Welkom bij de excursie in het kader van de lessen kunstbeschouwing Het thema is Massacultuur en esthetica, voor deze excursie hebben we gekozen om naar een expositie te gaan in de kunsthal. Deze expo is opgezet door twee Zwitserse industrieel ontwerpers Francois & Jean Robert. Industrieel ontwerp is bij uitstek een massa gerichte discipline. Esthetica wordt de leer genoemd die zich bezighoudt met de ervaring, benoeming en waardering van de dingen en waarnemingen om ons heen. Een veel gehoorde misvatting is dat esthetica alleen over schoonheid zou gaan
1. Belangeloos welbehagen Kant over het esthetische oordeel ; De kenmerken van het esthetisch oordeel Wanneer ik de schoonheid van de natuur onderga, of een schilderij mooi vind, wat gebeurt er dan eigenlijk? Als ik zeg: deze bloem is mooi, wat zeg ik dan in wezen? En is het ook waar wat ik beweer? Hoe zit een esthetisch oordeel in elkaar? Kant constateert dat uitspraken over schoonheid steeds vier bijzondere kenmerken vertonen, die je niet aantreft in empirische of morele oordelen. In een uitspraak over schoonheid is namelijk altijd sprake is van: 1. belangeloos welbehagen 2. begriploosheid 3. doelmatigheid zonder doel 4. gemeenschappelijke ervaring
Wanneer ik een bos bloemen mooi vind, dan is het moeilijk om daar een belang in te herkennen, zoals in mijn oordeel over een boormachine of een koffiemerk. De kleur van de bloemen bekoort me zonder enig vooropgezet belang; de kleur dient verder nergens toe in praktische zin. De kleur wekt simpelweg welbehagen in mij op, zonder dat van doelmatigheid sprake is. Ieder esthetisch oordeel is, met andere woorden, een uitspraak die een belangeloos welbehagen impliceert.
2. Begriploosheid Behalve dat ik een belangeloos welbehagen onderga, begrijp ik ook niet waarom de bloem zo mooi is. Het is een puur gevoelsmatige aangelegenheid, die zich ontrekt aan mijn verstand. Kant concludeert daarom, dat ieder esthetisch oordeel begriploos is. Wij begrijpen niet waarom we het welbehagen ondergaan, de categorieën van het verstand krijgen er geen grip op.
3. Doelmatigheid zonder doel Het merkwaardige van een esthetische gewaarwording is, dat wij weliswaar een welbehagen ervaren, dat wij niet begrijpen en dat niet gekleurd is door enig belang, maar waarin wij toch een zeker doelmatigheid schijnen te ontwaren. Wanneer we een kunstwerk mooi vinden, dan hebben wij de sensatie: dit is precies zoals het moet zijn; alles zit precies op zijn plaats - alsof er een diepe samenhang is die wij wel vermoeden, maar niet kennen. Kant noemt dat de paradoxale gewaarwording van doelmatigheid zonder doel.
4. Gemeenschappelijke ervaring Het vierde en laatste kenmerk van het esthetische oordeel is volgens Kant, dat wij in een esthetisch oordeel steeds veronderstellen, dat iedereen hetzelfde gewaar wordt. Als ik zeg: ‘Picasso’s Guernica is een prachtig schilderij’, dan beschrijf ik mijn gewaarwording van schoonheid - en ik veronderstel dat iedereen dat wel zo zal ervaren. Het is mij simpelweg niet mogelijk om in te zien, dat iemand anders deze gewaarwording misschien helemaal niet heeft. Wanneer ik iets mooi vind, dan ga ik er bijna vanzelf vanuit dat iedereen dezelfde ervaring heeft. Het esthetisch oordeel veronderstelt dus altijd een gemeenschappelijke ervaring.
2
Esthetica Al sinds Plato denken filosofen na over schoonheid, de waarde van esthetische oordelen, en de mogelijkheid - of onmogelijkheid! - kunstwerken te interpreteren. Hoewel elk van ons vele uitingen van muziek, literatuur of beeldende kunst apprecieert, is het een filosofische vraag bij uitstek waarin zo’n appreciatie nu precies bestaat. Wat zeg je of bedoel je als je de Victory Boogie Woogie van Piet Mondriaan prachtig vindt? En hoe zit het met je buurman die er niets in ziet? Zien jullie een ander kunstwerk? Of kijken jullie met andere ogen? Hadden de mensen vroeger andere smaken? Zullen we wat we nu mooi vinden, later nog steeds aantrekkelijk vinden? Waarom vinden we het zo belangrijk dat we een ‘echte’ Van Gogh kopen, en geen vervalsing, terwijl tegelijkertijd de poster die op je kamer hangt even mooi is als het originele schilderij? Dat zijn vragen waarop de filosofie van de kunst een antwoord wil formuleren. Onder ‘filosofie van de kunst’ valt een breed spectrum van filosofisch onderzoek. Meestal maakt men onderscheid tussen de filosofie van de esthetische ervaring en de eigenlijke kunstfilosofi0e. De esthetica onderzoekt het wezen van de esthetische ervaring. De grote Duitse filosoof Immanuel Kant heeft hierover twee belangrijke inzichten geformuleerd. Zijn eerste stelling, die nog steeds aanvaard wordt, is dat de esthetische ervaring een persoonlijke reactie is op een kunstwerk. Die reactie kan oprecht of onoprecht zijn, vermeend of authentiek. In principe kun je zo’n ervaring pas formuleren als je met het kunstwerk geconfronteerd wordt. Dat heeft te maken met het feit dat de esthetische ervaring berust op een zintuiglijke waarneming - muziek wordt gehoord, een schilderij wordt gezien. Een tweede inzicht is dat er voor esthetische ervaringen geen regels bestaan. Daarmee wordt meestal bedoeld dat er geen ‘standaarden’ zijn waaraan we goede of slechte kunst af kunnen meten. Als je Rembrandt of Vermeer mooi vindt, kun je niet zeggen dat je een soort algemene regel bezit waarmee je beoordelingen van hun individuele kunstwerken voltrekt. Natuurlijk zijn er personen die klassieke muziek mooier vinden dan rock ‘n roll, of abstracte kunst prefereren boven figuratieve. Maar dat zijn generaliseringen die altijd gebaseerd zijn op beoordelingen van individuele kunstwerken. Een veel onderzocht probleem is dan het volgende: als voor de beoordeling van kunst geen regels bestaan - elk smaakoordeel is persoonlijk - en een esthetisch oordeel altijd betrekking heeft op individuele kunstwerken, is dan het esthetisch oordeel niet puur subjectief? Heeft het dan nog zin om over smaak te twisten? Objectivisten - die de objectiviteit van het esthetische oordeel verdedigen - verwijzen vaak naar harmonie, evenwicht, het subtiele spel van verhoudingen in kunstwerken. Tegelijk zie je echter dat in veel moderne kunst, bijvoorbeeld pop art, dat soort kenmerken juist zelden of nooit terug te vinden zijn. Toch vinden we die mooi - soms zelfs mooier dan ‘klassieke’ kunst. Dit is koren op de molen van subjectivisten. Wanneer je een waardering uitdrukt voor een kunstwerk, dan is dat een waardering van een ervaring die je hebt bij het zien of horen van dat kunstwerk. Maar, zo zegt de objectivist, als je alleen maar je ervaring waardeert, gaat die beoordeling toch niet over het kunstwerk zelf? Kunstfilosofie is nogal delicaat. Veel kunstfilosofen zijn tevens goede kunsthistorici of zelfs beoefenaars van kunsten, zoals literatuur, of schilderkunst. Dit maakt de hele zaak nog delicater: hoe kun je nu aan kunstfilosofie gaan doen als je zelf ook tot over je oren in de kunst zit? Toch hebben velen het geprobeerd - met veel succes. Elke grote filosoof heeft wel een filosofie van de kunst. Net zoals ons leven niet volledig is zonder kunst, zo is ook filosofie niet volledig zonder kunstfilosofie. Industrial Design: Designers heed many aesthetic qualities to improve the marketability of manufactured products: smoothness, shininess/reflectivity, texture, pattern, curviness, color, simplicity, usability, velocity, symmetry, naturalness, and modernism. The staff of the Design Aesthetics section focuses on design, appearance and the way people perceive products. Design aesthetics is interested in the appearance of products; the explanation and meaning of this appearance is studied mainly in terms of social and cultural factors. The distinctive focus of the section is research and education in the field of sensory modalities in relation to product design. These fields of attention generate design baggage that enables engineers to design products, systems, and services, and match them to the correct field of use. Architecture and interior design Although structural integrity, cost, the nature of building materials, and the functional utility of the building contribute heavily to the design process, architects can still apply aesthetic considerations to buildings and related architectural structures. Common aesthetic design principles include ornamentation, edge delineation, texture, flow, solemnity, symmetry, color, granularity, the interaction of sunlight and shadows, transcendence, and harmony. Interior designers, being less constrained by structural concerns, have a wider variety of applications to appeal to aesthetics. They may employ color, color harmony, wallpaper, ornamentation, furnishings, fabrics, textures, lighting, various floor treatments, as well as adhere to aesthetic concepts such as feng shui.
3
Hotel New York De bouw van Hotel New York stond onder leiding van architecten Muller, Drooglever Fortuin en Van der Tak en startte in 1901. Rond 1917 werd de bouw afgerond. De twee torentjes die Hotel New York zo herkenbaar maken zijn pas later toegevoegd. Hotel New York is pas in 1993 in gebruik genomen als hotel. Hiervoor werd het gebouw namelijk gebruikt als directiegebouw van de scheepvaartmaatschappij HAL. Het gebouw is van grote invloed geweest op de geschiedenis van Rotterdam en heeft er aan bijgedragen dat de stad zich ontwikkelde tot de wereldstad die Rotterdam vandaag de dag is. Voor 1870 was Rotterdam een “gewone” stad, te vergelijken met omliggende steden als Gouda en Delft. Rotterdam was op dat moment al een havenstad, maar de verzanding van Rotterdams voornaamste verbinding met de zee, de Brielse Maas, zorgde ervoor dat de positie van Rotterdam bedreigd werd. Om hier wat aan te doen, werd tussen 1866 en 1872 de Nieuwe Waterweg gegraven. Een jaar na de voltooiing van de Nieuwe Waterweg vestigt het bedrijf HAL (Holland Amerika Lijn) zich in het hedendaagse Hotel New York. Vanaf dat moment vertrekken er fameuze schepen met passagiers en goederen vanaf de Wilhelminapier. De reis naar Amerika duurde zo’n 15 dagen, wat destijds enorm kort was. Wat wij tegenwoordig kennen als “club Rotterdam”, ook wel “Cruise Terminal” genoemd, was toen de aankomstterminal van de HAL schepen. Door de vestiging van de HAL en de aanleg van de Nieuwe Waterweg stijgt de werkgelegenheid in Rotterdam enorm. Als gevolg hiervan verdubbelt het aantal inwoners in Rotterdam zich tussen 1880 en 1900. Er zijn vele verschillende redenen die ervoor zorgden dat er tussen 1870 en de eerste jaren van 1900 zoveel mensen vanuit Europa vertrokken. Zo was er door de groeiende bevolking in veel landen sprake van armoede en hongersnood. Wat ook heeft bijgedragen is de Homestead Act die van kracht was in de VS. Deze Act hield in dat elke burger gratis een groot stuk land kon krijgen op voorwaarde dat het land 5 jaar lang bewoond en verbouwd werd. Vanaf het oprichtingsjaar van de HAL in 1873 tot de eerste jaren van 1900 vertrokken ruim een half miljoen emigranten vanuit heel Europa via de Holland Amerika Lijn naar de Verenigde Staten om daar geluk te zoeken.
4
De Wilhelminapier
In 1891 wordt de voormalige Prinsessekade omgedoopt tot Wilhelminapier. De Wilhelminapier is vernoemd naar koningin Wilhelmina, naar aanleiding van haar bezoek in 1890, waarbij ze op tien jarige leeftijd voor het eerst Rotterdam en de pier bezoekt. De geschiedenis van de pier gaat ver terug. Van 1873 tot 1978 meren schepen van de Holland Amerika Lijn aan bij de Cruise Terminal, aanlegplaats en ontvangsthal van de Wilhelminapier. Als de luchtvaart rond 1970 populairder wordt, wordt de Wilhelminapier alleen nog gebruikt als aanlegplaats voor cruiseschepen. Hierdoor komt er op de pier plaats vrij voor woon-, werk-, en recreatielocaties. De Wilhelminapier staat qua architectuur alleen in Nederland. De Erasmusbrug, het Nieuwe Luxor theater en hotel New York zijn al jarenlang beeldbepalend voor de pier. De Wilhelminapier is verder bekend door moderne gebouwen als Montevideo en het World Port Center, wat een ontwerp is van Sir Norman Foster die o.a. de Hong Kong en Shanghai Bank ontwierp. Binnenkort worden oude pakhuizen gerestaureerd en worden er nieuwe gebouwen toegevoegd die ontworpen zijn door Rem Koolhaas. Interessante links: • Informatie over Rem Koolhaas: www.digischool.nl/ckv1/architectuur/koolhaas/koolhaas.htm • website van Sir Norman Foster: www.fosterandpartners.com/Practice/Default.aspx • Website over de Wilhelminapier: www.dewilhelminapier.nl
5
Face to Face François & Jean Robert
22 juni t/m 9 september 2007 Is het weleens opgevallen dat huizen, auto’s en brievenbussen gezichten hebben? De van oorsprong Zwitserse ontwerpers François en Jean Robert wel. De Kunsthal toont hun uitgebreide verzameling foto’s en alledaagse objecten waarin, door langer te kijken, een gezicht te ontdekken valt. De tentoonstelling Face to Face geeft alledaagse voorwerpen smoel. Dat een stopcontact je aankijkt vanaf de wand, is niet zo moeilijk te zien. Naar het gezicht van een deurklink of nietmachine is het misschien wat langer zoeken. Iedere nieuwe ontdekking is een verrassing en bevestigt het idee dat de omgeving met je communiceert. Eenmaal gegrepen door het idee dat in elk object neuzen, ogen of monden verstopt zitten, is het moeilijk stoppen. De familietentoonstelling Face to Face is een visueel avontuur waaraan je, als je dat wilt, een leven lang plezier beleeft. van de site www.kunsthal.nl
6
Opdracht 1
7
Opdracht 2
1. Kan massaproductie volgens jou mooie objecten voortbrengen? Beschrijf waarom.
Design objecten van 30 jaar geleden zijn alweer zo verouderd dat er weer een nieuwe schoonheid aan is ontstaan, die van vergankelijkheid. Het ´oude´ als esthetische element.
2. Beschrijf verschillende kwaliteiten van een massaproduct en een uniek of ambachtelijk product.
3. Kies een object dat je het mooist vindt, beschrijf waar het ´mooie´in zit.
Massaproductie maakt de dingen minder bijzonder, het ontneemt ze hun eigenheid/ menselijkheid. Wellicht gaan daarom mensen weer opzoek naar een gezicht in het object.
4. Kies een object uit dat je het lelijkst vindt, beschrijf waar het ´lelijke´in zit.
8
9
Medewerkers aan dit programma zijn: Miranda Veger Gerdine Velthoven Mireille van der Velde Anja Tan Jef Tan Bas Tonis Nadine van Leeuwen
Hotel New York Koninginnenhoofd 1 Rotterdam Telefoonnummer: 010-4390500 Wilhelminapier (locatie Las Palmas) Wilhelminakade 320 Rotterdam Telefoonnummer: 010 - 2718430 Kunsthal Museumpark – Westzeedijk 341 Rotterdam
10