met elkaar in harmonie zijn. Ook zijn gebruik en
niet kan.
In de dorpen zijn meer mogelijkheden aanwezig,
de klimatologische situatie daarbij van invloed ge-
Als algemeen uitgangspunt hanteren wij het prin-
mits ter plaatse geldende beeldkwaliteitplannen
weest. Deze verworvenheden zijn vanuit de historie
cipe: nee, tenzij……..
of welstandsrichtlijnen zich niet verzetten tegen
als waardevol gekwalificeerd en van generatie op
54 |
bouwwerken met een lichte kleurstelling. Hier is
dus meer mogelijk, o.a. omdat in veel gebieden al bestaande woningen en gebouwen in een lichte kleurstelling aanwezig zijn. Beoordeling van deze bouwplannen: Bouwplannen met een afwijkende kleurstelling, die niet passend is volgens de gebiedsgerichte welstandscriteria, of niet past binnen een beeldkwaliteitplan of welstandsrichtlijn, worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. De Welstandscommissie zal dan beoordelen of het plan passend is in de omgeving, of er sprake is van bijzondere omstandigheden, rekening houdend met de hierboven genoemde algemene uitgangspunten.
55 |
7
SPECIFIEK E C R ITER IA ➜ Algemeen
Een bouwwerk wordt primair gemaakt om te wor-
Relatie tussen bouwwerk en omgeving
den gebruikt. Hoewel het welstandstoezicht slechts In bijzondere situaties kan ervoor worden gekozen
is gericht op de uiterlijke verschijningsvorm,
Van een bouwwerk dat moet voldoen aan de crite-
om het bouwwerk niet te toetsen aan de gebieds-
kan de vorm van het bouwwerk niet los worden
ria voor bouwwerken waarbij een hoog ambitieni-
gerichte of objectgerichte criteria, maar dienen
gezien van de eisen die het gebruik hieraan stelt
veau wordt nagestreefd, mag worden verwacht dat
in plaats daarvan de specifieke criteria te worden
en de mogelijkheden die materialen en technieken
het een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit
gehanteerd. Te noemen situaties zijn:
bieden om een doelmatige constructie te maken.
van de openbare (stedelijke of landschappelijke)
•
bijzondere bouwlocaties in gebieden waarvoor
Gebruik en constructie bepalen in belangrijke mate
ruimte. Daarbij worden hogere eisen gesteld naar-
een beeldkwaliteitplan en/of welstandsrichtlij-
de vorm van een bouwwerk. Daarmee is nog niet
mate de openbare betekenis van het bouwwerk of
nen van toepassing zijn;
gezegd dat de vorm altijd ondergeschikt is aan het
van de omgeving groter is.
hoeklocaties die een functie vervullen als “toe-
gebruik of de constructie. Ook wanneer andere
gangspoort” naar een bepaald gebied zoals
aspecten de vorm tijdens het ontwerpproces gaan
Bij het oprichten van een gebouw is sprake van het
bebouwing aan rotondes;
domineren, mag worden verwacht dat de uitein-
afzonderen en in bezit nemen van een deel van de
bebouwing in historische omgeving dan wel
delijke verschijningsvorm een begrijpelijke relatie
algemene ruimte voor specifiek gebruik. Bouw-
aansluitende bebouwing bij (rijks)monumen-
houdt met zijn oorsprong. Daarmee is tegelijk
werken worden geplaatst in een omgeving, waarbij
ten of karakteristieke panden;
gezegd dat de verschijningsvorm meer is dan een
de gevels zowel de begrenzingen van de bouw-
pleinwanden.
rechtstreekse optelsom van gebruik en constructie.
werken als van de openbare ruimte vormen. Het
In sommige gevallen kunnen andere aspecten het
gebouw is dus een object in een openbare context.
ontwerpproces domineren, veelal ingegeven door
Hoe belangrijker de openbare ruimte, des te hoger
de specifieke omgeving van een bouwwerk (b.v.
de eisen die aan een bouwwerk dienen te worden
In het bos, in een open landschap, in stedelijk
gesteld. Een bouwwerk is feitelijk ‘te gast’ en dient
gebied, aan het water, etc.). Maar als de vorm in
een positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit
Van een bouwwerk dat moet voldoen aan de cri-
tegenspraak is met het gebruik en de constructie,
van de omgeving (zie in dat kader ook de gebieds-
teria voor bouwwerken waarbij een hoog ambitie-
dan verliest zij daarmee aan begrijpelijkheid en
gerichte criteria).
niveau wordt nagestreefd, mag worden verwacht
integriteit.
•
•
•
Criteria Relatie tussen vorm, gebruik en constructie
dat de verschijningsvorm een relatie heeft met het gebruik ervan en de wijze waarop het is gemaakt, terwijl de vormgeving daarnaast ook zijn eigen samenhang en logica heeft.
56 |
Betekenissen van vormen in de sociaal-culturele
en verantwoord om te gaan, zij vormen immers de
sociatieve betekenissen zijn van groot belang om
context
geschiedenis van de toekomst.
een omgeving te ‘begrijpen’ als beeld van de tijd waarin zij is ontstaan, als verhaal van de
Van een bouwwerk dat moet voldoen aan de cri-
Pilasters in classicistische gevels verwijzen bijvoor-
teria voor bouwwerken waarbij een hoog ambitie-
beeld naar zuilenstructuren van tempels, transpa-
niveau wordt nagestreefd, mag worden verwacht
rante gevels van glas en metaal roepen associaties
dat verwijzingen en associaties zorgvuldig worden
op met techniek en vooruitgang. In iedere bouwstijl
gebruikt en uitgewerkt, zodat er concepten en vor-
wordt gebruik gemaakt van verwijzingen en as-
Van een bouwwerk dat moet voldoen aan de crite-
men ontstaan die bruikbaar zijn in de maatschap-
sociaties naar wat eerder of elders reeds aanwezig
ria voor bouwwerken waarbij een hoog ambitieni-
pelijke context ter plaatse.
was of naar wat in de toekomst wordt verwacht. De
veau wordt nagestreefd, mag worden verwacht dat
kracht of de kwaliteit van een bouwwerk ligt vooral
er structuur is aangebracht in het beeld, zonder dat
Voor vormgeving gelden in iedere cultuur bepaalde
in de wijze waarop die verwijzingen en associaties
de aantrekkingskracht door simpelheid verloren
regels, net zoals een taal zijn eigen grammaticale
worden verwerkt en geïnterpreteerd binnen het ka-
gaat.
regels heeft om zinnen en teksten te maken. Die
der van de actuele culturele ontwikkelingen, zodat
regels zijn geen wetten en moeten ter discussie
concepten en vormen ontstaan die voor die plek
De structuur van een gebouw (symmetrie, ritme,
kunnen staan. Maar als ze worden verhaspeld of
en gemeenschap zijn geëigend. Zorgvuldig gebruik
herkenbare maatreeksen, materialen en kleuren)
ongeïnspireerd worden gebruikt, wordt een tekst
van verwijzingen en associaties betekent onder
dient helder te zijn en bepaalt het beeld dat de
verwarrend of saai. Precies zo wordt een bouwwerk
meer dat er een bouwwerk ontstaat dat iets zegt
waarnemer onthoudt van een gebouw. De struc-
verwarrend of saai als de regels van de architec-
over zijn tijd, doordat het op grond van zijn uiter-
tuur kan ook interesse wekken, prikkelen en intri-
tonische vormgeving niet bewust worden gehan-
lijk in de tijd kan worden geplaatst waarin het werd
geren. Complexheid in de architectonische compo-
teerd.
gebouwd of verbouwd. Bij restauraties is sprake
sitie ontstaat vanuit stedenbouwkundige eisen en
Vanuit de geschiedenis van de bouwkunst kent
van herstel van elementen uit het verleden, maar
programmatische eisen voor het bouwwerk. Een
de architectonische vormgeving z’n ontwikke-
bij nieuw- of verbouw in een bestaande (monu-
gebouwde omgeving met een hoge belevingswaar-
ling. (Basis)vormen die (van oudsher) algemeen
mentale) omgeving betekent dit dat duidelijk moet
de kenmerkt zich doordat helderheid en complexi-
worden gewaardeerd komen regelmatig voor. Ze
zijn wat authentiek is en wat nieuw is toegevoegd.
teit met elkaar in harmonie zijn.
zijn herkenbaar, hebben een zelfstandige beteke-
Een ontwerp kan worden
nis, roepen bepaalde associaties op, maar bieden
geïnspireerd door een bepaalde tijdsperiode, maar
vormgevers ook mogelijkheden voor interpretatie.
dat is iets anders dan het imiteren van stijlen,
Belangrijk is om met deze stijlvormen zorgvuldig
vormen en detailleringen uit het verleden. As-
57 |
geschiedenis, als representant van een stijl. Evenwicht tussen helderheid en complexiteit
Schaal en maatverhoudingen
Materialen, kleuren en lichttoetreding dienen
Detaillering geeft een verfijning van onderdelen
samen een ondersteuning te zijn van het architec-
weer die kenmerkend is voor de esthetische kwali-
Van een bouwwerk dat moet voldoen aan de cri-
tonisch ontwerp en maken een bouwwerk zichtbaar
teit en kan mede bepalend zijn voor de duurzaam-
teria voor bouwwerken waarbij een hoog ambitie-
en voelbaar. Ze ademen de sfeer van het gebruik/
heid en instandhouding van een gebouw. Daarmee
niveau wordt nagestreefd, mag worden verwacht
de functie uit. De keuze van materialen en kleuren
levert de detaillering feitelijk tevens een belangrij-
dat het een samenhangend geheel van maatver-
is tegenwoordig niet meer beperkt tot wat lokaal
ke bijdrage aan de welstand en ruimtelijke kwaliteit
houdingen vormt, dat beheerst wordt toegepast in
aan materiaal en ambachtelijke kennis voorhanden
van de omgeving.
ruimtes, volumes en vlakverdelingen.
is. Die keuzevrijheid maakt de keuze moeilijker en het risico van een onsamenhangend beeld groot.
Elk gebouw heeft een schaal die voortkomt uit de
Als materialen en kleuren te veel los staan van het
bouwopgave. Afhankelijk van de omgeving kan een
ontwerp en daarin geen ondersteunende functie
groot bouwwerk geleed worden zonder daarbij is
hebben, maar slechts worden gekozen op grond
strijd te komen met de harmonie van het bouw-
van decoratieve werking, wordt de betekenis ervan
werk op zich. Maatverhouding dragen bij aan de
toevallig. Dat kan afbreuk doen aan de zeggings-
belevingswaarde van een bouwwerk (hoge kerk-
kracht van het bouwwerk. Dit is bijvoorbeeld het
ruimten werken imponerend, hoge winkelruimten
geval wanneer het gebruik van materialen en
leveren een hoger kwaliteitsaspect). Hoe sterker de
kleuren geen ondersteuning geeft aan de architec-
samenhang en hiërarchie in de maatverhoudingen
tonische vormgeving of wanneer het gebruik van
des te krachtiger de compositie.
materialen en kleuren een juiste interpretatie van de aard van de ontstaansperiode van het bouw-
Materiaal, textuur, kleur en licht
werk in de weg staat.
Van een bouwwerk dat moet voldoen aan de crite-
Detaillering
ria voor bouwwerken waarbij een hoog ambitieniveau wordt nagestreefd, mag worden verwacht dat
Van een bouwwerk dat moet voldoen aan de crite-
materiaal, textuur, kleur en licht het karakter van
ria voor bouwwerken waarbij een hoog ambitieni-
het bouwwerk zelf ondersteunen en de ruimtelijke
veau wordt nagestreefd, mag worden verwacht dat
samenhang met de omgeving of de te verwachten
sprake is van een zorgvuldige en op duurzaamheid
ontwikkeling daarvan duidelijk maken.
gerichte bouwkundige detaillering.
58 |
8
CRITERIA VOOR VEEL VOOR KO ME N DE KLEIN ERE B OUWWER K EN➜
De gemeente heeft voor veel voorkomende klei-
•
Afgestemd op reeds aanwezige dakkapellen
voldaan kan worden, is een dakkapel op het ach-
(als er al meer dakkapellen aanwezig zijn);
terdakvlak of een niet naar het openbaar gebied
Plaatsing dakkapel op minimaal 0,5 meter uit
gericht zijdakvlak ook toelaatbaar, mits er wordt
hoe er moet worden gebouwd om aan de wel-
de nok, uit de dakvoet, uit de randen van het
voldaan aan het volgende:
standseisen te voldoen. Voor de volgende kleinere
dak en uit hoek/kilkepers;
•
nere bouwwerken gedetailleerde eisen opgesteld, zodanig dat er geen misverstand over kan bestaan
bouwwerken zijn gedetailleerde eisen opgesteld: Bijbehorend bouwwerk (aan- en bijgebouwen) •
• •
Vormgeving ondergeschikt aan het hoofdgebouw;
•
•
•
Plat dak of een kapvorm gelijk aan die van het
van maximaal de helft van de breedte van het
bij het bestaande hoofdgebouw;
dakvlak;
Detaillering gelijk aan die van het hoofdge-
•
Maximaal één dakkapel per dakvlak;
bouw;
•
Afgestemd op reeds aanwezige dakkapellen
Gevelindeling afgestemd op en in samenhang met die van het hoofdgebouw.
(als er al meer dakkapellen aanwezig zijn); •
hoofdgebouw; •
• • •
Dakkapel op het achterdakvlak of een niet naar het
een kapvorm die past bij het hoofdgebouw en
openbaar gebied gericht zijdakvlak
meer voorkomt in de omgeving;
•
Hoogte maximaal 1.75 meter;
Detaillering gelijk aan die van het hoofdge-
•
Maximaal één dakkapel per dakvlak;
bouw;
•
Afgestemd op reeds aanwezige dakkapellen
Kleur en materialen afgestemd op en passend
(als er al meer dakkapellen aanwezig zijn); •
Gevelindeling afgestemd op en in samenhang • •
baar gebied gericht zijdakvlak: Hoogte maximaal 1.50 meter bij een breedte van maximaal de helft van de breedte van het
59 |
Maximaal één dakkapel per dakvlak;
•
Detaillering gelijk aan die van het hoofdgebouw;
•
Plaatsing dakkapel op minimaal 0,5 meter uit
Gevelindeling afgestemd op en in samenhang met die van het hoofdgebouw.
dak en uit hoek/kilkepers;
Kozijn- en gevelwijziging
Kleur en materialen afgestemd op en passend
•
bouw; •
ningen; •
Gevelindeling afgestemd op en in samenhang met die van het hoofdgebouw.
Indien er niet aan de eis van 0,5 meter uit de nok
Nieuwe gevelopeningen gelijk aan of passend bij de bestaande of oorspronkelijke gevelope-
Detaillering gelijk aan die van het hoofdge-
dakvlak; •
Kleur en materialen afgestemd op en passend bij het bestaande hoofdgebouw;
bij het bestaande hoofdgebouw;
Dakkapel
•
hoek/kilkepers; •
de nok, uit de dakvoet, uit de randen van het
met die van het hoofdgebouw.
Dakkapel op het voordakvlak of een naar het open-
Plaatsing dakkapel op minimaal 0,5 meter uit de dakvoet, uit de randen van het dak en uit
Voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken
bij het bestaande hoofdgebouw;
Hoogte maximaal 1.50 meter bij een breedte
Kleur en materialen afgestemd op en passend
Samenhang en ritmiek in straatwand behouden;
•
Detaillering gelijk aan het hoofdgebouw;
•
Kleur en materialen afgestemd op en passend bij het hoofdgebouw.
Erfafscheiding Moet passen binnen het gemeentelijke schuttingenbeleid, bekend onder de naam “Schuttingenbeleid gemeente Hellendoorn”, d.d. 7 maart 2007.
60 |
9
TOTSTANDKOM ING VAN DE N OTA ➜
9.1 Het proces
is de gemeente opnieuw in een aantal gebieden ingedeeld die ieder een ruimtelijke en/of architec-
De belangrijkste deelnemers in de structuur van
tonische eenheid vormen. Deze zijn vervolgens als
het ontwikkelingsproces zijn samengebracht in
zodanig beschreven en dit vormt samen met de
respectievelijk een werkgroep en een klankbord-
ruimtelijke en architectonische waardering en een
groep. De werkgroep was samengesteld uit de
inventarisatie van het gemeentelijk beleid voor
clustermanager Ruimte, beleidsmedewerkers van
de betreffende gebieden het kader voor de wel-
de gemeente op het gebied van ruimtelijke orde-
standscriteria per gebied. De klankbordgroep heeft
ning, bouw- en woningtoezicht en handhaving en
dit proces intensief begeleid. In meerdere bijeen-
de rayonarchitect van het Oversticht. De klankbord-
komsten zijn de voorlopige resultaten besproken
groep was samengesteld uit diverse architecten
alvorens ze in een meer definitieve vorm aan het
en bouwers, die werkzaam zijn in de gemeente
papier zijn toevertrouwd. Behalve voor de hier
en derhalve hun ervaringen met het werken met
bedoelde gebieden die de kern van de welstands-
beeldkwaliteitsplannen en welstandsnota’s in
nota vormen zijn ook de andere delen waaruit de
onze en andere gemeenten hebben ingebracht,
nota is samengesteld in de klankbordgroep aan de
en vertegenwoordigers van de Woningstichting
orde geweest. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een
Hellendoorn en de Historische Kring Hellendoorn/
conceptnota die na ter visielegging ter goedkeu-
Nijverdal.
ring aan de raad is voorgelegd.
Na een themabijeenkomst met de leden van de gemeenteraad, met als onderwerp de evaluatie van de welstandsnota uit 2004, zijn een aantal inleidende informatie- en discussiebijeenkomsten met zowel de werkgroep als de klankbordgroep belegd. Hierin zijn allereerst alle ‘knelpunten’ en gewenste wijzigingen in kaart gebracht. Vervolgens is de werkgroep aan de slag gegaan om een ruimtelijke en architectonische inventarisatie te maken van het gemeentelijk grondgebied. Op basis hiervan
61 |
1
BIJLAG E 1 ➜ B EGR IPPENL IJST
A
een raam bevindt of een dichte doorvalbeveiliging
invulling het totaal van de verblijfsruimten van een
Aangekapt
van een balkon of terras op borsthoogte.
(woon)eenheid vormt.
Aardtinten
C
E
Kleuren als roodbruin, donkere okers, terra, siena.
Classicisme
Es
A-symmetrische kap
Een stroming in de bouwkunst waar voor de vorm-
Hoger gelegen gronden die vroeger voor akker-
Dak met twee ongelijke dakvlakken.
geving wordt geciteerd uit de klassieke bouwkunst
bouw werden gebruikt en door bemesting een
Met kap bevestigd aan het dakvlak.
van de Romeinen en de Grieken.
karakteristieke bolling in het landschap hebben
B
Cluster of bebouwingscluster
gekregen.
Baksteenarchitectuur
Bouwvolumes die zodanig zijn gegroepeerd dat ze
Esdorp
Architectuur waarbij baksteen een beeldbepalende
sterk een ruimtelijke eenheid vormen.
Dorp dat is ontstaan onder invloed van een es.
rol in het gevelbeeld speelt.
Compositie
Essenzwermdorp
Band
Een samenhangend spel van vlakken, lijnen en/of
Esdorp met voornamelijk verspreid liggende be-
Horizontale versiering in de gevel in een afwijkend
volumes.
bouwing nabij een groot aantal kleine essen.
materiaal, meestal natuursteen of baksteen.
Context
Belendende
Omgeving, situatie, geheel van omringende ruim-
G
Naastgelegen, (direct) grenzend aan.
telijke kenmerken.
Gepotdekseld
Blinde wand, muur of gevel
Horizontaal gedeeltelijk over elkaar vallende gevel-
Gevel of muur zonder raam, deur of andere ope-
D
beplating (oorspronkelijk houten planken).
ning.
Dakopbouw
Gesloten gevel
Boeiboord
Een toevoeging aan de bouwmassa door het ver-
Gevel waarvan het oppervlak maximaal voor
Opstaande kant van een dakgoot of dakrand,
hogen vande nok of dakrand van het dak, die het
ongeveer 50% uit openingen (ramen en deuren)
meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal.
profiel van het oorspronkelijke dak verandert.
bestaat die zich als gaten in dat oppervlak voor-
Boerderij
Detail
doen.
Gebouw of gebouwen op een erf met een
Ontmoeting/aansluiting van verschillende bouwde-
Gestaffeld
(oorspronkelijke) agrarische functie en het daarbij
len zoals gevel en dak of gevel en raam.
Het gelijkmatig terugspringen van bijvoorbeeld
horende woonhuis.
Drager en invulling
bouwvolumes ten opzichte van elkaar.
Borstwering
Een bouwmethode waarin de drager het
Gevelgeleding
Lage en dichte deel van een muur dat zich onder
(hoofd)constructieve deel vertegenwoordigt en de
Onderverdeling (verticaal, horizontaal, figuratief)
62 |
van de gevel in kleinere vlakken, door middel van
wel kroonlijst genoemd.
Oriëntatie
gevelopeningen, verspringingen of andere gevel-
Lintbebouwing
Positie van bepaalde functies van een gebouw ten
kenmerken en -detailleringen.
Langgerekte lijn van (veelal vrijstaande) bebou-
opzichte van bijvoorbeeld de weg. Bijvoorbeeld: de
wing langs een weg- of waterverbinding.
woonfunctie is op de weg georiënteerd Orthogonaal
H Hoek- en kilkeper
M
Rechthoekig.
Snijlijn van twee aansluitende dakvlakken.
Maaiveld
Ornament
Hoevezwermdorp
Bovenzijde van een terrein dat een bouwwerk
Decoratie of sierelement waarmee onderdelen van
Een dorp dat is gevormd door verschillende boer-
omgeeft of bij nieuwbouw de bovenzijde van het
een gebouw worden benadrukt door middel van
derijen met elk hun eigen es. De bebouwing ligt
terrein op het tijdstip van de bouwvergunning.
houtsnijwerk, kleurtoepassing, siermetselwerk en
verspreid in de omgeving en er is geen duidelijke
Mansardekap
-smeedwerk.
dorpskern.
Een kap met een aan twee zijden onder een stompe hoek geknikt dakvlak.
P
K
Monument
Penant of muurdam
Kopgevel
Aangewezen onroerend goed als bedoeld in artikel
Metselwerk in een gevel langs openingen.
De gevel van een gebouw die haaks op de richting
3 van de Monumentenwet 1988.
Pilaster
van de nok staat.
Weinig uitspringende muurpijler. N
Plasticiteit
L
Negge
Een bouwmassa die is samengesteld uit meerdere
Langsgevel
Het vlak of de maat tussen de buitenkant van de
duidelijk te herkennen kleinere volumes. Bij een
De gevel van een gebouw die evenwijdig aan de
gevel en het kozijn.
gevel wordt plasticiteit verkregen door onderdelen
richting van de nok loopt.
Niet straatbeeld bepalende bebouwing
waaruit een gevel is samengesteld ten opzichte van
Latei
Bebouwing die niet, of nagenoeg niet zichtbaar is
elkaar te laten verspringen.
Draagbalk boven een gevelopening.
vanaf het openbaar toegankelijk gebied
Plint
Lessenaarsdak
Een duidelijk te onderscheiden horizontale lijn aan
Dak met één hellend niet onderbroken dakvlak.
O
de onderzijde van een gebouw.
Lijst
Ontsluiting
Profiel
Een meestal versierde en geprofileerde rand als
De toegang tot een gebouw, gebied of een terrein.
Omtrek van een gebouw of bouwdeel (bijvoorbeeld
bekroning van de bovenzijde van een gevel, ook
63 |
een kozijn) of een doorsnede daarvan.
R
die worden veroorzaakt door het verschil tussen
Raamdorpel
steen en voeg en de oneffenheden van de materi-
Horizontaal stenen element onder de onderdorpel
alen zelf.
van een kozijn.
Traditionele compositie
Respecteren
Gevels waarin de raamopeningen een verticale
Met eerbied behandelen.
richting hebben en gezamenlijk een bescheiden,
Ritmiek
evenwichtige compositie vormen. Grote glasopper-
Regelmatige herhaling
vlakken komen niet voor.
Rooilijn
Transparantie
De denkbeeldige lijn waarin de gevel staat.
De mate van openheid van bijvoorbeeld een gevel.
S
W
Schilddak
Windveer
Dak met vier dakvlakken en een noklijn.
Plank bevestigd langs de kanten van een met riet
Speklaag
of pannen gedekt dak ter afdekking van de voor-
Lichtkleurige vaak natuurstenen horizontale band
rand.
opgenomen in het metselwerk.
Wolfskap (afgewolfd dak)
Stijl
Een zadeldak waarbij de bovenkant van één of
Architectuur of vormgeving uit een bepaalde peri-
beide kopgevels is vervangen door een hellend
ode of van een bepaalde stroming
dakvlak (dak met wolfseind). Woonerf
T
Woonsituatie waarbij de woningen rondom een
Tent-, punt- of piramidedak
centrale autovrije openbare ruimte zijn gegroe-
Dak gevormd door vier driehoekige dakvlakken die
peerd.
in één punt bijeenkomen. Textuur
Z
De waarneembare (oppervlakte)structuur van een
Zadeldak
materiaal of een samenstelling van materialen. Bij
Een dak gevormd door twee dakvlakken die aan de
bijvoorbeeld metselwerk zijn dit de oneffenheden
bovenzijde in een nok samenkomen.
64 |
2
BIJLAG E 2 ➜ INVENTAR IS AT I E MO N U ME N T E N
Rijksmonumenten
Spoorboslaantje (grafheuvel)
Hellendoorn
Veldhuizenweg 5 (boerderij)
Bibenstraat 36 (RK Kerk)
Nijverdal
Veldhuizenweg 5 (waterput)
Coninckserveweg 5 (boerderijcomplex)
Campbellweg 32 (schoorsteen)
Veldhuizenweg 5 (bakhuis)
Dorpsstraat 15 (voormalig raadhuis)
Hoge Dijkje 2 (fabriek)
Veldhuizenweg 5 (schuur)
Dorpsstraat 37 (woonhuis-boerderij)
Hoge Dijkje 2 (kantoor)
Dorpsstraat 42 (woonhuis)
Hoge Dijkje 4a (ketelhuis)
Haarle
Dorpsstraat 43 (woonhuis)
Ligtenbergerweg 12 (boerderij)
Sprengenbergerweg (grafheuvel)
Elerweg 24 (boerderijcomplex)
P. C. Stamstraat (watertoren)
Sprengenbergerweg 1 (landhuis)
Luttenbergerweg bij 3 (trafo gebouwtje)
Sprengenbergerweg 1 (tuin)
Schaddenveldsweg 7 (boerderijcomplex)
Sprengenbergerweg 2-3 (dienstwoning)
Vossenweg 7 (ontginningsboerderij)
Hellendoorn Bibenstraat 20-22 (woonhuis)
Hammerweg 3 (voormalige zondagsschool)
Dorpsstraat 39 (kerk)
Daarle
Hammerweg 4 (boerderij)
Dorpsstraat 39 (kerktoren)
Dalvoordeweg 2 (kerk vanwege orgel)
Bibenstraat 11 (woonhuis met bedrijfsruimte)
Dorpsstraat 53 (woonhuis)
Bibenstraat 17 (woon-winkelpand)
Elerbergweg (grafheuvel) Elerbergweg 1 (landhuis)
Ninaberlaan 75-77 (woonhuis)
Gemeentelijke monumenten
Elerbergweg 2 (rentmeesterhuis)
Daarle
Elerbergweg 3 (tuinmanswoning)
Nijverdal
Dalvoordeweg 2 (kerkgebouw)
Elerbergweg 3 (koetshuis)
Ligtenbergerweg 12 (boerderij)
Groeneweg 1 (pastorie)
Hancateweg Oost 5 (boerderij)
Grotestraat 148 (RK kerk met pastorie)
Watertorenweg 17 (watertoren)
Hancateweg Oost 11-13 (bouwhuis)
Grotestraat 150 (RK kerk met pastorie)
Nieuwe Twentseweg 19 (woonh